You are on page 1of 1

Nog veel misverstanden over palliatieve sedatie

Van onze verslaggeefster Maud Effting


AMSTERDAM Artsen die een doodzieke patint in diepe slaap brengen om zijn lijden te verlichten, worden soms door familieleden onder druk gezet om de dood te bespoedigen. Families zien de methode, die palliatieve sedatie wordt genoemd, soms onterecht als een vorm van euthanasie.

Dat blijkt uit onderzoek door het UMC Utrecht, Erasmus MC Rotterdam en het UMC Groningen onder artsen, verpleegkundigen en burgers. Palliatieve sedatie is het in diepe slaap brengen van een patint die nog maximaal twee weken te leven heeft. Hij kan dan rustig overlijden. Het is niet de bedoeling dat de patint aan de medicatie zelf doodgaat. Het gevolg is dat de dood soms relatief lang op zich laat wachten. Uit het onderzoek blijkt dat maar weinig mensen weten wat palliatieve

sedatie is. Sommigen denken dat het een vorm van doodmaken is, anderen denken dat het over versterven gaat, zegt hoogleraar medische ethiek Hans van Delden. Toch komt het relatief vaak voor. Jaarlijks wordt palliatieve sedatie bij 8.500 patinten toegepast. Euthanasie gebeurt slechts 2.700 keer. Op palliatieve sedatie is geen controle; artsen hoeven zich niet te melden. Een enkele arts noemt het daarom een veel schimmiger gebied dan euthanasie en suggereert dat het soms wordt toegepast om procedures voor euthanasie te omzeilen. De meeste artsen vinden palliatieve sedatie een goede methode. Toch hebben ze grote kritiek op het criterium dat een patint nog maar twee weken te leven mag hebben. Ze vinden dat de mate van lijden moet bepalen of palliatieve sedatie wordt toegepast. Bovendien is lastig te bepalen wanneer een patint nog maar twee weken heeft. Dit zou aanleiding kunnen zijn de richtlijn te herzien, aldus Van Delden.

You might also like