You are on page 1of 97

-1-

-1-

BEHEER EN ONDERHOUD VAN MOTOREN EN KOPPELINGEN VAN AIRFANS.

Eindverslag
Naam: Studentennummer: Onderwijsinstelling: Fase: Stagebedrijf: Stagebegeleiders: W. Boeije 48574 Hogeschool Zeeland Afstudeerstage Spie C.A. de Schipper (HZ) M. van Oostenbrugge (Spie) H. Meyer (Spie) 2012 Terneuzen 25-05-2012 1.1

Jaar: Plaats: Datum: Versie:

Plan van aanpak

-2-

-2-

BEHEER EN ONDERHOUD VAN MOTOREN EN KOPPELINGEN VAN AIRFANS.

Eindverslag
Naam: Studentennummer: Opleiding: Onderwijsinstelling: Semester: Studiejaar: Datum van voltooiing: Fase: Stagebedrijf: Stagebegeleiders: Wouter Boeije 48574 Elektrotechniek Hogeschool Zeeland 2 2011/2012 25-05-2012 Afstudeerstage Spie C.A. de Schipper (HZ) M. van Oostenbrugge (Spie) H. Meyer (Spie) 2012 Terneuzen 25-05-2012 1.1

Uitgave Jaar: Plaats: Datum: Versie:

Plan van aanpak

Afstudeerstage verslag

Samenvatting
Dit verslag is het resultaat van mijn afstudeeropdracht met als titel: beheer en onderhoud van motoren en de koppelingen van airfans. De opdracht is uitgevoerd voor het bedrijf Spie. Spie is gevestigd in Terneuzen en is een dienstverlenend en product leverend bedrijf. De diensten die Spie levert, zijn op het gebied van energievoorzieningen, procesvoorzieningen en beveiligingssystemen. Airfans (locatie: Dow) zorgen voor de koeling van installaties die vloeistoffen scheiden. De vloeistoffen worden gescheiden door warmte. De eerste vloeistof die verdampt, komt in leidingen terecht die langs de airfans gaan. De airfan wordt voor een deel onderhouden door Spie. De gedeeltes die Spie onderhoudt zijn de motor, de koppeling en de poulies. In de huidige situatie worden deze materialen gebruikt totdat deze kapot zijn, waarna ze worden vervangen. De doelstelling van deze opdracht is Spie te adviseren. Er zal een controlsysteem geadviseerd worden en daarnaast richt het advies zich op aanpassingen in het huidige werkproces. Hier gaat het om het verzorgen van het beheer en onderhoud aan airfans. Het controlsysteem berust op het principe van trillingsmetingen en wordt aangevuld met thermografische metingen. Deze twee principes zijn gekozen uit verschillende technieken waarmee condities van een machine bepaald kunnen worden. De keuze voor deze meettechnieken is gemaakt, omdat deze technieken een groot gebied controleren en betrouwbaar zijn. Het meten zal periodiek worden uitgevoerd en het controleren gaat aan de hand van trendanalyse van metingen en onderhoudsbeurten. Om de gegevens te controleren, is er een C++ programma ontworpen dat helpt de trends te bepalen en bij te houden. In koudere periodes koelt het proces door het koude weer. Door het ontwerpen van een controlsysteem kan het werk gepland worden. Het werk kan zo gepland worden dat het onderhoud in de koude periodes van het jaar wordt gedaan. De airfans kunnen in warme periodes worden gebruikt, omdat er dan veel koeling nodig is en in de koude periodes kan het onderhoud worden gedaan. Verder wordt er geadviseerd het ontworpen controlsysteem ook op andere installaties te proberen en dit aan te passen aan de omstandigheden. Ook kunnen op de werkplek een aantal punten veranderd worden. Het werkproces kan benvloed worden door het werk te digitaliseren. Zo kunnen testrapporten en uurverantwoording beter worden beheerd. Het advies en direct ook de conclusie is om het ontworpen controlsysteem te gebruiken om werk te kunnen plannen. Op deze manier zal Spie kwaliteit afleveren aan Dow. Daarnaast is het advies het werk te digitaliseren door de onderhoudsmonteurs hun metingen en urenverantwoording direct op een server te laten zetten en dit te delen met alle personen die deze documenten ter beschikking moeten hebben. Ook kunnen er nog een aantal aanpassingen worden gedaan door motoren in kasten te plaatsen in plaats van op de grond en door apparatuur die nodig is voor controle in n ruimte te voorzien. Op dit moment moeten de onderhoudsmonteurs veel lopen om een paar accus te controleren. Dit zijn een aantal adviezen die worden gegeven in dit verslag.

Eindverslag

1 1

Afstudeerstage verslag

Summary
This report is the result of my graduation assignment with the title: management and maintenance of engines and the clutches of airfans. It is in commissioned by the company of Spie. Spie is located in Terneuzen and is a services and production supplying company. The services that Spie delivers lie in the field of energy and process facilities and security systems. Airfans (located at Dow) provide cooling for installations liquid separation. The liquids will be separated by heat. The first liquid that evaporates, comes in pipes along the airfan. A part of the airfan is maintained by Spie. These parts are the engine, the clutches and the pulleys. In the current situation, the material is used till it is broken and after that it is replaced. The purpose of this assignment is advising Spie to improve the work process of Spie, with a design of a control system and also by changing the current work process, to take care of the management and maintenance of airfans. The control system is based on the principle of vibration measurements and is complemented by thermographic measurements. These two principles are chosen from several techniques which can determine the conditions of a machine. The choice for these two measurement techniques is made because these two have a large control area and they are reliable. The measurements will be carried out periodically and controlling is based on trend analysis of the measurements and the maintenance. To control the data, a C++ program is designed. This program can help to determine trends and to keep up with the trends. In colder periods the weather is cooling the process. By using the designed control system, work can be planned in such a way that the maintenance can be done in the cold periods of a year. The airfans can be used in warm periods because they need a lot more cooling and in the cold periods the maintenance can be done. Another advise of this report is to use the designed control system for other installations by changing a few point of the control system: the environment and the workplace. The work process can also be influenced by digitizing the work. The test reports and the timesheets can in this way be managed better. The advice and also the conclusion is to use the control system to plan work and hereby deliver some quality from Spie to Dow. In addition, the advice is to digitize the work. This can be done by the maintenance engineers. They can put their measurements directly on the server and hereby share the information with the people who need these documents. Also, some changes can be done by placing the engines in cabinets instead of the ground and the necessary equipment for control systems can be placed in one room. On this moment the maintenance engineers have to walk a lot to control some batteries. This are some advises that are given in this report.

Eindverslag

2 2

Afstudeerstage verslag

Voorwoord
Mijn naam is Wouter Boeije en ik studeer Elektrotechniek aan de Hogeschool Zeeland. Ik heb een major Mechatronica gevolgd. Dit verslag is geschreven naar aanleiding van mijn afstudeeropdracht welke aan moest sluiten op de major. Dit afstudeerverslag is opgesteld in opdracht van Spie en de Hogeschool Zeeland. Het doel van dit rapport is dan ook het behalen van mijn diploma. In dit voorwoord wil ik diverse personen bedanken voor de hulp die ik gekregen heb om tot dit eindresultaat te komen. Als eerst wil ik Misja van Oostenbrugge bedanken, omdat hij mij de mogelijkheid heeft gegeven om bij het bedrijf Spie af te studeren. Hij probeerde in zijn drukke schema altijd tijd vrij te maken om mij te helpen en adviseren. Verder wil ik Helmut Meyer en Roger Vonk bedanken voor hun adviezen en voor hun hulp bij het beantwoorden van mijn vragen. Als laatst wil ik mijn stagebegeleider van school ing. C.A. de Schipper bedanken voor zijn begeleiding. Hij zorgde ervoor dat hij betrokken was bij de afstudeerstage (zo heeft hij meerdere bezoeken gebracht aan het bedrijf) en hij zorgde dat de communicatie met school soepel en duidelijk was.

Eindverslag

3 3

Afstudeerstage verslag

Inhoud
1 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
2.5.1

INLEIDING ....................................................................................................................................... 1 SITUATIE .......................................................................................................................................... 2 PROCES MET AIRFANS ........................................................................................................................................... 2 AIRFAN ................................................................................................................................................................. 3 DRIEFASE ASYNCHRONE DRAAISTROOMMOTOR.................................................................................................... 5 WERKINGSPRINCIPE. ............................................................................................................................................. 5 ATEX ................................................................................................................................................................... 6
ATEX bij airfans ...........................................................................................................................................................7

2.6 3 3.1 3.2 3.3 4 4.1 4.2 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 6 6.1 6.2
6.2.1 6.2.2 6.2.3

AANPAKKEN ONDERDELEN ................................................................................................................................... 7 INVLOEDEN OP AIRFAN INSTALLATIE VAN BUITENAF ................................................... 8 ANALYSEREN OUDE GEGEVENS ............................................................................................................................ 8 INVLOEDEN BUITENAF OP PARAMETERS................................................................................................................ 9 TRILLINGEN OP DE INSTALLATIE ......................................................................................................................... 11 KOSTENOVERZICHT ...................................................................................................................12 VOORBEELD 60 PROCENT REGELING ................................................... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. INVLOED KOSTEN OP CONTROLSYSTEEM............................................................................................................. 12 BEPALEN SLIJTAGE EN KAPOT GAAN MOTOR ..................................................................14 PARAMETERS MOTOR .......................................................................................................................................... 14 MEETAPPARATUUR ............................................................................................................................................. 14 METHODE PROBLEMENANALYSE ........................................................................................................................ 18 TOESTAND MOTOR .............................................................................................................................................. 20 PROJECT ANALYSETECHNIEKEN .......................................................................................................................... 20 KEUZE CONTROLESYSTEEM ................................................................................................................................ 21 SNAARSPANNING ..........................................................................................................................23 OPTIES SNAREN SPANNEN OP DOW ..................................................................................................................... 24 OPTIE SPANNING METEN VAN SNAREN ................................................................................................................ 25
Sonische spanning meter 507C .................................................................................................................................... 25 BTM-400PLUS ........................................................................................................................................................... 25 Krikit ........................................................................................................................................................................... 26

6.3 6.4 6.5


6.5.1 6.5.2 6.5.3

ADVIES ............................................................................................................................................................... 27 INSTELLEN SPANNINGSWAARDE SNAREN ............................................................................................................ 28 CONTROLEERSYSTEEM VOOR SNAREN ................................................................................................................ 29
Nastellen ...................................................................................................................................................................... 29 Routinecontrole snaarspanning .................................................................................................................................... 29 Routinecontrole van snaren ......................................................................................................................................... 35

7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 8 8.1 9 9.1

HET CONTROLSYSTEEM ............................................................................................................36 BIRD EYE VIEW (BEV) CONTROLSYSTEEM.......................................................................................................... 36 BASIS GEGEVENS INSTALLATIE ........................................................................................................................... 37 TRENDANALYSES ................................................................................................................................................ 38 INFORMATIEVERWERKING .................................................................................................................................. 41 WERKPROCES BEHEER EN ONDERHOUD AIRFAN.................................................................................................. 43 DEV C++ PROGRAMMA ....................................................................................................................................... 45 TEST ................................................................................................................................................................... 47 WERKPROCES ...............................................................................................................................48 HUIDIG WERKPROCES ......................................................................................................................................... 49 WERKPROCES VERBETERING .................................................................................................57 WERKPROCES VERBETERING DOOR CONTROLSYSTEEM ...................................................................................... 57

Eindverslag

4 4

Afstudeerstage verslag

10

CONCLUSIE EN ADVIES ..............................................................................................................62 10.1 10.2 ANTWOORD HOOFDVRAAG ................................................................................................................................. 62 VERVOLGTRAJECT .............................................................................................................................................. 62

BIBLIOGRAFIE .........................................................................................................................................63 BIJLAGE .....................................................................................................................................................65 BIJLAGE 1 ........................................................................................................................................................................ 65 BIJLAGE 2 ........................................................................................................................................................................ 69 BIJLAGE 3 ........................................................................................................................................................................ 81 BIJLAGE 4 ........................................................................................................................................................................ 85 BIJLAGE 5 ........................................................................................................................................................................ 88

Eindverslag

5 5

Afstudeerstage verslag

Lijst met bijschriften


Figuur 2.1: Proces met airfan ............................................................................................................ 2 Figuur 2.2: ribbenbuis ....................................................................................................................... 3 Figuur 2.3: direct online circuit........................................................................................................... 4 Figuur 2.4:airfan ................................................................................................................................ 4 Figuur 2.5: motor airfan met snaren .................................................................................................. 5 Figuur 2.6: ATEX 137 symbool.......................................................................................................... 6 Figuur 3.1: Stroommetingen ............................................................................................................ 10 Figuur 5.1: meetpunten motor ......................................................................................................... 16 Figuur 5.2: thermografische foto ...................................................................................................... 16 Figuur 5.3: kostenvermindering door conditie bewaking .................................................................. 22 Figuur 6.1: snaren spannen ............................................................................................................ 24 Figuur 6.2: formule spanlengte ........................................................................................................ 25 Figuur 6.3: meetpunten ................................................................................................................... 26 Figuur 6.4: typische snaar dichtheden ............................................................................................. 26 Figuur 6.5: Krikit .............................................................................................................................. 27 Figuur 6.6: juiste snaarspanning ..................................................................................................... 28 Figuur 6.7: kans op falen ................................................................................................................. 29 Figuur 6.8: bepalen levensjaren snaren .......................................................................................... 30 Figuur 6.9: flowchart database invullen ........................................................................................... 31 Figuur 6.10: flowchart melden onderhoud ....................................................................................... 32 Figuur 6.11: flowchart wijzigingen ................................................................................................... 33 Figuur 6.12: flowchart nieuwe airfan installatie ................................................................................ 34 Figuur 7.1: Bird eye view ................................................................................................................. 36 Figuur 7.2: Trend frequentie amplitude............................................................................................ 38 Figuur 7.3: ISO 10816-3 .................................................................................................................. 38 Figuur 7.4: trillingsanalyse ............................................................................................................... 39 Figuur 7.5: falen bepalen door onderhoudshistorie.......................................................................... 40 Figuur 7.6: flowchart motor controle ................................................................................................ 42 Figuur 7.7: werkproces voor controlsysteem ................................................................................... 44 Figuur 7.8: Use case ....................................................................................................................... 45 Figuur 7.9: class diagram ................................................................................................................ 46 Figuur 7.10: sequence diagram ....................................................................................................... 46 Figuur 7.11: test .............................................................................................................................. 47 Figuur 8.1: schematisch overzicht werkzaamheden Spie ................................................................ 49 Figuur 8.2: Plan opstellen................................................................................................................ 50 Figuur 8.3: activiteitenlijst ................................................................................................................ 51 Figuur 8.4: werkvoorbereiding ......................................................................................................... 52 Figuur 8.5: Detail planning .............................................................................................................. 53 Figuur 8.6: uitvoering ...................................................................................................................... 54 Figuur 8.7: controleren werkzaamheden ......................................................................................... 55 Figuur 8.8: uitlijnen .......................................................................................................................... 55 Figuur 8.9: Documenteren ............................................................................................................... 56 Figuur 9.1: onderhoud plannen ....................................................................................................... 57 Figuur 9.2: werkproces verbeterd .................................................................................................... 60 Figuur 9.3: motor opslag Spie ......................................................................................................... 61 Tabel 3.1: analyse oude gegevens .................................................................................................... 8 Tabel 4.1: kostenoverzicht Spie .................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Tabel 5.1: kostenoverzicht .............................................................................................................. 21 Tabel 6.1:snaarspanning meten Excel bestand ............................................................................... 30 Tabel 1: project aanpak ................................................................................................................... 85

Eindverslag

6 6

Afstudeerstage verslag

1 Inleiding
Dit verslag is een eindverslag dat gemaakt is tijdens de afstudeerperiode van de hbo-opleiding elektrotechniek aan de Hogeschool Zeeland. De afstudeerperiode is een stage bij een bedrijf. In dit geval is het bedrijf Spie Industrie. Spie is een dienstverlenend en product leverend bedrijf. De diensten die Spie levert, zijn op het gebied van energievoorzieningen, procesvoorzieningen en beveiligingssystemen. In overleg met Spie en met goedkeuring van de Hogeschool Zeeland is er voor deze periode een afstudeeropdracht geformuleerd. De opdracht resultaten zijn uitgewerkt in dit verslag en de opdracht van dit onderzoek luidt als volgt: beheer en onderhoud van motoren en koppeling met airfans. Het doel van deze opdracht is dat er een concept komt voor een controlsysteem om onderhoud aan de airfans te kunnen verrichten, voordat de airfan stil komt te staan doordat deze kapot is. In de huidige situatie zit dit allemaal niet in het systeem. De airfan installatie wordt pas onderhouden als er iets kapot is. Met het nieuwe systeem moet bereikt worden dat de airfans efficinter gaat draaien en dat Spie hiermee een stuk kwaliteitsbeheer aan Dow aanbiedt. Het voordeel dat Spie kan hebben, is dat er werk gecreerd wordt en dat werkzaamheden gepland kunnen worden. Voor dit onderzoek moet er dus bepaald worden hoe een controlsysteem kan worden toegepast om de status van de airfan te bepalen en moet er bepaald worden hoe aangegeven kan worden welke werkzaamheden moeten plaatsvinden. Dit moet allemaal plaatsvinden voordat de airfan kapot is. Doordat werkzaamheden gepland kunnen worden, is het mogelijk om het werkproces aan te passen en te verbeteren. Dit is het tweede gedeelte van de opdracht. Hierbij moet er onderzocht worden wat de voordelen zijn als het controlsysteem in gebruik genomen wordt en daarnaast moet er ook onderzocht worden wat er verder in het huidige werkproces verbeterd kan worden, door bijvoorbeeld veroudering van het huidige werkproces. De hoofdvraag luidt daarom als volgt: Hoe kan het huidige werkproces van Spie worden verbeterd door het toepassen van een controlsysteem welke aangeeft dat de airfan op zijn einde loopt en door het huidige werkproces te analyseren? In het onderzoek zijn verschillende deelvragen beantwoord om tot het uiteindelijke resultaat te komen. De aanpak van het probleem is te vinden in de bijlage 4. Aan de hand van het verslag is ook te zien hoe het werk is uitgevoerd, omdat de volgorde van werken terug te vinden is in de volgorde van de hoofdstukken. De hoofdstukken in dit verslag zijn als volgt: H2 Situatie: Hierin wordt de vraag beantwoord over hoe de huidige situatie is van de airfans, welke onderdelen de airfan bevat en welke onderdelen van toepassing zijn voor dit verslag. H3 Invloeden van buitenaf: Hierin wordt de situatie dieper beschreven door niet alleen naar de airfan installatie te kijken. Ook wordt in dit hoofdstuk bepaald of de invloeden van buitenaf worden meegenomen in dit onderzoek. H4 Kostenoverzicht: Kosten kunnen invloed hebben op de keuze tussen repareren of vervangen. Er is dus bepaald of dit invloed heeft op het controlsysteem. H5 Bepalen slijtage en kapot gaan motor: In dit hoofdstuk wordt de volgende vraag beantwoord: welke opties zijn er om de condities van een motor te kunnen bepalen en wat kan er mee bereikt worden? H6 Snaarspanning: Zoals uit hoofdstuk 2 zal blijken, wordt er gebruik gemaakt van V-snaren voor de koppeling. Hiervoor moet een systeem worden bedacht om aan de opdracht te voldoen. In dit hoofdstuk wordt eerst bepaald welke mogelijkheden er zijn, daarna wordt de voorkeur aangegeven en ook wordt een systeem bedacht om dit toe te kunnen passen in het controlsysteem. H7 Het controlsysteem: Alle gegevens die in de voorgaande hoofdstukken zijn bepaald en relevant zijn, komen terug in dit hoofdstuk. In dit hoofdstuk is het controlsysteem ontworpen. Er is een Bird Eye View te vinden van de situatie die bedacht is en er is een programma ontworpen die melding geeft van wat er moet gebeuren en wanneer. Dit houdt in wanneer er gemeten moet worden of wanneer er onderhoud gepleegd moet worden. Daarnaast is er een stappenplan te vinden voor het personeel hoe er gewerkt moet worden met het concept. Het controlsysteem is dan af. H8 Werkproces: Het werkproces van Spie staat hierin beschreven. Dit werkproces is nodig om verbeteringen te kunnen doorvoeren. De verbeteringen komen voort door gebruik van het controlsysteem, maar ook door het analyseren van het werkproces en de situatie bij Spie.

Eindverslag

Afstudeerstage verslag

2 Situatie
In dit hoofdstuk is informatie te vinden over het proces waar de airfan in gebruikt wordt en hoe het koelen wordt toegepast. Voor het aansturen van de airfans maakt Dow gebruik van driefase asynchrone draaistroommotoren. Er worden algemene gegevens over de motor verteld. Daarna zal er uitleg zijn over welke onderdelen verder worden behandeld in dit verslag om het kapot gaan van de airfan te voorspellen en waarom voor deze onderdelen is gekozen.

2.1 Proces met airfans


Het proces, waar de airfans in worden gebruikt, is voor het scheiden van twee vloeistoffen. Een schematisch weergave is te vinden in Figuur 2.1: Proces met airfan.

Figuur 2.1: Proces met airfan

Hier volgt een uitleg per onderdeel. 1. Vloeistofscheider: In deze tank worden twee vloeistoffen van elkaar gescheiden. Dit wordt gedaan door opwarming. De vloeistoffen worden verwarmd en doordat de ene vloeistof een ander kookpunt heeft dan de andere vloeistof, zal n van de vloeistoffen eerder gaan verdampen. Met als gevolg dat boven in de tank de damp komt te hangen en onderin de vloeistof die niet verdampt is, achterblijft. Vervolgens wordt de damp richting de luchtkoelerbatterij geleid. 2. luchtkoelerbatterij: In de luchtkoelerbatterij wordt de damp terug omgezet naar vloeistof. Dit gebeurt doordat er gebruik wordt gemaakt van ribbenbuizen (Figuur 2.2: ribbenbuis) in de luchtkoelerbatterij die boven of onder (afhankelijk van keuze van het ontwerp) de airfan is geplaatst. De ribbenbuizen worden gebruikt om meer oppervlakte te creren dan buizen zonder ribben waardoor er meer warmte overgedragen wordt.

Eindverslag

Afstudeerstage verslag

Figuur 2.2: ribbenbuis

3. Airfan: De airfan trekt of blaast lucht. Dit hangt af van de constructie waarvoor gekozen is. De airfan bestaat uit een motor die door poulies en v-snaren de rotor van de airfan laat draaien. Hierdoor gaan de airfan bladen draaien en zo wordt voor een luchtstroom gezorgd. 4. Reflux drum: De reflux drum is een opvangbak. De vloeistof die uit de luchtkoelerbatterij komt, wordt hierin opgevangen. 5. Na koeling: De temperatuur van de vloeistof is op dit moment nog te hoog om in een vat op te slaan. Daarom moet de temperatuur naar beneden worden gebracht. Dit wordt in de na koeling gedaan. 6. Opslagtank: Hierin wordt de vloeistof opgeslagen. Na de reflux drum is er een splitsing te zien. Dit is om een deel van de vloeistof terug te transporteren naar de vloeistofscheider. De vloeistof wordt gecombineerd met de damp. Op deze manier wordt de kwaliteit van de damp verbeterd. In theorie heeft de damp 100 procent de eigenschappen die de damp moet hebben, maar in praktijk zal dit niet het geval zijn. Dit is wel het doel en met de terugkoppeling komen de eigenschappen beter overeen.

