PERSNOTA

Karlos Callens vraagt oplossingen voor de superheffing bij niet-bestaande

bedrijven door de Mestbank

Zogenaamde niet-bestaande veeteeltbedrijven zijn die bedrijven die hun eerste

Mestbankaangifte niet op tijd hebben ingediend of niet in orde waren met hun
milieuvergunning, waarvan een gedeelte nu echter geregulariseerd is en een ander
deel bezig is zich in orde te stellen.

Recentelijk werd in het Vlaams Parlement een oplossing geboden aan deze
problematiek waardoor de zogenaamde niet-bestaande bedrijven opnieuw een
nutriëntenhalte wordt toebedeeld en zij daarom opnieuw kunnen werken. Wat betreft de
bedrijven die niet in orde waren met hun milieuvergunning is echter nog niets geregeld
waardoor daar de grootste onzekerheid bestaat.

Deze onzekerheid wordt nu echter nog groter aangezien de Mestbank begonnen is met
het innen van de superheffing van 2002. Het betreft meer dan 400 van deze
zogenaamde niet-bestaande bedrijven waarbij de heffingen kunnen oplopen tot 50.000
Euro. Deze hoge bedragen zijn het gevolg van het feit dat deze bedrijven een heffing
moeten betalen berekend over de totale mestproductie van het bedrijf en niet enkel op
het mestoverschot.
Het past natuurlijk niet om eerst althans een deel van deze niet-bestaande bedrijven te
regulariseren en dan amper enige maanden later een superheffing te innen die zich
baseert op de toestand van voor de regularisatie. Daarenboven wordt blijkbaar geen
rekening gehouden met de bezwaren van die bedrijven die volop bezig zijn zich in regel
te stellen met hun milieuvergunning wat tijd kost. Het innen van de superheffing 2002
op dit moment betekent immers voor vele van deze bedrijven zo goed als zeker het
faillissement.

Karlos Callens (VLD) vroeg de minister of de mestbank rekening gehouden had met de
bezwaren die door de betrokken bedrijven werden aangehaald en met het feit dat de
zogenaamde late aangevers ondertussen geregulariseerd zijn.

De minister antwoordde dat bij de uitwerking van het verzameldecreet geen consensus
kon worden gevonden om ook kwijtschelding voor 2002 toe te kennen.
De bedrijven werden geacht bestaand te zijn vanaf 1 januari 2003 zodat de superheffing
2003 voor de bedrijven vervalt. De Mestbank heeft in deze het mestdecreet toegepast.
Dit werd na amendering in de door de Commissie aangenomen tekst, die werd
goedgekeurd door het Vlaamse Parlement bepaald. Conform het vigerende
mestdecreet, dient deze superheffing te worden geïnd. Er kan daarvan niet afgeweken
worden.

Karlos Callens vroeg wat er gebeurde met de bedrijven die als niet-bestaande worden
beschouwd omwille van problemen met hun milieuvergunning en die ondertussen bezig
zijn zich wat dat betreft in regel te stellen.

Daar kon de minister geen algemeen antwoord op geven daar het gaat om
verschillende problemen, maar beloofde dit te bestuderen naar aanleiding van MAP III.

Karlos Callens
0475/83.03.19