You are on page 1of 13

Proces-verbaal van de gemeenteraadszitting van

16 december 2014
Aanwezig:

Jeannine Puype, voorzitter;


Patrick De Klerck, burgemeester;
Daphn Dumery (vanaf punt 4), Bjrn Prasse, Katrien Van Ryssel, Philip Konings,
schepenen;
Ivan De Clerck, schepen / OCMW-voorzitter;
Ludo Monset, Guy De Coninck, Charlotte Benoot, Jeannine Jacobs, Patrick Kina,
Daphn Dumery (t.e.m. punt 3), Jean Pierre Meyers, Tom De Vos, Annie De Pauw,
Sandy Buysschaert, Nick Verwimp, Patrick De Meulenaere, Linda Vierstraete,
Kathleen Haegeman, Tanguy Veys, Michle Pauwels, Norbert Wallaert,
Sophie Van Kerckhove, Rianne van den Hout, gemeenteraadsleden;
Peter Verheyden, secretaris
Ben Brasseur, verantwoordelijke secretarie
Lieselot Callebaut, administratief medewerker
Wim Haelewyn, administratief medewerker.

Afwezig/verontschuldigd:

Jurgen Content, schepen;


Katrien Van Ryssel, schepen afwezig voor 11, 12, 13, 14;
Jean Pierre Meyers, gemeenteraadslid afwezig voor 3;
Annie De Pauw, gemeenteraadslid afwezig voor 3;
Nick Verwimp, gemeenteraadslid afwezig voor 11, 12, 13, 14;
Rianne van den Hout, gemeenteraadslid afwezig voor 3

De voorzitter opent de vergadering om 20:00 uur.

OPENBARE ZITTING
7

Statuut voor de vergunningen van de badkarhouders op het strand te Blankenberge.


Vaststellen nieuw statuut. Goedkeuring. Stemming.

De beslissing luidt als volgt:


DE GEMEENTERAAD:
De raad in openbare zitting bijeen;
Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald het artikel 42;
Gelet op het besluit van 26 april 1995 van de Vlaamse regering betreffende de strandconcessies;
Gelet op het besluit van 29 maart 2002 van de Vlaamse regering betreffende het toekennen van
vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het domein van de
waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en dijken;
Gelet op de voorschriften van het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Strand en Dijk, goedgekeurd bij
Ministerieel Besluit van 29 augustus 2013;
Gelet op het decreet van 28 april 1993 van de Vlaamse Gemeenschap inzake het administratief toezicht;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 11 februari 2014 houdende goedkeuring van de strandconcessie
voor het jaar 2014;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2013 houdende goedkeuring van de
concessieovereenkomst zeedijk en strand niet gedekt door de strandconcessie voor het jaar 2014;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 5 november 2013 houdende goedkeuring van het statuut voor de
vergunningen van de badkarhouders op het strand te Blankenberge;
Gelet op het overleg tussen het bestuur van de Badersbond en het Stadsbestuur Blankenberge;
Gezien de diverse adviezen van de betrokken stads- en politiediensten;
Overwegende dat er hierdoor bijkomende aanpassingen van het statuut voor vergunningen nodig zijn;
Gemeenteraadszitting 16 december 2014

Overwegende dat het bijgevolg nodig is om het statuut voor het toekennen van vergunningen aan
badkarhouders te herzien en de lasten en voorwaarden voor deze zomervergunningen opnieuw vast te
stellen;
Gelet op de financile belangen van de Stad Blankenberge;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
Stemming:
20 stemmen voor (Jeannine Puype, Patrick De Klerck, Daphn Dumery, Bjrn Prasse, Katrien Van
Ryssel, Philip Konings, Ludo Monset, Guy De Coninck, Charlotte Benoot, Jeannine Jacobs, Patrick Kina,
Jean Pierre Meyers, Tom De Vos, Annie De Pauw, Nick Verwimp, Patrick De Meulenaere, Linda
Vierstraete, Kathleen Haegeman, Michle Pauwels, Rianne van den Hout);
1 stem tegen (Tanguy Veys);
3 onthoudingen (Sandy Buysschaert, Norbert Wallaert, Sophie Van Kerckhove)
BESLUIT:
Artikel 1:
Het statuut voor het toekennen van vergunningen aan badkarhouders, goedgekeurd bij
gemeenteraadsbeslissing van 5 november 2013, wordt op heden opgeheven en vervangen door het hierna
vermelde statuut.
De gemeenteraad aanvaardt het hierna vermelde statuut voor het toekennen van vergunningen aan
badkarhouders dat vanaf heden de grondslag zal vormen voor de overeenkomsten inzake de
zomerexploitaties van de badkarhouders op het Blankenbergse strand.
Hierbij wordt opgemerkt dat de lotnummers, vermeld in onderhavig statuut, verwijzen naar de toestand
op 16 december 2014. Om steeds aan de rele toestand te beantwoorden kunnen deze lotnummers in
voorkomend geval door het College van Burgemeester en Schepenen aangepast worden.

STATUUT VOOR DE VERGUNNINGEN VAN DE BADKARHOUDERS


OP HET STRAND TE BLANKENBERGE
I.

Definities en toepassingsgebied

Artikel 1 - Definiring begrippen


Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
Badersbond

vereniging van alle Blankenbergse badkarhouders (Syndicaat der


Badkarhouders van Blankenberge).

Vergunningszone

strandgedeelte waarvan de ingebruikgeving alleen aan badkarhouders wordt


vergund.

Vrije zone

strandstrook die niet vergund wordt en bijgevolg bestemd is voor het gebruik
door alle strandbezoekers zonder onderscheid van persoon.

Standplaats

strandstrook waarvan de privatieve ingebruikneming is vergund aan een


natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de kruispuntbank voor
ondernemingen ingeschreven is en een vestigingsnummer bekomen heeft,
hierna badkarhouder genoemd.

Badkarhouder

betalend lid van het 'Syndicaat der Badkarhouders van Blankenberge', hierna
de Badersbond genoemd.