2.2 Airfan
Voor het aandrijven van de airfan wordt gebruik gemaakt van een asynchrone driefase motor. De koppeling gaat via poulies waar snaren op liggen gespannen. In Figuur 2.4:airfan zijn de airfanbladen te zien. Met daaronder de poulie waar de snaren op liggen gespannen. In Figuur 2.5: motor airfan met snaren is de motor met snaren te zien. De airfan zorgt voor het blazen of trekken van lucht, waardoor een luchtstroom ontstaat. Voor het koelen van een proces zijn er meerdere airfans samen nodig. Om aan het gewenste vermogen te voldoen, worden er airfans aan en uit geschakeld. Om het preciezer te regelen is er n airfan waar een frequentiedrive de snelheid van de motor bepaald. Het aan- en uitschakelen van de airfans gaat automatisch. De druk in de airfan wordt gemeten en deze druk wordt vergeleken met een gewenste waarde. Aan de hand van het verschil worden airfans aan of uitgeschakeld. Omdat er altijd controle is, zal er altijd maar n airfan aan of uit gaan. Op het moment dat er bijvoorbeeld n uit wordt gezet, zal de airfan met frequentiedrive naar 100 procent regelen en vanaf daar naar beneden verder regelen.

Eindverslag

Afstudeerstage verslag

Het starten van de motoren van de airfans gaat direct-on-line (DOL). Dit betekent dat het starten niet geregeld wordt en dat de voeding de (start)stroom moet kunnen voorzien. Het circuit is te zien in Figuur 2.3: direct online circuit. Het is hierbij belangrijk dat de spanningsdrop niet schadelijk is voor de voeding en dat de mechanische belasting niet nadelig wordt benvloed door een hoog startkoppel en acceleratie.

Figuur 2.3: direct online circuit

Aan periodiek onderhoud van de airfans wordt momenteel niets gedaan. Onderhoud wordt pas gepleegd als de airfan kapot is. Ook al wordt er geconstateerd dat bijvoorbeeld een airfan veel lawaai maakt, dan zal daar niets aan gedaan worden.

Figuur 2.4:airfan

Eindverslag

Afstudeerstage verslag

Figuur 2.5: motor airfan met snaren

Verder adviseren bedrijven om voor de zomer en de winter de stand van de bladen te veranderen. Dit heeft te maken met de relatieve vochtigheid van lucht. De hoek van de bladen zal in de winter kleiner zijn dan in de zomer en hiermee wordt de luchtstroom benvloed. Dow volgt dit advies niet op en laat de bladen altijd in dezelfde stand staan.

2.3 Driefase asynchrone draaistroommotor.


Het woord driefase zegt het al. Dit is een motor die aangestuurd wordt door een drie fase net. De motor wordt veel gebruikt omdat er weinig onderhoud aan zit en het heeft een compacte constructie. Dit komt doordat deze motor geen koolborstels en geen commutator heeft.

2.4 Werkingsprincipe.
De asynchrone motor bestaat uit twee delen. Dit zijn de stator en de rotor. De stator is het gedeelte dat stil staat en de rotor zal in bedrijf draaien. De stator bevat wikkelingen; deze worden polen genoemd. Als de wikkelingen worden aangesloten op het driefase net zal er een draaiveld ontstaan. De rotor zal proberen dit veld te volgen en de motor gaat daardoor draaien. Het draaiveld zal sneller draaien dan de snelheid van de motor. Dit is nodig om een spanning te houden in de geleider die zorgt voor de Lorentzkracht. Als dit niet zo zou zijn, zal er geen kracht zijn om de motor te laten draaien. Het verschil tussen het draaiveld en de snelheid van de motor wordt slip genoemd en wordt uitgedrukt in procenten.

Eindverslag

Afstudeerstage verslag

Door het draaiveld lager te maken dan de snelheid van de motor, zal de motor remmen door remkoppel (Lorentzkracht in de motor zal omdraaien). Op deze manier wordt de motor gestopt. De motoren op Dow moeten zorgen dat de motoren explosieproef zijn. Dit wordt gerealiseerd met de ATEX norm. De airfan motoren waarover het in dit verslag gaat vallen onder zone 1.

2.5 ATEX
ATEX staat voor ATmosphres EXplosibles. Het is een synoniem dat gebruikt wordt voor twee Europese richtlijnen. Zoals de benaming al aangeeft zijn het richtlijnen voor explosiegevaarlijke atmosferische omstandigheden. De eerste richtlijn is ATEX 95 en de tweede is ATEX 137. ATEX 95 Onder de ATEX 95 vallen zowel elektrische- als niet elektrische- beveiligequipement. Hierin zijn groepen en categorien opgesteld. Deze zijn gedefinieerd en gerelateerd naar het niveau waarop de groepen en categorien beveiligd moeten worden. De richtlijn is gebaseerd op essentile gezondheid en veiligheid vereisten. Onder de equipement worden machines, apparaten, vaste of verplaatsbare toestellen, besturings-, instrumentatie- en detectie componenten verstaan. Deze equipement zijn instaat, hebben de mogelijkheid, zijn geschikt voor, kunnen overdragen, genereren, opslaan, meten, controleren, besturen en omzetten van energie en / of het verwerken van grondstoffen. Deze zijn instaat om een ontsteking te produceren door middel van hun eigen potentiaal hoeveelheid. Er zijn twee groepen. De ene groep is voor de mijnbouw en de tweede is voor algemene industrie. De groep van algemene industrie bestaat uit drie categorien. 1. Erge hoge vorm van beveiliging 2. Hoge vorm van beveiliging 3. Normale vorm van beveiliging ATEX 137 ATEX 137 is voor het stimuleren van de veiligheid en gezondheid van de arbeiders op de werklocatie. In deze richtlijn komen het verbeteren van het werkmilieu van de arbeiders en de werkconditie door het versterken van informatie en training aan arbeiders aan de orde. De werkgever wordt verplicht een inventarisatie te doen die gaat over explosie gevaren en deze te omschrijven in een gevaren- en risico beschrijving. Hierin moet vermeld worden welke maatregelen er genomen zijn om het explosiegevaar in zijn geheel zo laag mogelijk te maken totdat het aanvaardbaar is. Een aantal maatregelen die genomen moeten worden om aan de ATEX 137 te voldoen zijn: Werkorder systeem voor potentieel gevaarlijke werkzaamheden. Het trainen van arbeiders met betrekking op explosie preventie. Een procedure voor nood evacuatie. Een onderhoudsplanning en onderhoudsproces. Als een persoon een gebied binnentreedt waar de ATEX richtlijn geldt, moet deze persoon zich er bewust van worden gemaakt. Dit wordt gedaan met het symbool dat te vinden is in Figuur 2.6: ATEX 137 symbool.

Figuur 2.6: ATEX 137 symbool

Eindverslag

Afstudeerstage verslag

Een onderdeel van ATEX 137 is het uitvoeren van een risico-inventarisatie. Hierin moet de gevarenzone van het explosiegevaarlijke gebied worden vastgesteld. Er zijn meerdere zones. Zone 0: Een explosief gasmengsel steeds of voor een lange periode aanwezig. Dit houdt in meer dan 1000 uur per jaar. Zone 1: De kans op explosief gasmengsel is onder normaal bedrijf is groot. Dit houdt in dat het mengsel tussen de 10 en 1000 uur per jaar aanwezig is. Zone 2: De kans op explosief gasmengsel is gering en gedurende korte tijd mogelijk aanwezig. Dit houdt in dat het minder is dan 10 uur per jaar. Zone 20: Er is een explosiegevaarlijke stofwolk continue of voor een lange periode aanwezig. Dit is meer dan 1000 uur per jaar. Zone 21: De kans dat er een explosiegevaarlijke stofwolk onder normaal bedrijf aanwezig is, is groot. Dit houdt in dat er per jaar 10 tot 1000 uur een explosiegevaarlijke stofwolk aanwezig is. Zone 22: De kans dat een explosiegevaarlijke stofwolk aanwezig is, is gering en voor een korte tijd. Dit houdt in dat een dergelijke stofwolk minder dan 10 uur per jaar aanwezig is. De apparatuur en beveiligingssystemen moeten worden gekozen aan de hand van de zone. Voor zone 0 en 20 geldt dat er minimaal categorie 1 van bescherming moet worden gebruikt. Voor zone 1 en 21 geldt dat er minimaal categorie 1 of 2 moet worden gebruikt en voor zone 2 en 22 geldt dat er minimaal categorie 1, 2 of 3 gebruikt moet worden. Waar de categorien voor staan, is terug te vinden bij ATEX 95. Op de equipement moet aangegeven worden dat deze explosieveilig is en waartegen deze beschermd is.

2.5.1 ATEX bij airfans


De airfans bevinden zich, op Dow, in zone 1. Dit houdt in dat machines gebruikt mogen worden uit de categorie 1 en 2. Dit betekent dat er gebruik gemaakt moet worden van hoge en erg hoge vorm van beveiliging. Het kan zijn dat bijvoorbeeld de motor een drukvast omhulsel moet krijgen of thermisch beveilig moet worden. Toch is dit geen probleem voor het bepalen van de conditie van de motor. Het bepalen gaat aan de hand van de metingen. Aangezien het om een motor gaat (waarschijnlijk extra beveiligd), is er nog altijd de mogelijkheid om de conditie van de motor te bepalen. Aangezien dat ATEX geen invloed heeft op het meten en daarom ook niet op het controlsysteem zal dit buiten beschouwing worden gelaten voor de rest van dit advies.

2.6 Aanpakken onderdelen


Een motor kan om verschillende redenen kapot gaan. Een voorbeeld kan waterschade zijn. Alleen het voorspellen wanneer een motor waterschade gaat hebben, is geen standaard probleem. Dit kan dan ook zeer lastig voorspeld worden. Spie doet onderhoud aan de motor en de koppeling (snaren en poulies) van de airfan installatie. De ventilatiebladen worden niet door Spie onderhouden. Dit zal dus niet terug te vinden zijn in dit verslag. Er zijn wel een aantal onderdelen die regelmatig moeten worden vervangen of gerepareerd moeten worden. Dit komt vooral door de draaiuren die de airfan moet maken. De onderdelen die vaak vervangen moeten worden en die daarom door het controlesysteem moeten worden gecontroleerd, zijn: Poulies Motor V-snaren

Eindverslag

Afstudeerstage verslag

3 Invloeden op airfan installatie van buitenaf


Voor het bepalen van de parameters van de motor moeten de invloeden van buitenaf bepaald worden. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. In dit hoofdstuk worden oude gegevens geanalyseerd en er wordt een analyse van de invloeden, van buitenaf, op de parameters gedaan. Dit kunnen gegevens zijn die door de oude gegevens niet bekend waren.

3.1 Analyseren oude gegevens


Met het analyseren van de oude gegevens kan er bekeken worden wanneer er een onderdeel is geplaatst, onderhouden en vervangen. Aangezien er op Dow veel airfan installaties zijn, is ervoor gekozen om n koelerbank te analyseren (meerder airfans bij elkaar). De manier van aanpak zal ook uitgelegd worden zodat Spie de mogelijkheid heeft deze aanpak verder te gaan gebruiken. Bij het analyseren moet van de ideale situatie worden uitgegaan. Zo is er vanuit gegaan dat de gegevens goed zijn bijgewerkt en bijgehouden en dat de airfans evenveel gedraaid hebben. Met deze analyse moet de motor, de plaats en de reparaties en/of vervangingen worden onderzocht. De motor moet van hetzelfde type zijn. Spanning, stroom, vermogen en cos moeten dezelfde waarde hebben als de motor waarmee vergeleken wordt. Doordat de airfans op n koelerbank zitten, zou er gezegd kunnen worden dat de plaats er niets toe doet, maar dit doet het wel. Zo kan het zijn dat n airfan installatie aan de buitenkant zit en deze bijvoorbeeld meer wind opvangt dan een andere airfan installatie. Door het analyseren van de reparaties en vervangingen kan de verstrekte tijd tussen twee onderhoudsbeurten worden bepaald. Vervolgens moeten er conclusies worden getrokken bij dezelfde type motoren. In Tabel 3.1: analyse oude gegevens zijn de overgebleven airfans naast elkaar gezet. De tabel met alle airfans is te vinden in bijlage 1. De airfan installatie met onderhoud na (dagen) in het groen zijn de installatie die met elkaar vergeleken zijn. Dit houdt dus in dat B, D, E, K, N, P en Q met elkaar vergeleken zijn. Deze zijn op dezelfde datum genstalleerd, hebben dezelfde v-snaren en dezelfde motor gegevens.
Tabel 3.1: analyse oude gegevens ECM182B ECM182D onderhoud onderhoud onderhoud aan: na (dagen) na (dagen) v-snaar: 2089 2090 3578 2460 #WAARDE! / poulie: 2089 3578 2090 2460

ECM182E onderhoud na (dagen) 4550 873 #WAARDE! 4550 #WAARDE! 2098 onderdeel V-snaar Poulie Lager

ECM182K onderhoud na (dagen) 2098 3025 #WAARDE! 2098 3025 2366 minimaal 873 832 2098

ECM182N onderhoud na (dagen) 2099 3287 #WAARDE! 2099 3287 2317 maximaal 4550 4550 2366

ECM182P onderhoud na (dagen) 2101 3319 #WAARDE! 2101 3319

lagers:

ECM182Q onderhoud na (dagen) 2102 2448 / 771 2102 2448 832 2102

gemiddeld 2580 2577 2221

Uit de overgebleven waardes is af te lezen dat de snaren en poulies gemiddeld iets langer mee gaan dan 2500 dagen. Waarbij de meeste onderhoud acties na 2000 dagen of langer is uitgevoerd. Het zou mogelijk kunnen zijn om deze waardes te gebruiken voor het controlsysteem. Aangezien dit over twee waardes gaat per airfan installatie is het nog niet heel betrouwbaar. Uit nieuwe gegevens in de toekomst moet blijken of dit betrouwbaar is. De waardes moeten daarom bijgehouden worden en aangepast kunnen worden. Voor de lager van deze airfans geldt in dit opzicht hetzelfde aantal

Eindverslag

Afstudeerstage verslag

dagen als voor de snaren en poulies. Ook hiervoor geldt dat de waarde mogelijk gebruikt kan worden voor het controlsysteem en dat het aantal dagen in de toekomst gewijzigd kunnen worden. Uit de tabel is af te lezen dat de poulie en v-snaar tegelijkertijd zijn vervangen. Dit wordt gedaan omdat het niet de bedoeling is om twee keer kort achter elkaar onderhoud te moeten plegen. Dus mocht uit gegevens blijken dat de snaren moeten worden vervangen, kan er ook direct onderhoud worden gepleegd aan de poulie en andersom geldt dit ook. Verder lijkt de positie van een airfan installatie geen probleem te zijn. Dit wordt verder onderzocht en beschreven in 3.2 Invloeden buitenaf op parameters.

3.2 Invloeden buitenaf op parameters


Bij het meten van de parameters moet rekening worden gehouden met mogelijke invloeden op het systeem. Het systeem wordt benvloed door belasting, product- en weersomstandigheden. De belasting van de airfan is het verzorgen van een luchtstroom in de airfan. Product (doel) Het product van de airfan installatie is luchtstroom. De lucht komt vanuit of gaat in de airfan en de te verwerken hoeveelheid lucht hangt af van hoeveel er geproduceerd wordt of nodig is. De hoeveelheid warmte die verwerkt kan worden op een bepaalde tijd, kan geregeld worden door de airfan bladen onder bepaalde hoeken te zetten, dit wordt eenmalig gedaan. Belasting Doordat de belasting (airfan) een gevarieerd vermogen vraagt, moet dit geleverd worden. Dit heeft invloed op de draaiuren van de motor. Weersomstandigheden De weersomstandigheden kunnen invloed hebben op de airfan installatie. Alleen al bij het voorstellen dat de airfan wind opvangt met verschillende windsnelheden, kan bedacht worden dat, het gevraagde vermogen verandert. Ook de relatieve vochtigheid heeft invloed op het gevraagde vermogen. De luchtvochtigheid in de winter is lager dan in de zomer. Dit zorgt ervoor dat de motoren in de winter moeilijker gaan draaien dan in de zomer. Dit is te zien in Figuur 3.1: Stroommetingen. Hierin is te zien dat de gemiddelde stroom boven de 30A ligt in het begin van de meting. Drie maanden later is de temperatuur omhoog gegaan en de stroom ligt gemiddeld onder de 30A. Invloeden op luchtdoorstroming In de lucht zit stof. De stof gaat ook door de airfan. Door de constructie van ribbenbuizen blijft er stof achter op de buizen. Dit zorgt ervoor dat de doorstroming van lucht slechter wordt. Over een lange periode kan dit zorgen voor veel weerstand voor de luchtdoorstroming. Door de airfans schoon te maken, kan dit probleem worden tegengehouden. Doordat de invloeden van buitenaf vaak invloed hebben op het gevraagde vermogen is er gekozen voor het analyseren van stroommetingen. In Figuur 3.1: Stroommetingen zijn de resultaten van een stroommeting te vinden die Dow uitgevoerd heeft op airfans. Dit zijn allemaal dezelfde airfan constructies (zelfde motor, snaren, poulies, airfanbladen end.). Het gaat om een periode van drie maanden. Door goed naar de lijnen te kijken, is te zien dat de stroom zakt. De metingen zijn gedaan in de periode van februari tot eind april. Het wordt dus warmer. Verder blijkt dat de airfans soms uitgaan. Dit zijn de momenten dat de lijnen naar nul gaan. Dit zijn korte periodes. Opstartprocedures voor lang stilstaan heeft Dow daarom ook niet. Verder blijkt dat de stroom heel veel kan variren in waarde en hieruit zijn moeilijk analyses te halen. De invloeden van buitenaf zullen verder buiten beschouwing worden gelaten. Weersomstandigheden en luchtdoorstroming zijn situatie waar niets aan kan gedaan worden (het is er en het heeft invloed op het systeem) en doordat een lange periode ongeveer dezelfde trend zal

Eindverslag

Afstudeerstage verslag

hebben als een andere periode met dezelfde lengte zal er weinig verschil zijn voor het bepalen van trends. Verder heeft de vraag naar product invloed op de draaiuren. Aangezien Dow geen gegevens heeft over de uren dat de airfans draait, zal dit voor het controlsysteem wel bijgehouden moeten worden. Dit is een taak voor Dow om dit te realiseren.

Figuur 3.1: Stroommetingen

Eindverslag

10 10

Afstudeerstage verslag

3.3 Trillingen op de installatie


Trillingen die ontstaan buiten het systeem zullen geen invloed hebben op dit systeem. De motor moet worden geplaatst op een trillingsloze plaats. De roterende delen van de airfan installatie zorgen voor trillingen op de installatie. De trillingen die niet worden veroorzaakt door de installatie zullen minimaal zijn en daarom worden verwaarloosd.

Eindverslag

11 11

Afstudeerstage verslag

4 Kostenoverzicht
Vertrouwelijke informatie.

Eindverslag

12 12

Afstudeerstage verslag

4.1 Invloed kosten op controlsysteem


Vertrouwelijke informatie.

Eindverslag

13 13

Afstudeerstage verslag

5 Bepalen slijtage en kapot gaan motor


In dit hoofdstuk wordt uitleg gegeven over hoe het slijten en kapot gaan van de motor bepaald kan worden. Hiervoor worden de parameters, de apparatuur die deze parameters kunnen meten (met algemene uitleg over het werken met de apparaten) en methodes om de motorgegevens te analyseren weergegeven.

5.1 Parameters motor


Er zijn een aantal parameters waarmee de status van de motor kan worden bepaald. Voor onderzoek zijn er methodes bedacht die indicaties kunnen geven van de motor. De eerste parameter is de trilling van de motor. Deze kan worden gemeten en door dit te analyseren is er een grote kans het probleem te vinden. Dit is omdat veel storingen hun eigen soort trilling hebben en dit geanalyseerd kan worden. De tweede parameter is het stroomverbruik. Hiermee kan de ernst van beschadigde of gebroken rotorstaven worden bepaald. Het stroomverbruik hangt af van de situatie. Dit ligt aan het gevraagde vermogen, maar ook de omstandigheden die invloed hebben op de installatie. De derde parameter is infraroodstraling (thermografische meting). Elk object zendt infraroodstraling uit. Dit kan zichtbaar worden gemaakt. Hiermee kan wrijving in de lagers gedetecteerd worden en de elektrische componenten kunnen worden gecontroleerd. Het is dus handig om de motoren te controleren. De vierde parameter is geluid in decibel (dB). Deze heeft veel gemeen met het meten van trillingen en maakt gebruik van ultrasound geluidgolven. De laatste manier om de conditie van de motor te bepalen is door het analyseren van olie, wat als smeermiddel wordt gebruikt. Bij olie analyse wordt er onderzoek gedaan naar de status van olie. Olie is in goede staat als het helder is. Als het wazig wordt, kan dit duiden op water, was of koelmiddel of op een incompatibel smeermiddel. Voor verder analyses moet er een monster worden genomen en dit moet op een lab worden onderzocht. Hierbij wordt onderzocht wat voor materialen er aanwezig zijn en wat de oorzaak hiervan kan zijn. Er moet worden bijgehouden bij wat voor machine het onderzoek wordt gedaan en van welk onderdeel. Zo kan er een olie rapport worden opgesteld en een beeld worden gecreerd van wat het probleem kan zijn. Door vervolgens de trends te bepalen, is het mogelijk om hieruit conclusies te trekken en de olie analyse te verbeteren. Bij het nemen van monsters moet ervoor gezorgd worden dat het op een vaste plaats en op een regelmatig tijdstip gebeurt. Dit zorgt voor een betrouwbaar resultaat. Het uitvoeren van olie analyses zal bij airfan installaties moeilijk zijn. Hiervoor zal de installatie stil moeten worden gelegd en moet deze deels uit elkaar worden gehaald om bij de olie te kunnen. Om deze reden zal deze analyse techniek niet verder worden onderzocht.

5.2 Meetapparatuur
Trillingsmetingen De Fluke 810 is gemaakt om diagnoses te stellen over onbalans, loszitten, verkeerde uitlijning en lagerproblemen en is ook bedoeld voor het analyseren van motoren, ventilatoren en riemkettingaandrijvingen. Dit is waar dit project over gaat en in combinatie met de kwaliteit die dit apparaat levert, wordt de Fluke 810 aangeraden. De kosten van dit apparaat zijn 8235,- en het is te verkrijgen bij distributies van Fluke. Voor het meten van trillingen zijn er trillingsmeters. Voor het meten moeten er trillingsopnemers worden geplaatst op of in de buurt van de lagers van de motor. De trillingsmetingen kunnen worden uitgevoerd door spectrumanalyse (frequentiedomein) en het gemeten signaal zelf (tijdsdomein). De trillingsmeter zal machine paramaters opvragen. Deze parameters zijn type motor (AC of DC), variabele frequentie (in geval AC motor dus ook voor de airfan installaties), rotatiesnelheid (RPM), nominaal vermogen, horizon of verticaal geplaatste motor, het type lagers en is de motor vrijstaand. Als de motor niet vrijstaand is zal er gevraagd worden waaraan de motor gekoppeld is en hoe. Daarna kan er op measure worden gedrukt om te meten.

