Professional Documents
Culture Documents
20111123-Directieteam en Strategie Implementatie-Hans Kwakman en Dictus Nicolai
20111123-Directieteam en Strategie Implementatie-Hans Kwakman en Dictus Nicolai
november 2011
Introductie
De
klant
weer
centraal!
De
bancaire
sector
herziet
haar
strategische
positionering.
Banken
worstelen
met
het
begrip
klant
centraal.
Zij
hebben
moeite
om
het
begrip
concreet
te
maken1.
Volgens
de
commissie
Burgmans,
die
onderzoek
doet
naar
de
ingestelde
Code
banken,
neemt
slechts
1/3
deze
strategie
serieus
door
deze
onderdeel
te
laten
zijn
van
de
kernwaarden
en
verdienmodel.
Vertaling
in
concreet
gedrag
moet
nog
plaatsvinden.
De
commissie
maakt
zich
ook
zorgen
over
de
wijze
waarop
invulling
wordt
gegeven
aan
de
rol
van
commissarissen.
Het
verkondigen
van
een
(nieuwe)
strategie,
vergt
meestal
niet
veel
moeite,
maar
het
implementeren
vraagt
blijkbaar
meer
zweetwerk.
In
de
literatuur2
lijkt
het
strategieformuleringsproces
naar
behoren
uitgewerkt.
Daarentegen
dreigt
de
executie
van
strategische
keuzes
weleens
onder
te
sneeuwen.
Uit
onderzoek
van
adviesbureau
Turner
(2006)3
blijkt
dat
slechts
60%
van
de
strategische
doelen
van
Nederlandse
ondernemingen
wordt
gerealiseerd.
Volgens
Boonstra
(2010)
mislukken
strategische
organisatieveranderingen
vooral
door
problemen
bij
de
uitvoering.
Ook
in
de
praktijk
zien
we
dat
het
directieteam
(DT)
na
de
explicitering
van
de
strategie
over
gaat
tot
de
orde
van
de
dag.
Het
strategisch
plan
verdwijnt,
voor
iedereen
het
weet,
weer
in
de
bureaulade.
Strategie
executie
is
dus
geen
sinecure.
Het
is
dan
ook
niet
voor
niets
dat
de
uitvoering
van
strategie
n
van
de
meest
wezenlijke
punten
is
op
de
directieagenda
omdat
het
gaat
om
beslissingen
die
de
levensvatbaarheid
van
de
onderneming
raken.
Directieleden
spelen,
als
persoon,
een
belangrijke
rol
in
de
executie.
Zij
setten
the
scene,
alloceren
resources
en
ontwikkelen
de
organisatie
in
lijn
met
de
strategie.
Zij
vervullen
in
de
executie
een
variteit
aan
rollen,
verantwoordelijkheden
en
activiteiten.
In
dit
artikel
zullen
we
dieper
ingaan
op
factoren
die
in
de
literatuur
zijn
verwoord
om
te
komen
tot
een
succesvolle
strategie
executie.
Wij
verwonderen
ons
dat
diversiteit
in
een
DT
daarin
weinig
aandacht
krijgt
en
gaan
hier
dieper
op
in.
Diversiteit
definiren
wij
als
een
variteit
in
persoonskenmerken,
kennis
en
ervaring.
Tenslotte
geven
we
aan
welke
rol
strategisch
HR
kan
innemen
om
een
DT
op
de
juiste
wijze
te
ondersteunen
op
weg
naar
een
succesvolle
executie
van
de
strategie.
Modelmatig
is
de
opbouw
van
dit
artikel
als
volgt:
Diversiteit
Strategie
directieteam
implementatie
Teamrol,
gedrag
en
taal
De
rol
van
HR
Strategien
en
strategie
implementatie
Miles
&
Snow
(1978)
hebben
in
de
jaren
zeventig
een
belangrijke
aanzet
gegeven
om
het
begrip
strategie
inhoud
te
geven
en
onderscheiden
4
strategien:
Prospectors,
Defenders,
Analyzers
en
Reactors.
Volgens
de
auteurs
hangt
de
keuze
voor
een
strategie
mede
af
van
de
mate
van
de
marktturbulentie
waarin
de
onderneming
zich
beweegt.
