Professional Documents
Culture Documents
Juventus FC - Wikipedia 2
Juventus FC - Wikipedia 2
Juventus FC
Zie Juventus (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Juventus.
Juventus Football Club is een van de oudste voetbalclubs van Italië. De club speelt haar thuiswedstrijden Juventus FC
in het Allianz Stadium in Turijn. Juventus slaagde er als een van de weinige Europese topclubs in om samen
met Manchester United, Ajax, Chelsea en Bayern München, alle drie de UEFA-hoofdcompetities (Europacup I
/ UEFA Champions League, Europacup II en UEFA Cup / UEFA Europa League) te winnen. Juventus is
Latijn voor jeugd.
Geschiedenis
Juventus Football Club is een van de oudste en belangrijkste voetbalclubs van Italië. I bianconeri (de wit-
zwarten) komen uit in de Serie A. De club speelt vanaf het seizoen 2011/12 in een nieuw stadion, het Juventus
Stadium, dat volledig door Juventus zelf is gefinancierd en dat eigendom van de club is, iets unieks in Italië.
Juventus werd op 1 november 1897 opgericht als Sport Club Juventus door studenten van het Massimo
d'Azeglio Lyceum in Turijn, maar werd in 1899 Football Club Juventus genoemd. Juventus is Latijn voor
'jonge volwassenheid'. De ploeg meldde zich bij het Italiaanse voetbalkampioenschap in 1900 in een outfit
bestaande uit een roze shirt met zwarte das en een zwarte broek. De wit-zwartgestreepte shirts kwamen pas
in 1903, toen per ongeluk een bestelling uit Engeland arriveerde met de shirts van Notts County. Het eerste
kampioenschap werd binnengehaald in 1905, toen de ploeg een jaar in het Velodromo Umberto I speelde. Het
Naam Juventus Football Club S.p.A.
reguliere speelveld van de eerste jaren lag in het park Piazza d´Armi, in 1908 verhuisde men naar een terrein
Bijnaam La Vecchia Signora (De
aan de Corso Sebastopoli, in 1922 ging men naar de Corso Marsiglia. Oude Dame),
I Bianconeri (De Wit-
In 1906 kwam het tot een breuk binnen de club na irritaties over het grote aantal buitenlanders. De Zwitserse Zwarten),
voorzitter Alfredo Dick richtte daarop samen met enkele van de vooraanstaande buitenlandse spelers FBC Juve, zebre (de zebra's)"
Opge richt 1 november 1897
Torino op. Daarmee was de Derby Delle Mole (Juventus versus Torino) geboren. Juventus was tot het begin
Stadion Allianz Stadium, Turijn
van de Eerste Wereldoorlog bezig met het heropbouwen van een ploeg.
Capacite it 41.507
Voorzitte r Gianluca Ferrero
Eige naar EXOR S.p.A. (63,8%)
Heerschappij
Traine r Massimiliano Allegri
FIAT-eigenaar Edoardo Agnelli kwam aan het roer van de club in 1923, het begin van een lange verbintenis. Compe titie Serie A
In het seizoen 1925/26 behaalde de ploeg het tweede landskampioenschap door in de finale Alba Roma in We bsite juventus.com (https://www.juv
twee wedstrijden met een totaalscore van 12-1 te verslaan. De doelpunten van icoon Antonio Vojak waren dat entus.com/)
seizoen van levensbelang. Nadat in 1929 een landelijke Italiaanse competitie in het leven was geroepen, was
Juventus direct alleenheerser in deze Serie A. Van 1931 tot 1935 pakte Juventus onder leiding van trainer
Carcano vijf achtereenvolgende titels. Spelers als keeper Gianpiero Combi, Luigi Bertolini, Giovanni Ferrari en
de Argentijnen Raimundo Orsi en Luis Monti lagen aan de basis van dit succes. Ondertussen verhuisde de
club in 1933 terug naar Stadio Mussolini (later Stadio Comunale), weer aan de Corso Sebastopoli. In het
tweede deel van dat decennium was Juventus, inmiddels ook bekend als La Vecchia Signora (De Oude
Dame), minder succesvol.
