You are on page 1of 216

I

Gezicht op Veneti van de Adriatische zee uit.

VENETI
EENIGE BIJZONDERHEDEN OMTRENT
D E STAD A A N D E ADRIATISCHE ZEE
DIE G E D U R E N D E E L F H O N D E R D JAAR
HAAR GROOTHEID H A N D H A A F D E E N
A A N E E N VOLK HAAR N A A M GAF, DOOR

J A N K O T T I N G J A N L. C Z N

N I E T IN D E N H A N D E L

MCMXXVII
G E D R U K T TER DRUKKERIJ KOTTING, A M S T E R D A M

De geschiedenis van Veneti is geen geschiedenis van een stad, doch die
van een volk, dat door durf, werklust, taaie volharding, groote tucht gepaard
aan onvergelijkelijke liefde voor zijn stad, een duizendjarig rijk stichtte,
waarvan geen we/ergave is-en wier ondergang alleen te wijten is aan oorzaken, die handel en industrie verlegden naar andere plaatsen en van welke
oorzaken het ontdekken van Amerika en het bekend worden van den weg
naar Indi, wel de voornaamste zijn. En al hangt over de eerste vijf eeuwen
van de geschiedenis van Veneti een sluier, wat na dien tijd bekend is, biedt
een zoo belangwekkend beeld, dat de studie der geschiedenis van Veneti
inderdaad is de geschiedenis van een wereld op zich zelf, waarin romantiek
en pozie zoodanig samen geweven zijn met volharding, strijd en avontuur,
dat elk cijdstip van die duizendjarige geschiedenis getuigt van een ontwikkeling, welke steeds haar tijd vooruit was en welke wereld ons tenslotte
naliet de stad Veneti, dat is een centrum van schoonheid, gelijk Veneti in
zijn volste bloei was het centrum van de macht van de toen bekende wereld.

ls van de alpen af in de 4e en 5e eeuw een volk van barbaren Noord


Itali binnendringt, verjagend en doodend de inwoners, verwoestend
steden en gehuchten, verbrandend wat op zijn weg was, vluchtten een
handjevol menschen van 't vasteland van Itali naar die Eilandjes aan de
kust der Adriatische zee bekend als de Lidi", welk aantal vluchtelingen
nog wies bij de latere invallen van de Hunnen onder Attila. De Lidi" waren
eigenlijk niet meer dan moerassen en zandbanken gevormd daar, waar de
Isonzo, de Savio, de Tagliamento en meerdere andere rivieren in de Adriatische zee uitmonden en daar in hunne vele armen delta's vormden, waarvan
slechts enkele der zandbanken steeds droog bleven, andere bij vloed grootendeels overstroomd werden. In deze onherbergzame oorden, strijdend
tegen de elementen, verplicht van het vasteland niet alleen hun voedsel
doch ook drinkwater te halen, handhaafden zich deze vluchtelingen, die
boven alles hun vrijheid lief hadden en die vrijheidsliefde overbrachten op
hunne nazaten. Hunne voortdurende strijd hardde de bewoners en gaf
hun dien moed en dat zelfvertrouwen waarvan hun geheele bestaan een
getuigenis aflegt. Van hare stichting af in 465 of 466 blijft
gedurend eenige eeuwen Veneti kalm beschouwster der
wereldgebeurtenissen, die zich om haar afspelen: ze ziet het
verval van het Oost-Romeinsche Rijk, de geboorte van 't
Frankische Rijk na de overwinning der
Gothen door Clovis, ze beleeft den val der
Ostrogothen in Itali en van de Visigothen in Spanje, is getuige van de opFondamente Nuove.
komst en den val der Lombarden enSarracenen, daarna van het machtige rijk van Karei den Grooten, dat bijna geheel
Europa beslaat en al dien tijd blijft Veneti ongestoord, wordt niet in die
revoluties betrokken noch getroffen door al die omwentelingen. Doch als

10
in het eind der 11 e eeuw het Westen zich werpt op het Oosten, grijpt
Veneti in en speelt haar rol, die haar tot grootheid en macht brengt; dan
zien wij den leeuw van St. Marcus" wapperen in de kruistochten echter
zonder zich te mengen in de twisten tusschen de christen-koningen, gaat
Veneti rechtstreeks op haar doel af, maakt zich meester van dat rijke en
mooie hart van het Oostelijk rijk Byzantium" en voegt bij haar titels ook
die van Meesteresse van de helft en een kwart van het Romeinsche Rijk".
In de 14e en 15e eeuw ziet Veneti alleen haar koopvaardij- en oorlogschepen de zeen doorkruisen zonder mededingers te ontmoeten, zij opent
haar banken in Azi en Afrika, bezit het monopolie van den handel op Indi,
haar inkomsten gaan die van alle andere rijken verre te boven, ze regeert
onbetwist in den Griekschen Archipel, Cyprus, Negroponte, Candia en
Morea, Dalmatie, Friuli, Treviso en meerdere provincies van Lombardije; de
hertog van Ferrara laat haar Rovigo en diens bezittingen na; ze neemt Otrante
en Gallipoli van den koning van Napels; vorsten en prinsen vragen haar bescherming en zij alleen durft 't eerst de macht des pausen te weerstaan.
Doch niet alleen op gebied van veroveren en machtsvergrooting blinkt
Veneti uit, ook kunst en wetenschappen worden door haar beschermd en
gesteund; als de Grieksche literatuur in 't Westen geheel onbekend is,
wordt ze te Veneti reeds beoefend: Xenophon, Pindarus, Plutarcus, Plato
werden t Veneti vertaald en bestudeerd. Petrarcus, ontroerd door de
toewijding, die de stad Veneti heeft voor de studie der oudheid, laat haar
zijn geheele bibliotheek en werken na, die Veneti gebruikt als grondslag
voor n der thans nog meest beroemde boekerijen en, terwijl de geheele
Adel van 't Vasteland zich verheft op z'n onwetendheid en zijn tijd in ledigheid doorbrengt, 'laten de Patricirs in Veneti zich onderricht geven, bestudeeren de letteren; de vlootvoogden namen bij de terugkomst de pen
ter hand en beschreven hun tochten, teekenden hun reisrouten, werden
geschiedschrijvers gelijk Dandolo en Foscarini; hun lust tot avonturen
bracht ontdekkings-reizigers voort, van wie Marco Polo en de gebroeders
Zeno, die lang vr Columbus 't bestaan van Amerika vermoedden, wel
d 3 bekendste zijn; op ander gebied blinken uit de hellenist Bessarion, Kardinaal Bembo, Sarpi, de twee dichteressen Christina van Pesano en Casandra
Fedeli. Op elk gebied spant Veneti de kroon en alles was gericht op 't
eene groote doel: de grootheid van Veneti."
Toen de bewoners van 't vasteland voor de invallen van Attila en later
voor de invallen van Rotarius vluchtten op de zandbanken en moerassen

11
van de Lidi", is dat geen horde, die vlucht, doch is er meer sprake van
een volksverhuizing, waarbij allen, arm en rijk meegaan, magistraten en
geestelijkheid, alle bezittingen en have met zich voerend. Deze uittochten
van uit het vasteland duurden ongeveer een eeuw en bij de vestiging der
Lombarden op 't vasteland van Veneti" eindigt de geschiedenis der z. g.
Primi Veneti" en begint die der Venetianen"; op dat tijdstip is de scheiding tusschen 't vasteland, bewoond en beheerscht door de Barbaren en
't eilanden-rijk, dat de naam van Veneti behoudt, volkomen en worden
de bewoners van 't vasteland Longobarden genoemd en z volkomen
wordt de afscheiding, dat de Venetianen spraken van naar Itali te gaan
als ze bedoelden 't water, dat hen van 't vasteland scheidt, over te steken.
De vestiging van deze vluchtelingen was zeer willekeurig en waar de bodem het best leek, kwam een nederzetting, zoodat Veneti er al geheel
anders uitzag dan later, toen meer geregelde toestanden geschapen werden ; ook had in den aanvang Veneti geen eigen bestuur, doch was gehoorzaam aan de wetten en voorschriften van de stad of plaats, waaruit de
vluchtelingen kwamen. Daar echter de uitgewekenen uit een plaats zooveel
mogelijk bij elkander bleven, bracht zulks in den eersten tijd niet veel
moeilijkheden en had elk kwartier zijn eigen superieur en zijn tribunen.
Voor de zeer belangrijke zaken vergaderden alle bewoners gezamenlijk,
welke vergaderingen concione" of in 't Venetiaansch arrengo" genoemd
werden en zoo vormt zich daar geheel uit zich zelf als noodzaak een vrije
constitutie, een federatie, waarin echter n element ontbfak n.1. een eenheid van wetgeving, dus het missen van een kracht, die d inwendige rust
verzekerde en die naar buiten haar wil kon doen gelden; teneinde hieraan
tegemoet te komen werd in 503 de macht in handen' van een enkelen
tribuun geplaatst, hetgeen later weer werd veranderd in een lichaam van
10 tribunen; doch ook deze vorm bleek niet houdbaar, gaf aanleiding tot
burgertwisten en als de Lombarden en de Slaven van die verwarring gebruik
willen maken om Veneti in te nemen, schijnt het lot dezer stad beslist
en, teneinde het dreigend gevaar te keeren, wordt de groote vergadering van Heraclea samengeroepen en stelt Chrstophe, patriarch van Grado
voor, de macht in handen te leggen van n voor zijn leven te benoemen
persoon die door 't geheele volk gekozen wordt en den titel krijgt van
Doge", titel, die elke waardigheid van koningschap uitschakelt en niet
anders is dan een militaire titel gelijkstaande met dien van generaal". De
instelling dezer geheel nieuwe waardigheid had plaats in 697. Wat had er

12
te Veneti in de 200 jaar, liggend tusschen de eerste vestiging en 't benoemen van een Doge", hetwelk een keerpunt in haar geschiedenis beteekent, plaats gehad? Waar de komst der vluchtelingen meer geregeld plaats
had en deze niet allen dezelfde welvaart en bezittingen hadden, werden
de beste gedeelten dra in bezit genomen door de rijksten en machtigsten
en bestonden er dus spoedig twee soorten van bewoners n.1. de convicini" de meesters en beschermers der clienti", welke het andere gedeelte
der bewoners vormden; hierin ligt den opkomst van 't Venetiaansche patriciaat, welke patricirs zeer spoedig als de volstrekte meesters optraden,
de terreinen toewezen en vergunning tot vestiging gaven. Aan deze convicini" dankt Veneti zeer veel: door de meegebrachte rijkdom vestigde
en ontwikkelde zich een levendige handel, terwijl de Venetianen al spoedig
het bezit der riviermonden bezigden als middel om den ingang der lagunen
en dus de verbindingen met het vasteland te beheerschen en zoo noodig te
verbieden voor andere schepen dan de hare. Echter zonder moeite ging een
en ander niet, integendeel, na den grooten strijd tot het beheerschen van
de zee en rivieren waardoor de Lidi" bewoonbaar werden, kwam de uitroeiing van de zeeroovers, die telkenmale de eiland-bewoners kwamen
bestoken en, al werden hunne aanvallen meestal afgeslagen, de onrust
bleef en werd de zeevaart steeds door de zeeroof verontrust; spoedig echter
besloten de Venetianen deze zeerooverijen geheel te doen eindigen; ze bestookten de zeeroovers in hunne havens en schuilplaatsen zelf, vielen ze
aan, versloegen ze en maakten de zee veilig; de Venetianen echter namen
het recht om van de veiligheid alleen zelf gebruik te maken zoodat Cassiodorus, prefect van Vitigus, Koning der Ostrogothen, van hunne dienst gebruik moest maken om de voorraden, in Istri gekocht, naar Ravenna te
doen vervoeren.
Een groote bron van inkomsten voor Veneti, was ook de zoutwinning.
Deze zoutwinning werd al spoedig door de stad tot zich getrokken, ze gaf
vergunning tot zoutwinning uit en verkreeg daardoor inkomsten, die geheel
waren als onze indirecte belastingen, terwijl ook andere middelen tot stijging
der geldmiddelen werden aangewend, die heden opnieuw worden opgeroepen en die toen, evenals nu, met ontevredenheid werden begroet.
Was het viermaal per etmaal zich wijzigende waterpeil een groot ongerief voor de stad, ter andere zij beschermde deze omstandigheid tegen
den inval van vijanden, immers, zonder behoorlijke afbakening was geen
scheepvaart mogelijk want, waar men op 't eene uur kon varen, was dat

13
eenigen tijd later onmogelijk; het onderhoud van de kanalen is de dagelijksche grootste zorg der Venetianen; en alleen voortdurende arbeid, afbakening, uitgravingen en het bouwen van den grooten muur (murazzi) in 't
eiland Palestrina vormen de bewijzen van de kennis der waterbouwkundigen te Veneti reeds in de vroegste jaren. Strabonius verhaalt van die
kennis der Venetianen in 't aanleggen van dijken en kanalen tot beheersching van 't water, en in 538 beschrijft Cassiodorus dat, dank zij hunne
werken, Veneti steeds veilig ligt voor den vloed der zee en het wassen der
rivieren in het voorjaar; op de eilanden staan de huizen soms droog, soms
geheel in 't water waardoor het lijkt, alsof Veneti in 't water gebouwd is,
welke stelling door de dichters nog gaarne wordt verkondigd vanwege
romantiek, doch ze is onjuist, Veneti is niet in de zee gebouwd, doch geeft
daarvan den indruk. Stellen wij ons dus Veneti voor in 697, dan bestaat ze
uit verschillende, zonder plan gebouwde wijken, geheel omringd door
kanalen en waterwegen, bebouwd met lage houten huizen, doch bewoond
door een krachtig volk, sober van levenswijze en van dit Veneti wordt
door den wensch van twaalf door 't volk daartoe aangewezen afgevaardigden ter groote vergadering van Heraclea, als eerste Doge gekozen
Paoluccio Anafesto en zeker moeten de twaalf kiezers genoemd worden,
onder wie zich dragers van zeer beroemde namen bevinden, n.1. Contarini,
Morosi, Badoaro, Tiepolo, Michieli, Sanudo, Gradenico, Memmo, Falieri,
Dandolo, Polani en Barozzi. Met uitzondering van het recht tot het verklaren
van oorlog en 't sluiten van vrede, had de Doge alle waardigheden, die
des konings waren, terwijl ze zich spoedig ook deze twee hoogste rechten
toeeigenden en den titel van prins aannamen. Op den dag der verkiezing van
den eersten Doge werd de zuiver democratische, republikeinsche regeeringsvorm van Veneti omgezet in een kiesbaar koningschap en spoedig
trachtten de Dogen hunne waardigheid erfelijk te maken. Ongetwijfeld was
echter in den eersten tijd de wijziging van 't bestuur een goede, Anafesto
herstelde de inwendige rust, de voornaamste eilanden werden versterkt,
Heraclea centrum en residentie der regeering, een permanente marine werd
in 't leven geroepen, groote arsenalen gebouwd, de Slaven verjaagd van
de lagunen, de Lombarden verplicht af te zien van verdere plannen tot
bezetting van Veneti, terwijl Anafesto zich eveneens bekwaam en voldoende politicus toonde om met de Lombarden een overeenkomst aan te
gaan, waardoor Veneti bezit kreeg van het gedeelte des lands tusschen
de groote en kleine Piave; bovendien verkreeg hij groote privilegin voor

14
den handel met Lombardije en gedurende de 20 jaar zijner regeering heerschte er vrede in Veneti en nam haar welvaart toe; ook de tweede Doge,
Marcello Tegaliano, volgde den door Anafesto aangegeven weg, doch
Orso, de derde Doge, een man met ondernemenden geest, militant, krijgsman, zocht naar gelegenheden om zijn moed te toonen en natuurlijk deden
deze zich maar al te spoedig voor en nu ving voor Veneti een tijd van onrust
en oorlog aan, hetgeen het Venetiaansche volk spoedig verdroot en als ten
slotte Orso zijn waardigheid erfelijk wil maken, bestormt het volk het paleis
en brengt hem om. Deze ondervinding bracht de Venetianen er toe om, inplaats van Doges te benoemen ten eerste den duur van het dogenaat te bepalen op n jaar en voorts in plaats van n Doge, een raad, genaamd
Maestri de Cavalieri te benoemen. Eenige jaren waren genoeg om aan te
toonen, dat dit bestuur geen bestuur was, dat de tijd te kort was iets tot stand
te brengen, terwijl de herhaalde verkiezingen de stad voortdurend in onrust
hielden; als Teodatus Orso vervangen wordt door Cepario en die wederom door Fabriciaco, tracht Orso door 't stoken van onrust, opnieuw gekozen
te worden en vindt aanhang onder het volk. Fabriciaco, zich opofferend om
den onrust te doen bedaren, begeeft zich onder 't volk, dat hem eensklaps
omringt en de oogen uitsteekt. Het volk wijzigt opnieuw den regeeringsvorm
en dan wordt Deodato Orso, de zoon des derden Doges, benoemd als vierde
Doge, verlegt zijn residentie van Heraclea naar Malamocco, hetgeen dus de
tweede hoofdstad van Veneti wordt. Daarna volgt een tijd van groote onrust: Galla maakt zich meester van den persoon van Orso en doet hem hetzelfde lot ondergaan als Fabriciaco, maakt zich daarna meester van den
Doge-zetel en heerscht door macht boven recht te stellen; slechts n
jaar verdraagt het volk deze overheersching en opnieuw dringt het 't paleis
binnen en laat hem hetzelfde lot ondergaan van Orso: straf, die steeds
door 't volk werd toegepast op Doges, die zich 't vertrouwen onwaardig
toonen of waarover de massa ontevreden is. Het gevolg van de regeeringen van Orso en Galla was de benoeming van twee tribunen, die de
Doge terzijde stonden en zonder wiens raad hij niets mocht ondernemen;
echter stoorde de volgende Doge Domenico Monegario zich aan deze
instelling niet en wordt hij afgezet, nadat ook hem door het volk de oogen
uitgestoken waren (764). Monegario werd opgevolgd door Maurizio Galbaio,
een man, die inderdaad voor het geluk van het volk geboren scheen, gematigd in zijn optreden, schitterend door talenten, uitmuntend door zijn
hooge moraliteit; van den dag af zijner verkiezing wist hij de gunst van het