In
de
jaren
80
heeft
Porter
(1992)
een
verdere
aanzet
gegeven
door
een
aantal
strategien
te
definiren
zoals
Cost
leadership,
Differentiatie
en
Focus.
Diverse
auteurs
hebben
hierop
verder
geborduurd.
Treacey
&
Wiersema
(1997)
komen
tot
een
onderscheid
die
veel
navolging
heeft
gevonden.
Zij
onderkennen
Operational
Excellence,
Customer
Intimacy
en
Productleadership.
(zie
FD,
Banken
worstelen
met
klantbegrip,
donderdag
2
dec.
2010
pag.
13)
o.a.
Miles
&
Snow
(1978),
Porter
(1992),
Treacy
&
Wiersema
(1997),
Hamel
&
Prahalad
(2002),
Kim
&
Mauborgne
(2005)
Deze
vaststelling
doet
Turner
in
de
uitkomsten
van
het
nationale
onderzoek
2006
naar
succesfactoren
van
strategie-implementatie.
Turner
heeft
632
directieleden
van
Nederlandse
organisaties
gevraagd
deel
te
nemen
aan
een
kwalitatief
onderzoek
naar
het
succes
van
hun
meest
recente
strategie-implementatie.
2 3 1
De
afgelopen
jaren
doen
nieuwe
strategien
hun
opwachting,
zoals
Blue
ocean
strategy
van
W.
Chan
Kim
en
Renee
Mauborgne
(2005).
Daarbij
worden
nieuwe
markten
gecreerd
met
innovatieve
waardevoorstellen.
Bekende
voorbeelden
zijn
Cirque
du
Soleil
en
I-tunes
van
Apple.
Wanneer
de
strategiekeuze
is
gevallen,
ontstaat
de
tijd
voor
executie.
Een
op
de
vier
strategische
beslissingen
wordt
niet
ingevoerd,
aldus
het
eerder
aangehaalde
onderzoek
van
Turner.
Verbetering
van
executie
lijkt
dus
noodzakelijk.
De
Turner
onderzoekers
geven
aan
hoe,
namelijk
dat
het
DT
het
gezamenlijk
eens
moet
zijn
over
de
strategie
en
het
eensgezind
moet
uitdragen.
Ook
behoort
het
DT
prioriteit
te
geven
aan
een
weloverwogen
keuze
voor
een
te
volgen
implementatiepad.
Turner
komt
tot
drie
stappen.
Ten
eerste
dient
er
een
heldere
strategie
te
worden
gekozen:
wat
is
onze
missie
en
visie
op
toekomstige
klanteisen
en
onze
USPs
ten
opzichte
van
de
concurrentie?
De
tweede
stap
is
het
formuleren
van
duidelijke
doelstellingen:
wat
willen
we
bereiken
in
termen
van
performance- verbeteringen?
De
laatste
stap
is
het
maken
van
de
keuze
voor
uitvoering
van
de
strategie:
hoe
gaan
we
deze
doelen
bereiken?
Het
onderzoek
geeft
aan
dat
deze
laatste
stap
vaak
niet
weloverwogen
wordt
genomen.
Slechts
18
%
van
de
organisaties
doorloopt
de
genoemde
3
stappen.
Bij
het
literatuuronderzoek
naar
methodes
voor
succesvolle
strategie
implementatie4
constateren
wij
dat
er
meerdere
strategie
scholen
zijn
te
onderscheiden,
waarbij
het
strategieformuleringsproces
structureel
meer
aandacht
krijgt
dan
de
implementatie
ervan.
We
zien
tevens
dat
voor
executie
wordt
verwezen
naar
de
meer
generalistische
verandermethodes.
Er
springen
verschillende
benaderingen
in
het
oog
zoals
het
kleurendenken
van
De
Caluw
&
Vermaak,
organisatiedynamiek
van
Thijs
Homan
en
het
organiseren
van
cultuurverandering
van
Jaap
Boonstra.
Natuurlijk
mag
n
van
de
meest
populaire
schrijvers
niet
ontbreken
in
het
voorgaande
rijtje,
namelijk
John
Kotter
(2002).
Hij
biedt
een
blauwdruk
als
houvast
in
complexe
verandertrajecten.
Met
zijn
acht
stappen
om
te
komen
tot
succesvolle
verandering,
geniet
zijn
aanpak
een
enorme
populariteit.