Thuis Uit
Na de Tweede Wereldoorlog werd Giovanni Agnelli aangesteld als voorzitter, in 1955 opgevolgd door zijn zoon Geldig voor 2023/2024
Umberto. Juventus voegde twee nieuwe Scudetto's aan het palmares toe in 1949/50 en 1951/52, de laatste Portaal Voe tbal
onder de Engelse trainer Jesse Carver. Tijdens het seizoen 1957/58 werden met de Welshman John Charles
en de Italiaanse Argentijn Omar Sívori twee van 's werelds beste aanvallers aan de selectie toegevoegd. Ze
speelden er samen met boegbeeld Giampiero Boniperti. Het leidde onmiddellijk tot de tiende landstitel,
waarvoor aan Juventus de Gouden Ster voor Sportverdienste uitgereikt werd. Sívori was in 1959 de eerste
speler van Juventus die de trofee voor de Europees voetballer van het jaar won. In 1960 volgde de eerste
'dubbel' voor Juventus, door na het kampioenschap in de finale van de Coppa Italia Fiorentina te verslaan.
Het jaar erna beëindigde Boniperti zijn loopbaan. Hij nam afscheid met de titel van topschutter aller tijden in
het shirt van Juventus, met 182 doelpunten in 444 officiële wedstrijden. Later zou hij nog coach en twintig
jaar voorzitter zijn.
Pas in het seizoen 1966/67 won Juventus weer eens de Italiaanse competitie, maar in de jaren 70 versterkte Juventus FC in 1898
Juventus zijn heerschappij in het Italiaanse voetbal. Onder ex-speler Čestmír Vycpálek won Juventus in
1971/72 en in 1972/73 de Serie A opnieuw. In dat laatste seizoen werd gewonnen met spelers als Roberto
Bettega, Franco Causio en Giovanni Trapattoni, de man die uiteindelijk zou bijdragen tot het succes in de
jaren tachtig.
Het Trapattoni-tijdperk
Vanaf 1976 regen onder het tienjarige bewind van coach Trapattoni de successen zich aaneen. De bekendste
spelers van het team waren Zoff, Bettega, Causio, Scirea, Tardelli en Gentile, de zes die ook de kern vormden
van het Italiaanse nationale elftal dat in 1982 wereldkampioen werd. Successen waren onder meer zes titels,
een UEFA Cup in 1977 en een Europacup II in 1984. Dit betekende direct dat Juventus twintig keer de
Juventus FC in 1905
Scudetto gewonnen had, en er werd een tweede gouden ster toegevoegd aan het shirt. Juventus is tot op
heden nog altijd de enige Italiaanse club die dat voor elkaar gekregen heeft. Rond deze periode is de Oude
De enige smet voor de club was lange tijd het uitblijven van de grote Europese triomf. Meermalen werd diep in de door Agnelli altijd aangevulde
geldbuidel getast om via dure aankopen de fel begeerde Europacup I binnen te halen. Pas onder de droeve omstandigheden van de wedstrijd tegen
Liverpool in het Heizelstadion lukte dit in 1985, en dan nog via een onterechte strafschop van Platini. Alhoewel het een hoogtepunt moest worden voor
de club, draaide het uit tot een van de meest trieste dagen uit de rijke geschiedenis van Juventus. Tijdens het Heizeldrama kwamen die dag 39
supporters om het leven, de meesten waren Juventino's. De ramp ontstond omdat Engelse hooligans met geweld mensen in de aanpalende vakken
terugdrongen. Het gevolg was dat mensen verpletterd werden en onder de druk van de mensenmassa begaf een muur het. De ideale vluchtweg voor
velen, ware het niet dat een groot aantal supporters vertrappeld werden. De match ging ondanks alles toch door, uit vrees dat er nog grotere rellen
gingen uitbreken.
