You are on page 1of 32

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 1



Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta

nummer 3/2014
April 2014
Een uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen
Elektronische voortzetting van het maandblad Delta, 50
ste
jaargang
Verschijnt als het past
Elke auteur is verantwoordelijk voor zijn bijdrage


Het eerste woord

Europa is een natie bestaande uit verschillende naties
Charles de Montesquieu

Het wezenlijke van een natie is niet haar taal, al bedoelen wij hiermede niet dat de moedertaal geen belang
zou hebben. In onze moedertaal hebben wij immers leren denken en spreken, hebben wij onze intiemste
gevoelens overgebracht, onze liefde uitgedrukt. Elke taal, hoe klein en nederig ook verdient bijgevolg
respect en dient beschermd.

Evenmin maken stoffelijke belangen, hoe noodzakelijk en belangrijk ook, de kern van een volk uit. Wij
hebben daar absoluut oog voor, veronachtzamen het stoffelijke, de welvaart zeker niet. Iedere jonge
generatie dient steeds opnieuw de mogelijkheid te krijgen zich materieel te ontwikkelen en moet op haar
beurt bijdragen voor de ouderen. Dit alles is belangrijk, ongetwijfeld. Zeg dus niet dat wij dromers zijn.

Maar het cht wezenlijke dat ons bindt, het nige dat ons onafscheidbaar tot n geheel maakt, dat van
ons een natie maakt is het besef dat wij hier samen iets op aarde te doen hebben (aarde die eens, binnen
miljarden jaren, dood en levenloos zal zijn als tenminste niet een of andere gek vroeger op een knopje
drukt). Iets welbepaalds, iets dat wij alleen kunnen doen en dat geen enkel ander volk in onze plaats kan
doen.

Als wij onze gewesten bijgevolg willen verenigen, willen samen bundelen dan is het omdat wij er een
welbepaalde bedoeling mee hebben. Het is niet een verenigen zo maar omwille van het verenigen. Elke
natie, elk volk heeft een taak te vervullen, wil het niet als een rat doorgaan, en niets is zo zielig als een
rat. Terloops gezegd: wij hebben het hier over volk, liever spraken wij eigenlijk over land, dat wellicht
veel concreter is (volk is bijwijlen zon duister begrip). De Engelsen hebben dit goed begrepen, zij zweren
trouw aan King and country, niet aan King and people.

Om aan deze roeping te voldoen, onze taak te vervullen moeten wij, nuchter en vastberaden onze weg
gaan, vast geworteld in deze grond die soms zo weerbarstig kan zijn. En ons niet terug trekken in een
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 2

schimmige droomwereld, zoals wij dat zien bij vele ideologische groepjes. Geen pietluttige woordenkramerij
dus, geen onzin, maar een degelijke en realistische politiek, naar buiten gebracht met wilskracht en
intelligentie. Het doel: een goed geleide staat, die ieder van ons de mogelijkheid biedt zijn persoonlijkheid
ten volle te ontplooien. Anders gezegd: een staat die als het ware de synthese vormt van de waarden die
Europa in het verleden groot hebben gemaakt.

Kortom: de Nederlanden moeten de motor, de haard van een hernieuwd spiritueel leven op ons continent
worden, zij moeten er de FEDERATOR van zijn.
Terloops gezegd: wij maken ons diepe zorgen over de koers die de Europese Unie momenteel inslaat (EU,
die wij in tegenstelling tot anderen principieel niet afwijzen, het heeft geen zin dat wij opnieuw in verspreide
slagorde op het wereldtoneel verschijnen). Het enige resultaat van die verkeerde koers is niet alleen
politieke onmacht, maar vooral ook verlies aan identiteit. Wij moeten Europa opnieuw een grote en een
grootse visie geven - daar ligt de oorzaak van onze onmacht - alsmede een duidelijke kijk op onze
prioriteiten, uitdagingen en kansen. En onze macht daartegenover aanpassen.

De Nederlanden zijn slechts een kleine hoek van Europa, maar des te meer moeten wij er ons bewust van
zijn dat enkel in eenheid wij die taak, die roeping kunnen vervullen. Daar zullen offers voor moeten
gebracht worden, zeer zeker, wij zullen moeten leren leven alsof wij geroepen zijn de lasten van de hele
wereld te torsen, het gemakkelijk leventje afwijzen, weigeren mee te werken aan de pornoficatie van de
mensheid, weigeren in onze eigen dienst te staan. Gemakkelijk zal het niet zijn. Maar een alternatief is er
niet.

De Werkgemeenschap


Het woord is de behoeder van de geschiedenis
Alcunus

Paaswens



De Werkgemeenschap De Lage Landen wenst al haar
vrienden, sympathisanten en lezers van harte
een Zalige Paasfeest



Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 3

Feiten en Beschouwingen 1

Wij plukten onderstaand artikel - en hopen dat u het met veel belangstelling zult lezen - uit de
driemaandelijkse Nieuwsbrief van het Studiecentrum Joris van Severen vzw, 8900 Ieper 18
de
Jaargang,
2
de
trimester, pp. 8 e.v.


VAN SEVEREN EN NATIONALISME
Maurits Cailliau

Onder deze titel bracht Edwin Truyens in Kort Manifest, nr. 207, november-december 2013 alsnog een
vrij uitgebreide recensie van het 17e Jaarboek Joris van Severen (2013). Het leeuwenaandeel van de
bespreking gaat terecht naar het pice de rsistance, van dat jaarboek, zijnde het breed bemeten essay
van de hand van Romain van Landschoot De eerste grote synthese
- Joris van Severen 1924.
Truyens besluit kan op het eerste zicht verbazing wekken: hij
ontzegt Joris van Severen het recht zich op het nationalisme te
beroepen. En dit niet slechts vanaf 1934 (de Nieuwe Marsrichting),
maar al van direct na de Eerste Wereldoorlog.
Verwonderlijk? Hoegenaamd niet! Ik meen dat Joris van Severen
zelf de inhoud van Truyens nationalismebegrip indachtig zich
niet verzet zou hebben tegen het boude besluit van de recensent.
Mis-schien zou hij die bewering als iets te kort door de bocht
beschouwd, maar in se niet onterecht bevonden hebben.
Nationalist kan zich slechts heten wie denkt en handelt in over-
eenstemming met de nationalistische levensbeschouwing, meent
Truyens. Waarbij hij beklemtoont dat te onderscheiden wie
nationalist is en wie niet, trouwens geen gemakkelijke opgave is.
Een klus die Truyens ten overstaan van Joris van Severen niettemin
moeiteloos weet te klaren.
Heeft Joris van Severen dan ten onrechte het predicaat Vlaams-nationalist voor zich opgeist? Beslist
niet! Maar het komt wel intellectueel oneerlijk over om de gedachten van een twintigjarige te beschouwen
als een eindpunt van zijn geestelijke ontwikkeling.
Joris van Severen had doorheen de ellende van de Eerste Wereldoorlog inderdaad nieuwe einders
ontdekt. Met zijn maandblad Ter Waarheid had hij Europese horizonten verkend en tot de zijne gemaakt,
die inderdaad mijlenver afstonden van de Vlaams-nationalistische krabbenmand van die dagen. Niettemin
betitelde hij zijn baanbrekend essay van 1924 kort en bondig met Vlaams Nationalisme. In het toenmalige
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 4

Vlaams-nationalistische wereldje zullen velen de inhoud van dat essay als vloeken in de kerk beschouwd
en ervaren hebben. We denken meer bepaald aan passages als: Indien het nationalisme ons geen
methode geen element van methode aan de hand doet voor de klassieke Europa-architectuur, dat het
nationalisme dan naar de duivel lope. Of nog: Indien wij met nationalisme iets anders willen dan het
opbouwen in ns milieu, in ns vaderland, met nze kracht, van een stuk klassiek Europa, laat ons dan
liever gaan boeren. Het zal nuttiger zijn. En, om ons te beperken: Graag verklaar ik dat een van de
krachtigste redenen waarom ik Vlaams-nationalist ben, mijn geloof in de Europese constructiviteit van het
nationalisme is; mijn geloof in de Europese constructiviteit van het Vlaams-nationalisme.
Dergelijke ingesteldheid stond inderdaad mijlenver af van de toen (en nu?) binnen het Vlaams-nationalisme
vigerende gezichtseinders. Ze vonden daarentegen wel hun weerklank binnen wat b.v. een Pierre Drieux la
Rochelle in Frankrijk of een Ernst Jnger in Duitsland betoogden en nastreefden met hun herijking van het
nationalisme-begrip, na hun ervaringen in de Stahlgewittern van de oorlog.
Het Vlaams-nationalisme dat Joris van Severen in zijn gelijknamig essay beschreven had maar waarvoor
hij in Vlaanderen al te weinig weerklank geoogst had was er een die hem besluiten liet dat het beter was
te gaan boeren. Hij liet het achter zich om nieuwe verrijkende wegen in te slaan.
Na 1934 zou hij trouwens ook de inhoud van zijn nationalismebegrip herorinteren en verder ontwikkelen in
de lijn van zijn spraakmakend essay. De Natie werd voor hem een historische eenheid, geen taalkundige of
etnische, laat staan racistische. Elke vlkische connotatie waaraan een Wies Moens onveranderd zou
vasthouden, met de definitieve breuk tussen beiden tot gevolg verdween uit zijn discours. Bovendien
kwam in de benaming nationaal-solidarisme de klemtoon op het laatste begrip te liggen. Het solidarisme
als ordenend beginsel van de maatschappelijke structuuropbouw.
Ten overstaan van de Nieuwe Orde-bestrevingen in het Itali van Mussolini en het Duitsland van Hitler nam
hij op niet mis te verstane wijze afstand, toen hij het onderscheid van zijn formatie met wat aldaar aan de
orde was scherp omschreef:

Fascisme: primauteit van de Staat
Nationaalsocialisme: primauteit van het ras.
Nationaalsolidarisme: primauteit van de persoon.

Dit laatste begrip: primauteit van de menselijke persoon, stond overigens verankerd in het programma van
het Verdinaso: het veilig stellen voor eenieder: de mogelijkheid tot bereiking van zijn eindbestemming, zijn
eeuwig Goed: God, bron van alle recht en alle Orde.
Het nationaal-solidarisme van Joris van Severen had aldus in de jaren van het interbellum het vlkische
nationalisme inderdaad ver achter zich gelaten, was weg gegroeid van het Vlaams-nationalisme, om uit te
groeien tot een personalistische kijk op mens en gemeenschap.
Ons rest dus slechts de door Edwin Truyens opengetrapte deur open te laten en zijn redenering te
beamen: organisch solidarisme en personalisme stonden (en staan ook nu nog) mijlenver af van het
nationalismebegrip la Wies Moens die overigens een vurig pleitbezorger bleef van het solidarisme - en
Edwin Truyens (Kort Manifest is het orgaan van het Vormingsinstituut Wies Moens).
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 5

Eerder dan dit als een smet op Van Severens blazoen te ervaren, situeert het hem op een het nationalisme
overstijgend en beduidend hoger niveau. Het brengt hem in het gezelschap van andere Europese
evenknien uit de oorlogsgeneratie, die op een parallelle wijze hun gedateerd nationalisme inruilden voor
een meer belovend project dat aansloot bij het Europese verleden en tegemoet kwam aan een al evenzeer
nodig eigentijds Europees toekomstperspectief.
Feiten en Beschouwingen 2

De gebeurtenissen in Oekrane blijven de gemoederen beroeren, de situatie verandert bij wijze van
spreken van dag tot dag. Het is dan ook uiterst moeilijk daarover een artikel te schrijven. Hetgeen
men schrijft kan de volgende dag immers al veranderd zijn. De beroering in Europa rond dit thema
is begrijpelijk voor wie zich WO2 nog herinnert! Daarom is het noodzakelijk ons te beperken tot het
essentile: geschiedenis en geopolitiek. Onderstaand artikel voldoet o.i. ten volle aan die criteria.
Wij geven onze lezers dan ook graag kennis van dit schitterend geschreven artikel.
De Oekraense crisis afwachtend bekeken
De recente ontwikkelingen in Oekrane hebben al heel wat inkt doen vloeien en de argumenten die bij de
discussies gehanteerd worden, zijn niet altijd rationeel onderbouwd. Dikwijls liggen een gekleurde bril en
een gebrek aan historisch inzicht in de achtergronden van de crisis aan de oorzaak hiervan. Ik heb het
geluk gehad om van eind 2002 tot half 2007 te kunnen werken als adjunct defensie attach bij de
Belgische ambassade in Moskou. Ik heb dus de hele context van de opkomst en ondergang van de oranje
revolutie en de evolutie van de Oekraens Russische betrekkingen van dichtbij kunnen volgen. Bovendien
heb ik via mijn echtgenote aanverwanten in beide landen. Wat hierna volgt is mijn persoonlijke analyse van
de verschillende losse sprokkels die ik tot nu heb kunnen samen bundelen. Onderstaande tekst is
geenszins Evangelie, of een officieel Belgisch defensie standpunt, maar het kan misschien wel wat meer
inzicht geven.
Aanleiding voor het conflict
Wanneer ik de Westerse pers lees, krijg ik de indruk dat zowel onze journalisten als onze politici aan
tunnelvisie lijden en de Oekraense crisis nogal simplistisch herleiden tot een keuze voor de EU (het
democratische kamp) en Rusland (het autoritaire kamp). In de praktijk liggen de zaken enigszins
anders. De EU was aanvankelijk geen betrokken partij bij het hele conflict. Ze is er in gerold nadat
president Yanukovitch, ondanks vele protesten, financile hulp van de EU afsloeg. Hij kon namelijk
absoluut niet leven met de gestelde voorwaarde, in casu het vrijlaten van Mevr Yulia Timochenko. Deze
politica geniet nog steeds van een stevige populariteit in Oekrane en gedraagt zich bijwijlen als een
gedreven passionaria. Het is niet ondenkbaar dat zij de huidige president bij de geplande
presidentsverkiezingen in 2015 met succes naar de kroon zou gestoken hebben. Voor deze laatste was dit
echter een doemscenario en hij kon met recht vrezen een koekje van eigen deeg te krijgen. Gezien
Oekrane echter op de rand van het bankroet stond en hij het Europees manna om persoonlijke redenen
had afgeslagen, zat er voor Yanukovitch maar n ding meer op: om hulp bedelen bij de enige partner die
nog overschoot, namelijk Rusland. Moskou was onmiddellijk bereid om een flinke som geld op te hoesten
(11 miljard Euro) en stelde ook geen eisen betreffende de vrijlating van Timoshenko. Het drong
daarentegen wel zeer energiek aan op een Oekraens lidmaatschap van de Euraziatische Unie. Deze
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 6