Wat
in
het
oog
springt
bij
zijn
aanpak,
is
dat
hij
aangeeft
dat
The
winning
process
is:
80%
leadership,
20%
management,
not
the
other
way
around!
.
Wat
dat
precies
in
de
praktijk
betekent
en
hoe
dat
te
bewerkstelligen,
krijgt
vervolgens
o.i.
onvoldoende
uitwerking.
Samenvattend
concluderen
wij
dat
het
strategieformuleringsproces
goed
is
uitgewerkt
en
veel
aandacht
in
de
literatuur
en
bij
ondernemingen
heeft
gekregen.
Het
uitvoeren
van
de
strategie,
de
moeilijkste
fase,
wordt
vooral
benaderd
vanuit
het
veranderingsmanagement.
DirectieTeam
en
strategie
uitvoering:
een
verwondering
In
de
genoemde
veranderaanpakken
zien
wij
terug
dat
leiderschap
en
leiders
een
fundamentele
rol
vervullen
in
een
succesvolle
executie
van
de
strategie.
In
deze
aanpakken
zien
wij
uitspraken
als:
De
CEO
moet
het
juiste
voorbeeldgedrag
geven,
Tone
at
the
top
is
beslissend,
Strategie
implementatie
begint
bij
het
top
management
etc.
Wat
ons
verwondert
is,
dat
als
bij
de
executie
van
de
strategie
80%
leadership
is,
waarom
diversiteit
van
het
DT
weinig
aandacht
krijgt
in
de
stappenplannen
en
methodes
voor
een
effectieve
strategie
implementatie.
Wij
denken
dat
hier
een
factor
wordt
onderbelicht,
wat
er
mede
toe
kan
leiden
dat
strategien
niet
of
zeer
moeizaam
worden
uitgevoerd.
Maar
hoe
kan
diversiteit
in
DT
vorm
krijgen?
Diversiteit
van
(Directie)
Teams
Het
samenstellen
van
teams
heeft
de
afgelopen
jaren
belangstelling
gekregen.
Morgeson
(et
al,
JOM,
2010)
heeft
recent
een
uitgebreid
artikel
geschreven
over
welke
variabelen
richting
geven
aan
het
gedrag
van
teams
om
te
komen
tot
realisatie
van
de
doelstellingen
van
de
organisatie.
In
een
uitgebreide
vragenlijst
benoemd
hij
elementen
als:
zorg
voor
de
juiste
competenties,
definiren
van
een
missie,
training
en
ontwikkeling,
zorg
voor
feedback
ed.
Finkelstein
(2009)
heeft
een
uitgebreid
4
O.a. Hatten & Hatten (1987), Quinn & Mintzberg & James (1988), Hill & Jones (1989), Mintzberg (2009), Boonstra (2010)
Naarden, november 2011 wetenschappelijk literatuuronderzoek gedaan naar samenstelling van TopManagemenTeams (TMT) in relatie tot ondernemingsprestaties, waarbij hij vooral kijkt naar diversiteit van teams in de zin van verschillende culturen, gender, ervaringsachtergrond, etc. (wij betitelen dit als de buitenkant). De gedachte hierachter is dat meer diversiteit in teams meer kans op succes geeft. Uit de door hem aangehaalde onderzoeken blijkt overigens een niet eenduidig causaal beeld. Sommige onderzoeken geven aan dat meer TMT diversiteit een betere ondernemingsperformance oplevert maar daarentegen zijn er ook onderzoekers tot de conclusie gekomen dat de causale relatie andersom is. Finkelstein stelt vast dat heel weinig onderzoeken persoonlijkheidskenmerken (de zgn. binnenkant) als uitgangspunt nemen voor het meten van diversiteit. Wij denken dat hier een aanknopingspunt ligt om de relatie tussen diversiteit en ondernemingsprestaties verder te onderzoeken. Concepten en theorien zoals Enneagram, MBTi, Management Drives, AEM cube en Belbin teamrollen kunnen we mogelijkerwijs gebruiken om de diversiteit van teams beter op persoonskenmerken te duiden. Zonder alle concepten uit te diepen, hebben wij vanuit communicatief en wetenschappelijk oogpunt de voorkeur voor de teamrollen van Belbin. Belbin (1981) heeft, na jarenlang wetenschappelijk onderzoek (de zgn. Henleystudies) naar de effectiviteit van managementteams, acht rollen gedefinieerd waarbij elke rol zijn eigen gedragkarakteristiek heeft. In zijn onderzoek worden de acht rollen uiteengezet die aan het ideale team bijdragen: de bedrijfsman, de voorzitter, de vormer, de plant, de