Duo-standplaats

standplaats waarbij twee numerieke standplaatsen naast elkaar gelegen zijn,


onsplitsbaar zijn en die aanzien kunnen worden als n uitbatingszone.

Quatro-standplaats

standplaats waarbij vier numerieke standplaatsen naast elkaar gelegen zijn,


onsplitsbaar zijn en die aanzien kunnen worden als n uitbatingszone.

Overlot

bijkomende uitbatingzone gelegen in een vrije zone waar geen alleenrecht


geldt maar waar strandmeubilair mag verhuurd worden.

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

Recreatieve standplaats

een standplaats voor een strandcabine bestemd voor recreatief gebruik met
uitsluiting van elke handelsactiviteit in en rond de strandcabine, te weten:
a)

standplaatsen voor verhuring aan derden:


standplaatsen toegewezen aan strandhandelaars of badkarhouders
voor de verhuring van strandcabines aan derden;

b)

standplaatsen voor eigen gebruik:


standplaatsen toegewezen aan niet-strandhandelaars of
badkarhouders voor een strandcabine bestemd voor eigen gebruik
door de eigenaar van de strandcabine en zijn bloed- of aanverwanten
van de eerste graad.

De vergunninghouder van een recreatieve standplaats beschikt over 4 meter


vr en 4 meter achter zijn strandcabine.
Als er achter de strandcabine geen 4 meter beschikbaar is, dan heeft deze
vergunninghouder van een recreatieve standplaats recht op zes meter vr de
strandcabine.
Het strandgedeelte dat voorbehouden is voor de recreatieve standplaatsen
wordt jaarlijks door het College van Burgemeester en Schepenen vastgelegd.
Het College van Burgemeester en Schepenen kan op gelijk welk ogenblik de
ligging van de recreatieve standplaatsen binnen dit strandgedeelte en
bijgevolg de opstelling van de strandcabines, bepalen.
Strandcabine

verplaatsbare strandtent. Deze strandcabines moeten steeds goed in de verf


staan, waarbij enkel het gebruik van lichte kleuren wordt toegelaten. Het
gebruik van golfplaten is niet toegelaten.

Badkar

verplaatsbare strandtent met zadeldak op gespaakte wielen. De badkarren


moeten steeds goed in de verf staan, waarbij enkel het gebruik van lichte
kleuren wordt toegelaten.

Badcabine

strandcabine of badkar waar strandbezoekers zich kunnen omkleden.

Bergingsbak

constructie dienstig om strandmeubilair op te bergen. De bergingsbakken


moeten steeds goed in de verf staan, waarbij enkel het gebruik van lichte
kleuren wordt toegelaten.

Raamverkoopconstructie constructie dienstig om raamverkoop te organiseren.


Schutzeil

afsluiting die de standplaatsen afbakent. De schutzeilen kunnen uit


verschillende materialen bestaan en al dan niet doorzichtig zijn. De hoogte
van de schutzeilen bedraagt 1,60 meter. Alle schutzeilen moeten wit gekleurd
zijn.

Verplaatsbare klopzeilen zeilen die in het zand geklopt worden en maximum 1,60 meter hoog en
5 meter lang zijn. Deze mogen enkel binnen de standplaats en op de
overloten gebruikt worden maar niet in het verlengde van de standplaats.
Verplaatsbare windzeilen zeilen die achter de ligbedden worden geplaatst en maximum 1,30 meter
hoog zijn (halve maantjes). Deze mogen enkel binnen de standplaats
gebruikt worden.
Strandmeubilair

strandstoelen, ligbedden, strandzeilen en parasols.

Artikel 2 - Opschortende voorwaarde


Het College van Burgemeester en Schepenen verstrekt de vergunningen voor de zomerexploitaties van de
badkarhouders onder voorbehoud van het verkrijgen van de strandconcessie, verstrekt door de hogere
overheid.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
Bepaling vergunningszone:
Het strandgedeelte dat voorbehouden is voor de standplaatsen van de badkarhouders wordt jaarlijks na
overleg met de Badersbond door het College van Burgemeester en Schepenen vastgelegd.

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

Bepaling standplaatsen:
Het aantal, de indeling en de ligging van de standplaatsen worden jaarlijks na overleg met de Badersbond
door het College van Burgemeester en Schepenen vastgelegd.
Elke standplaats is 20 meter breed en 65 meter lang.
Bepaling duo-standplaatsen:
De aanduiding van de duo-standplaatsen en de ligging van de standplaatsen worden jaarlijks na overleg
met de Badersbond door het College van Burgemeester en Schepenen vastgelegd.
Elke duo-standplaats is 40 meter breed en 65 meter lang.
Bepaling quatro-standplaatsen:
De aanduiding van de quatro-standplaatsen en de ligging van de standplaatsen worden jaarlijks na overleg
met de Badersbond door het College van Burgemeester en Schepenen vastgelegd.
Elke quatro-standplaats is 80 meter breed en 65 meter lang.
Bepaling overloten:
Het aantal, de indeling en de ligging van de overloten, alsmede aan welke badkarhouder het recht
verleend wordt om op deze strandstrook strandmeubilair te plaatsen en te verhuren worden jaarlijks na
overleg met de Badersbond door het College van Burgemeester en Schepenen vastgelegd.
Elk overlot is 70 meter breed en 30 meter lang.
Plaatsing zwart-witte referentiepalen:
Het plaatsen van de zwart-witte referentiepalen gebeurt jaarlijks, enkele dagen vr de badkarhouders
hun uitbating op het strand mogen opbouwen, conform de op het strand en de zeedijk uitgemeten
referentiepunten. Deze referentiepunten worden jaarlijks na overleg met de Badersbond door het College
van Burgemeester en Schepenen vastgelegd. De opbouw van de uitbatingen start drie weken vr het
begin van het Paasverlof (steeds op een maandag).
Artikel 4 - Faciliteiten
Het is de badkarhouders toegestaan:
a)