Na het seizoen 1985/86 won Juventus geen Scudetto meer. Oorzaak was onder andere de aankomst van stervoetballer Diego Maradona bij Napoli.
Ook de grootheden uit Milaan, Internazionale en AC Milan, pakten hun titels mee.
In 1990 werd na bijna zestig jaar een nieuw stadion betrokken, het speciaal voor het WK 1990 gebouwde Stadio Delle Alpi. Vanwege de externe ligging
en de weidse bouw was deze stap geen succes. De toeschouwersaantallen, en daarmee de gezelligheid, namen af en mede door de hoge huur zag
Juventus zich gedwongen om in de zomer van 2006 terug te gaan naar het Stadio Communale, dat inmiddels voor de Olympische Winterspelen was
verbouwd.
Het Lippi-tijdperk
Aan de start van het seizoen 1994/95 kwam Marcello Lippi aan het roer als coach. Zijn eerste was direct
succesvol, Juventus pakte na negen jaren zonder Scudetto opnieuw de titel. De sterspelers van dat moment
waren Ciro Ferrara, Roberto Baggio, Gianluca Vialli en youngster Alessandro Del Piero, die een mooie en
lange carrière bij Juventus tegemoet ging. Ook het volgende jaar was succesvol. In de finale van de
Champions League klopte Juventus Ajax Amsterdam, zij het pas na het nemen van strafschoppen. De stand
na de reguliere speeltijd was 1-1 na doelpunten van Fabrizio Ravanelli en Jari Litmanen.
Na het winnen van de Champions League kon Juventus nog enkele sterren zoals Zinédine Zidane, Filippo
Inzaghi en Edgar Davids binnenhalen. Juventus won daarna de Serie A in zowel 1996/97 als 1997/98. In
Europa was Juventus sterk bezig, maar werd het twee jaar achter elkaar geklopt in de finale. Eerst door
Borussia Dortmund in 1997 en daarna door Real Madrid in 1998. Juventus speelde drie finales op een rij in de
Champions League, maar won er dus maar een. Marcello Lippi
In de zomer van 2001 blonk Juventus uit op de transfermarkt door het hoogste bedrag aller tijden te betalen
voor een doelman, namelijk voor de Italiaanse international Gianluigi Buffon, die van Parma overkwam. Ook David Trezeguet, Pavel Nedvěd en Lilian
Thuram werden binnengehaald en zij leidden Juventus naar twee opeenvolgende titels in 2001/02 en 2002/03. Juventus verloor in 2003 echter
opnieuw een Champions League-finale. Dit keer was AC Milan de sterkere. Juventus kwam niet verder dan een 0-0 en verloor na het nemen van
strafschoppen. Lippi werd het jaar daarop aangesteld als bondscoach van Italië. Lippi zou in 2006 de wereldbeker winnen met het nationale elftal.
Schandaal
In 2004 werd Fabio Capello aangesteld als hoofdcoach. Hij won met Juventus twee titels maar de club moest die inleveren toen een schandaal, met in
de hoofdrol sportief directeur Luciano Moggi, aan het licht kwam. Moggi bleek gedurende een aantal jaren een netwerk van invloedrijke personen te
hebben opgebouwd, waardoor hij in staat was vrijwel elke wedstrijd in de Serie A te beïnvloeden. Het bestuur bestaande uit Moggi, Antonio Giraudo en
Roberto Bettega, trad onmiddellijk af. Juventus werd teruggezet naar de Serie B. Het was de eerste keer dat Juventus zijn opwachting maakte in de
tweede klasse, want het had nooit een sportieve degradatie meegemaakt. De landstitels die het won in 2005 en 2006 werden afgenomen.
