You are on page 1of 4

De Wijn

Las

#3
& 4 j J
q=220 E

Treble

Het bes - te van de wijn-ne dat

#3
&
4

&
&

#
#

bed-de dan werd

ik weer

Tr.

&

#
#

ge - zond. Al

lag

ik

ziek

te bed-de ge -kweld door

15

&

#
Tr. &

Tr.

ik ziek te

Tr.

lag

# j
Tr. &
Tr.

is er voor mij - ne mond. Al

#3
& 4

Treble

Treble

me-nig ve - nijn

ne.

De wijn

ge - neest

de

pij

ne.

wijn, weest

wijn, weest

#
&

23

Tr.

wel - kom

Tr.

&

wijn.

wel - kom

Tr.

&

#
Tr. &

30

wijn.

j

J

j
j

Men mag de wijn wel lo- ven, zij


wijn die komt van ver - re, zo

is er het prij - zen


me - nig mijl ge -

Men mag de wijn wel lo- ven, zij


wijn die komt van ver - re, zo

is er het prij - zen


me - nig mijl ge -

Men mag de wijn wel lo- ven, zij


wijn die komt van ver - re, zo

is er het prij - zen


me - nig mijl ge -

j
j

j
j

j
j

j j

waard. En ook de scho-nevrouw-en die zijn er naar on - ze aard. Ik heb er nog


reden. Op wa - gens en op kar - ren tot hier
al binnen de steden. Zij komt er

Tr.

Tr.

&
&

waard. En ook de scho-nevrouw-en die zijn er naar on - ze aard. Ik heb er nog


reden. Op wa - gens en op kar - ren tot hier
al binnen de steden. Zij komt er

waard. En ook de scho-nevrouw-en die zijn er naar on - ze aard. Ik heb er nog


reden. Op wa - gens en op kar - ren tot hier
al binnen de steden. Zij komt er

#
Tr. &

D

37

Tr.

Tr.

meer te
uit
het

doen dan en - kel dit


land van Keul- len, al

gla - as - je klei o - ver de rijn.

&
#

meer te
uit
het

&

doen dan en - kel dit


land van Keul- len, al

meer te
uit
het

gla - as - je klei o - ver de rijn.

doen dan en - kel dit


land van Keul- len, al

gla - as - je klei o - ver de rijn.

ne. Daar - om
Ge - tond

ne. Daar - om
Ge - tond

ne. Daar - om
Ge - tond

wil ik
ze
in vol - le

wil ik
ze
in vol - le

wil ik
ze
in vol - le

#
&
D

45

Tr.

roe - men. O wijn, weest


va - ten. O wijn, weest

Tr.

Tr.

#
&
#

roe - men. O wijn, weest


va - ten. O wijn, weest

&

roe - men. O wijn, weest


va - ten. O wijn, weest

wel - kom
wel - kom

wel - kom
wel - kom

wel - kom
wel - kom

wijn.

wijn.

wijn.

wijn.

wijn.

wijn.

is
ze rood en hel-der dan is ze ons goed ge - zind.
vrien -den hebt geen zor gen al heb-ben wij nu geen geld.

Tr.

is
ze rood en hel-der dan is ze ons goed ge - zind.
vrien -den hebt geen zor gen al heb-ben wij nu geen geld.

Tr.

b j
j
b
&

is
ze rood en hel-der dan is ze ons goed ge - zind.
vrien -den hebt geen zor gen al heb-ben wij nu geen geld.

bb
& J
59

Tr.

ton -gen dan is


bor-gen zo heeft

Tr.

b j
&b

ton -gen dan is


bor-gen zo heeft

Tr.

b j
b
&

ton -gen dan is


bor-gen zo heeft


zij
hij

De

De

b
& b j J

De

E
2.

bb

& j J
53

Tr.

E
1.

b
b
En
Ach

b
b

En
Ach

b
b

En
Ach

j
G

En streelt zij on - ze
De waard zal ons wel

En streelt zij on - ze
De waard zal ons wel

En streelt zij on - ze
De waard zal ons wel

on - ge - kend. O
als
de
mij
ver - teld. Wij zul-len hem

men - sen drin - ken met


la - ten schenk-en en

zij
hij

zij
hij

on - ge - kend. O
als
de
mij
ver - teld. Wij zul-len hem

on - ge - kend. O
als
de
mij
ver - teld. Wij zul-len hem

men - sen drin - ken met


la - ten schenk-en en

men - sen drin - ken met


la - ten schenk-en en

bb
&

E

66

Tr.

vrien -den al
bij - een.
vro - lijk zul-len wij zijn.

Tr.

b
&b
b
b
&

vrien -den al
bij - een.
vro - lijk zul-len wij zijn.

bb
Tr. &

74

wijn,

Tr.

b
& b

wijn,

Tr.

b
b
&

wijn,

weest

wel

weest

weest

Uit
Komt

vrien -den al
bij - een.
vro - lijk zul-len wij zijn.

Tr.

- kom

gla - zen die daar klin - ken.


laat ons van a - vond blij - ven.

Uit
Komt

gla - zen die daar klin - ken.


laat ons van a - vond blij - ven.

Uit
Komt

gla - zen die daar klin - ken.


laat ons van a - vond blij - ven.

G
1.

wijn.

De


G
2.

wijn.

wel

wel

- kom

- kom

wijn.

De

wijn.

De

wijn.

wijn.

b
Tr. & b

wijn,

weest

wel

79

Tr.

Tr.

b
b
&
b
b
&

wijn,

weest

wel

wijn,

weest

wel

kom

kom

kom

wijn.

wijn.

wijn.

O
O

O
O

O
O

You might also like