Eindverslag

14 14

Afstudeerstage verslag

Om conclusies te trekken die de waarheid boven water halen, moet er veel kennis zijn opgedaan om de spectrums en grafieken te kunnen lezen. Hiervoor zijn opleidingen die gevolgd kunnen worden. Er zijn twee niveaus en de totale kosten bedragen 5400,-. Voor niveau n wordt 2400,- betaald. Als niveau twee ook behaald moet worden, moet er 3000,- betaald worden. De trillingsmetingen kunnen voor verschillende situaties worden gebruikt. Zo kan het voor n maal gebruikt worden, om de condities te bepalen, bij het bepalen van een probleem welke dan aanwezig is en het periodiek bewaken, zodat de machine in een zo goed mogelijke conditie verkeert. Een voordeel van dit apparaat is dat er een cd is toegevoegd. Deze bevat een programma voor de computer waarin de trillingsanalyse kan worden uitgevoerd en ook de infrarood foto kan worden toegevoegd. Andere mogelijke meters zijn (deze zijn vergeleken met de Fluke 810, maar zijn niet gekozen): Svan 956: Het meten wordt op dezelfde manier uitgevoerd. Kan machineconditie bewaking uitvoeren, maar is hier niet specifiek op gericht. Kan ook gebruikt worden voor algemene trillingen. Kosten voor dit apparaat zijn 3140,-. Voor het analyseren zal in dit geval nog een programma moeten worden aangeschaft. VibChecker: is een simpele trillingsmeter die minder functies heeft. Heeft n sensor die tegen het object (motor) worden aangedrukt. Er zal dan een stuk kwaliteit worden ingeleverd, maar de prijs is aantrekkelijker, namelijk 995,-. Trillingsmetingen kunnen ook continu worden uitgevoerd. Dit wordt gedaan door proximity sensoren (contactloos) op de motor, op de lagers te plaatsen. Deze staan 90 uit elkaar en 45 vanuit de top. Het meten wordt ten opzichte van de as gedaan. Met de gebruikte sensoren kan het toerental ook bepaald worden. Door het aantal tanden, het tellen van de tanden die voorbij komen en het opmeten van de tijd kan het toerental worden bepaald. Verder is er nog een sensor die meet onder wat voor hoek de motor op een bepaald moment zit. Er is een kuil gemaakt in de rotor. Dit is 0. Een sensor staat gericht op de lager en als de kuil voorbij komt is het 0. Er zijn twee verschillende continu metingen. Er is een simpele (huisbewaking) en een complexe. Bij de simpele worden de trillingen in de gaten gehouden. Als er op een bepaald moment te veel wordt afgeweken van deze trillingen zal er een signaal worden gegeven. Dit signaal geeft aan dat het systeem te veel gaat trillen. Een medewerker zal moeten reageren en ter plekke metingen gaan doen en uitzoeken wat de oorzaak is. Deze meting wordt gebruikt voor veiligheid. Het complexe systeem zorgt voor veel meer informatie dan alleen een melding. In dit systeem worden alle gemeten gegevens naar een computer gestuurd en kunnen de gegevens direct worden geanalyseerd. In het programma waarin de analyses uitgevoerd worden, zijn grafieken gemaakt. De tijd dat een nieuw punt wordt vastgelegd, hangt af van de trillingen. Als er geen of minimale veranderingen zijn, zullen er geen nieuwe punten worden getekend in de grafiek. Als de waardes veranderen, wordt het punt vanzelf getekend. De maximale en minimale verandering, zonder dat er een nieuw punt wordt getekend in de grafiek, kunnen worden ingesteld. Verder kan de analist ook nog aangeven wanneer er een persoonlijke melding komt naar de computer. De enige die het dan ziet, is de analist zelf. Dit kan dus in een heel vroeg stadium zijn. Mocht er dan een melding zijn, kan de waarde nog een keer verlegd worden en zo kan de trend van de installatie worden bijgehouden. Door het gebruik van dit complexe systeem is het mogelijk om machines die een hoge efficintie moeten halen continue te voorzien van controle en er kan dan direct worden ingegrepen. Bij deze techniek zal er bepaald moeten worden hoeveel airfans er onder controle moeten blijven. Aan de hand van dit in combinatie met hoeveel plekken er gecontroleerd moeten worden op n installatie kunnen de kosten bepaald worden.

Eindverslag

15 15

Afstudeerstage verslag

Het meten van trillingen van een machine moet op een aantal plaatsen worden gedaan om een totaal beeld te krijgen. Zo moet er vanaf een punt, 45 graden links en recht gemeten worden. Dit wordt op de koppen van de motor gedaan. Daarnaast moet er nog een axiale meting (loodrecht op de lengterichting van de as) worden uitgevoerd. In Figuur 5.1: meetpunten motor wordt aangewezen waar de meetpunten zijn.

Figuur 5.1: meetpunten motor

Een aantal eisen aan het meten zijn. Zo dicht mogelijk bij de lagers de trillingen meten. Zorg ervoor dat er niet gemeten wordt boven holtes of op een dunne plaat. Dit kan zorgen voor vervorming van het signaal. Voer op de hierboven aangegeven punten metingen uit. Dit kan een duidelijker beeld geven wat de oorzaak is van de trillingen. Markeer de punten waar er gemeten is. Zo kan voor de volgende meting op dezelfde plaats worden gemeten. Stroommeting Door stroommetingen te doen, kunnen er trends worden bepaald die betrekking hebben op de gevraagde stroom. Hierbij moet er rekening worden gehouden met de windsnelheid en de windrichting. Dit is van belang omdat de airfans wind kunnen opvangen en dus meer of minder stroom gaan vragen. Het meten van de stroom kan worden gedaan met een ampretang. Deze moet om n van de drie fasen van de motor worden geplaatst. Thermografische meting Het meten van de temperatuur zorgt ervoor dat de warmteverschillen worden getoond. Hierbij kan bijvoorbeeld geconcludeerd worden dat er een elektrische aansluiting niet goed is aangesloten of dat de lagers te warm worden door wrijving. Een voorbeeld hiervan is te vinden in Figuur 5.2: thermografische foto.

Figuur 5.2: thermografische foto

Eindverslag

16 16

Afstudeerstage verslag

Toepassingen kunnen zijn oververhitting van de motor, slijtage in lagers, onbalans in v-snaren, contact tussen rotor en afscherming en een slecht contact bij elektrische aansluitingen van de motor. Van de hiervoor genoemde problemen kunnen fotos worden gemaakt. Voor het meten van de temperaturen is er een meter. Het werkprincipe is, van verschillende types, hetzelfde. Onzichtbare stralen (infraroodstraling) worden door een camera gefotografeerd. Het beeld wordt weergegeven op het apparaat zelf. Aangezien er weinig verschillen tussen de apparaten zit en de kosten bepaald worden door de mogelijkheden die het apparaat bevat is hier een overzicht gegeven van een aantal thermografische meters. De Fluke TI32 is de duurste, maar is gericht op het werk in fabrieken en wordt in dit verslag aanbevolen. Fluke TI32: 8495,- getest op vallen op twee meter hoogte. Fluke TI9:2995,Nieaf-Smitt NI IR 6010: 3285,Ook voor het professioneel aflezen van een thermografische foto is er een opleiding elektrische thermografie. Hierbij wordt geleerd hoe de foto geanalyseerd moet worden en welke inspecties er uit gevoerd kunnen worden. De kosten van deze cursus zijn 625,-. Het voordeel van deze meting is dat het contactloos kan worden uitgevoerd. Zo kunnen moeilijk bereikbare plekken en spanningsvoerende objecten toch gemeten en geanalyseerd worden. Geluidsmeting Door het meten van geluidstrillingen kunnen vroegtijdig lagerschade en smeerproblemen worden gedetecteerd. Een smeerprobleem kan zijn dat er te weinig of te veel olie gesmeerd wordt. Voor geluidsmetingen worden ultrasound geluidgolven gemeten. Ultrasound is een korte geluidsgolf met een hoge frequentie. Door deze eigenschappen is het mogelijk om alleen de geluiden te meten die er gemeten moeten worden. Achtergrondgeluiden kunnen er dus worden uitgefilterd. Er zijn twee soorten meters. Analoge en digitale meters. De analoge meters meten het geluid op en luisteren naar de kwaliteit van het geluid. De digitale doet dit ook, maar heeft als optie om geluid en data analyses uit te voeren. In dit geval zal de digitale meter gebruikt moeten worden om trends te kunnen bepalen. Schade kan bepaald worden aan de hand van het aantal decibel (dB) die gemeten worden. Zo is er een basis waarde als er geen schade is. Als er 8dB boven de basiswaarde wordt gemeten zal dit wijzen op smeerproblemen. Vanaf 12dB boven de basiswaarde wordt lagerschade gedetecteerd. Dit is het begin van lagerschade. Als de waarde omhoog gaat, zal lagerschade erger zijn. Tussen de 35 en 50dB boven de basiswaarde geeft aan dat de lagers ernstig beschadigd zijn. Mogelijke meters voor het meten van geluid zijn: Ultraprobe 10.000 SDT ultrasone geluidsmeter De SDT ultrasone geluidsmeter is een digitale meter, maar heeft geen optie om spectrums af te lezen. Daarom is het advies om voor geluidsmetingen de Ultraprobe 10.000 te gebruiken. Deze meter heeft een spectra analyse software waarmee analyses kunnen worden uitgevoerd. De Ultraprobe 10.000 kost $13995 (ongeveer 9700,-). Ook in dit geval is er een cursus waarvoor 3605,- betaald moet worden. Bij het meten is het de bedoeling dat er begonnen wordt met maximale gevoeligheid. Als de meting is uitgevoerd, moet er gezocht worden naar het luidste punt. Als het geluidniveau stijgt, is het moeilijk om te volgen. Door de gevoeligheid te verlagen, is het mogelijk om het geluid weer duidelijk op het beeld te krijgen en zo is het signaal weer te volgen. Voordelen van het gebruik van geluidsmetingen is dat lagerschade en smeerproblemen eerder kunnen worden gedetecteerd dan bij andere meettechnieken. Het nadeel is dat het heel specifiek is en andere meettechnieken kunnen deze techniek vervangen. Naast deze techniek moeten er dan nog andere technieken worden toegepast om een totaal analyse te kunnen uitvoeren.

Eindverslag

17 17

Afstudeerstage verslag

5.3 Methode problemenanalyse


Er zijn meerder analyses die kunnen worden uitgevoerd om het probleem op te sporen. Het is logisch dat het gebruiken van meerdere analyses een beter beeld zal geven van het probleem en van wat de oorzaak is. Verschillende analyses die gedaan kunnen worden zijn: Spectrumanalyse en signaalanalyse Machine condities bepalen (trendanalyse) Transintmeting Trackingsanalyse Excitatiemetingen ODS-metingen (Operational Deflection Shape) Fundatie-/resonantieonderzoek Stroomonderzoek Thermografie Lagerschade-analyse Van Transintmeting tot Lagerschade-analyse wordt Trouble shooting genoemd. Het probleem is hierbij al aanwezig. Het probleem heeft dus niet voorkomen kunnen worden en op deze manier kan de oorzaak van de storing achterhaald worden. Deze technieken worden dus ook niet gebruikt voor het controlsysteem, maar worden wel uitgelegd als extra informatie voor het geval er wel een probleem ontstaat. De keuze welke techniek gebruikt wordt, hangt sterk af van de omschrijving van de storing. De omschrijving wordt erbij gepakt en er wordt bekeken welke techniek de bron zou kunnen detecteren. Daarnaast kan de meettechniek ook worden bepaald door de standaard uitgevoerde trillingsmetingen te bekijken. De mogelijkheid bestaat dat er voor n storing meerdere meettechnieken nodig zijn om de bron te vinden. Hieronder worden de verschillende technieken uitgelegd. Voor thermografie is de informatie terug te vinden in hoofdstuk 5.2 Meetapparatuur. De stroommeting die hier te vinden is, is een andere metingen dan het stroomonderzoek. Het stroomonderzoek wordt hieronder uitgelegd. Spectrumanalyse en signaalanalyse Zoals al eerder in dit hoofdstuk is aangegeven, moeten de gegevens van de trillingsmetingen, die in een spectrum en grafieken staan, geanalyseerd worden en hiervoor is een opleiding voor nodig. Mogelijke fouten die achterhaald kunnen worden door het spectrum en de grafieken te kunnen lezen zijn onbalans, lagerbeschadigingen, tandwielbeschadigingen, uitlijnfouten, spelingen, losheid, resonantie, riemproblemen en elektrische problemen. Doordat het mogelijk is om zo veel verschillende problemen te vinden, is dit n van de meest doeltreffende manieren om problemen op te lossen bij roterende machines. Een aantal problemen die geconstateerd worden door trillingsmetingen zijn: Trillingen met een frequentie boven dat van het toerental (trillingen door rotatie) geeft aan dat er uitlijnproblemen zijn. Als er pieken zijn in het spectrum zal er lagerschade zijn. De piek is de plaats waar de schade het meetpunt passeert. Ten opzichte van het nul punt (dat aangeduid wordt met een gleuf) kan de exacte positie worden bepaald. Trillingen die hoger zijn als 100 Hz zullen ontstaan door elektrische problemen. Machine condities bepalen (Trendanalyse) Bij deze manier van analyseren worden er periodiek metingen uitgevoerd waarbij de toestand van de machine wordt bijgehouden. Door de condities van de machine periodiek bij te houden, kan slijtage vroegtijdig worden gedetecteerd en het verloop van de slijtage kan daarna worden bijgehouden. Door deze gegevens kan er gericht en gepland onderhoud worden gepleegd. Van deze manier van meten mag niet alleen uitgegaan worden, omdat de totaal waarden bij een

Eindverslag

18 18

Afstudeerstage verslag

lagerbeschadiging niet of nauwelijks zullen veranderen. De trend wordt bepaald door de totaal waarden. Daarom moeten, bij machine condities bepaling, de trends worden geanalyseerd. De periode die ligt tussen de metingen is niet direct een bepaalde tijd. Er zijn een aantal factoren die hierbij een rol spelen. Denk hierbij aan belasting, draaiuren, vervuiling en hoe belangrijk het is dat de motor door schade niet uitvalt. Vanaf hier worden in de rest van dit deelhoofdstuk de technieken uitgelegd die gebruikt kunnen worden om de bron van een storing op te sporen. Dit is extra informatie en zal niet worden toegepast in het controlesysteem. Transintmeting Bij transintmetingen wordt er een trillingssignaal met een hoge frequentie gemeten. Bij een bepaalde schade hoort een bepaalde frequentie. Elke schade heeft zijn eigen frequentie. Door deze frequenties te analyseren, kan er aangegeven worden wanneer welke verandering plaats vindt. De meting wordt uitgevoerd bij trillingsniveaus die niet constant zijn. Zo wordt het gedaan bij het opstarten, opvoeren en tijdens het doorverwarmen van een machine om te bepalen of er direct al fouten aanwezig zijn. Ook wordt dit gedaan bij variaties van de temperatuur, belasting en producten. Trackingsanalyse Bij deze manier van analyseren worden gefilterde onbalans trillingen en een fase referentie, voor vergelijking, gemeten. Dit wordt bij het opstarten of uitlopen van de motor gedaan om het werkgebied geheel te bestrijken. Zo kunnen er verschillende niveaus worden bepaald van de onbalans. Met deze analyse techniek kunnen ook resonantie- en fundatieproblemen voorkomen worden. Hierbij wordt er bekeken wat het trillingsniveau doet bij verschillende toerentallen en of er enige eigenfrequentie het trillingsniveau versterkt. Door deze techniek kan er rekening worden gehouden met de kritische gebieden en deze zo veel mogelijk te ontwijken. Excitatiemetingen Voor deze meting moet de machine stil worden gezet. Met een excitatiehamer wordt de machine aangeslagen en de trilling kunnen dan weer worden gemeten met de trillingsmeter. Hieruit kan weer een spectrum en signaalgrafieken worden gehaald. Hieruit kunnen de eigenfrequenties, versterkingsfactoren en faseverschuivingen worden gehaald. Met deze meting kan er bekeken worden hoe gevoelig de opstelling is voor trillingen. ODS-metingen Met ODS analyse wordt de machine nagebouwd in een driedimensionale animatie. Hierbij worden de trillingen zichtbaar gemaakt. Als er trillingsproblemen zijn, kunnen er zwakke plekken zijn. Deze komen in de animatie naar voor. Als deze bekend zijn, is het mogelijk het probleem op te lossen. Fundatie-/resonantie onderzoek Met deze analyse wordt er bepaald of er fouten zijn gemaakt in het ontwerpen of aanpassen van de constructie of toerental. Hierdoor kunnen resonantieproblemen ontstaan. Als er geen problemen zijn, dan vallen de resonantie- en eigenfrequenties niet samen. Dit onderzoek wordt ook gedaan aan de hand van trillingen en het bepalen van kritische frequenties. Stroomonderzoek Voor eens stroommeting is een aanvulling op trillingsmetingen. Er wordt eerst een trillingsmeting uitgevoerd waar een trillingsspectrum uitkomt met een hoge resolutie. Dit is een probleem en in dit geval is het lastig te bepalen hoe ernstig het probleem is. Door een stroomonderzoek uit te voeren, kan de ernst bepaald worden. Doordat er schade is, zal het koppel van de motor lager zijn. Waardoor de opgenomen stroom ook zal afnemen. De stator stroom is hierdoor gemoduleerd met de slipfrequentie. Ook zal het tijdsignaal van de opgenomen stroom ((zuivere) sinus bij 50Hz) van de drie fases worden opgenomen. Dit zal ook een modulatie hebben met twee maal de slipfrequentie.

Eindverslag

19 19

Afstudeerstage verslag

De elektrische stroom wordt door n fase gemeten met een stroomtang en met dezelfde stroomtang wordt deze omgezet naar een spanningssignaal. Door het spectrum te analyseren, zal de werkelijke mate van het probleem worden achterhaald. Lagerschade-analyse Als een lager sneller uitvalt, geeft dat aan dat de lager zich niet in een optimale situatie bevindt. In dit geval is er een reden om een onderzoek te doen naar wat de reden is dat de lagers sneller uitvallen. Een aantal redenen zijn ontwerpfouten, hogere toerentallen, hogere belasting, montagefouten en onjuist gebruik.

5.4 Toestand motor


Om de motor te analyseren, is het de bedoeling dat het zo min mogelijk invloed heeft op het proces. Als er bij een controle de motor kan blijven draaien, zal dit de voorkeur hebben. In de bovenstaande analysetechnieken kunnen de meeste metingen worden gedaan bij een draaiend systeem. Veel analysetechnieken maken gebruik van de trilling van de motor en hiervoor moet de motor draaien. Er is, zoals aangegeven, n techniek waarbij de motor stil moet staan om de meting te kunnen verrichten. Dit is bij de excitatiemetingen waar de werknemer zelf de trilling moet veroorzaken met een excitatiehamer.

5.5 Project analysetechnieken


Voor dit project moet er een systeem worden bedacht dat het kapot gaan of verslijten van de installatie kan voorspellen. Zoals aangeven is er bij Trouble Shooting een probleem met de installatie. Doordat dit geen invloed heeft op het te ontwerpen systeem zal hierover verder geen informatie worden verstrekt. Als het systeem wordt toegepast, is het een advies om deze analysetechnieken verder te onderzoek en te gebruiken om de oorzaak van het probleem vast te stellen. Voor het te ontwerpen systeem zal er gebruik worden gemaakt van een trillingsmeting, een thermografische meting en een stroommeting.

Eindverslag

20 20

Afstudeerstage verslag

5.6 Keuze controlesysteem


Voor dit ontwerp is gekozen om gebruik te maken van trillingsmetingen en thermografische metingen. Trillingsmeting en geluidsmeting geven beiden een totaal beeld af van de conditie van de motor. Door gebruik van de thermografische metingen wordt de trillingsmeting aangevuld. Deze meting kan ervoor zorgen dat de plaats, waar het probleem zich voordoet, duidelijk zichtbaar is. Zo kan het zijn dat een roterend deel langs een afscherming gaat. Op die plaats gaat de temperatuur hoger liggen als op andere plaatsen. Trillingsmetingen hebben als voordeel dat veel problemen kunnen worden gevonden door de trillingen te analyseren. Aangezien er niet veel verschillen zijn, is er gekozen voor trillingsmetingen omdat de kans op verstoringen kleiner is dan bij geluidsmetingen. Daarnaast kan cursus 1 voldoende zijn om een correcte analyse uit te voeren en is het totaal prijs interessanter..
Tabel 5.1: kostenoverzicht Meettechniek meetapparatuur 8.235 Trillingsmeting thermografische metingen Geluidsmeting

cursus

2.400 3.000 625 3.605

totaal 10.635 13.635 9.120 13.305

8.495

9.700

Om data van de stroommetingen te krijgen, hoeft Spie niets te doen. Dow controleert de installatie al met stroommetingen. Indien het nodig is kunnen deze gegevens worden opgevraagd. In dit ontwerp zal de stroommeting verder buiten beschouwing worden gelaten. Het zou, net als bij de thermografische meting, gebruikt kunnen worden als extra informatie, maar het is lastig om uit de stroommetingen af te lezen wat er aan de hand is. Dit omdat de stroom erg hoog zal worden of juist naar nul zal gaan. Vooral als de stroom omhoog gaat, kunnen er nog veel oorzaken zijn en met de andere metingen kan dit al wel gedetecteerd worden. Verder is het analyseren van de beelden te laat. De storing zal dan al aanwezig zijn. Mocht het uiteindelijk toch blijken dat het nodig is om de stroom in beeld te krijgen, kan dit bij Dow worden opgevraagd. Dan zijn er nog twee opties over voor trillingsmetingen. Er moet dus een keuze worden gemaakt tussen continue metingen of periodiek metingen. In dit geval zal Dow moeten bepalen welke airfan installaties zo belangrijk zijn dat deze niet onverwacht mogen uitvallen. In dit geval zal er gekozen worden voor continue metingen. In het geval dat er minder belang bij is, kan er gebruik worden gemaakt van periodiek metingen. Daarnaast wordt de snaarspanning ook bijgehouden met de snaarspanningsmeter en de techniek die beschreven staat in hoofdstuk 6 Snaarspanning. Zoals al een aantal keer is aangegeven is er bij dit controlsysteem voor gekozen om periodiek metingen uit te gaan voeren. Deze keuze is deels gebaseerd op de huidige situatie. Hierbij wordt geen controle uitgevoerd. Het is dus geen noodzaak om de airfan zo streng te beheren door het gebruik van continue metingen. Daarnaast zal er een werknemer naar de airfan moeten gaan en dit zorgt voor een extra inspectie van de airfan. Als uiteindelijk blijkt dat er veel winst is door het gebruik van het systeem kan het zijn dat Dow het belangrijk vindt dat er streng moet worden gecontroleerd. De investering om continue metingen te installeren kan op dat moment onderzocht en uitgevoerd worden.

