You are on page 1of 29

De Erotiek van de Dood.

Bespreking van Cantate BWV 82: Ich habe genug van Johann Sebastian Bach
R.Van Lerberge 2012

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

Inhoudsopgave:
1 Bespreking .................................................................................................................... 2 1.1 Situering van de cantate in het werk van J.S.Bach. ................................................. 2 1.2 De cantate 82 Ich habe genug in het werk van J.S.Bach ....................................... 3 1.3 Het verhaal van cantate 82 Ich habe genug .......................................................... 3 1.4 De betekenis van cantate 82 Ich habe genug. ....................................................... 4 1.5 Welke technieken gebruikt Bach om een affect op te wekken?............................... 6 2 Bespreking van de partituur .......................................................................................... 8 2.1 Aria 1: Ich habe genug ......................................................................................... 9 2.2 Recitativo 1: Ich habe genug .............................................................................. 14 2.3 Aria 2: Schlummert ein, ihr matten Augen ......................................................... 16 2.4 Recitativo 2: Mein Gott ..................................................................................... 20 2.5 Aria 3 : Ich freue mich auf meinen Tod ............................................................. 22 3 Appendix .................................................................................................................... 25 3.1 Bibliografie .......................................................................................................... 26 3.2 Discografie .......................................................................................................... 27

1 Bespreking
1.1 Situering van de cantate in het werk van J.S.Bach.
Cantate, letterlijk zangstuk, is afkomstig van Itali, waar het zich in de loop van de 17de eeuw ontwikkelt tot een verkleinde uitvoering van de opera. De grondvorm is veelal: recitatief aria recitatief aria. Bach zou deze grondvorm overnemen, doch hier en daar aanpassen. Benvloedende elementen bij Bach zijn: - de opvatting van Luther zelf aangaande muziek: volgens Luther was het Woord in de Bijbel dood en moest dus in Schwang worden gebracht. Muziek moest dus het woord dienen , en samen muziek en woord stonden zij in voor de Verkondiging van Gods Woord. Bach zou dit zeer letterlijk toepassen: vooral zijn religieuze cantates zijn citaten uit de Bijbel, of teksten van een librettist die rechtstreeks verwijzen naar een fragment uit de Bijbel. De muziek in de cantates zelf moest uitdrukking geven aan het woord bijna in letterlijk zin. - de invloed van Schtz die de monodie introduceert in Duitsland, en deze verbindt met de declamatie van het woord: kerkmuziek wordt gezongen prediking. - de invloed van Erdmann Neumeister die een stap verder gaat en de recitatieve vorm van Schtz verrijkt met een aria (al dan niet gezongen door een koor), en meestal ook een koraal bevat ( zodat iedereen kon meezingen). Bach zou deze Italiaanse vorm (recitatief/aria/recitatief/aria.) op zijn manier toepassen: - soms solo uitgevoerd ( dus zonder het koor) - soms met een uitgebreide sinfonia ter inleiding

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

soms met aria => recitatief => aria =>recitatief=> aria (al dan niet met Da Capo) kiezen voor een bepaald instrument die de overheersende klankkleur bepaalt

Uit de enorme productie van Bach ( 200-tal geestelijke en 50-tal wereldlijke) mag blijken dat hij dit genre zeer graag beoefende. Het was ook een gemakkelijkheidoplossing want als Cantor van Leipzig moest hij voor iedere zondag in het religieuze jaar een kerkzang klaar hebben. De meeste cantates behoren dan ook tot zijn Leipzig-periode. Bach aarzelde daarbij niet om pragmatische redenen bepaalde themas te hernemen en muzikale elementen te hergebruiken ( zoals we zullen zien met het centrale motief van cantate 82). De combinatie is echter telkenmale opnieuw verrassend nieuw.

1.2 De cantate 82 Ich habe genug in het werk van J.S.Bach


De cantate 82 Ich habe genug, met als boventitel festo purificationis Mariae werd geschreven voor de Lichtmisplechtigheid van 2 februari 1727. Aangezien de Maria Reiniging dat jaar op een zondag viel, en Bach verplicht was om een stuk te schrijven n voor de Thomaskirche en voor de Nicolaikirche, heeft hij zich beperkt tot een cantate van kamermuzikaal formaat: continuo, strijkers (violen en cello), n instrumentale solist ( hobo) en slechts n vocale solist (bas) Dus zonder uitgebreide sinfonia, zonder koor, zonder meerdere stemmen. Bach moet veel van deze cantate gehouden hebben want hij componeerde varianten : een versie voor sopraan en traverso, in 1735 een versie voor mezzosopraan en hobo, en nog een versie voor bas en hobo da caccia. Het zou ook in huiselijke kring worden opgevoerd want hij noteerde het recitatief 2 en aria 3 in het Notenbchlein voor zijn vrouw Anna Magdalena. Gezien de beperkte bezetting is deze cantate ook gemakkelijk uit te voeren, vandaar dat zij tot vandaag nog heel frequent in concertzalen te horen is en vaak wordt opgenomen. ( zie verder: discografie).

1.3 Het verhaal van cantate 82 Ich habe genug


Het verhaal gaat over Simeon, later de Heilige Simeon, die samen met Hannah in de tempel is. En plotseling zien ze Maria met haar zoon Jezus binnenkomen. Volgens de wetten van Mozes moest een vrouw, die bevallen was van een zoon na 40 dagen (80 dagen na de geboorte van een dochter) een reinigingsoffer brengen. .Dit offer bestond uit twee tortelduiven. En volgens dit zelfde ritueel moest de eerstgeborene na 40 aan de priesters in de tempel worden voorgesteld. Het was volgens de Bijbelse legende ook de eerste keer dat Jezus in het openbaar verscheen. Net op dat moment zat Simeon daar. Aan hem was verklaard door de Heilige Geest dat hij pas zou sterven nadat hij de Zoon van God zou hebben ontmoet. Voor Simeon dus een zeer cruciaal moment: enerzijds het zien van de zoon van God en anderzijds het besef dat dit het einde van zijn (weliswaar aardse) leven zou zijn. Het is dit moment dat Bach vastlegt.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