Op hun standplaats badkarren, strandcabines, n raamverkoopconstructie en bergingsbakken te


plaatsen ingericht als:
kantoor en/of
strandcabine en/of
badcabine en/of
bergingsbak en/of
sanitaire voorzieningen en/of
verkoopruimte met aansluitend een afval en bergruimte.
De strandcabines en de plaatsing ervan moeten voldoen aan de hierna vermelde bepalingen:
Nieuwe strandcabines die op het strand geplaatst worden moeten de volgende afmetingen
hebben:
hoogte van bovenkant vloer tot bovenkant dak:
1.95 m tot 2.20 m;
breedte overmeten:
2,05 m;
diepte overmeten:
2,00 m;
dak overmeten: groot dakvlak:
2,15 m x 2,20 m;
dak overmeten: klein dakvlak:
2,15 m x 1,10 m;
vloer: gewone vloer overmeten:
2,05 m x 2,10 m;
vloer: voorvloer overmeten:
1,50 m x 2,10 m;
het dak en de vloer mogen maximum 5 cm buiten de zijwanden uitspringen.
De steunbalken die dienen om de strandcabines te ondersteunen mogen niet van onder de
strandcabine uitsteken.
Strandcabines die vooraan de standplaats richting zeedijk opgesteld worden moeten op 5 meter
van de glooiing van de zeedijk geplaatst worden. De 5-meterzone moet volledig vrij blijven.
Enkel de lopers van de trap naar de uitbating zijn toegelaten.
Buiten de perceelsgrenzen mag er niets geplaatst worden. Deze zones dienen vrij te blijven, met
uitzondering van de artikels 4c en 4d.

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

De badkarhouder dient een gedetailleerd inplantingsplan voor te leggen als onderdeel van de
stedenbouwkundige aanvraag. Daarin moeten alle constructies en voorwerpen ingetekend staan
(constructie voor raamverkoop, speeltoestellen, bergingsbakken, aanplantingen) alsook de
gebruikte materialen. De badkarhouder die kiest voor een quatro-standplaats is verplicht de
constructie voor raamverkoop centraal in zijn quatro-standplaats te plaatsen.
b)

Hun standplaats af te bakenen door middel van schutzeilen.


De schutzeilen en de plaatsing ervan moeten voldoen aan de volgende bepalingen:
De badkarhouder moet vanaf het ogenblik dat hij de standplaats exploiteert - ongeacht hij een
'buurman' heeft - de standplaats gelegen aan de oostzijde van zijn standplaats afschermen met
bij voorkeur houten schutzeilen.. Deze schutzeilen moeten blijven staan tot 15 september en
mogen alleen na gemeenschappelijk akkoord met de badkarhouder die de aangrenzende
standplaats exploiteert, vroeger weggenomen worden.
Vervolgens is iedere badkarhouder verplicht tijdens de maanden juli en augustus - uitgezonderd
bij opkomend water en stormweder - de schutzeilen, die als afbakening dienen, voor 9 uur
's morgens tot op minstens 10 meter van de zwart-wit referentiepaal te plaatsen.
De scheiding tussen de standplaatsen moet afgebakend worden met ondoorzichtige schutzeilen.
De hoogte van deze schutzeilen bedraagt maximum 1,60 meter. Alle schutzeilen moeten wit
gekleurd zijn.

c)

Maximum n trap te plaatsen per single-standplaats, maximum twee per duo-standplaats en


maximum vier per quatro-standplaats. De trap moet, daar waar de badkarhouders een buurman
hebben, op minimum 3 meter van de grens met die buurman geplaatst worden. Op de standplaatsen
waar door de Stad reeds een trap met leuningen werd aangelegd, wordt deze trap door de
respectievelijke badkarhouder in gebruik genomen.
Op de standplaats gelegen langs de oostkant van de golfbreker ter hoogte van de Bakkersstraat mag
de badkarhouder, die deze standplaats toegewezen werd, naast de bestaande trap van de Stad een
bijkomende trap plaatsen.

d)

Op hun standplaats strandmeubilair te verhuren dat ten eerste bestemd is voor strandbezoekers die op
de standplaats zelf gebruik wensen te maken van het meubilair en ten tweede voor strandbezoekers
die het meubilair wensen te gebruiken in de vrije zone gelegen in het verlengde van die standplaats.
De badkarhouder wordt bijgevolg toegelaten, met uitzondering van het plaatsen van verplaatsbare
klopzeilen en windzeilen, strandmeubilair te verhuren in de vrije zone gelegen in het verlengde van
zijn standplaats. Deze toelating wordt gedoogd onder voorbehoud dat de desbetreffende
badkarhouder de strandbezoekers van de vrije zone gelegen in het verlengde van zijn standplaats niet
verplicht strandmeubilair te huren.
De in vergunning gegeven standplaats, met uitzondering van de vrije zone, wordt ontzegd voor nietbetalende strandbezoekers.
De badkarhouders moeten het strandmeubilair iedere avond ten laatste voor zonsondergang van het
verlengde van de standplaats verwijderen. Met uitzondering van 25% van het maximaal toegestane
strandmeubilair (zie artikel 5 - eerste punt) moet dit strandmeubilair gestapeld en opgeborgen
worden binnen de standplaats en dit onder zeilen. Vanaf het badseizoen 2017 moeten deze
opbergzeilen van een witte kleur zijn of allemaal dezelfde kleur van de uitbating hebben. Het
strandmeubilair dat buiten de standplaats gestapeld wordt moet zich te allen tijde op minstens vijf
meter afstand van de vuilnisbakken bevinden.

e)

Op hun standplaats via raamverkoop enkel drank te verkopen met uitzondering van de overloten.
Het is de badkarhouder of zijn personeel die dient in te staan voor de verkoop van drank.
Volgende voorwaarden dienen hierbij nageleefd te worden:
De oppervlakte van de constructie voor raamverkoop dient in overeenstemming te zijn met de
bepalingen van het PRUP (maximum 20 m voor raamverkoop, maximum 20 m voor berging
en maximum 20 m sanitair). De maximale hoogte van de constructie bedraagt 3 meter,
dakconstructie inbegrepen. De constructie dient van hoogwaardige kwaliteit te zijn en moet
loodrecht ten opzichte van de zeedijk geplaatst worden. De opening(en) langs waar bediend
wordt dienen naar zee gericht of loodrecht op de zeedijk gericht te zijn. Er dient jaarlijks een
aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning gedaan te worden.