laatste is een vorm van economische en politieke unie tussen enkele ex sovjetlanden onder Russisch
leiderschap. Ipso facto zou een Oekraense toetreding tot deze unie automatisch beperkingen met zich
hebben meegebracht in de domeinen van de buitenlandse handel en de buitenlandse politiek. A priori was
dit voor een groot deel van de Oekraense bevolking ook geen onoverkomelijk probleem, eerder
integendeel. Voor vele burgers in het westelijke en centrale deel van het land waar de president al lang
grondig verfoeid werd, was deze beslissing echter de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed
overlopen. Zij vonden het onaanvaardbaar dat Yanukovitch om puur electoraal eigenbelang het Europese
aanbod afsloeg en het Russische aanbod, dat de facto Oekrane definitief aan Moskou bond, wel aannam.
Dat was eigelijk de lont die het kruitvat deed ontploffen. De president moest en zou verdwijnen; indien niet
goedschiks, dan maar kwaadschiks. Deze houding valt natuurlijk niet goed te keuren, maar men kan er wel
enig begrip voor opbrengen. Yanukovitch was een door en door corrupte en dictatoriale leider die haast
onmiddellijk na zijn ambtsaanvaarding de grondwet terug had veranderd in de zin van een presidentile
republiek met haast onbeperkte volmachten voor de president
1
. Yulia Timoshenko had dit meermaals op
virulente wijze aangeklaagd en alle peilingen wezen erop dat haar populariteit groeide. Daarom moest ze
van het toneel verdwijnen. De beste oplossing om dit doel te bereiken was een proces wegens corruptie en
het niet vrijwaren van de belangen van Oekrane. Hierbij werd verwezen naar een een akkoord over
gasleveringen dat met Rusland werd afgesloten in 2009. Over het algemeen bestaat er in Oekrane weinig
twijfel dat de eerste beschuldiging zeker juist is. Men noemt Mevr Timoshenko niet voor niets de
Gasprinses. Zij en haar echtgenoot zijn er in geslaagd om op korte tijd een aardig fortuintje bij elkaar te
sprokkelen
2
en de kans is klein dat dit enkel het resultaat is van hard werken en geluk op de beurs. Alleen
zit Mevr Timoshenko dan wel in goed gezelschap. Zowet elke Oekraense politicus heeft wel ergens ooit
eens met zijn vingers in de vleespotten van Egypte gezeten en de bevolking haalt hooguit nog berustend
haar schouders op wanneer er weer eens een of ander smeug verhaal opduikt. De steen des aanstoots zit
hem in de tweede beschuldiging. Tot 2005 kreeg Oekrane namelijk Russisch gas aan een gunstprijs van
50 $/1000m. Gezien de nieuwe politieke koers van het land na de oranje revolutie in 2004, werd dit
gunstregime echter opgezegd. Voortaan zou Kiev zijn Russich aardgas betalen aan dezelfde tarieven als
de andere Europese consumenten. Met de al dan niet vermeende achterstallen erbij eiste Moskou in 2009
op een bepaald moment een gasprijs van 450 $/1000m. Timoshenko slaagde erin dit bedrag naar beneden
te halen en een prijs te bekomen die in lijn was met de prijs van andere brandstoffen en die ook rekening
hield met de transitkosten die Rusland betaalde voor het gebruiken van het Oekraense pijpleidingsysteem.
Dan moest er nog veel betaald worden, maar dat was toen op dat moment de enige haalbare kaart voor
Kiev. Het akkoord was trouwens pas mogelijk geworden na een intensieve bemiddeling van de Duitse
bondskanselier, Mevr Merkel. De Oekraense autoriteiten waren van al deze omstandigheden op de
hoogte. Daar wrong het schoentje dus niet. Het probleem was dat in de nasleep van dit akkoord de
schimmige maatschappij RosUkrEnergo werd uitgerangeerd. Deze maatschappij was officieel een in
Zwitserland geregistreerde joint venture die bemiddelde tussen de Russische energiereus Gazprom en de
Oekraense maatschappij Naftogaz. In praktijk was RosUkrEnergo echter niets meer dan een corrupt
zwart gat waarin fortuinen verdwenen en dat gecontroleerd werd door aanhangers van Yanukovitch,
waarvan sommigen op de koop toe een hoogst bedenkelijke reputatie hadden. Op uitdrukkelijke vraag van
Timoshenko en de toenmalige Russische president Medvedev werd de rol van deze holding aanzienlijk
teruggeschroefd en dat heeft haar samen met haar politieke ambities de das om gedaan.

Diepere oorzaken van het conflict

1
Na de Oranje revolutie in 2004 waren stappen gezet om van Oekrane een parlementaire republiek te maken.
2
Haar rijkdom werd in 2009 op 295 miljoen euro geschat.
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 7

Om de diepere oorzaken van het conflict te begrijpen, is de bovenstaande uitleg echter onvoldoende.
Daarvoor dienen wij kort terug te keren in de geschiedenis. In feite is het actuele Oekrane een min, of
meer kunstmatige staat wiens territorium pas zijn huidige vorm heeft gekregen na de Tweede
Wereldoorlog. Bijna het volledige grensgbeied met de EU, het zogenaamde Galici Volhyna, behoorde
voor de sovjetinvasie van 1939 tot Polen en daarvoor tot het Oostenrijks Hongaarse rijk. Een ander stuk
grondgebied, namelijk Noord Bukovina
3
, was tot dan een deel van Roemeni geweest. In 1945 werd
Transcarpathisch Rutheni weggehapt uit het toenmalige Tsjechoslowakije en in datzelfde jaar verloor
Oekrane het gebied van Transdnestri aan de nieuwe sovjetrepubliek Moldova. Uiteindelijk transfereerde
sovjetleider Khrushev in 1954 de Krim van de Russische sovjetrepubliek naar Oekrane en dat was de
laatste territoriale wijziging. Als gevolg van al deze annexaties en verleggen van grenzen is het huidige
Oekrane in feite een lappendeken van aan elkaar gerijgde stukken. Het nationale Oekraense gevoel is
dan ook eerder beperkt. Op de Krim bestaat het al helemaal niet en tussen West en Oost-Oekrane
bestaan er belangrijke mentaliteitsverschillen. Dit hoeft ook niet te verwonderen. Hun geschiedenis is
immers totaal anders en dat uit zich soms op zeer emotionele wijze in herdenkingen van de Tweede
Wereldoorlog. Dezelfde personen die in het Oosten van het land als verraders en collaborateurs worden
gebrandmerkt, krijgen in het Westen de status van held omdat zij zich verzet hebben tegen de gehate
Sovjetunie. Omgekeerd kunnen veteranen van het vroegere sovjetleger in WestOekrane maar op zeer
weinig sympathie rekenen. Ook op politiek gebied zijn er verschillende breuklijnen waar te nemen. De
meerderheid van de bevolking op de Krim (58%) is etnisch Russisch en heeft de transfer van Rusland naar
Oekrane nooit verteerd. Zij droomt nog steeds van een terugkeer naar het verloren moederland en wordt
in dit irredentisme onrechtstreeks aangemoedigd door de aanwezigheid van de Russische Zwarte Zee
vloot in Sebastopol. De twee andere bevolkingsgroepen op het schiereiland, namelijk de ethnische
Oekraners en de Krim Tataren, die trouwens ook overwegend Russisch spreken, hebben met elkaar
gemeen dat zij een aansluiting bij Rusland met afschuw tegemoet zien. Voor de rest zitten ze elkaar om de
haverklap in de haren en leggen politiek geen noemenswaardig gewicht in de schaal. De oostelijke
provincies van Oekrane links en rechts van de rivier Dniepr zijn wat minder radicaal dan de Krim, maar ook
zij orinteren zich veeleer op Rusland. Ze hebben met dit land trouwens ook een lange
gemeenschappelijke geschiedenis. Al sinds 1654, met de ondertekening van het verdrag van Peryaslav,
hebben deze gebieden, toen nog verenigd onder een hetman, een alliantie gesloten met Moskou, waarbij
zij trouw beloofden aan de Romanovs in ruil voor bescherming. Dit verdrag is verschillende keren aan
flarden geschoten, maar dit doet niets af aan de historische band tussen Oost-Oekrane en Rusland. Het
enige Oekraense territorium dat tot in 1939 nooit met Rusland, of de USSR, heeft te maken gehad, wordt
grofweg gevormd door de 6 westelijke provincies Drohobych, Lvov, Rivne, Ivano Frankivsk, Tarnopil en
Volyn; met andere woorden: grosso modo het oude Galici Volhyni. Niet alleen heeft de geschiedenis
van deze regio een gans ander verloop gekend, maar ook taalkundig, cultureel, politiek en zelfs religieus
zijn er verschillen waar te nemen. Daar waar de meerderheid van de Oekraners bijvoorbeeld, hetzij tot de
Oekraens orthodoxe kerk, hetzij tot de Russisch orthodoxe kerk behoren, is de dominante kerk in het
Westen deze der Uniaten. Deze laatste heeft alle orthodoxe tradities behouden, inclusief deze van
gehuwde priesters, maar erkent wel de Paus als opperste primaat. Ook politiek is de kloof tussen West en
Oost Oekrane niet te onderschatten. Een partij zoals de als vrij rechts bekend staande Svoboda (Vrijheid)
haalt in de eerder vernoemde provincies bijvoorbeeld gemakkelijk 20 30% van de stemmen, maar stijgt in
de rest van het land niet uit boven de 5%. De Svoboda partij is touwens ook de enige grote uitgesproken
pro EU partij en al is ze officieel niet separatistisch, ze volgt wel een totaal andere koers dan de andere
Oekraense mainstream partijen.

3
Een ander deel van Roemeni, namelijk Bessarabi, zou als aparte sovjetrepubliek Moldova ingelijfd worden.
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 8

Een tweede belangrijk punt is het enorme psychologische en strategische belang van Oekraine voor
Rusland. Het Heilige Rusland is ontstaan in Kiev, niet in Moskou. In West - Europa wordt dit argument
gemakkelijk van tafel geveegd als zijnde irrationeel, emotioneel, of zelfs nationalistisch. Vanuit ons
standpunt is dit inderdaad ook zo, maar slavische volkeren zijn nu eenmaal veel emotioneler en
nationalistischer dan Westeuropeanen. Dit leidt ook ongetwijfeld tot irrationale acties. De verschillende
Balkanoorlogen, ook deze van de laatste decennia, hebben dit ten overvloede aangetoond. Ik vel hierover
geen waarde oordeel, maar stel enkel vast dat wij in onze beoordeling met dergelijke argumenten geen
rekening houden. Russen munten evenwel uit in sentiment en nationalisme. Dit laatste wordt bovendien
nog versterkt door een onmiskenbaar heimwee naar de verloren grootheid van het vroegere keizerrijk, of
zelfs de USSR. Voeg daarbij nog eens een alles overkoepelende mystieke waas van het orthodoxe
Rusland dat als zogenaamd derde Rome de legitieme opvolger is van het ter ziele gegane Byzantium en
je hebt alle ingredienten voor een potentieel explosieve cocktail. Belangrijk hierbij is bovendien dat
democratie helemaal niet tot de topprioriteiten van de modale Rus behoort; wel veiligheid en Ruslands
grootheid. Beiden kunnen in zijn ogen niet zonder een sterk gezag. Een gestaag groeiend aantal Russiche
jongeren wenst bijvoorbeeld een einde te maken aan de regel van maximaal twee presidentile mandaten
en wil ook de termijn van n mandaat uitbreiden tot 7 en zelfs 10 jaar. Een andere denkpiste is
bijvoorbeeld het vervangen van de titel president door deze van Verkhovny Pravitel, of Opperste Leider,
een titel die gevoerd werd door de opperbevelhebbers van de Witte legers tijdens de burgeroorlog vlak na
de Oktoberrevolutie. Deze Opperste Leider zou dan voor het leven gekozen worden. Ook de monarchie
vindt trouwens een groeiende aanhang onder de jeugd. Tegen deze achtergrond is het dan ook enigszins
te begrijpen dat voor de Russische Jan met de pet een westers georienteerd Oekraine niets meer, of
minder is dan verraad en een dolksteek in de rug van het gemeenschappelijk moederland. Hij zou
eventueel kunnen leven met een verlies van westelijk Oekrane, dat al sowieso niet orthodox is, maar al
veel minder met het verlies van het veel grotere oostelijke landsdeel en al zeker niet met het verlies van
Kiev, of de Krim. President Putin weet dit en gebruikt dit nationalisme om een assertieve en bijwijlen
agressieve buitenlandse politiek te voeren. Hierbij heeft hij voornamelijk 2 doelen voor ogen:
Het eerste doel is het heropwaarderen van het nieuwe Rusland als oude imperiale grootmacht via
enge economische, culturele en politieke banden met ex sovjetstaten. Het meest aangewezen
instrument daarvoor is de Euraziatische unie die actueel bestaat uit Rusland, Wit Rusland en
Kazakhstan. Een toetreden van Oekrane, zelfs van een romp staat, tot deze unie zou een
enorme opkikker zijn voor het internationaal prestige en het strategisch gewicht van Moskou op
wereldschaal. Omgekeerd zou een Oekraense weigering een even enorme dreun betekenen voor
ditzelfde prestige en trouwens ook voor dit van Putin zelf.
Een tweede objectief is het creren van een soort bufferzone rond Rusland; uiteraard in de eerste
plaats om puur militaire redenen, maar ook om culturele redenen. West Europa wordt in het
hedendaagse Rusland en dit niet alleen in de ogen van de machtselite steeds meer
geassocieerd met decadentie en het verwerpen van zijn eigen identiteit of wortels. Daarom wil
Moskou een buffer rond zich van orthodoxe staten met wie het gemeenschappelijke waarden deelt
en die, als ze al niet tot het Russisch kamp behoren, ten minste politiek neutraal zijn. De staten in
kwestie zijn Georgi, Oekrane (al dan niet zonder het westelijk deel), Wit Rusland en in mindere
mate Armeni, omdat dit laatste nu eenmaal niet onmiddellijk aan Rusland grenst. Voor deze
landen geldt ook een ongeschreven rode lijn wat betreft het toetreden tot de NATO en gezien de
overgrote meerderheid van de EU lidstaten ook lid is van de NATO, worden beide organisaties
nogal snel over n kam gescheerd. Een lidmaatschap van de EU zou niettemin theoretisch
kunnen, maar dan wel onder draconische voorwaarden en president Putin zal alle middelen
aanwenden om ervoor te zorgen dat deze voorwaarden gerespecteerd worden. De zwakke en
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 9