Eindverslag

21 21

Afstudeerstage verslag

Het periodiek meten is dus een voortraject dat moet gaan bepalen of er winst in dit controlsysteem zit en uiteindelijk moet er dus bekeken worden of Dow hiermee tevreden is of dat er nog meer winst gemaakt moet worden. Hierdoor komt het volgende onderwerp aan bod. Dit is de kostenbaten analyse. Dit is niet in de opdrachtomschrijving vermeld, maar hier is wel naar gekeken of het mogelijk is dit toe te voegen. Uit onderzoek van de TU Eindhoven door ir. H. Toersen blijkt dat er door conditie bepalingen bij technische systemen winst wordt behaald. In Figuur 5.3: kostenvermindering door conditie bewaking is te zien dat er kostenvermindering is door het correct uitvoeren van conditie bewaking bij technische systemen. Dit kan gebruikt worden als theoretisch benadering om de kostenbaten analyse uit te voeren.

Figuur 5.3: kostenvermindering door conditie bewaking

Om de kostenbaten analyse te doen, zal Dow informatie moeten leveren over hoeveel winst er wordt gemaakt met de installatie waar airfans worden gebruikt. Ook moet inzicht verkregen worden in wat de verliezen zijn als er een airfan kapot gaat en er moet dan worden bekeken wat de uiteindelijke winst zou zijn voor Dow als het controlsysteem gebruikt zal worden. Daarna zou er pas bekeken kunnen worden wat Spie aan dit ontwerp zou hebben. Doordat Dow deze informatie niet zal geven en dit op zichzelf zelf al een groot onderzoek is, is dit verder niet uitgezocht.

Eindverslag

22 22

Afstudeerstage verslag

6 Snaarspanning
Om de airfan aan het draaien te krijgen, moet de motor aan de airfan worden gekoppeld. Er zijn hier verschillende mogelijkheden voor. Bij de koelerbanken van Dow worden snaren gebruikt om het draaien van de motor over te brengen naar de airfan. Deze snaren worden bij aansluiten op spanning gebracht. Op dit moment wordt de spanning getest door de snaar in te drukken met de vinger en dan te voelen of er ongeveer de juiste spanning op staat. Het blijkt op dit moment een goede indicatie te zijn. Als het fout zou gaan, de spanning van de snaren zou te veel of te weinig kunnen zijn, kan Dow zich afvragen of de snaren goed zijn afgesteld. Hierbij zal Spie zich niet kunnen verdedigen, omdat er geen meetbare gegevens zijn. De spanning van de snaren zal veranderen als het systeem in gebruik wordt genomen. Dit moet gecontroleerd worden en zo nodig zal er na moeten worden gesteld. Hiervoor is op het moment nog geen systeem en dit wordt dus ook niet gedaan. In dit hoofdstuk wordt omschreven welke mogelijkheden er op Dow zijn om snaren te spannen, hoe de spanning van de snaren kan worden gemeten, wat de meest effectieve spanning is en een optie voor het systeem dat het controleren moet organiseren. Het spannen van snaren is erg belangrijk. Een hoge en een lage riemspanning zullen zorgen voor problemen. Bij een te hoge spanning zijn de problemen: Abnormale slijtage Extreme warmte opbouw Verharding van het rubber Barsten Voortijdig breken van de koorden Geluid Bij een te lage spanning zullen zich de volgende problemen voordoen: Slippen (glimmende flanken aan beide kanten van de riem) Geluid Extreme warmte opbouw Verharding van het rubber/barsten Riembreuk Slijtage van de schijven.

Eindverslag

23 23

Afstudeerstage verslag

6.1 Opties snaren spannen op Dow


Er is n techniek die ervoor zorgt dat snaren worden opgespannen. De optie die gebruikt wordt om snaren te spannen op Dow is een heel simpel concept. De airfan zit op een vaste plaats, maar voor de motor is dit anders. De motor zit dan ook zo geplaatst dat de afstand tussen de airfan en de motor kan worden afgesteld. Dit wordt gedaan met een sleuf waar de motor bevestigd wordt. In Figuur 6.1: snaren spannen is te zien hoe het systeem werkt. De motor wordt door de snaren met de airfan verbonden. De motor kan tussen het zwarte gedeelte (de sleuven) worden vastgezet.

Figuur 6.1: snaren spannen

Eindverslag

24 24

Afstudeerstage verslag

6.2 Optie spanning meten van snaren


Voor het meten van de spanning zijn er verschillende type meters. Hieronder staan een aantal type meters met hun voor- en nadelen beschreven. Vervolgens zal er een advies komen welke spanningsmeter het best gebruikt kan worden. Ook is er onderzocht of er gebruik wordt gemaakt van automatisch spannen in de industrie. Uit dit onderzoek is gebleken dat het automatisch spannen van snaren in de industrie niet wordt toegepast, omdat de positie van de motor bepaalt wat de spanning is van de snaren.

6.2.1 Sonische spanning meter 507C


Deze spanningsmeter meet de natuurlijke frequentie van geluidsgolven. De geluidsgolven worden opgewekt door zacht op de riemspan te tikken. Bij het meten moet de riem stil staan. Hiervoor moet de installatie worden uitgeschakeld. De spanning van de riem wordt daarna weergegeven. Voor het meten moeten er een aantal gegevens worden berekend en ingevuld. Het eenheidsgewicht moet worden berekend. Hiervoor zijn een aantal factoren, die te vinden zijn in de datasheet van deze meter, bepaald. Een ander gegeven dat moet worden ingevuld is de riembreedte of het aantal ribben. Dit ligt eraan welke snaar er gemeten wordt. Als het synchrone snaren zijn, moet de breedte in millimeters worden ingevuld. Als het V-snaren zijn moet het aantal ribben ingevuld worden. Daarna moet de spanlengte nog worden bepaald. Dit is de afstand tussen de contactpunten van de riem met de tandwielen of schijven. Dit zou gemeten kunnen worden, maar dit is niet zo nauwkeurig als berekenen en dit geeft dan ook de voorkeur. De formule hiervoor is te vinden in Figuur 6.2: formule spanlengte. De kosten voor dit apparaat zijn 780,92.

Figuur 6.2: formule spanlengte

Bij het meten moet er opgelet worden dat de sensor de riem niet raakt (ongeveer 1cm afstand). De spanning kan worden weergegeven in Kg, Ib of N. Voordelen: Geschikt voor luidruchtige of winderige omgevingen (inductieve sensor wordt dan aanbevolen. Dit is een optionele accessoire) Een accessoire is een oscillator die frequentie genereert (nauwkeurig meten). Flexibele sensor Voorzien van tips om de meting nauwkeurig uit te voeren Nadelen: Invullen riembreedte of aantal ribben kan verkeerd gaan.

6.2.2 BTM-400PLUS
De BTM-400PLUS meet de frequentie van de vibrerende band. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een rode lichtbron. Dit apparaat is geschikt voor het meten van de spanning van platte snaren, Vvormige snaren, geribbelde snaren en lederen snaren. De natuurlijke frequentie wordt gemeten en de spanning wordt dan weergegeven in Newton of ponden.

Eindverslag

25 25

Afstudeerstage verslag

Voor het meten moeten een aantal gegevens worden ingevuld. Deze zijn nodig om de spanning te kunnen berekenen. Dat is het rechte gedeelte, van de snaar, waarop gemeten wordt, te zien in Figuur 6.3: meetpunten. De andere waarde die ingevuld moet worden, is de dichtheid van het type snaar dat gebruikt is zie Figuur 6.4: typische snaar dichtheden. Hierna kan de spanning worden gemeten. Kosten voor dit apparaat zijn 714,-

Figuur 6.3: meetpunten

Figuur 6.4: typische snaar dichtheden

Voordelen: Te gebruiken in productie en veldtoepassing (dus op Dow) Geen hinder van omgevingsgeluid of magnetisch velden Meten kan op plekken met weinig meetruimte Nadelen: Nauwkeurigheid hangt af van ingegeven waarden (falen van mensen) Gebruikstemperatuur 10 tot 50C (buitentemperatuur kan lager zijn)

6.2.3 Krikit
De Krikit is een handgereedschap dat zelf moet worden ingesteld. De snaar komt in de Krikit te liggen en wordt naar beneden getrokken zodat de snaar strak staat. De spanning van de snaar kan uitgelezen worden in kg en lbs (pond). De Krikit is er in verschillende uitvoeringen. Zo kunnen er verschillende soorten Gates snaren worden gemeten.

Eindverslag

26 26

Afstudeerstage verslag

Figuur 6.5: Krikit

Voor V-snaren kan er gebuikt worden van de Krikit 1 en voor multiribriemen de Krikit 2 (tot 70kg) en Krikit 3 (van 70kg tot 150kg). De Krikit 1,2 en 3 worden door hmc-international aangeboden voor $17,- per stuk. Voordelen: Eenvoudig af te lezen Eenvoudig te gebruiken Geen omrekeningen Goedkoop Nadelen Heb verschillende meters nodig Menslijk falen (verkeerd aflezen, verkeerd overschrijven en verkeerd invoeren in systeem)

6.3 Advies
De sonische spanningsmeter 507C heeft als voordeel dat er alles aan gedaan wordt om zo precies mogelijk te kunnen meten. Zo zijn er tips, een oscillator en een inductieve sensor om in alle situatie te kunnen meten. De BTM-400 PLUS levert alleen een apparaat dat meet met omschrijving. De Krikits zijn natuurlijk goedkoop, maar deze is niet digitaal. Dit is wel waar naartoe gewerkt moet worden. Ook om de kans op fouten te maken te verkleinen, is het handig om een digitale meter te hebben die de gegevens onthoudt. Daarom is het advies om een sonische spanningsmeter 507C te gebruiken voor snaarspanning metingen.

Eindverslag

27 27

Afstudeerstage verslag

6.4 Instellen spanningswaarde snaren


Voor het instellen van de snaarspanning zijn er waardes die worden aangeraden. Spie maakt gebruik van snaren van het bedrijf Gates. In Figuur 6.6: juiste snaarspanning zijn deze spanningen te vinden voor de verschillende snaren. De juiste snaarspanning kan ook worden berekend. Dit wordt gedaan aan de hand van ontwerphandboeken die te koop zijn. Als er geen gebruik wordt gemaakt van een standaard snaar, kan het zijn dat er geen gegevens van bekend zijn. Dan heeft de sonische spanningsmeter 507C een geheugen waarin de gegevens kunnen worden opgeslagen. Deze zullen dan worden gebruikt als standaard. De snaar moet dan worden opgespannen tussen spanklemmen. De frequentie moet dan worden opgemeten bij verschillende spanningen.

Figuur 6.6: juiste snaarspanning

Eindverslag

28 28

Afstudeerstage verslag

6.5 Controleersysteem voor snaren


Er zijn twee stappen die genomen kunnen worden om met het nastellen, de snaren een langere levensduur te geven en de mogelijkheid om op tijd de snaren te vervangen. De eerste stap is het nastellen van de snaren na het monteren en nadat de airfan gedraaid heeft. De tweede stap die genomen kan worden is het controleren van de snaarspanning na een tijd die bepaald moet worden.

6.5.1 Nastellen
Het nastellen van de snaren moet gebeuren nadat de airfan gedraaid heeft. De motor moet stil gezet worden om de spanning van de snaren te kunnen meten en vervolgens moet de spanning worden gecontroleerd. Het kan zijn dat de snaren losser zijn gekomen door het draaien en dit kan dan weer zorgen voor slippen, geluid, extreme warmteopbouw, verharding van het rubber/barsten, riembreuk en slijtage van de schijven. De producent van de snaren geeft aan dat het nastellen het best gedaan kan worden na 24 uur aandrijven. Is dit niet mogelijk, is het altijd nog beter om de snaren een kortere tijd te laten draaien en daarna nog een keer na te stellen. Zorg dat het draaien onder volle belasting gebeurt. Bij het nastellen zal eerst de spanning in de huidige situatie gemeten moeten worden. Daarna moet er gekeken worden of de snaarspanning is veranderd en zal de waarde als deze buiten de juiste snaarspanning waardes valt worden aangepast.

6.5.2 Routinecontrole snaarspanning


Doordat het gebruikte materiaal kan slijten en het materiaal een bepaalde rek heeft, zal dit over een langere periode kunnen zorgen voor een minder effectieve spanning van de snaren. Wat weer zorgt voor minder overdracht van het roteren van de motor. Om dit beter tot verbeelding te krijgen is in Figuur 6.7: kans op falen, de kans op falen uitgezet tegenover de tijd. Hierbij is te zien dat de kans dat het systeem faalt in het begin groot is. Dit kan zijn door het niet goed plaatsen van de snaren. Bij 2 is de kans op falen heel laag. Het is de bedoeling dat in deze periode het controleren van de snaren wordt gestart. Het starten van de metingen kan bepaald worden uit data die bekend is uit oude gegevens. Als de 2000 dagen uit hoofdstuk 3.1 Analyseren oude gegevens gehaald worden, kan er gezegd worden dat de metingen worden gestart na bijvoorbeeld 1800 dagen. Zo wordt voorkomen dat de installatie niet continue moet worden stil gelegd voor het meten van de snaarspanning. Door direct de waarde te vergelijken met de oude laatst gemeten waarde bij het nastellen en de status van de snaren (slijtage constateren met het oog) kan er gekozen worden om de snaren te vervangen of de snaren nog een tijd te laten zitten. Als er uiteindelijk een duidelijke trend zit in het moeten vervangen van de snaren kan de trend worden gebruikt voor het vervangen van de snaren. Vanaf punt 3 krijgen de snaren veel slijtage en kunnen dan geconstateerd worden omdat het controleren al begonnen is bij punt 2.

Figuur 6.7: kans op falen

Voor routine controle moet de tijd bepaald worden wanneer er gecontroleerd moet worden. Voor elke type snaar moet dan bepaald worden, hoelang het duurt voordat de spanning op de snaren verandert. Dit kan gedaan worden door de gegevens van de nieuwe snaar te bewaren. Deze

Eindverslag

29 29

Afstudeerstage verslag

gegevens zijn type, waar geplaatst, wanneer geplaatst en de spanning van de snaar. Vervolgens moet er bijvoorbeeld elk jaar (tijd kan zelf gekozen worden) gekeken worden naar hoe het staat met de spanning van de snaar. De totale tijd wordt bijgehouden. Op het moment dat de spanning buiten de aangegeven waardes in Figuur 6.6: juiste snaarspanning gaat, moet er een nieuwe snaar geplaatst worden. In eerste instantie kunnen de oude gegevens die in hoofdstuk 3.1 Analyseren oude gegevens worden opgehaald die gebruikt kunnen worden als richtlijn. Hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat onderhoud een bepaalde reden kan hebben en dat tijden tussen onderhoud veel kunnen verschillen. Er moet dus bekeken worden welke waardes er dicht bij elkaar liggen en welke waardes weg gefilterd moeten worden. Als dit niet gedaan wordt, zal dit zorgen voor meer meetmomenten waarbij de installatie moet worden stil gelegd. In Figuur 6.8: bepalen levensjaren snaren is een schematisch overzicht van deze acties te zien. De waardes kunnen in het Excel programma (Tabel 6.1:snaarspanning meten Excel bestand) worden ingevuld. Het aantal dagen worden bijgehouden. Dit gedeelte van controle kan buiten de andere programmas gehouden worden omdat dit een voorbereiding is voor het programma en zal na een tijd niet meer nodig zijn. In het programma kan het gemiddelde, de maximale en de minimale snaarspanning worden bepaald.

Figuur 6.8: bepalen levensjaren snaren Tabel 6.1:snaarspanning meten Excel bestand begin eind spanning spanning spanning Locatie: datum datum: meting 1 meting 2 meting 3

type snaar:

spanning meting 4

spanning meting 5

tijd #WAARDE! #WAARDE! #WAARDE!

gem. 0 0 0

max. 0 0 0

min. 0 0 0

Opmerking: Snaarspanning in Kg

Eindverslag

30 30

Afstudeerstage verslag

Met de gemiddelde levensjaren van de snaren van een airfan installatie, kan een programma ervoor zorgen dat de datums voor het controleren niet meer moeten worden bijgehouden, want dat zal het programma doen. Hiervoor moet er een database komen waarbij de jaren worden onthouden per airfan. De flowchart van een programma dat als database kan fungeren is te vinden in Figuur 6.9: flowchart database invullen. Het personeel moet dan alleen de gegevens invullen die gevraagd worden. Het programma zal de rest doen.

Figuur 6.9: flowchart database invullen

Eindverslag

31 31

Afstudeerstage verslag

Met al deze waardes kan er bepaald worden wanneer er een controle moet worden uitgevoerd. In Figuur 6.10: flowchart melden onderhoud is een flowchart te vinden die hiervoor zorgt. Het programma kijkt wanneer de periode verstreken is. Als deze tijd verstreken is, zal er een melding komen dat er een controle moet worden uitgevoerd. Het programma zorgt ervoor dat alle type snaren worden gecontroleerd. Een extra optie is om een aantal dagen van te voren een melding te geven dat er binnenkort en controle en misschien onderhoud moet worden gepleegd zodat dit ingepland en voorbereid kan worden. De dagen worden elke keer opgeteld met de periode die nodig is voor de volgende controle of onderhoudsbeurt. Op deze manier kan er periodiek worden gemeten. De getallen blijven staan van het vorig programma waarvan de flowchart is te vinden in Figuur 6.9: flowchart database invullen.

Figuur 6.10: flowchart melden onderhoud

Eindverslag

32 32

Afstudeerstage verslag

Als er wijzingen worden aangebracht aan de snaren, moet dit ook gemeld worden aan het programma. Zo is de data up to date. Dit wordt gedaan door de locatie in te vullen waar de wijzigingen zijn aangebracht. Vervolgens wordt deze locatie door het programma opgezocht en kunnen de oude gegevens worden aangepast. Het flowchart diagram is te zien in Figuur 6.11: flowchart wijzigingen.

Figuur 6.11: flowchart wijzigingen

Eindverslag

33 33

Afstudeerstage verslag

Het kan zijn dat er een nieuwe airfan installatie wordt geplaatst op Dow. Er moet dan een mogelijkheid zijn om deze in te voeren in het systeem en dit mag niet worden overgeschreven op een bestaande installatie. In Figuur 6.12: flowchart nieuwe airfan installatie is het flowchart diagram te vinden die weergeeft hoe dat kan worden gerealiseerd.

Figuur 6.12: flowchart nieuwe airfan installatie

Met deze flowchart is een basis gelegd voor het maken van een C++ programma. Het totale programma is uitgewerkt en terug te vinden in bijlage 2.

Eindverslag

34 34

Afstudeerstage verslag

6.5.3 Routinecontrole van snaren


In dit deelhoofdstuk wordt uitgelegd wat er gecontroleerd moet worden tijdens een routinecontrole. Dit kan gelijk gedaan worden met de controle van de snaarspanning. Er zijn een aantal onderdelen die onderzocht kunnen worden en betrekking hebben op de gesteldheid van de snaren. Deze onderdelen zijn het controleren van de afscherming van de snaren, het controleren van de snaren en de controle van de poulies waar de snaren op liggen. Als deze controles worden uitgevoerd, is de kans dat de snaren langer blijven leven groter. Controleren van de afscherming van de snaren. Voor het controleren van de afscherming kan er gebruik worden gemaakt van de thermografische meter. Hiermee kan worden bekeken of er contact is tussen de snaren en de afscherming. Verder zijn er mogelijkheden om te kijken en te bepalen of n van de volgende factoren van toepassing is. Hierbij moet er worden bekeken of vuil zich opstapelt tegen de afscherming. Als dit zo is, moet dit verwijderd worden. Door het vuil zou de temperatuur in de afscherming niet weg kunnen en zal die oplopen. Dit kan zorgen voor een kortere levensduur van de snaren. Als er vet of olie op de afscherming drupt, verwijder dit dan en probeer het lekken tegen te gaan. Het vet of olie zal de rubbers aantasten. Hierdoor kunnen de snaren gaan zwellen, vervormen en dat resulteert weer in een kortere levensduur. Als laatst moet er, bij de afscherming, gecontroleerd worden of de afscherming niet in contact staat met de aandrijfonderdelen. Dit kan gedaan worden door te kijken naar slijtage en beschadiging van de afscherming. Controleren van de snaren. De snaarspanning is niet het enige dat gecontroleerd kan worden aan de snaren. Door een snaar zelf te controleren, zonder apparatuur kunnen er ook problemen ontdekt worden. Als het niet mogelijk is om de snaar beet te pakken vanwege de warmte zal er waarschijnlijk een probleem zijn. Controleer tegen welke temperatuur de snaar beschermd is en probeer de mogelijke oorzaak te bepalen daarna kan er door gegaan worden met controleren. De snaren moeten worden vervangen als er barsten of uitgerafelde stukken te zien zijn, snaren ongewone slijtage ondergaan en als de snaren tanden verloren hebben (indien van toepassing). Controleren van de poulie. Het controleren van de poulie kan alleen gebeuren als de snaren van de aandrijving zijn gehaald. De poulie kan worden gecontroleerd op slijtage (glanzend effect) of schade. De slijtage is niet altijd te zien. Hiervoor kunnen schijfmallen worden gebruikt. Hiermee is de slijtage te meten. Maak daarna de poulie schoon met een doekje. Door deze simpele acties uit te voeren kan slijtage vertraagd worden en de levensduur van de snaren verlengd worden.

Eindverslag

35 35

Afstudeerstage verslag

7 Het controlsysteem
Voor het ontworpen systeem dat bestaat uit trillingsmetingen, thermografische metingen en het onderhouden en meten van de snaarspanning moet een controlsysteem worden bedacht om dit werk te kunnen uitvoeren en gegevens te kunnen verwerken. In dit hoofdstuk staat beschreven hoe het controlsysteem er in totaal uit ziet (het ontwerp) en hoe de informatie verwerkt gaat worden. Vervolgens wordt er uitgelegd wat de instellingen zijn van de meters en wat de range is om een acceptabele waarde te hebben voor het controlsysteem. Daarna zal er omschreven worden hoe gegevens geanalyseerd gaan worden om een betrouwbare voorspelling te kunnen doen. De manier van informatie verwerken is gecontroleerd en het ontwerp wordt getoond. Het programma waar de informatie in verwerkt wordt is terug te vinden in de bijlage 2.

7.1 Bird eye view (BEV) controlsysteem


In Figuur 7.1: Bird eye view, is het bev-overzicht van het controlsysteem, dat het kapot gaan van airfan installatie kan voorspellen, gegeven. Er zijn drie verschillende meet manieren overgebleven om het systeem te realiseren. Dit zijn trillings-, thermografische en snaar spanningsmetingen. Waar opgelet moet worden, is dat bij snaar spanningsmetingen de airfan installatie moet worden stilgezet.