15

volk te winnen en heeft hij zich steeds gehouden binnen de grenzen zijner
bevoegdheden; onder zijn regeering heerschte rust, kalmte en voorspoed.
Hij wist Veneti te doen erkennen als gelijkwaardige partij in een overeenkomst gemaakt tusschen Pepyn, zoon van Karei den Grooten, en den keizer
van 't Oostersche rijk, waardoor Veneti geheel onafhankelijk werd verklaard. Een verschil tusschen de patriarchen van Aguilea en Grado werd,
dank zij zijn invloed, beslecht door den Paus ten voordeele der Venetiaansche
Gemeenschap en vermocht hij daarbij een nieuw bisschopdom in Olivolo
te verkrijgen, dat later tot patriarchaat verheven werd. Ook werden *de
Lombarden tijdens zijn regeering door Karei den Grooten uit Itali verjaagd
en was daardoor Veneti bevrijd van den hem steeds bedreigenden vijand.
Maurizio Galbaio, zich verheugend in de gunst des volks, dat in kalmte en
rust zijn rijkdom zag vermeerderen en het aanzien van Veneti vergrooten,
vroeg slechts de vervulling eener lang gekoesterde stille wensch n.1. dat
zijn zoon Giovanni met hem de waardigheid van Doge zou deelen en het
volk, zonder te begrijpen welk gevaarlijk precendent hierdoor geschapen
werd, stemde erin toe. Inderdaad toonde Maurizio zich deze toestemming
waardig door nog meer dan vrpeger zich aan de publieke zaak en de welvaart van de stad te wijden en tot aan zijn dood verheugde hij zich in een
steeds grootere achting en liefde der Venetianen. Na het overlijden van
Maurizio Galbaio, waardoor dus zijn zoon Giovanni Galbaio alleen de macht
heeft, laat deze zijn ware karakter zien; ook hij erlangt de zekerheid, dat
ook zijn zoon Doge zal worden en met hem den Staat ook tijdens zijn leven
mede mag besturen en, niet zoodra heeft hij die zekerheid, of vader en
zoon toonen zich elkander waardig en, sterk door hun macht, treden ze
als despoten op, tarten de Venetianen op de meest ergelijke wijze, laten
verschillende der voornaamste families deporteeren na hun goederen ten
eigen bate te hebben verbeurdverklaard en zeker zouden spoedig onlusten
zijn uitgebroken, indien niet door een onvoorzien voorval aan hun regeering een einde werd gemaakt, en wel door den dood van den patriarch van
Olivolo, waardoor deze plaats vacant werd. Giovanni haastte zich, ter
vernedering van den patriarch van Grado een bisschop, niet tot zijn patriarchaat behoorende, tot patriarch van Olivolo te benoemen. De geestelijkheid van Veneti verzette zich tegen deze keus en weigert den nieuwen
bisschop te wijden. Teneinde zijn wil te doen zegevieren, zond Giovanni
z'n zoon Maurizio naar Grado om het geschil goed- of kwaadschiks bij te
leggen en als de patriarch van Grado niet gehoorzaamt, maakt Maurizio

16
zich van hem meester en doet hem van een der hoogste torens omlaag
werpen. Dit was den Venetianen te veel en alhoewel Maurizio, teneinde de
kalmte te doen terugkeeren, aan den neef van den zoo wreed vermoorden
Patriarch het patriarchaat geeft, is de zucht tot wraak van Fortunato, den
nieuw benoemden patriarch, hiermede niet bekoeld en, gezamenlijk met een
inwoner van Malamocco, Anter
norio Obelerio geheeten, zet
hij een samenzwering op touw,
welke echter door Galbaio ontdekt wordt. De aanvoerders vallen in zijn handen, behalve Fortunato, die een schuilplaats vond
aan 't hof van Karei den Grooten
en Obelerio, die zich naarTreviso begaf; beiden zetten hun
pogingen tot het stichten van
oproer te Veneti voort; Obelerio teTreviso, terwijl Fortunato
pogingen in 't werk stelde om
c Pietro
n
J
r-> + 1
1 Oebouwa
r-=u,,ri in
,n 4 1
Karei den Grooten tegen
VeneS.
di
Castello.
ml.

ti in te nemen, welke pogingen


met goed gevolg werden bekroond; Karei de Groote liet de Venetianen uit
Ravenna verbannen, waarop de Paus de onderdanen der republiek het
verblijf in den Kerkelijken Staat verbood.
In deze moeilijke omstandigheden ware het zeker zaak geweest voor de
beide Galbaio's het Venetiaansche volk door welwillendheid en bovendien
rechtvaardigheid aan zich te binden en zich bij het volk zoo niet geliefd,
dan toch minder gehaat te maken; evenwel hechtten ze totaal geen waarde
aan de gebeurtenissen welke zich afspeelden en gingen met hunne verdrukkingen voort; spoedig zou dan ook een opstand zijn uitgebroken, indien niet de partijgangers van Obelerio van de heerschende ontevredenheid
hadden gebruik gemaakt om Obelerio als Doge uit te roepen; de beide
Galbaio's verontrust door de beweging des volks vluchtten en Obelerio
doet als Doge zijn intocht in de Lagunenstad.
Doch Obelerio wenschte als onbeperkt heerscher te worden erkend en
verlangde zijn waardigheid erfelijk te worden verklaard, bovendien had hij
om zijn doel te bereiken vele beloften gedaan en moesten die nu worden

17
nagekomen en ten slotte was door het intrigeeren van Fortunato vijandschap gekweekt in Rome tegen Veneti en wordt door Rome een krijgstocht ondernomen met het doel de republiek geheel te onderwerpen en
te bezetten.
Nagenoeg geheel onverwacht verschijnt de groote vloot voor Veneti en
wordt overgave van de stad geischt; Obelerio laat de Groote Vergadering samenroepen en, wijzende op de overmacht, stelt hij voor de stad op
genade en ongenade over te geven; doch dit was den Venetianen te veel;
zij beschuldigden Obelerio van verraad, nemen hem gevangen en verbannen hem naar Constantinopel.
Door deze gebeurtenis ontbreekt in het oogenblik van 't grootste gevaar
een leider in Veneti en is het slechts het groote patriotisme der Venetianen dat de stad redt; ondanks de overmacht van Pepyn gelukt het niet
Veneti geheel in te nemen; wonderen van dapperheid werden verricht,
de grootste opofferingen zich getroost en, zooals later Moscou geofferd
wordt door de Russen, offeren de Venetianen het mooiste en rijkste deel
van hun rijk Malamocco op. Als n man gehoorzaamt men hem, die wel
geen Doge is, doch als leider in 't moeilijkste oogenblik gekozen, Angelo
Participazio, burger van Heraclea, wien het door buitengewone scherpzinnigheid en moed gelukt aanval op aanval af te slaan, zoodat tn slotte
Pepyn genoodzaakt wordt het beleg op te geven. Daar waar de grootste
slagen geleverd werden, de hardnekkigste tegenstand geboden, was het
kanaal bedekt met lijken der verslagenen en als gedachtenis aan dezen
strijd werd dat kanaal genoemd het ,,Canale Orfano", dat tot op heden voor
het nageslacht de herinnering aan de overwinning door denzelfden naam
bewaart. Wel wordt met recht Participazio de redder des lands genoemd
en hij tot Doge uitgeroepen; na zijn hoedanigheden als krijgsman toont
hij niet minder groote hoedanigheden als regeerder en door de groote zelfopofferingen en toewijding van de Venetianen, die zijn voorbeeld navolgden, worden de verbrande en geteisterde gedeelten mooier dan ooit herbouwd en wordt op zijn voorstel Rioalto, dat het bolwerk was waartegen
Pepyn vruchteloos zijn aanvallen deed, tot zetel van 't bestuur gekozen, de
60 eilanden met bruggen aan 't Rioalto verbonden, het Doge-Paleis gebouwd ter plaatse waar het nu nog staat en in 810 voor het geheele rijk
de naam Veneti aangenomen. Daarna consolideert zich de republiek en
gaat haar grootste toekomst tegemoet; teneinde 't overzicht vollediger te
maken, was 't noodig ook de voorgeschiedenis even te beschrijven, het-

18
geen hier in vlug tempo is geschied; de volgende hoofdstukken zijn wat
breedvoeriger en geven niet alleen een geschiedkundig overzicht doch
spreken over de Venetiaansche kunst, leven en gewoonte, handel en i n dustrie en de staats-instellingen, die zelfs in dezen tijd nog groote bewondering zullen opwekken.
Laat ons in gedachte naar Veneti gaan, doch ik bid U , niet per spoor,
liever al duurt 't langer vanuit Trist over zee, dan zien wij vanuit de verte

Canale Grande.

Veneti drijvend in de zee, dan voelen wij het heerlijke weldoende klimaat,
dan zien wij de tinten, de kleuren, 't verschiet tintelend in den zonneschijn
en dan zien wij de slanke Campanila omhoog rijzen; dan geven de vele
torens het heerlijke silhouet en bij avond, als de laatste zonnestralen vuurrood de stad verlichten, dan is het een wonderlijke droom, droom die bij
de aankomst niet verstoord wordt; de rust, de kalmte, het kabbelen van
't water tegen den oever, de weerspiegeling van de lichten der gondels
werkt z fantastisch, z romantisch, dat het moeite kost zich in te denken
dat het werkelijkheid is en niet een droomland.
Koningin der Adriatische zee: terecht draagt Veneti dien naam en zelfs nu

19
nog met eere; ondanks haar verval, haar kwijnen, is Veneti een wonderstad ; de kunstige schrijn van een kostbaren en kunstigen inhoud; geen stijl
in bouworde of kunst of ze is in Veneti; geen kunst- of studievak, of hare
voortbrengselen zijn er; maanden zouden noodig zijn om de overtuiging
te verkrijgen dat er nog meer is, dat ongezien bleef, dan hetgeen gezien
werd. De onuitputtelijke bron, het hart van de kunstwereld, de geschiedenis van een wereld in steen, de oudste dochter van Rome, dat is Veneti, de stad die zichzelf schiep.
Hoe kwam zooveel schoons tot stand? Als grondlegger geldt Participazio,
de held en overwinnaar uit den oorlog tegen Pepyn, en die Rioalto aanwees
als centrum van bestuur voor 't vereenigde Veneti en waar ook 't Doge
Paleis verrees; geweldig was de bedrijvigheid die daar toen heerschte;
allerlei gebouwen werden gesticht, meer dan zestig eilanden met Rioalto
verbonden; de verbrande en verwoeste gedeelten Malamocco, Palestrina,
Chioggia en Heraclea opgebouwd en te midden van die noeste vlijt, die
opleving, vergrooting, komen vanaf de zee geruchten, die opzwellen tot
juichkreten, heel Veneti trekt uit naar de zee, alles maakt zich op, doscht
zich uit, want daar komt het lichaam van den heiligen Marcus; Buono de
Malamocco en Rustico da Torcella voeren het mede van Alexandri. Groote
vreugde alom, want men ziet daarin het bewijs der eeuwige grootheid van
Veneti, want vertelde de legende niet dat St. Marcus in de zee van Aguilea op de eilanden een vizioen had, waarin hem voorspeld werd dat hij op
een dier eilanden zou rusten, was hij dan niet de schutspatroon die het
geluk en de voorspoed zou bewaren voor hun grond? Feesten, gezangen,
muziek en gebeden gaan alom op en de geheele bevolking is tegenwoordig
bij den inkomst; de stoet opent met de hooge geestelijkheid, wierook wordt
gebrand en met de grootste devotie werd dit geschenk van den hemel
aanvaard en geplaatst in de kapel der Dogen en de Doge Giustiano Participazio, die kort daarna stierf, laat een aanzienlijke som na tot het bouwen
van een kerk, waardig het stoffelijk omhulsel van Marcus den Evangelist te
bewaren; vanaf den dag dat St. Marcus in Veneti rust, wordt zijn embleem het wapen der stad: op al haar monumenten, geld en vlaggen der
schepen is St. Marcus afgebeeld en ,,Evviva San Marco" zal de kreet zijn
van de Venetianen bij strijd en vreugde. Het wapen van Veneti werd
de leeuw met het boek en 't devies Pax tibi Marce, Evangelista Meus".
De kerk naast 't paleis van den Doge, gewijd aan de heilige Teodorus, de
eerste schutspatroon van Veneti, moet plaats maken voor de St. Marcus

20
Kerk, doch helaas nog geen honderd jaar later, in 976 brandt ze geheel af en
is het lichaam daarbij verloren gegaan althans het kostte veel moeite dat
reliek terug te vinden en zulks gelukte eerst onder de regeering van Doge
Vitalo Faliero (1085-1096).
Eerst tegen de 10e eeuw wordt aangevangen met den bouw van de tegenwoordige St. Marcus kerk, de grootste byzantijnsche kerk in bezit van het
Christendom.
Doch van het jaar 800 af heeft Veneti haar geschiedenis in haar bouwwerken gegrift en al werd de schilderkunst niet beoefend, haar mozaikwerk
geeft uiting aan haar kunstzin, want alhoewel niet inheemsch, doch gekomen
vanuit 't Oosten en van Ravenna, werd ze te Veneti reeds in den aanvang
der 7e eeuw beoefend; deze kunstuiting, onderworpen aan vele regels
en voorschriften omtrent onderwerp en techniek, gaf aan de Venetianen,
die bovenal coloristen waren, de mogelijkheid daarin goede werken te
scheppen, waarvan de fraaiste exemplaren zich bevinden in de Kathedraal
van Torcello. De groote compositie Paradijs", Laatste Oordeel" en Hel"
verdienen ten zeerste de aandacht omdat ze de ontwikkeling van het Venetiaansche genie aantoonen; deze mozaikwerken zijn van de 7e of 8e eeuw
terwijl ook de groote mozaik, de heilige maagd voorstellende met het
kind op gouden fond omringd door de twaalf apostelen, ons treffen door
hunne majestueuze ernst.
Streven naar schoonheid was wel een karakteristieke eigenschap der
Venetianen, want toen deze kunstwerken geschapen werden, werd met
koortsigen ijver gezwoegd; immers zegt Cornellius, deze streken besprekend: Hier brengt de natuur niets voort, in alles moeten de bewoners zelf
voorzien, de zeekust bedijken, moerassen droogmaken, de eilanden verbinden, de huizen bouwen op palen die den grond ingedreven worden en boven
dat alles zorgen voor levensmiddelen, want de natuur geeft niets". Dat alles
moet geregeld worden, bovendien de stedelijke inkomsten en openbare
diensten geadministreerd en voor dit zooveel omvattende werk werd de
grondslag gelegd door de Doge Agnello Partizipazio.
Doch na dien tijd van vrede en groote arbeid wekt de welvaart van Veneti
de afgunst van andere volkeren op en Giovanni Partizipazio heeft onder
zijne regeering wel een zeer woeligen tijd door te maken; Obelerio, de vroegere Doge, doet een inval in Vigiglia, de Venetiaansche troepen loopen over
en een oogenblik schijnt Obelerio zijn doel te bereiken; echter Giovanni
Participazio valt hem aan, maakt zich van hem meester en Obelerio wordt

21

onthoofd. Toch houden de volgelingen van Obelerio den strijd vol, dringen
het Dogepaleis binnen doch gelukkig weet Participazio te ontkomen en
wijkt hij uit naar Frankrijk. Carossio, aanvoerder der partij van Obelerio,
weet zich van de macht meester te maken, doch slechts kort verdraagt het
volk hem; reeds na een jaar maakt het volk zich van hem meester, steekt
zijn oogen uit en verbant hem; Giovanni Participazio volgt hem op, doch
ook dat doganaat heeft slechts een korten duur: in 836 wordt Giovanni
tijdens de mis opgelicht en gevangen gezet in een klooster.
En ondanks al die strubbelingen en twisten vergroot Veneti zich; het
stadskwartier Olivolo omringd met bolwerken, wordt een soort citadel en
heet al spoedig 't Castello.
Het Venetiaansche Volk vermeent thans aan 't hoofd der republiek een
man te moeten stellen die door geboorte en bekwaamheden allen partijen
eerbied moest inboezemen en kiest dan in haar groote vergadering Pietro
Tradenigo, van zeer nobele familie weliswaar afstammend, doch helaas
zonder de noodige kracht en bovendien eerzuchtig en belust op krijgseer;
herhaaldelijk onderneemt hij aanvallen op de zeeroovers, zelfs valt hij in
overleg met den Byzantijnschen keizer de Saracenen aan doch deze krijgstochten bewerkten voor Veneti niet anders dan geheele uitputting van
de schatkist en voor de Venetianen armoede, terwijl bovendien onderlinge
twisten te Veneti heerschten; Tradenigo valt als slachtoffer daarvan. Thans
wordt opnieuw een Participazio tot Doge gekozen en wel Orso Participazio, kleinzoon van hem dien men terecht de redder des Vaderlands"
noemde. Deze Doge heeft veel goeds tot stand gebracht daar hij, inziende
dat alleen vrede en rust land en volk kon doen bloeien, gedurende
17 jaar onafgebroken de vrede heeft bewaard en de rust, die noodig is voor
de ontwikkeling van den handel en industrie, heeft weten te scheppen door
in den aanvang zijner regeering in bondgenootschap met Karei den Kalen
het vooruitdringen der Saracenen in Itali tot stilstand wist te brengen
en eveneens door de zeeroovers die de kusten van Dalmati bewoonden
geheel ten onder te brengen; helaas z'n zoon Giovanni die hem opvolgde na reeds jaren naast hem in Veneti te hebben geregeerd, heeft
na als Doge te zijn uitgeroepen in zeer korten tijd het werk van zijnen
vader geheel vernietigd; na een bestuur van ongeveer zes jaar doet Giovanni afstand van de regeering en wordt opgevolgd door Pietro Candiano,
welke echter na een jaar sneuvelt in een slag dien hij verloor tegen de
Navantijnsche Zeeroovers, zoodat op n zelfden dag de Venetianen het

22
verlies van hun Doge en nagenoeg hun geheele vloot te betreuren hadden.
Het jaar 888 ziet in Veneti als Doge Pietro Tribuno, die de eerste twaalf
jaar van zijne regeering slechts rust en welvaart in Veneti kende en zijn
bijzondere aandacht gaf aan 't versterken van Veneti en toch, ondanks
de verdedigingsmiddelen de kettingen die de waterwegen afsloten, de
zandbanken en ondiepten, dringen in 900 opnieuw de barbaren tot Veneti door; Citta Nuova, Equilo, Chiozza vallen in hun handen en 't lot van
Veneti is onder te gaan". Opnieuw roept de Doge de bevolking op ter
verdediging van hun grond en opnieuw zegeviert de vaderlandsliefde en
als twee jaar later Tribuno, de Doge, sterft, heerscht er diepe en oprechte rouw over hem.
Na Tribuno wordt de Dogezetel ingenomen in 912 door Orso Participazio
ook wel genoemd Badouer, wiens eenige fout wel was dat hij na een regeering van twintig jaar, afstand doet zijner waardigheid en zich in een klooster
terugtrekt; hij wordt opgevolgd door Pietro Candiano II en onder diens regeering had plaats de gebeurtenis die dichters en schilders zoo dikwijls
hebben geinspireerd en die bekend staat als de bruiloft van Veneti.
Het was in Veneti gewoonte dat de huwelijken van de Edelen en voorname burgers op denzelfden dag in dezelfde kerk plaats hadden en reeds
's morgens vroeg bewogen zich de gondels naar Olivolo waar de bisschop,
later Patriarch, zijn residentie had. De jonge paartjes stapten daar aan land
in feestkleeding onder muziek en zang, vergezeld van de ouders en de
vrienden, allen feestelijk uitgedoscht, terwijl in de stoeten medegedragen
werden de geschenken aan de bruid gegeven: juweelen en sieraden, besloten in de fraaie kistjes (arcelle); het volk verzamelde zich langs de treden
en volgde ongewapend door de kleine straatjes deze bruidsoptochten tot
aan Olivolo toe.
Nu wilden de zeeroovers van Istri deze oude gewoonte benutten om een
goede slag te slaan; ze verborgen zich 's avonds te voren op de verlaten
eilandjes en verstaken hunne vaartuigjes tusschen het riet. Op 't oogenblik der godsdienstplechtigheid staken de roovers het kanaal van Olivolo
over, drongen de kerk binnen, sleepten de bruidjes mee met hunne arcelle"
en staken met hun buit van wal.
De Doge, bij deze plechtigheid tegenwoordig, verzamelt de jonge mannen,
de bewoners van Santa Maria Formosa brengen eenige scheepjes tezamen
en een gunstige wind helpt mee om de zeeroovers in te halen in de lagunen van Caorle. Geen hunner ontsnapt, allen werden verdronken en de

