Professional Documents
Culture Documents
Burenkoor (Neighbors' Chorus Dutch) - 1
Burenkoor (Neighbors' Chorus Dutch) - 1
Jacques Offenbach
Allegretto
Floor van de Leur
Soprano
( = 60)
Zie je daar dat meis je, zie je daar die jon gen,
Alto
zie je daar die jon gen,
Tenor
Nou... zeg...
Bass
Nou... zeg...
7
S.
hand in hand, wat een schand! O pen baar ge knuf fel mid den op het plein, de
A.
hand in hand, wat een schand! O pen baar ge knuf fel mid den op het plein, de
T.
B.
hand in hand, wat een schand! Bah... de...
11
2
S.
jeugd kan zo schaam te loos zijn. Vroe ger had men ze den, was men ge ma nierd, maar
A.
jeugd kan zo schaam te loos zijn. was men ge ma nierd, maar
T.
jeugd kan zo schaam te loos zijn. Oh... nee...
B.
jeugd kan zo schaam te loos zijn. Oh... nee...
15
S.
niets daar van zien wij hier. Ja 't is on ge hoord, zij vo zen on ge stoord, en
A.
niets daar van zien wij hier. Ja 't is on ge hoord, zij vo zen on ge stoord, en
T.
niets daar van zien wij hier. Zij zijn bei den zon daars,
B.
niets daar van zien wij hier. Zij zijn bei den zon daars,
19
3
S.
oh wat doet die hand daar? Zie hoe zij hem streelt, oh het is geen ge zicht,
A.
oh wat doet die hand daar? Zie hoe zij hem streelt, oh het is geen ge zicht,
T.
oh wat doet die hand daar? Zie hoe zij hem streelt, oh het is geen ge zicht,
B.
oh wat doet die hand daar? Zie hoe zij hem streelt, oh het is geen ge zicht,
24
S.
draai je hoofd op zij, doe je o gen dicht. Zie hoe hij haar aan kijkt met zijn wan gen rood,
A.
draai je hoofd op zij, doe je o gen dicht. Zie hoe hij haar aan kijkt met zijn wan gen rood,
T.
draai je hoofd op zij, doe je o gen dicht. Zie hoe hij haar aan kijkt met zijn wan gen rood,
B.
draai je hoofd op zij, doe je o gen dicht. Zie hoe hij haar aan kijkt met zijn wan gen rood,
28
4
S.
heel zijn hart op hol, oh ik schaam me dood! Zij zijn jong en on be van gen,
A.
heel zijn hart op hol, oh ik schaam medood! Zij zijn jong en on be van gen,
T.
heel zijn hart op hol, oh ik schaam me dood! Zij zijn jong en on be van gen,
B.
heel zijn hart op hol, oh ik schaam medood! Zij zijn jong en on be van gen,
32
S.
vol van to me loos ver lan gen, als we niets doen slaan ze straks he le maal
A.
vol van to me loos ver lan gen, als we niets doen slaan ze straks he le maal
T.
vol van to me loos ver lan gen, als we niets doen slaan ze straks he le maal
B.
to me loos ver lan gen, als we niets doen slaan ze straks he le maal
37
5
S.
door! Maar ach zij zijn toch zo ver liefd, ja is het niet
A.
door! Maar ach zij zijn toch zo ver liefd, ja is het niet
T.
door! Maar ach zij zijn toch zo ver liefd, ja is het niet
B.
door! Maar ach zij zijn toch zo ver liefd, ja is het niet
46
S.
mooi van lief de te bran den? In vuur en vlam nu voor el kan der, ja
A.
mooi van lief de te bran den? In vuur en vlam nu voor el kan der, ja
T.
mooi van lief de te bran den? In vuur en vlam nu voor el kan der, ja
B.
mooi van lief de te bran den? In vuur en vlam nu voor el kan der, jaa
53
6
S.
ei gen lijk zijn wij een tik je ja loers! Maar wat zie ik daar, o
A.
ei gen lijk zijn wij een tik je ja loers! Maar wat zie ik daar, o
T.
ei gen lijk zijn wij een tik je ja loers! Maar wat zie ik daar, o
B.
ei gen lijk zijn wij een tik je ja loers! Maar wat zie ik daar, o
59
S.
wee, da's on mis ken baar fout! Kijk nu wat ze doet, dit meis je is ont zet tend
A.
wee, da's on mis ken baar fout! Kijk nu wat ze doet, dit meis je is ont zet tend
T.
wee, da's on mis ken baaar fout! Kijk nu wat ze doet, dit meis je is ont zet tend
B.
wee, da's on mis ken baar fout! Kijk nu wat ze doet, dit meis je is ont zet tend
64
7
S.
stout, en hij maakt geen be zwaar want het laat hem heus niet koud! Ah
A.
stout, en hij maakt geen be zwaar want het laat hem heus niet koud! Ah
T.
stout, en hij maakt geen be zwaar want het laat hem heus niet koud! Ah
B.
stout, en hij maakt geen be zwaar want het laat hem heus niet koud! Ah
70
S.