Figuur 7.1: Bird eye view

Eindverslag

36 36

Afstudeerstage verslag

7.2 Basis gegevens installatie


Trillingsmetingen Elke machine heeft zijn eigen trillingsverschijnselen. Voor iedere airfan installatie zal deze bepaald moeten worden met spectrumanalyses. Door eerst een database in de trillingsmeter op te slaan en de gegevens hierin te bewaren, kunnen er trendanalyses worden uitgevoerd. Doordat de meter basisgegevens opvraagt, kan de installatie in een zo goed mogelijke positie worden gebracht. Dit houdt in dat de meter een totaal beeld krijgt van de installatie (motor gekoppeld door snaren aan een airfan). De meter geeft aan hoe ernstig de trillingsstoring is met gering, middelmatig, ernstig en extreem. Als de installatie correct is uitgevoerd, gemonteerd en de basisgegevens zijn correct ingevuld, zal de meter gering aan moeten geven. Thermografische metingen Voor het meten van infraroodstraling zijn er weinig basis gegevens nodig. Er moet bekend zijn of bepaald worden, van welke objecten, thermografische beelden genomen moeten worden. Daarnaast moet het systeem in bedrijf zijn. Kennis van zaken is dus belangrijk omdat mogelijke gevaarlijke onderdelen (bijv. elektrische aansluiting) vrij komen. De range van het beeld wordt door het beeld zelf bepaald. Alle temperaturen worden gemeten en op het beeld geprojecteerd. In de foto is de minimaal en maximaal gemeten waarde gegeven. Door het beeld professioneel te analyseren kunnen mogelijke problemen worden gevonden. Het meten van de temperatuur van onderdelen is een momentopname. Het is daarom nodig om de meting periodiek uit te voeren. Om op een efficinte manier te werk gaan, is het efficinter om de temperatuurmetingen direct uit te voeren met de trillingsmetingen. Het is ook logisch om de metingen op dezelfde dag uit te voeren, als het blijkt dat de installatie te veel trilt kan er aan de hand van de thermografische beelden meer informatie verkregen worden. Met het meten van de temperatuur is het handig om een normale digitale foto van dezelfde plek te maken. Deze foto wordt gebruikt als referentie. De resultaten die uit het analyseren van de thermografische beelden geeft de optie tot preventief onderhoud. Snaarspanning metingen Het instellen van de juiste snaarspanning is bepaald door Gates. De gegevens zijn terug te vinden in Figuur 6.6: juiste snaarspanning. In deze tabel is ook al een minimale waarde en een maximale waarde te zien. Als er buiten deze waardes wordt gemeten, zal de snaar vervangen of aangespannen moeten worden.

Eindverslag

37 37

Afstudeerstage verslag

7.3 Trendanalyses
Trillingsmetingen Trendanalyses worden toegepast om bepaalde trends van het falen van de machine (in dit geval de airfan installaties) te vinden en daarna te kunnen analyseren. Hierbij wordt de nieuwe meting vergeleken met oude metingen. De trend kan worden weergegeven in een grafiek. Een voorbeeld is te zien in Figuur 7.2: Trend frequentie amplitude. Hierin is de blauwe lijn de trend van de amplitude. Ook zijn er twee rode lijnen te zien. De laagste is het waarschuwingsniveau en de hoogste is het alarmniveau. Deze waardes voor deze lijnen moeten bepaald worden en dat kan worden gedaan aan de hand van de industrie norm: ISO 10816 (Figuur 7.3: ISO 10816-3). Voor dit gebruik moet het type motor bekend zijn en moet er bepaald zijn of er een scherpe of flexibele controle moet worden gehouden. Een blauw vakje geeft een nieuwe motor aan. Als het vakje groen is, dan is de bijbehorende snelheid onder het alert niveau. Bij geel is het erboven. Hierbij moet er onderzocht worden wat de oorzaak hiervan is en wat er aan gedaan moet worden. Het onderhoud kan dan gepland worden en hiermee wordt de storing verholpen. De rode blokjes geven aan dat het boven het foutniveau zit en dat het dringend is om de motor te vervangen. Blijkt dat deze norm te strak is. Dus dat er te vroeg onderhoud wordt gepleegd, is het mogelijk om uit de trends het waarschuwingsniveau en alarmniveau te veranderen.

Figuur 7.2: Trend frequentie amplitude

Figuur 7.3: ISO 10816-3

Eindverslag

38 38

Afstudeerstage verslag

Om schade te herkennen, wordt er gebruik gemaakt van de frequentie van de trillingen. De trilling wordt gemeten in het tijdsdomein en omgezet naar het frequentiedomein. Dit is te zien in Figuur 7.4: trillingsanalyse. De pieken in het frequentiedomein geven een storing aan. De storing wordt vergeleken met eigen frequenties van storingen van de machine. Als de frequenties overeenkomen is het probleem gevonden.

Figuur 7.4: trillingsanalyse

Thermografische meting De beelden, die op verschillende tijdstippen, van hetzelfde onderdeel zijn gemaakt, kunnen met elkaar vergeleken en geanalyseerd worden. Onderhoudacties kunnen bepaald worden door het temperatuurverloop van de componenten te bestuderen. Zo kan er een tijd bepaald worden wanneer de componenten een warmte hebben bereikt waarbij de componenten gemiddeld kapot gaan. Door deze trends te bepalen kan er preventief onderhoud worden gepleegd. Snaarspanning meting Ook bij snaren kunnen trends worden bepaald. Dit kan op dezelfde manier als bij thermografische metingen gedaan worden. Eerst wordt er bepaald hoe lang het duurt wanneer snaren gemiddeld kapot gaan. Er zijn verschillende type snaren; dit moet dus gedaan worden per type snaar. Door het inplannen van onderhoud kan de snaar voordat deze kapot gaat, vervangen worden.

Eindverslag

39 39

Afstudeerstage verslag

Onderhoudshistorie Door het bijhouden van een onderhoudshistorie is het mogelijk om een trend te bepalen van de onderhoudsmomenten. In Figuur 7.5: falen bepalen door onderhoudshistorie is een voorbeeld grafiek te zien, waarbij het falen in beeld is gebracht ten opzichte van de tijd. In het begin van de grafiek zal onderhoud bepaald moeten worden door de trend van conditie bepaling. Daarna stijgt het aantal onderhoudsbeurten in een bepaald tijdsgebied. Hierin moet dus vaak onderhoud worden gepleegd. Door de onderhoudshistorie bij te houden, kan dit risicogebied bepaald worden. Hierdoor kan het meetgedrag aangescherpt worden, door bijvoorbeeld de periode tussen twee metingen in te korten.

Figuur 7.5: falen bepalen door onderhoudshistorie

Er moet bijgehouden worden wat er gedaan is (motor, v-snaren en/of poulies) en de reden/oorzaak waarom het werk uitgevoerd moest worden. Op het moment worden de draaiuren nog niet bijgehouden. Het advies is om deze draaiuren wel bij te gaan houden. Dit zal Dow moeten gaan verzorgen en op het moment dat Spie de draaiuren nodig heeft, kunnen die worden opgevraagd. De draaiuren zullen opgevraagd moeten worden op het moment dat er onderhoud gepleegd moet worden. Dit betekent dat het controlsysteem aangeeft dat een onderdeel vervangen of gerepareerd moet worden. Het is mogelijk dat dit voor problemen zorgt voor de airfan met frequentieregelaar, doordat er op verschillende toeren wordt gedraaid. Toch wordt het aangeraden om het systeem ook toe te passen op deze installatie. Het gaat over lange periodes. Mogelijk zitten in een dergelijke periode trends die zorgen dat het gevraagde vermogen, over de verschillende periodes, dicht bij elkaar ligt. Dit kan (misschien in minder maten) zorgen voor een grafiek zoals in Figuur 7.5: falen bepalen door onderhoudshistorie. Als het niet blijkt te werken bij airfans met frequentieregelaars kan deze techniek alleen worden toegepast bij de motoren met direct online circuits.

Eindverslag

40 40

Afstudeerstage verslag

7.4

Informatieverwerking

Om de informatie op een overzichtelijke manier te verwerken, moeten er programmas beschikbaar zijn, waarin de gegevens opgeslagen kunnen worden. De programmas zullen, door het periodiek bijhouden van de gegevens, een melding geven voor de routinecontrole. Fluke 810 en Fluke TI32 De Fluke 810 en Fluke TI32 zijn de meters die respectievelijk de trillings- en thermografische metingen kunnen uitvoeren. De meters zijn beiden voorzien van twee GB geheugen. Het is dus mogelijk om de informatie te bewaren op de meters. Om het overzichtelijker te maken, is het handig om de gegevens in een computer te verwerken. Bij de Fluke 810 wordt een software cd geleverd. Door deze cd is het mogelijk om gegevens van machines te delen met de meter, nieuwe machines gegevens te maken, het spectrum analyseren met in- en uitzomen en het importeren van thermografische metingen. Door de laatst genoemde opties is het mogelijk om op de computer een totaal overzicht te krijgen van de trillings- en thermografische metingen. De thermografische beelden kunnen door een USB-kaartlezer worden ingelezen in de computer. Voor het analyseren van de beelden is het niet nodig om een speciaal programma te hebben. Dus de beelden kunnen zo bij de trillingsmetingen worden ingevoegd en vanuit deze software worden geanalyseerd. Om een trend te bepalen welke betrekking heeft op de frequentie amplitude in functie van de tijd moet de snelheid van de frequentie worden bepaald (Figuur 7.2: Trend frequentie amplitude). De sensor die tegenwoordig gebruikt wordt, meet de versnelling van de frequentie. Hierdoor kan het gehele frequentiegebied worden gemeten. Om de snelheid zichtbaar te maken, moeten de meetinstellingen van de meter worden aangepast (de optie is aanwezig). Om de trend van de snelheid te bepalen is er hieronder in Figuur 7.6: flowchart motor controle een flowchart te zien. Hierin wordt het typenummer van de airfan installatie ingevoerd met de waarschuwings- en alarmwaarde en het aantal dagen wordt gevraagd. Het advies is, om de drie maanden een controle uit te voeren. Bij het controleren van de snaren waren er een aantal opties om met het systeem te kunnen werken. In het geval van de snaren was dit het melden van onderhoud, het wijzigen van waardes voor een bepaald type en het invoeren van een nieuwe installatie. Voor het controleren van de motor zijn deze opties ook nodig om het controlsysteem te kunnen laten werken. De flowcharts zijn in dit geval terug te vinden in hoofdstuk 6.5 Controleersysteem voor snaren. Hieronder wordt de uitleg gegeven hoe het toegepast wordt in het geval van de motoren. Er is een optie om de routinecontrole te versnellen of te vertragen. Dit kan gedaan worden omdat de installatie heel belangrijk is of omdat uit te trends blijkt dat de periode van drie maanden te lang of te kort is. Daarna moet de gemeten snelheid worden ingevuld. Deze wordt onthouden en het aantal metingen wordt ook bijgehouden. Het programma geeft aan wanneer er een nieuwe controle moet worden uitgevoerd en zal op die dag ook nog een melding geven. Op deze manier kan het door de persoon zelf worden gepland en indien de persoon, door een persoonlijke fout, het toch vergeten is, wordt er een herinnering getoond. Dit zorgt ervoor dat controles systematisch en op tijd kunnen worden uitgevoerd. Als het programma de melding geeft dat er een controle moet worden uitgevoerd, zal het programma vanaf het invullen van de datum opnieuw beginnen. De datum is meegenomen omdat het mogelijk is dat de persoon zelf de planning moet aanpassen en het programma dan niet meer gelijk zou lopen met de echte tijd. Als de gemeten snelheid boven de waarschuwingswaarde komt, zal er aangegeven worden of het een controle is of een dringend reparatie (snelheid boven alarmwaarde). Verder zullen er gegevens worden weergegeven die gebruikt kunnen worden voor de trendanalyse.

Eindverslag

41 41

Afstudeerstage verslag

Figuur 7.6: flowchart motor controle

Met de flowcharts die er nu zijn, is de basis gelegd voor het programma en deze zullen terug komen in het totaal programma.

Eindverslag

42 42

Afstudeerstage verslag

7.5 Werkproces beheer en onderhoud airfan


Om controles en reparaties aan airfan installaties gestructureerd uit te voeren, is in dit gedeelte een beschrijving met een overzicht (Figuur 7.7: werkproces voor controlsysteem) te vinden met de uit te voeren stappen en de volgorde van deze stappen. Eerst zullen er basisgegevens moeten worden verzameld. In het geval van de snaren is het nodig het aantal dagen te bepalen volgens de flowchart die in Figuur 6.8: bepalen levensjaren snaren staat. Voor de airfan installatie moeten de volgende gegevens bekend zijn: Typenummer Plaats Maximale snaarspanning Minimale snaarspanning Aantal dagen tot nieuwe meting aan snaren Waarschuwingswaarde voor trillingsmetingen Alarmwaarde voor trillingsmetingen Aantal dagen tot nieuwe meting voor trillingsmeting De draaiuren van de airfans moeten worden bijgehouden door Dow een aan Spie geleverd worden. Het programma gaat er vanuit dat er in eerste instantie metingen zijn verricht. Dit moet dus ook gebeuren. Hierbij moet de gemeten snaarspanning en trillingssnelheid ingevoerd worden. Naast dit, moeten er ook nog thermografische fotos worden gemaakt met normale fotos erbij. Bij de trillingsmeting moeten de plaatsen die gemeten worden, gemarkeerd worden. Zo kan de volgende meting op dezelfde plaats worden uitgevoerd. Als dit gebeurd is, kan het ontworpen programma worden opgestart en kunnen de gegevens worden ingevoerd. Het programma wijst zichzelf. Verder moeten bij spectrumanalyses de gemeten gegevens ook worden toegevoegd aan het bijgevoegde programma bij de trillingsmeter. Hier kunnen de trillingsmetingen en thermografische metingen worden opgeslagen en geanalyseerd. Als de waardes goed zijn, zal er een melding verschijnen wanneer er een nieuwe meting gedaan moet worden. Als een waarde niet goed is zal dit gemeld worden en daarna zullen er gegevens worden weergegeven welke in een Excel bestand verwerkt kunnen worden. In het Excel bestand staat het typenummer van de airfan, het aantal uitgevoerde controles tussen twee onderhoudsbeurten, het totaal aantal dagen dat het duurde voordat er een onderdeel kapot ging met de draaiuren van de airfan, wat de oorzaak is en welk onderdeel er kapot gegaan en vervangen is (mogelijk meerdere onderdelen). Mocht hier data worden gezocht, kan het typenummer worden ingedrukt en dan is er direct een overzicht te zien van de airfan installatie. Er zijn twee datums die gemeld worden. De eerste datum is voor het meten van trillingen en thermografische gegevens. De tweede datum is voor het meten van de snaarspanning. In het geval dat de snaren gecontroleerd moet worden, wordt de installatie stilgezet. Op dit moment moet de persoon die dit controleert ook kijken of er slijtage zit op de poulie en/of snaren zoals beschreven staat in hoofdstuk 6.5.3 Routinecontrole van snaren. Vervolgens kunnen datums worden vastgelegd voor onderhoud of voor nieuwe metingen. Vanaf dit punt kan er gewacht worden tot de vastgelegde datum voorbijkomt en zal de omschreven actie opnieuw worden uitgevoerd. In het geval dat er een nieuwe meting moet worden uitgevoerd, hoeven de basisgegevens niet meer bepaald en ingevoerd te worden. De rest van het programma kan opnieuw worden uitgevoerd. Mocht het nodig zijn om basis gegevens te veranderen of een nieuwe installatie in te voeren kan dit gedaan worden. Het programma zal hier om vragen. Voor het analyseren zal het bijgeleverde programma hiervoor informatie verschaffen.

Eindverslag

43 43

Afstudeerstage verslag

Figuur 7.7: werkproces voor controlsysteem

Eindverslag

44 44

Afstudeerstage verslag

7.6 Dev C++ programma


Voor het maken van het programma zijn eerst basis ideen aan de hand van flowchart gemaakt. Vervolgens moest er een werkend C++ project uit komen. Om het project te ontwerpen, is er eerst een use case diagram gemaakt. Deze is te vinden in Figuur 7.8: Use case. Dit is een schematische weergave van wat er moet gebeuren.

Figuur 7.8: Use case

Door het omschrijven van een perfect word situatie is er een class diagram (Figuur 7.9: class diagram) ontstaan. In een class diagram wordt de basis gelegd voor het programma dat ontworpen moet worden. Perfect word Het programma dat gemaakt moet worden, zorgt ervoor dat ingevoerde waardes goed zijn en meldt wanneer er periodiek onderzoek moet worden gedaan. Op de dag zelf zal er nog een herinnering worden weergegeven. Op de dag zelf wordt onderhoud gepleegd. Door gegevens die ingevoerd zijn in het begin van het programma wordt de nieuwe datum bepaald. Dit zal blijven doorgaan totdat er een waarde is die buiten het aangegeven gebied valt. De computer zal dan de onderhoudsgegevens terug melden. Nadat dit overgenomen is kan er doorgegaan worden met het programma. Perfect World. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Invoer gegevens Gemeten snaarwaarde (s) invoeren Snaarwaarde(s) vergelijken Gemeten trillingswaarde(s) invoeren Trillingswaarde(s) vergelijken Datum melden herinnering sturen onderhoud uitvoeren motor/snaren

Eindverslag

45 45

Afstudeerstage verslag

Figuur 7.9: class diagram

Om vervolgens te kunnen zien hoe het programma gaat werken, is er een sequence diagram (Figuur 7.10: sequence diagram) gemaakt. Hierin is te zien welke actie het programma wanneer uitvoert. Met dit ontwerp kon het programma gemaakt worden. Eerst zullen de gegevens die gemeten zijn en die nodig zijn voor het programma worden ingevoerd. Het programma gaat vaststellen wanneer er opnieuw gemeten of gecontroleerd moet worden. Deze waardes worden uitgevoerd.

Figuur 7.10: sequence diagram

Eindverslag

46 46

Afstudeerstage verslag

7.7 Test
In Figuur 7.11: test is n van de uitgevoerde testen te zien. Hierbij zijn waardes verzonnen. Dit is gedaan om het programma te kunnen controleren. Vanaf de eerste keer dat de spankracht wordt ingevuld, gaat het fout bij airfan c op locatie d. De melding is dat de snaarspanning niet goed is en er wordt aangegeven na hoeveel dagen de controle was. Hierbij is er vanuit gegaan dat er altijd n keer gecontroleerd moet worden. Bij de gemeten trillingssnelheid gaat het bij dezelfde airfan fout. Het aantal metingen dat gedaan is, wordt weergegeven. Hierna worden de datums dat er gecontroleerd moet worden, getoond. De datums worden gecontroleerd en doordat airfan a na nul dagen controle heeft (dus op de dag van testen, hier vergelijkt het programma mee) wordt alleen nog naar de gemeten waardes gevraagd van deze airfan. Op 9 mei 2012 zal er naar de gemeten waardes worden gevraagd voor airfan c. In de rest van het programma heeft airfan a storingen en wordt dit gemeld.

Figuur 7.11: test

Eindverslag

47 47

Afstudeerstage verslag

8 Werkproces
Het eerste gedeelte in dit hoofdstuk gaat over het huidige werkproces. Hierin wordt omschreven hoe de huidige situatie bij Spie is. Eerst zal hieronder omschreven worden wie er allemaal betrokken zijn in dit proces en wat deze persoon zijn hoofdtaak (en) zijn. Daarna zijn er afbeeldingen te zien met hoe het huidige werkproces in elkaar zit. Afdelingshoofd Leiding geven aan afdeling(en), het cordineren van het inzetten van medewerkers, de planningen opstellen, het ondersteunen van calculators en zorgen dat voorschriften worden nageleefd. Projectleider Toezicht houden en leiding geven. Verantwoordelijk voor realiseren van projecten binnen budget, planning en goede verstandhouding met opdrachtgever. Leidt vergaderingen, zorgt voor goede instructies, adequate organiseren en eerste contactpersoon voor klant. Chef monteur Cordineren van en leiding geven aan de montagemedewerkers. Ontvangt opdrachten, betrokken bij werkvoorbereiding, detail planning en materiaal regelen. Werkvoorbereider Staat onder afdelingshoofd en werk onder het projectteam in functie van een projectleider. Een systematische uitwerking van organisatorische commercile, uitvoertechnische, administratieve en specifieke werkzaamheden realiseren. (probleemanalyse + omschrijving aanpak + werkzaamheden voorbereiden). Calculator Werkt onder afdelingshoofd en met andere calculators. Zet een kostenprijs calculatie en overzicht op. E&I onderhoudsmonteur De E&I onderhoudsmonteur voer de werkzaamheden uit. Krijgt zijn opdrachten van de chef monteur. Administratieve medewerker Secretarile en administratieve werkzaamheden. Voorwaarden op schematisch overzicht Bij routine werk kunnen stappen (deels) worden overgeslagen. Bijvoorbeeld bij het maken van een plan van aanpak en delen van het ontwerp. Stappen kunnen ook worden overgeslagen in verband met tijd (mogelijk spoed geval of chef monteur is vol gepland)

Eindverslag

48 48

Afstudeerstage verslag

8.1 Huidig werkproces


In Figuur 8.1: schematisch overzicht werkzaamheden Spie is een schematisch overzicht te zien hoe het werk bij Spie wordt aangepakt. Dit is gemaakt in een PowerPoint bestand. Door op de onderstreepte woorden te drukken zal er duidelijkheid komen wat er per activiteit gedaan wordt. De omschrijving is in het vervolg van dit hoofdstuk terug te vinden.

Figuur 8.1: schematisch overzicht werkzaamheden Spie

Contract opstellen Het contract dat Dow met Spie heeft, zorgt ervoor dat er voor de werkzaamheden geen contract moet worden opgesteld. Specifieke gegevens kunnen op de werkopdracht worden vermeld. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer de start en eind datum is. In de afspraken tussen Dow en Spie zijn zes verschillende urgenties om aan te geven hoe snel de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Urgentie 1 is dat de opdracht heel snel moet gebeuren (starten binnen 2 werkdagen) en het loopt op naar urgentie 5 die het minste haast heeft. Hiernaast is er ook nog een urgentie E. Dit is een spoed klus. Dit werk moet direct worden uitgevoerd. De urgentie wordt bepaald door Dow. Dow is verplicht om een wois aan Spie te geven. Deze wois is een opdrachtomschrijving waarin een beknopte omschrijving te vinden over de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden. Op de woisen komt geen informatie te staan over de materialen die toegepast zijn in het systeem. Dow heeft hier wel beschikking over.

Eindverslag

49 49

Afstudeerstage verslag

Plan opstellen In Figuur 8.2: Plan opstellen is een schematische weergave welke acties er uitgevoerd worden voor het bedenken van een plan. Op deze manier is te zien wie wat doet en wanneer.