Ook in de schilderkunst werd dit thema regelmatig behandeld o.m. door Giotto, Rubens en vooral Rembrandt. De viering van de Reiniging van Maria werd een religieus feest1, en vereenzelvigd met het plaatselijke Germaanse gebruik van het feest van het licht. ..februari is het keren van de winter en dus het lengen van de dagen. Vandaar lichtmis, door de katholieke kerk overgenomen met het gebruik van de kaarsjesprocessie. Het is tevens de start van het landbouwjaar: men kon terug denken aan zaaien, planten.Want binnenkort zou de natuur ontluikenHet was ook de dag dat de afspraken met loonwerkers op de boerderij werden vastgelegd. Het was tevens het moment dat men de wintervoorraden ging bekijken en met een mogelijks overschot een feestje werd gehouden met de gekende pannenkoeken!( net voor de vasten begon...) Vandaar de volksspreuk: geen vrouwtje nog zo arm of ze maakt op lichtmis haar pannetje warm Het is merkwaardig hoe Bach dit religieuze feest heeft benaderd. Als overtuigd Luthers protestant heeft hij uiteraard het heidense aspect van het Licht niet behandeld. Rembrandt daartegen zal het element van het Licht heel uitdrukkelijk uitwerken. . Maar evenmin het gegeven van het reinigingsritueel van Maria komt aan bod, ondanks het feit dat de Cantate Ich habe genug als boventitel meekreeg: Am Feste der Maria Reiniging. Hij schenkt in deze cantate enkel en alleen aandacht aan het moment van de confrontatie tussen Simeon en het Kind Jezus, die als enige actoren aanwezig zijn: noch Maria, noch Hanna, noch andere aanwezige gelovigen spelen een rol En toch kunnen wij het duale karakter van het Feest van Maria ( de Reiniging, het Licht) niet zomaar naast ons leggen. Vanuit een gewaagde psychoanalytische benadering kunnen we wel een verband leggen. ( Licht: ontluikende vruchtbaarheid, Maria: gereinigd om terug vruchtbaar te worden (na 40 dagen), de juxtapositie in de cantate van het einde ( Simeon) en de geboorte ( Jezus). Het feest van Lichtmis is dus meer dan symbolisch: het is de omzetting van onvruchtbaarheid naar vruchtbaarheid, in zijn vertaling: van dood naar leven.

1.4 De betekenis van cantate 82 Ich habe genug.


We kunnen deze cantate vanuit verschillende standpunten benaderen.

De mystiek-religieuze benadering.
Zeker en vast bij Bach de belangrijkste: deze cantate handelt over de Lutherse doodsmystiek. Enerzijds over het einde van het leven dat wordt verwelkomd als een bevrijding uit het aardse lijden en pijn, en anderzijds de gelukzaligheid van het leven na de dood in nabijheid van God. De overgang zelf is zalig.
1

In het westen is het feest later doorgedrongen dan in oosten (4de eeuw); in Rome en Milaan viert men het al in de 7e eeuw; in Frankrijk, Duitsland en Engeland in de 8e eeuw, maar in Spanje pas in de 11e eeuw.De wijding van de kaarsen - 'ietwat bijkomstig in de viering van dit geheim' aldus het Liturgisch Woordenboek' - duikt pas op in de 10e eeuw: in Frankrijk en Duitsland, en bereikt Rome eerst in de 12e eeuw.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

Bach heeft dit thema in verschillende andere cantates behandeld, ook naar aanleiding van het Reinigingsfeest en zelfs in de Mattheus-passie vinden we dit terug. Het behandelen van de doodsmystiek is overigens niet toevallig: in de toenmalige maatschappij was de dood aanwezig in het dagelijkse leven: niet vergeten dat de Duitse staten een hele reeks oorlogen achter de rug hadden die bijzonder dodelijk waren, ziektes met dodelijke afloop waren zeer frequent aanwezig, kindersterfte lag hoog. Bovendien is gekend dat in de 20-er jaren in de 18de eeuw een geheimzinnig doodsfenomeen zich voordeed in het toenmalige Leipzig. Men beschreef het niet als een ziekte aangezien de betrokken personen zomaar, zonderen enige aanduiding of zonder enige ziekte ter plaatste doodvielen.2 Bach zelf had vrouw en twee kinderen verloren. De dood werd ervaren als huiveringwekkend, onaangekondigd, die op elk moment kon toeslaan. Bach zal in navolging van de leer van Luther het overlijden als een positief moment behandelen. Sterven was een noodzakelijke passage naar een veel gelukzaliger leven, zonder einde. De cantate 82 is opmerkelijk omdat hij in deze doodsmystiek ook aansluiting zoekt met de volkselementen, maar deze als het ware sublimeert, door er een mystieke dimensie aan toe te voegen: - het verrassend opduiken van de dood is bij Simeon zeer choquerend maar tezelfdertijd verlichtend: letterlijk: zich bevrijden van de ketens - het sterven zelf ( in de tweede aria uitgebeeld door een lang slaaplied) is in slaaptoestand gebracht worden om een superzachte overgang te maken naar het hiernamaals en gaat hierbij terug op een verlangen dat leefde (toen en nu) om het ideale doodgaan te beschouwen als een inslapen, omringd door zijn familie, vriendenMet deze toevoeging van Bach: het geloof in Jezus is de voorwaarde en staat er garant voor - de dood zelf ( aangekondigd in het tweede recitatief) is echt niet zo afschuwelijk ( zoals men dagelijks kon zien): het is feest! De derde aria is dan ook een waar dansfeest met een passepied3,: de oude Simeon danst er op los, samen met Jezus.. Dit sluit aan bij het iconografische beeld van het dansende geraamte 4.En daar is geen ellende, pijn enz.. Voor de gelovigen moet dit een ontzettend confronterende eredienst zijn geweest!

De psychoanalytische benadering
Tot heden is er bijzonder weinig psychoanalytische benadering geweest van het werk van Bach. Men verklaart dit omdat er een zekere schroom, ontzag zou zijn voor het Grote Werk van de Grootste Componist, en het zou een aanslag zijn op de waardigheid van zijn werk om er dieperliggende psychoanalytische elementen te veronderstellen. Het beeld van de Grote Bach is immers een uniek onaantastbaar beeld van een zeer ernstig en profane man. Er zijn overigens niet zo veel details gekend van het intieme, van de persoonlijkheid van Bach: wie was hij? Kon hij verliefd worden? Had hij relaties? Hoe beleefde hij zijn seksualiteit?W elke complexen had hij? Ondanks de enorme bibliotheek van uitstekende biografien is er weinig bekend over het intieme leven en denken van Bach. Nochtans zijn zowel zijn muziek als de gebruikte teksten nauwelijks verholen boodschappen van erotiek en seksualiteit.

2 3

Zie B.Varwig,col.135 Volgens de ene recensenten een passepied, volgens andere een gigue : in elk geval een snelle dans 4 zie verder p.21/22

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

Des te boeiender zijn de studies van W. Keller 5 die een tipje van de sluier lichten door zowel van de cellosuites als van de Passies een psychoanalytische benadering te geven. Gebruiken wij een aantal van zijn analyse-elementen, dan zouden wij volgende psychoanalytische interpretatie kunnen geven: cantate 82 Ich habe genug gaat over de erotiek van de dood. De blijkt al uit de titel en het centrale thema Ich habe genug. Etymologisch hebben zowel in het Nederlands als het Duits het woord Genug en Genugen een zelfde herkomst, en kan genoeg als voldoende ook worden genterpreteerd als voldoening gehad hebben. Deze duale betekening zal Bach constant magistraal aanwenden In de cantate wordt de dood benaderd als een regressie, een terugkeer naar de moederschoot, met daaropvolgend: de wedergeboorte o in de eerste aria is er samengaan van de geboorte 6 en de het overlijden de dood ( Simeon), met als erotisch element: de begerige armen o in de tweede aria wordt de stervende als kind in slaap gewiegd en tenslotte terug in de schoot gelegd (im Schosse ruhn) o in de derde aria is het proces voltrokken en kan men spreken van een wedergeboorte.