brononderzoeker, de monitor, de groepswerker en zorgdrager. Later heeft Belbin overigens de rol van specialist toegevoegd. Deze rollen gaven, vanuit de diverse onderzoeken, de mogelijkheid om vooraf voorspellingen te doen over welk team zou gaan winnen en hier, bij de samenstelling van het team, invloed op uit te oefenen. Diversiteit zit in onze genen. Het gaat erom hoe je die diversiteit in een groep vasthoudt en maximaal benut' aldus Belbin (2010). In het vervolg hierop zegt hij: Een team is niet een groep mensen met een taakomschrijving, maar een bundeling van individuen die ieder een rol vervullen die door de andere leden wordt begrepen [] De leden van een team zoeken een bepaalde rol uit en zij functioneren het effectiefst in de rol die hun het meest ligt. Teams samengesteld uit briljante individuen, vormen zelden een briljant team. Dat komt omdat elk team zijn eigen mix van teamrollen kent.
Teamrol management is gebaseerd op drie principes. Het eerste principe is dat teamleden een aantal rollen tegelijk vervullen. Naast hun functionele en organisatorische rol, vervullen zij ook een teamrol, waarmee persoonlijkheid en karakter hun intrede doen. Een teamrol geeft waarde aan een team maar
Naarden, november 2011 heeft ook een keerzijde in de vorm van potentile conflicten die zich kunnen voordoen. De rollen zijn in principe complementair en rivaliseren5. Het tweede principe is dat een goede mix en goede taakverdeling de sleutels tot succes zijn. In de Henley studies bleek een gevarieerde samenstelling van het team een zeer belangrijke voorwaarde voor succes. Afhankelijk van de precieze taak van het team kan een optimaal evenwicht tussen de verschillende teamrolkwaliteiten worden geformuleerd. Een andere essentile voorwaarde voor succes bleek te zijn, dat de functionele rollen zoveel mogelijk samenvallen met de teamrollen: dat teamleden posities innemen die maximaal corresponderen met hun natuurlijke karakterrol, zodat de deelnemers de ruimte krijgen hun sterkten daadwerkelijk te benutten. Deze uitgangspunten bleken een beslissende rol te vervullen als het aankwam op het formeren van winnende teams. Terug naar de strategie-executie. Wat leren we hiervan? In eerste instantie was de constatering dat bij strategie-implementatie vooral wordt gekeken naar Wat er moet gebeuren en Hoe. Vanuit team- effectiviteit constateren we dat diversiteit in persoonskenmerken en gedrag een rol speelt. Het maken van een analyse van een DT, in termen van de huidige en gewenste teamrolsamenstelling, kan van praktisch nut zijn bij het formeren van het juiste team, gegeven de implementatie van een strategie. Is er voldoende variteit aanwezig om de strategie tot een succes te maken? Sluiten de teamrollen aan bij het gedrag dat de gekozen strategie vereist? Hierna kijken we vanuit onze adviespraktijk naar een strategie implementatie traject. We betogen dat er rekening moet worden gehouden met het samenstellen of functioneren van een DT, vanuit het gezichtspunt van teameffectiviteit en strategierealisatie. Ondanks alle hedendaagse assessments voor directieleden, geeft HR dit o.i. onvoldoende aandacht. Wij denken dat HR een potentieel instrument voorhanden heeft om haar rol als Business Partner vorm te geven. Maar dit voor later.
Van
diversiteit
DT
naar
strategie
implementatie:
een
voorbeeld
Een
financile
dienstverlener
kiest
voor
een
strategie
van
marktleiderschap
en
operational
excellence.
Toenemende
eisen
op
het
gebied
van
wet-
en
regelgeving
bleken
niet
op
een
adequate
wijze
vertaald
en
leidde
op
het
gebied
van
procesmatig
werken
en
detecterend
vermogen
tot
een
inhaalslag.