Na het schandaal en de terugzetting naar de Serie B volgde een ware uittocht van sterspelers. Lilian Thuram (Barcelona), Emerson (Real Madrid),
Patrick Vieira en Zlatan Ibrahimović (Internazionale) verlieten de club, net zoals de Italiaanse internationals Gianluca Zambrotta (Barcelona) en Fabio
Cannavaro (Real Madrid), die een maand eerder de wereldtitel hadden veroverd. Wel bleven enkele sterspelers de club trouw: doelman Gianluigi
Buffon, middenvelders Pavel Nedvěd en Mauro Camoranesi en aanvallers David Trezeguet en Alessandro Del Piero kozen voor een verblijf in de
tweede klasse. Juventus sloeg terug in stijl en won de Serie B met zes punten voorsprong, ondanks negen strafpunten die de club voor aanvang had
gekregen.
Vermeend dopinggebruik
Volgens Giuseppe d’Onofrio en Allessandro Donati, erkende Italiaanse wetenschappers gespecialiseerd in dopinggebruik, hebben spelers van Juventus
voor de Champions League-finale in 1996, die werd gewonnen van AFC Ajax, doping gebruikt. De bronnen van d’Onofrio en Donati zijn documenten
die in beslag werden genomen tijdens een inval in Juventus-kantoren in 1998 met analyses van bloedmonsters van spelers. De wetenschappers
noemen het aannemelijk dat de voetballers onder andere epo in het bloed hadden. Clubarts Riccardo Agricola en directeur Antonio Giraudo werden
aangeklaagd en kregen een voorwaardelijke gevangenisstraf voor het verstrekken van prestatieverhogende middelen (specifiek EPO) aan Juventus-
spelers, maar werden later in hoger beroep vrijgesproken.[1][2]
Juventus speelde haar eerste officiële wedstrijd in het nieuwe stadion op 11 september 2011, tegen Parma. Stephan Lichtsteiner scoorde het eerste
officiële doelpunt in de wedstrijd die met 4-1 werd gewonnen. Drie dagen daarvoor werd een grootse openingsceremonie georganiseerd met o.a. een
wedstrijd tegen Notts County. De eerste seizoenshelft bleef Juventus ongeslagen maar speelde het regelmatig gelijk, vooral tegen zeer matige ploegen.
In de tweede seizoenshelft ging het beter en werden minder punten verspeeld. In de lange tweestrijd met Milan werd om de zoveel weken van
koppositie gewisseld, maar op de een na laatste speeldag werd de titel behaald, de eerste sinds 2003. Juventus wist ongeslagen te blijven en kreeg
slechts 20 doelpunten tegen. Uiteindelijk werd alleen in de finale van de Coppa Italia verloren. Napoli was met 2-0 te sterk. Dit was tevens de laatste
wedstrijd van clubicoon Alessandro del Piero. Napoli was, ongeacht het resultaat van de bekerfinale, ook de tegenstander in de Italiaanse Supercup.
Deze werd wel een prooi voor Juventus, dat in Beijing met 4-2 wist te winnen.
In het seizoen 2012-2013 werden al snel Mauricio Isla en Kwadwo Asamoah van Udinese en het jonge talent Paul Pogba van Manchester United
aangetrokken. Tevens werd Sebastian Giovinco teruggehaald en werd Nicklas Bendtner gehuurd. Na tien competitiewedstrijden had Juventus negen
keer gewonnen en één keer gelijkgespeeld en stond de teller van ongeslagen competitiewedstrijden op rij inmiddels op 49. Op de elfde speeldag ontving
de club Internazionale, deze maakte een einde aan de reeks en dit bekende tevens de allereerste nederlaag in het nieuwe eigen stadion. De koppositie
was de club echter nog altijd niet kwijtgeraakt en de klap werd goed opgevangen door in de daarop volgende weken Nordsjaelland, Pescara en Chelsea
met respectievelijk 4-0, 1-6 en 3-0 te verslaan. Hierna volgde een 1-0 nederlaag bij AC Milan middels een discutabele penalty. In de UEFA Champions
League ging men door naar de knock-outfase door verrassend groepswinnaar te worden met 3 overwinningen en 3 gelijke spelen. De resterende
wedstrijden in de competitie werden gewonnen. Juventus sloot zo 2012 af als koploper met 8 punten voorsprong op de nummer 2 en kon ze op basis
van de veertig Serie A-wedstrijden in het kalenderjaar 2012 tevens betiteld worden als de ploeg met de meeste zeges, meeste doelpunten, minste
tegendoelpunten en meeste punten. Het laatstgenoemde betekende met 94 punten een verbetering van het clubrecord, neergezet door de selectie van
Fabio Capello (93 punten in 2005).