Cantate 82 Ich habe genug kunnen we beschouwen als een onderbewuste uitdrukking van het intiemste doodsverlangen van een mens: een terugkeer naar de moederschoot. Dit zou meteen een verklaring kunnen zijn waarom hij juist op het feest van de Reiniging van Maria tot een dergelijke inspiratie komt. Lichtfeest is immers een ode aan de ontluikende vruchtbaarheid: de winter is voorbij en het zaad kan opnieuw geplant worden. Maria zelf wordt opnieuw vruchtbaar en rein: ze kan opnieuw betrekking hebben met kans op bevruchting. En anderzijds is de winter, de doodse periode van onvruchtbaarheid, achter de rug Meteen komen wij aan n van de voornaamste redenen waarom Bach tot vandaag beschouwd wordt als een van de belangrijkste, zoniet de belangrijkste componist aller tijden: Hij benadert universele themas die fundamenteel diepmenselijk zijn. Themas waar iedereen ( gelovig of ongelovig) een antwoord op zoekt. Zijn benadering gebeurt met de methodieken en technieken van zijn tijd, maar is zo universeel dat ze iedereen aanspreekt.7

1.5 Welke technieken gebruikt Bach om een affect op te wekken?


Het blijft mij verwonderen hoe deze cantate iedere luisteraar beroert, en bijna op een identieke wijze: men omschrijft ze als mooi, pakkend zelden als triest. Sommige luisteraars horen een klagend verhaal, anderen horen een opgewekte melodie, nog andere voelen het tragische vooral van de continuo. Het is de weergave van het feit dat muziek geen exacte wetenschap is, en het opwekken van gevoelens, impressies ook afhankelijk is van de gemoedstoestand van de luisteraar.

W.Meller: Bach and the dance of God. U.K. 1970,324p. 6 Shawn E.Charton : An analyses of the Theological Purposes en Methods of BWV 82 Ich habe genug. 7 Men verwijst hier naar de libinale waarde van de muziek, zoals omschreven door psychoanalyticus Lacan, zie Marc de Kesel: Muziek, taal en affect. Reflecties over een gangbare lacaniaanse interpretatie.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

Het was ook niet de bedoeling van Bach om muziek te maken die enkel het individu zou beroeren en consumeren. Muziek was volgens de Lutherse opvattingen een weg naar God: men zou in een toestand moeten komen om als mens nader tot God te komen. Volgens onze 21ste eeuwse ingesteldheid en vooral het gebrek aan religieuze affiniteiten zou deze doelstelling moeilijk te realiseren zijn. Wat niet belet dat er toch een gemoedstoestand wordt opgewekt, los van het historische denkpatroon. Waarom?Schweitzer8 benadrukt het universele karakter van de muziek van Bach: het gaat niet over het individu, over een feit, een momentum maar over een universeel vraagstuk van de mensheid: de mens in confrontatie met het einde, de dood. En dat deze confrontatie een veelheid van emoties opwekt, die stuk voor stuk beroerd worden door Bach, los van de religieuze achtergrond. Emoties die universeel zijn en slechts in bepaalde mate historisch gekleurd. Vandaar dat de muziek van Bach ook de hedendaagse luisteraar, profaan of gelovig, weet te bekoren.
Mijn vraag was dus: hoe slaagt Bach erin, om zelfs vandaag nog, zovele mensen op een identieke wijze te beroeren? Ik wou dit begrijpen en ben dus op zoek gegaan naar technieken die Bach heeft aangewend om hetzelfde emotioneel effect, dus affect te bereiken. Bijgaande analyse is een zoektocht geworden naar de technieken uit de affectenleer. De affectenleer zelf zullen we niet behandelen.9, maar we zullen ons focussen op het gebruik van de technieken uit de retorica en hun toepassingen op de muziek en nagaan hoe Bach deze heeft aangewend in deze Cantate 82 Ich habe genug. De aanwending van de toonaard om het affect te bereiken De aanwending van de maatsoort De interactie tussen de tekst en de muziek Het is een onverwacht boeiende zoektocht geworden. Misschien ben ik niet dichter tot God gekomen, maar wel kreeg ik meer inzichten in muziek, toegepast op het leven. Dus een stuk wijzer geworden, met dank aan Bach.
Rembrandt: Simeon en Hanna in de tempel

8 A.Schweitzer, J.S.Bach. uitg van 1966, als heruitgave van de versie van 1911. 9 er zijn ontelbare studies daarover . We vertrekken vanuit het voornaamste standpunt van de affectenleer nml . dat muziek net zoals tekst in staat is om emoties op te wekken.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

2 Bespreking van de partituur

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

2.1 Aria 1: Ich habe genug

De aria staat in een maat 3/8 sten. Deze maat wordt door Bach gebruikt om het eschatologische karakter te benadrukken: men vertrekt vanuit het standpunt van de mens ( Simeon), een wereldlijke omgeving ( de tempel). De toonaard is do mineur: volgens de toonaardentypologie van Mattheson: lieflijk, triest, zachtaardig10 De eerste aria Ich habe genug wordt ingeleid door de violen. Zij staan symbool voor het leven, of voor Moeder Maria en haar kind. Zij spelen een melodie die luchtig en levendig is als een kabbelende golf: een combinatie van (4 x16den en 1 kwart) of vijf 16-den: veelal een tribachus met een accent op de laatste noot. Deze frasering 11 is kenmerkend voor Bach en zullen we doorheen gans de cantate terugvinden. Deze golfbeweging is het equivalent voor het voortschrijdende verdergaand geluk 12 . Het staat in schril contrast met het stapmotief aangegeven binnen de basso continuo: een zich herhalende tribachus van 3 gebonden kwarten (met nadruk op eerste tel), in een dalende beweging: naar het graf gaan, bergaf gaan: het is Simeon die in het aanschijn staat van de dood. Meteen zorgt dit voor een hoogst vreemd gevoel: een toch levenslustige melodie van de violen tegenover het eerder dramatische stapmotief ( vaak chromatisch uitgevoerd, wat het dramatische nog beklemtoont).

