You are on page 1of 3

Bijlage D. [Ml. 22.] Tweede Kamer.

101
Verslap van den staat der hooge-, middelbare en lagere scholen over 1910—1911. (Hoogor en Middelbaar onderwijs.)

Hl.JLAfiE T.

VERSLAG der Commune, in 1910 belast geweest te houden op 21, 22, 23, 24, 27, 28, 29 en 30 December, en
met het a/nemen run de examens in <l<- Engel- de slotvergadering op 31 December.
tche tutil en letterkunde (middelbaar onderwijs, De examens hebben een geregeld verloop gehad; de uit-
komst er van vindt Uwe Excellentie samengevat in de
akte U). tabellen I en I I .
Aan TAKEL I.
Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken.
Aantal van ban, die
De Commissie, bij Ministerieele beschikking van 31 Mei
1910, n°. 3862', Aid. H. M. O., en van 4 November 1910, |*c
n°. 7980', Aid. H . M. O., benoemd en belast met het
l i i : \ I. \ h O D I AKIE SS * i
afnemen van de akte-examens in de Engelsche taal en letter- VA I
» Ui II!a!I I_i g E
d
i

7.0
CANDIDATEN.
js
%
kunde, middelbaar onderwijs (akte B), heeft de eer, hierbij BEK\VAAMIIl:i!>. fbc
-- .
verslag te doen van hare werkzaamheden.
Zij was samengesteld als volgt:
:!- N I fiïïlii tl
C?

3
dr. J. H. Kern, hoogleeraar aan de Ilijks-universiteit te
Groningen, lid en voorzitter; Akt<- van bekwaanv
('. (jrondhoud, leeraar aan eene openbare hoogere burger- beid B, voor * hoolon- Vrouwelijke
school met 6-jarigen cursus te Amsterdam, lid en onder- dorwfyg in de Engelaclu
taal en letterkunde, ln- Mannelijke 20
voorzitter ; gevolge art. 4 der w-t
van 25 April 1879| Sfaafo-
P . Fijn vun Draat, Leeraar aan de gemeentelijke hoogere Wad ii". 87).
burgerschool te Utrecht; Totaal 26
dr. W. van der Gaaf, privaat-docent aan de gemeentelijke
universiteit en leeraar aan de openbare handelsschool te T A HEI. II.
Amsterdam:
•f. ('. G. Grasé, leeraar aan eene openbare hoogere burger-
school met 5-jarigen cursus te Amsterdam; Schrlftetyk. Mond'Mug.
A. E. H . Swaen, lector aan de Rijks-universiteit en leeraar Aantal malen _ ± _ . u rii.
aan het openbaar gymnasium te Groningen, leden; spraak.
dr. A . J . Barnonw, privaat-docent aan de Rijks-universi- dal la toegekend = _, * S&'-Ü <d i
teit te Leiden, en leeraar aan het openbaar gymnasium te 3
JZ l
's Gravenhage, plaatsvervangend lid. 5 M —
hel praedicaat. § 'C S 3
Het plaatsvervangend lid behoefde niet opgeroepen te
worden.
H.1J1S 1 I \ 1 f.
i
De voorbereidende vergadering werd op (i November te
Utrecht gehouden. Nadat de lieer Grasé als secretaris was :,
0
aangewezen, deed de Commissie eene keuze uit een aantal - zeer goed o 0 'i 0 0 0 0 o II II o
stukken ter vertaling in het Engelsch, die te voren aan het Vr..u- 4. goed l u 0 IJ II 1 0 1 8 o 1 o
oordeel van elk lid onderworpen waren.
wcljjke.
:;. voldoende :; 6 4 4 :; 8 4 1 8 8 1 o
(Bijlage I I . ) n onvoldoende •> o •j •2 8 .» 2 1 0 8 1 0
Daar de candidaten, evenals in vorige jaren, op verzoek 1. Biecht 0 o 0 " II o 0 II II o (i o
aan den voorzitter hadden ragegeven, welke schrijvers of
tijdvakken zij in liet bijzonder bestudeerd hadden, en de
leden der Commissie van hunne opgaven reeds kennis •"). zeer g 1 (i o II 0 il II o o o II II 0
genomen hadden, kónden op dezelfde vergadering ook de
onderwerpen voor de letterkundige opstellen (Bijlage I ) , Man- 4. goed l • 1 • 1 -> 0 l o 0 2 1 2 0
waaruit de candidaten eene keuze zouden mogen doen, worden :'.. voldoende 14 0 18 t 11 11 s 14 lo in 11 0
nelijke. -> onvoldoende .) 4 :; : 7 2 :: 1
vastgesteld. 8 6 ' 2 11
Verder besloot de Commissie de examens in hoofdzaak af Blechl 0 0 0 1 o 1 1 II n u
te nemen op dezelfde wijze, als waarop dit in vorige jaren ''
was geschied: het schriftelijk gedeelte te houden op 10 en
17 November te Utrecht; op deze beide dogen en op 18, 19 Uit deze tabellen blijkt, dat de uitslag van deze examens
en 20 November de vertalingen te beoordeelen en enkele gunstig was: immers van de 2-1 candidaten, waarvan 2 zich
letterkundige opstellen na te zien : op 17, 19 en 20 December terugtrokken vóór en 2 gedurende het mondeling gedeelte,
te Groningen de overige opstellen na te zien en de praedicaten slaagden "il",, (van ben, die zich aan het geheele examen
vast te stellen : eindelijk het mondeling gedeelte der examens' onderwierpen, 86'',. I.