Het kalenderjaar 2013 begon moeizaam, maar na verlies half februari werd alles gewonnen, op twee gelijke spelen en een nederlaag op de laatste
speeldag na. Het CL-avontuur eindigde in de kwartfinale. Eerst werd er nog 0-3 en 2-0 van Celtic gewonnen, in de volgende ronde was Bayern
München met twee keer 2-0 te sterk. Juventus verzekerde zich drie wedstrijden voor het einde van de competitie van de tweede titel in twee jaar,
nadat het al enkele weken een voorsprong had van 11 punten op Napoli.
Het seizoen 2013/14 begon in Rome met een klinkende 4-0 overwinning op Lazio in de Supercup, waarin ook nieuwkomer Carlos Tevez wist te scoren.
Tevez was samen met Fernando Llorente de grootste aankoop. Het bleek een gouden koppel, dat het doelpuntenprobleem van de laatste seizoenen
verhielp. De twee scoorden respectievelijk 21 en 18 doelpunten in alle competities. De eerste zeven speeldagen in de competitie werden zonder
nederlaag doorlopen; één gelijkspel en zes keer winst, waarbij opviel dat in vijf van de zeven wedstrijden Juventus eerst op achterstand kwam om
daarna de punten te pakken. In de achtste wedstrijd, in Florence, werd een 0-2 voorsprong genomen, om daarna in een kort tijdsbestek vier
doelpunten tegen te krijgen. Het zou de laatste nederlaag in de competitie betekenen tot de 31e speelronde en tevens slechts 1 van de 2 nederlagen in
totaal in de Serie A. Aanvankelijk werd Napoli genoemd als kandidaat voor het kampioenschap, mede door de vele sterke aankopen. Tegen de
verwachtingen in won AS Roma haar eerste 10 wedstrijden, waardoor Juventus, ondanks de prima resultaten, genoegen moest nemen met minder. De
koppositie werd pas echt zeker na 4 achtereenvolgende gelijke spelen van AS Roma, terwijl Juventus na de nederlaag tegen Fiorentina 12 keer achter
elkaar wist te winnen, vaak met veel doelpunten en weinig tegendoelpunten. Na overname van de koppositie stond Juventus deze de rest van het
seizoen niet meer af en Roma stond plaats 2 niet meer af. De voorsprong op Roma was op zijn grootst 14 punten en enige tijd 5 punten, waardoor de
titelstrijd zeer spannend bleef, ook omdat Roma steeds bleef winnen. In de 36e speelronde werd het kampioenschap dan toch voortijdig beslist, toen
Roma met 4-1 verloor bij Catania en Juve hierdoor zonder te spelen met een voorsprong van op dat moment 8 punten de historische derde titel op rij
kon bijschrijven. Tevens betekende dit de 30e (of 32e) Scudetto, waardoor de club ook officieel gezien een derde ster kreeg. Juventus won haar laatste
drie wedstrijden en Roma verloor de laatste drie, waardoor het seizoen eindigde met een voorsprong van 17 punten op Roma. Milan(8e) en Inter(5e)
bleven mijlenver achter. Juve won 33 van de 38 wedstrijden en eindigde op een puntentotaal van 102, een nieuw record in zowel Italië als over de vijf
grootste Europese competities. Bovendien werden nog veel meer records neergezet, zeven in totaal, onder meer het winnen van alle 19
thuiswedstrijden, de meeste winstpartijen, de langste winstreeks en het minstens één keer verslaan van alle tegenstanders. De thuisoverwinningen
van 3-0 op zowel Napoli als Roma, de 3-1 op Inter en de 0-2 tegen Milan behoorden tot de meest overtuigende wedstrijden.
