You are on page 1of 2

B OONANZA D U

E ITBREIDING
Uwe Rosenberg

KOFFIEBOON CACAO

BOON

BRA

ND BO EWIJ ON N-

22
AKKER
2
BOON

24
7 10 12 2
3 44

34

7 9 11

Het spelidee
Nieuwe bonensoorten en de variant met opdrachtkaarten breiden de tactische mogelijkheden uit. Boonanza kan nu met maximaal zeven spelers worden gespeeld. Let op: de Uitbreiding kan uitsluitend in combinatie met het spel Boonanza worden gespeeld. Alle regels van het basisspel zijn van kracht, voor zover deze in deze spelregels niet anders zijn beschreven.

Aantal spelers: 3 - 7 Leeftijd: vanaf 12 jaar Speelduur: ca. 60 minuten Inhoud: 39 opdrachtkaarten 24 koffiebonen 22 brandewijnbonen 4 cacaobonen 3 akkerbonen 7 1e bonenveld-kaarten 7 2e bonenveld-kaarten 1 3e bonenveld-kaart

De voorbereiding
Het basisspel en de Uitbreiding bevatten samen twaalf bonensoorten. Koffiebonen, brandewijnbonen, cacaobonen en akkerbonen zijn nieuw.

Akkerbonen
Akkerbonen vormen de uitzondering op andere bonensoorten. Een speler die twee akkerbonen op een bonenveld heeft verbouwd en deze wil of moet oogsten, ontvangt daarvoor een 3e bonenveld-kaart en geen geld. Leg beide akkerbonen op de aflegstapel. Een speler, die al een 3e bonenveld-kaart bezit, ontvangt niets voor de akkerbonen.

3
3

CKERBOH
AKKERBOON

Aantal spelers en bonensoorten


Afhankelijk van het aantal spelers worden bepaalde bonensoorten niet gebruikt. 6 of 7 spelers: verwijder de tuinbonen, de cacaobonen en de akkerbonen uit het spel. De speler links van de deler krijgt aan het begin van het spel drie kaarten, zijn linkerbuurman vier en de volgende speler links van hem vijf. Alle andere spelers ontvangen zes kaarten. 4 of 5 spelers: verwijder de koffiebonen uit het spel. Verwijder verder ook de cacaobonen of de akkerbonen uit het spel. Iedere speler krijgt vijf kaarten. 3 spelers: verwijder de cacaobonen en de akkerbonen uit het spel. Iedere speler krijgt vijf kaarten.

Elke speler ontvangt een aantal kaarten in de hand, afhankelijk van het aantal deelnemende personen.

Bonenvelden
Deze uitbreiding bevat een extra 3e bonenveld-kaart voor de zevende speler. De kaarten 1e bonenveld en 2e bonenveld zijn nieuw en worden gebruikt als met opdrachtkaarten wordt gespeeld. Je kunt ze ook bij het basisspel gebruiken om de bonenvelden mee aan te geven. 4 tot en met 7 spelers: iedere speler krijgt een 1e bonenveld- en een 2e bonenveld-kaart. Hij legt beide kaarten voor zich op tafel. Alle spelers bezitten daarmee twee velden, waarop ze bonen kunnen verbouwen. 3 spelers: iedere speler krijgt een 1e bonenveld-, 2e bonenveld- en 3e bonenveld-kaart. Alle spelers bezitten daarmee drie velden, waarop ze bonen kunnen verbouwen. Op een bonenveld kan maximaal n bonensoort worden verbouwd. Nadat een bonenveld is geoogst, mag er een ander soort bonen op worden verbouwd.