Zie je daar dat meis je, zie je daar die jon gen, hand in hand,
A.
zie je daar die jon gen, hand in hand,
T.
Nou... zeg... hand in hand,
B.
Nou... zeg... hand in hand,
75
8
S.
wat een schand! O pen baar ge knuf fel mid den op het plein, de jeugd kan zo
A.
wat een schand! O pen baar ge knuf fel mid den op het plein, de jeugd kan zo
T.
B.
wat een schand! Bah... de... jeugd kan zo
79
S.
schaam te loos zijn. Vroe ger had men ze den, was men ge ma nierd, maar niets daar van
A.
schaam te loos zijn. was men ge ma nierd, maar niets daar van
T.
B.
schaam te loos zijn. Oh... nee... niets daar van
83
9
S.
zien wij hier. Ja 't is on ge hoord, zij vo zen on ge stoord, en oh wat doet die
A.
zien wij hier. Ja 't is on ge hoord, zij vo zen on ge stoord, en oh wat doet die
T.
zien wij hier. Zij zijn bei den zon daars, oh wat doet die
B.
zien wij hier. Zij zijn bei den zon daars, oh wat doet die
87
S.
hand daar? Zie hoe zij hem streelt, oh het is geen ge zicht, draai je hoofd op zij,
A.
hand daar? Zie hoe zij hem streelt, oh het is geen ge zicht, draai je hoofd op zij,
T.
hand daar? Zie hoe zij hem streelt, oh het is geen ge zicht, draai je hoofd op zij,
B.
hand daar? Zie hoe zij hem streelt, oh het is geen ge zicht, draai je hoofd op zij,
92
10
S.
doe je o gen dicht. Zie hoe hij haar aan kijkt met zijn wan gen rood, heel zijn hart op hol,
A.
doe je o gen dicht. Zie hoe hij haar aan kijkt met zijn wan gen rood, heel zijn hart op hol,
T.
doe je o gen dicht. Zie hoe hij haar aan kijkt met zijn wan gen rood, heel zijn hart op hol,
B.
doe je o gen dicht. Zie hoe hij haar aan kijkt met zijn wan gen rood, heel zijn hart op hol,
96
S.
oh ik schaam me dood! Zij zijn jong en on be van gen, vol van
A.
oh ik schaam me dood! Zij zijn jong en on be van gen, vol van
T.
oh ik schaam me dood! Zij zijn jong en on be van gen, vol van to me loos ver
B.
oh ik schaam me dood! Zij zijn jong en on be van gen, to me loos ver
100
11
S.
to me loos ver lan gen, als we niets doen slaan ze straks he le maal door! Ja straks slaan ze
A.
to me loos ver lan gen, als we niets doen slaan ze straks he le maal door! Ja straks slaan ze
T.
lan gen, als we niets doen slaan ze straks he le maal door! Ja straks slaan ze
B.
lan gen, als we niets doen slaan ze straks he le maal door! Dit is
105
S.
door, 't is niet hoe het hoort, zie hoe zij hem be koort! Ja straks slaan ze
A.
door, 't is niet hoe het hoort, zie hoe zij hem be koort! Ja straks slaan ze
T.
door, 't is niet hoe het hoort, zie hoe zij hem be koort! Ja straksslaan ze
B.
niet hoe het hoort, zie hoe zij hem be koort! Dit is
109
12
S.
door, 't is niet hoe het hoort, zie hoe hij haar be koort! 't Is ge stoord, niet hoe
A.
door, 't is niet hoe het hoort, zie hoe hij haar be koort! 't Is ge stoord, niet hoe
T.
door, 't is niet hoe het hoort, zie hoe hij haar be koort! 't Is ge stoord, niet hoe
B.
niet hoe het hoort, zie hoe hij haar be koort! 't Is ge stoord, niet hoe
114
accel.
S.
't hoort, ja straks slaan ze door!
A.
't hoort, ja straks slaan ze door!
T.
't hoort, ja straks slaan ze door!
B.
't hoort, ja straks slaan ze door!