23

schoone Venetiaanschen kunnen in triomf in de kerk terugkeeren. Als herinnering aan dit voorval vierde men in Veneti 't feste delle Marie" en
elk jaar werden twaalf jonge meisjes prachtig uitgedost, genood bij den
Doge en daarna bij de voornaamste burgers, hunne gondels omringd door
vele andere en daarna volgde een luisterrijk feest.
Candiano vond echter hierin een reden om de zeerooversnesten geheel
uit te roeien, waarmede hij aanving doch
hetgeen door zijn opvolgers echter eerst
voltooid werd.
Steeds is de grondvesting van een rijk,
een tijdperk van onderlinge verwikkelingen, strijd, zelfs burgeroorlogen, doch
hoever die ook gingen en hoe heftig ze
waren, steeds greep het Venetiaansche
volk in zoodra Veneti zelf slachtoffer
dreigde te worden, echter, zoolang de
twisten niet meer waren dan twisten tusArsenale.
schen families, gelijk de heftige strijd
tusschen de Galoprini en de Morosini, liet men dat rustig gaan; doch wat
ook geschiedde, elke bemoeilijking van den arbeid en handel der Venetianen werd krachtig tegengegaan. De Regeering en 't Volk wijdden zich
aan handel en nijverheid en aan de inrichting hunner staat en als ten
slotte hun bestaan expansie noodig maakt, trekken ze uit en inplaats van
de omringende eilanden, bezetten ze geheele provincies en straks zullen
koninkrijken en volkeren hun ondergeschikt zijn en dit nieuwe tijdperk
vangt aan onder 't Doganaat van Orseolo II.
De groote vermeerdering van 't bezit van Veneti en de suprematie, die
ze verkrijgt in vele gewesten van Dalmati en Croati, komen indirect
voort uit de uiteenstorting van 't Oost-Romeinsche Rijk, waarvan 't oostelijk gedeelte om de Adriatische zee onder regeering van Theodosius
kwam; ook dit rijk had slechts een kort bestaan, want 't slavische ras veroverde en verdeelde het in twee rijken n.1. Croati in 't Noorden en Dalmati in 't Zuiden; doch evenmin als de eilanden, die onder beheer van
Griekenland stonden, hadden de havensteden aan de kusten van Dalmati
en Croati voldoende wapens en troepen om de invallen der barbaren te
weren en waren die dan onophoudelijk slachtoffers van deze zeeroovers.
Om nu in den vervolge 't hoofd te kunnen bieden aan verdere invallen,

24
besloten zij een militaire liga te vormen waarvan aan 't hoofd een enkele
bevelvoerder zou staan en koos men Orseolo II tot het waarnemen dezer
functie, waaruit blijkt dat Veneti toen reeds een machtige positie innam,
welke zij hoofdzakelijk dankt niet aan haar grondbezit, doch aan haar voor
dien tijd althans, uitmuntende organisatie en eenheid harer politiek
naar buiten.
Orseolo aanvaardt deze benoeming in 997, spoedig daarna vaart de grootste
vloot, die ooit de haven van Veneti verliet, uit en zet koers naar Pola; daar
ontvangt hij achtereenvolgens de eerbewijzen der overheden van Parenzo,
Trieste, Pirano, Isola, Rovigno, in n woord van alle kustplaatsen der Istri.
Daarna begeeft hij zich naar Zara, de oudste geallieerde van Veneti in
Dalmati, en wordt hij daar door nagenoeg alle steden uit die landstreek
gehuldigd, als ook door verschillende eilanden als Coronato, Pago, Brazza
en andere, echter Corzola en Lezina weigerden zich aan te sluiten. Onmiddellijk tast de Doge die beide steden aan waarvan Corzola 't eerste valt en
Lezina eerst na een nauwe insluiting zich overgeeft, waarbij Orseolo edelmoedig de bezetting spaart, doch deze steden in zoodanige toestand brengt,
dat geen opstand of rooftocht haar meer mogelijk was.
Deze overwinningen van Orseolo brengen 't einde aan een oorlog die meer
dan 150 jaar geduurd heeft tusschen de Naventynen en Veneti, doch
brengen ook 't einde aan hunne onafhankelijkheid, daar Veneti ze volmaakt domineert en ze vanuit Veneti geregeerd worden door een magistraat Podesta" die de uitvoerder der bevelen van Veneti is. De Doge
voegt bij zijn titels nog dien van Hertog van Dalmati.
Orseolo, verre van de overwinningen uit te buiten of nieuwe oorlogen te
beginnen, vergroot den invloed en welvaart van Veneti door den vrede
te bewaren en door inwendige verbetering in 't bestuur aan te brengen;
door middels overeenkomsten met bevriende vorsten en staten den invloedssfeer van den Venetiaansche handel te bevorderen, door voorkeursrechten of tolvrijdommen te verkrijgen. Opnieuw voegt het Venetiaansche
Volk hem zijn zoon toe als medebestuurder in dank voor hetgeen Orseolo
voor Veneti gedaan heeft en als later de zoon als slachtoffer van de pest
sterft, zien we den vader, ondanks zijn hoogen leeftijd, zich van de smart
vermannende, opnieuw alleen aan 't hoofd van Veneti en steeds arbeidend
om Veneti groot te maken. Hij vermeende niet genoeg voor Veneti gedaan te hebben, want als hij sterft, laat hij het grootste gedeelte van zijn
vermogen aan deze stad na. Na zijn dood wordt zijn tweede zoon, Ottone

25
Orseolo, eenstemmig tot Doge uitgeroepen, onder wiens regeering Dalmati verder gevrijwaard wordt tegen invallen der Croaten; toch wordt
deze Doge verdreven door Flabenigo, die echter niet tot Doge wordt uitgeroepen doch inplaats van hem wordt benoemd Centranigo, die er niet
in slaagt geliefd te worden door het volk. Door den Aartsbisschop van
Grado wordt zelfs een samenzwering op touw gezet teneinde den verjaagden Doge Orseolo opnieuw in den Dogezetel te verheffen, hetgeen
niet gelukt en als resultaat had dat Domenicus Flabenigo, broeder des
Dogen, als verrader des Vaderlands uit Veneti verbannen wordt. Ter
zelfder tijd sterft de door Flabenigo verjaagde Doge Orseolo. .
Het overlijden bracht een oogenblik stilstand in den strijd, een aarzeling
waarvan Domenigo Orseolo gebruik maakt om op grond van vermeend
erfrecht zich van Veneti meester te maken en zich tot Doge te doen uitroepen. Deze aantasting der volksrechten wordt door de Venetianen niet
geduld en spoedig moet deze Doge dan ook vluchten naar Ravenna waar
hij kort daarna sterft.
Na de vlucht van Orseolo roept het volk, teneinde zeker te zijn dat deze
niet meer zal terugkeeren, in Veneti tot Doge uit Domenigo Flabenigo,
de man die voor nog geen zes maanden verrader des Vaderlands verklaard
was; het was deze Flabenigo die een einde maakte aan het gebruik, dat
tijdens het leven van den Doge reeds de keuze van den volgenden bepaald.
Door deze afschaffing werd opeens een einde gemaakt aan de steeds zich
herhalende troebelen bij 't overlijden van een Doge en zeker heeft alleen
hierdoor Flabenigo zijn land een zeer grooten dienst bewezen, hoewel de
reden die Flabenigo had aan deze Doge-keuze een einde te maken, niet
juist nobel mag genoemd worden.
Onder zijn opvolger Contarini werd de eerste regelmatige rechtbank in 't
leven geroepen en ook hierdoor de volstrekte macht des Dogen begrensd.
Zonder bijzonder groote gebeurtenissen regeeren de Dogen Dominico
Selva, Vitale Falieri, welke laatste in 1085 het tractaat hernieuwde met keizer
Alexis, dat den Venetianen het recht gaf binnen te loopen in alle havens van
het Oostelijke Keizerrijk. Er is groote samenhang tusschen het hernieuwen
van dit tractaat en het deelnemen van Veneti aan de Kruistochten, waartoe Paus Urbanus III den stoot gaf; immers het vooruitrukken der Turken
die in Azi de steden en havens bezetten, waar Veneti recht tot handeldrijven en ook haar neerzettingen had, noodzaakte deze stad ter verdediging van eigen bezittingen deelgenoot te worden in deze Kruistochten en

26
wij zullen zien hoe Veneti hare geheele krachten gevende aan deze tochten, nimmer haar belang uit 't oog verliest en hoe zij de door haar opgenomen plicht geheel vervullende, doch ook van die kruistochten tevens gebruik maakt haar invloed en macht te doen groeien en tenslotte de eenige
staat is die uit dezen strijd machtiger, rijker en grooter te voren treedt; ook
benutte zij deze gelegenheid de haar nog weerstrevende landen en steden
voorgoed te verpletteren terwijl ze steeds hare medestrijders wist te bewegen haar zin te volgen; deze politiek werd aangevangen onder den
Doge Vitale Michieli en naderhand op meesterlijke wijze voleindigd door
den grootsten Doge van Veneti, Enrico Dandolo.
Reeds in de eerste kruistocht worden de kruisvaarders vergezeld van een
vloot van ruim tweehonderd zeilen waarvan bevelhebber was de zoon van
den Doge Vitale Michieli en reeds toen hebben ze van die kruistocht gebruik gemaakt om hun macht te vergrooten; na bij Rhodes een bloedige
slag geleverd te hebben aan de vloot van Pisa, komen ze voor Smyrna, dat
ze plunderen en verbranden; daarna sluiten ze aan de zeezijde Jaffa in,
welke stad belegerd werd door Gotfried van Bouillon en dat, dank zij hun
hulp, ingenomen wordt.
Bij de volgende campagne zijn de Venetianen deelgenoot in de belegering
van Ascalon en Capha; in 1104 verkrijgen de Venetianen als belooning
voor hunne diensten een deel van Ptolmais (Se. Jean d'Acre) en vrijheid
van handel in 't geheele rijk van Boudewijn, Koning van Jeruzalem.
De voorrechten die Veneti toen verkreeg werden eveneens verleend aan
Pisa en Genua en hieruit spruit de rivaliteit voort die zich later tot langdurige en bloedige oorlogen zal ontwikkelen.
De groote bloei van Veneti was de oorzaak van afgunst in 't bijzonder
van Padua, die van 't oogenblik dat de Venetiaansche vloot uitgezeild
is naar 't Heilige Land, gebruik maakt om Veneti aan te vallen; zij wordt
echter terug geslagen en verplicht terug te keeren, behalve bij Zara in
Dalmati, waar de Venetianen een nederlaag leden en nog meer dan vijf
jaren moeten blijven strijden tegen den Koning der Hongaren; bij die vele
onheilen van den oorlog voegde zich ook nog een rampzalige brand die te
Veneti uitbrak en de voornaamste wijken vernietigde, terwijl, alsof de elementen zelf Veneti vijandig gezind waren, een vloedgolf Malamoco overstroomde en dat gedeelte der stad door de bevolking moest worden
verlaten.
Bij het bestudeeren van de geschiedenis van Veneti valt het steeds weer

27
op dat tegenslag instede van de Venetianen te ontmoedigen, integendeel
hun weerstandsvermogen doet toenemen en dat ze steeds nieuwe krachten
vinden om de tegenslagen te overwinnen; zoo ook in dezen, als temidden
van al deze rampen bericht komt van de overwinningen der muselmannen
op de christenen en van de gevangenneming van Boudewijn, Koning van
Jeruzalem, zijn de Venetianen ondanks al hun rampen de eersten om de
verdedigers van hun geloof ter hulp te snellen; de Doge Domenico Michieli
neemt het bevel over de vloot en weldra is door hen Jaffa, Tyr en Ascalon
weder in bezit van den Koning van Jeruzalem en wel verdiend waren de belooningen aan Veneti gegeven voor deze daden; doch de steeds grooter
stijgende macht en invloed wekten de ijverzucht van andere volkeren; dit
keer zijn het de Grieken die, geen Noormannen meer te vreezen hebbende,
nadat deze door Veneti duchtig gestraft waren voor hunne zeerooverijen,
zullen beproeven Veneti nadeel te berokkenen ten eigen voordeele.
Met medewerking van Gomenius, Keizer van Constantinopel, meenen de
Grieken de Venetianen te kunnen treffen, terwijl zij tevens Koning Etienne
bewegen opnieuw Dalmati te bezetten zoodat op 't zelfde oogenblik twee
oorlogsverklaringen Veneti bereikten en dat terwijl de vloot lag voor de
veroverde havens van Syri, doch hoe anders liep het uit dan de berekeningen van Veneti's tegenstanders. Rhodes werd door Michieli bezet gelijk
ook Scio; de eilanden Samos, Mitylene en Andros geplunderd; Morea platgeloopen en Dalmati geheel aan de Hongaren ontrukt, tevens verkreeg Veneti de voordeden waarvan Amalfl, Napels en Gaeti vroeger genoten zoodat inplaats vernederd, Veneti grooter en machtiger was dan ooit te voren.
Na eenige jaren van betrekkelijke rust, vinden we omstreeks 1150 Veneti,
dat zich nagenoeg volkomen geisoleerd had wat hare politiek betreft, in
't brandpunt van een godsdienst-oorlog door het dubbele pausschap van
Alexander den Derden en Victor den Vierden, welke laatste in zijne aldan niet vermeende rechten krachtig ondersteund werd door Frederik
Barbarossa; terwijl Veneti Alexander den Derden erkende en hem hare
hulp aanbood. De gevolgen van den strijd tusschen deze beide pausen
heeft groote gevolgen ook voor Veneti, die wij later beschrijven doch het
aanvaarden van den strijd geeft een der vele bewijzen dat Veneti hem,
wien zij bescherming beloofd heeft, blijft beschermen wat er gebeure ook
al zou, gelijk toen, de grootste macht zich tegenover haar stellen.
De patriarch van Aquilea, voorstander echter van Victor, vond in het
partijkiezen van Veneti gereede aanleiding Grado aan te vallen welke stad

28
hij plunderde, het aartsbisschoppelijk Paleis in brand liet steken en de
Kathedraal profaneeren, hetgeen vooral voor een patriarch een zeer bijzondere wijze is om de rechten op den pauselijken stoel te bewijzen; doch
niet lang duurt zijn tocht: op Grado zelf worden zijn troepen verslagen en
hijzelf met twaalf monniken vallen in handen van den Doge. Deze geeft
aan den patriarch en de twaalf monniken de vrijheid terug doch onder de
zeer vernederende verplichting elk jaar aan Veneti uit te leveren een stier

Vaart der Bucentoro" door de Lido voor het Huwelijk der Zee
dat plaats had op Hemelvaartsdag.

en 12 varkens voorstellende de patriarch en de twaalf monniken; deze


werden alsdan in optocht voor den Doge gevoerd en in zijn tegenwoordigheid op 't Marcusplein onthoofd; dit gebruik heeft zich gedurende
eeuwen gehandhaafd.
D e strijd om den Pauselijken zetel wordt jaren lang voortgezet en Barbarossa heeft Alexander den derden uit Rome verdreven en van de Pauselijke
waardigheid vervallen verklaard; de Paus vlucht naar Veneti waar hij met
eerbewijzen wordt ontvangen; Barbarossa sluit met een vloot van ruim
zeventig galeien Veneti in, eischt uitlevering van Alexander den Derden
wijzende op zijn groote overmacht ter zee, doch Veneti breekt haar woord
niet, beschermt hem dien zij gastvrijheid verleent en weigert uitlevering.

29
Tegenover de ruim zeventig galeien van Barbarossa kan Veneti er nog
geen veertig stellen, doch de Venetiaansche aanvoerder en de bemanning
waren beter zeelieden en inplaats van den aanval van Othon, zoon van
Barbarossa, af te wachten, tastten zij de vijandelijke vloot aan versloegen
die geheel bij Kaap Salborno in Istri en namen Othon gevangen. Deze
tegenslag, waarbij hij de bloem van zijn troepen verloor, noodzaakte Barbarossa vrede te sluiten met Alexander den Derden en toen de Paus den
vorst die hem twintig jaar vervolgd had geknield voor hem zag, vergat hij
zich zoover dat hij den voet op den nek van Barbarossa plaatste, waarop
deze verontwaardigd uitriep: het is niet voor U dat ik mij verneder, doch
voor Petrus, wiens plaatsvervanger gij zijt!" Voor mij, gelijk voor
Petrus" voegde de Paus hem toe, opnieuw den voet op 's Keizers nek
plaatsend.
Deze samenkomst tusschen Paus en Keizer maakte een einde aan den
zeventienjarigen strijd en gaf de rust weer die zoozeer door de uitgeputte
steden en landen verlangd werd en zeker is het een glorierijke voldoening
Veneti gegeven, dat de St. Marcuskerk het tooneel van de verzoening
tusschen deze twee machtige tegenstanders was.
Wl moet het op den 24 Juli 1177 Veneti een schitterende aanblik gegeven hebben, toen Paus Alexander de Derde omringd door kardinalen,
patriarchen, bisschop en prelaten en vergezeld van den Doge Sebastiano
Ziani, de vele prinsen en gezanten van de vreemde mogendheden en de
ontelbare voorname vreemdelingen onder het voorportaal der St. Marcus,
de eerbewijzen ontving van Keizer Barbarossa, zijn grooten tegenstander,
die in rijk versierde schepen van San Niccol del Lido de lagunen afvoer
met een luister niet minder als die des pausen.
Ter belooning schonk de Paus aan den Doge zijn ring, symbool van alle
investituur met de woorden: Ontvang hem als 't teeken van het keizerrijk
der Zee, U en uwe opvolgers zullen de zee elk jaar huwen, opdat de wereld
wetedat zij uwe republiek onderworpen is gelijk de vrouw aan den man".
Deze plechtigheid geschiedde elk jaar in Veneti tot aan de overheersching
van Veneti door Napoleon en het is dit gebruik dat de Venetiaan noemt:
Lo spozalizio del Mare".
Het huwelijk der zee, ziedaar een gebeurtenis in Veneti waarvan elk
Venetiaan U in kleuren en geuren de bijzonderheden zal vertellen, het
langst volgehouden gebruik van de Dogestad, symbool harer macht en
grootheid. Ze bleef gehandhaafd na het verval van Veneti en talloos

30
zijn de bijzonderheden die elk goedgeaarde Venetiaan U wil mededeelen.
Denk U op een helderen dag te Veneti, 't blauwe uitspansel, de heerlijke
zon, de zeelucht, alles werkt mee om hoofd en hart te vullen met een overheerschend gevoel van blijheid en geluk, de geheele ochtend reeds heerscht
vroolijkheid, alom klinken de klokken van alle campaniles, de kanonnen van het arsenaal en het kasteel
overstemmen met hun gebulder
alle andere geluiden, heden spreken ze echter van blijheid en grootheid, geheel Veneti heeft zich
opgemaakt en een schitterende
menigte verzamelt zich op 't Marcusplein en ginder aan de piazzetta
liggen de ranke gondels versierd
met hunne veelkleurige wimpels,
vlaggen en wapens der nobili",
de grootere barken ook geheel versierd, omringen de bucentoro",
't schip der Dogen, dat waardig en
vol majesteit wacht op de komst
des Dogen.
't Middaguur wordt aangekondigd,
de Porte della Carta" openen zich
plechtig en de groote ceremonie vangt aan: de Doge met de gezanten
der vreemde mogendheden, de Signoria" komen; voorafgegaan door de
acht vaandeldragers, dan zes bazuinblazers, daarna twee kinderen met
linten gesierd, de gevolgen der ambassades, de fluitspelers (flfferari), de
stalmeesters des Dogen; een diaken draagt een gewijde kaars door den
Paus gezonden, dan de grootkanselier gekleed als senator, voorts de Ballotino" een knaap rijk gekleed, wiens onschuldige handen de urn ledigen bij
de verkiezing des Dogen. Dan eerst komt de Doge in hermelijnen mantel
met gouden knoopen, een blauw onderkleed, 't hoofd gedekt door de
Doge-muts waarop een gouden kroon in edelgesteente gezet; rechts van
hem de legaat des Pausen, links de keizerlijke gezant (Cesareo), dan de
gezanten en de twee officieren, het zonnescherm en 't zwaard des Dogen

31
dragende; de Signoria en de leden van den Hoogen Raad sluiten de stoet.
Op de Bucentoro is alles in afwachting, de patricirs hebben hun plaatsen
ingenomen, op de voorplecht bevinden zich de admiralen van 't Arsenaal
in Lido, de admiraal van Malamocco, wiens functie is het gevaarte te besturen, staat bij 't roer en de werklieden van 't Arsenaal (Arsenaloti) omringen de officieren en voeren de orders uit.
't Anker wordt gelicht en statig beweegt zich het vaartuig, voortbewogen

Gezicht op 't Palazzo Ducale.

door tweehonderd roeiers, onderin 't schip geplaatst; de kanonnen bulderen, de muziek speelt, de lucht trilt van de opwekkende geluiden, ieder
juicht, duizenden gondels en andere vaartuigen volgen 't Doge-schip, het
geheel is een onbeschrijfelijke schilderij vol lijn en kleur en op den achtergrond troont de stad, statig zich verheffend uit de zee als 't tastbare bewijs,
van wat menschelijke wil en kracht kunnen voortbrengen. Op 't eiland
St. Helena komt de Patriarch van Veneti aan boord en verder gaat de
Bucentoro voorbij St. Nicola en in de hooge zee gekomen vervult de Doge
zijn grootste jaarlijksche ceremonie met de woorden: Zee, wij huwen
je als bewijs onzer eeuwige en waarachtige heerschappij".
Een lange juichtoon, een kreet van triomf weerklinkt en voert met zich
de trots en de vereering voor 't groote werk door de voorzaten volbracht.