verdeelde reactie van de EU en de NATO tijdens het kortstondig conflict met Georgi in 2008
hebben voor hem klaar en duidelijk aangetoond dat hij dit zo goed als ongestraft kan doen.
Wat kan er nu gebeuren?
Hoewel het voorlopig nog koffiedik kijken is, lijkt het er toch op dat het gezond verstand aan alle zijden
begint de bovenhand te halen. Oekraense eenheden op de Krim hebben niet gereageerd op Russische
provocaties en ongeveer 3000 militairen en grenswachten, inclusief de commandant van de vloot, zijn zelfs
overgelopen naar de nieuwe autoriteiten op het schiereiland. Van zijn kant heeft president Putin duidelijk
gemaakt dat hij niet uit is op het annexeren van Oekraens grondgebied en dat een regelrechte inval een
optie van de laatste kans is. Bondskanselier Merkel en President Obama zijn het er ondertussen ook over
eens dat een onderhandelde oplossing moet gezocht worden die ten minste gedeeltelijk aan de
bezorgdheid van Moskou tegemoet komt. De eerste timiede stapjes in die richting zijn trouwens reeds
gezet. De VS hebben hun sancties voorlopig beperkt tot het bevriezen van tegoeden en het opschorten van
de gesprekken over een mogelijke versoepeling van de visa plicht. De EU heeft zich daarbij aangesloten
en heeft uitdrukkelijk duidelijk gemaakt dat zij gradueel wil werken. In een volgende stap werden op 5
Maart zowel de Russische, als Oekraense minister van Buitenlandse Zaken door hun Franse ambtsgenoot
Laurent Fabius ontvangen op de Quay dOrsay. Zij hebben elkaar weliswaar niet persoonlijk gesproken,
maar het is een begin. Belangrijk is ook dat alle partners in het conflict hun bereidheid hebben getoond om
te onderhandelen op basis van het akkoord van 21 Februari 2014. Dit laatste moet van Oekrane weer een
parlementaire staat maken en zet ook de deur open voor gesprekken over verregaande autonomie voor de
verschillende entiteiten van het land. Deze autonomie is trouwens vastgelegd in de Oekraense grondwet,
maar waarschijnlijk zullen de pro Russische gebieden in het land nu veel verder willen gaan. Eveneens
diplomatiek veelbetekenend is dat de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, daags
voor de ontmoeting met zijn Franse collega in Madrid was ontvangen door niemand minder dan Koning
Juan Carlos in persoon. Het is klaar dat de Spaanse monarch zich in de daaropvolgende gesprekken met
de heer Lavrov heeft beperkt heeft tot een strict constitutionele rol, maar het hoge niveau van de ontvangst
en de warme jovialiteit van de gastheer waren een signaal aan Moscou dat, ondanks alle spierballengerol
van beide zijden, de bruggen niet verbrand zijn en dat de deur voor gesprekken open blijft. Tot slot heeft
Rusland zich ook schoorvoetend bereid verklaard om de presidentsverkiezingen van 25 Mei eerstkomende
te erkennen als die niet in een klimaat van terreur en intimidatie plaatsvinden. Er is dus een sprankeltje
hoop dat het niet tot bloedvergieten zal komen. In de veronderstelling dat deze hoop inderdaad bevestigd
wordt, zie ik voor de nabije toekomst twee zaken gebeuren:
Eerst en vooral lijkt een terugkeer op korte termijn van ex president Yanukovitch zo goed als
uitgesloten. Hij is volkomen onbetrouwbaar gebleken en van zijn pro Russische reputatie is na
ongeveer drie jaar niet veel meer overgebleven. Als Moskou hem tot nu toe nog steeds steunde, was
dit omdat er geen alternatief was. Elke kandidaat van de oppositie bleef immers vasthouden aan een
NATO toekomst voor Oekrane. Yanukovitch heeft echter een ongekende graaicultuur genstalleerd
waar vooral hij en zijn cronies van geprofiteerd hebben. Hij heeft het land op de rand van het bankroet
gebracht en in Moskou is men nu eenmaal ook niet blind. De Russische leiders weten bijvoorbeeld
perfect dat hij de eerste en grootste verantwoordelijkheid draagt voor de achterstallige schuld van 1,55
miljard dollar aan Gazprom
4
. Ook op het gebied van toenadering tot de NATO heeft Yanukovitch zich
vrijheden vertoond die Putin meer dan eens doen tandenknarsen hebben. Oekrane heeft bijvoorbeeld
nooit zijn deelname aan US of NATO operaties (Irak en Afghanistan) opgezegd en jaarlijks gaan er

4
En dit ondanks het feit dat Oekrane na het ondertekenen van het verdrag van Kharkov (2010) gedurende 10 jaar een korting van
30% werd gegarandeerd op zijn aardgas. Het bewuste verdrag geeft Rusland het recht om tot 2042 Sebastopol te gebruiken als
uitvalsbasis voor zijn Zwarte Zeevloot.
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 10

nog steeds oefeningen door op hoog niveau waarbij zowel de NATO en de US betrokken worden. Meer
nog, ondanks het feit dat Kiev Kosovo nooit heeft erkend, nemen nog steeds tussen de 160 en 200
Oekraense soldaten deel aan de operatie KFOR. Als toemaatje zal Oekrane ook nog deelnemen aan
een gemengde Pools Litouwse Oekraense Brigade die kan ingezet in het kader van de NATO, de
EU en de UN. Van een loyale partner verwacht men, ook in Moskou, een ander gedrag. Trouwens
indien de Russische president werkelijk zijn ex- collega had willen steunen, had hij hem wel alle kansen
gegeven om in Moskou zijn beklag te doen in plaats van in een uithoek van de Kaukazus.
Heel anders is het gesteld met de terriotoriale integriteit van Oekrane. De de facto regering op de Krim
heeft al besloten dat zij aanhechting wil bij Rusland en wil dit laten bevestigen in een referendum op 16
Maart 2014. Hoewel de bevolking zich waarschijnlijk ook zal kunnen uitspreken voor een verregaande
autonomie, is de kans niettemin groot dat een overtuigende zal opteren voor aansluitng bij Rusland. Dat
wil niet meteen zeggen dat de Russiche autoriteiten daar hals over kop zullen op ingaan. Diplomatiek
zou Rusland zich in dat geval volledig isoleren en de kans is klein dat de regering in Moskou temidden
van de huidige internationale agitatie een dergelijke stap zou zetten. Zeker is wel dat de Russische
regering de resultaten van dit referendum zal benutten als drukmiddel om haar buitenlandse belangen
veilig te stellen. Bovendien blijft de oplossing zeer verleidelijk. Een annexatie van de Krim zou de status
van de Zwarte Zee vloot in n klap oplossen en Rusland zou een paradijselijke, op de koop toe
overwegend Russisch sprekende regio, rijker worden. Ook internationaal rechterlijk zou een
integratie van de Krim in Rusland vooropgesteld dat de bevolking zich vrij kan uitspreken - een kans
maken. Er zijn immers precedenten. Op 22 Juli 2010 stelde het Internationaal Gerechtshof in Den Haag
in een niet bindend advies namelijk dat de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo niet in
strijd was met het internationaal volkerenrecht. In het bijzondere geval van de Krim gaat het weliswaar
om een annexatie, maar die kan altijd eerst voorafgegaan worden door een eenzijdige
onafhankelijkheidsverklaring. Zoals gezegd is de kans klein dat Rusland op korte termijn een dergelijke
stap zal aanmoedigen. Moskou zal het irredentisme op de Krim waarschijnlijk eerder benutten om
Oekrane om te vormen tot een losse confederatie naar het voorbeeld van Servi en Montenegro
5
.
Deze oplossing is eleganter en versterkt tegelijk de Russische greep op de Oekraense buitenlandse
politiek. Immers, zolang West Oekrane moet optornen tegen zijn pro Russische partners in het
Oosten en het Zuiden, is er van enige NATO -, of EU - integratie geen sprake en zijn Ruslands vitale
belangen gediend. Op termijn kunnen de constituerende delen dan nog steeds elk hun eigen weg gaan.
Overigens hoeft dit niet meteen een drama te zijn. Dit zou het westelijke deel de kans geven om zijn
Europese ambities alsnog waar te maken terwijl het oostelijke deel en de Krim terugkeren naar de
plaats waar ze thuishoren.

Wat kunnen wij uit de Oekraense crisis leren?
Ook hier is voorlopig nog voorzichtigheid geboden, maar enkele lessen kunnen, me dunkt, nu reeds
getrokken worden:
Eerst en vooral moet het duidelijk zijn dat de Russische president Vladimir Putin een gewiekst en door
de wol geverfd leider is die de zwakheid van zijn tegenstanders perfect weet uit te buiten. Hij heeft een
schier totale controle over de Russische pers en hij weet precies wat hij wil voor zichzelf en voor
Rusland. Om zijn doel te bereiken zal hij zal alle middelen inzetten die hij in functie van de
omstandigheden aangewezen acht.


5
Deze twee landen sloten in 2003 na het uiteenvallen van Joegoslavi een losse confederatie die ophield te bestaan toen
Montenegro zich in 2006 onafhankelijk verklaarde.
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 11

Afgaande op de nerveuze oprispingen in Berlijn, Parijs, Londen en Washington lijkt het uiteenvallen van
Oekrane noch min, noch meer een doemscenario te zijn. Niets is echter minder waar. Grenzen zijn
geen fetisjen, of onaantastbare dogmas. Sinds 1990 zijn er in Europa - Rusland en de Kaukazische, of
Centraalaziatische republieken niet meegerekend - 15
6
nieuwe staten ontstaan en zijn andere
verdwenen. Dit is enkel dan met bloedvergieten gepaard gegaan wanneer bepaalde naties, of zelfs de
internationale gemeenschap, met alle geweld verkrampt vasthielden aan de bestaande grenzen.
Europa kijkt weliswaar met enige zenuwachtigheid naar de opkomende referenda in Schotland en
Cataloni, maar lijkt in het geval van deze twee regios niettemin vrede te nemen met een afscheiding
indien dit de wens van de lokale bevolking correct zou weerspiegelen. Waarom wordt dan een
gelijkaardige optie binnen Oekrane bij voorbaat verworpen? Er is nog zo een voorbeeld in Europa waar
men bevolkinsgroepen tegen wil en dank wil samenhouden in een gedwongen huwelijk, namelijk
Bosni Herzegovina. Al jaren lang zijn deskundigen binnen de NATO en de EU het er over eens dat
dit land enkel bij elkaar blijft omdat de leiders van de drie gemeenschappen de genereuze sponsoring
van Europa en de NATO niet willen verliezen. De dag dat, om welke reden dan ook, de kraan wordt
dichtgedraaid, valt Bosni dat overigens niet meer is dan een artificile constructie van wijlen
maarschalk Tito als een kaartenhuisje in elkaar. Dit moet ons tot nadenken stemmen. De
veiligheidsbelangen van Europa worden het best gediend door stabiele, democratische regimes in onze
nabije omgeving. Als daarvoor grenzen moeten gewijzigd worden, dan is dit onder bepaalde
omstandigheden een aanvaardbare prijs om te betalen.

Aansluitend op het vorige argument dient iedereen voor ogen gehouden te houden dat elk pragmatisch
buitenlands en veiligheidsbeleid noodgedwongen dient rekening te houden met de vitale belangen van
de buren. Voor Rusland gaat een mogelijk toetreden van het huidige Oekrane tot de NATO, of de EU,
frontaal in tegen deze belangen en is bijgevolg onbespreekbaar. Alle partners van Rusland, inclusief
Oekrane zelf, doen er dan ook goed aan om twee keer na te denken alvorens ze een dergelijke stap
zetten, of willen aanmoedigen. Indien de EU dit veto niettemin wenst te negeren, dan moet ze er eerst
en vooral voor zorgen dat ze beschikt over een eigen Europees veiligheidsbeleid. Dat veiligheidsbeleid
staat bij voorkeur los van de NATO en beschikt ook over de nodige slagkracht. Zoniet is elk protest in
wezen niets meer dan een paar holle woorden en is elke poging om Oekrane aan te trekken tot de
Euro Atlantische invloedssfeer niets anders dan een vermetele gok en een onverantwoorde
waaghalzerij. Zo een veiligheidsbeleid bestaat echter niet en daar zijn vijf redenen voor:

- De EU meet met twee maten en twee gewichten. Europa is terecht verontwaardigd over de
Russische intimidatiepogingen op de Krim en het schenden van de Oekraense soevereiniteit.
Diezelfde Europese staten hebben, samen met hun Amerikaanse bondgenoten, echter net
hetzelfde gedaan in het geval van Servi en Kosovo. Klaar en duidelijk was de toenmalige
Servische dictator Milosevic een corrupte oorlogsstoker, maar dit kan ook gezgd worden van zijn
opponenten in de Kosovo Liberation Army. Stuk voor stuk hebben allen onder hen bloed aan hun
handen. De huidige eerste minister van Kosovo, Hashim Thaci, wordt zelfs beschuldigd van
betrokkenheid in illegale orgaanhandel. Nochtans wordt hieraan geen, of zeer weinig aandacht
besteed. Evenmin wordt Kosovo bedreigd met sancties. Het is klaar dat het criminele verleden van
een deel van de Kosovaarse politieke klasse geen voldoende reden is om de Albanese bevolking in
dit land het recht op een eigen, onafhankelijke staat te weigeren. Het is enkel jammer en ja, zelfs

6
Duitsland, Sloveni, Kroati, Servi, Montenegro, Bosni Herzegovina, Kosovo, Tsjechi, Slovakije, Moldova, Estland,
Letland, Litouwen, Wit Rusland, Oekrane.
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 12

hypocriet dat de EU datzelfde recht weigert aan de Servische meerderheid in Metohija
7
. Het lijdt
bovendien geen twijfel dat Moskou deze objectieve onrechtvaardigheid voor eigen
propagandadoeleinden handig uitbuit en Europa heeft eenvoudigweg geen verweer.