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

Er mag enkel drank (geen voedingswaren) verkocht worden via raamverkoop d.w.z. geen
bediening tot bij de klanten. Het is dus niet toegelaten met dranken te leuren op en buiten de
precaire vergunning. Tevens is het verboden ijskreem (schepijs) en/of voorverpakte ijswaren te
verkopen. Met uitzondering van 'borrelhapjes' is het ook niet toegelaten voedingswaren zoals
versnaperingen, snacks, broodjes, gratis weg te geven of in koppelverkoop aan te bieden.
Losse tafels en stoelen kunnen in het zand geplaatst worden (geen verhard terras en niet
overdekt).
De terraszone, exclusief de raamverkoopconstructie mag maximaal 200 m per singlestandplaats, 400 m per duo-standplaats en 800 m per quatro-standplaats zijn. De breedte van
het terras (in meters en parallel aan de dijk) dient kleiner te zijn dan de diepte (in meters en
loodrecht op de dijk). Bovendien dient er vr de zone voor losse tafels en stoelen en de
raamverkoopconstructie een extra bufferzone van 5 meter vanaf de veiligheidszone
gerespecteerd te worden. In deze bufferzone zijn de badkarhouders verplicht strandmeubilair
(ligbedden, ) te plaatsen.
Elke badkarhouder die drank wenst te verkopen dient het stadsbestuur daarvan schriftelijk op de
hoogte te brengen ten laatste 1 maand na de loting.
De verkoop van alcoholische dranken is slechts toegelaten tijdens de uren van de uitbating maar
nooit vr 10 uur s morgens. Er mag drank verkocht worden tot 20 uur. Het College van
Burgemeester en Schepenen geeft aan elke badkarhouder de mogelijkheid om, op dagen dat er
vuurwerk is, drank te verkopen tot de aanvang van het vuurwerk. Dit dient echter minimum
3 weken op voorhand schriftelijk aangevraagd te worden aan het College van Burgemeester en
Schepenen.
Apparatuur (zoals schotelantennes) geplaatst om multimediale toepassingen mogelijk te maken,
mag noch zichtbaar zijn vanaf het strand, noch vanaf de zeedijk (zie ook artikel 25).
De verkoop van alcoholische dranken aan min-16 jarigen is verboden alsook de verkoop van
sterke dranken aan min-18 jarigen.
Het op de zone aanwezige materiaal (zeilen, parasols, ) mag niet voorzien zijn van publiciteit.
Er mag enkel beperkte reclame gevoerd worden voor de verkochte producten aan het
verkooppunt ter hoogte van de consumptiezone.
De badkarhouder dient over een hygineattest te beschikken. Een afzonderlijke toiletruimte
voor mannen en vrouwen met bijhorende lavabo is verplicht en moet publiek toegankelijk zijn.
De toiletruimten dienen steeds in een onberispelijke staat te verkeren en de badkarhouder moet
er over waken dat er geen geurhinder ontstaat. Tijdens de periodes dat de standplaats niet
gexploiteerd wordt, moeten deze toiletten steeds afgesloten zijn.
De badkarhouder dient rechtstreeks een contract af te sluiten met een erkende afvalophaalfirma.
Deze ophaling dient te gebeuren tussen 5 uur en 10 uur s morgens. De afvalcontainers die
gebruikt worden mogen niet zichtbaar opgesteld staan.
Het afspelen van muziek ter hoogte van de strandbars op de achtergrond is toegestaan, doch met
maximaal 65 decibels en de muziek mag niet hoorbaar zijn op de zeedijk. De luidsprekers
dienen altijd naar de zee gericht te zijn. In voorkomend geval moet de badkarhouder zijn
verplichtingen t.o.v. SABAM en de billijke vergoeding nakomen.
Lopers dienen derwijze geplaatst dat zij enkel dienen als toegang. Zij mogen in geen geval
aangewend worden als terras of iets dergelijks.
De badkarhouder en de persoon met wie hij/zij samenwoont mogen geen veroordeling
opgelopen hebben die het houden van een drankslijterij verbiedt.
De badkarhouder dient te allen tijde maatregelen te nemen ter voorkoming van diefstal en
vandalisme. Bij het dagelijks beindigen van de uitbating moet al het materiaal met
uitzondering van 25% van het maximaal toegestane strandmeubilair (zie artikel 5 - eerste punt)
in voorkomend geval onder zeilen gestapeld en/of ondergebracht worden binnen de standplaats.
Vanaf het badseizoen 2017 moeten deze opbergzeilen van een witte kleur zijn of allemaal
dezelfde kleur van de uitbating hebben. Het strandmeubilair dat buiten de standplaats gestapeld
wordt moet zich te allen tijde op minstens vijf meter afstand van de vuilnisbakken bevinden.
De badkarhouder blijft zelf verantwoordelijk voor eventuele schade en/of diefstal.

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

Het principe van badkarhouder als hoofdactiviteit dient gerespecteerd te blijven d.w.z. dat er
altijd minimum 25 ligbedden per standplaats moeten worden aangeboden. Het is de
badkarhouder niet toegelaten om de raamverkoop uit te baten zonder de ligbedden te plaatsen.
De plaatsing van het verkooppunt dient conform het algemeen reglement van de badkarhouders
te zijn. Tevens dienen alle andere vigerende reglementen gerespecteerd te worden zoals PRUP,
VLAREM, politiereglement, reglement op strandconcessies, hygineattest,
Het organiseren van evenementen (bv. recepties, feesten,) moet tijdig (minimum 3 weken op
voorhand) en schriftelijk aangevraagd worden aan het College van Burgemeester en Schepenen,
Dienst Strandtoezicht, J. F. Kennedyplein 1 te 8370 Blankenberge. Daarbij moet een volledig
plan van de organisatie zitten (Wat? Hoe? Aanvangsuur en einde van het evenement, wat zal er
worden aangeboden, beschrijving van de gevraagde afwijkingen op dit reglement, ).
f)