In Europees verband kende de club een turbulent seizoen. In de Champions League werd alleen in de vijfde speelronde gewonnen, maar een gelijkspel
in de laatste wedstrijd tegen Galatasaray was genoeg voor plaatsing voor de achtste finales. In deze memorabele en merkwaardige wedstrijd, die over
twee dagen werd gespeeld vanwege extreem weer op de oorspronkelijke speeldag, werd op een dramatische modderpoel echter met 1-0 verloren door
een goal van Wesley Sneijder in de 85ste minuut. Juventus had daarmee de kans de Europa League-finale in eigen stadion te spelen. Zonder al te veel
moeite werd de halve finale bereikt, waarin eerst met 2-1 werd verloren van Benfica. De uitgoal was cruciaal en velen geloofden in een overtuigende
winst van Juventus in de terugwedstrijd. De wedstrijd eindigde echter in 0-0 en de droom kon niet worden waargemaakt.
In het seizoen 2015/16 behaalde Juventus voor het vijfde jaar op rij de Italiaanse landstitel. De Oude Dame begon moeizaam. Wekenlang brak trainer
Massimiliano Allegri het hoofd over de te volgen tactiek na het vertrek van Carlos Tévez, Arturo Vidal en met name spelmaker Andrea Pirlo. Allegri
experimenteerde volop. Een viermansdefensie was zijn uitgangspunt. Na tien speelronden stond de club op de tiende plaats. Daarna keerde hij terug
naar het aloude 3-5-2-systeem. Dat bleek een gouden greep uiteindelijk, hoewel Juve in de achtste finales van de Champions League werd
uitgeschakeld door FC Bayern München. Op de positie van Pirlo speelden Claudio Marchisio of Sami Khedira. Juventus behaalde de titel op maandag
24 april 2016. De club uit Turijn profiteerde van de 1-0 nederlaag van concurrent SSC Napoli bij AS Roma (doelpunt Radja Nainggolan). Daardoor liep
de achterstand van Napoli op tot twaalf punten met nog drie speelronden voor de boeg. Met de vijfde opeenvolgende landstitel evenaarde Juventus de
prestatie van Internazionale, dat van 2006 tot en met 2010 ook vijf keer op rij de beste was van de Serie A.
Juventus was ook in het seizoen 2016/17 ongenaakbaar. De club uit Turijn werd op 21 mei 2017 voor de 33ste keer in de clubhistorie kampioen van
Italië, nadat voor eigen publiek met 3-0 was gewonnen van Crotone door goals van Mario Mandzukic, Paulo Dybala en Alex Sandro.[3] Voor de Oude
Dame was het de zesde landstitel op rij, een unicum in de Serie A. Op de vijfde speeldag nam Juventus de koppositie over van Napoli om deze
vervolgens niet meer af te staan. Vooral in het eigen Juventus Stadium bleek de ploeg van trainer-coach Allegri van eenzame klasse. Alleen stadgenoot
Torino (1-1) wist een puntje mee te nemen, de andere thuisduels werden een voor een gewonnen.
Super League-saga
In april 2021 maakten de meeste grootmachten hun plannen bekend voor de Super League. Naast Real Madrid en Barcelona werd Juventus gezien als
een van de bezielers van de nieuwe competitievorm, maar die werd op zeer veel kritiek ontvangen.
Trivia
Juventus is een van de twee ploegen die in de Italiaanse klassieker spelen de zgn. "derby d'Italia". De tegenstander in de klassieker is Internazionale.
Dit is de wedstrijd tussen de grootste rivalen uit het voetbal in Italië (Vgl. Ajax-Feyenoord of Real Madrid-Barcelona).