- De EU spreekt niet uit n mond. Het was haast potsierlijk om vast te stellen hoe de laatste weken
hele drommen Europese tweede en derde rangspolitici elkaar haast voor de voeten liepen om er
toch maar bij te zijn in Kiev. Telkens werden aan de manifestanten gouden bergen beloofd en in
verschillende Europese hoofdsteden staken hier en daar zelfs geruchten op over een Oekraens
lidmaatschap van de EU. Volledig in tegenspraak daarmee zegt de
Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Timmermans, even later plots dat zo een
lidmaatschap niet voor de eerstkomende dertig jaar is. Correcter ware geweest als hij diezelfde
woorden in Kiev had uitgesproken. Nog beter ware geweest als hij helemaal niet naar Kiev was
gegaan en als enkel de Europese Hoge Commissaris voor Buitenlandse Zaken, Mevrouw Ashton,
zich daar had vertoond om een boodschap over te brengen, of te bemiddelen, uit naam van de hele
EU.

- De EU is met handen en voeten aan Rusland gebonden voor zijn energiebevoorrading. Maar liefst
36% van het aardgas dat Duitsland nodig heeft, komt uit Rusland. Voor Itali is dat 27% en voor
Frankrijk 23%. Voor de verschillende Oosteuropese staten schommelt dit ook rond de 23 25%.
Een substantile vermindering van die hoeveelheid zou een dubbel voordeel hebben. Onze
economische onafhankelijkheid zou aanzienlijk vergroten, terwijl tegelijk Rusland in een veel
zwakkere onderhandelingspositie zou gedrongen worden. Immers, het Russisch aardgas is voor
Moskou een tweesnijdend zwaard. De volledige Russische export berust namelijk voor 70% op gas.
De opbrengsten daarvan zijn goed voor de helft van het Russische nationale budget en van die helft
komt ongeveer 60% uit Europa. Indien het Europese aandeel in die inkomsten dus naar beneden
gaat, staat de EU in een veel sterkere onderhandelingspositie. Daarvoor dienen echter harde
keuzes gemaakt te worden. Zo is het voorlopig nog voorbarig om uit kernenergie te stappen en
dient ernstig onderzocht te worden of er binnen behoorlijke ecologische grenzen schaliegas kan
ontgonnen worden.

- De EU heeft geen regering die naam waardig. Het buitenlands en veiligheidsbeleid blijft in handen
van elke lidstaat afzonderlijk, het Europees parlement is machteloos, want te groot en te weinig
initiatiefrecht en de Europese Commissie houdt zich bezig met hallucinante onzin zoals het
vetgehalte in de Camembert kaas en het aantal liter doorspoelwater in de toiletten. Zolang er geen
echte, volwaardige Europese regering komt die volkomen autonoom het gemeenschappelijk
buitenlands en veiligheidsbeleid bepaalt en daarvoor enkel aan het Europees parlement
verantwoordelijk is, blijft de EU een geldverslindende Leviathan en een papieren tijger.

- In diezelfde optiek moet er ook dringend werk gemaakt worden van echte Europese strijdkrachten.
Ongetwijfeld vormen sancties en discrete diplomatie enkele van de beste Europese troeven.
Niemand kan echter om het onomstotelijke feit heen dat een gewapende stok achter de deur nu
eenmaal onontbeerlijk is voor de verdediging van bepaalde strategische belangen. Op Europees
niveau bestaat die stok evenwel niet. Er werd een schuchtere poging ondernomen in 2004 met het
oprichten van de zogenaamde EU Battle Groups
8
. De bedoeling was dat deze eenheden de kern

7
De naam Metohija betekent Land van de Kerk en is de Servische benaming voor Noord Kosovo dat met de stad Pe het
hartland vormt van het oude orthodoxe Servi.
8
Multinationale lichte luchtmobiele eenheden (1500 3000 personen) die telkens voor 6 maanden in stand by waren en op zeer
korte termijn kunnen ingezet worden in crisisgebieden wereldwijd
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 13

zouden vormen van een latere soort snelle interventiemacht. In de praktijk is daar echter nooit iets
van in huis gekomen. De Battle Groups zijn nog nooit ingezet, omdat altijd wel n, of andere EU
lidstaat zijn veto stelde en van een Europese Rapid Reaction Force is al helemaal niets in huis
gekomen. Nochtans is het wel degelijk dat wij effectief nodig hebben. Europa heeft voorlopig nog
geen behoefte aan een volledig Europees leger, maar er bestaat wel een dringende nood aan een
multinationale staande en snel inzetbare strijdmacht onder een permanent Europees commando.
Die strijdmacht moet kunnen ingezet worden op puur Europees initiatief, zonder inmenging van de
nationale staten. De juridische grondslagen hiervoor bestaan trouwens reeds. Al vanaf 1997 werd in
het verdrag van Amsterdam de clausule van de zogenaamde verhoogde samenwerking
9

opgenomen. Het verdrag van Nice in 2001 voegde het Gemeenschappelijk Buitenlands en
Veiligheidsbeleid toe aan het lijstje van materies die voor deze verhoogde samenwerking in
aanmerking kwamen; weliswaar met uitzondering van zaken die puur tot het domein van defensie
behoorden. Het verdrag van Lissabon in 2009 ruimde niet alleen dit laatste obstakel op, maar pleitte
zelfs uitdrukkelijk voor een permanente gestructureerde samenwerking binnen het domein van een
gemeenschappelijke defensie. Jammer genoeg is het ook daar enkel bij mooie woorden en
lovenswaardige intenties gebleven. Onder druk van, vooral, het Verenigd Koninkrijk kijken de
meeste Europese staten nog steeds naar de NATO en de Amerikaanse paraplu voor hun
verdediging. Nochtans is dit een politieke blunder. De VS herleggen actueel hun strategische
prioriteiten van de Atlantische zone naar het Midden en Verre Oosten en hun deelname aan de
NATO inspanning (actueel 77% van het budget) zal daar ongetwijfeld de gevolgen van
ondervinden. De vroegere VS minister van Defensie, Robert Gates, heeft de Europese NATO
partners trouwens al in zoveel woorden gewaarschuwd. De kans is reel dat binnen afzienbare tijd
Washington Europa loslaat. Wanneer dit gebeurt, moet de EU eigen alternatieven ontwikkeld
hebben. Die moeten nu reeds voorbereid worden.
Besluit
Tot slot wil ik nog eens herhalen dat de crisis in Oekrane geen zaak is van slechten tegen goeden, of
het Westen tegen Rusland. Dit is een simplistische voorstelling van de feiten die niet kan hard
gemaakt worden. Zowel in Kiev als op de Krim zijn de huidige machthebbers met geweld aan de macht
gekomen en de Oekraense staat onder zijn huidige vorm was al sinds zijn ontstaan gedoemd om te
mislukken. Het enige dat wij, als Europeanen, kunnen hopen is dat het wapengekletter beperkt blijft en
dat elke verdere evolutie zowel rekening houdt met de verlangens van de constituerende delen van
Oekrane als met de vitale belangen van zijn buren. Voor de Europese Unie is de crisis eens te meer
een bewijs van het feit dat Europa nog nergens staat met zijn eigen veiligheidsbeleid en dat het hoog
tijd wordt om daar werk van te maken.

Dirk DECOSTER
(geschreven vr het referendum op de Krim, dd.16/03/14)

Als wij er in slagen de vaderlandsliefde van slechts n generatie te vernietigen,
hebben wij gewonnen spel LENIN

9
Deze clausule voorziet dat een minimum van 9 staten mogen streven naar verdere integratie in n, of meerdere domeinen.
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 14

Feiten en Beschouwingen 3
Woord en wederwoord

Wij hebben er altijd een punt van eer van gemaakt onze lezers zo goed als mogelijk en in geweten voor te
lichten. Daarom ook dit wederwoord (of zo men wil: aanvulling) op ons artikel Oekrane gezien vanuit de
Lage Landen, verschenen in ons nummer 2014-2.

Een jonge lezer schrijft ons:

Dank voor de uiterst leesbare en leerzame Brief uit de delta van Rijn-, Maas-, en Schelde
In de analyse van de situatie mis ik echter toch wel enige historische diepgang.

Het moderne Oekrane is namelijk een creatie van de Duitsers als gevolg van de Vrede van Brest-Litovsk
in januari 1918.
De Duitsers hadden het Oekraense graan nodig en wekten dit landbouwgebied van Rusland af, uiteraard
zonder inachtneming van de etnische samenstelling. De Oekraense regering had destijds niets te vertellen
(net als de Raad van Vlaanderen bij ons).
In de huidige Oekrane spreekt slechts een kwart of hoogstens een derde van de bevolking Oekraens. Het
heeft als moderne onafhankelijke staat nooit meer dan 25 jaar bestaan.

Bovendien wordt de sinistere rol van Amerika onderbelicht. Vlak nadat er door de EU tussen regering en
oppositie een overeenkomst werd bereikt braken er vuurgevechten uit, die volgens de laatste berichten zijn
uitgelokt door de Amerikanen. Zowel demonstranten als politie werden geveld door hetzelfde kaliber
kogels.

Amerika wil natuurlijk geen toenadering tussen Rusland en EU en probeert deze blokken uit elkaar te
drijven, terwijl de EU juist veel belang heeft bij handel met Rusland (en andersom). Nu mag Europa de 11
miljard ophoesten om het bankroet van Oekrane af te wenden, terwijl Jatsensjoek naar Washington gaat.
Het is een schande voor de EU.

Wij zien hetzelfde scenario als in Georgi in 2008. Tijdens de Olympische spelen (toevallig nu ook weer)
een conflict uitlokken om Rusland uit de tent te lokken. Bovendien blijken deze zogenaamde spontane
volksopstanden telkens uit te breken in landen waar Rusland een vlootbasis heeft (Libi, Syri, Oekrane
)
Ruud Bruyns

Commentaar
Over de historische diepgang
Geschiedenis zou moeten een exacte wetenschap zijn, want het is het verleden. Theoretisch zouden wij
dus allen van dezelfde basis vertrekken. In de praktijk is echter niets zo dikwijls geschreven en
herschreven als de geschiedenis. Dat is ook nu weer het geval. Ten gevolge van de vrede van Brest-
Litovsk werd inderdaad een kortstondige onafhankelijke Oekraense staat opgericht onder Duitse controle
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 15

en het is grosso mode deze staat die in 1922 na veel vechten, waarbij ook Polen betrokken was,
uiteindelijk definitief werd heroverd en ingelijfd bij de nieuwe Sovjet-Unie als Oekraense SSR. Dit gezegd
zijnde was er al een poging geweest om een Oekraense republiek uit te roepen onmiddellijk na de
oktober-revolutie en is het territorium van het huidige Oekrane geenszins te vergelijken met dit van de
Duitse bufferstaat. De geschiedenis van Oekrane is bijzondere complex en niet in enkele statements te
vatten.

Over de taal
Ik sta verbaasd over uw cijfers. Veel hangt ervan af wat u hiermee bedoelt. Het is juist dat ongeveer 80-
90% van de bevolking het Russisch vlot tot zeer vlot beheerst. Het wordt echter heel anders wanneer men
het heeft over de moedertaal. Cijfers variren, maar het aantal Russofonen waarvoor het Russisch de
moedertaal is, overstijgt de 30% niet. Voor ongeveer 60% van de Oekraners is Oekraens de moedertaal.
Die gegevens haal ik van het internet, ook van Russische sites. Ze stemmen bovendien overeen met mijn
eigen ervaring. Ik heb dus de indruk dat de cijfers in de commentaar van uw correspondent wat omgekeerd
werden. Dit gezegd zijnde baseer ik mij op tellingen en schattingen vanaf 2001 tot 2009. Ik neem geredelijk
aan dat voor de Oekraense onafhankelijkheid en het opleggen van de taal in 1991 de zaken er eerder
anders uitzagen.

Over de rol van Amerika
U hebt daar wel voor een stuk gelijk. De uitlatingen van de VS-onderminister van Buitenlandse
Zaken, Victoria Nuland, over Fuck the EU waren geen uitingen van een slecht humeur. Dat is
duidelijk. Ze geven, volgens mij, wel degelijk aan dat de US hun eigen programma hebben voor
Oekrane en dat ze daar liefst geen pottenkijkers bij willen. Het feit dat de US-minister van
Buitenlandse Zaken Kerry, geheel tegen elke logica in, nu plots vindt dat een de-escalatie moet tot
stand gebracht worden na contacten met de huidige interim-regering en niet op basis van het
akkoord van 21 februari, verhoogt enkel de ongerustheid over de bedoelingen van Washington.
Voor uw info: Richard Miles, die VS ambassadeur was in Belgrado toen Milosevic de laan werd
uitgestuurd, was ook ambassadeur in Tbilisi wanneer Shevardnadze moest baan ruimen voor
Saakashvili. Dit was niet toevallig.
Om nu te zeggen dat de Amerikanen achter de schietpartijen zitten, is voor mij meer dan meerdere
bruggen te ver. We hebben als enig concreet gegeven het gelekte telefoongesprek dd. 26 februari
van de Estse minister van Buitenlandse Zaken Urmas Paet met Mevrouw Ashton van de EU.
Daaruit kunnen we afleiden dat een arts in Kiev zo goed als zeker is dat de wonden van de politie
en de betogers van dezelfde kogels komen. Paet beschuldigt echter de oppositie niet. Hij vermeldt
wel het volgende:
Uit gesprekken in Kiev blijkt wel dat een groeiend aantal mensen iemand van de nieuwe
machthebbers verdenkt
In elk geval genieten de nieuwe machthebbers weinig vertrouwen en zitten er personen
met een smerig verleden tussen
Deze bevinding brengt de nieuwe Oekraense regering in diskrediet en is het bijzonder
gnant dat ze geen initiatieven neemt om die beschuldigingen te onderzoeken.