De overloten:
Het overlot A ligt naast VKZ en loopt tot aan de F. Regoudthelling en behoort aan de
badkarhouder met standplaats 5.
Het overlot B ligt ter hoogte van de Van Praethelling en behoort aan de badkarhouder met
standplaats 10.
Het overlot C ligt ter hoogte van de Verstraetehelling en behoort aan de badkarhouder met
standplaats 31.
Het overlot D ligt ten oosten van de pier en behoort aan de badkarhouder met standplaats 28.
De badkarhouder die een overlot wordt toegewezen, mag met uitzondering van de strandstroken
gelegen naast een golfbreker strandzeilen plaatsen. De verplaatsbare klopzeilen mogen niet in
een lange aaneensluitende rij geplaatst worden, bovendien dient altijd een doorgang van
minstens n meter vrijgehouden te worden. Deze verplaatsbare klopzeilen hebben een
maximum lengte van 5 meter.
De badkarhouder die een overlot wordt toegewezen, mag - indien mogelijk en overeenkomstig
de instructies opgelegd door het College van Burgemeester en Schepenen - twee
bergingsbakken plaatsen in het strandgedeelte van dit overlot op de door het College van
Burgemeester en Schepenen aangeduide plaatsen. Alvorens de bergingsbakken in de
strandgedeelten van de overloten te plaatsen moet de strandtoezichter hiervan verwittigd
worden, zodat hij de juiste plaats, vastgesteld door het College van burgemeester en schepenen,
kan aanduiden.
Bij het dagelijks beindigen van de uitbating van het overlot dient al het materiaal opgeborgen
en gestapeld te worden onder een zeil. Vanaf het badseizoen 2017 moeten deze opbergzeilen
van een witte kleur zijn of allemaal dezelfde kleur van de uitbating hebben.
De afstand tussen de bergingsbakken en de voorkant van de particuliere strandcabine bedraagt
minimum 18 meter. Het stapelen of opbergen van het strandmeubilair moet op dezelfde afstand
gebeuren.
Gedurende de exploitatie van de overloten mag het strandmeubilair niet dichter dan 10 meter
van de voorkant van de zeewaarts geplaatste particuliere strandcabines uitgestald worden. Deze
bepaling geldt te allen tijde, m.a.w. ook wanneer de particuliere strandcabines nog niet
(allemaal) geplaatst zijn.
Publiciteit voor het overlot mag slechts gemaakt worden aan de voet van de trap door middel
van een bord die een maximale oppervlakte van 1m heeft. Het is niet toegestaan
strandmeubilair uit te stallen aan de voet van de trap of in de doorgangen.

Artikel 5 - Bijzondere bepalingen


De badkarhouders worden een beperking opgelegd in de opstelling van het aantal ligbedden. Dit
aantal moet altijd minder zijn dan 300 ligbedden per single-standplaats, minder dan 600 per duostandplaats en minder dan 1.200 per quatro-standplaats.
De toegang ter hoogte van de dijktrappen moet volledig vrij zijn. De badkarhouder en zijn
personeel moeten zich continu op het strand houden binnen de standplaats die hen bij de loting
werd aangewezen. Zij mogen zich niet plaatsen op de trap die naar het strand leidt. Het is streng
verboden voorbijgangers op te wachten of lastig te vallen op de zeedijk, ze aan te lokken of te
roepen vanuit de strandcabines of badkarren die op het strand staan of van op het strand zelf.

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

De badkarhouder van een standplaats gelegen naast een golfbreker dient voldoende doorgang te
laten voor de strandreddingsdienst, de stadsdiensten en de diensten van de hogere overheid.
Op de grens van het begin van de uitbatingszone en de veiligheidszone moet door de badkarhouder
een verbodsbord met een diameter van minimum 30 cm honden verboden bevestigd of geplaatst
worden, in de richting van de zeedijk.
De badkarhouder is verplicht ter hoogte van de vuilnisbakken een doorgang te laten van 5 meter
om de stadsdiensten de mogelijkheid te geven de vuilnisbakken te ledigen. Eveneens dient de
hoogwaterlijn vrij te blijven tot nadat de strandreiniger is gepasseerd.
Wanneer het zeewater op minder dan 60 meter van de laatste zeewaarts geplaatste houten
constructie komt, moet een vrije strook van minstens 10 meter bewaard worden tussen de
schutzeilen en het zeewater. Als bij hoog waterstand de afstand van het zeewater tot de laatste
zeewaarts geplaatste houten constructie minder dan 20 meter bedraagt, moet de vrije strook tussen
de schutzeilen en het water minstens 5 meter bedragen.
Elke badkarhouder is verplicht om de hem vergunde standplaats en het gedeelte van de glooiing
van de zeedijk gelegen rechtover de hem vergunde standplaats rein te houden. Elke badkarhouder
is tevens verplicht de onkruidbegroeiing op dit gedeelte glooiing weg te nemen.
De badkarhouder is verplicht minstens eenmaal per dag de strandstrook waarop hij het
exploitatierecht heeft te reinigen en afval van elke aard te verwijderen.
De badkarhouder moet het door hem aan het publiek verhuurde strandmeubilair in een
onberispelijke staat van onderhoud en reinheid houden. Het is verboden strandmeubilair in een
slechte of gebrekkige staat te verhuren. Elk gebrekkig of beschadigd stuk strandmeubilair zal
onmiddellijk door de badkarhouder verwijderd worden en op zijn kosten hersteld of vervangen
worden.
Alleen het strandmeubilair van de badkarhouders mag verhuurd worden.
De badkarhouders zijn verplicht de naam van de standplaats op de badkarren en op de
trapleuningen te vermelden. De badkarhouder die kiest voor een duo- of quatro-standplaats dient
deze duo- of quatro-standplaats uit te baten onder n naam. De naam van een uitbating mag niet
verwijzen naar een reeds bestaande naam, sportnaam, clubnaam, merknaam, dranknaam,
handelszaak, reclame, enzovoort.
De borden met aanduidingen van de huurprijzen (inclusief BTW) van de strandstoelen, -zeilen en
ander strandmeubilair moeten duidelijk zichtbaar aan de voorzijde (kant zeedijk) van de uitbating
worden uitgestald. Met uitzondering van de prijslijst van de aangeboden dranken, zijn alle
bijkomende aankondigingen of vermeldingen verboden en kunnen door toedoen van de Stad,
zonder voorafgaande verwittiging voor rekening van de badkarhouder of de verantwoordelijke
hiervoor verwijderd worden.
Het is de badkarhouders verboden de houders van een regelmatige vergunning of machtiging voor
het verkopen van ijskreem (schepijs), voorverpakt ijs of oliebollen te belemmeren in de uitoefening
van hun bedrijvigheid. Deze bepaling is eveneens van toepassing binnen de standplaats.
Op het strandmeubilair wordt geen handelsreclame gevoerd. Alle publicitaire opschriften en
vlaggen zijn verboden en zullen door toedoen van de Stad, zonder voorafgaande verwittiging, op
kosten van de badkarhouder of de verantwoordelijke hiervoor verwijderd worden.
Om het vandalisme een halt toe te roepen is het verboden om losse materialen zoals palen op de
vergunningszone achter te laten.
II.