Hiervoor
werden
diverse
structuurwijzigingen
doorgevoerd
en
werd
gestart
met
een
cultuurprogramma.
Echter,
de
verwachte
resultaten
bleven
uit.
Na
een
uitgebreid
onderzoek
(o.a.
via
analyse
van
strategie-,
proces-
en
organisatiestructuur,
teamrolanalyse
Belbin,
interviews
en
gedragsobservatie
in
DT
en
MT
vergaderingen)
werd
geconstateerd
dat
de
strategie
voldoende
helder
was,
doelen
waren
gesteld
en
gemonitord,
een
uitgebreide
veranderaanpak
(conform
blauwdruk
van
Kotter)
was
opgesteld
en
dat
samenwerking
in
het
directieteam
effectief
leek
te
verlopen
(voldoende
ruimte
voor
discussie
en
feedback).
Alle
ingredinten
van
het
WAT
en
HOE
leken
aanwezig
en
toch
was
het
resultaat
niet
voldoende.
Wat
ontbrak
er
nog?
De
Belbin
analyse
liet
zien
dat
het
directieteam
vooral
bestond
uit
individuele
leden
met
veel
wilskracht
en
daadkracht.
Uit
observaties
van
vergaderingen
bleek
een
actiegerichte
houding.
Men
gaf
aan
gericht
te
zijn
op
teamontwikkeling
en
het
bevorderen
van
lerend
vermogen
maar
in
het
dagelijkse
doen
was
men
vooral
gericht
op
een
blauwe
veranderaanpak
(gericht
op
plannen,
beheersing,
actie).
Dit
werkte
goed
bij
wijzigingen
in
systemen
en
structuren,
echter
tijd
voor
diepgaande
analyses
van
knelpunten
op
het
gebied
van
irrationele
vraagstukken
(bijv.
houding
en
gedrag)
en
stilstaan
bij
de
Rob
Groen
introduceerde
teamrol
management
model
in
Nederland
en
zegt
De
grote
kunst
van
het
samenwerken
bestaat
klaarblijkelijk
vooral
hieruit,
dat
men
steeds
in
het
anders-zijn
van
de
ander
deze
complementariteit
herkend,
verstaat
en
hanteert.
5
Naarden, november 2011 gevolgen van oplossingen op het gebied van samenwerking waren ondergeschoven kindjes. Voel- en denkkracht kregen juist weinig ruimte. Deze inconsistente boodschap tussen zeggen en doen gaf onduidelijkheid en onbegrip bij medewerkers en leidde tot een afwachtende houding. Het bleek dat de interventies uit het directieteam vooral voortkwamen uit dezelfde manier van denken en het hebben van dezelfde aannames over de veranderaanpak, wat resulteerde in dezelfde oplossingen die de problemen hadden doen ontstaan. Het bespreekbaar maken van de kenmerkende eigenschappen van teamrollen en het laten zien van de inconsistentie in en gevolgen van het gedrag (o.a. via videobeelden van vergaderingen) zorgde voor inzicht en begrip in elkaars sterke en minder sterke punten. Het gaf het directieteam handvatten, een taal, om beter te reflecteren op elkaars bijdrage aan de strategie uitvoering. Hierdoor kregen ondergeschoven rollen van Monitor (denkkracht) en Groepswerker (gevoel) meer ruimte voor input. We beseffen ons dat strategische situaties niet (altijd) eenduidig interpreteerbaar zijn. Strategische besluiten worden door W. Mischel dan ook weak situation genoemd. De strategische context geeft niet altijd direct richting aan de juiste keuze, waardoor het DT vaak uitgaat van eigen ervaringen, voorkeuren, persoonlijkheden. DTs acteren op basis van wat ze weten, geloven, begrijpen en willen. Deze factoren verschillen sterk per DT en hebben, naast de teamrol, ook invloed op het welslagen van een strategie. Met het voorbeeld hebben wij slechts willen illustreren dat diversiteit van het DT een sterk effect kan hebben op het succesvol executeren van een strategie. En is dat ook niet waar Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, op wijst als hij aangeeft dat hij kritiek heeft op de besluitvorming van bestuurders bij financile instellingen?6 Dat er soms onvoldoende tegenwicht is en dat er te weinig wordt nagedacht over het eigen functioneren? Dat sommige besturen in de greep zijn van groepsdenken, wat kan ontaarden in collectief optimisme en onderschatting van de risicos? juist die diversiteit in persoonskenmerken kan, mits goed gebruikt, helpen om meer te reflecteren op de eigen en gezamenlijke rol om daarmee het groepsdenken te bestrijden en te helpen om de executie van de strategie