Om daaruit nu op te maken dat de VS de vuurgevechten heeft uitgelokt, vind ik te kort door de bocht. De
enige informatie die ik heb in die richting is dat een Duits-Amerikaans free lance journalist, William
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 16

Engdahl, met de vinger wijst naar een Servisch-Amerikaans gesponsorde NGO Canvas als grote boeman
achter de protesten. Ik beschouw dit niettemin als onvoldoende om tot een dergelijke conclusie te komen.
Ik sluit ze wel niet uit.

Over de Russische bases
Wijlen kolonel Khadaffi heeft in 2008 Rusland een aanbod gedaan voor een vlootbasis in Tripoli en
Rusland heeft dit aanbod initieel ook aangenomen. In 2009 was er al geen sprake meer van een basis,
maar van beperkte onderhouds-en herstelfaciliteiten. In de periode 2009-2010 heeft Rusland op vele
plaatsen geprospecteerd, inclusief in Venezuela, Somali en de Seychellen. Uiteindelijk hebben ze zich
beperkt tot de basis van Tartus in Syri. In Libi heeft de Russische vloot nooit een basis gehad. In
november 2013 heeft de Russische minister van Buitenlandse zaken, Sergej Lavrov, wel aangekondigd dat
zijn land een vlootbasis zou willen in Egypte. Ik neem aan dat, als hij dit zo openlijk zegt, er al heel wat
voorafgaande gesprekken zijn geweest met de nieuwe Egyptische autoriteiten en dat die gesprekken,
voorlopig althans, gunstig verlopen zijn.
Dirk Decoster
(geschreven vr het referendum op de Krim, dd. 16/03/14)


Il y a de la grandeur servir parmi les derniers au arrire-gardes dun monde fini
Jean Raspail

Feiten en Beschouwingen 4

Net op de dag dat wij het kleine, niet eens honderd paginas tellende, maar merkwaardige boekje
Poetin. Straatvechter bedreigt wereldorde van de Nederlander Wierd Duk, historicus en journalist,
bestelden (uitgave Prometheus, 94 pp, 8,95 ), lazen wij in het Katholiek Nieuwsblad (nr. 14, 4
april 2014) een artikel van de Leuvense professor (rechtsfilosoof) Ben Hoffschulte, een artikel onder
de titel Mir, Peace of Salam? dat daarbij nauw aansluit.
Wij haasten ons onze lezers ervan in kennis te stellen.

Met het missionaire marxisme had Rusland een ideologie die goed aansloot bij een oud Russisch
zendingsbewustzijn, dat verweven was met de idee van Moskou als het derde Rome. Het oude Rome had
zich in die visie in 1054 in een schisma begeven, het nieuwe, Constantinopel, was in 1453 door de Turken
veroverd en het derde was Moskou, waarna er geen vierde meer zou komen. Na het feest van 1000 jaar
Russisch christendom in 1988 werd het marxisme afgedankt en begon de renaissance van de Russisch-
orthodoxe Kerk, wat een terugkeer was naar een voor-revolutionair, slavofiel zendingsbewustzijn. Voeg
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 17

daar een euraziatische ideologie bij en je hebt de merkwaardige mix van motivaties, waarmee Rusland nu
op een nieuwe Koude Oorlog schijnt aan te sturen.

Onvermijdelijk?

Toen de USSR nog vitaal was, werden traktaten verspreid met aanwijzingen voor het welslagen van de
wereldrevolutie: wakker sluimerende conflicten aan, kweek actiegroepen en sla toe als de chaos rijp is voor
de dictatuur van het proletariaat. Tegenwoordig stelt Moskou vast dat het Westen alom diezelfde tactiek
toepast voor de vestiging van een neoliberale werelddictatuur, waar nu Oekrane voor aan de beurt was.
Voor de inlijving van de Krim heeft Rusland een stokje gestoken op een manier die niet bepaald een prijs
voor loepzuivere democratie verdient. Was deze botsing onvermijdelijk? Aangenomen dat een
euraziatische ideologie van Rusland onverenigbaar is met een westers streven naar een neoliberale
wereldrevolutie, was die botsing inderdaad onvermijdelijk of, zoals rechtgeaarde marxisten het zouden
zeggen: historisch noodzakelijk.

Een raadsel

Alexander Doegin is een vooraanstaand ideoloog van het neo-eurazianisme, dat de roeping van Rusland
vooral in Azi zoekt en een soort orthodox-islamitisch-boeddhistische oecumene nastreeft met Europa als
westers randgebied en Oekrane als grensland. Een verwante en in feite interessantere denker is
Alexander Panarin, die een grotere rol ziet voor de orthodoxie in Europa. Hoe de huidige patriarch van
Moskou en de talentvolle metropoliet Hilarion hierover denken, weet ik niet, maar het is wel duidelijk dat
ook zij een vinger in de pap hebben. Het heilige Rusland roert zich weer en het verbaasde Westen weet
zich er opnieuw geen raad mee. Rusland blijft, zoals Churchill het zei, een raadsel verpakt in een mysterie
binnen een enigma. Daar weten de ideologen van het neoliberalisme geen raad mee en ze proberen
tevergeefs flinkheid voor te wenden.

Richting inferno

Het zou goed geweest zijn als het Westen meteen in het begin van de veranderingen in Rusland na 1988
had bijgedragen tot stabilisering van de kerkelijke situatie, wat toen met de Poolse paus best had gekund,
maar het grootkapitaal was meer genteresseerd in ontmanteling van de Sovjet-Unie dan in kerkelijke
aangelegenheden, die nochtans een grote rol hebben gepeeld in de val van de USSR. Het zou een
bekering van het Westen vergen om nu alsnog het roer om te gooien, maar hier wringt de schoen, want dat
is precies wat het mondaine Westen niet wil. Rusland voelt zich met de renaissance van het christendom
bedreigd door een post-christelijk Westen, dat vooral het homohuwelijk verkondigt en zich op een hellend
vlak richting inferno bevindt onder leiding van politici die aan niets anders denken dan aan de
eerstvolgende verkiezingen.

Halsstarrigheid

Zo is er inderdaad geen remedie en een nieuwe Koude Oorlog zal evenzeer te wijten zijn aan
halsstarrigheid in het Westen als aan die in het Oosten. Waar Europa nu vooral behoefte aan heeft, is aan
staatslieden die alle partijmannetjes aan de kant schuiven en met vooruitziende blik de maatregelen nemen
die nodig zijn. Een voorbeeld? Er is sprake van, dat Turkije de Hagia Sophia weer open wil stellen voor
islamitische erediensten. Dat zal het Derde Rome allicht niet lijdzaam over zijn kant laten gaan. Geboden is
een tripartite conferentie van Russen, Turken en Europeanen voor de uitwerking van een vreedzame
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 18

oplossing van dit sluimerende conflict. Zo zou het mogelijk zijn bijtijds de lont uit dit kruitvat te trekken en
nieuwe godsdienstoorlogen te voorkomen.

Als door een wonder

Het grote probleem is dat het Westen zich heeft overgegeven aan een dogmatische scheiding van Kerk en
staat, die het politici belet initiatieven op godsdienstig terrein te nemen. Zo zijn ze er wel toe gedwongen
steeds verder te gaan met secularisering en alles te legaliseren wat God verboden heeft. Aan die scheiding
zal het Westen ten gronde gaan als het zich niet door een wonder toch nog bekeert van zijn verkeerde
prioriteiten. Mensen hebben rechten op van alles en nog wat, maar dan ook, zou je zeggen, op goede
leiders die verder kijken dan hun neus lang is.

+++

Tot daar Ben Hoffschulte en met Wierd Duk (die van ons boekje, weet je nog?) zeggen wij:
De Europese diplomaten hadden beter over dit alles eens diep en grondig nagedacht en hun
geschiedenis geleerd alvorens zich met Oekrane te gaan bemoeien.

Karel De Grote
Het past bij de twaalfhonderdste verjaardag van het overlijden van Keizer Karel de Grote Vader
van Europa?- een korte hulde aan zijn persoon de brengen, voor ogen houdende dat het centrum
van zijn immens Rijk zich in immers in onze gewesten bevond. Wij vonden dat wij dit niet beter
konden doen dan hier de slotzinnen te publiceren van de cursus die Prof. em. Raoul Bauer onlangs
in Hoogstraten gaf, zoals wij in onze vorige Brief hebben te kennen gegeven.

Het is ongetwijfeld een boeiende en verrassende vaststelling dat pas de twaalfde eeuw een echte breuklijn
in ons wereld- en mensbeeld markeert. Rekening houdend met de historische context kan dit echter
nauwelijks verbazen.

De ontmoeting tussen de antieke kunst met haar aandacht voor de menselijke figuur met de eerder
abstract georinteerde Germaanse kunst leidde oorspronkelijk tot een tastend zoeken naar een nieuw
evenwicht. De chaotische toestand die tot diep in de achtste eeuw liep, heeft er dit alles niet gemakkelijker
op gemaakt. Pas in de loop van de achtste-negende eeuw was er sprake van een soort evenwicht: de
menselijke figuur kwam terug aan bod. Evenwel niet meer in de antieke harmonieuze vorm maar in een
vorm vol beweging en fantasie, de zgn. romaanse grotesken worden in sommige miniaturen al
aangekondigd. Mensen die in een verhaal geplaatst worden! Naarmate de kunde toeneemt en de tijd na
de ijzeren eeuw opnieuw rustiger wordt ziet men dat niet enkel in de miniatuurkunst (en ook in de
edelsmeedkunst) maar geleidelijk aan ook in meer monumentale uitvoeringen: de kapitelen n timpanen
zijn hier een voorbeeld van. Enigszins apart staat de figuur van Christus. Gedurende deze eeuwen wordt
de God-mens vooral als een afstandelijke figuur uitgebeeld, voluit vergeestelijkt en onaantastbaar.
Opvallend hierbij is dat de kerkruimte waarin deze God-mens thuishoort diezelfde metafysische
hoedanigheid toont. Beelden, zowel als de kerkelijke architectuur tonen een wereld die voluit rust in de
tijdloosheid van de hemel. Pas in de loop van de twaalfde eeuw wordt dit beeld doorbroken en komt de
wereld meer op het voorplan. Het beeld van Christus wordt verder vermenselijkt, het goddelijke wordt
verlijfelijkt. De Christus van Vzelay zet reeds een stap in die richting, in Chartres is de God-mens volledig
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 19

een Mens-God geworden. De verwereldlijking (of ont-tovering) van de cultuur zal een fundamenteel
kenmerk van de Westerse beschaving worden. Deze ontwikkeling overstijgt het Karolingische Rijk. Wel
is het zo dat de Karolingische Renaissance een belangrijke rol speelde bij het doorgeven en bewaren van
de verworvenheden van het verleden die deze evolutie mee mogelijk hebben gemaakt.

Tussen een wereld die sterft en een wereld die geboren wordt, schuift zich altijd een diepteperiode
in die tegelijk een graftombe en een wieg is (Gonzague de Reynold, La fondation de lEurope, 1941)

De Karolingische cultuur is geleidelijk naar voren gekomen uit de chaotische periode die vanaf de periode
van Clovis (Chlodovech, +511) het Westen teisterde. Oorlog en geweld zal trouwens haar deel blijven.
Ondanks deze negatieve context ontwikkelt zij in een universum dat gekleurd wordt door vier grote
inspiratiebronnen: de antieke wereld, de Germaanse inbreng, de Anglo-Ierse inspiratie en de christelijke
wereld, een eerste culturele synthese. Deze overstijgt het Rijk en de regeerperiode van Karel de Grote, de
koning/keizer die ervan het gezicht vormt.

Het is bijna gemeengoed om deze heerser te zien als de vader van Europa. De vraag is terecht of deze
beeldvorming is vol te houden. Er is bijvoorbeeld de sterk relativerende benadering van Rosamond Mc
Kitterick in haar (knappe) studie Charlemagne. The formation of a European identity (2008). Karel de Grote
is inderdaad niet onder n hoed te vangen. Frankische, Merovingische en christelijke inspiratiebronnen
komen in zijn rijk samen en de precieze draagwijdte van elk van deze elementen aanduiden, is en blijft op
grond van de beschikbare bronnen een hachelijke onderneming. Indien men toch spreekt over een
Europese erfenis van Karel de Grote dan kan men vooral verwijzen naar zijn keuze voor het Romeinse
christendom en de studie van het Latijn die de overwonnen volkeren op n lijn brachten. Franci en
christiani waren vrijwel identiek. Karels onderdanen moesten gedoopt zijn. De christenheid als een
ideologische eenheid kwam hier naar voren. Dat het aldus ontstane imperium christianum mee aan de
basis ligt van een (West-) Europese cultuur, is duidelijk. Wel was deze religieus-politieke eenheid van korte
duur: in de negende eeuw viel het rijk uiteen. Het verdwijnen van het Karolingische Rijk betekende evenwel
niet het einde van de christenheid. Deze vond een nieuwe thuishaven in de Kerk en zal zich via deze weg
verder uitbouwen. Verlaat men dit algemeen-cultureel niveau voor het politiek-maatschappelijke dan lijkt de
zaak duidelijker. Het Rijk van Karel de Grote roept eerder de schim op van het verloren gegane West-
Romeinse keizerrijk dan dat het verwijst naar de politieke structuren die de Europese geschiedenis bij
uitstek zullen dragen, met name de nationale staten. Deze komen pas in embryonale vorm te voorschijn bij
de negende-eeuwse Verdragen van Verdun en Meerssen.

Karel de Grote blijft een belangrijke historische figuur maar zijn rijk duurde te kort om echt te kunnen wegen
op het verdere verloop van de geschiedenis. Dit neemt niet weg dat de Karolingische Renaissance, die het
Rijk duidelijk overleefde, een belangrijke schakel blijft in het bewaren en doorgeven van de erfenis van de
Antieken, Anglo-Ieren, Byzantijnen en Germanen. Tot beklijvende prestaties zijn ze evenwel niet gekomen.