32
Geen wonder dat die dag, die plechtigheid, zich grifte in 't gemoed van
eiken Venetiaan, hem liefde gaf voor zijn stad, zijn land, zijn rijk en 't
onderwerp was van de tallooze verhalen door dichters in ballade gezongen
en die 's avonds klinken over 't stille blauwe water in de heimelijke nacht
wanneer de lichten der lantaarns op de gondels als glimlichtjes voortschuiven, onhoorbaar over de wateren die de paleizen en woningen omspoelen
en zacht kabbelen aan de voeten van de Koningin der Adriatische Zee".
Door de veelvuldige branden waarbij geheele stadsgedeelten verwoest
werden, was men in de 12e eeuw begonnen steenen huizen te bouwen en
verrees hier en daar een palazzo", ook het eerste Dogepaleis was voltooid,
dit werk werd in de 9e eeuw begonnen ter plaatse waar vroeger 't Broglio" was, een soort houten kade die de kerken, drie eeuwen tevoren gesticht door Narses, verbond met de lagunen; dit Broglio", treurig en
eenzaam, met hier en daar een enkele boom, 't geheel omringd van drasgronden en weide, was door de Venetianen gedurig verfraaid en bebouwd,
aan een der zijden 't Doge Paleis, ter andere de oude Munt en de Libreria
Vecchia (oude bibliotheek) gebouwd door Sansovino en op den achtergrond de Capanila links daarvan het St. Marcusplein, terwijl de St. Marcuskerk zich rechts bevindt. Op 't Piazzetta vallen het eerst op de beide kolommen van graniet, aan 't eind der 12e eeuw door Doge Sebastiano Ziani
uit Constantinopel medegebracht en ter plaatse opgericht door Nicola
Barattiero; eigenlijk waren het er drie, doch bij de ontscheping is een daarvan te water gevallen en kon door zijn zwaarte niet meer aan de oppervlakte worden gebracht.
De beide zuilen, thans op 't piazzetta staande zijn bekroond, een met 't
standbeeld van St. Teodorus, een der schutspatronen van Veneti en de
andere met den gevleugelden leeuw van St. Marcus die tijdelijk een plaats
vond op de Esplanade des Invalides te Parijs, doch in 1815 door de Oostenrijkers, toen bezetters van Veneti, wederom op zijn oude plaats gebracht.
Cave Columnas" (past op voor de kolommen) zei men te Veneti, immers
daar werden de vonnissen ten uitvoer gebracht.
Ook de St. Marcuskerk is gebouwd, begonnen in 1043, beindigd in 1071
onder de Doges Ziani, Pietro Orseolo, Dominico Contarini en Domenigo
Selvo, doch voortdurend werden nog verfraaiingen zoowel in- als uitwendig aangebracht. Bij den bouw werden aangewend gedeelten van oude
Grieksche gebouwen uit Constantinopel en van de eilanden van den Griekschen archipel door de Venetianen aangevoerd en ondanks de verschillende

33
onderdeden wist de onbekende bouwmeester dit uiteenloopend materiaal
aan te wenden en een gebouw te scheppen, dat uit verschillende stijlen bestaande, toch imponeert door zijn fraaie verhoudingen en de grootheid
der massa. Deze Basiliek is een veelheid van stijlen doch waarin de Byzantijnsche, Gothische en Renaissance bouworde het meest spreken; de grondvorm is een Grieksch kruis, terwijl in totaal meer dan 500 kolommen 't geheel schragen of versieren; boven de hoofdingang staan de vier beroemde
bronzen paarden tot opluistering van dit Christelijke heiligdom, gehaald van
't hippodrome te Constantinopel, de gouden paarden", kunstwerk van
Lysippus die den triomfboog van Nero en later dien van Trajanus versierden te Rome; door Constantinus naar Byzantium gebracht, werden ze door
de Podesta Zenno naar Veneti gezonden; later zal Napoleon ze wegvoeren naar Parijs ter versiering van de Place du Carrousel, doch in 1815
worden ze door Keizer Frans den Eersten, toen heerscher over Veneti,
wederom op de St. Marcus geplaatst.
Ofschoon sterk overhellende naar de Byzantijnsche Bouwstijl, is ze noch
zuiver Byzantijnsch en in 't geheel niet Noord-Italiaansch; juist alsof
de Venetiaansche Overheid in dezen bouw heeft willen aanduiden dat
Veneti West en Oost vereenigde en inderdaad schijnt deze wensch voorgezeten te hebben; immers was oorspronkelijk de bedoeling deze kerk in
den vorm van een latijnsch kruis te bouwen; dat wordt onder de regeering
van Doge Contarini gewijzigd in een Grieksch kruis en de platte daken in
afgeronde koepels veranderd, trouwens de St. Marcus was oorspronkelijk
zeer streng van lijn, doch onafgebroken werd ze verfraaid en veranderd,
zoodat ze ten slotte is wat ze moest zijn n.L uitwendig het symbool der
grootte en van den rijkdom van Veneti, terwijl de kerk van binnen 't diep
religieuse gevoel der Venetianen aangaf; indien van dit standpunt
wordt uitgegaan, zal men de Basiliek veel fraaier vinden en zich vereenigen met een versiering die aan een Godshuis" niet behooren te zijn.
Er kunnen kathedralen zijn grooter en rijker aan artistieke monumenten
maar er is geen in gotische, noch in romaansche, noch in renaissance stijl
dat een zoodanige indruk van merkwaardigheid en levensvolheid geeft
aan de San Marco.
Adolfo Venturi zegt in zijn werk Storia dell' arte Italiana":
Op den eersten boog zijn in spiraalvorm takken aangebracht niet zuiver
geometrisch, gelijk Antelami placht te doen, noch met de schaarsche magere
bladen, doch gevuld met rijke vegetaties; menschen en dieren die de

34
plaatsen innemen van de bouquetten en bloemen die de liefde waren van
de Lombardijnsche kunstenaars. Op de bovenste boog ziet men een vrouw
de aarde voorstellende, rustende op een draak, waaromheen in elkaar gestrengeld bloemen en bouquetten, die aan de andere zijde eindigen bij een
grijsaard Den Oceaan? aan wiens lippen draken bijten; tusschen de
takken verscheurt een leeuw een hert; twee kameelen komen aangestapt,
een vogel eet druiven, terwijl een vos de vogel besluipt, een adelaar voert
een eekhoorn mede, een ander verscheurt een haas, een wolf bijt een lam,
Samson doodt een leeuw en overal zijn planten aangebracht en men ontdekt nog een man op een stier, een vrouw en een leeuw, kinderen spelen,
jagers maken jacht op een stier; mannen bestrijden leeuwen; mannen en
vrouwen vermaken zich, een grijsaard buigt zich tot een kind en geeft
hem een bloem en toch spreekt uit die chaos van figuren duidelijk het
idee van den kunstenaar die een voorstelling wil geven van 't leven, de
jeugd, het krachtige leven en den ouderdom, de gevaren die den mensch
omringen; z'n vereeniging met de vrouw, de overwinning door z'n kracht
en arbeid, de wijze ouderdom."
Deze omschrijving geeft een idee van de ingewikkelde samenstelling van
't beeldhouwwerk van den kunstenaar der 13e eeuw, terwijl dit alleen de
beschrijving van een gedeelte van een voor-portaal is en op deze wijze
zijn alle muren gebeeldhouwd; er is aan de geheele St. Marcus geen plek
die niet versierd is hetzij met beeldhouwwerk 't zij met mozaek.
Beziet de twaalf maanden" in een tympaan aangebracht en de andere
mozaekwerken, dat is slechts te zeggen bewondert het en laat deze kunst
op U inwerken; het is onmogelijk al het beeldhouwwerk te bespreken.
Ook het werk van Pisano zal men er vinden want ook hij werkt en verfraait de Basiliek en toont zich reeds de voorlooper der Renaissance.
Het inwendige te beschrijven is onmogelijk, men volsta dus met de aanduiding van de grootsche conceptie der kunstenaars die van mozaek tot
mozaek, van gewelf tot gewelf de geschiedenis van het Christelijk geloof
hebben willen uitbeelden en dat groote plan hebben verwezenlijkt: de
geheele Heilige schrift is daar in beelden weergegeven, zoodat vier eeuwen
vrdat Michel Angelo de schepping in de Sixtynsche Kapel zou schenken, deze reeds aangebracht werd in de St. Marcuskerk te Veneti.
In de St. Marcus werden de Dogen begraven en velen van hen hebben
daar een monument dat elk op zich zelf weder een kunstwerk is.
Inderdaad de grootste en voornaamste kerk in Veneti, was zij althans tot

35
1807 niet de Kathedraal van Veneti; religieus was Veneti afhankelijk
van Grado, daar was de residentie van den Aartsbisschop, residentie later
verlegd naar S. Pietro di Castello. De St. Marcuskerk was de kapel der
Dogen; in de St. Marcus werden de Dogen gekozen; daar legden de
nieuwbenoemde Dogen hun eed van trouw af en meer wereldsche ceremonin vonden in de St. Marcus plaats; voor de Venetianen was de
St. Marcus 't symbool van hun stad en de vele schenkingen aan de St.
Marcus gedaan, waren even goede bewijzen van hun patriotisme als voor
hun religieuse gevoelens, dooreenstrengeling die door het Bestuur van
Veneti steeds werd versterkt met dien verstande evenwel, dat het nimmer
een invloed op zijn macht door de geestelijkheid toestond, doch integendeel steeds liet voelen dat ieder op zijnen bodem hem gehoorzaamheid
verschuldigd was en dat het overtreding hiervan ten strengste strafte.
Vele zijn de schatten die de St. Marcus bevat; uw reisgids zal er vele
noemen, doch misschien vermeldt die weer niet dat een wet voorschreef
dat elk vreemd schip dat Veneti binnenliep een offer moest brengen ter
verfraaiing der St. Marcus en al werd de waarde van die gift niet bepaald,
toch bracht 't belang des reeders wel mede die schenking zoo te doen
zijn, dat hij de welwillendheid van de overheid daarmede verkreeg. Veel
van datgene dat bij overwinningen der Venetianen de overwonnenen
moesten afstaan of wat gedurende den tijd waarin de overwonnen steden
vrij konden beroofd worden en door de krijgslieden als goede buit werd
beschouwd, diende tevens ter verfraaiing der St. Marcus en als we nu weten
dat groote deelen van de St. Marcus bestaan uit oude Grieksche tempels,
dan zien we in de St. Marcus zelf toch werkelijk de belichaming der grootheid van Veneti en krijgen wij eerbied voor den onbekenden bouwmeester
die van zoo heterogene deelen een zoo fraai geheel wist te scheppen
met zijn vele torens, zijn lieflijke kleuren, 't goud, 't blauw en groen van
zijn mozaek, kleuren die veranderen met elke verandering in de lucht en
die op elk uur, op eiken dag anders aandoen, doch steeds mooi zijn.
Ook de aankomst van 't lichaam van Marcus te Veneti heeft een groote
beteekenis en invloed op haar handel, immers een decreet van den Keizer
van 't Oost-Romeinsche Rijk, door den Doge erkend, verbiedt elke aanraking zij het slechts voor handelsdoeleinden met den ongeloovige, en als
nu de Venetiaansche kooplieden in 't geheim toch handeldrijven met den
ongeloovige" en er in slagen 't lichaam des heiligen Marcus mee te voeren,
zien in dit miraculeuse geluk de Venetianen 't bewijs van hun geheele on-

36
afhankelijkheid en volstrekte vrijheid van handel en als bij de aankomst
de nobelste families den last op hun schouders dragen, hem brengen in de
kapel des Doges is er geen twijfel meer of Marcus, de nieuwe schutspatroon, was gezonden als een teeken dat Veneti geen ander meer dan
dezen schutspatroon boven zich behoefde te dulden.
Misschien merkt U op dat de St. Marcus aan drie zijden een soort van
Atrium heeft dat niet behoort bij een Christelijke kerk, althans is dat niet
gebruikelijk; de oorsprong van dit Atrium wordt gevonden in de Moskee's
der Muzelmannen en was ook aangewend in Christelijke kerken en diende
dit Atrium tot verblijfplaats van hen die nog niet aangenomen waren en
dus geen toegang tot de kerk hadden; vol was 't Atrium op het Paaschfeest, als in de kerk de Doge met de geloovigen en de ambtenaren van
de republiek de mis bijwoonde, want dan werden de nieuwe lidmaten
toegelaten tot de kerk van Christus; prachtig verlicht was 't gebouw, heerlijk
werd er gezongen en een voor een werden ze geleid tot den Bisschop die
hen zegende; den volgenden ochtend herkwamen ze dan bij de Paaschmis en legden hun eerste communie af.
Het Atrium is dus geen deel van de kerk; 't is de voorhof en in overeenstemming daarmee is dat Atrium versierd met beelden uit 't oude testament, terwijl de kerk zelf versierd is met voorstellingen van 't nieuwe
testament.
Oorspronkelijk was de Marcuskerk eenvoudig, haar muren zonder ornament, haar nissen ledig zoodat niets erop wees welke pracht zij naderhand
zou dragen. De opvolger van Doge Contarini, de Doge Domenico Selvo,
die haar blootvoets betrad, was de man die de eerste en de meest belangrijke verfraaiing aan de St. Marcus aanbracht, die de fresco's liet aanbrengen welke herinneren aan de Sophia en de San Vitale; hij deed van
Griekenland de fraaie marmers komen die bij de opgravingen gevonden
werden en toen brachten de overwinningen de verdere schatten, standbeelden, boeken, paarden, edelgesteenten, allen bewijs van de liefde voor
Veneti en zoo werd deze kerk een wonder van schoonheid, een museum
der werken van vele eeuwen en velerlei beschaving en al zijn er grootere
religieuse monumenten, geen is zoo schilderachtig, zoo verleidend, geen
geeft zoon visie van kleur en licht noch heeft zulk 'n materieele rijkdom
noch zulk een symboliek door artistieke bouw, versiering en licht.
Ingewijd in de 12e eeuw heeft ze onmiddellijk het patriotisch en nationaal
karakter gekregen en lange jaren diende de St. Marcus als plaats der be-

37
sprekingen voor belangrijke staatszaken; oorlog en vrede werden daar verklaard, de Dogen er gekroond, buitenlandsche gezanten ontvangen, in n
woord het was 't centrum van het geestelijke en staatkundige leven en
daaruit werd de behoefte geboren haar steeds meer en meer te verfraaien.
En in deze kerk werd over het lot van vele landen beslist; hier op die
banken van het koor verzamelden zich gekleed in fluweel en brocaat met
baret en pluimen de procurateurs van St. Marcus, de Raad van Tien, de

Interieur van de San Marco.