te laten slagen. Wat betekent dit voor Strategisch HR: een aantal focuspunten In het samenstellen van een DT is o.i. een belangrijke rol weggelegd voor HR. Zoals Argyris al beschreef in zijn boek flawed advise and the management trap, HR function has the responsibility for developing the framework for producing non-routine, transformational policies and practices related to leadership, learning, change and commitment. Dat kan zij invullen door enerzijds een vertaalslag te maken van de strategie naar het bijbehorende gewenste gedrag en anderzijds een check doen op de aansluiting van de teamrollen bij de gekozen strategie en het daarop af te stemmen bijbehorende gewenste gedrag. Strategisch HR kan het DT een taal aanreiken op basis van de teamrollen (een soort begrippenkader en instrumenten) waarmee inzicht wordt gegeven in het unieke gedrag van een directielid en waarmee het verschil in inbreng van de directieleden en mogelijk daaruit voortkomende conflicten, op een niet bedreigende manier kan worden besproken. Hiermee kan o.i. ook een begin gemaakt worden met het zichtbaar maken van het zgn. beheersingsdenken (Argyris 1990, 1993, 1999). Volgens Argyris volgt verreweg de meerderheid van de mensen eenzelfde gebruikstheorie, namelijk die van het eenzijdig beheersingsdenken. Deze theorie instrueert individuen eenzijdig te beheersen, te winnen en mensen niet overstuur te maken. Het zet aan tot overtuigen en overreden en, indien nodig, tot het voorkomen van gezichtsverlies. Hierdoor zijn onze praattheorien (espoused theory, wat we
Naarden, november 2011 zeggen) en gebruikstheorien (theory in use, wat we daadwerkelijk doen) vaak niet consistent. Taal maakt het ook mogelijk om zogenaamde defensieve strategien bespreekbaar te maken7. Voor strategisch HR betekent dit het innemen van diverse rollen, zoals: HR als business partner die kennis van zaken heeft op het gebied van organisatieontwikkeling (en leiderschap-/talentontwikkeling) en kan meedenken, invoelen en communiceren over strategische keuzes n gedrag zo kan neerzetten dat het DT daar, gegeven de executie van de gekozen strategie, geloofwaardig mee uit de voeten kan.8 Een juiste selectie en toetsing van directieleden wat kan helpen voorkomen dat een team te eenzijdig van samenstelling is, dat men te veel kopien van elkaar bijeenzoekt, en daarmee een succesvolle executie van de strategie in de weg staat. Daarmee zou HR ook een toetsende rol dienen te verwerven binnen de Raad van Commissarissen (RvC), wat verder gaat dan de huidige remuneratiecommissie of HR onderwerpen die nu ter tafel komen. O.i. wordt in woord (espoused) diversiteit gebezigd, maar in de praktijk lijkt diversiteit in de dialoog een fata morgana. HR zou een leidende rol kunnen spelen bij nieuwe vakgebieden als behavioural riskmanagement en daarmee meer aansluiting krijgen bij belangrijke agendaonderwerpen voor de RvC als Governance, risk en compliance een RvC. Diverse artikelen9 maken al melding van (de wens om) een zwaardere rol van HR binnen de RvC. Kortom, HR kan zich manifesteren als een vakgebied waar de harde doelen op de bestuurdersagenda, het realiseren van de strategie, gekoppeld worden aan het inzichtelijk en bespreekbaar maken van (in)effectieve gedragsaspecten die de implementatie van de strategie benvloeden. In de complexiteit van de strategische interactie van de organisatie met haar omgeving en de specifieke rol van het DT, kan HR het DT optimaal ondersteunen. Als zij de rol van business partner heeft, kan zij haar supportive position binnen de onderneming opeisen. Zij kan het tweezijdig leren10 binnen de organisatie vorm geven. Let wel, ligt er teveel nadruk op leren in de organisatie dan kan het probleem van strategisch dobberen (Johnson, 1987) ontstaan. Heel langzaam glijdt de organisatie weg in een soort lethargie waarin het succes van de strategie langzaam afneemt zonder dat het DT dat verneemt.