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 20

Die Librije

DER GROSSE KRIEG. Die Welt 1914-1918
Herfried Mnkler
Rowohlt-Berlin, 2013
924 pp.
ISBN 978 3 87134 720 7



Er zijn dit jaar al verscheidene boeken over de Eerste Wereldoorlog verschenen en wij zijn nog lang niet
aan het einde. Deze oorlog was dan ook ontstellend belangrijk in dit opzicht dat hij letterlijk een oude
wereld wegvaagde en - dat blijkt met de dag meer diepgaand de contouren tekende van de 20
ste
eeuw.
Deze oorlog liet imperiums in elkaar storten, deed revoluties uitbreken, luidde het tijdperk van ideologien
en dictaturen in, verdreef heelder volksgroepen van hun territorium en deed de idee van een moderne
kruistocht ontstaan. In Duitsland kreeg hij weliswaar ietwat minder aandacht omdat hij overtroffen werd in
gruwelijkheid en vernielingen door zijn navolger.

Wij durven gerust stellen dat het moeilijk zal zijn om dit werk van Herfried Mnkler (1951) in degelijkheid
en vooral in volledigheid te overtreffen. Het is dan ook een kanjer van haast 1.000 paginas waar men zich
niet zonder inspanning doorworstelt. Maar de auteur wilde waarschijnlijk niet dat wij zonder moeite zouden
lezen wat hij niet zonder moeite geschreven had, zoals een bekend gezegde luidt. De auteur doceert
politieke wetenschappen en is professor aan de Humboldt Universiteit te Berlijn en lid van de Berlin-
Brandenburgische Akademie der Wissenschaften. Hij publiceerde al drie standaard werken die bekroond
werden met de Prijs van de Leipziger Buchmesse.

De Eerste Wereldoorlog, de dritte Reichseinigungskrieg zoals Ernst Troeltsch hem genoemd heeft, wordt
menigmaal de vader van de Tweede genoemd en daarbij denkt men haast uitsluitend aan de politieke
gevolgen ervan. Maar daartoe blijft het niet beperkt. In de Eerste Wereldoorlog werd ontwikkeld wat in zijn
vervolg een rol van doorslaggevende betekenis zou gaan spelen: de luchtoorlog bijvoorbeeld die geen
onderscheid maakte tussen militairen en burgers. Zoals de Amerikaanse historicus-diplomaat George F.
Kennan het zegde: het was de oerkatastrofe en het laboratorium van later onheil.

Herfried Mnkler portretteert generaals en soldaten, diplomaten en politici, soldaten in hun bewegings-n in
hun stellingoorlog, hij vertelt over hun leven, hun lijden en hun heimelijke hoop op een terugkeer (voor
velen een hopeloze droom). Nooit heb ik over dat onderwerp een beter geslaagd boek in de hand gehad.
Hij bekijkt de feiten onpartijdig en met wijsheid. Hier spreekt het verstand. Het is een panorama van de
aanvang van de 20
ste
eeuw met al zijn politieke en menselijke beroeringen. Wie de Eerste Wereldoorlog
niet begrijpt, zal de ganse 20
ste
eeuw een raadsel blijven.

En weer eens blijkt hoe in de geschiedenis veel afhangt van het loutere toeval.
Als bijvoorbeeld Duitsland niet in het voorjaar van 1914 door een spion op hoogte was gebracht dat er
besprekingen op komst waren tussen de Britten en de Russen over een marine overeenkomst (de Britten
hebben dit altijd geloochend) dan zou Reichskanzler Theobald von Bethmann-Hollweg vermoedelijk zijn
ingegaan op het Brits bemiddelingsvoorstel. Hij overschatte trouwens het belang hiervan.
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 21

Als Duitsland begin 1917 er zeker van geweest was dat er enkele maanden later een revolutie in Rusland
zou uitbreken, dan had op 7 januari 1917 geen meerderheid gestemd voor de heropening van de
genadeloze U-boten oorlog en dan waren mogelijk de USA niet in de oorlog gestapt. Engeland en Frankrijk
hadden dan alleen moeten verder vechten en waren denkelijk wl ingegaan op de aangeboden
vredesgesprekken. Als, als, als
Generaalstabchef von Moltke schreef heel terecht dat een oorlog een systeem van het toeval is.

Vanzelfsprekend is het ons onmogelijk het ganse boek te bespreken, het behandelt alle facetten van de
oorlog en aan alle fronten. Dit is ondoenbaar. Wij zullen ons uiteraard beperken tot datgene wat voor ons
land van belang is.

Vooreerst de houding van het Duitse leger bij de inval. Er is al veel geschreven over de brutale houding en
de wandaden tegenover de burgerbevolking. Vast staat dat minstens 1.500 burgers hiervan het slachtoffer
werden. Duitsland heeft zich altijd verdedigd met het argument dat er op zijn soldaten vanuit de bevolking
geschoten werd, de z.g. Hekkenschtzen, bij ons beter bekend als franc-tireurs. Loochenen dat dit niet
waar zou zijn, is onzin. Het staat vast dat er hier en daar wel degelijk dergelijke ondoordachte daden zijn
gebeurd. Wel is het waar dat dit meermaals gebeurde omwille van de in Belgi bestaande z.g.
burgerwacht, waarvan men moeilijk kon zeggen of hun kleding nu al dan niet een militair uniform was. De
Belgen beschouwden het als zodanig, de Duitsers niet. Wellicht zat daar een oorzaak van het
misverstand? Maar Duitsland overdreef dit aanvankelijk fel om zich te verrechtvaardigen tegenover de
internationale opinie. Waardoor het zich in zijn eigen vlees sneed! Want hoe meer het de Belgen
beschuldigde, hoe meer het de publieke opinie in andere landen tegen zich in het harnas joeg en er
gesproken werd over Duitse barbaren. Temeer omdat ook Belgi er alle belang bij had de feiten te
overroepen. Waartoe het bijvoorbeeld gebruik maakte van fotos van kleine kinderen zonder handen.
Afgesneden z.g. door die barbaren uit het oosten. Die kinderen hebben wel degelijk bestaan, maar
waarschijnlijk dan als een gevolg van een of andere obusontploffing.
Het gevolg was dat voortaan de oorlog internationaal beschouwd werd als een oorlog van de beschaving
tegen het oprukkend barbarendom.

Keren wij ons nu tot het zuiver militaire aspect.
Het beruchte plan von Schlieffen is waarschijnlijk wel voldoende bekend. De ganse campagne zou door 7
legerkorpsen uitgevoerd worden en moest in maximum 7 weken voltooid zijn.
Wij sommen even op: vanuit de ruimte Aken zouden het 1
ste
en 2
de
legerkorps oprukken en vanuit de Eifel
zou zich daarbij het 3
de
legerkorps aansluiten met de bedoeling om nabij Namen de Maas over te steken en
dan in de richting Reims af te zwenken, op naar de Marne. Deze drie korpsen vormden zowat de
rechtervleugel van het plan.
Vanuit de ruimte Trier zou het 4
de
leger oprukken naar Sedan en het 5
de
leger zou vanuit Metz en
Diedenhofen (Thionville) toen Duits grondgebied (1870), denk er om - doorstoten om nabij Verdun de
Maas over te steken, terwijl meer naar het zuiden het 6
de
en 7
de
legerkorps de linkervleugel zouden
vormen. Het 4
de
legerkorps vormde duidelijk het scharnierpunt van de dichtklappende val.

Een plan dat door Alfred Graf von Schlieffen tot in de kleinste details was voorbereid, maar waarbij hij toch
enkele zaken over het hoofd heeft gezien. Vooreerst de logistiek. Hij had op een geringe weerstaand, haast
symbolisch, van het kleine Belgische leger (200.000 man) gerekend, maar dat viel erg tegen. Dit kleine en
ongetrainde leger waarvan de soldaten niet eens een helm droegen, bood fel weerstand in tal van
dorpen, meer dan verwacht. De Duitse legerleiding had berekend op 20 augustus de Marne te kunnen
oversteken. Vandaar lag de weg naar Parijs open. De realiteit was dat op 20 augustus de Duitsers
Brussel konden bezetten! Later is beweerd, enigszins overdreven maar toch niet helemaal onjuist, dat hier,
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 22

in het kleine Belgi Duitsland zijn veldtocht in het Westen al verloren had. Na 40 dagen bereikten de
Duitsers weliswaar hun doel: de Marne, maar hun troepen waren toen al volledig uitgeput. Vergeten wij niet
dat een infanterist een uitrusting (wapens inclusief) van 30 35 kg. moest torsen en dat hem dagmarsen
van 40 km. opgelegd waren. Dat kon hij weliswaar aan door zijn doorgedreven training, maar het 40 dagen
volhouden? Dat was nog wat anders. En bovendien had de legerleiding van de Entente de tijd gehad om
versterkingen aan te voeren.
Op de koop toe had von Schieffen erop gerekend dat hij veel van zijn proviand ter plaatse zou kunnen
kopen, o.a. hooi en stro voor de duizenden paarden. Maar door de felle gevechten was veel daarvan in
vlammen opgegaan, waardoor veel van dit alles vanuit Duitsland diende aangevoerd, wat tijd en energie in
beslag nam. En de Belgische bevolking was ook al niet scheutig zijn mondvoorraad te verkopen aan de
Duitse soldaten (waarop hij ook al gerekend had). Integendeel zij verborgen of vernietigden het.

Feit is dat de hele situatie van Midden-Europa in Duitsland te veel door militairen is beoordeeld. De vrees
voor een omsingeling leefde er permanent, zij werd een ware obsessie en daardoor werden een aantal
factoren over het hoofd gezien. Vooral door de intellectuele klasse die haar Lehrbereitschaft meestal
beperkte tot het militaire aspect. Alleen een Max Weber voorzag tijdig de precaire situatie van de Centralen
en waarschuwde. Maar naar hem werd niet geluisterd. Integendeel, de militairen hadden veel meer
toegang tot de keizer dan de politici. Tijdens de oorlog was Wilhelm voortdurend op reis tussen het Oosten
en het Westen, hij was zelden in Berlijn, maar verloor daardoor ook alle contact met de bevolking. En zijn
legeraanvoerders? Hoe bekwaam zij ook waren, zij bezaten niet in die mate de eigenschappen die een
Bismarck in overvloed had. En de keizer bezat ze al helemaal niet.

Wij verkeren in de verleiding om nog vl meer te vertellen uit dit uiterst belangrijk boek.

Over de oorlog die tijdens en ook nog na afloop ervan door kunstenaars, schrijvers en denkers werd
gevoerd: Thomas Mann, Henri Bergson, Romain Rolland, Gerhart Hauptmann, Stefan Zweig en nog vele
anderen De Eerste Wereldoorlog heeft een grote breuk veroorzaakt in het Europese geestesleven en
leidde onder intellectuelen tot tal van ethische beschouwingen. Toen was het sociaal darwinisme er al terug
te vinden.

Of over het leven van de gewone frontsoldaat die probeerde te overleven in eerste instantie.
In verband daarmede, toch een kleine anekdote. Hoe bitsig en moorddadig de strijd ook was, toch bleef er
een zekere ridderlijkheid tussen de strijders bestaan. Daarvan haalt onze auteur het (smeug) voorbeeld
aan van soldaten die immers hun behoeften moesten doen! Hij vertelt van de Franse soldaat die
gewoonweg uit zijn loopgraaf stapt, enkele stappen in het vrije veld zet waar iedereen hem van ver kan
zien, zijn broek laat zakken en neerhurkt. Om nadien terug op te staan, alles in orde te brengen en terug
zijn veilige (?) plaats in de loopgracht op te zoeken. En heel die tijd werd er opgehouden met schieten
van de overzijde! Hetzelfde gebeurde op het uur dat de vijand wist dat naar zijn tegenstrevers het eten
werd gebracht! Wij denken bij dit alles aan de Brave soldaat Schwejk! Voor dit alles heeft de auteur
overvloedig gebruik gemaakt van verslagen en studies, maar vooral ook van eenvoudige brieven van
gewone soldaten.
De auteur vertelt ook van de problemen aan het front die doorgaans minder bekend zijn, zoals bv. de kwaal
van de geslachtsziekten die alle legers teisterden. Wat ons niet zo moet verbazen: hier zaten immers
tienduizenden jonge, gezonde mannen samen die maandenlang geen vrouw zagen (met de voortdurende
onrust of hun echtgenote of verloofde thuis wel trouw zou blijven). Met alle gevolgen eens zij op rust waren
in het etappegebied. Het Duitse leger was het eerste dat daaraan trachtte te verhelpen door het inrichten
van officile bordelen. Het boek bevat trouwens een foto van zulk bordeel met aan het raam een affiche
waarop de openingsuren!
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 23


En aan het thuisfront was er het grote aantal mannen met geamputeerde ledematen die een toenemend
probleem vormden.
Wij zouden nog lang kunnen verder gaan (bijna duizend bladzijden niet?)

Maar tijd om te besluiten.

De Eerste Wereldoorlog was een oorlog van paradoxen.
Frankrijk kwam als overwinnaar uit de strijd maar had de meeste verliezen geleden, zijn vrees die het al
voor de oorlog koesterde was niet verdwenen; Groot-Brittanni bracht de meeste offers, maar verloor
voorgoed zijn overmacht in Europa; Itali veroverde gebieden, maar werd minder dan ooit de Europese
grootmacht die het hoopte te worden; Rusland viel een genadeloze dictatuur te wachten; Oostenrijk-
Hongarije verdween als politieke macht van het wereldtoneel. In feite was er maar n overwinnaar: de
USA.
De oorlog heeft kunstrichtingen, wetenschappelijke ontwikkelingen, die voorheen ondenkbaar waren, in
een andere richting gestuurd, hij heeft miljoenen mensen tot verzorgingsontvangers gemaakt, mensen die
blijvend op staatshulp aangewezen waren. Het na-oorlogse Europa viel sociaal niet meer te vergelijken met
het vooroorlogse Europa, hij betekende het einde van het burgerdom als overheersende factor in de
samenleving, het werd vervangen door politieke macht, die lichtvaardig de macht in handen van een Hitler
gaf.

V.E.