Doge, pausen, keizers, koningen, prinsen; terwijl hooge gasten hier zich
vereenigden om eer te bewijzen aan God en aan Veneti alvorens deel te
nemen aan de feesten te hunner eere. Hier waren de beraadslagingen der
vrije democratische republiek die hare belangen en rechten wist; hier werd
de kreet Evviva San Marco" aangeheven, wanneer tot nieuwe oorlogen
besloten was; hier baden de ridders alvorens te vertrekken ter bevrijding
van 't Heilige Land.
Nog even moet ik uwe aandacht vragen voor de beide pilaren die de
baldakijn van het hoog-altaar schragen; ze zijn kunstschatten van den

38
eersten rang, in 't bijzonder door hun ouderdom en de onderwerpen waarmede ze versierd zijn; van basis tot aan kapiteel dragen ze relifs die de
grens aangeven tusschen twee perioden der kunst.
De geschiedenis der Christelijke beeldhouwkunst heeft slechts een onvoldoende belangrijkheid toegekend aan deze twee kolommen" zegt Venture.
Zanetti beweert, dat ze uit de 11e eeuw dagteekenen. Cicognara ontkent
dit op grond van 't feit dat de bodem van Veneti geen marmer oplevert
althans zeer schaarsch daaraan was; Pietro Selvatrio bevestigt niets.
Lazzari en Zanetti zeggen, dat ze zuiver Venetiaansch zijn. Doch op zijn
beurt geeft Garrucci, na beeldhouwwerk uit de 5e eeuw te hebben bestudeerd, een negatief bewijs op de bovengemelde meeningen. Dobbert
beweert, dat ze tot de tijden van 't eerste Christendom behooren. Zorzi
tracht te bewijzen, dat ze in Ravenna vervaardigd zijn; waarschijnlijk komen
ze uit Pola in Istri vanwaar ze medegenomen werden en geplaatst in de
basiliek van Ravenna om in 1243 vandaar door de Venetianen geroofd en
naar Veneti gebracht te worden, zoodat ze tenslotte noch zijn van Veneti,
noch van Ravenna, noch van Rome, doch vervaardigd in den bloeitijd
der beeldhouwkunst in Pola op het tijdstip, dat in Ravenna de beeldhouwkunst niet veel meer beoefend werd.
Van den troon der Dogen tegenover 't altaar is niets meer over; hier is
thans een soort troon met een strenggemodeleerde zetel waarop de patriarchen van Veneti plaats namen; zetel dikwerf ook ingenomen door den
prelaat die later te Rome als paus zetelde.
Niet te dikwijls en niet lang genoeg kunt ge de St. Marcus bezoeken, telkens
zult ge andere schoonheden zien die ge niet opmerktet, doch neemt uw
tijd er voor, want de indruk, die de St. Marcus op U maakt, verlaat U niet
en zal U bijblijven als een droom van schoonheid en U een herinnering
geven die niet meer uitgewischt kan worden.
Thans naar 't Dogepaleis, doch 'k bid U even te rusten op t Plein in het
bekende wereldberoemde restaurant Florian"; hier verzamelt zich de
menigte toeristen uit alle werelddeelen, hier komen de Venetianen, hier
is 't centrum van 't verkeer; heerlijk gezeten in de schaduw genieten we
't schouwspel en gelijk dit al honderden van jaren geschiedde, strooien
we wat mais voor de duiven, die bij duizenden over 't plein zweven en
zich bij en op U neerzetten en dan mijmeren wij en zien de groote geesten,
die over deze plek schreden, in gedachte voorbij gaan; dan voelen wij dat
deze stad, in dien bodem geheel door menschenhanden gebouwd en aan

39
de baren ontworsteld, een eigen geest en kracht heeft, dat oerkracht en
heldengeest schiep, een tastbaar bewijs van wat 's menschen wil en werk
vermogen, en zelfs in haar verval nog een schoonheid heeft dat Veneti
inderdaad maakt tot een droom van heerlijkheid van alle tijden.
Alvorens verder U rond te leiden op het Marcusplein en 't Dogepaleis
moet ik U op iets wijzen, n.1. op de Ponte dei Sospiri" de bekende brug
der zuchten, die beide deelen van 't Dogepaleis ter hoogte der tweede
verdieping verbinden; maar al te graag wordt verteld dat hij die deze brug
als gevangene passeerde, zeker was onder die brug wreedaardig te worden
verdronken, iets wat geheel onjuist is; verdrinking als doodstraf had plaats
in 't Ganal van Orflni dat elders gelegen is, terwijl de Ponte dei Sospiri"
eigenlijk is een bewijs voor de zij het ook betrekkelijk verlichte rechtspraak
in de Dogestad: door deze geheel ingebouwde brug werden de gevangenen voor de vierschaar gevoerd, konden zich daar verdedigen, werden
zelfs rechtskundig bijgestaan en zonder te willen beweren dat wreedheid
en hardvochtigheid in Veneti onbekend waren, was toch de Venetiaansche
rechtspraak milder dan die in andere landen; misschien was Veneti wel
de eenige staat die bij de gevangenissen ook een soort hospitaal had voor
de zieke gevangenen en als U straks zult huiveren bij 't zien der Pozzi",
die onderaardsche gevangenissen, die bij vloed gedeeltelijk onderliepen of
wel bij de Piombi", de cellen onder de looden daken gelegen, waarin
de bewoners op den dag smachtten onder de hitte van de brandende
zon en 's avonds geplaagd werden door de duizenden muggen en muskieten, bedenk dan dat deze cellen bijna of nooit onder de Venetiaansche
regeering werden gebruikt. Een der laatste gevangenen was Silvio Pellico,
de Italiaansche vrijheidsheld door de Oostenrijkers daar gevangen gezet;
deze hadden trouwens in hun eigen land een nog onherbergzamer strafplaats waar ze naderhand Pellico gevangen zetten n.1. op Spielberg", en
wat daar geschied is, doet een verblijf in de Pozzi" en de Piombi" nog
zeer menschwaardig lijken.
Het verblijf in de Pozzi" en de Piombi" was een straf voor hen die verraad jegens Veneti hadden gepleegd en al was die straf zwaar, dan nog
zal een vergelijking met straffen voor eenzelfde misdaad in andere landen
ten voordeele van Veneti uitvallen.
Omtrent de rechtspraak in Veneti en bovenal haar snelle recht" volgt
een enkel hoofdstuk, doch reeds hier moet gezegd, dat de Fransche gezant
in Veneti, die waarlijk geen vriend van de Venetianen was, erkent dat

40
Veneti de veiligste stad der wereld was en dat zelfs 's nachts een ieder
rustig en ongestoord door de smalle hoekige straatjes kon gaan en loopen
mijmeren langs de canali"; eerst als 't verval in Veneti zich vertoont,
en daardoor haar zeden en gebruiken in onbruik raken, als verwijfdheid en
zede-bederf hoogtij vieren, dan komen de bravi" en de ridders der
Nacht", doch dan is Veneti al niet meer dat Veneti, waarvan ik U vertel
noch, waarvan haar gebouwen getuigen.

Sala dell' Anticollegio Palazzo ducale.

Het Dogepaleis gebouwd door Doge Angelo Partecipacio (810-827) is


het mooiste regeeringsgebouw ooit door een staat voor hare regeerders
opgericht. Het eerste Dogepaleis werd een prooi der vlammen, doch onder
de regeering van Doge Candiano IV ving de wederopbouw aan, die voltooid werd door Doge Pietro Orseolo I (976-978) en diens zoon; het
gebouw vertoont een eigenaardig mengsel van gothieke en Noorsche
bouworde, doch is machtig door haar massa en uitgestrektheid; de ernst

41
van haar lijnen door veelvuldige details onderbroken, doet de fijne speelsche smaak van het Oosten uitkomen. De twee voornaamste gevels bestaan
uit twee boven elkaar gebouwde open galerijen, waarboven een vlakke
gevel, ingelegd met veelkleurig marmer, en voorzien van zeven vensters,
waarvan de middelste een balustrade heeft.
Toen eenmaal besloten was tot het bouwen van een zetel der regeering,
lag het voor de hand dat deze zetel in bouw en inrichting al 't bestaande
zou overtreffen en thans nog is er geen regeeringszetel die het Dogepaleis evenaart of overtreft als bouwwerk of als plaats waar zooveel geschiedkundige groote momenten zich hebben afgespeeld; evenmin is er
een bouwwerk dat zooveel kunstschatten bevat, terwijl slechts weinige
gebouwen in ouderdom met het Dogepaleis kunnen wedijveren.
De muren en de marmeren kolommen en beelden vertellen in hunne versieringen en beeldhouwwerk de geschiedenis van vele eeuwen die thans
lang achter ons liggen.
Eenmaal in 't Palazzo Ducale kunnen wij ons aan zijn sfeer niet onttrekken
en een gevoel van eerbied maakt zich van ons meester, als wij door die
zalen gaan waarin zich zoovele drama's afspeelden en die ook zoo vaak
getuigen waren van groote heroische feiten en hoe dikwijls heeft in deze
zalen het nieuws van overwinningen niet weerklonken. Een sfeer van dit
alles heerscht in 't geheele Dogepaleis.
Nagenoeg geheel vrijstaand imponeert 't Dogepaleis van welke zijde men
't ook beziet; in 't bijzonder vanuit de haven waarin het paleis zich weerspiegelt in een schittering van kleuren die alleen in een zoo heldere warme
atmosfeer als in dat deel van Itali mogelijk is. Het Dogepaleis is het
midden van de Dogestad en de synthese harer grootheid, vroeger als
wereldmacht, thans als centrum van een kunstgebied.
Was 't Dogepaleis eerst een soort burcht of vesting met torens en ophaalbruggen waar de regeering verblijf hield en ook vorstelijke bezoekers
werden ontvangen, zooals Hendrik den Vijfden, toen hij in 1116 Veneti bezocht; bter als de kans op aanvallen geheel verdwenen is, wordt het bouwwerk gewijzigd en versierd; deze wijzigingen en verfraaiingen zijn in de
eerste plaats te danken aan den Doge Sebastiano Ziani; hij deed de verdedigingstorens afbreken, bracht open poorten aan, liet loggia's" aanbrengen daar waar vroeger dikke onafgebroken muren waren en trachtte
een artistiek cachet aan het gebouw te geven.
Reeds in 't begin der 13e eeuw is het oorlogzuchtig karakter aan 't Doge-

42
paleis ontnomen en in 't begin der 14e eeuw worden opnieuw 8500 ducaten uitgegeven aan de verfraaiing, in welken prijs de kosten der schilderingen niet begrepen was.
Van al diegenen die hun werk en kunstzin gaven aan 't Dogepaleis, zijn
slechts een tweetal bekend n.1. Pietro Baseggio proto-tagliapietro en Messer
Enrico, proto del Commun.
De onderste galerij aan de twee facades heeft zes en dertig kolommen
die de kruisbogen dragen; schijnbaar hebben ze geen basis, doch deze zijn
bij een latere ophooging van 't niveau der piazza San Marco onder den
grond begraven; de kapiteelen hebben geen uitgesproken stijl; zij zijn van
een groote verscheidenheid en dragen menschelijke en dierlijke figuren
temidden van bladeren alsmede sommige samengestelde beeldengroepen
en zinnebeelden der Nijverheid, van de Kunst, den Handel, de exotische
Landen, de Deugden, de Zonden; alsook van personen die op 't oogenblik der grootheid van Veneti vooraanstaand waren; elke kolom is een
beschrijving op zich zelf waard, elke kolom spreekt van de meesterhand
die ze bewerkte en 't geheel, gelijk het geheele Dogepaleis, laat de overdadige rijkheid en weelde zien die Veneti in die tijden bezat.
Boven de eerste galerij bevindt zich de tweede, welke zich kenmerkt door
een zeer groot aantal kolommen, die talrijke bogen en rosetten dragen;
deze tweede kolommenrij is fijn, licht en elegant, schoon van lijn en doet
de zware bovenbouw bijna zweven; zware bovenbouw eindigende in een
crnelure in moorsch-gotische stijl, onderbroken door pijlen en kleine
marmeren klokken op de hoeken aangebracht; slechts enkele schijnbaar
onregelmatig aangebrachte vensters onderbreken deze lange zware gevel.
Het groote balcon tegenover de Lagune is 't werk van een der gebroeders
Massegna; Pier-Paolo die groote werken uitgevoerd had in Pavia en Milaan
nam op zich alleen met z'n broeder Jacopo dit werk uit te voeren, arbeid
die in 1404 gereed kwam; echter even voor dien tijd werd Pier-Paolo
ernstig ziek en is 't werk waarschijnlijk door een zijner leerlingen voleindigd en hierdoor draagt die balcon misschien een meer religieus dan
profaan karakter.
Door de beroemde Porta Dorata of Porta della Carta, vervaardigd door
de gebroeders Buono, komen we, na een blik geworpen te hebben op 't
beeld van den Doge Francesco Foscari die deze verfraaiing van 't Dogepaleis deed aanbrengen, door een tamelijk donkere gang in de cour en
daar treft 't oog een elegance, een onverwachte luxe, een overvloed van

43
schoonheid die verwondert ja zelfs vermoeit door zijn overvloedigheid;
de tallooze vergulde versieringen vormen een schittering in kleur en vorm
die alleen Veneti kon bereiken; de zalen van 't Dogepaleis zijn de fantastische apotheose van de republiek; geen detail of 't spreekt van glorie,
van macht, rijkdom en grootheid; een decoratief geheel dat de meest geraffineerde en schitterende decoratieve school uit Itali kon voortbrengen;
waarin duidelijk spreekt de liefde en trotsch voor het Vaderland.
De groote Cortile" met zijn prachtige verhouding werd uitgevoerd na
den grooten brand in 1483 door Antonio Rizzo, die de ,,Scala dei Giganti"
bouwde en waarin hij zich toonde even hoog te staan als Sansovino en
Scamozzi, terwijl eenige jaren na Rizzo als bouwmeester Bergamasco hem
opvolgt; het verschil in opvattingen van beide bouwmeesters is duidelijk
waarneembaar, terwijl ook de eenheid verstoord wordt door een gedeelte
van de cortile", die in 15e-eeuwsche bouwstijl was en geen wijziging
onderging.
In 't midden bevinden zich de bronzen putten, vervaardigd door Niccol
de Conti en Alfonso Alberchetto, de kunstenaars uit de 16e eeuw.
Na de Scala d'Oro" betreden te hebben waarlangs vroeger alleen die
Edelen gingen, wier namen voorkwamen in het gulden boek", komen wij
in een rij van verschillende groote en kleine zalen waarvan de eene al
meer bewondering vraagt dan de andere en waar de meesterwerken van
de grootmeesters der schilderkunst hangen, en belanden wij ten slotte in
de Scala del Maggior Consiglio" de rijkste en mooiste zaal, waar de regeering van Veneti bijeen kwam.
De beroemde Scala del Maggior Consiglio, 150 voet lang en 72 voet breed,
is de grootste zaal van 't Dogepaleis met schilderingen van Carlo en Gabriello Calliari, van Leandro en Francesco da Ponte, van Jacopo en Domenico Tintoretto, Paolo Fiammingo. Vicentino en Francesco Zucari; deze
zaal heeft nagenoeg geen verandering ondergaan en is nog in den zelfden
staat als waarin ze in 1423 voor 't eerst gebruikt werd.
Het besluit tot den bouw van deze zaal heeft nog een eigenaardigheid;
immers werd met het oog op 'slands kas vroeger een besluit genomen dat
hij die een voorstel tot verfraaiing of bouw van stedelijke gebouwen deed,
gestraft zou worden met een boete van 1000 ducaten en zoo zien we op
den 20sten September 1422 de Doge Tommaso Mocenigo voor den raad
verschijnen met de boete van 1000 ducaten in de hand; deze boete werd
gend en toen tot behandeling van 't voorstel overgegaan.

44
Alles wat oud is heeft ook zijn geschiedenis; toch blijkt steeds dat de ware
geschiedenis, hoe belangwekkend op zich zelf, niet voldoet aan de noodige
wenschen van de gidsen die gaarne uit een onbewust gevoel voor tegenstellingen, op de fraaiste plaatsen de leelijkste dingen doen gebeuren en
zoo zal uw gids U allicht wijzen op de zooveelste trede van de trap der
reuzen" (scala dei giganti) waar de Doge Marino Faliero wegens verraad
werd onthoofd op geheel geheimzinnige wijze d.w.z. niet openbaar zoo-

Sala del Maggior Consiglio


(bouw en inrichting van deze zaal duurde circa honderd jaar).

als de gewoonte was; alleen in tegenwoordigheid der hoogste magistraten


terwijl de groote deuren gesloten waren. De geachte lezer voelt 't effect;
de afgesloten ruimte, de prachtige omgeving, het hooge gezelschap zoo
sierlijk en fraai gekleed doch somber en ernstig van uiterlijk en in 't midden
de schuldige grijsaard met langen grijzen baard, die straks knielen moet
voor 't blok des beuls en den dood vindt temidden van zooveel schoonheid; doch hoezeer deze voorstelling op uwe fantasie moet werken en U
een heerlijke" rilling kan bezorgen, in de voorstelling is een enkel feit
onjuist, dat echter afdoend is om deze onthoofding aldaar te logenstraffen,

45
namelijk zijn deze trappen en dit geheele gedeelte van 't Dogepaleis eerst
gebouwd ruim honderd jaar na den dood van Marino Faliero.
De Campanile is gebouwd ofschoon niet voleindigd; dit bouwwerk, een
der meest gedurfde, bestaat uit twee in elkaar gebouwde torens terwijl een
trap tusschen beide muren in naar den top voert. Later zal Lord Byron te
paard deze trappen bestijgen.
De Kathedraal te Torcello verheft zich, de Santa Enfemia" en de Santa
Maria delle Grazie" zijn reeds gebouwd. Van de 6e eeuw af hebben voortdurend wijzigingen plaats en dan groeit Veneti tot de stad zooals we
haar thans kennen met hare Palazzi, bruggen, monumenten, Canali, Calli,
haar schilderachtige hoekjes en fraaie pleinen.
In 1192 wordt gekozen tot Doge een reeds bejaard man, nagenoeg blind,
vroeger gezant van Veneti aan 't hof van Manuel, keizer van Byzantium,
die hem de oogen had doen uitbranden, een man wiens liefde voor Veneti onbegrensd was, begaafd op elk gebied, vereerd door de Venetianen was hij aangewezen om Doge Malipiero op te volgen en hij zal
de glorie van de stad tot het hoogste opvoeren.
Deze Doge Enrico Dandolo vereenigt in zich alle kwaliteiten voor dat
ambt en bovendien de ervaring van zijn reeds lang leven. Zijn regeering
is een der merkwaardigste in de wereldgeschiedenis; onder zijn bestuur
had de vierde kruistocht plaats, waarin Veneti een groote rol speelde.
In den aanvang van het doganaat van Dandolo verschijnt plotseling de
machtige vloot van Pisa, de groote tegenstander van Veneti, in de
Adriatische zee teneinde Pola in te nemen en tevens met het doel de
Venetiaansche vloot, die geheel ontwapend van Syri terugkomt, te vernietigen; geheel onvoorbereid en niet in staat van verdediging, daar de
andere schepen in 't verre oosten zijn, brengt deze mare ontsteltenis in
Veneti, echter Dandolo weet de moeilijkheden en tegenslagen te overwinnen; hij laat de koopvaardijschepen wapenen en bemannen, vaart de
vloot van Pisa tegemoet, die, overtuigd geen noemenswaardige tegenstand te ontmoeten, thans geheel onverwachts een nieuwe vloot tegenover zich vindt.
Krachtig vallen de Venetianen aan en na een bloedigen slag wijkt de vloot
van Pisa en nemen de Venetianen Pola in, dat ontwapend wordt; een gedeelte der vloot zet echter den vijand na; geheel verslagen en met groot
verlies van schepen vraagt Pisa aan den Paus Celestinus de Derde bemiddeling om vrede te verkrijgen met Veneti.

