You are on page 1of 3

B1.

Leerdoelen stellen
3.4 passend leerinhouden vanuit
leerlijnen
3.11 Leerprocessen observeren en
registreren

B3. Leeractiviteiten begeleiden


2.6 Samenwerking, zelfredzaamheid

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

Kerndoel 38:
De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke
stromingen.

Ik heb de keuzes gemaakt voor deze doelen zodat ik aan het


eind van de les kan zien of ze allemaal goed hebben gewerkt
aan de tekeningen en of ze goed hebben opgelet. Als ze goed
hebben opgelet kunnen ze met gemak minimaal 3 dingen
tekenen die met Pasen te maken hebben. Daarnaast vind ik het
belangrijk dat de kinderen goed kunnen samenwerken. Daarom
heb ik gekozen om ze samen op n vel te laten werken. Dit is
een goede coperatieve werkvorm.

Aan het eind van de les hebben de tweetallen minstens


3 verschillende symbolen getekend die iets met Pasen
te maken hebben
Aan het eind van de les hebben de kinderen
samengewerkt waarbij ze allebei tegelijk op het vel
kunnen tekenen.
Wat ging goed?
Het kerndoel heb ik van tule.slo.nl. Dit vind ik een fijne
website om een richtlijn te zijn voor mijn doelstellingen.

Wat mag beter?


Ik zou mijn doelstellingen die ik zelf heb bedacht meer richting
het kerndoel kunnen stellen.

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

Ik heb de kinderen in tweetallen laten samenwerken. Ik


heb hiervoor weinig regels gesteld. Ze moesten alleen
samen of tegelijkertijd kunnen tekenen op het vel.
Daarnaast ben ik klassikaal begonnen met de les. Ik heb
gebruik gemaakt van de kring die ze elke dag gebruiken.

Ik heb de kinderen laten samenwerken omdat ze op deze


manier ideen en kennis kunnen uitwisselen. Hierdoor leren ze
ook tegelijkertijd op n vel werken. Ik ben in de kring begonnen
met het woordweb en het verhaal omdat de kinderen hierdoor
erg betrokken zijn, iedereen mij goed kan verstaan en de
kinderen zich niet kunnen verschuilen.

Wat ging goed?

Wat mag beter?

Het samenwerken zelf ging goed. Alle kinderen konden


tegelijkertijd of samen tekenen. Ook als ze verschillende
dingen wilden tekenen was dit gene probleem. Door de
kring waren de kinderen erg betrokken bij het verhaal
wat ik vertelde en had ik alle aandacht.

Ze begonnen meteen, nadat ik zei dat ze in tweetallen gingen


werken, zelf tweetallen te maken terwijl ik die zelf al had
bepaald. Hierdoor ontstond er veel rumoer en kregen niet alle
kinderen meteen door wat precies de opdracht was.

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
1.1 zicht op groepjes leerlingen
1.3 effectieve leerkrachtcommunicatie

A4. Interactie aangaan met de groep


3.13 feedback aan leerlingen

B2 Leeractiviteiten ontwerpen
3.6 werkvormen en groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

Ik heb de kring gebruikt tijdens de inleiding van mijn les.


Daarna hebben ze aan hun tafels samengewerkt.
Tijdens de les heb ik goed gelet op mijn stemgebruik
zodat iedereen mij tijdens de instructie en verhaal mij
goed kan verstaan. Het verhaal heb ik heel rustig
verteld. Tijdens de les heb ik de kinderen gemotiveerd
om samen te tekenen en te vragen wat ze precies
getekend hebben
Wat ging goed?
Mijn stemgebruik was duidelijk en rustig wat ten goede
was voor de aandacht tijdens mijn verhaal en instructie.

Omdat de kinderen meer kennis moeten opdoen over de


gelovige stromingen is het van belang dat iedereen het
Paasverhaal goed meekrijgt. Vandaar de kring en het duidelijke
stemgebruik. Daarnaast moesten ze goed kunnen samenwerken
en dat heb ik tijdens de les geprobeerd te stimuleren.

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?


Tijdens het maken van het woordweb heb ik de kinderen
het woordweb laten invullen en al ze iets erop wilden
zetten wat er niet bij hoorde heb ik het aan de hele
groep gevraagd of het bij het woordweb hoort. Tijdens
mijn verhaal heb ik vragen gesteld over wat er precies
gebeurt was. Tijdens de les heb ik feedback gegeven
aan de leerlingen over hun tekeningen.
Wat ging goed?
Het maken van het woordweb ging goed. Ze wisten
meer dan ik van te voren had gedacht. Door vragen te
stellen kwam er diepgang in het verhaal en vonden ze
het leuk. Door feedback te geven op de tekeningen
gingen ze uitleggen wat het voor ze betekenden.
Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?
Ik heb een kring gebruikt en het werken in tweetallen
voor de werkvormen. De kring waarin ze zitten
gebruiken ze elke dag waardoor dit een vertrouwde
leeromgeving is.

Wat mag beter?


De volgende keer moet ik iets duidelijker zijn met mijn instructie
waardoor er geen onrust ontstaat bij het maken van de
tweetallen.
Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?
Ik heb de klas zelf laten nadenken over Pasen zodat ze snappen
waarom iets wel/niet bij Pasen hoort. Daarnaast heb ik tijdens
mijn verhaal vragen gesteld om na te gaan of iedereen goed
oplet en of het duidelijk is wat ik vertel. Tijdens het maken van
de tekeningen heb ik feedback gegeven vooral voor
complimenten en motivatie.
Wat mag beter?
Ik mag meer focussen naar het samenwerkingsproces at van
belang is bij deze opdracht waardoor ze nog meer gestimuleerd
worden op samen tekeningen te maken.
Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?
Ik heb voor de kring gekozen om de betrokkenheid te vergroten
en het samenwerken in koppels omdat ze hierdoor ideen en
kennis kunnen uitwisselen.

Wat ging goed?


De betrokkenheid en samenwerking verliep goed dus de
werkvorm vind ik goed gekozen.

Wat mag beter?

You might also like