Het wordt nog vreemder wanneer de hobo zich laat horen. De hobo, aanvankelijk gekend als een instrument met een martiale weerklank wordt door Bach vaak gebruikt als de klank van het zalvende, het erbarmen13, in deze cantate als de aanwezigheid van het kind Jezus zelf. In de derde maat heft de hobo ht centrale motief aan van deze aria: het Ich habe genug.
10
11

L.Strobbe, Leuven 1981, p.71. A.Schweitzer, 1966 (1911) p.381-382. 12 A.Schweitzer, 1966 ( 1911) p.101 13 zeker wanneer gespeeld door M.Pontzeele: zie verder discografie

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

Te begrijpen als: het is genoeg geweest. Zowel in het Nederlands als het Duits is er in het woord Genug (genoeg) een connotatie tussen genoeg en genoegen en, heeft zowel in het Nederlands als Duits een zelfde etymologische 14 herkomst.

Deze lingustische dubbelzinnigheid wordt door Bach in deze cantate ten volle gexploiteerd: de dualiteit van enerzijds het einde (en dit was lastig: zie de zware tred in de tribachus) en anderzijds het levendige hoopvolle genot van dit einde ( zie de golfbeweging van de violen en de vaak zelfs frivole melodielijn van de hobo). Bach heeft dit thema verschillende keren gebruikt en het staat ook bekend als het Erbarme dich motief van de Mattheus-passie.

Het bestaat uit een exclamatio, een sextsaltus, versierd met en schleifer die een pyrrichius inleidt ( onder de vorm van een siciliana), en uitloopt op een tenuta: een pedaalnoot over twee maten . Ieder detail van dit thema is belangrijk: - de exclamatio: opmaat naar een sextsaltus: door Bach gebruikt om genade, erbarmen uit te drukken, - de schleifer zijnde een uit twee of meer noten bestaand motiefje dat trapsgewijs stijgt naar de hoofdnoot, meestal gevolgd door een mordent (triller): de weergave van (hoog)spanning - de pyrrichius/sicilina15: in opeenvolging het motief van de Franse ouverture, gebruikt om waardigheid, belangrijkheid te geven - de dalende kwart: als symbool van het lijden en hier de dalende terts (gebruikt om de menselijkheid van Jezus aan te geven ( van mi mol naar do) Dit motief is de kern van de cantate en is een zwaar affectbeladend systeem. Het is een combinatie van spanning ( wat gaat er gebeuren?), belangrijkheid, en toch met spirituele elementen van de genade, afkomstig van de zoon van God, die nederdaalt en dus kan geruststellen. In deze eerste vijf maten hebben we dus al een vrij complex verhaal te verwerken. Violen gaan verder in hun golvende kabbelende beweging maar twee octaafsprongen maken toch duidelijk dat het ernst is: de octaafsprong draagt de symboliek van de catharsis, de zuivering door het lijden. Het is merkwaardig hoe weinig Bach gebruik maakt van deze symboliek: het is toch het feest van de reiniging van Maria? Voor Bach is echter het verhaal van Simeon belangrijker. De hobo komt eventjes tot rust (ellips) om het initiatief te laten aan de violen: ze kabbelen verder, waarbij de eerste viool soms de symbolische septiem- ( septiem als getuigenis van de werkzaamheid van de Geest)- en octaafsprong maakt. (octaaf is de getuigenis van de volmaaktheid, goddelijkheid, hier : op weg naar de goddelijkheid met behulp van de Geest) Na de zoveelste interpretaties van het Ich habe genug motief gaat de hobo, in contrapuntische begeleiding van de violen in een langzame katabasis (zie figura corta: gezwind dus...). Bij de tenuta in maat 33 treedt de hobo (Jezus) op de achtergrond, spelen de violen vrij egaal (secundes seifers) naar het moment waar de hobo helemaal stopt: maat 35. Het belangrijke moment dat de bas Simeon

14

genug, Adj., gengend, mhd. genuoc, Adj., genug, hinreichend, sehr viel, ahd.ginuog (765), ginuogi (9. Jh.?), Adj.,gengend, viel reich, genug, as. gin g, gin gi, Adj., gengend, germ. *gan ga,*gan gaz, Adj., genug, gengend, zu idg.*ene-, *ne-, V., reichen, erreichen,erlangen
15

onder vorm van een gepunteerde achtste + zestiende + achtste

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

10

voor de eerste keer op een vrij overtuigende, gearticuleerde wijze zingt dat het voor hem volstaat. De basstem staat bij Bach gelijk aan de stem van de waarheid, de stem van God 16. De hobo kan niet snel genoeg zijn om daarop te repliceren, want nog tijdens de slotnoot van het thema en tijdens de tenuta zet deze een overweldigende fugatische beweging inmet korte opeenvolgende 32sten.(uitdrukking van vreugde, opgewektheid) Deze fugatische beweging ( Jezus zal nederdalen) gaat in dalende lijn en sluit in maat 39 af met de reeds gekende siciliane die wordt overgenomen door Simeon. Zo ontstaat er een dialoog tussen de om erbarmen smekende Simeon ( zie de sextsprong) en de genadevolle en zeer bereidwillige Jezus (afdalend) . Zachtjes ( piano), maar met een duidelijke octaafsprong (het symbool van volmaaktheid) antwoordt hij op de tweede roep van Simeon en blijft hij ondersteunend bij de derde roep. Maar tijdens deze derde roep wijzigt het ritme van de hobo: een lambusritme ( v -/v -/v -)met seufzers (de vlotte doorlopende melodie begint te stremmen) geeft aan dat men moet uitkijken naar een belangrijke verklaring. Ondertussen heeft eerst de tweede viool, en vervolgens ook de eerste viool het stapritme van de basso continuo, Simeon dus, overgenomen. Alle aandacht dus voor de verklaring van Simeon dat hij Jezus ( den Heiland: climax in de anabasis, met pleonastisch das Hoffen, ondersteund door de zalvende en vooral bevestigende hobo) in zijn begerigen armen genomen. Bach gebruikt hier opnieuw de techniek van de dalende seufzers: het sterke verlangen dat Simeon begeestert. Daar zwijgen overigens de violen en is de (in piano) ondersteuning van de hobo zo zoet, zalvendvol van genade. Vanuit potisch oogpunt is deze zin de orgelpunt: het vastleggen van het opperste moment ( zie ook Rembrandt en Aert De Gelder), en de dramatiek daarvan leven geven. We voelen als het ware aan dat hij het kind in zijn armen heeft genomen.
Aert De Gelder: loflied van Simeon

De nieuwe aanhef van Ich habe genug (mt55) krijgt nu een andere betekenis: het is niet alleen voldoende, maar ook een genoegen geweest. Het wordt nu een zeer sensuele uitspraak, verwijzend ook naar de begerigheid van Simeon. Dit moment is zo belangrijk dat Bach het herneemt tot tweemaal toe nog, maar nu heel gearticuleerd ( de melismen zijn beperkt en de seufzer maken plaats voor een bevestigend ritme van de dactylus, afwisselend syllabisch en melisme) en overtuigend. Met nadruk op das Hoffen, mooi ingekaderd met enerzijds pauzes voor en na de uitspraak, en tezelfdertijd een repetitio door de hobo tijdens deze pauzes. Repetitio is bij Bach vaak verbonden met sterven dus ook met de verwachting van het leven daarna17 .Daarmee benadrukt hij het hoopvolle (das Hoffen, met coloratuur). Tijdens deze passage treedt alleen Simeon op de voorgrond en bevestigt de hobo constant de uitspraak ( met regelmatige katabasis: Jezus die neerdaalt).