46
Ondanks de slechte resultaten der vorige kruistochten wordt in 1199
opnieuw een kruistocht (de vierde) begonnen onder leiding van den markies van Monferrat en na de slechte ondervinding opgedaan bij 't doortrekken der staten van de Grieksche Prinsen, wordt Veneti om hulp
gevraagd. Tegen een som van 80.000 zilveren marken neemt Veneti 't
transport op zich, bovendien neemt zij zelf deel aan dezen tocht met
50 galeien, goed gewapend en bemand, echter op voorwaarde dat de veroverde landstreken gelijkelijk zullen worden verdeeld.
Onder de kruisvaarders was toen reeds de eerste oneenigheid gerezen en
waren de Fransche Prinsen onderling verdeeld; ten slotte bleken ze niet
in staat hunne verplichtingen te vervullen. Het tekort was 30.000 zilvermarken doch Veneti is bereid de verrekening daarvan uit te stellen tot
na de terugkomst van 't Heilige Land mits de vereenigde vloten eerst gezamenlijk ten behoeve der Dogestad Zara zouden innemen en eenmaal dit
plan aanvaard, is het in werkelijkheid Dandolo die de kruistocht leidt met
het doel 't Heilige graf te bevrijden doch middelerwijl tevens de belangen
van Veneti te dienen; niet alleen Zara wordt genomen, ook Dalmati
wordt bezet, zulks teneinde den. winter door te brengen, tenminste naar
het heette, doch daarna blijkt dat het verblijf in de nabijheid van Griekenland een ander doel heeft en wel de verovering van Constantinopel, waar
de troon herhaaldelijk was overgegaan op hem die zijn voorganger om 't
leven bracht, troon omringd door schaamtelooze onzedelijkheid en met
raadgevers en wetgevers zulk een troon waardig.
Dandolo behoeft de Franschen slechts te wijzen op 't belang dat zij hebben
bij het veroveren van 't Heilige Land met de Grieken als hun bondgenooten, en hen te overtuigen dat de verovering van Constantinopel niet
alleen voor hun doel noodzakelijk is doch hen bovendien in 't bezit zou
stellen van 200.000 zilver marken en een vergrooting van hun leger met
10.000 man voor de bereiking van het groote doel.
Spoedig staat 't leger gereed om naar Constantinopel op te rukken als vanuit Rome de bedreiging met excommunicatie" komt, indien zij voortgaan
gelijk ze te Zara deden, andere veroveringen te maken dan die van 't
Heilige Land, wat hun verheven doel was.
De Franschen aarzelden tegenover deze bedreiging doch Dandolo en de
Venetianen vinden dezen stap des Pausen een inbreuk op hunne nationale
rechten en zijn dan ook meer dan ooit besloten hun plan ten uitvoer te
brengen: zij hechten weinig of geen waarde aan 't verkrijgen van de

47
Pauselijke vergiffenis, daar volgens hunn zienswijze het hun goed recht
is, steden die rebelleeren tot onderwerping te brengen, niet alleen in belang van Veneti doch in belang van den vrede van alle volkeren: natuurlijk
komt er een wrijving tusschen de kruisvaarders doch een groot deel schaart
zich aan de zijde of liever onder de bevelen van Dandolo, die reeds meer
getoond had grooten moed, koelbloedigheid, taaiheid aan groot verstand
en vindingrijkheid te paren en dus 't toonbeeld van den aanvoerder bij
uitnemendheid te zijn.
Spoedig zijn 10.000 Franschen en 15.000 Venetianen geland om Constanr
tinopel te veroveren, die reusachtige hoofdstad, verdedigd door 200.000
krijgslieden.
De tegenwoordigheid van den nagenoeg blinden Dandolo, die vooraan de
aanvallen leidde, den soldaten moed in sprak, onvermoeid zijn bevelen gaf,
alom door zijn tegenwoordigheid den moed versterkte, deed de overweldiger van den troon in Constantinopel weifelen en daarna vluchten;
het volk zelf haalde de vreemde troepen als hun bevrijders in, plaatsten den
vroegeren keizer opnieuw ten troon en volledig zouden de troepen van
Dandolo de vruchten hunner overwinning hebben geplukt, indien de
Grieken geen verwijdering hadden gesticht tusschen de nieuwe regeering
van Constantinopel en hunne bevrijders; als de in zijn waardigheid juist
herstelde keizer sterft en zijn zoon gewurgd wordt, breekt opnieuw een
revolutie uit en zijn Dandolo en de zijnen verplicht Constantinopel te veroveren en met dn wensch om 't ondervonden onrecht te wreken, wordt
opnieuw de strijd aanvaard en na een zeer bloedig beleg wordt Dandolo
meester van Constantinopel.
In een wegslepende rede weet Dandolo de kruisvaarders te overtuigen
van de noodzakelijkheid een Latijnsch Keizerrijk te stichten en allen hadden Dandolo zeker de kroon van dat rijk aangeboden, indien hij zulks
wenschte, doch Dandolo verkoos slechts te zijn de eerste magistraat en
dienaar van de republiek Veneti.
Algemeen zouden de edellieden besloten hebben deze kroon den Markies
van Monferrat aan te bieden, doch diens groote kwaliteiten en macht
doen Dandolo in hem, als den markies ook deze waardigheid werd
toebedeeld, een voor Veneti minder gewenscht machtsbekleeder zien, en
door Dandolo's invloed wordt Baudewijn, Graaf van Vlaanderen, benoemd
als den eersten Keizer.
Voor hunne diensten verkregen de Venetianen de havenplaatsen in hun

48
bezit alsmede het eiland Candia en teneinde de macht des nieuwen Keizers
niet al te groot te doen zijn, zorgde Dandolo, dat de helft van Constantinopel aan de Venetianen zou toebehooren en dat in dat gedeelte de Doge
van Veneti zou regeeren gelijk te Veneti, dat de Doge dezelfde eerbewijzen zou hebben als de keizer, zoodat in schijn Keizer Baudewijn doch
Dandolo in werkelijkheid in Byzantium regeert.
Aan het eind van zijn leven heeft Dandolo te strijden tegen Rome die hem
het recht betwist te Constantinopel een patriarch te benoemen en meesterlijk weet hij schijnbaar te wijken, doch verkrijgt opnieuw meer werkelijke
voordeden voor zijn stad en als op 97-jarigen leeftijd Dandolo sterft, verdwijnt met hem de man die Veneti groot maakte; overwinnaar en tegelijk
stichter van een groot rijk, het machtigste rijk ter wereld en bovendien
een weldoener en vader voor de Venetianen en zwaar was de taak van
zijn opvolger, die dat voorbeeld moest volgen en diens voetsporen drukken,
doch eervol werd deze taak gedurende 24 jaar verricht door Doge Pietro
Ziani, die in 1229 aftreedt en als burger zijn leven verder te Veneti slijt.
De groote voorspoed, de groote macht van Veneti heeft zich ontplooid;
centrum is zij van de geheele toen beschaafde wereld en van dien tijd af
werd Veneti gebouwd zooals 't nu nog is, doch waaraan thans ontbreekt
het levendige verkeer, het werkelijke leven, de bedrijvigheid, de buitengewone rijkdom, in n woord de ziel.
Ze vertoont wel het uiterlijk van toen doch 't noodzakelijk decor ontbreekt
en teneinde in gedachte Veneti te kunnen bevolken, de leegheid aan te
vullen, een meer intens genot te hebben van 't aanschouwen dezer stad
waarvan elke steen haar geschiedenis spreekt, is eenige kennis van stichting en het grootworden van dit rijk noodzakelijk, doch bovendien zullen
wij bij onze wandeling door Veneti nog veel ontmoeten, waarbij dikwijls
een toelichting het bezichtigen belangwekkender doet zijn, terwijl menigmaal bijzonderheden ongetwijfeld belangstelling zullen opwekken voor de
stad, waarvan de geschiedenis een diepere studie overwaard is.
Ofschoon de namen van alle Dogen, die Veneti gehad heeft, bekend zijn,
worden deze in dit werk niet genoemd en dit omreden, dat met slechts
enkele uitzonderingen de Dogen niet alleen van macht en invloed waren
ontbloot, doch was allengs de waardigheid van Doge uitsluitend een representatieve zonder een enkele prerogatief; ja werd de noodzakelijkheid
gevoeld een besluit uit te vaardigen waarbij 't verboden werd voor die
functie te bedanken, daar steeds een zeer hoogstaand persoon tot die

49
waardigheid werd verkozen en zulk een man natuurlijk zou weigeren als
staatssieraad te fungeeren, indien dat hem geoorloofd ware.
Tot staving dezer bewering volgen hieronder eenige besluiten ter besnoeiing der macht des Dogen, waaruit duidelijk zal blijken welke positie die
des Dogen was en die tevens aantoonen, dat hij geen invloed meer kon
laten gelden op den gang der zaken; toch werd steeds de ,,Doge" door het
volk te Veneti met groote achting en eerbied behandeld, omdat het in hem
niet alleen zag de personificatie van de republiek, doch was men overtuigd, hetgeen dan ook zeer juist was, dat de benoeming van iemand tot
Doge beteekende de erkenning van groote verdiensten, door den benoemde aan het vaderland bewezen.
Wanneer men echter de promessi", beloften van den Doge, naleest,
treft ons de gradueele vermeerdering der restrictien den Doge opgelegd
en deze promessi" moest de Doge bezweren te houden bij de aanvaarding van zijn waardigheid.
Het is belangwekkend te zien hoe Veneti het doganaat" waaraan zij
haar opkomst, grootheid en meerdere malen haar onafhankelijkheid te
danken heeft, niet alleen zonder eerbied heeft behandeld, maar bovendien niet geaarzeld heeft dat doganaat alle grootheid en werkelijke waardigheid te ontnemen.
W e r d eerst de Doge verkozen bij vrije verkiezing en alleen dan tot die
waardigheid toegelaten, indien het volk eveneens hem tot Doge wenschte,
de vrije verkiezing werd beperkt en verschillende bepalingen werden in
't leven geroepen aangaande de eischen, waaraan iemand voldoen moest
om tot Doge te kunnen worden verkozen.
In 1032 hoort men reeds van de beloften der D o g e n " de z.g. Promissioni
ducali" en de vijf personen (correttori alle Promissioni ducali), aangewezen
om te zorgen dat de Dogen de Hoofden der republiek en niet haar tirannen
zijn, aldus luidt de opdracht hun door de Gran Consiglio" gegeven; daarna worden in 't zelfde jaar den Doge twee raadslieden toegewezen met wie
hij verplicht is overleg te plegen en kort daarna worden een aantal voorname burgers benoemd om bijstand te verleenen.
In 1156 reeds gaat de eigenlijke macht geheel over aan de Maggior Consiglio", welk lichaam in de toekomst de staat zal besturen en kiest die dan
ook den Doge, waarbij de voorstelling van den verkozene met de woorden
Q u e s t o e il vostro Doge si vi piace" (Dit is uw doge, indien het U behage) een zuivere vormelijkheid is en wordt ook deze spoedig nagelaten.

50
In 1319 heeft de instelling plaats van ,,'t gulden boek", waarin de namen
der Edelen worden geschreven waardoor de adel geconstitueerd en uitbreiding van het aantal der nobele families uiterst moeilijk gemaakt wordt
en daardoor tevens het aantal der personen die gekozen konden worden
tot lid der Maggior Consiglio" beperkte. Deze wijziging van de bestuursvorm die zeer ingrijpend is en de macht in bezit van een betrekkelijk klein
aantal families bracht geschiedde niet ineens, doch voltrekt zich na verloop van 23 jaar.
Hoe grooter de luister en 't gevolg van den Doge, hoe kleiner wordt z n
werkelijke macht; als Ziani tot Doge gekozen wordt, eigenlijk tegen den
zin van 't volk, werpt hij geld onder 't volk; onmiddellijk wordt het bedrag
vastgesteld, dat de Doge in 't vervolg onder 't volk mag werpen.
Reeds in de 12e eeuw is de waardigheid van den Doge zoo besnoeid en
z'n prerogatieven zoo klein, dat hij niets in 't.belang van Veneti kan
doen noch iets tegen haar belang zou kunnen uitrichten.
Ter voorkoming van alle mogelijkheden wordt in 1275 voorgeschreven,
dat de Doge nimmer gewapende corporaties mocht ontvangen, terwijl die
corporaties die poogden dit verbod te overtreden, onmiddellijk zouden
Worden ontbonden.
In 1311 wordt den Doge alsnog toegevoegd een priester en een leekebroeder en is hij verplicht drie maal per week de mis bij te wonen.
In 1339, wel een bewijs dat 't doganaat niet gemakkelijk te dragen viel,
wordt een decreet uitgevaardigd, waarin den Doge verboden wordt eigener beweging afstand te doen van zijn waardigheid.
Worden eerst de zoons des Dogen uitgesloten van eenige offlcieele
functie, iets later geldt dat verbod voor de geheele familie van den Doge
en steeds volgen meer bepalingen en beperkingen: de Doge wordt verplicht zijn stem uit te brengen in overeenstemming met de avvogadon ,
ook mag de Doge noch zijn vrouw noch zijn familie een geschenk aanvaarden en tenslotte is hem alle grondbezit buiten Veneti verboden;
mocht hij die hebben op het oogenblik zijner verkiezing, dan moet hij die
verkoopen. Ook wordt bij den dood des Dogen nagegaan hoe hij zijn
goederen heeft beheerd en als hij schulden heeft, gaande boven zijn bezittingen, wordt zijn nalatenschap door de Inquisitori" geliquideerd.
Steeds volgen nieuwe bepalingen en beperkingen en als eindelijk de Doge
geen correspondentie meer mag voeren zonder die aan een der raadsleden
van hem te doen lezen, noch brieven aan hem gericht alleen mag openen,

51
is er van het machtige doganaat niets meer overgebleven; en toch zijn er
uitzonderingen n.1. Nicola Trono, Barbarigo, Loredan. Priuli, da Ponte en
Cicogna, die ondanks al die bepalingen, met waardigheid het doganaat
hebben vervuld en het ambt zelfs een groote waarde door hunne persoonlijkheid hebben verleend; welke formule zij daartoe gevonden hebben,
weet men niet, doch ze hebben zelfs de Gran Consiglio" ontwapend en
inderdaad hebben zij geregeerd.
Dat de beperkingen van de waardigheid des Dogen niet zonder reden
waren en niet de suprematie van een klasse trachten te bevorderen, is
gereedelijk te bewijzen uit het feit, dat boven alle waardigheidsbekleeders
stond de magistratuur", ingesteld in Veneti, toen men nergens elders
in Europa een zoodanige instituut kende en waardoor de handhaving der
wetten en de rechtvaardige toepassing onwrikbaar vaststonden: De grondwetten van den staat bewaakt door het geheele volk, dat nimmer eenige
inbreuk daarop heeft geduld. Echter waren ook wel eenige maatregelen
betreffende de functies van den Doge noodig, als men voor oogen houdt,
dat van de benoeming van den eersten Doge af tot het midden der 15e
eeuw zeven Dogen werden vermoord, negen verbannen nadat hun de
oogen werden uitgestoken, twaalf afstand gedaan hebben, twee afgezet
werden en n Doge gerechtelijk werd onthoofd, terwijl evenmin moet
worden voorbijgezien dat de macht van Veneti grooter werd en zonder
die restricties zou de Doge een macht hebben gehad die een wereldgevaar zou hebben kunnen vormen, en zoo zouden al die beperkingen met
grond kunnen worden verdedigd, hetgeen echter niet wegneemt dat slechts
weinige Dogen hun persoonlijke invloed hebben laten gelden, om welke
reden het geven van alle namen en jaartallen gevoeglijk kon worden overgeslagen; ter gerieve van belangstellenden is echter een volledige lijst
achter in 't boek geplaatst.
Wij moeten echter nog noemen Doge Francesco Morosini de Peloponesiaco, de zeeheld van Patras, Lepante Corinthe en Athene. In 't Museo
Civico is een zaal geheel gewijd aan de nagedachtenis van dezen Doge
die evenhoog geerd werd als Dandolo; daar vindt men z'n buste, harnas,
en zijn wapens, alsook de talrijke vlaggen op de Turken veroverd. Morosini
was de evenknie van Dandolo en de laatste groote vertegenwoordiger van
Veneti op 't toppunt van haar glorie.
In den aanvang van de 16e eeuw scheen de historische taak van Veneti, namelijk het bestrijden der ongeloovigen en het beletten van elke

52
uitbreiding hunner krijgsmachten in Griekenland en de Middellandsche Zee
ten einde te spoeden en verminderde de invloed van 't koloniale bezit van
de Venetianen op die kusten zienderoogen; doch in 't midden der zestiende eeuw wordt nogmaals de Turksche halve maan terugedrongen,
nagenoeg verpletterd, elke voortgang die ze gemaakt had teniet gedaan,
terwijl 't scheen alsof in de nabije toekomst opnieuw de Leeuw van
Veneti" zal gaan heerschen gelijk toen deze op 't toppunt van zijn macht
was; dan ziet Europa verbaasd en verwonderd die reeks van overwinningen op de Turken; dan verneemt ze, dat steden en provincies worden
overwonnen, hoe geheele legerafdelingen zich overgeven, hoe een triomftocht gemaakt wordt door de Venetianen onder leiding van den schrik der
Muzelmannen, Francesco Morosini.
De eerste zijner tochten was naar 't eiland Candia, de verovering en verwoesting van Egina en de in bezitname van de geheele provincie Mana,
dat door de Turken verlaten moest worden met achterlating van alle wapenen, munitie en kanonnen.
Eenige jaren daarna leidt hij een expeditie tegen Morea, waar hij de eene
overwinning na de andere behaalt, waar hij verschillende steden verovert,
waaronder het oninneembaar geachte Navarino; dit geschiedde ter zelfder
tijd dat de Turken zegevierend Europa introkken en bijna onder de
muren van Weenen stonden, doch toen teruggeslagen werden.
Als in 1688 het nieuws van de overwinning van Morosini den Hoogen
Raad van Veneti bereikt tijdens zijn vergadering, heft deze de zitting op
en begeeft de Doge met de leden van den Hoogen Raad zich naar de
St. Marcus, waar een Te Deum wordt gecelebreerd; daarna worden aan de
zeelieden en hunne aanvoerders belooningen gegeven en wordt aan Morosini de titel van Peloponesiaco" toegekend; later komt zijn buste in de
zaal van den Raad van Tien met het opschrift: Francesco Mauroceno
Pelonesiaco adhuc viventi senatus".
Morosini was de schrik der Muzelmannen; hij voerde in zijn militaire loopbaan het bevel over troepen alleen gevormd door Venetianen, dus zonder
hulp van geallierde landen; hij schiep zich een monument waaraan de
eeuwen niet kunnen tornen; 1360 kanonnen werden veroverd, meer dan
20.000 Turken werden gevangen genomen en uitsluitend als eerbewijs
voor z'n daden, riep het Vaderland hem tot Doge uit als opvolger van
Marcantonio Giustiniani. Het bericht zijner verkiezing ontving Morosini,
terwijl hij zich met zijn vloot in den Golf van Egina bevond; onmiddellijk

53
lichtte hij het anker en begaf zich naar Negroponte, dat hij wenschte in
ter nemen alvorens in Veneti zijn intrede te doen. Dit doel mocht hij
echter niet bereiken, daar door eene besmettelijke ziekte een groot aantal
zijner manschappen en zijn voornaamste aanvoerders stierven; deze tegenslag vergoedde hij echter met de verovering van Dalmati, Knin, Verlica
en Norin.
Slechts vijf jaar verbleef Morosini als Doge te Veneti, toen de Staat wederom bedreigd werd en het volk den reeds vijf en zeventig jarigen Doge verzocht opnieuw het opperbevelhebberschap der vloot te aanvaarden en
onmiddellijk was Morosini bereid de rust van 't Dogepaleis en de weelde,
die hem omringde te verlaten ; geheel Veneti deed hem uitgeleide. Morosini gekleed in brocaat, z'n commandostaf in de hand, begeeft zich naar de
St. Marcus, voorafgegaan door de vaandels en de herauten, vergezeld van
alle civiele en militaire functionarissen; aan z'n zijde de pauselijke nuntius
en de gezant van Frankrijk, achter hem de Signoria, de procurators van
de St. Marcus, de magistraten, de Senaat en de patricirs; na een plechtigen
dienst in de basiliek, begeeft Morosini zich aan boord van de Bucentoro,
die hem naar de Lido voerde, waar hij bad in de San Nicola kerk; dan
neemt hij afscheid, begeeft zich naar zijn schip en de vloot kiest het
ruime sop; helaas, reeds acht maanden later sterft Morosini in Roemeni
tengevolge van oververmoeidheid; z'rt asch wordt naar Veneti gebracht en
begraven in de San Stefano, de Dominikaner Kerk; een bronzen plaat met
het beeld en de wapens van de Peloponesiaco dekt z'n graf. Als dank laat
de Senaat in 't Dogepaleis een eereboog voor hem oprichten die nog heden
in z'n basrelifs, ornamenten en inscripties de diensten verkondigt, die
Morosini zijn vaderland bewees.
De laatste Doge van Veneti was Ludovico Manini, die in 1789 de Dogetroon beklom; hoe anders vond hij Veneti dan de meesten zijner voorgangers: hadden die slechts harde tucht en groote arbeidskracht gekend,
gepaard aan ondernemingsgeest en durf, in Manini's tijd was Veneti de
stad van vreugde en losbandigheid; men philosopheerde en disputeerde;
men behandelde de politiek, men redekavelde en verteerde de schatten
door de voorvaderen in noesten arbeid en strijd bijeengebracht; maskeraden, regates, bals waren aan de orde van den dag; poederpruiken en
satijn, Veneti was zooals wij ze kennen van de werken van Canaletto,
Longhi en Guardi; het stoere der antieke school was reeds lang verdwenen;
het eenige doel was een lustig vroolijk leventje te leiden; er ontbrak ten