1e

2e

3e

BONENVELD BONENVELD BONENVELD

Opdrachtkaarten
De spelers kunnen extra thalers verdienen met opdrachtkaarten. Schud ze aan het begin van het spel en vorm er een gedekte stapel mee. Leg deze naast de gedekte stapel bonen. Nadat alle spelers hun handkaarten hebben getrokken, trekken ze ieder een opdrachtkaart. Deze nemen ze als laatste kaart op handen. In de loop van het spel kan de opdrachtkaart zich op verschillende posities in de hand bevinden.
3/4 3/4
20
BLAUW
T CH RA 4 OPD
E

/2 3/ 7 7/0 4 /5 /2 4/5 5 7/0 7

3/5

3
20
BLAUW AKK ON ERB OON NEIBO CHIL BOON
3 8 6 10 3 8 2 94
6

10
RAG AUFTA UFT O RAG PD
RACH T

OGEN
28 4 10

BOO N

Een speler mag nooit meer dan n opdrachtkaart bezitten. Een opdracht vraagt niet om specifieke bonensoorten, maar om een combinatie van bonenkaarten die op eigen bonenvelden zijn verbouwd. Een speler mag een opdracht die hij in de hand heeft, op elk moment tijdens zijn beurt vervullen. Voorbeeld: de opdracht 3/4 is vervuld als zich op het eerste bonenveld precies drie bonen van n soort en op het tweede veld precies vier bonen van n soort bevinden.
1e
BONENVELD

Een speler mag maximaal n opdrachtkaart in zijn hand hebben.

2e
BONENVELD

1e
BONENVELD BRANDEWIJNBOON

2e
BONENVELD

18

BRANDEWIJNBOON

18

22 18
FEUERBOHNE
3 6 8

22
BRANDEWIJNBOON

BRANDEWIJNBOON

18
FEUERBOHNE
3 6 8

22
BRANDEWIJN4
BOON 7 9

22
BRANDEWIJN4
BOON 7 9

189

11

11

189

FEUERBOHNE
3 6 8 9 4
BOON 7 9

22
BRANDEWIJN11 4
BOON 7 9

22
BRANDEWIJN11

FEUERBOHNE
3 6 8 9

3/4

CHILIBOON
3 6 8 9 4 7 9

22
11 4 7 9

22
11 3

CHILIBOON
6 8 9

3/4

11

11

OPDRACHT

Opdracht vervuld

Opdracht niet vervuld

Als een speler vaststelt dat zijn opdracht is vervuld, moet hij wachten tot hij aan de beurt is. Hij vervult de opdracht door de opdrachtkaart uit zijn hand aan de andere spelers te tonen en deze als thaler voor zich neer te leggen. Een speler hoeft zijn bonenvelden niet te oogsten om de opdracht te kunnen vervullen. Wie drie bonenvelden bezit, mag de opdracht met twee bonenvelden die pal naast elkaar liggen, vervullen.

Het is niet toegestaan om met opdrachtkaarten te handelen.


1e
BONENVELD

2e
BONENVELD

3e
BONENVELD

1e
BONENVELD

2e
BONENVELD

3e
BONENVELD

De spelers mogen niet met opdrachtkaarten handelen.

10 18 10 18
AUGENBOHNE 10
BOON

BRANDEWIJNBOON

KOFFIEBOON

22
BRANDEWIJNKOFFIEBOON

4/0

FEUERBOHNE
3 6 8 9

22
B 4 RANDEWIJN 7 9 11
BOON

4/0
AUGENBOHNE 10

KOFFIEBOON

CHILIBOON
6 8

22
AUGENBOHNE
3 9 4 7 9 11

KOFFIEBOON

OGENBOON
4 7 9 11

OPDRACHT
2 4 5 6

24
4 7 10 12

Opdracht vervuld

Opdracht vervuld

Spelen met opdrachtkaarten


Een speelbeurt bestaat net als in het basisspel uit de volgende vier fasen:

1e fase: bonenkaart(en) spelen 2e fase: handelen en weggeven 3e fase: bonen verbouwen 4e fase: nieuwe bonenkaarten trekken 1e fase: bonenkaart(en) spelen
De regels uit het basisspel zijn van kracht met uitzondering van de volgende: als de eerste kaart van een speler zijn opdrachtkaart is, moet hij deze gedekt naast zijn bonenvelden leggen. Daarna moet hij een bonenkaart spelen. Hij mag in dit geval geen tweede bonenkaart spelen. Als de eerste kaart van een speler een opdrachtkaart is, mag hij niet meer dan n bonenkaart spelen.