16
17

A.Eikelboom: Vier cantates van Johann Sebastian Bach toegelicht. Delft, 2008,p.116 A.Eikelboom, 2008, p.118.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

11

Om dan te besluiten met een vierde Ich habe genug, meteen het sluitstuk van deel A. Daarop volgt een ritournello en kan iedereen bekomen van het belangrijke nieuws: de hobo herneemt zijn frivoliteit en heeft met een forte duidelijk standpunt ingenomen: geen vrees! Simeon zwijgt tijdens deze passage, en alle aandacht gaat naar het opgewekte samenspel tussen hobo en violen; die hier netjes elkaars melodielijn volgen en levenslustiger zijn dan ooit, Jezus als hoop voor het nieuwe leven! Tot wanneer een nieuw deel begint in maat 107 met een nieuwe verklaring van Simeon: hij heeft hem gezien, en Jezus met gans zijn geloof aan zijn hart gedrukt. Telkenmale bevestigd door de hobo met het Ich habe genug motief ter uitdrukking van het genoegen. Ondertussen heeft Bach gemoduleerd en van de intieme do-mineur zijn wij in de la-groot toonaard gekomen: de onzekerheid en het verlangen heeft nu plaatsgemaakt voor de warme bevestiging van het kind gezien en gevoeld te hebben. Het aarzelende is nu een overtuigende vreugde geworden dat Simeon te kennen geeft in zijn vreugde-uiting. Tot tweemaal toe zal hij de naam Jezus vermelden: het getal 2 is de uitdrukking van Jezus (nr2 na God de Vader) en wordt bij Bach uitgedrukt door twee tellen18 . In deze actieve fase laat hij de daden zelf (erblikt en gedrckt: de twee loco topici of kernwoorden) volgen door het Ich habe genug motief van de hobo: als blijk van het telkenmale geven van de genade
A.Drer: presentatie in de tempel

18

A.Eikelboom, Delft 2008,p.112.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

12

Om de vreugde te kennen te geven heeft Bach zijn vreugdemotief uit de kast gehaald. Een motief dat hij in meerdere werken heeft gebruikt.

In deze cantate heeft het vreugdemotief een mooie uitgewerkte en logische structuur: - fugatisch: snelle opeenvolging van 16-den in een anabasis - een melisme dat overgaat op een coloratuur van drie maten - een combinatie van o een figura corta ( - vv/-vv/-vv): vreugdevol maar toch nog beheerst o wordt een pysschichius (vvvv/vvvv/vvvv) lichtvoetig, uitbundig - om te besluiten op een figura corta - en dan uiteindelijk het Ich habe genug thema Dus: van beheerste opgewektheid naar uitbundigheid, om terug beheerste opgewektheid en ten slotte diep bezadigde ernst. Ook een mooi voorbeeld van de interactie tussen tekst en muziek. Er bestaat heel wat literatuur die dit samengaan bestudeert. Vooral dan omdat Bach zelf veelal de teksten niet samenstelde. We bemerken dat de tekstuele versvoeten zich weerspiegelen in muzikaal-retorische figuren. De dramatiek van deze passage schuilt in de opeenvolging van de vreugde-uitbarsting en dan onmiddellijk daarna de aankondiging van zijn dood ( want het is voldoende geweest): ik zal met vreugde van jullie scheiden! Een nieuwe ritournello laat alles eventjes bezinken tot in deel c.
P.P.Rubens: presentatie in de tempel

In dit gedeelte herhaalt hij de verklaring dat Jezus aan het hart werd gedrukt, opnieuw besluitend met het vreugdemotief en in katabasis naar het Ich habe genugmotief Maar nu laat hij de stilte de uitspraak omkaderen: de hobo zal nog eens bevestigen dat hij zich over hem zal erbarmen (maat 170), de violen ( de levenslijn) vallen stil, het stapmotief gaat lager dan ooit ( de letterlijke afdeling in het graf), de bas zingt op het laagste niveau: de conclusio : Ich habe genug.ja het is voldoende geweest. Dit donkere dramatische karakter drukt Bach heel subtiel uit door de ha-lettergreep nu als laagste punt te plaatsen (de lage sol). In andere systemen heeft hij de ha(-be) lettergeep gebruikt als opstapje naar het hoogste punt van dit systeem. De Dal Segno wordt de afronding van dit passioneel verhaal.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

13

2.2 Recitativo 1: Ich habe genug

Spitta19 heeft aangetoond hoe belangrijk het recitatief is in de cantates van Bach. Als goede leerling van Schtz blijft het recitatief de dichtste benadering bij het gesproken woord. Door Bach wordt het recitatief aangewend als een spiritueel bezinningsmoment. Het is de samenvatting van wat voorafging en de weergave van wat komen zal. Het gezongen woord krijgt alle aandacht (in tegenstelling tot de aria waar de andere instrumenten elk hun eigen, evenwaardige verhaal hebben) en de begeleiding ( hier het orgel) zal het woord beklemtonen en bekrachtigen. De toevoegingen van arioso zijn verbloemingen, maar ook zeer determinerend. Uitgevoerd als een recitativo secco, onderbroken door een arioso (in andante) waar het orgel de begeleiding van de bas opneemt en eindigend op een klein arioso (andante). Zowel begin als einde is het centrale motief: Ich habe genug, in de eerste aria in een zachte berusting, nu in een exclamatio ( zie uitroepteken). (Ach!) Het begint in de ik-stijl van Simeon in de maat van C met syllabes en gearticuleerd. Maar vanaf maat 4 spreekt de verteller tot de gelovigen en spoort hij hen in het arioso aan Simeon te volgen.
19 .Spitta,

ed.1952, p.339-347;p.474-475.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

14

Het arioso is een anabasis met een ambitus van een kwint als uitdrukking van de verrijzenis: naar God gaan ( in de hoogte).De bas volgt de begeleiding met een zelfde beweging in canon als aansporing om te volgen. Met de katabasis komen we opnieuw bij Simeon Tot tweemaal toe begint een zin met een exclamatio ( Ach!), de tweede maal nog geaccentueerd met een hyperbaton ( rust voor en na de exclamatio), als uitdrukking van een verlangen, een wens om met vreugde weg te gaan. Het freude-motief wordt opnieuw uitgevoerd in een coloratuur van snelle 16den, en afgesloten met een paronomasia20 ( Welt als verduidelijking van dir). Het slotmotief ( Ich habe genug) wordt ondersteund met een begeleiding van de cello die een motief aanheft met een octaafsprong ( de sprong naar de volmaaktheid).
Rembrandt van Rijn: presentatie in de tempel