+++




BELGIUM dat is NEDERLANDT
Identiteiten en identiteitsbesef in de Lage Landen, 1200 1800
Epiloog: Koninkrijk der Nederlanden, 1815 1830
Prof. Em. Hugo de Schepper, Malden
Uitg. Stichting Papieren Tijger, Breda, 2014
128 pp., ill.
ISBN 978 90 6728 285 7




Veel boeken worden geschreven waarvan men zegt dat ze nuttig zijn. Of leerzaam. Dit boek is niet alleen
nuttig en leerzaam, maar bovendien noodzakelijk. Vooral omdat de broederstrijd Groot-Nederland
(Nederland samen met het Nederlandstalig deel van Belgi dat men dan Vlaanderen noemt) versus Heel-
Nederland de jongste jaren een nieuw elan gevonden heeft. Weliswaar is Heel-Nederland de fakkel altijd
hoog blijven houden, maar de Vlaamse Beweging had zich klaarblijkelijk grotendeels op haar beperkt
Vlaams terrein terug getrokken en had Groot-Nederland aan zijn lot over gelaten. Liever n Vlaamse
vogel in de hand dan tien Groot-Nederlandse in de lucht, weet je? Gelukkig is hierin sinds enkele jaren
verandering gekomen wegens de oprichting van enkele Groot-Nederlandse actiegroepen en dat verheugt
ons. Het is nog niet veel, maar het is tenminste al dit. Nu nog een volgende stap
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 24


Het boek van Professor de Schepper zal er zeker toe bijdragen op een rationele wijze de Groot-
Nederlanders te helpen overtuigen dat de enige juiste en historisch-verantwoorde visie:
niet die van hen, maar de Heel-Nederlandse is.
De mr dan degelijke tekst van Hugo de Schepper, vergezeld van een groot aantal kaarten en illustraties
a.h.w. als aanschouwelijke bewijzen van de juistheid van zijn redenering, zijn daar om dat aan te tonen.

Hugo de Schepper, van geboorte Vlaming (Aalst, 1934), Noord-Nederlander door adoptie en bijgevolg
kenner n van Noord n van Zuid, heeft zijn werk in vier hoofdstukken ingedeeld. Het eerste handelt over
het territorium, het tweede over identiteiten, dan volgt als hoofdstuk drie het identiteitsbesef en als epiloog
besteed hij ook aandacht aan het al te kort bestaande Koninkrijk der Nederlanden 1815-1830. Zeggen wij
er nog bij dat het boek fraai is uitgegeven en het is nutteloos eraan toe te voegen dat elke overtuigde
Nederlander er trots zal op zijn het te bezitten. Voor de prijs moet men het overigens niet laten (31,50
euro).
Duidelijk is in elk geval: Groot-Nederland is en blijft een kunstmatig gewrocht, een uitvloeisel van een
belgicistisch denken, dat het zuiden wilt beperken binnen zijn Belgische grenzen, Heel-Nederland is de
werkelijkheid en houdt een grootse belofte in. Het is hl wat meer dan een staatkundig geheel, geboren
uit frustratiegevoelens van de een en het besef dat de partner een veelbelovende bruid is aan de andere
kant.

Misschien kunnen wij het boek best aanbevelen door hier de tekst af te drukken die op de kaft prijkt. Beter
kunnen wij het niet zeggen:

Aan de hand van de staatsvormingsprocessen behandelt Hugo de Schepper de evolutie van landsnamen
en identiteiten in de lagen landen bi de zee tussen 1200 en 1800, en onderstreept de onwenselijkheid
welk vaderlands verleden dan ook te behandelen:
vanuit, en binnen, de huidige identiteitskaders en staatsgrenzen, en te doen alsof zij altijd dezelfde zijn
geweest en hierna ook zullen blijven.

Nederlanders houden van Belgen. Voor de Belgen kunnen de Nederlanders gestolen worden; compleet
onzinnig natuurlijk. Eeuwenlang droegen zij dezelfde namen, leerden op scholen dezelfde aardrijkskunde
van de Zeventien Provincin, lazen in de kranten onder het nieuws uit Nederlandt berichten uit Amsterdam,
Rijsel, Brussel, Middelburg en Antwerpen en cultiveerden zij dezelfde symbolen zoals de Leo Belgicus/de
Nederlandtsche Leeuw.

Volgens prinses Maxima in 2007 had zij geen Nederlandse identiteit aangetroffen in het land waar ze
inmiddels koningin is. Dat is ook niet zo gemakkelijk, want de Nederlandse identiteit is een complex
verhaal. Het is dan ook zowel een Belgische identiteit als een Hollandse, een Oost-Nederlandse, een
Waalse maar zeker een Vlaamse. Het is een Bourgondische, een Brabantse, een katholieke en
calvinistische identiteit. Het bestaat uit vele facetten wortelend in een gemeenschappelijke geschiedenis
van ongeveer zeventien provincin. Hoe dat precies in elkaar zit, verduidelijkt Hugo de Schepper in
Belgium dat is Nederlandt. Veel kaarten en plaatwerk verhelderen en ondersteunen zijn betoog. Maxima,
maar ook Mathilde, kan er nog wat van opsteken.

In het licht van de tweede eeuwfeesten in 2014-2015 besluit de auteur met weinig bekende gegevens en
beschouwingen dat het beeld dat in het collectieve geheugen over het Koninkrijk der Nederlanden/le
Royaume des Belgiques en over de scheiding van 1830-1839 is beklijfd, toch enigermate relativeert.

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 25




Toute socit est base sur laristocratie car celle-ci, la vraie,
est exigence lgard de soi mme et, sans cette exigence,
toute socit meurt

Albert Camus
Carnet lll, mars 1951-dcembre 1954


Van stroom tot stroom tot aan de zee
NOORD-BRABANT

Op 15 maart sprak in Roosendaal voor de Stichting Baarle Werkgroep de heer Ward Kennes, Vlaams
volksvertegenwoordiger, burgemeester van Kasterlee in de Kempen en lid van het Benelux Parlement over
de samenwerking tussen Vlaanderenen Nederland. Uit zijn uitvoerig overzicht bleek dat er tussen Noord
en Zuid, binnen de delta van onze drie stromen, al heel wat gebeurd is en nog te gebeuren staat. De heer
Kennes schrok er evenwel niet voor terug de politici van het Benelux Parlement hun gebrek aan
enthousiasme voor de Benelux onder de neus te wrijven. Overigens valt het op dat alleen Luxemburg top-
figuren daar naar afvaardigt.

LUXEMBOURG/LETZEBURG

In het kader van de feestelijkheden rond 200 Jaar Verenigd Koninkrijk der Nederlanden ging op 20
maart in de abdij van Neumnster in Luxemburg-stad een voordracht door met de historicus Han van der
Horst uit Nederland. De voordracht Luxemburg und die Niederlande: 200 Jahr gemeinsame und
getrennte Wege werd in het Duits uitgesproken met simultaan vertaling in het Frans. De bijeenkomst
werd georganiseerd door het Institut Pierre Werner.

Nu we het toch over het Groot-Hertogdom hebben, het verheugt ons ook dat Jean-Claude Juncker
voorgedragen werd als kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Iemand uit onze
Lage Landen die zijn sporen al verdiend heeft en die bovendien de eenheid der Nederlanden niet
onwelgevallig is.

KEMPEN

Wij vernemen dat vanaf dit jaar de eeuwenoude Sacramentsprocessie in Pulle niet meer zal doorgaan bij
gebrek aan belangstelling. Een teken van deze geestelijk ach z arme tijd! Zo verdwijnt eens te meer een
stuk Kempens en Europees erfgoed, alsmede een rijke volkstraditie. Wij kunnen het alleen maar betreuren.
Komt Europa deze cultuur- en identiteitscrisis nog te boven? Het is een vraag die velen zich met ons
stellen.

PICARDIE
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 26


Onze vrienden van de Stichting Zannekin plannen hun jaarlijkse voorjaarsuitstap ditmaal op zaterdag 26
april naar Longueval met tevens een bezoek aan de bron van de Schelde te Gouy in Picardi.
Wij durven hopen op een talrijke opkomst, ook van alle lezers van onze Brief.
Welke Heel-Nederlander droomt er niet van de bron van n van onze drie grote stromen eenmaal in zijn
leven bezocht te hebben?

Inlichtingen:
M. Cailliau, Paddevijverstraat 2 te 8900 Ieper, tel. 057-204 194
maurits.cailliau@skynet.be

De boom van goed en kwaad
*Herinrichting Nederlands grondgebied. In tegenstelling tot Belgi, waar de politici er sterk aan denken
de provincies zeer oude instellingen nochtans af te schaffen, om zodoende alle macht in handen te
geven van hun deelstaten, misbaksels van jewelste, voortgekomen door fouten uit het verleden, wil men in
Nederland de provincies samenvoegen tot mega-provincies, of super-provincies zo men wil. Minister
Plasterk is thans bezig daar werk van te maken. Het aantal provincies zou dan van 12 terug gebracht
worden tot 7. Hoe de minister dat ziet, kan onze lezer duidelijk opmaken aan de hand van de hieronder
afgebeelde kaartjes, die echter nog niet definitief vastliggen.






Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 27

*Aachenerland. In mei zal in Aken aan de Europese president Herman Van Rompuy
de Karel de Grote-Prijs
uitgereikt worden. Dat hij iemand van bij ons is, geeft ons hoe men over de man zelf en over de EU
ook moge denken - toch een gevoel van voldoening. Wij zijn nu eenmaal trots op onze Lage Landen: van
de Zomme (Somme) tot over de Eems, van de Brandaris op Terschelling tot over de Moezel. Een
eerbetuiging aan iemand van hier, is hoe dan ook een eerbetuiging aan ons.
*Familienamen. Hebt u zich ook gergerd aan het nieuwe speeltje dat de politici hebben uitgevonden n.l.
hun wet om voortaan ook de familienaam van de moeder aan het kind toe te voegen, met alle variaties die
daaruit volgen? U hebt het allemaal uitvoerig in de kranten kunnen lezen. Is het nu echt nodig een oude
traditie te vernietigen? Wij stellen ons de vraag, en met ons nog vele andere mensen, hebben deze heren
en dames nu echt niets anders te doen? Wij kunnen anders zonder moeite een reeks problemen
opsommen waar de mensen mr van wakker liggen. Of zou er soms een andere bedoeling achter schuil
gaan? Namelijk de geleidelijke vernietiging van al onze Europese tradities. Vooral de manier waarop de
wet door het parlement gejaagd werd stoort ons. Klaarblijkelijk kwam het er alleen maar op aan de
tegenpartij vliegen af te vangen met de gebruikelijke politique politicienne. En dan is men verbaasd dat wij
voor dergelijke vorm van democratie weinig of geen respect hebben - en dat het volk minachtend spreekt
over de politici, waarin het nog enkel zakkenvullers ziet. Nochtans zitten er onder hen, daar twijfelen wij
niet aan, bekwame en integere lieden. De kwaal schuilt echter in het systeem, dat stelde jaren terug
Gustave Thibon al vast.
*Taalkennis. In Vlaams-nationale middens heeft men het nog altijd over de Vlaamse soldaten aan het
IJzerfront die door Nederlands onkundige officieren de dood werden ingejaagd. En inderdaad, dit was een
sociaal onrecht en een menselijk drama. Maar dat kwam nu eenmaal voort uit de sociale toestanden van
die tijd: het gewone volk sprak een Vlaams dialect, de burgerij was verfranst. En de officieren stamden nu
eenmaal overwegend uit die burgerlijke middens en waren overwegend Franstalig. Maar hoe zat het dan
met de Waalse soldaten? Akkoord, de stedelingen onder hen zullen wel op zijn minst een woordje Frans
verstaan en gesproken hebben, maar de echte Walen, de jongens uit de Ardeense bossen, uit de
industriebekkens van de Borinage en Luik, spraken die dan wl Frans? Wij denken van niet. Hun
taalkennis beperkte zich tot het Waals, het Picardisch, het Gaumais, het Champenois Ook al was de
afstand tot het Frans voor hen wel minder groot.. Werden zij dan ook de dood ingejaagd door officieren
die hun moedertaal niet spraken?
*Walter Kunnen-zaliger. Onlangs hoorden ik iemand beweren dat door het overlijden van Walter Kunnen,
de financile bron van de BVSE was opgedroogd (alsof Walter Kunnen alleen maar de geldschieter was,
kom nou!) en dat toen besloten werd er maar mee te stoppen. Nu, wij kunnen dit formeel tegenspreken. De
waarheid is dat Walter niet alleen een voorstander was van de Benelux maar ook en vooral een
voorstander van een zesdelig Belgisch federalisme. Hij heeft die visie nooit weggestoken, wel
integendeel. Standpunt waarmede de personen die na zijn overlijden de leiding van hem overnamen
absoluut niet akkoord gingen. En die hebben dan maar besloten - zoals te verwachten was er maar mee
op te houden. Het voor hen vervelende Europa En kon dan meteen opgedoekt worden.
*Gerard baron Mortier. Amper 70 jaar oud overleed in Brussel de in Gent geboren Gerard Mortier. Na
studies aan het St-Barbaracollege aldaar en aan de Universiteit van zijn geboortestad (in communicatie
wetenschappen dan nog wel!), bleek uiteindelijk muziek zijn grote passie te zijn. Begonnen als medewerker
van Jan Briers aan het Festival van Vlaanderen, werd hij o.m. directeur of intendant aan de operas van
Dsseldorf, Hamburg, Frankfurt, Parijs, de Munt in Brussel Zijn hoogtepunt bereikte hij evenwel als
intendant van de Salzburger Festspiele (om dat te bereiken moet men wel iets in zijn mars hebben, geloof
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 28

