De glimlach van een kind

  43      

3
Dm



Jij bent zo

  
  



13

  

17

  
  

25



28


nou?

wijs

dat

zegt

een

Dm

Jij

bent

zo





grijs



Jij

bent

ge

trouwd



Jij

bent

al



oud

Dm



je

ja,



je

wordt

al

echt



maar

voor

je

denkt

dat

zegt

een

kind

dat

zegt

een

dat

zegt

een





pakt

zij

je

hand



kind


kind

  



pel

meer



een

ou

de

heer


Dm

een rim



kind

Dm





Dm

dan denk

21





hoe

moet

dat


en

lacht naar






32



jou

doet

je

be

sef




35

kind




38

glim

le

ven




40



lach

van

zich

heeft

ou

der

wordt

 


uit,




48

heb

een

voor



glim



dat

je

want

je

een

A7

de

dat

nog

een

wat

geeft

het



of

je





maakt

toch

niks

meer

E7



F
7

dat

van

leeft

kind

lach









46

fen



43










de



voelt

je

ge

luk

kig

al



je

geen

duit,

de