20

Herhaling met toevoeging, bij wijze van krachtige nadruk : ik zeg U, Wereld :

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

15

2.3 Aria 2: Schlummert ein, ihr matten Augen

Deze aria is het centrale gedeelte van de cantate. Simeon is terug aan het woord ( de basstem: stem van God, van de waarheid). En hij vertelt hoe zijn vermoeide ogen stilletjes dicht vallen, en dat hij afscheid neemt van deze wereld, waar hij geen plaats meer heeft en waar ellende is. Hij gaat naar de plaats waar Vrede en Rust heerst. Een vrij korte tekst waarvan de meeste zinnen regelmatig herhaald worden en uiteindelijk .. minuten duurt. Bach heeft hier gekozen voor een rondovorm, met drie themas: - thema 1 (meteen als refrein): sluit u, vermoeide ogen - thema 2: spreekt de wereld toe om te zeggen dat hij hier niet langer blijft - thema 3: ik ga heen waar vrede en rust heerst De ritournellos buiten beschouwing gelaten komen wij tot volgende vorm: inleiding: van maat 1 tot 9 A: van maat 10 tot 25 ( met herhaling van 10 tot 13, en van 14 tot 19 en van 20 tot 25 en een extra repetitio van 26 en 27) B: van maat 37 tot 48 (met herhaling van 37 tot 44 en van 45 tot 48) A: van maat 49 tot 58 en van maat 59 tot 67 C: van maat 68 tot 76 en van maat 77 tot 83, met een kleine repetitio van maat 84 tot 85 A: de Da Capo tot maat 36.

De gekende ABACA rondovorm. Over deze vorm is heel wat discussie bij de recensenten. De meest inspirerende interpretatie is van Charton21 die kan aantonen dat de volledige cantate een chiasme- (kruis-)structuur heeft, en dat Bach daar doelbewust voor gekozen heeft. Het kruis staat dan ook als teken van lijden van Christus maar ook als de verbinding tussen dood en leven (in het hiernamaals).
21

Shawn E.Charton : An Analyses of the Theological Purposes en Methods of BWV. 82 Ich habe genug

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

16

Op basis van zijn analyse komt hij tot de vaststelling dat de zin: Hier muss ich das Eelend Bauen Aber dort, dort werd ich schauen Sssen Friede, stille Ruh. in het centrum van het kruis en van de ganse cantate komt te liggen. Dit wordt bevestigd in de analyse van J.Mincham22. Deze paragraaf draagt dus de ganse spirituele context van het Lijden van Christus als mens, en van het aardse leven als overgang naar het Leven bij God. De structuur is dus een uitdrukking op zich van de volledige context van de cantate. Bach heeft in deze aria gretig gebruik gemaakt van de technieken van de affectenleer om de luisteraar te beroeren. Eerst en vooral: de keuze van instrumenten. De hobo ( als Jezus ) is niet langer van de partij. De violen spelen een begeleidende ondersteunende rol, maar de basso continuo ( orgel/contrabas,cello) wordt de belangrijke partij naast de basstem uiteraard.
Rembrandt van Rijn: presentatie in de tempel:

22

J.Mincham : The Cantates of Johann Sebastian Bach. A listener and student guide . (ch.36 BWV 82)

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

17

De aria wordt ingeleid met het motief: wat een variant is op het erbamen-motief van aria 1:

waarmee Bach de continuteit van het levensverhaal bevestigt, maar hij plaatst dit thema nu in Mimol Groot. Het ritme van de basso continuo is volledig gewijzigd: het stapmotief, dat het sterven uitdrukte in aria 1, is volledig verdwenen en vervangen door het ritme van het wiegelied: Simeon wordt in slaap gewiegd. Hij gebruikt daarvoor de pyrrichius (vvvv/vvvv) van 2 x 4 achtsten, vaak afgewisseld met de typische Bach variante waarbij de eerste 8ste gepunteerd en dus kort wordt, en de overige gebonden worden;23 ( zie Schweitzer en hoger); Daardoor krijgt men het typische wiege-ritme die deze aria gekenmerkt. Het ritme laat hij regelmatig stilvallen met fermato-tekens om letterlijk het sluiten van de ogen, het indommelen, te illustreren met nadruk op zu, soms gevolgd door een tenuta. Een vermat, die het sluitstuk is van een katabasis-beweging. De voorafgaande anabasis is vaak ingeleid met een septiemsaltus.(de werking van de Geest). Bij de herneming ( bv.vanaf maat 15) laat hij de 3 stemmen unisone spelen: eerst volgen de violen, en ten slotte ook de continuo om dan allemaal stil te vallen bij de fermato. De sluitende beweging van de ogen wordt weergegeven door de dalende seufzers, met hoofdzakelijk syllabes. Hij herneemt dit thema driemaal (goddelijke eenheid), maar in de conclusio neemt hij ( na de tenuta en fermato ) het sluiten van de ogen thema opnieuw: een laatste zucht vooraleer definitief in slaap te vallen. Nu in een opmerkelijke verdichting: een katabasis vertrekkende van de septiemsprongen maar met een ambitus van een sext, de bevestiging dat dit inslapen (dankzij de Geest) kan gebeuren in een sfeer van erbarmen(slaap zacht, er kan u niets gebeuren!). Het gebruik van de gekoppelde figura corta (opgewektheid, vreugde) op een melisme is een variante op het vreugdemotief en onderlijnt het zalig karakter van het inslapen. De bas gaat in pauze ( hij slaapt). De continuo gaat met het wiege-ritme verder, maar de violen komen in forte ( in voorgaande maten speelden zij op de achtergrond in piano). Nadat ook de violen zijn ingedommeld, opent Bach zijn tweede deel met een krachtige emphasis: Welt,ook in de voorafgaande recitativo had hij de Wereld aangesproken, bijna op vermanende wijze. Het is het zeer emotioneel geladen afscheid van Simeon. Simeon stokt in zijn woorden .Overmand door emoties (de verschillende rusten en zelfs onderbrekingen24) met een opmerkelijke repetitio ( herhaling van das der Seele knnte taugen).