Figuur 8.2: Plan opstellen

Bij routine werk wordt vaak geen plan van aanpak gemaakt voor de specifieke werkzaamheden. E ligt wel degelijk een plan aan de hand van de orderbon. Hierin staat de opdracht, welke persoon wat moet doen en wanneer en daarbij wordt een kosten/prijzen overzicht gemaakt. Voor grote projecten/werkzaamheden zal er een plan van aanpak worden gemaakt.

Eindverslag

50 50

Afstudeerstage verslag

Ontwerp Het ontwerp wordt door de opdrachtgever uitgevoerd. In dit geval is dat dus Dow en dit wordt dus gedaan voordat de opdracht bij Spie komt. Dow geeft aan wat de situatie is en wat het resultaat moet zijn. Omdat verschillende afdelingen en bedrijven aan 1 opdracht werken, wordt er een activiteitenlijst opgesteld door Dow met wie wat gaat doen. Een voorbeeld voor de elmoshop (elektromotoren shop is een afdeling bij Spie) is het overzetten van een motor: In Figuur 8.3: activiteitenlijst staat wat iedereen moet doen. Elk bedrijf krijgt zijn eigen nummer. Dit staat onder Serv en voor Spie is dat in dit geval 660.

Figuur 8.3: activiteitenlijst

Hieronder staat wat de elmoshop moest doen bij een opdracht van Dow. Motor van type A Verwijderen. Overzetten motor B naar de A en uitlijnen. Elektrisch aansluiten en draairichting controleren A. Het andere werk wordt uitgevoerd door andere bedrijven. Calculaties Calculeren bij Spie wordt aan de hand van unit rate gedaan. Dit houdt in dat er voor de verschillende werkzaamheden en materialen prijzen zijn opgesteld. Dit zijn vaste prijzen. De werkzaamheden en materialen zijn gekoppeld aan een code. De code is daarop weer gekoppeld aan de prijs. In standaard situaties wordt dit bijgehouden door de chef monteur. Door het gebruik van de codes hoeft niet voor elk onderdeel een aparte prijs worden gemaakt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de prijs voor 18 tot 22kW driefase asynchrone motoren hetzelfde is en vallen dus onder dezelfde code.

Eindverslag

51 51

Afstudeerstage verslag

Werkvoorbereiding In Figuur 8.4: werkvoorbereiding is te zien welke acties er moeten uitgevoerd worden om het werk volgens het proces voor te bereiden. Zo zijn er voorbereidingen die langer van te voren kunnen worden gedaan. Dit zijn de acties boven de horizontale lijn. De acties onder deze lijn moeten worden gedaan net voor het werk uitgevoerd zal worden.

Figuur 8.4: werkvoorbereiding

Zorgen voor een veilige en verantwoordelijke werksituatie Controleer of de werkzaamheden (indien mogelijk) elektrisch veilig zijn gesteld en controleer of de werkschakelaar is vergrendeld met een slot en dat er een rood label (hier op staat wie verantwoordelijk is+ rede werkzaamheden) aan gehangen is. Het veiligstellen, vergrendelen en ophangen van label wordt door Dow personeel uitgevoerd. Indien dit niet is gebeurd start dan niet met de werkzaamheden. Meldt het bij de persoon die verantwoordelijk is voor de werkzaamheden en laat eerst alles in orde maken. Doe een SWA (start werk analyse). Hiermee worden eventuele risicos in kaart gebracht en mogelijk kunnen de risicos worden aangepakt om het werk veilig te maken. Dow heeft regels die op alle plants gelden daarnaast heeft iedere plant ook zijn eigen regels. Zorg ervoor dat de regels nageleefd worden om ongelukken te voorkomen. Door de werkbon te laten tekenen geeft Dow toestemming om aan de werkzaamheden te mogen beginnen. Op deze manier weet Dow dat personeel van Spie bezig is aan de desbetreffende installatie en op deze manier geeft Dow aan dat de (veiligheids-) voorbereidingen door Dow zijn getroffen.

Eindverslag

52 52

Afstudeerstage verslag

Detail planning In Figuur 8.5: Detail planning is een onderdeel van het werk voorbereiden te zien. De chef monteur moet hier meer details geven aan de huidige planning. Dit document wordt overhandigd aan de onderhoudsmonteurs die vervolgens het werk kunnen gaan uitvoeren.

Figuur 8.5: Detail planning

Eindverslag

53 53

Afstudeerstage verslag

Uitvoering Zoals aangegeven kan het werk nu worden uitgevoerd. In Figuur 8.6: uitvoering is nog een deel werkvoorbereiding te zien, maar hoort ook bij de uitvoering. Na de werkzaamheden zullen er een aantal controles moeten worden uitgevoerd of het werk dat uitgevoerd is ook aan de omschrijving voldoet en werkt.

Figuur 8.6: uitvoering

Het controleren van de uitvoering wordt gedaan door Dow personeel. Het desbetreffende onderdeel wordt in werking gezet en Dow personeel controleert of die naar behoren werkt. Een voorbeeld kan zijn een airfan installatie. Hier is de motor vervangen. Dan moet er gecontroleerd worden of de installatie werkt. Ook moet er gekeken worden of de airfan de richting opdraait dat die moet draaien. Daarnaast moet gekeken worden of het professioneel is uitgevoerd alles moet bijvoorbeeld goed aangedraaid zijn, zodat de motor niet nog los staat.

Eindverslag

54 54

Afstudeerstage verslag

Controle In Figuur 8.7: controleren werkzaamheden zijn de acties te zien die moeten worden uitgevoerd om het werk te controleren. Dit houdt in het uitlijn van de motor ten opzichte van de machine en het opstellen van een motor rapportage. Deze twee documenten zullen verwerkt worden in het werkpakket van Spie.

Figuur 8.7: controleren werkzaamheden

Uitlijnen wordt gedaan om de koppeling tussen motor en machine zo recht mogelijk te laten lopen. Hiermee wordt de rotatie overdracht verbeterd. Het uitlijnen gebeurt met een apparaat zoals te zien is in Figuur 8.8: uitlijnen. Na het uitlijnen is er een uitlijnrapport. Dit dient als bewijs dat het uitlijnen is gebeurd en correct is uitgevoerd.

Figuur 8.8: uitlijnen

Eindverslag

55 55

Afstudeerstage verslag

Documenteren Het documenteren van de gegevens is belangrijk om te kunnen bewijzen dat het werk gedaan is en de klant te laten betalen. In Figuur 8.9: Documenteren is te zien wat gedaan moet worden tijdens deze fase.

Figuur 8.9: Documenteren

Nacalculatie Tijdens de nacalculaties worden de kosten van het werk dat voltooid is, berekend. Hierbij wordt bekeken wat de werkelijke kosten zijn, naar de uren die in het werk hebben gezeten en inkopen die gedaan zijn voor de opdracht.

Eindverslag

56 56

Afstudeerstage verslag

9 Werkproces verbetering
In dit hoofdstuk staat omschreven wat de verbetermogelijkheden zijn en met daarbij een mogelijke oplossing. Er zijn twee invalshoeken waaruit gekeken is om het werkproces te verbeteren. En invalshoek is het werkproces te verbeteren door het ontworpen controlsysteem. En het tweede invalshoek is het kritisch analyseren van het werkproces en bepalen waar verbetermogelijkheden zijn.

9.1 Werkproces verbetering door controlsysteem


In het huidige werkproces voor het onderhouden van airfan installaties worden de werkzaamheden niet gepland. Spie wacht totdat Dow een melding geeft dat een airfan installatie onderhoud nodig heeft. Hierop wordt gereageerd door het werk in te plannen en daarna uit te voeren. In de tussentijd kan deze airfan installatie niet worden gebruikt; wat tot onnodige stilstaan en kosten kan lijden. Door het gebruik van het ontworpen controlsysteem kan er onderhoud worden gepland op het moment dat de airfan installatie nog wel in werking is, maar toe is aan een onderhoudsbeurt. Zo kan er ook gespeeld worden met het inplannen. Als uit de analyses blijkt dat de airfan installatie zodanig achteruit gaat, dat er onderhoud moet worden gepleegd, kan deze worden ingepland en kan dit nog ruim van te voren. De installaties zorgen voor koeling en in de periode rond en in de winter is het koeler, dus kan het onderhoud worden gepland in de winter. Mocht dit nog lang duren voordat deze periode aanbreekt (periode kort achter de winter) blijven de conditie bepalingen doorgaan en is het mogelijk om het periodiek meten aan te scherpen door vaker metingen uit te voeren. Mocht het zijn dat de condities sneller achteruit gaat, kan de planning naar voor worden verschoven. Er moet natuurlijk voorkomen worden dat het bekend is dat een installatie achteruit gaat en toch nog ongepland stil komt te staan. Het plannen in de koudere periode kan dan ook nog op verschillende manier worden gedaan. Het advies is om de planning te starten in december en/of januari. Elke onderhoud dat erbij komt, kan voor of na de onderhoudswerkzaamheden die al gepland zijn worden gepland. In Figuur 9.1: onderhoud plannen is hiervan een schematisch weergave van te vinden. Het maximale aantal planningen per dag hangt af van de beschikbare onderhoudsmonteurs. Uiteindelijk kan er aan de hand van het aantal installaties die ingepland zijn ook weer het aantal onderhoudsmonteurs worden bepaald die nodig zijn per dag of periode. Natuurlijk moet er ook bekeken worden of er een stop (gepland onderhoudsperiode aan plant op Dow) in de buurt van deze periode gepland is. Als dit het geval is en de airfan staat op de plant die de stop heeft, kan het onderhoud worden gepland in de periode dat de stop is ingepland.

Figuur 9.1: onderhoud plannen

Eindverslag

57 57

Afstudeerstage verslag

Uiteindelijk kan blijken dat dit systeem niet werkt. Het kan zijn dat de airfan installaties te snel achteruit gaan en dat er niet gewacht kan worden op koudere periodes. Dan moet het onderhoud, in overleg met Dow, op een kortere periode worden gepland. Zo kan Dow rekening houden met de onderhoudsbeurt en zal het onderhoud op tijd worden uitgevoerd. Thermografische en trillingsmetingen metingen Door het gebruik van een thermografische meter kunnen problemen snel worden gedetecteerd. De meting kan ook op andere installatie, dan airfan installaties, worden gebruikt voor het onderzoeken van storingen en defecten. Als het probleem snel gevonden kan worden, kan het worden opgelost en zorgt dit voor een kortere periode dat er last is van dit probleem. Door het probleem te constateren met de meter, op te lossen en er vervolgens weer een foto van te nemen kan er bewezen worden dat het onderhoud is gedaan en dat het probleem is verholpen. Om niet alleen het voordeel te hebben van snelle service door de thermografische meting kan er per onderzoek met deze techniek extra kosten worden gerekend. Een voorbeeld is als volgt: Voor elk onderzoek waarbij de thermografische meting wordt toegepast wordt 20,- gerekend. De totaal kosten voor meter en cursus is 9120,-. Dat betekend dat er met 456 metingen de kosten worden gedekt. Met een apparaat van deze kwaliteit mag er vanuit gegaan worden dat er veel meer fotos gemaakt kunnen worden en dit zal dan zorgen dat Spie hier winst uit kan halen. Trillingsmetingen kunnen op dezelfde manier gebruikt worden als het hierboven genoemde voorbeeld. Dit wordt in sommige gevallen ook al toegepast. Alleen trillingsmetingen geven een niet zo direct beeld aan als thermografische metingen. Hierbij moet er gekeken worden naar wat het apparaat aangeeft (groen, geel, oranje of rood) en het spectrum om te zien wat de oorzaak van de trillingen is. Hiernaast kan het zo zijn dat er meer systemen niet worden bewaakt en dat er eerst een probleem moet ontstaan met de installatie. Een mogelijkheid is om het controlsysteem dat in dit verslag beschreven staat, aan de nieuwe situatie aan te passen en dit dan voor deze installatie ook te gebruiken. Werk inspecteren In het huidige werkproces controleert Dow de installaties. Als er iets fout is, wordt dit gemeld aan Spie. Het probleem wordt meestal niet bekeken door Spie personeel om de situatie te bepalen. Er wordt dus vertrouwd op het verhaal dat Dow doorgeeft. Door niet genoeg technische kennis over de storingen die kunnen ontstaan van degene die het probleem constateert, kan er een verkeerde analyse worden uitgevoerd. Daarnaast is het ook nog mogelijk dat er miscommunicatie ontstaat over het probleem. Door zelf eerst personeel op de locatie te laten kijken, kan er een beter beeld worden gevormd van het systeem, de situatie en het probleem. Zo kunnen fouten omschrijvingen worden voorkomen. Een situatie die zich voordeed was: dat een persoon van Dow had opgemerkt dat een installatie meer geluid produceerde dan normaal. Dit werd gemeld naar Spie. Alleen werd er een verkeerde benaming gebruikt voor de installatie en de omschrijving van de storing was minimaal. De onderhoudsmonteur (bekend met het Dow terrein) hadden bepaalde verwachtingen hierdoor gekregen en pakte de spullen mee die waarschijnlijk gebruikt zouden moeten worden. Bij de installatie aangekomen bleek het om een andere installatie te gaan met veel meer onderhoud dan verwacht. Dit zorgde ervoor dat er om nieuw materiaal moest worden gereden en de planning moest worden aangepast (en het leverde een stuk irritatie bij de monteur op). Dit zijn dan nog kleine problemen die hierdoor ontstaan. Het is mogelijk dat voor de reparatie bijzondere acties moeten worden uitgevoerd voor bijvoorbeeld veilig werken of het bereiken van de onderdelen die vervangen moeten worden. Dit is dan niet gepland en zullen ervoor zorgen dat het onderhoud niet uitgevoerd mogen of kunnen worden en uitgesteld moeten worden. Tijdens de werkzaamheden worden vaak (indien mogelijk) een elektromonteur en een werktuigbouwkundige monteur naar de werkzaamheden gestuurd. Het meeste werk wordt uitgevoerd door de werktuigbouwkundige monteur, die aan het eind ook gaat uitlijnen. Uitlijnen kan alleen worden uitgevoerd. Op het moment dat het uitlijnen is begonnen kan de andere monteur een andere locatie gaan bezoeken om de situatie en stand van zaken te gaan bepalen.

Eindverslag

58 58

Afstudeerstage verslag

Zodra het uitlijnen is uitgevoerd (varieert veel in tijd) kan naar elkaar worden gebeld. De werktuigbouwkundige gaat het werk verder afhandelen (melden dat werk gereed is en zal bij de controle aanwezig zijn) en de andere monteur komt terug naar de locatie. De chef monteur kan bepalen aan de hand van de omschrijving die bij Spie binnenkomt of het nodig is om iemand naar de een locatie toe te sturen. Digitaliseren Het digitaliseren kan met het invullen van het Word document dat weergegeven is in Bijlage 3. Hiervoor moet een apparaat worden gebruikt waarbij direct de gemeten gegevens (zo goed mogelijk) kunnen worden ingevuld in het formulier. Data moet daarna overgestuurd worden naar de chef monteur en in een zo kort mogelijke periode worden verwerkt. Nog een probleem is dat er geen signalen van telefoons en dergelijke in de plants mogen worden uitgezonden. De oplossing is een telefoon, tablet of notebook aan te schaffen. Het is mogelijk (indien niet aanwezig) dat applicatie moeten worden aangeschaft om Word bestanden te kunnen open, bewerken en op te slaan. Direct tijdens het meten kunnen de gegevens worden overgenomen door deze in te vullen in het Word document. Sla het document op onder het ordernummer van de opdracht. Zodra er connectie kan worden gemaakt met het internet connectie maken (bijvoorbeeld in het Spie kantoor). Het document kan door gebruik van mail worden verzonden naar de chef monteur. Deze zal het werk controleren en toevoegen aan het totaal pakket. In het formulier is te zien dat er alleen informatie gevraagd wordt over het controleren en niet over andere algemene gegevens. Dit is gedaan, omdat er al een programma bestaat dat automatisch de andere gegevens inleest in de bewijslast. Het systeem wordt op deze manier gedigitaliseerd. Het formulier is zo ontworpen dat alles wat in het zwart staat geschreven niet gewijzigd kan worden en alles wat in het grijs staat geschreven kan worden ingevuld door de onderhoudsmonteur. Er is voor gekozen om het personeel zo min mogelijk te laten schrijven. Het enige wat er ingevoerd moet worden, zijn gemeten waardes en voor de rest zijn het keuzelijsten waarmee het antwoord gegeven kan worden. Om een geschikt apparaat te adviezen voor het invullen van het formulier zijn hier ook een aantal verschillende opties met elkaar vergeleken en gekeken wat de beste optie is. De apparaten die met elkaar vergeleken zijn, zijn: Getac PS236 ATEX zone 2 ARMOR X7 ATEX zone 1 Getac v100 ATEX zone 2 De Getac is een notebook die met n hand kan worden bediend. Dit komt door zijn kleine formaat. Dit apparaat is ontworpen om in de industrie te kunnen toepassen. Het draait op een windowsmobile. Hierdoor kan er gebruik worden gemaakt van microsoft Word. De nadelen van windowsmobile (blijkt uit eigen ervaring) is dat het gebruik van microsoft office programmas beperkt wordt. En invoer van tekst is lastig. De kosten van dit toestel zijn ongeveer 1000,-. De ARMOR X7 is een tablet. Bij deze tablet is het mogelijk om een Microsoft Office pakket te installeren en zo in Word bestanden te werken. De tablet is makkelijk te verplaatsen. Het nadeel is dat veel tekst invoeren gemiddeld meer tijd kost dan met een toetsenbord. De kosten voor dit apparaat in combinatie met een Microsoft Office pakket zal rond de 3500,- zijn. De tablet notebook Getac v100 is een combinatie tussen een tablet en een notebook. Het heeft een touch screen, maar er kan ook tekst worden ingevoerd met een toetsenbord. Het nadeel is dat het apparaat groter is en moeilijker te verplaatsen. De kosten voor dit apparaat zijn ongeveer 4500,-.

Eindverslag

59 59

Afstudeerstage verslag

Figuur 9.2: werkproces verbeterd

In Figuur 9.2: werkproces verbeterd is te zien hoe het werkproces veranderd is doormiddel van het documenteren te veranderen. In het huidige werkproces worden de motor rapportages ingeleverd op papier. Dit gaat er uit en zal met deze wijziging digitaal worden ingeleverd bij de chef monteur. De chef monteur moet hierdoor alleen het document controleren en niet zelf meer over te nemen van een papiertje om de gegevens in het systeem te krijgen. Voordelen hiervan zijn dat er minder kans is op fouten. Daarnaast kan papier nat worden en hierdoor kan tekst slecht leesbaar worden of het handschrift is heel slecht te lezen. Een ander voordeel is dat overnemen van de tekst langer duurt dan het formulier te controleren en dubbel werk wordt nu in n keer gedaan (de vragen worden alleen ingevuld door de onderhoudsmonteur). Op deze manier wordt dus tijd bespaard.

Eindverslag

60 60

Afstudeerstage verslag

Werkplek Ook zijn er mogelijkheden om het werk dat de onderhoudsmonteurs doen te verbeteren of efficinter te maken. Hierbij zijn twee punten die verbeterd kunnen worden. Het eerste punt is het efficinter opslaan van elektromotoren in de elmoshop. Elektromotoren worden opgeslagen in een magazijn op het Dow terrein. Op het moment dat de motoren in gebruik worden genomen, worden die verplaatst naar de elmoshop. Hier worden de motoren op de grond gezet zoals te zien is in Figuur 9.3: motor opslag Spie. Zo wordt er veel ruimte in beslag genomen en kan het gebeuren dat de motor die vanachter staat eruit moet.

Figuur 9.3: motor opslag Spie

Dan moet er eerst plek worden gemaakt om er met de heftruck bij te komen. Dit gebeurt door de motoren te verplaatsen. Daarna kan de motor worden gepakt en moeten de andere motoren weer terug worden gezet zodat die niet in de weg staan. Door het gebruik van een kast waar de motoren in kunnen, zullen er veel minder handelingen moeten worden uitgevoerd. Door bij te houden welke motoren, waar staan, moet er ook niet meer gezocht worden waar de motor staat die nodig is voor de werkzaamheden. In de elmoshop worden ook accus gecontroleerd. De accus zorgen voor noodvoeding van bedieningspanelen. Bij het controleren worden de accus aangesloten en opgeladen. Door de accus op een lamp aan te sluiten die veel vermogen vraagt, gaat het ontladen snel. Door de gegevens te vergelijken met standaard gegevens wordt bepaald of de accu nog gebruikt mag en kan worden. Het controleren gebeurt op een computer. Het probleem is dat de computer zich in een andere ruimte bevindt omdat de computer ook voor andere doeleinden gebruikt wordt. Wat ervoor zorgt dat de werknemer steeds van de ene ruimte naar de andere ruimte moet lopen om een controle uit te kunnen voeren en de gegevens van de accu en het nummer van de locatie moeten worden opgeschreven om het te kunnen vergelijken met de gegevens. Door een computer in dezelfde ruimte te plaatsen, zal dit meer overzicht geven en is er minder kans op fouten.

Eindverslag

61 61

Afstudeerstage verslag

10 Conclusie en advies
De hoofdvraag van deze opdracht is: Hoe kan het huidige werkproces van Spie worden verbeterd door het toepassen van een controlsysteem welke aangeeft dat de airfan op zijn einde loopt en het huidige werkproces te analyseren? Deze hoofdvraag wordt in dit hoofdstuk beantwoord. Daarnaast wordt hier een advies aan Spie gegeven wat er gedaan moet worden in het vervolgtraject.

10.1 Antwoord hoofdvraag


Het werkproces van Spie kan worden verbeterd door het gebruik van het ontworpen controlsysteem dat bestaat uit trillingsmetingen, thermografische metingen en snaarspanning metingen. Door deze gegevens te analyseren, trends hiervan te bepalen en een onderhoudshistorie bij te houden kan de conditie van de airfan bepaald en gecontroleerd worden. De gegevens kunnen worden verwerkt op een CD-ROM die bijgeleverd is bij het apparatuur dat aangeschaft moet worden en het programma dat ontworpen is om de onderhoudshistorie bij te houden. Door het controlsysteem kan onderhoud worden gepland en zullen airfan installatie minder vaak onnodig stil staan. Hiernaast kan het werkproces ook worden verbeterd door papierwerk te vervangen door het te digitaliseren en door de werkplek aan te passen aan het werk. Hiermee wordt bereikt dat er handelingen die op dit moment worden gedaan niet meer nodig zijn.

10.2 Vervolgtraject
Aangezien dit een adviesrapport is zal er eerst moeten bepaald worden of het advies, dat in dit verslag wordt gedaan, opgevolgd gaat worden. Daarna zal er een kostenbaten analyse moeten worden gedaan. Hiervoor moet onderzocht worden wat de kosten zijn voor personeel, conditie bepaling en wat dit inhoud voor de kosten die gemaakt worden voor het onderhoud. Dit zou kunnen veranderen. Uiteindelijk moet het de bedoeling zijn dat hieruit winst voor Spie wordt behaald. Dow wil hieruit ook winst halen dus de berekende kosten moeten daarom lager zijn dan de winst die Dow zal hebben als het controlsysteem gebruikt wordt. Hierna kan er een voorstel aan Dow worden voorgelegd. Hierin zal het totaalpakket gepresenteerd moeten worden. Ook moet er gemeld worden dat Dow draaiuren zal moeten gaan bijhouden en dit met Spie moet delen. Mocht Dow akkoord gaan, zal het programma dat de onderhoudsbeurten zal bijhouden verbeterd moeten worden. Nu is het nog een bewijs dat het idee van het programma werkt. Uiteindelijk moet het gebruiks- en bedieningsvriendelijk zijn. Uiteindelijk zal het apparatuur, mensen en andere voorzieningen moeten worden aangeschaft en gerealiseerd worden om de metingen uit te kunnen voeren.