Algemene vergunningsplicht

Artikel 6 - Vergunningzone en standplaatsen


Het College van Burgemeester en Schepenen duidt na overleg met de Badersbond de vergunningszone en
de standplaatsen aan.
Artikel 7 - Bestemming
Niemand mag op het strand, zonder voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke vergunning verstrekt
door het College van Burgemeester en Schepenen:

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

III.

een standplaats in gebruik nemen, ongeacht de bestemming;


handelsactiviteiten uitoefenen.
Bepalingen

Artikel 8 - Vergunningsprijs
De jaarlijkse vergunningsprijs voor de zomerexploitaties van badkarhouders bedraagt 1.200,00 euro per
single-standplaats, 2.400,00 euro per duo-standplaats en 4800,00 euro per quatro-standplaats.
De badkarhouder die kiest voor drankverkoop, dient jaarlijks per single standplaats lot een forfait van
1.050,00 euro extra te betalen, 2.100,00 euro per duo-standplaats en 4.200,00 euro per quatro-standplaats.
De jaarlijkse vergunningsprijs en in voorkomend geval het extra forfait voor drankverkoop moet door de
badkarhouder vereffend worden n maand na opsturing van de factuur. De opbouw van de uitbating
mag slechts starten na de betaling van de factuur. De badkarhouder die zijn factuur niet binnen de
gestelde termijn betaald heeft wordt gesanctioneerd met een verbod tot uitbating de eerste week van het
Paasverlof.
De jaarlijkse vergunningsprijs en extra forfait voor drankverkoop moet betaald worden op de rekening
van de Stad Blankenberge.
Indien er vastgesteld wordt dat een badkarhouder die voorafgaandelijk niet opteerde voor drankverkoop,
toch dranken te koop aanbiedt, dan zal het Stadsbestuur voor deze overtreding aanvullend een forfaitair
bedrag van 2.100,00 aanrekenen per standplaats, t.t.z. 2.100,00 per single-standplaats, 4.200,00 per
duo-standplaats en 8.400,00 per quatro-standplaats.
Artikel 9 - Duur
De vergunningen voor de zomerexploitaties van badkarhouders worden telkens toegekend onder
uitdrukkelijk voorbehoud dat de strandconcessie, die de Stad bij toepassing van het besluit van de
Vlaamse regering van 26 april 1995 betreffende de strandconcessies dient te verkrijgen, verder toegestaan
wordt, voor een termijn van n jaar.
Artikel 10 - Vergunningsruimte
Het College van Burgemeester en Schepenen verleent het exploitatierecht van de zomerexploitaties van
de badkarhouders. Het hiervoor voorbehouden strandgedeelte wordt in een aantal standplaatsen
ingedeeld.
Er wordt uitdrukkelijk gesteld dat het voorwerp van huidig bestek het karakter van een precaire
vergunning heeft en niet valt onder de bepalingen van de handelshuurovereenkomsten.
Bovendien erkennen de badkarhouders dat de locatie waar de vergunning gexploiteerd wordt deel
uitmaakt van het openbaar domein, wat de toepassing uitsluit van de wettelijke beschikkingen inzake
huurovereenkomsten, landbouwpacht en handelshuur.
Artikel 11 - Toewijzing
De vergunningsruimte voor zomerexploitaties van badkarhouders wordt ieder jaar door lottrekking
toegewezen in aanwezigheid van de heer Burgemeester of zijn afgevaardigde.
De badkarhouders zijn verplicht deel te nemen aan de loting.
Bij afwezigheid van een badkarhouder wordt het laatste lot in de trommel toegewezen aan de afwezige
badkarhouder.
Indien twee of meerdere badkarhouders afwezig blijken te zijn, worden de laatste loten getrokken door
een vertegenwoordiger van de wettelijke graden, bij voorkeur de stadssecretaris. Deze respecteert de
voorgeschreven volgorde.
Enmaal de badkarhouder kiest voor een quatro- of duo-standplaatsregeling geldt deze tot een
tegenbericht door de desbetreffende badkarhouder wordt ingediend bij het College van Burgemeester en
Schepenen.

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

De toewijzing van de standplaatsen gebeurt door loting in twee stappen, t.t.z.:


1.

aan de eerste loting nemen de badkarhouders deel die voorafgaandelijk gekend zijn als uitbater van
een quatro-standplaats.
Vanaf de loting 2014 worden alle loten in de eerste trekking gekoppeld aan de quatro-standplaatsen
met uitzondering van de loten 1-2 en 31-32.
De rangorde van trekking wordt bepaald door het nummer van de quatro-standplaats die bekomen
werd tijdens de loting van het vorige jaar. Deze rangorde wordt in voorkomend geval aangevuld met
de nieuw ingeschreven badkarhouder(s).