23 24

zie voetnoot 10 aporiopesis in maat 40

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

18

Het gebruik van het homoioproton, en dan nog specifiek met de figura corta (vreugde, blijdschap) laat verstaan dat dit eigenlijk niet zo erg is. Maar de sprong zal hij toch wagen ( de diapasonsprong in maat 39: octaafsprong als symbool voor overstap naar het volmaakte, het goddelijke) Dit gedeelte is bijna een recitativo accompagnato: Simeon is aan het woord, ondersteund door de basso continuo. Hij sluit deze monoloog af met een auxeris (met gebruik van syllabes) afgerond met de conclusio: Schlummert ein, op een identieke wijze als Ich habe genug en sluit B af. In het volgende gedeelte herneemt hij A waarin hij opnieuw het indommelen accentueert, en afsluit met een zijdezachte (pianissimo) katabasis van de eerste viool. Het woord is opnieuw aan Simeon die de kernzin uitspreekt van de cantate (zie hoger). In tegenstelling tot aria 1, met een juxtapositie van leven en doodsverlangen, gebruikt Bach hier de antitheton, de tegenstelling tussen Hier ( waar ellende is: dalende beweging, de aarde) ) en Daar ( met anabasis en herhalende beklemtoning van dort, dort in stijgende beweging, verwijzende naar de hemel) waar rust zal zijn ( dalende beweging, met figura corta opgewektheid) seufzer-verbinding (verlangend) en letterlijk een pedaalnoot op Ruh eindigend. Hij herneemt deze zin en sluit af met een herhaling van de bestemming : daar waar sssen Frieden, stille Ruh zal zijn. Na de afsluitende pedaalnoot in maat 82, 83, komt hij in adagiostemming, laat hij alle instrumenten in pianissimo spelen, en zingt de bas in piano: inderdaad een zeemzoete afsluiting. Waarna de Da Capo volgt.
Rembrandt van Rijn: presentatie in de tempel

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

19

2.4 Recitativo 2: Mein Gott!

Bach opent dit recitatief met een exclamatio: Mein Gott!. Ook nodig want hij had zijn luisterpubliek in slaap gewiegd. Door de dalende kwint op Gott ( symbool van afdalende Jezus), wordt het een verzoek en geen vloek of vermaning. Hij stelt retorische vragen ( als uiting van ongeduld) onder de vorm van een exclamatio met anabasis, syllaben en klemtoon op Nun! en een interrogatio in anabasis naar ruhn ?). Hier die twee opmerkelijke passages - den Sande kler Erde: als doorgangspassage zie: fahren - dort in Schoosse ruhn: rusten in de schoot. We verwezen al naar de psychoanalytische benadering: de terugkeer via de vulva naar de moederschoot: de erotiek van de dood. Het begin van het einde, in zijn omkering: dit is het begin van het ware einde(loze). In het besluitende arioso25 staat opnieuw de exclamatio op Welt centraal, geaccentueerd door twee rusten, met de sterke zware katabasis naar Nacht. De afdalende begeleiding van de cel is letterlijk de afdaling in het graf ( figura corta omdat het er zalig is) om te eindigen op het allerlaatste akkoord van de cantate:

De dood is ingetreden.

25

Nu in adagio, de arioso in recitativo 1 stond in andante

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

20

Het beantwoordt volledig aan het doodsverlangen van de toenmalige maatschappij: het sterven als een zacht in slaap vallen, onder de begeleiding van het geloof in God en dus van Jezus, die met erbarmen deze tocht begeleidt 26

Simeon in de tempel (anoniem)

26

zie pag.4: B.Varwig zie ook T.Walter, 2003.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

21

2.5

Aria 3

: Ich freue mich auf meinen Tod

Deze derde aria, het sluitstuk van de cantate, is een levendige dans. Om het structurele evenwicht te bewaren plaats hij deze aria in dezelfde maat als de inleidende aria ( maat van 3/8-sten: we kijken vanuit het oogpunt van de mens Simeon, dus een eschatologische context) en in dezelfde toonaard. Do klein. Het tempo is letterlijk levendig (vivace): een allusie op het terug levend zijn van Simeon, maar nu levenskrachtiger dan ooit. Bach maakt gebruik van het passepied-ritme27. Deze aria is een dans tussen Simeon en Jezus. De hobo ( Jezus ) is opnieuw van de partij en speelt uniso met de violen. De basso continuo is levendig actief: de katbasisbewegingen van het stapmotief hebben plaats gemaakt voor frivole tribachi, de dansbeweging accentuerend.
Paul Christian Hilscher, Beschreibung des so genannten Todten-Tantzes (Dresden and Leipzig, 1705), frontispiece. Bestand der Staatsbibliothek zu Berlin Preuischer Kulturbesitz, Signatur: Nv 9101.

27

Sommigen typeren het als een gigue : in elk geval een snel uitgevoerde dans.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

22

In maat 19 komt Simeon aan het woord: opnieuw in de ik-stijl geeft hij uiting aan zijn absolute vreugde dat hij dood is. Het vreugdemotief kennen we al uit de eerste aria.

De vorm is nu anders: het is een coloratuur van 5 maten. Nu geen anabasis met een geleidelijke opbouw van de vreugde-expressie, maar dadelijk een pyrrichius ( uitdrukking van uitgesproken vreugde en blijdschap). De pyrrichii worden ingeleid met een (2x) dalende kwart ( de Geest deed zijn werk) en (2x) een dalende kwint ( de Zoon deed zijn werk door af te dalen). De meer egale beweging duidt er op dat deze vreugde geen verlangen meer is maar een feit. De figuur telt 29 noten, wat gematrisch28 betekent: ofwel S.D.G (Soli Deo Gloria :S= 18, D=4,G=7, totaal 29) of JSB (Johann Sebastian Bach: J=9, S=18,B=2, totaal 29). In elk geval is de eerste gematrische symboliek relevant: door gebed tot God realiseert men grote vreugde. De tweede is meegenomen Met de subtiele accentuering van de hobo ( opeenvolgende figura corta:) is duidelijk dat ook Jezus blij is. Het maakt dus van de Dood ( uitgesproken syllabe bij een stilzwijgen van hobo en violen) een blijde gebeurtenis. De figura corta op mei-(nen) bevestigt de hoogstpersoonlijke blijdschap van Simeon. In die mate dat hij het nogmaals uitschreeuwt maar nu afgesloten met een tenuta van drie maten op het afsluitende Tod! ( exclamatio): het zal blijven duren! De symbolische stilte die daarop volgt, wordt opgevuld door een dansende hobo en viool en een ondersteunende basso continuo. De stemming wisselt veelvuldig ( piano in maat 39 naar forte in maat 42 met een uitgesproken anabasis, een korte onderbreking en een siciliano die het woord terug geeft aan Simeon). Hij verheugt zich opnieuw over zijn dood om daarna in een anabasis met ambitus van 4 maten en septiemsaltus (de begeestering van de Geest).

Opvallend is het benadrukken van het gevonden hebben (fun met een gepunte kwart). Het creert het effect van lach (ha-ha)( zowel bij Jezus, hobo, als violen ( leven); of van zie je wel!.