ons), waarna hij ook nog benoemd werd aan het Teatro Real te Madrid. Zijn uitgebreide talenkennis heeft
hem daarbij beslist geholpen. Hij was ook dr. h.c. aan de universiteiten van Antwerpen en Salzburg. Gerard
Mortier schrok er niet voor terug om soms gedurfde en radicale vernieuwingen in de opera door te voeren.
Meermaals werd hij dan ook als provocateur van de opera betiteld. Hij heeft niet opgehouden het
kleinsteedse niveau van ons cultureel leven aan te klagen en de aangeboren kleinheid van onze mensen in
het algemeen ergerde hem mateloos. Wij zijn fier op hem, hij is n van onze groten.
*Veranderde tijden. Ik behoor nog tot een van de gelukkigen die in de 50-er jaren van vorige eeuw een lap
grond buiten de stad kon kopen voor het bouwen van een gezinswoning. De bouwgrond was daar toen nog
vrij betaalbaar, het was toch maar woeste grond zoals men het noemde. Of de huidige jonge generatie dat
ook nog zal kunnen, is erg te betwijfelen, gevolg van het ontbreken van elke vorm van gezond grondbeleid
(terloops zij er aan herinnerd dat Delta daar ooit een brochure heeft aan gewijd Mijn grond, uw grond,
onze grond, geschreven door onze voormalige voorzitter, de heer Hendrik Libert (+)) Wij bouwden daar
dus en het werd een kinderrijke buurt. Allemaal stadsmensen die een stukje groen opgezocht hadden voor
hen en hun gezin en die werkten om hun lening af te betalen (en voor de belastingen). Al die kinderen
kwamen in elkaars tuin spelen. Hoe dikwijls zouden er geen 12 of misschien wel 15 buurtkinderen in onze
tuin gezeten hebben? Kwaad konden ze er niet uitrichten, er groeide toch alleen maar gras. Inmiddels zijn
die kinderen nu ook allemaal volwassen geworden en de wereld ingevlogen, sommigen zijn zelf al de 50
gepasseerd. En hun ouders, zo al niet overleden, hebben hun huis, wegens te groot verkocht en wonen
nu op een appartement. In die huizen wonen nu andere jonge gezinnen met kinderen (al zijn het er wel
heel wat minder dan toen). Maar hoe anders gaat het er nu aan toe? Die kinderen zie ik nooit bij elkaar
binnen lopen om samen in de tuin te spelen, die zitten nu waarschijnlijk achter hun laptop. En de huizen?
Niet zelden is de oprit, die voorheen toegang gaf tot elkaars tuin, afgesloten door een poort, met een bel
waar ge uw komst kunt aanmelden. Waar is de ongedwongen sfeer van destijds gebleven? De sfeer van
een samenlevende buurtgemeenschap? Van kinderen die vrij en ongedwongen bij elkaar binnen en buiten
liepen?
*Oekrane. Een onderwerp dat al heel wat van onze ruimte heeft opgeist. Niet onterecht als men het
belang daarvan beseft. De EU heeft hier ondoordacht en dilettantisch gehandeld, Vooreerst ook omdat dit
aantoont hoe ver de EU nog afstaat van een echt klassiek Europees federalisme. Bovendien schijnt men
binnen de Unie, in al haar geledingen, zowel Parlement als Commissie, weinig, of liever niets, te beseffen
wat geopolitiek betekent. Dachten Ashton en c (die zich destijds met Kosovo al vergallopeerd had) nu
echt dat Rusland dit allemaal maar over zich heen zou laten gaan, dat men Oekrane door een
volksopstand in Kiev uit het Euraziatisch blok kon losweken? Vergeten dat de Krim nu eenmaal en al
eeuwenlang een overwegend Russische bevolking heeft, ook al heeft Chroesjtsov het in 1954 aan
Oekrane (maar toen behoorde dat nog tot de Sowjet-Unie) cadeau gedaan? Verhofstadt heeft in elk geval
de kans om zich als clown Popov te gedragen niet laten ontglippen. Misschien toch maar eens De wraak
van de geografie hier onlangs nog besproken - van Robert D. Kaplan lezen? Of de Hartland-theorie van
Halford John Mackinder eens (opnieuw) bestuderen, bijvoorbeeld zijn The geographical Pivot of History?
Ach, dat zou waarschijnlijk toch niet baten. Maar als de ne Nederlanden, zoals op de helaas al te
zeldzame momenten van hun verleden, opnieuw het centrum van Europa zouden vormen, dan zouden wij
met meer kracht onze stem kunnen verheffen!
*Onze zorgen. De V.R.T. heeft dus een uitgebreide enqute gehouden over wat de grootste zorgen voor
de Vlamingen uitmaken. U weet er waarschijnlijk alles over, de kranten en de V.R.T. zelf hebben het meer
dan uitvoerig besproken. Wat ons daarbij is opgevallen is dat in die opsomming bijna uitsluitend materile
zaken aan bod zijn gekomen: pensioenen, jobs, de vraag of onze kinderen het nog even goed zullen
hebben als onze generatie, en verder nog: de onveiligheid, de islamisering van Europa, de onbeheersbaar
geworden immigratie, enz Versta ons goed, wij hebben daar alle begrip voor. Ook wij maken ons
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 29

daarover zorgen, grote zorgen zelfs. Maar het viel ons toch op dat tal van immaterile zaken niet eens
vermeld werden. Klaarblijkelijk zou daar dus geen enkele Vlaming van wakker liggen, wat wij niet geloven.
Enkele voorbeelden van wat een zorg zou moeten zijn? Het teloorgaan van de vaderlandsliefde is er zo
een. En de vraag of wij voor onze uitvaart nog wel een priester zullen vinden, de verruwing van onze
samenleving, het gebrek aan fatsoenlijke opvoeding en beleefdheid bij velen, het falen van de
gemeenschapszin bij een aantal mensen, het overdreven individualisme en egosme, het feit dat abdijen
die eeuwenlang een spirituele en culturele rol in de gemeenschap vervuld hebben leeg lopen en dienen
opgeheven, het feit dat orkesten met een Europese vermaardheid moeten stoppen bij gebrek aan
overheidssteun en zo kunnen wij nog een tijdje door gaan Gelukkig kunnen wij tegenover al deze slechte
voorbeelden ook nog veel goeds vernoemen, want alles is ver van slecht, er is nog opofferingszin en inzet.
Misschien klinkt wat hierboven staat enigszins overdreven, maar toch een volksgemeenschap die
daarover niet meer bezorgd is, is met ondergang bedreigd, laten wij dit niet vergeten.
+++
() je moppose encore davantage une espce de dmocratie formelle dans laquelle,
thoriquement et sous lapparence du bulletin de vote, on confre au peuple tous les pouvoirs et on
lui enlve ses droits les plus lgitimes par un ensemble de lois, de rglements ou dinterventions
abusives de LEtat. Dans ce sens-l, je ne suis absolument pas dmocrate. Mais, au contraire, je
reste profondment dmocrate, dans ce sens que je dsire que ltre humain puisse avoir le
maximum de liberts et de responsabilits. Chacun son chelle, bien entendu. Ce qui nest pas
ralis la plupart du temps par ce quon appelle les dmocraties qui senivrent dautant plus du
mot quelles ngligent la chose! ()
Gustave Thibon, Entretiens avec Christian Chabanis

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 30


Wij Gedenken




1940-2014

Vier en zeventig jaar liggen er reeds tussen de dag dat het gruwelijk bloedbad van Abbeville plaats vond en
de dag van heden.
Nooit hebben wij opgehouden deze noodlottige dag te herdenken, onuitwisbaar staat de datum van 20 mei
1940 in ons geheugen gebrand.
Ook dit jaar blijven wij hem gedenken.

Op zaterdag 17 mei:

Wordt een plechtige Gregoriaanse Mis opgedragen op initiatief van de Stichting Joris van Severen om
14.30 uur in de Abdij van Zevenkerken (Brugge) ter nagedachtenis van Joris van Severen, Jan Rijckoort
en hun lotgenoten, alsmede voor alle vrienden en strijdgenoten die ons sindsdien ontvallen zijn.
De Homilie wordt gehouden door E.H. Roeland van Steenkiste.

Op zondag 18 mei:

Brengen wij een groet aan het graf te Abbeville. Bijeenkomst aan de toegang tot het kerkhof om 11.30 uur.
Korte plechtigheid en neerleggen van bloemen op het dubbelgraf.

Op zaterdag 24 mei

Om 11 uur verzamelen wij aan het Bourgoensche Cruyce, de vroegere woning van Joris van Severen, in
de Wollestraat te Brugge. Reeds verscheidene jaren wordt er door een ad hoc comit met medewerking
van het stadsbestuur van Brugge, hulde gebracht aan de vier Brugse slachtoffers van de moordpartij.

Dit jaar wordt speciaal kunstschilderes Gaby Warris herdacht, recent overleden, het laatste slachtoffer dat
nog in leven was. Als jong en onschuldig meisje heeft zij dit drama moeten meemaken.

Voor meer en concrete , alsmede financile steun kan men altijd op ons adres terecht.

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 31

Ter overweging

Eine Grossmacht im Zentrum Europas hatte aufgrund ihrer geopolitischen Lage nicht die Mglichkeit, sich
aus Konflikten herauszuhalten und fr neutral zu erklren, wie dies die Mchte an den europischen
Rndern tun konnten. Die Alternative dazu war eine politisch schwache Mitte, wie dies seit dem 16.
Jahrhundert der Fall war mit der Folge, das die politische Macht in die Randzonen Europas abwanderte.
Nach der Abdankung KARL V. und der Aufteilung seines Reichs zwischen der sterreichischen und der
spanischen Linie der Habsburger gab es im europischen Zentrum keinen Akteur mehr, der den Mchten
an den Rndern seine politische Agenda htte aufntigen knnen. In mancher Hinsicht htten die in Wien
residierenden Habsburger eine solche Macht der Mitte sein knnen, aber seit dem Vorstoss der Trken bis
vor die Tore Wiens waren sie zu sehr mit der Bedrohung aus dem Sdosten beschftigt, als das sie sich
nachhaltig um die Mitte Europas kmmern knnen

Herfried Mnkler

++++

Als wij dan toch voorstanders van Europa zijn, waarom is er dan zo weinig warmte in onze verhoudingen
met de Europers van dit land? Enkel en alleen, omdat politiek een kunst is en omdat voorzichtigheid een
der hoofddeugden is. Haast en spoed is zelden goed en te vlug willen aankomen is nooit aankomen.
Wij doen niet mee met die lui die Europa, Europa schreeuwen en niet weten waarover zij het hebben. Die
Europa schreeuwen omdat het goed staat. Het is mode, het loopt mee met de zin der geschiedenis en het
staat goed met de zin der geschiedenis mee te gaan. Dat soort Europa is een onderwerp voor
salongesprekken.
Wij doen niet mee met die lui die menen dat het volstaat grenzen neer te halen en de soevereiniteit en de
onafhankelijkheid der volkeren te minachten, om goede Europers te zijn. Trouwens voor ons is het heel
eenvoudig, wij hebben geen grenzen en dat is prachtig: wij zijn niet geschapen om grenzen te hebben.
Moesten wij Pyreneen krijgen, wij zouden ze niet kunnen gebruiken. Hoe dan ook, Europa kan geen
vaderlandslozen gebruiken. Dat klopt met wat ooit op een Europees Cultureel Congres gezegd werd door
iemand die zijn zaken kent, namelijk professor Romano Guardini:

er dient opgepast voor een zogezegd Europese opvatting die de mens tot vaderlandsloze zou maken, tot
een volkomen ontworteld kosmopoliet. Het vaderland, niet eng besloten, maar ledemaat met andere
ledematen, vormt de waarachtige bodem waarin de mens van de toekomst zich moet vastwortelen.

Een goed Europeaan is juist de mens die wortelt, stevig wortelt in het land der vaderen (patria). De
vaderlandsloze wereldburger zou Europa niets bijbrengen. Hij staat daar met lege handen, fardeau inutile
de la terre zou Bossuet zeggen.

Terloops gezegd, wij willen evenmin weten van mensen verleden tijd , volmaakt verleden tijd! voor wie
Europa van morgen slechts weerwraak moet zijn voor hun nederlaag van gisteren. Wij staan even
wantrouwig tegenover het Keltisch kruis als tegenover het hakenkruis, het Lorreinse of het Sint-Joriskruis.
Dergelijk Europa roept onvermijdelijk een ander Europa in het krijt, zonder kruis, met hamer en sikkel!
Evenmin willen wij weten van een technocratisch Europa, dat zijn zaakjes zou beredderen onder de
paraplu van een Parlement dat tien keer vlugger verleid wordt dan het onze. En dat is niet weinig gezegd.
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-3 Pagina 32

Ons Europa is eerst en vooral geest.

Louis Gueuning

++++

De la dmocratie

() Je pense () que l'espce d'oppression dont les peuples dmocratiques sont menacs ne
ressemblera rien de ce qui l'a prcde dans le monde ; nos contemporains ne sauraient en trouver
l'image dans leurs souvenirs. Je cherche en vain moi-mme une expression qui reproduise exactement
l'ide que je m'en forme et la renferme ; les anciens mots de despotisme et de tyrannie ne conviennent
point. La chose est nouvelle, il faut donc tacher de la dfinir, puisque je ne peux la nommer.

Je veux imaginer sous quels traits nouveaux le despotisme pourrait se produire dans le monde : je vois une
foule innombrable d'hommes semblables et gaux qui tournent sans repos sur eux-mmes pour se
procurer de petits et vulgaires plaisirs, dont ils emplissent leur me. Chacun d'eux, retir l'cart, est
comme tranger la destine de tous les autres : ses enfants et ses amis particuliers forment pour lui toute
l'espce humaine ; quant au demeurant de ses concitoyens, il est ct d'eux, mais il ne les voit pas ; il les
touche et ne les sent point; il n'existe qu'en lui-mme et pour lui seul, et s'il lui reste encore une famille, on
peut dire du moins qu'il n'a plus de patrie.

Au-dessus de ceux-l s'lve un pouvoir immense et tutlaire, qui se charge seul d'assurer leur jouissance
et de veiller sur leur sort. Il est absolu, dtaill, rgulier, prvoyant et doux. Il ressemblerait la puissance
paternelle si, comme elle, il avait pour objet de prparer les hommes l'ge viril; mais il ne cherche, au
contraire, qu' les fixer irrvocablement dans l'enfance; il aime que les citoyens se rjouissent, pourvu
qu'ils ne songent qu' se rjouir. Il travaille volontiers leur bonheur; mais il veut en tre l'unique agent et
le seul arbitre ; il pourvoit leur scurit, prvoit et assure leurs besoins, facilite leurs plaisirs, conduit leurs
principales affaires, dirige leur industrie, rgle leurs successions, divise leurs hritages ; que ne peut-il leur
ter entirement le trouble de penser et la peine de vivre ?

Alexis de Tocqueville
in De la Dmocratie en Amrique , vol II, 4e partie, chap. VI
- 1840


Niet tevreden over onze Brief? U wenst hem niet langer te ontvangen?
Dan kunt u ten allen tijde op eenvoudige vraag uw naam laten verwijderen.

You might also like