Figuur 8: HR strategiecirkel en DT
Arend
Ardon
bespreekt
dit
fenomeen
in
zijn
promotieonderzoek
Moving
Moments.
Defensieve
strategien
zijn
erop
gericht
gevoelige
onderwerpen
onbespreekbaar
te
maken
en
te
voorkomen
dat
n
of
meer
individuen
in
een
organisatie
dreiging
of
schaamte
ervaren.
Dit
betekent
dat
ineffectiviteit
niet
als
bron
wordt
gebruikt
om
openlijk
te
onderzoeken
en
ervan
te
leren,
maar
veeleer
onbespreekbaar
wordt
gemaakt.
Als
gevolg
gaat
men
door
op
dezelfde
weg
waarvan
men
meer
of
minder
bewust
weet
dat
deze
ineffectief
is,
maar
voelt
men
zich
er
afnemend
verantwoordelijk
voor.
8
Of
vrij
naar
Rob
Groen:
Het
analyseren
en
zichtbaar
maken
van
de
aanwezige
teamrol
kwaliteit
helpt
bij
het
bewust
formuleren
van
ontbrekende
persoonlijkheidstypen.
9
Zie
bijv.
http://www.denieuwecommissaris.nl/index.php/home/nieuws.html?start=10
of
http://actueel.nl.pwc.com/site/bouw_en_vastgoed/woningcorporaties/1296/de_werkgeversrol_van_de_raad_van_commissarissen.html?inter nalreferrer=rssfeed
of
http://www.gitp.nl/gitpmedia/gitp-in-de-media/tijd-voor-human-resources-in-de-rvc.aspx
10
Arend
Ardon
beschrijft
dit
begrip
in
zijn
artikel
Doorbreek
je
defensieve
strategien!,
gepubliceerd
in
Develop-2-2010
7
Conclusies en samenvatting De executie van een strategie is niet eenvoudig. Er is een veelvoud van implementatie benaderingen, vooral ingegeven vanuit de verandermanagement literatuur. Door de veelvoud van benaderingen is een grote unificatie theorie (nog) niet voorhanden. Wel staat vast dat een weloverwogen keuze voor de uitvoering van het strategieproces van belang is om te komen tot een succesvolle strategie die de ondernemingsprestaties positief benvloedt. Daarin speelt het DT een cruciale rol. Het DT maakt keuzes in het strategieproces die de levensvatbaarheid van de onderneming raken. Wij denken dat de diversiteit van een DT een onderbelichte factor is bij de invoering van een specifieke strategie. Een mismatch tussen de gedragskarakteristieken van een DT in relatie tot het gewenste gedrag dat behoort bij de gekozen strategie, kan leiden tot het mislukken van het executieproces. Aan de hand van een voorbeeld hebben we getracht dit te illustreren. HR kan een belangrijke rol spelen om deze mismatch te voorkomen. HR moet als geen ander in staat worden geacht om een match te maken tussen de gekozen strategie en de daarbij behorende gedragsaspecten, om daarmee, door de samenstelling van het DT te optimaliseren, de gekozen strategie gerede kans van slagen in de organisatie te geven. Zij kan het DT (en de RvC) helpen bij het aanleren van een taal waarin een effectieve samenstelling van het DT bespreekbaar en inrichtbaar is. Door aansluiting te vinden bij nieuwe vakgebieden als behavioural riskmanagement kan HR een positie claimen binnen belangrijke vakgebieden als Risk&Compliance en daarmee meer een stem verwerven binnen de RvC.
Literatuurlijst
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.
