Startbekwaam bewijs ICT gebruiken voor het maken van een werkstuk Je wilt leerlingen een werkstuk laten

n maken waarbij ze gebruik maken van het internet. Aan welke specifieke eisen moet de opzet van je lessenreeks voldoen als je een werkstuk laat maken? Specifeke eisen aan de inzet van ICT bij het maken van een werkstuk Bij het maken van een werkstuk zijn leerlingen bezig met het onderwerp Informatievaardigheden. De lessenreeks die je opzet moet dan ook bestaan uit de stappen van het BIG6 model (zie hoofdstuk 9, ICT voor de klas; Dummer, 2011). Aan elke stap besteed je apart aandacht. Je stelt het beginniveau op het gebied van informatievaardigheden vast van leerlingen voordat ze beginnen met het maken van een werkstuk: op instrumentele vaardigheden, structurele vaardigheden en strategische vaardigheden. Je maakt duidelijk hoe leerlingen met het onderwerp informatievaardigheden/ werkstuk in de verschillende bouwen van de school aan de slag gaan. Je koppelt het maken van een werkstuk aan vakinhouden en vakdidactiek van Nederlands. Dat doe je in ieder geval voor de domeinen begrijpend lezen en voortgezet schrijven. Je maakt hierbij, naast boeken vakdidactiek van de pabo, ook gebruik van blogposts van Clemens (2012a, 2012b) die het begrip online tekstbegrip verder verkent. Het eindresultaat hoeft niet altijd een uitgeprint verslag te zijn. ICT biedt veel mogelijkheden om een verslag te maken. Je maakt gebruik van minimaal de volgende bronnen om je te orinteren op de mogelijkheden van ICT om een verwerking te maken: http://ict-idee.blogspot.nl/p/handleiding.html (twee boeken met ICTideen) http://www.manssen.nl (categorien: Werkstukken, Handleidingen, ICTproject, Presentatietool, Presenteren) Je beschrijft 5 mogelijke tools en verantwoordt waarom je kiest voor een specifieke tool. Algemene eisen voor ICT op startbekwaam niveau Je verantwoordt op basis van vakdidactiek de inzet van het ICT-middel. Je beschrijft de mogelijkheden van het ICT-middel dat je inzet. Je beschrijft welke meerwaarde het ICT-middel heeft ten opzichte van andere middelen. De verantwoording van de inzet van ICT komt in het verslag te staan van het vak waarmee je ICT combineert. Je maakt dus geen apart ICT-verslag. De theoretische verantwoording is niet alleen gebaseerd op specifieke ICTbronnen maar ook op vakinhoudelijke bronnen. Je beschrijft je visie op ICT in het onderwijs met behulp van het document Onderwijsvisie en ICT. Je verantwoordt aan welke onderdelen je hebt gewerkt van de Kennisbasis ICT. Je verantwoordt het gebruik van ICT door leerlingen op basis van de ICTcompetenties in het basisonderwijs (Vlaams model; blz. 85 tot en met 97) of het competentiemodel van Mediawijsheid.

Bronnen Clemens, J. (2012a). Nederlands en mediawijsheid moeten trouwen, een reactie op Marcel . Opgehaald op 8 augustus 2013, van http://jeroenclemens.nl/2012/11/nederlands-enmediawijsheid-moeten-trouwen-een-reactie-op-marcel/ Clemens, J. (2012b). Online tekstbegrip Nederlands als sultan in de harem. Opgehaald op 8 augustus 2013, van http://onderzoekonderwijs.net/2012/11/30/online-tekstbegripnederlands-als-sultan-in-de-harem/comment-page-1/#comments