54
eenemale de vroegere krachtige kern die een volk tot groote daden brengt
en een geheel volk meesleept; Veneti was vermoeid, kon na 1100 jaar
van grooten bloei, niet meer die kracht hebben die ze bezat in vroegere
tijden; ze verlangde rust evenals voor elk wezen, elk schepsel een tijd aankomt, dat het neerbuigt en zich overgeeft aan die rust waaruit, ook voor
Veneti, een nieuwe kracht en leven gaat geboren worden; hoe de stad
zich nog gaat ontwikkelen, zal de toekomst leeren, doch nu zien wij reeds
de duidelijke bewijzen van een nieuwen opbloei: ze verbetert de verbinding met de verschillende eilanden alsook de verbinding met het vasteland,
ze voelt zich niet meer Veneti maar weet zich deel van 't Vereenigde Itali,
waar een nijver volk met groote talenten leeft en werkt en dat de kunst
liefheeft.
Als op 12 Mei 1797 Manini afstand doet van zijn waardigheden en de
lange serie Dogen afsluit, die van 810 af de eilanden in de Lagune hebben
beheerscht, is hij niet de man die den val van Veneti veroorzaakt heeft,
gelijk van Manini wordt gezegd, doch was zijn aftreden en onderwerping
slechts 't gevolg van het gebrek aan kracht en geestdrift der vorige generaties; niemand, wie het ook zij, had toen Veneti kunnen redden of
anders handelen dan hij en als de staat Veneti in Oostenrijk's bezit komt,
dan treft haarzelf geen verwijt; het te groote vertrouwen in Bonaparte
was daarvan oorzaak; Veneti is eerst verraden en toen schandelijk aan
Oostenrijk verkocht.
Het meest opvallend zijn in Veneti zeker de castelli. die ineens uit 't
water oprijzen, loodrecht als waren ze in het water gebouwd, niet alleen
de castelli, zelfs de geheele stad; laat ons dus, alvorens nader de geschiedenis weer te geven, alsmede het leven en de gebruiken harer inwoners, nagaan hoe deze bouwwerken tot stand kwamen.
In den aanvang van de 9e eeuw werden de bewoners van Malamocco verjaagd en vestigden zich in Rialto, welk eiland en de omringende kleine
eilandjes niet of zeer schaarsch bewoond waren en waarop slechts enkele
hutjes een onderkomen boden; deze stukjes grond lagen in de uitmondingen van de rivier Prealtum, een zijtak van de Brenta, reeds door Titus
Livius genoemd; deze uitmondingen zelf droegen den naam van Portus
Prealtus en het is het oude bed van de Prealtum dat thans 't Canal Grande
heet en aan wier oevers de eerste woningen werden gebouwd; langzamerhand werden al de eilandjes bewoond en met bruggen onderling verbonden; bovendien werd het water bedwongen en krijgt men door be-

55
tonning en bedijking een meer regelmatigen toestand, zoodat de kanalen
inderdaad de straten van Veneti worden doch die alleen bevaarbaar waren,
indien palen de richting aangaven en die bovendien ook de diepte aangaven van het vaarwater en de veranderingen van den waterstand bij eb en
vloed; deze waterwerken vormen de grootste zorg van 't gemeenebest en
niet alleen is 't aantal palen zeer groot, ook zijn er verschillende soorten:
men onderscheidt de Mede, de Palina", de Grappi", de Penelli" en

Libreria Antica, naar ontwerp van Sansovino.

Fari"; bovendien waren ze voor Veneti ook een middel van verdediging,
want bij aanvallen of overrompeling werden deze palen verwijderd, waardoor dikwijls de schepen der zeeroovers aan den grond liepen en een gemakkelijke buit voor de Venetianen werden.
In de eerste tijden werden de huizen van hout opgetrokken en meerdere
malen werden geheele stadsgedeelten overstroomd of door stormen verwoest; meer dan eens verzonk een geheel eilandje door bodemverschuiving
zooals b.v. in 1102 het oudste gedeelte van Malamocco, Ammiana en C o n stanzica, waarvan eenige runes onder de oppervlakte der zee thans nog
zichtbaar zijn; bovendien gaven die houten huizen dikwijls aanleiding tot
groote branden, zoodat van den aanvang hunner vestiging af de Venetianen uitzagen naar een beter materiaal ter beveiliging hunner stad en

56
dat betere materiaal werd gevonden omstreeks 1200 in de runes van t
oude Allinum en van 't vroegere Malamocco, die als 't ware dienden als
marmergroeven uit welker voorraad de eerste steenen huizen van Veneti
werden opgetrokken. Spoedig verrezen de eerste groote gebouwen m t
bijzonder de kerken, gebouwen in Grieksch-Oosterschen stijl, versierd
met mozaek en reeds bij den aanvang van den He eeuw bezat t ommuurde Veneti bijna honderd kerken, tallooze groote paleizen, benevens
een beroemd arsenaal en vervulde de roep die van Veneti uitging het
Oosten en 't Westen.
En toch is 't eerst in het eind van de He eeuw, dat Veneti het aanzicht
krijgt zooals wij haar nu kennen; toen had zij haar gouden tijdperk waarin
die architecten, schilders en beeldhouwers leefden, van wie de roem en
naam nog tot op heden voortleven en wier werken nog lang na onzen tijd
als voorbeelden van kunst zullen worden vereerd.
Geen stad is met Veneti te vergelijken, geen stad geeft als zij zulk een
mooi onvergelijkelijk geheel te zien bestaande uit allerlei bouwstijlen;
Byzantijnsch, Arabisch, Grieksch, Gothiek, Renaissance, bouwwerken van
eiken stijl zijn te Veneti, terwijl de Piazza San Marco en de Piazetta een
sluitstuk vormen en op een zoo kleine plek grond eiken stijl toonen van
de oudste tijdperken af tot den aanvang der 18e eeuw.
Hoewel Veneti schijnbaar op speelsche wijze gebouwd is en een ieder
maar scheen te mogen doen wat hem 't beste leek, toch zal zich bi, den
aanschouwer onmiddellijk de vraag voordoen: wie regelde alles, wie handhaafde een zoo strenge tucht?
In de eerste tijden de Dogen in later tijd de Raad van Tien, die met ijzeren
hand regeerde, oppermachtig was, zelfs een Doge deed onthoofden, recht
sprak over alles en iedereen, waarvan de overlevering ons nog doet sidderen, doch waarvan een nauwkeuriger studie niet alleen 't verschrikkelijke
doet wegvallen, doch ons in bewondering doet denken aan zoo n staatslichaam, dat in die tijden de teugels wist te houden en ondanks zijn krachtig
optreden inderdaad aan eiken Venetiaan een rechtszekerheid gaf, die nergens elders wordt aangetroffen en, al was zij 't principe toegedaan dat t
doel de middelen heiligt, zij formeerde en handhaafde een organisatie die
het krachtige Veneti schiep, dat niet alleen met geheel Europa den strijd
dorst aanbinden, doch uit den strijd zegevierend te voorschijn kwam.
Indien onze bewondering reeds groot is voor de organisatie en de macht
van de republiek, zal ze toch nog groeien wanneer men in aanmerking

57
neemt dat op het toppunt van haar macht de totale bevolking van Veneti
slechts bedroeg 2.100.000, terwijl in 't doganaat zelf, dat is te zeggen:
Veneti, Chioggia, Grado, Malamocco, Maran, Gavarzere, Adria, Soreo,
Cologna, Caorle, Torcello, Murano en Cambarare het zielenaantal slechts
248.210 was; de overigen woonden in de terra ferma", dat is 't vaste
land.
Omstreeks 600 had de groote vergadering plaats te Heraclea, waar, en
dit was zeker het voornaamste besluit de dux" (Doge) voor den duur
van zijn geheele leven aangesteld werd, hetgeen dus eigenlijk gelijk staat
met een koningschap zonder recht van troonopvolging; de Doge had
zeer uitgebreide rechten en volmachten en was inderdaad het centrum en
hoofd der regeering, welke op democratische wijze was gevormd; terwijl
door de veelvuldige malen, dat een beroep op het volk gedaan werd, een
nauw samenleven werd gekweekt tusschen regeering en volk, waardoor
een elk voelde een deel uit te maken van 't gemeenebest Veneti; de kleine
wijzigingen die 't doganaat onderging gaan we voorbij, zelfs 't tijdelijk
korte opheffen van deze functie, daar in dit kleine overzicht alleen de
groote lijnen even worden aangegeven.
Den gewelddadigen dood van den Doge Vitale Michieli, aan wien men
ten onrechte een nederlaag ter zee toeschreef waarbij niet alleen de vloot
vernietigd werd, doch waarbij tevens tot overmaat van ramp de weinige
aan den dood ontsnapte Venetiaansche soldaten de pest brachten in Veneti, gaf aanleiding tot het brengen van wijzigingen in de verkiezing der
Dogen.
Tot aan de verkiezing van Vitale Michieli, was de Doge-keus inderdaad
een keuze direct door 't volk in de concione", soms zelfs alleen bij acclamatie. Thans echter, in de moeilijke omstandigheden waarin Veneti verkeerde, was de Doge-keuze uiterst moeilijk en daarom besloot de Raad
van Justitie, gewoonlijk genoemd Raad van Veertig (omdat ze uit 40 leden
bestond) dat in de toekomst elk der zes stadsgedeelten (quartieri) gezamenlijk voor elk jaar 12 kiezers zouden aanwijzen en dat die twaalf personen uit de geheele bevolking zouden aanwijzen 470 personen van eiken
rang en stand, die onder den naam van Gran Consiglio" de natie in groote
aangelegenheden zouden vertegenwoordigen.
De macht van den Doge werd besnoeid door hem toe te voegen een Raad,
bestaande uit zes personen, gekozen door de Gran Consiglio", zonder
welks toestemming de Doge niets mocht ondernemen; en tenslotte werd

58
een politieke groep van 60 personen gekozen eveneens uit de Gran Consiglio" welke groep elk jaar aftrad; deze groep noemde men de Senato".
Iets dergelijks bestond eigenlijk reeds sinds een eeuw onder den naam
Pregadi" doch kwam toen bijeen op verzoek van den Doge zelf; thans
echter werd het een groep door de Gran Consiglio" aangewezen, die de
daden van den Doge benvloedde en alle zoodanige zaken behandelde
waarvoor de samenroeping van de Gran Consiglio" niet noodzakelijk was.
Bleef dus aan 't volk alleen het recht van arrengo", dat is de Doge-keus
zelf, doch voor dit keer werd besloten, dat de genoemde Raad van Twaalf
den Doge zou kiezen en het wekt verwondering te zien, dat het volk zich

De Raad van Tien begeeft zich ter vergadering.

vereenigde met het feit dat haar aloude rechten haar ontnomen werden;
op deze wijze werd toen gekozen Sebastiano Ziani, wiens eerste verplichting was de gemaakte wijziging te bekrachtigen.
Na den dood van Ziani in 1178 wordt de procedure der Doge-keuze nogmaals gewijzigd en wel in dier voege dat de Gran Consiglio vier kiezers
benoemde, welke vier kiezers elk tien andere benoemden en door deze
veertig personen werd de Doge gekozen.
In 't begin der He eeuw werd een speciale commissie benoemd in 't bijzonder belast met het onderzoek en het straffen van politieke en burgerlijke
misdaden; deze commisie bestond uit tien aanzienlijke burgers en kreeg
den naam Raad van Tien" en zelden heeft een naam een zoodanige vrees
en ontzag ingeboezemd als de naam van den Raad van Tien; ook zal er
wel nimmer een commissie benoemd zijn, die op grond van haar benoe-

59
ming en werkprogramma er in slaagde zich steeds meer macht toe te
eigenen om ten slotte te worden de absolute meester van een staat en
haar inwoners; die na een betrekkelijk kort tijdsverloop despotisch regeerde en de vrijheid der Venetianen alleen in naam deed behouden blijven.
Zoolang deze Raad van Tien heeft bestaan, was hij waakzaam, streng en
doortastend in hooge mate; hij vergrootte het aanzien der republiek naar
buiten, handhaafde de inwendige rust en voorkwam samenzweringen. Zijn
vonnissen waren hard, soms wreed, dikwijls zeer bloedig, doch door zijn
politiek inzicht en organiseerend vermogen redde hij de republiek meer
dan eens van ondergang en, welke fouten dezen Raad van Tien konden
hebben aangekleefd, grootendeels heeft hij de grootheid en macht van
Veneti gestabiliseerd en daardoor gelegenheid gegeven tot verderen uitbouw van de republiek.
En al waren zijn vonnissen zonder beroep, de Raad van Tien zelf stond
steeds aan kritiek bloot in de Maggior Consiglio. Dikwerf vielen er zeer
opgewonden tooneelen voor bij de besprekingen van den Raad van Tien en
zijn werkzaamheden en werd de meest scherpe critiek niet gespaard; ondanks de onrechtvaardigheden door hem allicht gepleegd, heeft dezelfde
Raad steeds vurige aanhangers en verdedigers gevonden, zelfs onder hen
van wie familieleden slachtoffers van dien Raad waren geweest.
Afschaffing van den Raad van Tien is gelijk den daad verricht door
den zoon, die het vaderlijk gezag niet wil erkennen.
De Raad van Tien grijpt in gelijk de opvoeder, indien hij ziet dat
zijn pupil in de toekomst verkeerde daden zal gaan plegen; zijn
wijs inzicht geeft vertrouwen voor een schoone toekomst.
Zijn geheimzinnigheid werd hem verweten, doch die geheimhouding werd
hem opgelegd, was de basis van zijn bestaan; loslippigheid van een der
leden van den Raad werd gestraft met onmiddellijke terechtstelling (verdrinking of worging).
Welke waren de werkzaamheden van den Raad van Tien en waarover
gingen zijn invloedssfeer en zijn rechtsgebied?
Romanino onderscheidt hier 3 hoofden: De veiligheid van den Staat,
Bescherming der inwoners, Zeden en gebruiken; zoodat in zijn jurisprudentie vielen: Verraad, samenzweringen, politieke troebelen, staatsgeheimen en staatsagenten; vervalschingen van munten en omkoopingen,
pogingen om in 't buitenland staatsbelangen te verkoopen of het aanzien

60
der republiek te verminderen, geheime fondsen, de handelingen van den
Raad des Dogen, inbreuken op de wetten en voorschriften van den Staat;
het hout, de mijnen, de glasbedrijven in Murano, toezicht op verboden
wapens, maskers, theaters, strafzaken van de patricirs, de bravi", intriges
bij de verkiezingen en raadplegingen in Maggior Consiglio", toezicht op
de kloosters, toezicht op de kerken.
Dat dus alom en overal de tegenwoordigheid van den Raad van Tien gevoeld werd en deze het geheele leven, de wetgeving en de politiek beheerschte, is begrijpelijk en als er dan verdachtmakingen en laster nood.g
zijn om dien Raad" een slechten naam te doen krijgen en te omgeven
door een faam van verderfelijkheid, is zijn werking toch niet zoo slecht
geweest; doch zijn geheimhouding gaf te gemakkelijk veel gelegenheid om
romans" te scheppen, uitmuntend door bloeddorst en verraad, terwijl
de bekende processen door den Raad van Tien gevoerd en die zeer bloedig
waren, n.1. de zaken tegen Falieri, Carari van Padua, Carmagnola, Foscan
en Foscarini juist door hun openbaarheid veel tot den slechten roep van
den Raad bijdroegen.
Als bijzonderheid moet vermeld worden, dat voor de rechtbank van den
Raad van Tien geen beklaagde zonder bijstand bleef; er waren avvocadori" die de zaak der beklaagden verdedigden en alleen mannen van
onbesproken wandel werden daartoe aangewezen; 't gold inderdaad als
een eer deze positie te verwerven en menigmaal hebben deze avvocadori" hun clint vrijgesproken gezien.
Deze vorm van rechtspleging onderscheidt zich zeer ten voordeele van
Veneti ten opzichte van de procedures in andere landen destijds gevolgd.
V A N D E ONTHULLINGEN E N KLACHTEN; TEVENS EEN KORT
BEGRIP V A N D E W E R K W I J Z E V A N D E N R A A D V A N T I E N .
Bij elke raadszitting werd overgegaan tot het openen der schriftelijke aanklachten, geworpen in de Bocche di lioni", openingen aangebracht buiten
de raadszaal. Over deze wijze van aanklagen, die inderdaad zeer antipathiek is, wordt zeer veel verteld wat onjuist is, bijvoorbeeld zou men
door deze Bocche di lioni" in staat zijn z'n vijand, ook al was hij onschuldig, uit den weg te doen ruimen; zulks is echter geenszins het geval.
In de eerste plaats moest een aanklacht onderteekend zijn, daar ze anders
niet behandeld werd; vervolgens werd de klacht zeer grondig onderzocht
en daarna werd beraadslaagd of men ze zou aanvaarden; slechts indien

61
vier-vijfde der aanwezige stemmen vr de aanvaarding waren, werd de
aanklacht in behandeling genomen en waar bij de zittingen van den Raad
van Tien steeds 17 personen aanwezig waren, n.1. behalve de Raad van
Tien ook de Doge en zes leden van den Raad des Dogen, die allen aan
de beraadslagingen deelnamen, is 't gevaar voor onrechtvaardige en onbillijke behandeling wel zeer
miniem.
Soms werden ongeteekende
aanklachten in behandeling
genomen, doch zulks alleen indien de drie hoogste leden van
den Raad van Tien en de Raad
van den Doge oordeelden dat
staatsbelang de behandeling
noodig maakte, dan werd nogmaals hierover gestemd en
werd alleen dan zulk een anonieme aanklacht behandeld,
indien bij de stemming zich
minstens vijf-zesde vr de
1'Arsenale.
behandeling verklaarden.
Ook werden deze Bocche di leoni" gebruikt of misbruikt om satyres en
pamfletten tegen den Raad zelf te herbergen en toen na ernstige beraadslaging de Raad van Tien het gebruik van groote pruiken verbood, vond
men bij de daarop volgende zitting in de Bocche" de navolgende verklaring: Respublica Veneta in minimis maxima, in maximis minima".
De Raad van Tien was streng en zonder vergiffenis waar 't misdaden gold,
vooral die tegen den Staat gericht waren, verdrinking, worging, vergif of
onthoofding waren dan de straffen aan den misdadiger toegekend; soms
gaf hij blijk van zekeren humor" te bezitten.
Zoo was er ingekomen een klacht van een patricir, gehuwd met een jonge
vrouw, welke patricir zich beklaagde, dat gedurende den nacht twee
horens aan de deur van z'n palazzo waren aangebracht. Naar aanleiding
van deze klacht gaf de Raad de navolgende raadselachtige beslissing, n.1.:
De Raad van Tien beslist in belang van den patricir en diens echtgenoote
en in 't belang van een ongestoord huwejjksgenot, deze zaak niet te onderzoeken".