Ardon, A., Moving moments Leadership and interventions in dynamically complex change processes, proefschrift bij de VU, (2009) Argyris, C. Overcoming Organizational Defenses. Facilitating organizational learning, Boston: Allyn and Bacon, 1990. Argyris, C., Knowledge for action, a guide to overcoming barriers of organizational change, Jossey Bass, ISBN 9781555425197, 1993 Argyris, C., on organizational learning, John Wiley and Sons.Ltd., ISBN 9780631213093, 1999 Argyris, C., Flawed Advice and the Management Trap, how managers can know when theyre getting good advice and when theyre not, Oxford university press, ISBN -19-513286-6, 2000 Belbin, R.M., Why They Succeed or Fail (Butterworth Heinemann, 3rd ed., 2010), ISBN: 978-1-85617-8075 Belbin, R.M., Team Roles at Work, (Butterworth Heinemann, 2nd ed., 2010) Boonstra, J., de dynamiek van verander- en leerporocessen binnen organisaties, Kritische beschouwingen en nieuwe gezichtspunten, in www.sioo.nl/_upload/artikelen/ 18_artikel_document.pdf, 2010 Caluwe, L. De en H. Vermaak, Leren veranderen, een handboek voor de veranderkundige, kluwer, 2rd ed., 2006 ISBN: 9789013016543 Cham Kim, W., R. Mauborgne, de blauwe oceaan, Business Contact, ISBN 9789025428310 El Sawy & Pauchant, Triggers, Templates, and Twitches in the tracking of emerging strategic issues, strategic Management journal, 9 sept-oct, 1988, p455-474. Finkelstein, S.m C. Hambrick, B. Canella, strat leader theo resea exec manag sms c, Oxford University Press inc., ISBN 9780195162073 Groot, N., Zelforganisatie en leiderschap, Mediawerf, ISBN 9789490463069 Homan, T., Organisatiedynamica, Academic Service, ISBN 9789052615042 Johnson, G., Strategic Change and the Management Proces, New York: Basil Blackwel, 1987, ISBN 9780631147176 Kennedy, C., in: Gids van managementgoeroes, Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1999. Groen, R., zoeken naar een goede mix van complementaire teamrollen, in: Gids voor Personeelsmanagement, nr 7/8, juli/augustus 1993 Hatten, K., M. Hatten, Strategic Management, Analysis and Action, Prentice Hall, ISBN 0-13-850694-9, 1987 Hill, W., G. Jones, Strategic Management, An Integrated Approach, Houghton Mifflin Company, ISBN 0-395-43411-4, 1989 Kiechel, W., Sniping at strategic planning, planning review, may 1984 Knight, D. E.a., top managementteam diversity, group, process, and strategic consensus, The Robert H. Smith School of Business, University of Maryland Kotter,J., D. Cohen, The Heart of change, Harvard Business School Press, 1-57851-254-9ISBN 9789052614267, 2003 Mischel, W., Personality and assessment, New York, Wiley, ISBN 9780805823301 Miles, R., C. Snow, Oreganizational Strategy, Structure and process, New York, McGraw-Hill, 1978 Mintzberg, H., B. Ahlstrand, J. Lampel, Strategie op Safari, Pearson Academic Uitgeverij, ISBN 978904301770 Porter, Concurrentie voordeel, Business Contact, 1992, ISBN 9789025400866 Hamel, G., Prahalad, strijd om de toekomst, Scriptum, ISBN 9789055940165 Quinn, J., H. Mintzberg, R. James, The Strategy Process, Concepts, Contexts, & Cases, Prentice Hall, ISBN 0-13-85082- 5, 1988 Quinn, R., de brug bouwen terwijl je er over loopt, Academic Service, ISBN 9789052617657 Stacey, R., strategic management and organisational dynamics, Prentice Hall, ISBN 9780273708117 Treacey, M., F. Wiersema, the discipline of marketleaders, Basic Book, ISBN 9780201407198, 1997 Wierdsma, A., J. Swieringa, Lerend organiseren, Noordhoff Uitgevers, ISBN 978902073099
De
auteurs
Hans
Kwakman
en
Dictus
Nicolai
zijn
beiden
founding
partners
van
TWST
Inc.
Een
sprankelend
adviesbureau
dat
directieteams
ondersteunt
bij
het
realiseren
van
punten
op
directie
agenda
die
als
lastig
worden
ervaren.
Hans,
Dictus
en
collegas
richten
zich,
vanuit
hun
brede
advieservaring,
op
vraagstukken
als
strategie
realisatie,
cultuur
verandering,
performance
verbetering
en
compliance
waarbij
ze
zich
niet
schuwen
om
man
en
paard
te
benoemen.
Zij
houden
kantoor
in
Naarden.