Hij herhaalt deze zin driemaal (drie: goddelijke eenheid), gescheiden met een bevestigende exclamatio (ach !). De hobo, in samenspel met de violen, herneemt de passepied met een golvende (zie aria 1: betekenis van de golf: voortschrijdende, verdergaand geluk), wervelende beweging van gebonden 36sten om te eindigen in maat 86 en Simeon opnieuw alle aandacht te geven. Deel B begint met de erbarme dich motief maar nu om aan te kondigen dat er een einde komt aan alle ellende die hem aan de wereld heeft gebonden. Het woord Noth wordt beklemtoond door zowel hobo als violen. Het gebunden zijn wordt uitgedrukt door een coloratuur van 6 maten (om de gebondenheid uit te drukken, maar 2 maal 3: er was erbarmen van Jezus), om kort maar krachtig te besluiten met een
28

Zie: Jan Wilbers, sd, sl.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

23

tracheas ( -/v) op ge-bun-den.Tijdens de eerste coloratuur op gebunden is er een lyrische ondersteuning van de hobo( ik geef je de hand). Deel C is een herneming van het vreugdemotief, nu met een uitdrukkelijke repetitio van blijdschap van Jezus/hobo onder de vorm van figura corta.. Vier keer wordt het thema hernomen om uiteindelijk af te ronden met een Picardisch29 slot: de omkering van mineur naar majeur: alles is hoopvol en stralend. De vreugde is compleet !
Hans Holbein, Icones mortis (Frankfurt am Main, 1623), plate 5: Die Gebeine aller Menschen. Staatsbibliothek zu Berlin Preuischer Kulturbesitz, Abteilung Historische Drucke: Met dit soort prenten werden de dansenden gewaarschuwd dat de dood steeds om de hoek schuilt

29

Do/mi/sol of de drieklank in c-majeur

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

24

3 Appendix

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

25

3.1 Bibliografie
CHARTON S.E. DE KESEL M. DERMONCOURT B. EIKELBOOM A. KIRKEBY O.F An Analyses of the Theological Purposes and Methods of BMW 82 'Ich Habe Genug. Sd.sl. Muziek, taal en affect. Reflecties over een gangbare lacaniaanse interpretatie.sd, sl. Tout Bach . Paris, 2009, 895p. Vier cantates van Johann Sebastian Bach toegelicht.Delft, 2008,213p. Affektenlehre and protreptic.About the Mental States, Moods, Emotions and Affects regarding their character and their function in Protreptic. In:Tidsskrift for kreativitet, spontaneiter og laering.2010.Vol.1, side 15-32 Religieus- Rationalisme in het Orgel-Bchlein van Johan Sebastian Bach.Leuven, 1985 Bach and the dance of God. U.K. 1970,324p. The cantatas of Johann Sebastian Bach.A listener and student guide. 2010.3p. J.S.Bach. New York, ed.1966.2dln. J.S.Bach. His work and influence on the music of Germany, 1685-1750.London, ed.1951.2dln. Retoriek & affekten, als uitgangspunt voor de vertolking van de vrije orgelwerken van BACH. Leuven , 198,128p Bach en zijn cantates. 2010 (www.bestmusicteacher.com) Death and life in J.S.Bach's Cantata Ich Habe Genug ( BMW 82). In: Journal of the Royal Musical Association. Vol.135,no.315-336 Historical and cultural variants on the good death.BMJ vol.327, july 2003. Recitativo nr.77 Nun is der Herr zur Ruh gebracht.Bachs compendium van de getallenmystiek.Samenvatting. Okt.2006 Onder redactie van.De Wereld van de Bach Cantates.1998, 3dln Johann Sebastian BACH. Utrecht, 2000.608p.

LAMBERT P. MELLERS W. MICHAM M. SCHWEITZER A. SPITTA P. STROBBE I. van der LEEUW G. VARWIG B. WALTER T. WILBERS J. WOLFF C. WOLFF C.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

26

3.2 Discografie
Dietrich Fischer-Dieskau (baritone). Mnchener BachOrchester, Karl Richter.DG ARCHIV E4271282 dd.18/04/1996, heropname van 1970.. De oudste versie, dit valt op: de instrumenten zijn eigentijds en niet barok; waardoor men bijna een symfonieklank verkrijgt. Dit belet niet dat DF.Dieskau hier een magistrale versie neerzet: mooi, geaccentueerd en sensueel. Misschien de beste illustratie van het erotische element.

Nancy Argenta, Klaus Mertens, Marcel Ponseele, Hidemi Suzuki & Pierre Hantai La Petite Bande, Sigiswald Kuijken ACC10095 dd.14 sept 1993 Een bescheiden maar wondermooie versie van La Petite Bande, al was het maar door het gebruik van authentieke instrumenten door specialisten ter zake. Het samenspel tussen Ponseele en Kuijken is gewoon heerlijk. De bas van Mertens is zo eerlijk en oprecht. De affecten worden volgens de regels van de kunst beroerd. Meesterlijk. Ook muzikanten die achteraf een prachtcarrire zullen uitbouwen en autoriteiten worden in de barokmuziek. zoals M.Ponseele

Ren Jacobs (counter-tenor).Ensemble 415, Chiara Banchini.Harmonia Mundi Musique dAbord. HMA1951273.dd 1988. Deze uitvoering voelt gedateerd aan. De soms vreemde (nasaal-ijle) countertenor stem van Jacobs leidt veel aandacht af van het geheel. Toch een zeer verdienstelijke poging om Bach op een authentieke manier te benaderen.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

27

Peter Kooy .Chapelle Royale Orchestra, Philippe Herreweghe Harmonia Mundi Musique dAbord, HMA1951365. Dd 1991 Niemand zal het genie van Van Herreweghe betwijfelen. De combinatie met Kooy moet een groot product afleveren. Wat het ook is. Van Herreweghe is gekend als een Bach-detaillist, die alle details even belangrijk vindt. Het geheel is een samenstelling van prachtige elementen en dus groots. Maar soms clean.

Andres Scholl (countertenor) Kammerorchester Basel.Decca4782733,dd.2012 Meest recente uitgave en technisch uitstekend.. Zonder afbreuk te doen aan de uitzonderlijke kwaliteiten van A.Scholl, is het duidelijk dat de commercile aandacht voor het merk/product Scholl het gehaald heeft op de compositie. De zang van de wereldberoemde countertenor staat zo affirmatief op de voorgrond, dat de instrumentatie een begeleidende functie heeft gekregen. Zo heeft Bach het niet gewild, dachten wij, of toch?

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

28

Deze cantate heeft een grote betekenis voor mijzelf: ze begeleidde het overlijden van mijn moeder en werd gespeeld op haar afscheidsplechtigheid. R.Van Lerberge, Deurle, 2012.

De Erotiek van de Dood. Bespreking van de BWV82-Cantate: Ich habe genug van J.S.Bach.

29

You might also like