Handelingen der Staten-Ceneiaal. Bijlagen. 1911—1912. 2G


1MJ [ 1 * 1 . 22.1
Verslag van den staal der booge-, middelbare en lagere scholen over Jf>J<> --1911. (Ho. Uiddelbas o n d e i u 'lig,

l)c Commissie achl bel niet ooodigi alle ouderdeelen van BIJLAG* I.
liet examen in bijaonderheden te bespreken, en ivenscht zieli
daarom tot enkele opmerkingen te bepalen.
Zij moet in de eerste plaatl er op wijzen, dal verschillende Akl<-exaimii Kiigelscli >l. O., li, 1910.
candidaten in ban opstel blijk gfven van onbebolpenbeid in
het rangschikken en weergeven van bon gedachten: de opzet F.(ii opstel over een run de volgende onderwerpen.
liet veel te wensclieu over; — hetgeen v\aaischijnlijk duidt
op gebrek aan oefening in bet schrijven van letterkundige ( T i j d : vier u u r . )
opstellen.
Bij liet mondeling onderaoek naai de kennis der letter- 1. John lleywood's 1 nteiludes.
kunde en haar geschiedenis trof het de Commissie, dat — te
oordeelen naar de somtijds plotseling optredende vaardig- 2. Analyse The Bpanisb Tragedy and discuss its
lieid — enkele candidaten een overmcht van of een beaohou- iiilluence.
wing over een literair product uit 't hoofd hadden geleerd, •'5. The comic diameters in the plays of Shakespeare you
terwijl zij toonden slechts een /eer oppervlakkige kennis te have studied,
bezitten, zoodia een vraag buiten het gememoriseerde ging.
Blijkbaar hadden deze candidaten niet behoorlijk gelezen en Romeo and .Inliet
getracht het geleaanete begrijpen, maar zich tevreden gesteld 4. as a play of the first period.
niet het onthouden van de feiten of het verhaal. The Comedy of Errors
Soms bleek het, dat een candidaatj wetende dat van hem ij. Milton's conception of Woman, illustrated from his
verwacht werd een zeker boek te hebben hestudeerd, daarvan poems.
slechts een uittreksel had gelezen. Ken ander maal bleek een
candidaat, die opgaf Gulliver's ïravels te hebben gelezen, 0. ,,Conius" though dramatic in form is essentially lyric
slechts met den inhoud van twee van de vier boeken bekend in sentiment.
te zijn. En hoewel het gebied der letterkunde zeer uitgebreid 7. Satire in Pope and his contemporaries.
is, mag het niet voorkomen, dat een candidaat meent dat de
romantiek begint niet Johnson, of een belangrijk onderdeel 8. The characteristics of the Classical school, as exem-
in 't geheel niet heeft behandeld, en b.v. niet wenscht t e plified in I'ope's works.
spreken over Tennyson. 9. Goldsmith's views on contemporary society.
Ook ditmaal moest de Commissie ondervinden, dat wenken
van vorige commissién niet waren opgevolgd; onder meer, 10. Can Goldsmith be said to belong to the Romantic
dat, wanneer een candidaat een speciaal onderwerp kiest, hij movement P
dit dient te bestudeeren in verband met gelijksoortig letter- 11. Discuss the influence of Spencer, Shakespeare, Milton
kundig werk uit vroegere tijden. Het behoorde niet voor t e
komen, dat een candidaat, die Milton's Conius bestudeert, on the poets of the 18th Century.
dit doet zonder verband met de „masques", die daaraan 12. Discuss the importances position of Gray in the
vooraf gaan. en wel twee drama's van Peele kent, maar niet history of l<Sth Century poetry.
zijn Old Wive's Tale. De Commissie herhaalt daarom'met 13. Dickens's debt to the novelists of the 18th Century.
nadruk de opmerking in het verslag van haar voorgangster
van 1909: 14. Dickens, the champion of the oppressed child.
,,Weer waren er verscheidene candidaten, die bij het 15. Thackeray's military types.
bestudeeren van een bepaald schrijver dit op zoo beperkte
schaal gedaan hadden, dat er in hun kennis geen verband 16. Thackeray as a humorist.
bestond tusschen hem en zijn tijdgenooten, en ook niet 17. Show in how far the social novels in the beginning
tusachen hem en zijn voorgangers. Candidaten, die bij voor- of Queen Victoria's reign are influenced by the
beeld Dickens of Thackeray bestudeeren, behooren niet geheel social positions of the authors.
en al vreemdelingen te zijn ten opzichte van Smollett of Fiel- 18. Discuss Mrs. Gaskell's „Cranford".
ding, en het behoort hun niet te ontbreken aan eenig inzicht
in hoeverre en waar de eersten de leerlingen en volgelingen 19. Tennyson as the poet of humble life.
der laatstgenoemden zijn." 20. Tennyson's debt to AVordsworth.
Het komt de Commissie ook wenschelijk voor, dat candi- 21. The metrical qualities of Tennyson's poetry.
daten meer dan tot nog toe het geval was, enkele der voor-
naamste schrijvers uit de tweede helft van de 19de eeuw 22. I n what respect does llossetti's and Morris's work
bestudeeren, b.v. Oscar Wilde, Hardy, Kipling. Dit verdient differ from that of their predecessors ?
te meer aanbeveling, daar het lezen van hun proza onge- 23. Allegorv in William Morris.
twijfeld ten goede zal komen aan het modern Engelsch van
de candidaten. Besteden dezen tevens wat meer aandacht
aan den vorm der literaire werken, dan zullen er bij hen
zeker ook meer correcte begrippen ontstaan omtrent Allegorie,
Ballade, Ode, Episch gedicht, enz.
De overige gedeelten van het examen gaven ditmaal geen
aanleiding tot bijzondere opmerkingen, met uitzondering van
de uitspraak. Xaar het gevoelen van de Commissie mag het BIJLAGE I I .
niet voorkomen, dat de candidaat voor de hoogste akte in de
Engelsche taal een bepaald onvoldoende uitspraak heeft.
Met dankbetuiging voor het in haar gestelde vertrouwen, Middelbaar onderwijs. B, 1910.
besluit de Commissie dit verslag.
(3 uur.)
Groningen/Amsterdam, 17 Februari 1911.
Vertaling.
Namens de Commissie voornoemd,
GLADSTOXE.
J . H . KERN, Voorzitter.