2e fase: handelen en weggeven


De regels uit het basisspel zijn onveranderd van kracht.

3e fase: bonen verbouwen


De regels uit het basisspel zijn van kracht met uitzondering van de volgende: als een gespeelde opdrachtkaart niet vervuld is na beindiging van de 3e fase, moet hij aan het einde van deze fase gedekt onder de stapel opdrachtkaarten worden geschoven.

4e fase: nieuwe bonenkaarten trekken


Anders dan in het basisspel trekt een speler in deze fase drie kaarten bij een spel met drie, vier of vijf spelers of vier kaarten bij een spel met zes of zeven spelers. Wie na het trekken van bonenkaarten geen opdrachtkaart bezit, trekt er n en neemt deze als laatste kaart in de hand.

Een gespeelde opdrachtkaart moet uiterlijk aan het einde van de 3e fase vervuld worden. Wie geen opdrachtkaart bezit, moet in de 4e fase een nieuwe trekken.

Andere acties
Oogsten en verkopen
Een speler mag op elk moment tijdens het spel een bonenveld oogsten en de oogst verkopen. Hij hoeft hiervoor niet aan de beurt te zijn. Let op: net als in het basisspel zijn bonenvelden met precies n bonenkaart erop beschermd. Een speler mag zon veld uitsluitend oogsten of verkopen als zich op geen van zijn andere bonenvelden meer dan n bonenkaart bevindt. Een speler mag een bonenveld met precies n bonenkaart erop uitsluitend verkopen als zich op geen van zijn andere bonenvelden meer dan n bonenkaart bevindt.

3e bonenveld kopen
Een speler mag op elk moment tijdens het spel een 3e bonenveld kopen. Hij hoeft hiervoor niet aan de beurt te zijn. Bij een spel met drie spelers is deze regel overbodig. Alle spelers bezitten dan aan het begin van het spel drie bonenvelden. Bij een spel met 4 of 5 spelers: een 3e bonenveld kost vier thalers. Bij een spel met 6 of 7 spelers: een 3e bonenveld kost drie thalers.

Opdracht vervullen
Een speler mag zijn opdracht op elk moment tijdens het spel vervullen door hem ter controle aan de andere spelers te tonen en daarna met de thalerkant naar boven op zijn andere thalers te leggen (zie ook hoofdstuk Opdracht vervullen). Een opdracht in de hand mag op elk moment tijdens het spel worden vervuld.

Einde van het spel


De regels uit het basisspel zijn onveranderd van kracht. Bij een spel met drie spelers eindigt het spel nadat de gedekte trekstapel voor de tweede keer (in plaats van de derde keer) is opgebruikt.

V arianten
Nadat de gedekte trekstapel voor de derde keer (de tweede keer bij een spel met drie spelers) is opgebruikt, mogen de spelers alle kaarten die ze in de hand hebben, verbouwen zonder rekening te houden met de volgorde. Het is niet toegestaan om dan nog te handelen. Er is echter geen maximum meer aan het aantal bonenvelden waarop bonen mogen worden verbouwd. Daarna oogsten de spelers alle velden en ontvangen er thalers voor. Wie aan de beurt is, mag verder handelen met bonen die hij door handel heeft verkregen. Alle andere spelers mogen uitsluitend met hun handkaarten handelen. Deze regelvariant geeft mogelijkheden tot listige en geniepige tactieken. Zorg dat je die chiliboon van Nicole te pakken krijgt, dan kunnen we onze ruil doen. - Ha, mooi! Je hebt de chiliboon binnen, maar eigenlijk wil ik toch maar niet met je handelen. Verbouw die chiliboon maar lekker bij jezelf!. Deze variant is uitsluitend geschikt voor ervaren Boonanza-spelers.

AMIGO Uitgever en distributeur: 999 Games b.v. Postbus 60230 NL - 1320 AG Almere www.999games.nl Klantenservice: 0900 - 9990000

You might also like