2.

aan de tweede loting nemen alle andere badkarhouders (duo-standplaatsen en single-standplaatsen)


deel. De rangorde van trekking wordt hier bepaald door het nummer van de standplaats die bekomen
werd tijdens de loting van het vorige jaar; deze rangorde wordt aangevuld met de nieuw ingeschreven
badkarhouder(s).
Tijdens deze tweede trekking komen de tijdens de eerste loting toegekende standplaatsen niet meer in
aanmerking.
Aangezien er nog 2 single-standplaatsen zijn, zullen die 2 single-standplaatsen steeds naast elkaar
liggen. De badkarhouder, die een single-standplaats uitbaat en als eerste gerangschikt staat, mag als
eerste aan de loting deelnemen. Eenmaal het lot gekend is, zal door een bijkomende loting bepaald
worden of het getrokken lot zich langs de westkant of de oostkant van de duo-standplaats bevindt.
Het andere lot gaat dan automatisch naar de andere badkarhouder die nog over een single-standplaats
beschikt.
De badkarhouders mogen geen andere standplaats innemen dan deze die hen door het lot wordt
toegekend.
De door het lot toegekende standplaats heeft steeds betrekking op de standplaats waarvoor een
aanvraag werd ingediend. Om misverstanden te vermijden geldt hier de benaming waaronder de
standplaats gekend is. Daarom is het evenmin toegestaan om de benaming van een standplaats te
wijzigen tijdens de ganse duur van de exploitatie. Op dit verbod kan het College van Burgemeester
en Schepenen enkel om gegronde redenen na overleg met de Badersbond een afwijking toestaan.

Een proces verbaal van de loting wordt opgemaakt en door de Burgemeester of zijn afgevaardigde en de
betrokken administratieve diensten ondertekend. Dit proces verbaal maakt melding van de wijze van de
loting en de uitslag van de loting.
Artikel 12 - Overdracht
De vergunning voor een standplaats is persoonsgebonden.
Het is de badkarhouder verboden zijn vergunning aan derden over te dragen of af te staan zonder
voorafgaande schriftelijke toelating van het College van Burgemeester en Schepenen.
De overdracht zal door het College van Burgemeester en Schepenen onderzocht en beslecht worden na
overleg met de Badersbond.
Het College van Burgemeester en Schepenen zal vrij mogen beschikken over iedere standplaats, zo ook
over de duo-standplaatsen en quatro-standplaatsen, die zonder zijn toestemming door de badkarhouder
aan derden werd afgestaan, zonder dat de badkarhouder zich daartegen kan verzetten of een
schadevergoeding kan eisen.
De naam van een uitbating mag niet verwijzen naar een reeds bestaande naam, sportnaam, clubnaam,
merknaam, dranknaam, handelszaak, reclame, enzovoort.
Artikel 13 - Stopzetting
Indien een badkarhouder zijn bedrijvigheid wenst stop te zetten dan is hij verplicht vr 1 maart van het
jaar van de stopzetting het College van Burgemeester en Schepenen en de voorzitter van de Badersbond
per aangetekend schrijven hiervan te verwittigen.
Indien een badkarhouder nalaat het College van Burgemeester en Schepenen en de voorzitter van de
Badersbond binnen de gestelde termijn te verwittigen, of wanneer een badkarhouder na de loting de hem
toegewezen standplaats niet exploiteert, dan worden de volgende sancties tegen de nalatige badkarhouder
genomen:
-

intrekking van zijn vergunning door het College van Burgemeester en Schepenen;
de aan de Stad verschuldigde belastingen en retributies blijven voor het lopende jaar verschuldigd.

De aldus vrijgekomen standplaats, duo-standplaats of quatro-standplaats, kan door het College van
Burgemeester en Schepenen na overleg met de Badersbond aan een andere vergunninghouder worden
toegekend.
Gemeenteraadszitting 16 december 2014

10

Artikel 14 - Niet-uitbating van de vergunning


Wanneer, om welke reden ook, de vergunning niet wordt uitgebaat, heeft het College van Burgemeester
en Schepenen het recht na n aanmaning bij aangetekend schrijven, na overleg met de Badersbond een
andere vergunninghouder aan te duiden, zonder dat de oorspronkelijke vergunninghouder zich daartegen
kan verzetten of een schadevergoeding eisen. De desbetreffende badkarhouder heeft geen recht op
terugbetaling, zelfs niet van een deel, van de aan de Stad verschuldigde vergunningsprijs.
Artikel 15 - Belastingen
De badkarhouder draagt alle rechtstreekse en onrechtstreekse betalingen van welke aard, omslag en vorm
zij ook wezen en die ten bate van de staat, het gewest, de gemeenschap, de provincie of de gemeente zijn
ingevoerd of kunnen worden ingevoerd en die in verband staan met de exploitatie.
Artikel 16 - Verzekering
De Stad kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welke schade, verlies of ongeval die hun
oorzaak vinden in de uitbating van de toegewezen vergunning.
Binnen de vijftien kalenderdagen na de dag waarop hem kennis is gegeven van de goedkeuring van zijn
vergunning, legt de badkarhouder aan de Stad de bescheiden voor, waaruit blijkt dat hij een
verzekeringscontract heeft gesloten tegen de gevolgen van zijn aansprakelijkheid bij ongevallen, die
derden zijn overkomen bij de exploitatie. Indien de badkarhouder personeel aanstelt dient hij zich tevens
voldoende te laten verzekeren inzake arbeidsongevallen.
Artikel 17 - Tewerkstelling
De badkarhouder moet over bevoegd en voldoende personeel beschikken om een snelle en perfecte
bediening te kunnen verzekeren. De Stad kan zich verzetten tegen het verder in dienst houden van
personeelsleden die wegens onvoldoende vakbekwaamheid, hun houding jegens derden of op morele
gronden niet de vereiste waarborgen bieden.
De badkarhouder die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wetgeving op de sociale zekerheid,
moet steeds de ter zake geldende voorschriften naleven en inzonderheid steeds in regel zijn inzake de
bijdragen voor de sociale zekerheid en de bestaanszekerheid.
De badkarhouder en zijn personeel zullen altijd betamelijk en net gekleed zijn en zullen altijd de meeste
hoffelijkheid tegenover het publiek in acht nemen.
Het personeel moet de Nederlandse taal machtig zijn.
Artikel 18 - Schadevergoeding
De badkarhouders kunnen geen aanspraak maken op schadevergoeding of vermindering van de betaalde
belasting in de hierna vermelde gevallen:
verbod vanwege het bestuur of de hogere overheid om ter hoogte van n van de strandstroken te
baden;
schade wegens onweer, overstromingen, storm of om het even welk geval van overmacht;
een tijdelijke ingebruikneming van het strand en de zeedijk voor het houden van feesten,
plechtigheden, toeristische manifestaties en sportactiviteiten, ingericht door of met medewerking
van de Stad of de hogere overheid;
intrekken of niet toekennen van de strandconcessie aan de Stad door de hogere overheid;
indien de Stad tijdens de exploitatie andere standplaatsen in vergunning geeft;
in geval van verbod, beperking of schorsing van de concessie, opgelegd door de Stad of de hogere
overheid, omwille van het algemeen belang of om redenen vermeld in het Besluit van de Vlaamse
regering van 26 april 1995 betreffende de strandconcessies.
Artikel 19 - Taalgebruik
De badkarhouder en zijn personeel zijn gehouden de wetgeving op het gebruik van talen in bestuurszaken
na te leven.
Artikel 20 - Sancties
Indien een badkarhouder gedurende de exploitatie van zijn vergunning niet voldoet aan onderhavige
bepalingen, zal door de toezichthoudende dienst(en) van de Stad hiervan een schriftelijk verslag
overgemaakt worden voor het College voor Burgemeester en Schepenen.