Eindverslag

62 62

Afstudeerstage verslag

Bibliografie
aandrijftechniek, e. (n.d.). montage instructies. Retrieved maart 1, 2012, from Eriks aandrijftechniek, hydraulische leidingcomponenten: http://www.flexion.nl/mainframe.php?id=1029 AG, C. (2011, november 15). Praktijk tips. Retrieved 2 25, 2012, from PraxisTipps_nl.pdf: http://www.contitech.de/pages/produkte/antriebsriemen/kfz-ersatz/docs/PraxisTipps_nl.pdf biesheuvel techniek. (2011). opleidingen 2011. Retrieved maart 3, 2012, from website van biesheuvel techniek: http://www.peters.nl/upload/Nieuws/PDF/4988Opleidingsbrochure_2011_Biesheuvel.pdf Brok, A. (2011, april 4). conditiebepaling en conditiebewaking. Retrieved maart 2, 2012, from website van ROC Twente: http://members.home.nl/abrok/M&O%20Semester%206%20Kw12/ConditiebewakingSH.pdf Burgot EPSIA industriele automatisering. (n.d.). thermografische metingen. Retrieved maart 4, 2012, from website van BURGOT EPSIA: http://www.burgot-epsia.nl/pdf/thermografie.pdf centrum, s. n. (2004, mei 3). Kwaliteitstechnologie. Retrieved maart 15, 2012, from 89-5-116.pdf: http://www.dspe.nl/files/89-5-116.pdf Deerfield, J. (2006, juli 17). BTM-400PLUS%20manual.pdf. Retrieved 2 27, 2012, from BTM400PLUS manual: http://www.checkline.com/products/125805/BTM-400PLUS%20manual.pdf Erades, P. (2012, 03 30). Trillingsmetingen. (W. Boeije, Interviewer) Fluke. (2009, december). Fluke 810 vibration tester. Retrieved maart 9, 2012, from website van Fluke: http://www.q80united.com/admincp/files/pdf/810ds.pdf Gates. (2012, februari 5). Gates 507C sonische spanningsmeter. Retrieved maart 2, 2012, from Website van Gates: http://www.gates.com/dutch/brochure.cfm?brochure=11119&location_id=17539 Gates. (2012, februari 5). Handleiding voor preventief onderhoud. Retrieved 2 27, 2012, from website van Gates: http://www.gates.com/Dutch/index.cfm?location_id=17336 international, h. (2012, februari 5). HMC Int'l.; KRIKIT TENSION TESTERS. Retrieved 2 24, 2012, from HMC Int'l.; KRIKIT TENSION TESTERS: http://www.hmc-international.com/krikit.htm isovast. (2008). thermografische inspectie. Retrieved maart 2, 2012, from website van isovast: http://www.isovast.nl/thermografische_inspectie.html Janssen, APPLUS RTD. (2011, mei 6). cursus ultrasoon onderzoek. Retrieved februari 27, 2012, from website van APPLUS RTD: http://www.applusrtd.com/content/library/shared/files/20112012%20ULTRASOON-2.pdf KWX. (2012, februari 5). Flir en KWX. Retrieved maart 1, 2012, from website van KWX: http://www.kwx.nl/FLIR_Thermografie.aspx#Flir-ICT Mobiel technische dienst. (2009). De trilling standaard. Retrieved maart 9, 2012, from website van MTD: http://www.mtd.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=58&Itemid=71 oros. (n.d.). Modal Analysis and ODS with OROS Modal 2. Retrieved maart 3, 2012, from websit van Oros: http://www.oros.com/3900-oros-modal-2.htm

Eindverslag

63 63

Afstudeerstage verslag

SPM instrument. (2012, februari 5). Meettechnieken. Retrieved maart 7, 2012, from website van SPM instrument: http://www.spminstrument.be/methods/ Springest. (n.d.). training elektrische thermografie. Retrieved maart 1, 2012, from website van springest: http://www.springest.nl/iris-thermovision/elektrische-thermografie Svantek. (n.d.). SVAN 956 Advanced Vibration Analyser. Retrieved maart 8, 2012, from website van Svantek: http://svantek.com/vibration-meters-analysers/svan-956advanced-vibration-analyser.html Thermofoto. (2012). Thermografische inspectie. Retrieved februari 26, 2012, from Website van Thermofoto: http://www.thermophoto.nl/ Thomas Keirsmaekers, student hogeschool Karel de Grote. (2007). Studie van periodieke werkopdrachten. Antwerpen: Karel de Grote Hogeschool. van Baal, R. (2012, maart 8). Condition Monitoring. (W. Boeije, Interviewer) van Camp, P. (2009, noverber 19). when expertise meets your mantenance needs. Retrieved 3 16, 2012, from website van coservices international: http://www.bemas.be/file?fle=4338 van Geffen Allround Machine Support. (2012, februari 5). specialist die uw machines optimaal draaiend houdt. Retrieved februari 14, 2012, from website van van Geffen AMS: http://www.geffenams.nl/home.html Vonk, R. (2012, 4 24). Werkproces Spie. (W. Boeije, Interviewer) H., T. (2006). conditiebewaking van technische systemen. Retrieved 5 23, 2012, from website van alexandria TU Eindhoven: http://alexandria.tue.nl/repository/freearticles/605953.pdf

Eindverslag

64 64

Afstudeerstage verslag

Bijlage
Bijlage 1
In deze bijlage is er de tabel te vinden die gemaakt is om de oude gegevens te analyseren. De tabel is in tween gedeeld. Deel n zit aan de linkerkant van de blauwe kolom en het tweede deel aan de rechterkant hiervan. Alle gegevens van de tagnummers zijn met elkaar vergeleken. De tagnummers met dezelfde werkspanning, nominale stroom, vermogen, cos en rotatiesnelheid bleven over en zijn in het groen weergegeven. Vervolgens is er gekeken naar de installeer datum en de lengte van de v-snaren. De installatiedatum is meegepakt om zo identiek mogelijke situatie te krijgen en er niet bekend is of de installeer datum mogelijk invloed kon hebben op het analyseren van de meetgegevens. Dit kan bijvoorbeeld invloed hebben doordat er een andere manier van installeren is geweest en dit invloed heeft op de kwaliteit. Bij de overgebleven tagnummers zijn de dagen na onderhoud groen gemaakt.

werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 30-6-1997 vervangen ECM182A DD26 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 2399 m 110mm 20-11-2006 vervangen 3380 1 11-12-2006 vervangen 21 poulie: 10-1-1996 vervangen 1869 11-12-2006 vervangen 3931 lagers: 27-4-1995 vervangen 1616 xx-xx-xxxx #WAARDE! werk nominale rotatie K plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 20-8-1996 vervangen ECM182B BB26 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 2089 m 140mm 28-7-2006 vervangen 3578 1 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! poulie: 20-8-1996 vervangen 2089 28-7-2006 vervangen 3578 lagers: werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 20-8-1996 vervangen ECM182C DD26 380 53 27 0,84 980 o 15-5-1984 4415 m 140mm 12-9-2005 vervangen 3262 1 9-11-2006 vervangen 417 poulie: 21-8-1996 vervangen 4416 9-11-2006 vervangen 3678 lagers: 7-8-2007 vervangen 8362 tag nummer xx-xx-xxxx #WAARDE!

Eindverslag

65 65

Afstudeerstage verslag

werk nominale rotatie K plaats spanning stroom vermogen onderhoud tag snelheid o installeer onderhoud datum uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) nummer : (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 21-8-1996 vervangen ECM182D BB26 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 2090 m 140mm 21-6-2003 vervangen 2460 1 21-8-2003 opspannen 60 poulie: 21-8-1996 vervangen 2090 21-6-2003 vervangen 2460 lagers: werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 21-6-2003 vervangen ECM182E DD25 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 4550 m 140mm 24-11-2005 vervangen 873 1 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! poulie: 21-6-2003 vervangen 4550 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! lagers: 29-8-1996 vervangen 2098 werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 27-8-1996 vervangen ECM182F BB25 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 2096 m 160mm 30-1-1997 reparatie 153 1 6-10-2005 vervangen 3126 poulie: 27-8-1996 vervangen 2096 6-10-2005 vervangen 3279 lagers: 22-5-1997 reparatie 2361 werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 27-8-1996 vervangen ECM182G DD25 400/690 63 27 0,81 990 o 4-7-2008 -4267 m 140mm 21-6-2003 vervangen 2454 1 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! poulie: 27-8-1996 vervangen -4267 21-6-2003 vervangen lagers: werk nominale rotatie K plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 25-10-1993 vervangen ECM182H BB25 380 53 27 0,84 980 o 15-5-1984 3400 m 140mm 28-8-1996 vervangen 1023 1 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! poulie: 25-10-1993 vervangen 3400 28-8-1996 vervangen 1023 lagers: 4-9-1996 werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: ECM182J DD24 380 53 27 0,84 980 o /////// vervangen #WAARDE! m 140mm vervangen 0 1 vervangen 0 poulie: vervangen #WAARDE! tag nummer vervangen lagers: 0 2454

Eindverslag

66 66

Afstudeerstage verslag

werk nominale rotatie K plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 29-8-1996 vervangen ECM182K BB24 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 2098 m 140mm 24-1-2005 vervangen 3025 1 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! poulie: 29-8-1996 vervangen 2098 24-1-2005 vervangen 3025 lagers: 27-5-1997 reparatie 2366 werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 13-9-2005 vervangen ECM182L DD23 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 5352 m xxx 30-10-2007 vervangen 767 1 10-3-2011 vervangen 1210 poulie: 10-3-2011 vervangen 7329 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! lagers: 20-4-1994 vervangen 1249 werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 13-10-2005 vervangen ECM182M BB23 380/420 53 27 0,81 990 o 4-7-2008 -981 m 140mm 30-10-2006 vervangen 377 1 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! poulie: 13-10-2005 vervangen -981 30-10-2006 vervangen 377 lagers: werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: 30-8-1996 vervangen ECM182N DD22 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 2099 m 140mm 17-10-2005 vervangen 3287 1 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! poulie: 30-8-1996 vervangen 2099 tag nummer lagers: tag nummer 17-10-2005 vervangen 8-4-1997 reparatie 3287 2317

werk nominale rotatie K plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: ECM182P BB22 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 2-9-1996 vervangen 2101 m 140mm 21-11-2005 vervangen 3319 1 xx-xx-xxxx vervangen #WAARDE! poulie: 2-9-1996 vervangen 2101 21-11-2005 vervangen 3319 lagers:

Eindverslag

67 67

Afstudeerstage verslag

werk nominale rotatie K plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: v-snaar: ECM182Q DD21 380/660 55/31 27 0,8 980 o 1-11-1990 3-9-1996 vervangen 2102 m 140mm 21-6-2003 vervangen 2448 1 22-8-2003 opspannen 61 13-10-2005 vervangen 771 poulie: 3-9-1996 vervangen 2102 21-6-2003 vervangen 2448 13-10-2005 vervangen 832 lagers: 3-9-1996 vervangen 2102 werk nominale rotatie K tag plaats spanning stroom vermogen onderhoud snelheid o installeer onderhoud datum nummer : uit (kW): cos : (rpm): service: service: na (dagen) (V): (A): l datum: aan: o 15-5-1984 v-snaar: ECM182R BB21 380 53 27 0,84 980 2-9-1996 vervangen 4427 m 140mm 21-6-2003 vervangen 2449 1 22-8-2003 opspannen 61 30-10-2006 vervangen 1148 poulie: 2-9-1996 reparatie 4427 21-6-2003 vervangen 2449 30-10-2006 vervangen 1209 lagers: tag nummer

Eindverslag

68 68

Afstudeerstage verslag

Bijlage 2
Met dit programma is het mogelijk om de gemeten gegevens te bewaren. Ook wordt er een melding gegeven wanneer er een nieuwe meting nodig is of wanneer er onderhoud moet worden gepleegd. In geval van onderhoud aan een airfan installatie zullen de meetgegevens van die installatie met detail worden uitgevoerd. Als er een meting moet worden uitgevoerd, wordt er gevraagd om deze gegevens in te voeren. Blijkt dat door omstandigheden het niet mogelijk is om de meting uit te voeren op die dag kunnen op de plaats waar de meetresultaten worden ingevoerd een 0 worden gezet. Het totaal aantal dagen tot de nieuwe meting moeten dan gewijzigd worden zodat de meting op een later tijdstip kan worden uitgevoerd. In het overzicht is dan te zien dat de meting gepland was, maar later is uitgevoerd. Om het programma overzichtelijk te houden is ervan uitgegaan dat de persoon die de gegevens invoert, met de correcte antwoorden en waardes komt. Op deze manier blijven de nuttige onderdelen voor dit programma over. Aangezien het programma alleen theoretisch is getest (met verzonnen waardes). Kan het zijn dat er wijzigingen of toevoegingen moeten worden gedaan om het programma, in de praktijk, makkelijk en praktisch te kunnen gebruiken. Mocht het blijken dat er meer data moet worden toegevoegd om het systeem beter te kunnen controleren, is het mogelijk om dit toe te voegen. Een voorbeeld kan zijn het toevoegen van het aantal draaiuren in een periode tussen twee metingen.

Eindverslag

69 69

Afstudeerstage verslag

//hoofdprogramma analyses #include <iostream> #include <string> #include "Frontpaneel.h" using namespace std; SnaarGegevensControle controle, datum, onderhoud; Frontpaneel melding, melding1, print; MotorGegevensControl control, datum1; int main() { //initalizeren int a, b=0, c=0, c2=0, d=0, e=0, z=0, terug[100], terug1[100], nsnaar,actie[100], check=0, c1[10000]; double maxSpanning[100], minSpanning[100], dagen[100], gem=0, max=0, min=0, periode=0, meld[100],m[100],m1[100], meld1[100],voorbereiding[100], waarschuwingswaarde[100], alarmwaarde[100], dagen1[100], snelheid[10000], wwaarde=0, alarm=0, v=0, per=0; string type[100], plaats[100], t[10000], locatie, opspannen, snaar, type1, antwoord, ant; cout<< "Geef het aantal types dat u wilt invoeren op:" <<endl; cin>>a; do{ if(a!=0) { d=0; //invullen airfan istallatie gegevens. d (teller) vergelijkt met a(invoer). b zorgt dat installatie niet worden overschreven. do { cout<< "Vul achtereenvolgend airfantype, plaats, max snaarspanning, min snaarspanning, dagen tussen controle van snaren" <<endl; cout<< "waarschuwingswaarde, alarmwaarde (trillingsmetingen) en dagen tussen controles van trillings- en thermografische meting in:" << endl; cin>> type[b] >>plaats[b] >> maxSpanning[b]>> minSpanning[b] >> dagen[b] >> waarschuwingswaarde[b]>> alarmwaarde[b]>>dagen1[b]; cin.get(); terug[b]=1; m[b]=1; terug1[b]=2; m1[b]=2; d=d+1; b=b+1; }while(d!=a); } //gemeten snaarspanning waardes controleren en mogelijk aanpassen for(int i=0; i<b; i++) { if(terug[i]==1&&m[i]==1||ant=="ja" && i==b-1){ max=maxSpanning[i]; min=minSpanning[i]; periode=dagen[i]; locatie=plaats[i];

Eindverslag

70 70

Afstudeerstage verslag

type1=type[i]; dagen[i]=controle.gegevensVergelijken(periode, max, min, locatie, type1, i); } } //gemeten trilsnelheid controleren en mogelijk aanpassen for(int i=0; i<b; i++) { if(terug1[i]==2&&m1[i]==2||ant=="ja" && i==b-1){ wwaarde=waarschuwingswaarde[i]; alarm=alarmwaarde[i]; t[c]=type[i]; type1=type[i]; snelheid[c]=control.gegevensVergelijken(periode, wwaarde, alarm, type1, i); //foutmelding if(snelheid[c]>=wwaarde){ print.print(type, t[c], snelheid, c, b); c1[i]=1; } else{ c1[i]=0; } c=c+1; } } //datum bepalen volgend onderhoud for(int i=0; i<b; i++) { do{ actie[z]=0; z=z+1; }while(z<100); periode=dagen[i]; locatie=plaats[i]; meld[i]=datum.datumVaststellen(periode,locatie, a, terug, i); //melding onderhoud snaren if(meld[i]==0){ m[i]=meld[i]; melding.actieMelden(locatie, periode, i, actie); } else{ if(meld[i]==1){ m[i]=meld[i]; terug[i]=melding1.onderhoudMelden(locatie,meld, meld1, i); } } //melding onderhoud motor periode=dagen1[i]; meld[i]=0; meld1[i]=datum1.datumVaststellen(periode, locatie, a, terug1, i); if(meld1[i]==2){ m1[i]=meld1[i]; terug1[i]=melding1.onderhoudMelden(locatie,meld, meld1, i); } else m1[i]=meld1[i];

Eindverslag

71 71

Afstudeerstage verslag

} // nieuwe installatie cout << " Wilt u een nieuw installatie invoeren (ja of nee)? " << endl; cin>>ant; if(ant=="ja") a=1; else a=0; // gegevens wijzigen bestaande situatie do { if (ant=="nee") { cout <<endl<< "Wilt u gegevens wijzigingen aan een bestaande installatie?" << endl; cin >> antwoord; if(antwoord=="ja") { cout <<endl<<"Voer type in." <<endl; cin >> antwoord; check=0; //invoer nieuwe gegevens for(int i=0; i<b; i++) { if(antwoord==type[i]) { check=1; cout << "oude gegevens zijn: " << endl; cout <<"type " << type[i]<<endl <<"plaats "<<plaats[i]<<endl <<"max. snaarspanning "<< maxSpanning[i]<<endl<<"min. snaarspanning "<< minSpanning[i]<<endl<<"periode tussen controle van snaren " << dagen[i]<<endl <<"waarschuwingswaarde "<< waarschuwingswaarde[i]<<endl<<"alarmwaarde "<<alarmwaarde[i]<<endl<<"dagen tussen controles van trillings- en thermografische meting "<<dagen1[i]<<endl<<endl; cout<< "Vul achtereenvolgend airfantype, plaats, max snaarspanning, min snaarspanning, dagen tussen controle van snaren" <<endl; cout<< "waarschuwingswaarde, alarmwaarde (trillingsmetingen) en dagen tussen controles van trillings- en thermografische meting in:" << endl; cin>> type[i] >>plaats[i] >> maxSpanning[i]>> minSpanning[i] >> dagen[i]>> waarschuwingswaarde[i]>> alarmwaarde[i]>>dagen1[i]; } else{ if(i==b-1 && check==0) cout << "type is niet aanwezig!"<<endl; } } } } }while(antwoord!="nee"); e=0; }while(e!=1); return 0; }

Eindverslag

72 72

Afstudeerstage verslag

// frontpaneel.cpp #include "Frontpaneel.h" #include <iostream> using namespace std; double Frontpaneel::actieMelden(std::string locatie, double periode, int i, int actie[]) { GetSystemTime(&st); if(j==0){ dag=st.wDay; maand=st.wMonth; jaar=st.wYear; j=j+1; } // dagen tellen dat het programma niet gebruikt is. while(dag!=st.wDay && maand!=st.wMonth && jaar!=st.wYear) { rest=jaar%4; if(dag>31 && (maand==1||maand==3||maand==5||maand==7||maand==8||maand==10||maand==12)) { dag=dag-31; maand=maand+1; } else { if(dag>30 && (maand==4||maand==6||maand==9||maand==11)) { dag=dag-30; maand=maand+1; } else { if(rest==0 && maand==2) { dag=dag-29; maand=maand+1; } else { dag=dag-28; maand=maand+1; } } } if(maand==13) { maand=1; jaar=jaar+1; } dag=dag+1; temp=temp+1; };

Eindverslag

73 73

Afstudeerstage verslag

//dagen van periode afhalen zodat de melding op de juiste dag komt switch( actie[i]) { case 0: case -1: case -2: case -3: case -4: case -5: case -6: case -7: actie[i]=periode; break; case 1: case 2: actie[i]=actie[i]-temp; cout << "snaren moeten bijna worden gecontroleerd op locatie " <<locatie << ". Bereid controle voor."; break; default: actie[i]=actie[i]-temp; break; } } int Frontpaneel::onderhoudMelden(std::string locatie,double meld[], double meld1[], int i) { terug=0; // melding snaren controleren if(meld[i]==1){ cout << "snaren op locatie " << locatie << " moeten gecontroleerd worden" <<endl; terug=1; return terug; } // melding motor controleren if(meld1[i]==2) { cout << "motor op locatie " << locatie << " moeten gecontroleerd worden" <<endl; terug=2; return terug; } return terug; } void Frontpaneel::print(std::string type[],std::string t, double snelheid[], int c, int b){ //uitvoer metingen motor for(int i=0; i<=c; i++) { if(a==b) a=0; if(t==type[a]) { z=z+1; cout << snelheid[j] << "m/s is de "<< z << "e meting aan "<< t<< "." << endl; } a=a+1; j=j+1; } z=0; a=0; j=0; cout <<endl; }

Eindverslag

74 74

Afstudeerstage verslag

//frontpaneel.h #if !defined(_FRONTPANEEL_H) #define _FRONTPANEEL_H #include "MotorGegevensControl.h" #include "SnaarGegevensControle.h" #include <iostream> #include <Windows.h> #include <stdio.h> class Frontpaneel { public: double actieMelden(std::string locatie, double periode, int i, int actie[]); int onderhoudMelden(std::string locatie,double meld[], double meld1[], int i); void Frontpaneel::print(std::string type[], std::string t, double snelheid[], int c, int b); private: SYSTEMTIME st; int a,j,z,b, dag, maand, jaar, terug, temp, rest; }; #endif //_FRONTPANEEL_H //motorgegevenscontrol.cpp #include "MotorGegevensControl.h" using namespace std; double MotorGegevensControl::gegevensVergelijken(double periode, double wwaarde, double alarm, std::string type1, int i, std::string locatie) { //vergelijken gemeten waarde met waarschuwings- en alarmwaarde p[i]=p[i]+periode; cout << "voer gemeten snelheid op lokatie " <<locatie <<" in:" << endl; cin >> snelheid[i]; temp=snelheid[i]; if(snelheid[i] < wwaarde){ if(snelheid[i]>=wwaarde && snelheid[i]<alarm) cout << "snelheid ligt boven waarschuwingswaarde. Voer controle uit en analyseer gegevens." << endl; else{ if(snelheid[i]>=alarm) cout << "Analyseer! Snelheid ligt boven alarmwaarde." <<endl; } for(int j=0; j<=i; j++) { if(type1==type[j]) { cout<<type1 <<" is na "<< p[i] << " dagen gecontroleerd." << endl; p[i]=0; } } } return temp; }

