You are on page 1of 1

Kernpunten economie 2002-2003

1. Functies van het geld


2. Klassieke kwantiteitswet
3. Creatie van giraal geld en formule + omgekeerde kredietpiramdie
4. Wet van Gresham
5. Productie- , Inkomens -, Bestedingsoptiek
6. Belgische economie: tertiare sector + import/export(open) + lonen zijn minder
belangrijk
7. BNP: onvolmaaktheden
8. Optimaliseringsprincipe: welvaart= MB-MK
9. Schaaleffecten: progressief-degressief verband met gemiddelde productiekosten
(=GTK); leereffect, scope-effect
10. Veblen-goederen = prestige-goederen (de elasticiteit kunt u zelf afleiden)
11. Giffen-goederen = broodnodige goederen
12. Substitutie-effect en inkomenseffect (grafisch)
13. Wet van Engel
14. Wetten van Gossen
15. Productiebeslissing: (grafisch) (bij prijsnemer); BEP bij GTK= GO; max. winst bij:
MK=MO; P=MO=GO
16. Investeringsbeslissing: NGW; als NGW >0: het project is gunstig; als NGW/Io =
max: beste project
17. Producentensurplus (grafisch) = P*Q - Kosten (oppervlakte onder MK)
18. Wet van Davenant-King: volledig + grafisch
19. Spinneweb-theorema: volledig + grafisch
20. Efficiëntie bij volkomen concurrentie: efficiëntie in de ruil(V=MK) en X-
efficiëntie(=GTK is minimaal)
21. Criterium voor efficiëntie: -vrije toetreding tot de markt -veel concurrentie
22. Monopolie: MO != GO (=V??); in optimaal punt: MO=MK (voor de monopolist);
efficiëntie: marginale nut= V > MK dus P te hoog en Q te weinig welvaartsefficiënt
is immers: V= MK
23. Free riders in een kartel: houden zich niet aan de regels, verkopen meer dan door
het kartel vastgelegde hoeveelheid. Deze beperkte hoeveelheid moest de prijzen
doen stijgen voor alle deelnemers.
24. Overheidsingrijpen: -concurrentievervalsing -concentratie van bedrijven zijn
verboden -externe kosten interneren!
25. BESTEDINGSMULTIPLICATOR -EN ACCELERATOR!!!

You might also like