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

11

De badkarhouder in kwestie zal in de mogelijkheid gesteld worden om door het College van
Burgemeester en Schepenen gehoord te worden.
Het College van Burgemeester en Schepenen kan bijgevolg bij een met reden omklede beslissing de
vergunning voor een bepaalde duur schorsen of intrekken indien de badkarhouder:

de bepalingen van de exploitatievoorwaarden en alle andere regelgevingen die hierop van


toepassing zijn niet naleeft;
niet langer voldoet aan de voorwaarden inzake zedelijkheid, beroepsbekwaamheid of
solvabiliteit;
de op hem van toepassing zijnde wetgeving in het kader van zijn beroepsuitoefening, niet
naleeft;
indien de exploitant niet tijdig zijn vergunningsvergoeding vereffend heeft;
etc

Artikel 21 - Intrekking van de vergunning


De vergunning is precair en kan te allen tijde door het College van Burgemeester en Schepenen worden
ingetrokken, onder meer indien de vergunninghouder niet aan n of meerdere van de gestelde
voorwaarden voldoet, doch zonder dat de Stad daartoe enige verantwoording verschuldigd is en zonder
dat de vergunninghouder enige schadeloosstelling van de Stad kan eisen. Bij toepassing van deze
maatregel moet de standplaats opnieuw in zijn oorspronkelijke toestand worden hersteld door en op
kosten van de vergunninghouder. Desnoods kan hierin door de Stad van ambtswege voorzien worden op
kosten van de vergunninghouder.
Bovendien heeft de Stad het recht om de desbetreffende badkarhouder toelating te weigeren om aan latere
lotingen deel te nemen. De tekortkomingen of nalatigheden worden schriftelijk vastgesteld door de
toezichthoudende dienst(en) van de Stad dat de verbreking zal uitspreken. De verbreking wordt de
badkarhouder betekend bij aangetekend schrijven en heeft de inhouding van de gestorte vergunningsprijs
voor gevolg, zonder dat de Stad enige schadevergoeding verschuldigd is.
Artikel 22 - Reglementen en politieverordeningen
De badkarhouders dienen de op hen toepasselijke bepalingen van het algemeen stedelijk politiereglement
alsook van het aanvullend politiereglement op het wegverkeer strikt na te leven.
De badkarhouders moeten tevens de specifieke instructies ter zake van de Stad en meer bepaald de
stedenbouwkundige vergunning of van de hogere overheid opvolgen.
De badkarhouders moeten er altijd over waken dat de strandbezoekers, die op de aan hen toegewezen
standplaats vertoeven, de vigerende politieverordeningen respecteren.
Volgende besluiten zijn eveneens van toepassing (deze opsomming is niet limitatief):
het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van
vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het domein
van de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en dijken;
het Besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1995 betreffende de strandconcessies; het
strand moet te allen tijde kosteloos toegankelijk blijven voor voetgangers.
de voorschriften van het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan STRAND & DIJK.
Artikel 23 - Huishoudelijk reglement
Het wordt de Badersbond toegestaan een aanvullend huishoudelijk reglement op te stellen. Dit
huishoudelijk reglement, alsook alle achteraf aangebrachte wijzigingen, dienen voorafgaandelijk ter
goedkeuring aan het College van Burgemeester en Schepenen worden voorgelegd.
Artikel 24 - Onvoorziene gevallen
Elk geval, met uitzondering van de gevallen die bij wet behoren tot de bevoegdheid van andere
overheden, dat niet voorzien is in onderhavig statuut zal zonder beroep door het College van
Burgemeester en Schepenen worden beslecht.
Artikel 25 - Vergunningsplicht
Deze vergunning wordt uitsluitend verleend met betrekking tot de vergunning, zij ontslaat de
vergunninghouder niet van de verplichting zich bij de bevoegde besturen te voorzien van eventuele
andere vergunningen.

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

12

Artikel 26 - Registratie
In voorkomend geval zijn de kosten en formaliteiten voor de registratie van deze vergunning voor
rekening van de badkarhouders.

Artikel 2:
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 3:
Een afschrift van deze beslissing wordt ter notificatie toegestuurd aan de Badersbond en aan alle
betrokken stadsdiensten.
Gezien en goedgekeurd in zitting van 20 januari 2015.
de secretaris,

de voorzitter,

Peter Verheyden

Jeannine Puype

Gemeenteraadszitting 16 december 2014

13

You might also like