De bijnaam La Vecchia Signora (De Oude Dame) is in twee delen ontstaan. 'Signora' is de koosnaam van de eigen supporters, die in de jaren twintig
in zwang is gekomen. 'Oud' is eraan toegevoegd door tegenstanders in de jaren dertig, toen Juventus met een steeds ouder wordende ploeg
kampioen bleef, en is dus een beschimping van de naam Juventus, 'Jeugd'.
Tegenstanders van Juventus hebben het vaak over Gobbi, de gebochelden. Een bijnaam die het team dankt aan een wedstrijd die het in de jaren vijftig
van de twintigste eeuw speelde. De kwaliteitsarme (vormloze) shirts bolden zodanig op, dat de spelers op gebochelde mannetjes leken. Een andere
populaire benaming voor de club is La Fidanzata d'Italia (Verloofde van Italië).
De drie sterren boven het logo van Juventus staan symbool voor dertig Scudetto's (dertig keer winnaar Serie A)
Juventus was de eerste ploeg die alle voornaamste Europese bekers won (Europacup I, Europacup II en UEFA Cup).
Juventus is de succesvolste club in Italië met 36 landstitels.
Daarnaast won het nog twee keer de landstitel, maar deze werden afgenomen wegens wedstrijdmanipulatie.
De Nederlander Edwin van der Sar was de eerste niet-Italiaanse doelman van Juve.
Clubicoon Alessandro Del Piero heeft zowel de meeste wedstrijden gespeeld, als het grootste aantal doelpunten gescoord voor Juventus.
Dino Zoff speelde 1.143 minuten voor Juventus zonder een goal tegen te krijgen. Dat was toen een wereldrecord.
De clubkleuren van Notts County, zwart en wit, zijn de inspiratie geweest voor die van Juventus.[4]
Sponsors
Periode Kledingsponsor Shirtsponsor
1979-1989 Ariston
1989-1992 UPIM
1992-1995 Danone
Kappa
1995-1998 Sony
2000-2001 Sportal.com/Tele+
2002-2003
Fastweb/Tamoil
2003-2004
2005-2007 Tamoil
Nike
2007-2010 New Holland
2010-2012 Betclic/Balocco
2012-2015
Jeep
2015-.... Adidas
Erelijst
Compe titie Aantal Jare n
Inte rnationaal
Se rie B 1× 2007
Overzichtslijsten
Eindklasseringen
2 2 3 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 2 1 1 2 2 1 2 1 1 2 2 1 1 3
4 3 4 3 3 4 3 2 2
5 4 5 5 6 6
4 4 4
7 7 7
9
12 13
4647484950515253545556575859606162636465666768697071727374757677787980818283848586878889909192939495969798990001020304
Seizoensresultaten
Coppa
Seizoen Competitie Niveau Eindstand Opmerking
Italia
2000/01 2 8e finale
2003/04 Serie A I 3 Finale < SS Lazio: 0-2/2-2; Supercoppa > AC Milan 1-1 (5-3 ns)
2004/05 8e finale
finalist Supercoppa < Internazionale 0-1 nv; Verplichte degradatie i.v.m. Italiaans
2005/06 1 kwartfinale
voetbalschandaal uit 2006
2006/07 Serie B II 1 3e ronde
2009/10 7 kwartfinale
2010/11 7 kwartfinale
2014/15 < SS Lazio: 2-1 nv; Finalist Supercoppa > SSC Napoli 2-2 (5-6 ns)
2019/20 Finale < SSC Napoli: 0-0 (2-4 n.s.); Finalist Supercoppa > SS Lazio 1-3
< Atalanta Bergamo: 2-1; Supercoppa > SSC Napoli 2-0; Ligatopscorer Cristiano Ronaldo:
2020/21 4
29
2021/22 4 Finale < Internazionale: 2-4 n.v.; Supercoppa > Internazionale 1-2
10 punten in mindering en geschorst voor Europees voetbal 2023/24 i.v.m. overtreden financiële
2022/23 7 halve finale
regels
2023/24 .
