Professional Documents
Culture Documents
SBR Referentiedetails Woningbouw
SBR Referentiedetails Woningbouw
Bouwfysische prestaties
Bouwdelen
schuifpui
vloer
RC 3,50 (m²·K)/W
Knooppunten
Ψg 0,249 W/(m¹·K)
fn;0,25 ≥0,65
Ontwerp
Schrijf een correcte ondersteuning van de aluminium schuifpui voor conform de assemblage en montage
instructies van de leverancier. Het correct functioneren van de pui wordt belemmerd bij onjuiste
ondersteuning.
Geef een strook wapening in de dekvloer aan waar de ondergrond wisselt van samenstelling. Dit beperkt de
kans op scheurvorming.
Schrijf voor dat het stelkozijn behandeld moet zijn tegen vocht.
Geef ter voorkoming van luchttransport uit de kruipruimte een dichting aan tussen onderzijde begane art. 3.21
grondvloer en bovenzijde fundering.
Schrijf in verband met de water en luchtdichtheid voor dat de assemblage en montageinstructies van de art. 3.21/5.4
leverancier van de aluminium kozijnen aan worden gehouden.
Geef ter voorkoming van valse spouwen achter isolatie platte ankers aan of schrijf voor, dat ankers in de art. 5.3
isolatie moeten worden uitgekeept.
Geef een binnendichting en buitendichting in één vlak (lijn) aan. Bereken de voegafmetingen in relatie tot het art. 5.4
gewenste afdichtingsmateriaal.
Voorbereiding
Vraag tijdig de meest recente uitvoeringsinstructies op en bespreek deze met de uitvoerende medewerkers.
Gebruik ter vermijding van ongelijkmatige zakking van langs en kopgevels hetzelfde vilten of rubberen art. 2.2/2.3/2.4
oplegmateriaal als het materiaal dat onder de nokken ter plaatse van de bouwmuur wordt gebruikt. Bestel bij
voorkeur vloeren waar het oplegmateriaal reeds op de fabriek is aangebracht.
Bestel in verband met Arbo beganegrondvloeren met een prefab noodkruipluik.
Bestel in verband met de vereiste luchtdichtheid van de begane grondvloer luchtdichte kruipluiken en art. 3.21
meterkastbodems. Aandachtspunten zijn: a) geen duimgat, maar een luikring, b) nietvervormbaar, c)
luchtdichting tussen plaat en luikrand, d) geïsoleerd.
Uitvoering
Om zakking en scheurvorming te voorkomen is het noodzakelijk de nokken (van de langsgevel) van de art. 2.2/2.4
beganegrondvloer te onderkauwen of van hetzelfde oplegmateriaal te voorzien, dat ter plaatse van de
bouwmuur wordt gebruikt. De nokken dienen te dragen.
Kelknaden zijn bedoeld om prefab betonnen vloerelementen aan elkaar te verbinden. Maatvoer en plaats de art.
vloeren daarom zorgvuldig, verdeel de restmaat over de verschillende elementen, vul de kelknaden met door 2.2/2.4/3.21
de leverancier voorgeschreven materialen en gebruik de kelknaad niet om leidingen in te leggen.
Breng ter beperking van scheurvorming een strook wapening aan in de dekvloer waar de ondervloer wisselt
van samenstelling.
Behandel het stelkozijn tegen vocht (laagdikte > 80 mu).
Voorkom een luchtstroom tussen kruipruimte en gevelspouw door de naad tussen onderzijde begane art. 3.21
grondvloer en bovenzijde funderingsbalk zorgvuldig af te dichten.
Voor de optimale bediening, en het realiseren van de vereiste water en luchtdichtheid, de assemblage en art. 3.21/5.4
montageinstructies van de leverancier van de aluminium kozijnen aanhouden.
Onderbreek plaatselijk de buitendichting van de onderdorpel voor afwatering van eventueel binnengedrongen art. 3.21
vocht.
Breng de strook isolatie strak tussen de onderzijde van het houten element (binnenspouwblad en kozijn) en art. 3.22
bovenzijde van de fundering aan om de isolerende waarde te waarborgen.
Voorkom dat door de binnendichting wordt geschroefd. art. 5.4
Voorkom luchtlekken door als extra zekerheid de aansluiting onderdorpel/vloer af te plakken. art. 5.4