Eindverslag

75 75

Afstudeerstage verslag

double MotorGegevensControl::datumVaststellen(double periode,std::string locatie, int a, int terug1[], int i) { //datum vaststellen GetSystemTime(&st); if((a!=0||terug1[i]==2)&&(dag<=st.wDay&&maand<=st.wMonth&&jaar<=st.wYear||maand<st.wMonth &&jaar<=st.wYear||jaar<st.wYear)||dag==0 && maand==0 && jaar==0) { dag=st.wDay+periode; maand=st.wMonth; jaar=st.wYear; rest=jaar%4; cin.get(); while(dag>31 && (maand==1||maand==3||maand==5||maand==7||maand==8||maand==10||maand==12)||dag>30 && (maand==4||maand==6||maand==9||maand==11)||rest==0 && maand==2&&dag>29||rest!=0 && maand==2&&dag>28) { rest=jaar%4; if(dag>31 && (maand==1||maand==3||maand==5||maand==7||maand==8||maand==10||maand==12)) { dag=dag-31; maand=maand+1; } else { if(dag>30 && (maand==4||maand==6||maand==9||maand==11)) { dag=dag-30; maand=maand+1; } else { if(rest==0 && maand==2) { dag=dag-29; maand=maand+1; } else { dag=dag-28; maand=maand+1; } } } if(maand==13) { maand=1; jaar=jaar+1; } }; cout<< "Op "<<locatie<<" moeten periodiek onderhoud worden uitgevoerd op " <<dag<<" "<<maand<<" "<<jaar;

Eindverslag

76 76

Afstudeerstage verslag

} meld=0; if(maand==st.wMonth) { if(dag==st.wDay) { if(jaar==st.wYear) meld=2; } } return meld; } //motorgegevenscontrol.h #if !defined(_MOTORGEGEVENSCONTROL_H) #define _MOTORGEGEVENSCONTROL_H #include <iostream> #include "Frontpaneel.h" #include <Windows.h> #include <stdio.h> class MotorGegevensControl { public: double gegevensVergelijken(double wwaarde, double alarm, double alarm, std::string type1, int i, std::string locatie); double datumVaststellen(double periode,std::string locatie, int a, int terug1[], int i); private: double snelheid[10000], p[10000], dag, maand, meld, temp; int rest, jaar; std::string type[10000]; SYSTEMTIME st; }; #endif //_MOTORGEGEVENSCONTROL_H

Eindverslag

77 77

Afstudeerstage verslag

//snaargegevenscontrole.cpp #include "SnaarGegevensControle.h" using namespace std; double SnaarGegevensControle::gegevensVergelijken(double periode, double maxS, double minS, std::string locatie, std::string type1, int i) { //gegevens vergelijken gemeten waarde met minimale en maximale ingevoerde snaarspanning temp=periode; p[i]=p[i]+periode; type[i]=type1; cout<<"voer de spankracht van snaar op lokatie " <<locatie <<" in:"<<endl; cin >> meting[i]; cin.get(); if(minS > meting[i] || meting[i] >= maxS){ if(minS > meting[i]) cout << "snaar heeft een te lage spanning" <<endl; else{ if(meting[i]>=maxS) cout << "snaar heeft een te hoge spanning" <<endl; } for(int j=0; j<=i; j++) { if(type1==type[j]) { cout<<type1 <<" is na "<< p[i] << " dagen gecontroleerd." << endl; p[i]=0; } } cout << "Wilt u de tijd van de periode tussen meting wijzigen?" << endl; cin >> antwoord; cin.get(); if(antwoord=="ja") { cout << "Voer tijd van de periode in." <<endl; cin >> temp; } cin.get(); } return temp; } double SnaarGegevensControle::datumVaststellen(double periode,std::string locatie, int a, int terug[], int i, int c2) { //datum vaststellen GetSystemTime(&st); if(c2=1||(a!=0||terug[i]==1)&&(dag<=st.wDay&&maand<=st.wMonth&&jaar<=st.wYear||maand<st.w Month&&jaar<=st.wYear||jaar<st.wYear||dag==0 && maand==0 && jaar==0)) { dag=st.wDay+periode; maand=st.wMonth; jaar=st.wYear; rest=jaar%4;

Eindverslag

78 78

Afstudeerstage verslag

while(dag>31 && (maand==1||maand==3||maand==5||maand==7||maand==8||maand==10||maand==12)||dag>30 && (maand==4||maand==6||maand==9||maand==11)||rest==0 && maand==2&&dag>29||rest!=0 && maand==2&&dag>28) { rest=jaar%4; if(dag>31 && (maand==1||maand==3||maand==5||maand==7||maand==8||maand==10||maand==12)) { dag=dag-31; maand=maand+1; } else { if(dag>30 && (maand==4||maand==6||maand==9||maand==11)) { dag=dag-30; maand=maand+1; } else { if(rest==0 && maand==2) { dag=dag-29; maand=maand+1; } else { dag=dag-28; maand=maand+1; } } }

Eindverslag

79 79

Afstudeerstage verslag

if(maand==13) { maand=1; jaar=jaar+1; } }; cout<< "Op "<<locatie<<" moeten de snaren worden gecontroleerd op " <<dag<<" "<<maand<<" "<<jaar << endl; } meld=0; if(maand==st.wMonth) { if(dag==st.wDay) { if(jaar==st.wYear) meld=1; } } return meld; } //snaargegevenscontrole.h #if !defined(_SNAARGEGEVENSCONTROLE_H) #define _SNAARGEGEVENSCONTROLE_H #include "Frontpaneel.h" #include <iostream> #include <Windows.h> #include <stdio.h> class SnaarGegevensControle { public: double gegevensVergelijken(double dagen, double maxS, double minS, std::string locatie, std::string type1, int i); double datumVaststellen(double periode, std::string locatie, int a, int terug[], int i, int c2); private: SYSTEMTIME st; double min[10000], max[10000], meting[10000], p[10000], temp, dag, maand, meld; int rest, jaar; std::string antwoord, type[10000]; };#endif //_SNAARGEGEVENSCONTROLE_H

Eindverslag

80 80

Afstudeerstage verslag

Bijlage 3
In deze bijlage is het formulier te vinden die onderhoudsmonteurs moeten gaan invullen. In dit document (digitale versie) is het niet mogelijk om de tekstvakken aan te klikken en direct te veranderen. Het echte document kan dit wel en dit wordt overhandig aan Spie. Klik hier als u Ordernummer tekst wilt invoeren. Datum: Datum. Klik hier als u Uitgevoerd door: tekst wilt invoeren. INGANGSCONTROLE AANGEBODEN ELEKTROMOTOR Staat motor Hijsoog Spie Waaierkap Klemmenkast & deksel Klemmendeksel pakking Klemmen(bord) Vetnippels + smeerschema (Blind)wartel Identificatieplaat Motorvoeten/mont flens Uitwendige aardbout Koppeling Astap Lagerpassing Controle olielekken Kwaliteit schilderwerk Vibratieschema staat Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Opmerking Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Eindverslag

81 81

Afstudeerstage verslag

Isolatiemeting stator wikkeling Klik Fase U hier. Klik Fase V hier. Klik Fase W hier. Nullast beproeving

Mohm Kies een item. Mohm Kies een item. Mohm Kies een item.

Gemeten met 1000 Volt Wikkelingtemperatuur 20C Omgevingstemperatuur 20C

Fase U Fase V Fase W Gemiddelde nullaststroom Ig

Klik hier.

Mohm Mohm Mohm

Afwijking t.o.v. Ig < 5% Kies een item. Kies een item. Kies een item. Klik hier. A

Klik hier.

Klik hier.

Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. schakeling Kies een item.

Weerstand van de wikkelingen Klik hier. U-X Klik hier. V-Y Klik hier. W-Z Klik hier. Weerstand PTC Omgevingstemperatuur Klik hier. Klik hier. Wikkeling METINGEN / CONTROLEREN BIJ BINNENKOMST beproevingsrapport Meting Lagerpassingen Aandrijfzijde Niet aandrijfzijde Trillingsmeting (in mm/s) Aandrijfzijde Niet aandrijfzijde

Ohm Ohm Ohm Ohm C C

Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item.

De weerstand van de 3 fasen mogen onderling maximaal 2% verschillen De PTC moet tussen de 80 en de 600 Ohm zijn indien het een PTC set is.

Rotor Klik hier. Klik hier.

Schilden Klik hier. Klik hier.

Kies een item. Kies een item.

Hor. Klik hier. Klik hier.

Vert. Klik hier. Klik hier.

Axiaal Klik Kies een item. hier. Kies een item.

Volgens norm ISO 2374 Kies een item. Opstelling: Wanneer de motor bij binnenkomst niet kan draaien omdat de motor mechanisch of elektrisch slecht is dan moet de rotor steeds gebalanceerd worden.

Eindverslag

82 82

Afstudeerstage verslag

Ordernummer Datum: Uitgevoerd door: CONTROLES NA REVISIE ELEKTROMOTOR

Klik hier als u tekst wilt invoeren. Datum. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Isolatiemeting stator wikkeling Klik Mohm Kies een item. Gemeten met 1000 Volt Fase U hier. Wikkelingtemperatuur 20C Klik Mohm Kies een item. Omgevingstemperatuur 20C Fase V hier. Klik Mohm Kies een item. Fase W hier. Blokkerbeproeving=> alleen bij nieuwe wikkeling Afwijking t.o.v. Ig < 5% Aangesloten spanning Nominale spanning Fase U Fase V Fase W Gemiddelde nullaststroom Ig Nullast beproeving Fase U Fase V Fase W Gemiddelde nullaststroom Ig Trillingsmeting (in mm/s) Aandrijfzijde Niet aandrijfzijde Hor. Klik hier. Klik hier. Vert. Klik hier. Klik hier. Axiaal Klik hier. Kies een item. Kies een item. Klik hier. Klik hier. Klik hier. Klik hier. Klik hier. Klik hier. Volt Volt A A A A

Kies een item. Kies een item. Kies een item. Schakeling: Afwijking t.o.v. Ig < 5% Kies een item. Kies een item. Kies een item. Klik A hier.

Kies een item.

Klik hier. Klik hier. Klik hier.

Mohm Mohm Mohm

Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Kies Schakeling: een item.

Volgens norm ISO 2374 Kies een item. Opstelling: Wanneer de motor bij binnenkomst niet kan draaien omdat de motor mechanisch of elektrisch slecht is dan moet de rotor steeds gebalanceerd worden.

Eindverslag

83 83

Afstudeerstage verslag

Lagertemperatuur meting

Aanvang Aandrijfzijde Klik hier. Klik hier. C C

Niet aandrijfzijde Klik hier. Klik hier. C C

Rotor Schild Omgevingstemperatuur CONTROLES NA REVISIE ELEKTROMOTOR beproevingsrapport Hoogspanningstest Hoogspanningstest met Uitgevoerde werkzaamheden Motor gestraald Motor geschilderd Motor gewikkeld Blikpakket gerepareerd Lagerdeksel verbust Lagerdeksel verbust Lager-as passing opgespoten Lager-as passing opgespoten Lager vernieuwd Lager vernieuwd

Klik hier om temp in te voerenC

Na 30 minuten Aandrijfzijde Niet aandrijfzijde Klik Klik C C hier. hier. Klik Klik C C hier. hier. Klik hier om temp in te voeren C

2000 Volt. Tijdsduur van 5 sec Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item.

Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item. Kies een item.

Rotor gebalanceerd Astap aandrijfzijde opgespoten As vervangen Waaier vernieuwd Waaierkap vernieuwd Klemmenbord vernieuwd Klemmenkastdeksel vernieuwd Pakking klemmenkastdeksel Afdichtingen vernieuwd

Aandrijfzijde Niet aandrijfzijde Aandrijfzijde Niet aandrijfzijde Aandrijfzijde

Niet (Blind) wartel vervangen aandrijfzijde Weerstand van de wikkelingen Klik hier. Kies een item. U-X Ohm De weerstand van de 3 fasen mogen onderling maximaal Klik hier. Kies een item. V-Y Ohm 2% verschillen Klik hier. Kies een item. W-Z Ohm De PTC moet tussen de 80 en Klik hier. Kies een item. Weerstand PTC Ohm de 600 Ohm zijn indien het Klik hier. Omgevingstemperatuur C een PTC set is. Klik hier. Wikkeling C Op en aanmerkingen Klik hier als u tekst wilt invoeren. Kies een Kies een Smering Nieuw lagers voorzien van Vet gevuld? Kies een item. item. item. veranderd? smeernippels? Kies een item. Kies een item. Eindcontrole motor Motor teruggeplaatst?

Eindverslag

84 84

Afstudeerstage verslag

Bijlage 4
In deze bijlage staat omschreven hoe dit project is aangepakt. Voor dit project is er gebruik gemaakt van de SDM (System Development Methodology). In het project is hier een aantal keer vanaf geweken door bijvoorbeeld fases eerder of later (deels) uit te voeren. In

Tabel 1: project aanpak is een overzicht te zien vanaf boven naar beneden hoe er gewerkt is aan deze opdracht en wat daarbij de gedachte was. In de fase dat er georinteerd werd naar wat het probleem was is er ook een plan van aanpak gemaakt. Daarna is er gekozen om te beginnen met een extern overzicht. Het beeld van hoe het bird eye view eruit zou komen te zien was er op dat moment niet. Door eerst inzicht te krijgen in de meettechnieken kwam dat beeld er wel. Zodat dit wel gemaakt kon worden en door daarna nog een keer bezig te zijn met het extern overzicht kwam hiervan een totaalbeeld. Met deze gegevens kon er begonnen worden aan het ontwerpen van het interne overzicht en het realiseren van het programma. Toen het programma klaar was zijn er testen gedaan om het programma te controleren en met de kopie die gebruikt is in hoofdstuk 7,7 kan aangetoond worden dat het programma werkt.
Tabel 1: project aanpak

fase actie probleemorintatie 2 weken meelopen onderhoudsmonteurs en hierbij de situatie bepalen probleemorintatie project bespreking

resultaat hoofdstuk 2

rede kennis maken en situatie in beeld krijgen opdracht omschrijving en voorwaarden in beeld krijgen dit was iets totaal onbekend voor mij. Opties bepalen alle opties gebruiken voor het controlsysteem is onnodig overzicht creren Intern overzicht kan pas bepaald worden wanneer het extern overzicht bekend is. Op deze manier wordt er uitgeschreven wat er moet gebeuren Basis leggen om goede ervaring voor de gebruiker te creren. Uitwerken en eigen idee controleren eigen werk controleren

extern overzicht extern overzicht birds eye view extern overzicht

Opties conditie bepalen meettechnieken kiezen schematisch overzicht maken bepalen wat in en uitvoer is

hoofdstuk 2 + hoofdstuk 3 + hoofdstuk 5 hoofdstuk 4 + hoofdstuk 6

hoofdstuk 7.3 hoofdstuk 4 + hoofdstuk 7 hoofdstuk 7,6

intern overzicht

bepalen hoe het verwerkt wordt. flowcharts Voortraject ontwerpen C++ programma C++ programma maken theoretische getallen

functioneel ontwerp fysisch ontwerp testen

hoofdstuk 7,6 bijlage 2 hoofdstuk 7,7

Eindverslag

85 85

Afstudeerstage verslag

Documenten die gemaakt zijn voor het onderzoek. Hierin staan de documenten die gemaakt zijn, maar niet terug te vinden zijn in het verslag. Ze zijn gebruikt zijn om het verslag te kunnen maken. Drie documenten die gemaakt zijn, zijn al te vinden in bijlage 1, 2 en 3. Dit is het document dat gemaakt is om de gegevens te analyseren en het C++ programma. Antwoorden die relevant zijn voor het onderzoek zijn terug te vinden in het verslag. Documenten 3: Interview Met chef monteur. Welke motoren worden er gebruikt voor de airfan installatie? Welke onderdelen moeten er aan de airfan installatie worden gerepareerd? (zowel motor als koppeling airfan) Wat is hiervan de rede voor en waardoor zou dat kunnen komen? Welke opties zijn er om snaren tussen motor en airfan te spannen? Wanneer (laten) jullie een motor repareren en waarneer wordt de motor vervangen? Wat repareren jullie en hoe doen jullie dat? Waarom wordt er hiervoor gekozen? Houden jullie motoren op reserve? Waarom wel/niet? Zou er een mogelijkheid zijn om grootschalig motoren op reserve te houden? Waarom wel/niet? (op deze manier zou een motor direct kunnen worden vervangen en de motor die kapot/ bijna kapot is gerepareerd worden en deze wordt dan op reserve gezet) Als dit vrij gegeven mag worden!!!! Wat zijn de kosten (ongeveer) voor het repareren van de onderdelen? (manuren niet mee gerekend) Wat betalen jullie voor het vervangen door een nieuwe motor? (Wie is de leverancier?) Er wordt ook werk uitbesteed. Wat voor werk is dat? Wat zijn hiervan de kosten? Documenten 4: Interview met Dow personeel. Hoe koelt een airfan een systeem (werking procestechnisch) Zijn de airfan installatie horizontaal of verticaal geplaatst? Waarom deze keuze? Wat zijn de gevolgen (voor en nadelen)? Heeft de luchtkwaliteit invloed op verbruik, slijtage en kapot draaien van de airfan installatie? Onder luchtkwaliteit valt bijvoorbeeld zout, bijtend en chemisch? Hoe wordt de motor bepaald/gekozen voor een airfan installatie? Wat heeft atex hier mee te maken? Hoe wordt de airfan bepaald/gekozen? Wat zorgt voor de grootste problemen bij de airfan installaties? Wat is de oorzaak? Hoe wordt er geschakeld ten behoefte van gevraagde vermogen? Worden airfans altijd in dezelfde volgorde geschakeld? Worden er gegevens van draaiuren bijgehouden? Is het mogelijk om een voorbeeld te krijgen? Zijn er motoren beveiligd met stroommetingen? Zijn hier gegevens over bekend (historie) en zou ik een voorbeeld kunnen krijgen met een motor die uit eindelijk een defect heeft? Wat wordt er op dit moment gedaan aan onderhoud? Onderhoudsmaatregelen Als de installatie voor een langere tijd heeft stilgestaan. Hoe is dan de opstartprocedure en wat zijn dan de maatregelen?

Eindverslag

86 86

Afstudeerstage verslag

Document 5: Vragen werkproces Wat voor opdrachten hebben jullie? Hoe krijgen jullie de opdrachten van Dow binnen? Welke informatie krijg je van Dow (wat hebben zij gedaan voor ze de opdracht overdroegen) Hoe wordt een opdracht/werksituatie voorbereid door Spie en wie doet dat(probleem geanalyseerd) Locatie bezoeken, Gevolgen waarnemen en oorzaak bepalen, Omschrijven werkzaamheden, Materialen en andere benodigdheden Wat moet er administratief worden gedaan voor een opdracht? Welke opties zijn er om op tijd de juiste materialen te hebben voor de opdracht? Wanneer mag een opdracht uitgevoerd/gepland worden? (mogelijk eerst administratief) Waar wordt rekening mee gehouden tijdens het plannen? Werkduur, Personeel, Mogelijke omstandigheden. Wat is er anders als, er een opdracht komt met spoed en wat houd dat in voor het plannen? Moet het zelfde proces worden doorlopen (wat wordt er aan gedaan om het proces sneller te laten gaan? levering materiaal, Planning wijzigen/meldingen van gewijzigde plannen naar andere (klanten)? Hoe krijg de onderhoudsmonteur de opdrachtomschrijving en welke gegevens krijg deze persoon? Wie verzorgd dat alles op de locatie waar de opdracht uitgevoerd moet worden komt? Hoe worden de werkzaamheden verwerkt? Hoe is er bepaald wat er gedaan moet worden (veilig stellen + oorzaak bepalen) Welke materialen zijn er nodig geweest voor de opdracht Is de opdracht succesvol uitgevoerd? Bewijslevering Mochten er problemen of ongevallen tijdens de werkzaamheden gebeuren. Wat moet er gedaan worden? Wat betekend dat voor de opdracht en werkuitvoering? Wat moet er vervolgens gebeuren om de opdracht af te kunnen sluiten? Mogelijke wijzigingen aan het systeem door de opdracht. Zijn er nog punten die relevant kunnen zijn om het werkproces te verbeteren? Hoe wordt er gecommuniceerd in het huidige werkproces binnen Spie (tussen bazen, technisch personeel, administratief personeel end.)? Bovengestelde vragen is over een opdracht aanpakken. Welke andere actie/handelingen moet u tijdens het werk verrichten Hoe is het georganiseerd in het bedrijf Spie? (organisatie)? Wat zijn de voor en nadelen van het huidige werkproces? Wat zou u veranderen om het werkproces te verbeteren?

Eindverslag

87 87

Afstudeerstage verslag

Bijlage 5

Eindverslag

88 88

Afstudeerstage verslag

Studentgegevens Naam: Wouter Boeije Adres: Jacob Jordaensstraat 16 Opleiding: Elektrotechniek Afstudeerplaats Bedrijf Adres Contactpersoon HZ Bedrijfsbegeleider Afstudeeropdracht Versie Datum

Studentnummer: 48574 Telnmr: 0615822042 Afstudeerdocent: Dhr. de Schipper

SPIE industry Handelspoort 1 Terneuzen Dhr. de Schipper Misha van Oostenbrugge

2 2-4-2012

De opdracht is: Beheer en onderhoud van motoren en de koppeling met airfans. Hierbij zal ik moeten gaan bepalen wanneer er wordt gekozen voor het repareren van een motor en wanneer er nieuwe onderdelen/motoren moeten worden aangeschaft. Verder moet er dan een totaal concept komen over beheer en onderhoud van motoren (huidige situatie bepalen en kijken voor verbeteringen). Onderwerpen die hier aan bod komen zijn dan: Een controlsysteem die aangeeft dat de motor tegen het eind van zijn levensduur loopt, het na stellen van snaren na reparatie en methode voor reparaties in de winter de periode dat er koeling over is en de motoren draaiend te houden in de zomer een periode dat er koeling te kort is. Zo ik het nu begrijp is dat Spie de reparaties uitvoer en deze niet controleert. Een verbetering kan zijn om Dow een concept aan te bieden. Dus dat er een na controle komt en dat Spie ook de storingen gaat constateren. Dit is voornamelijk bedoeld bij motoren die gebruikt worden voor koeling. Voor dit project moeten er de volgende punten gebeuren. 2 weken orinteren: Bepalen van totaal opdracht. Eisen en opdracht formuleren in afstemming met SPIE. Opdracht uitvoeren. Opties condities bepalen Uitwerken opties Controlsysteem die aangeeft dat de motor tegen het eind van zijn levensduur loopt. o Omschrijving o concept (advies met mogelijk idee/optie) Omschrijving verbetering in proces van Spie Eindrapport (adviesrapport + onderzoeksrapport).

Eindverslag

89 89

You might also like