Juventus in Europa
Zie Europese wedstrijden van Juventus FC voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Juventus speelt sinds 1929 in diverse Europese competities. Hieronder staan de competities en in welke seizoenen de club deelnam. De edities die
Juventus heeft gewonnen zijn vetgedrukt.
1995/96, 1996/97, 1997/98, 1998/99, 2000/01, 2001/02, 2002/03, 2003/04, 2004/05, 2005/06, 2008/09, 2009/10, 2012/13, 2013/14, 2014/15,
2015/16, 2016/17, 2017/18, 2018/19, 2019/20, 2020/21, 2021/22, 2022/23
Europacup I (14x)
1958/59, 1960/61, 1961/62, 1967/68, 1972/73, 1973/74, 1975/76, 1977/78, 1978/79, 1981/82, 1982/83, 1984/85, 1985/86, 1986/87
1971/72, 1974/75, 1976/77, 1980/81, 1987/88, 1988/89, 1989/90, 1992/93, 1993/94, 1994/95, 1999/00
Europacup II (4x)
1984, 1996
1999
Jaarbeursstedenbeker (6x)
Mitropacup (8x)
Selectie 2020/2021
Nummer Naam Nationaliteit Vorige club
Keepers
Verdedigers
Middenvelders
Aanvallers
Spelers records
Top-5 meest gespeelde wedstrijden
Top-5 Doelpuntenmakers
t/m 31-08-2022
Bekende spelers
Zie de lijst van spelers van Juventus FC voor een opsomming van spelers die uitkwamen voor de club.
Trainers
Zie Lijst van trainers van Juventus FC voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Presidenten
Eugenio Canfari (1897)
Enrico Canfari (1898-1901)
Carlo Favale (1901-1902)
Giacomo Parvopassu (1903-1904)
Alfred Dick (1905-1906)
Carlo Vittorio Varetti (1907-1910)
Attilio Ubertalli (1910-1912)
Giuseppe Hess (1912-1915)
Gioacchino Armano/Fernando Nizza/Sandro Zambelli (Oorlogsbestuur) (1915-1919)
Corrado Corradini (1919-1920)
Gino Olivetti (1920-1924)
Edoardo Agnelli (1924-1935)
Enrico Craveri/Giovanni Mazzonis (1935-1936)
Emilio de la Forest de Divonne (1936-1941)
Piero Dusio (1941-1947)
Gianni Agnelli (1947-1954)
Umberto Agnelli (1954-1962)
Vittore Catella (1962-1971)
Giampiero Boniperti (1972-1990)
Vittorio Caissotti di Chiusano (1990-2003)
Franzo Grande Stevens (2003-2006)
Giovanni Cobolli Gigli (2006-2009)
Jean-Claude Blanc (2009-2010)
Andrea Agnelli (2010-2022)
Zie ook
Lijst van betaaldvoetbalclubs in Italië
Externe link
Officiële website (http://www.juventus.com/)
Zie de categorie Juventus FC van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
1 Szczęsny · 2 De Sciglio · 3 Bremer · 4 Gatti · 5 Locatelli · 6 Danilo · 7 Chiesa · 9 Vlahović · 10 Pogba · 11 Kostić · 12 Sandro · 14 Milik · 15 Yıldız ·
16 McKennie · 17 Iling-Junior · 18 Kean · 20 Miretti · 21 Fagioli · 22 Weah · 23 Pinsoglio · 24 Rugani · 25 Rabiot · 27 Cambiaso · 36 Perin · 41 Nicolussi ·
Coach: Allegri · Assistent-coach: Padoin
Atalanta Bergamo · Bologna · Cagliari · Empoli · Fiorentina · Frosinone · Genoa · Hellas Verona · Internazionale · Juventus · Lazio · Lecce · AC Milan ·
Monza · Napoli · AS Roma · Salernitana · Sassuolo · Torino · Udinese