J . C. G. GRASÉ, Secretaris.
Niemand, die het voorrecht heeft gehad Gladstone te zien,
zal ooit het indrukwekkende gelaat vergeten van dezen
buitengewonen man, een man, zooals de Voorzienigheid
hoogstens ééns in de honderd jaren aan een natie schenkt.
Alles in dat gelaat getuigde van kracht, van een onverzette-
[SM. 22.] ion
-
Versla» van dan staat der hooge-, middelbare en lagere scholen over 1910—1911. (Hooger en Middelbaar onderwijs.)

lijko wil, van geettdlUi voor al wat, groot, goed en adel is. En juist door de/e gematigdheid en deze zelfbeheersching
l)c arendsneus, die lichtelijk trilde wanneer lijn gevoelens was de indruk, dien hij maakte, des te dieper, toen hij zi.jn
hein overmanden, «as groot en toch rolkomen geëvenredigd beroemde rede hield tegen het Eoogerhuia, dat, naar zijn
aan de rest MUI zijn gelaat ; groot ook was de mond met do vatte overtuiging, de geregelde ontwikkeling van het land
dunne lippen, groot de krachtige vierkante kin. Maar wat in den weg stond. Hij m u ir, na jaren van arbeid en moeite,
iemand liet meest trol, was liet st talend OOg, dat nog don- juist in geslaagd, in het Lagerhuis een meerderheid te ver-
kerder tohean door zijn bleeke gelaatskleur; oogen waaruit krijgen voor lloine-Uule; en al deze moeite was nu nutteloos
beurtelings allerlei aandoeningen spraken: de roerende gemaakt door den tegenstand van de Lords, van een lichaam,
teederlieid en liet diepe medelijden der vrouw; de reelit- dat niet het volk vertegenwoordigde en onbekend was met zijn
matige toorn van den lield, die den zwakke ziet onderdrukken behoeften en wenschen.
door den sterke; de onweerstaanbare bekoring van den leider, Hij was van oordeel dat in den modernen staat zulk een
die weet dat hij ieder kan ineesleepen, als hij slechts uiting middeleeuwsehe instelling een ongerijmdheid was, waaraan
geelt aan wat zijn eigen hart tot tranen heelt bewogen. Die zoo spoedig mogelijk een eind behoorde gemaakt te worden.
oogen waren als een meer, weerkaatsend den afwisselenden
hemel op een buiïgen Aprildag, nu eens helder en stralend,
dan weer donker, met zwarte en dreigende wolken.
Hij was meer dan tachtig jaar oud, toen hij - het was
een gure najaarsdag voor het laatst zijn stem in het Lager-
huis verhief, maar zelden toonde zich zijn redenaarstalent
schitterender dan op dien dag. Zijn stem had nog niets ver-
loren van haar vroegere welluidendheid, van de buigzaamheid
die hem in staat stelde uiting te geven aan al de aandoeningen
van zijn lichtbewogen hart; van de bekoring welke zijn
hoorders geboeid hield. Vergat hij vaak zichzelf, wanneer
wreedheid of onrecht zijn verontwaardiging opwekte, op dien
dag was hij zichzelf volkomen meester: gematigd was zijn
taal, rustig zijn toon, kalm zijn gelaat.

You might also like