62
Zoo kwam ook een klacht in van galante dames" van Veneti, die zich
beklaagden dat ze, door een voorschrift van den Raad van Tien gedwongen
een bepaald stadsdeel te bewonen, hun klandizie verloren, daar de bezoekers, vreezende verkeerd te gaan, hun huizen eveneens voorbijgingen,
waarop de Raad aan genoemde dames het privilege gaf om 's avonds gedurende een tweetal uren hun beenen vanuit 't venster aan 't oog der
voorbijgangers te vertoonen. Daarentegen is de Raad uiterst streng opgetreden tegen de geheime speelhuizen en eveneens tegen de gewoonte
van far casa" (hierover later) en heeft ze zelfs alle publieke vrouwen uitgewezen, doch alleen omdat hiermede staatsbelangen gemoeid waren;
overigens liet hij de bevolking zeer veel vrijheid en moedigde hij feesten
aan waarvan we in 't hoofstuk feesten en vermakelijkheden" meer vertellen.
Omtrent de camerotti", door de volksmond genoemd de piombi en
de pozzi" maakten we reeds melding en ten slotte wijzen wij erop dat de
meeste mededeelingen herkomstig zijn van Casanova de avonturier, wiens
mededeelingen niet zonder meer als waarheid mogen worden aangenomen.
Ook resorteerden onder den Raad van Tien de schoone kunsten en de industrie en thans nog zijn de destijds genomen maatregelen oorzaak, dat
veel schoons in Veneti gebleven is, daar de Raad voorschriften maakte
welke het verwijderen van door haar aangewezen kunstvoorwerpen uit Veneti voorkwam, ook beschermde zij de industrie door 't stichten en onderhouden van vakscholen, door 't geven van diploma's aan vaklieden, het
ondersteunen van hun industrien, in 't bijzonder de glasindustrie te Murano
en wee hem die 't waagde de geheimen van het vak in den vreemde te
verkoopen of te onderwijzen: hij moest terugkomen om zijn straf te ondergaan; bij weigering werden eenvoudig de familieleden gevangen gezet die
daar zoolang bleven tot den schuldige gexecuteerd was, hetgeen geschiedde door een agent van den Raad, daartoe naar 't buitenland gezonden
Werd een patricir beschuldigd en vluchtte hij in het paleis van een gezant,
dan werd daardoor z'n doodvonnis onmiddellijk geteekend en uitgevoerd;
nam een gezant van de Republiek geschenken aan van het hof waarbij hij
geaccrediteerd was en deelde hij dit niet aan den Raad mede, dan volgde
een ter dood veroordeeling. Zelfs bespreking van den Raad van Tien werd
niet gedoogd, zoo geschiedde het dat een Genueesch schilder te Veneti
woorden-wisseling kreeg en in den loop daarvan sterk partij trok voor den
Raad van Tien, die volgens hem zorgde dat rust en orde heerschten in

63
Veneti; dit werd den Raad medegedeeld, waarop de schilder onmiddellijk
uit de republiek werd verbannen, daar de Raad niet mocht worden besproken, noch ten goede noch ten kwade.
Een ander typeerend geval was dat van een gezant die, bestolen zijnde,
zich beklaagde over den Raad; den volgenden dag varend op het Ganal
Grande" werd zijn gondel aangehouden door een gondel van den Raad en
hij uitgenoodigd aan boord te komen; toen vroeg men hem hoe de beurs eruit zag die hem ontstolen was en toen hij die omschreven had werd een
doek omgeslagen en lag het lijk van den dief voor zijn voeten met een
dolk van den Raad in 't hart, in de hand van den doode bevond zich de
gestolen beurs; de gezant werd verplicht zelf de beurs uit die verstijfde
vingers te nemen en daarna werd hem medegedeeld ,,dat de lucht te Veneti slecht voor hem was" en dat hij binnen 24 uur de republiek moest
verlaten hebben.
De Raad van Tien werkte geheim doch doortastend, doch bovenal onmiddellijk en daardoor is waarschijnlijk haar onverdiende roep ontstaan, temeer daar ze niets en niemand ontzag en alleen 't belang van Veneti
diende.
Sommige schrijvers beweren dat de principes van den Raad van Tien ongeveer de navolgende waren en dat volgens deze beginselen zijn daden
waren gericht:
Het is onmogelijk een staat te regeeren zonder onrecht te doen
tegenover een particulier persoon.
Een misdaad tegen den Staat mag nimmer vergeven worden, zelfs
de schijn ervan moet gestraft worden.
,,In dat geval moet de schaduw voor het wezen genomen worden,
de schijn voor werkelijkheid.
De voorzichtigheid eischt niet alleen deze misdaden te straffen,
doch door maatregelen te voorkomen dat ze geschieden.
Indien in andere zaken het wijs is aan te nemen dat er minder
kwaad is dan wel lijkt, moet in staatszaken steeds worden verondersteld, dat er meer kwaad is dan er lijkt.
Doe zoo noodig het individu onrecht, indien het staatsbelang ermede gebaat is.
Aannemende dat deze stelregels inderdaad die van den Raad van Tien
waren, dan nog zal men toestemmen dat Macchiavelli er niet veel anders

64
over dacht en lijken ze toch nog beter als de stelregels aangegeven door
de bekende Fra Paolo, die in 1615 de Raad van Tien navolgende grondstellingen deed geworden, die echter niet werden toegepast:
I. In een twist tusschen edellieden: Straf de minst machtige
Tusschen een edelman en een burger: Geef steeds den edelman
gelijk In een twist tusschen burgers kan men een volmaakte
onpartijdigheid handhaven.
II. Behandel de Grieken als woeste dieren; brood en stokslagen,
dat moeten ze hebben. Bewaar'de menschelijkheid voor een
betere gelegenheid.
HL Indien er in de provincies partijleiders komen, dan moet men
die doen verdwijnen onder een of ander voorwendsel; doch men
neme geen toevlucht tot de gewone rechtspraak dat het vergift den beul vervange: dat is minder ruchtbaar en meer afdoend.
Fra Paolo, wereldsch genaamd Pietro Sarpi, werd in 1552 geborenen was
een groot taalgeleerde, alsmede kenner van kanoniek recht, geschiedenis,
theologie, philosophie en anatomie, die in 't bijzonder beroemd werd om
zijn studie over de excommunicatie" waarin hij met nog zeven andere
theologen op 19 punten bewees, dat de excommunicatie" een inbreuk
was op alle wetten der Christelijke staten en dat de vorsten het recht
hadden zich met alle middelen daartegen te verzetten.
Het pauselijke hof beval Fra Paolo voor zich te verschijnen, waarop hij
antwoordde met een bewijs voor de onwettigheid van den oproep". Deze
zaak eindigde in 1607, doch den dag na de beindiging werd Fra Paolo
in het klooster door vijf moordenaars aangevallen en zwaar gewond; na
zijn herstel werd hem een lijfwacht toegevoegd, alsmede een woning in
de nabijheid van het Dogepaleis.
Fra Paolo, de steller van genoemde grondstellingen, genodt een wereldfaam; vorsten trachtten hem in hun dienst te krijgen; voorname vreemdedelingen onder wie Cond, kwamen hem opzoeken en overdekt met roem
stierf Fra Paolo op den 14den Januari 1623. Zijn dood werd een nationale
zaak genoemd en de overheid deed voor hem een musoleum oprichten.
De grondstellingen van Fra Paolo zouden doen vermoeden dat het recht"
in Veneti niet bestudeerd werd en toch is zulks geheel onjuist, integendeel, na de verovering van Padua in 1431 werd alleen aan de Hoogeschool
aldaar door de Senaat het recht gegeven alle vakken te doceeren en werden

65
rijk-gesalarieerde hoogleeraren benoemd; de Hoogeschool te Padua werd
dan ook een der bloeiendste in Europa; uit die Universiteit kwamen de
vele beroemde mannen voort als: Zarabella, Sperone-Speroni, Pancuolo,
Galile, Bragadino, Comarius, Justiniani, Trevasini, Foscarini, Mongenico
en vele andere. Haar bibliotheek telde ruim 75.000 banden, haar plantentuin, gesticht in 1545, was de eerste in Europa.
Te Veneti zelf stichtte Aldo zijn beroemde Academia della Paura; ook was
daar de Academia Justiniana, gewijd aan de welsprekendheid; in Padua de
Ricorrati, in Verona de Societa Filharmonica, te Vicenza de Societa Olympia
die zooveel bijdroeg tot de herleving van de dramatische kunst in Itali,
ook werden in die tijden reeds in de verschillende Venetiaansche Staten
openbare leeszalen gesticht, de eerste was die van St. Marcus, waarvan de
grond gelegd werd door de schenking van de geheele bibliotheek, toebehoorende aan Cardinaal Bessarion in 1468. Deze deed de schenking vergezeld gaan van een schrijven waarin hij zegt dat Veneti de bezitster
daarvan zijn zal omdat geen land veiliger is, omdat het geregeerd wordt
door wijsheid en rechtvaardigheid, dat de deugd, matigheid, ernst, oprechtheid en eerlijkheid daar hun zetel hebben; dat aldaar persoonlijk bezit
geerbiedigd en beschermd wordt terwijl de geheele bevolking samenwerkt
tot het grootmaken van den Staat.
Deze uitspraak van Bessarion bewijst dat niet alleen op wetenschappelijk
gebied doch ook op politiek en publiek-rechtelijk gebied Veneti de meest
vooruitstrevende der toen bekende staten was en dat vrijheid en recht van
eiken inwoner werden geerbiedigd en verdedigd; er was geen sprake van
een willekeurige beschikking over leven en bezitting van een ingezetene,
terwijl ook de inwoner van Veneti, onderdaan van een staat waarmede
Veneti in oorlog was, zijn leven en privaatbezit geerbiedigd zag.
GODSDIENST IN VENETI. Gelijk de meeste zeevarende volkeren,
was ook de bevolking van Veneti geloovig doch steeds waren Kerk en
Staat streng van elkaar gescheiden, bovendien werd, ten einde elke inmenging van de kerk in het stadsbestuur te voorkomen, niet alleen vastgesteld dat geen geestelijke lid van den Senaat kon worden, doch tevens
mochten zij geen zitting hebben in Raden" noch in publieke lichamen,
zelfs hun familieleden werden in verschillende functin niet toegelaten.
De geestelijkheid in Veneti werd met eerbied en ontzag behandeld en
haar steeds een plaats ingeruimd naast den Doge, doch elk ingrijpen

66
der geestelijkheid in staatszaken werd met kracht tegengegaan. De grondstelling der politiek van Veneti was:
De republiek Veneti is tevreden met het kleine grondbezit dat ze
kreeg, doch daarop zal ze onbeperkt heerschen".
Wanneer alle andere landen het hoofd buigen en Rome gehoorzamen, is
't Veneti, dat alleen Rome weerstaat en weigert de wetten van Rome te
eerbiedigen en dan volgt de excommunicatie van Veneti" op den
17 April 1606, veroorzaakt door 't gevangen zetten van den abt Nervesa
en den monnik Saraceno van Vicenze, die beiden van misdaad beticht waren
en de weigering deze beide in vrijheid te stellen ondanks het verlangen
van Paus Paul den Vijfden. Veneti toonde zich echter geenszins verontrust
door de excommunicatie, verbood ten strengste aan de bisschoppen en de
andere kerkelijke magistraten eenige bul of geschrift aan te plakken of bekend te maken: ordonneerde hen tevens den dienst in de kerken als gewoon
waar te nemen, terwijl degene die geestelijken bijstand weigerde, onmiddellijk verbannen werd; de Jezueten verlieten als protest en op last
des Pausen Veneti op den negenden Mei en daags daarna werden kerkelijke feesten gevierd met nog meer luister dan anders, in tegenwoordigheid
der staatsbestuurders en de gezanten der vreemde mogendheden; daarna
volgde een pennestrijd en zocht de Paus hulp bij de Spanjaarden. De
Venetianen van hun kant vergrootten hun vloot, meer dan 2000 Italianen
werden als soldaten ingelijfd en geheel Europa zag verschrikt naar den zich
ontwikkelenden strijd tusschen de Heilige Stoel en Veneti. De koning van
Frankrijk trad bemiddelend op en Kardinaal Joyeuse werd als gezant naar
Veneti gezonden, vandaar ging hij met alle volmachten van den Senaat
naar Rome en verkreeg opheffing van den ban. De Paus eischte terugroeping der Jezueten en het in zijn handen stellen der twee gevangen genomen geestelijken; tot dit laatste was Veneti bereid, echter weigerde
zij de opnieuw vestiging der Jezueten in Veneti.
De Paus liet dezen eisch vallen en op den 21sten April werd door den
Kardinaal in tegenwoordigheid van den Doge en de Maggior Consiglio"
de ban herroepen; Veneti had gezegevierd, niet op grond van haar macht,
doch op grond van haar politiek beginsel, dat voorschreef: Allen gelijk
voor de wet, de wet gelijk voor allen; geen privileges aan de geestelijkheid in politiek opzicht".
Van de gelijkheid voor de wet van allen geven ook het bewijs de groote

67
godsdienstvrijheid en burgervrijheid die Veneti kenmerkt, zelfs zal ze de
onderdanen van vijandige landen in Veneti wonende, bescherming aanbieden, doch daartegen eischt Veneti dat die inwoners volstrekt neutraal
blijven gedurende den strijd; ook getuigen van de verdraagzaamheid en
van de eerbiediging van de gevoelens van andere natin de talrijke stichtingen (Fondachi) die te Veneti waren.
Tenslotte iets over de kloosters in Veneti, waarvan het toezicht geheel
aan de autoriteit der kerken was overgelaten en waarmede het stadsbestuur zich niet bemoeide, later, eigenlijk te laat zou ze ingrijpen als het
leven in de kloosters iets al te vroolijk werd en inderdaad werd er niet
veel overdreven, toen een satiricus zich in ongeveer 1606 over de kloosters
als volgt uitliet:
,,De nonnen zijn talrijk in Veneti en bijna allen van adel, daar vele patricirs hunne dochter al jong in een klooster brengen en ze dwingen daar
te blijven, teneinde de huwelijksgift uit te sparen en op die wijze hun zoons
meer te begunstigen; deze vrouwen, die met tegenzin in een klooster zijn,
beroemen zich erop zich over te geven aan wat ze willen, terwijl herstel
van klooster-orde onmogelijk schijnt. Sommigen kleeden zich zeer frivool,
krullen zich de haren, loopen gedecolleteerd gelijk de publieke vrouwen,
menigeen harer hebben een minnaar, en gelijk in andere kloosters bedelmonniken zijn, gaan ook zij steeds met z'n tween, een oude en een jonge
non, de stad rond bedelend om liefde; de jonge leidt 't rosse leven terwijl
de oudste zoo ongeveer de rol van koppelaarster vervult. In Karnavalstijd
gaan ze per gondel of wandelen door de stad, leven er vroolijk op los en
komen 's nachts of tegen den ochtend eerst in 't klooster terug. Het vorig
jaar waren er in de kloosters meerdere die de gevolgen van hun losbandigheid deden zien en werden arrestaties gedaan; in 't eerste vuur van haar
ijver wilde de Senaat ze doen executeeren, doch een Senator beklom 't
spreekgestoelte en hield een vurige rede, verklarend dat men die vrouwen
niet moest doen sterven, want de rechters zouden daardoor ook hun eigen
bloed treffen. Beter ware het ze onschuldig te verklaren, ze ongemerkt
naar elders over te plaatsen en 't gerucht te verspreiden dat 't alleen kwaadsprekerij en laster was die dergelijke verhalen in de wereld hadden gebracht. En aldus werd besloten".
Reeds tevoren had de Raad een wet moeten uitvaardigen welke, ofschoon 't houden van slaven in Veneti verboden was, aan de kloosters
toestond de monachini" als slaven te houden en te gebruiken in dienst

68
der kloosters; deze monachini" waren de mannen die 'snachts betrapt
werden in de cellen der nonnen, waarin ze zonder moeite of list waren
doorgedrongen en de wet, hierboven aangehaald, bewijst wel dat 't aantal
nachtelijke bezoekers niet klein was; in dit verband wordt 't van beteekenis als men leest ter eere van Andreo Contarini den Doge, dat hij voor
de verleiding der nonnen niet bezweken is.
Sanudo vertelt van zwangere nonnen en van ingrijpende maatregelen die
genomen moesten werden tegen nachtelijke uitspattingen in de kloosters;
met name noemt hij de gedragingen van een zuster Marie, superieure van
't klooster Santa Maria Maggiore en een priester Francois van Saint Eustache, priester die tot tien jaar kerkerstraf veroordeeld werd terwijl de
superieure naar Cyprus verbannen werd. Niets hielp om 't kwaad te keeren,
totdat de patriarch Contarini eindelijk met energieke maatregelen 't kwaad
bestreed; en al heeft in geheel Europa een verval van zeden in de kloosters
plaats, hierin spant echter Veneti de kroon door de luisterrijke en schitterende ontvangsten en feesten in de godshuizen.
Tegenover de gemelde buitensporigheden dient ook vermeld dat in eenige
der religieuse stichtingen in Veneti een zeer godsdienstig en streng leven
geleid werd en dat van die weinige kloosters een groote invloed ten goede
is uitgegaan, doch meerendeels stoorde men zich niet aan voorschriften
en reglementen, werd het leven van den zeer luchtigen kant opgenomen
en de godsdienstplichten waargenomen als daartoe een oogenblik gelegenheid was tusschen de vermaken in; tenslotte moest de wereldlijke macht
ingrijpen en werden verschillende bepalingen gemaakt b.v. een verbod
om feestmalen aan te richten ter gelegenheid van de aanneming van den
sluier, en bedreigde strenge straffen degenen, die de kloosters wilden
binnendringen; doch deze en de vele andere maatregelen die genomen
werden, toonden aan dat het kwaad te diep zat en niet gekeerd kon worden.
Laat ons deze donkere geschiedenissen maar verder zwijgend voorbijgaan,
ofschoon wij erop moeten wijzen dat veel van het fraaie Venetiaansche
kant in kloosters gemaakt werd, waardoor die kloosters groote rijkdommen
verkregen; helaas, dit fraaie teedere werk kwam uit de handen van de
jongere nonnen die, zoo noodig met de zweep gedwongen werden, een
zekere hoeveelheid kant af te leveren.
Het verval der kloostertucht en de misbruiken daaruit voortspruitend geven
wel een bewijs dat een krachtige strenge hand gelijk die van den Raad van
Tien noodig was en rechtvaardigt zeker voor een groot deel de strenge

69
maatregelen door dezen Raad genomen, al mag niet ontkend worden dat
ook daarbij reeds fouten werden gemaakt; doch nergens ter wereld wordt
een ideaaltoestand gevonden en dus ook niet in Veneti.
WETENSCHAPPEN E N SCHOONE KUNSTEN. - In Veneti was al
spoedig een organisatie en reglementeering van handel en industrie ontstaan, werd de dubbele boekhouding (door ons Italiaansch" boekhouden
genaamd) uitgedacht en ingevoerd, de eerst bekende handelsbanken waren
te Veneti gevestigd, banken waarvan de werking door wetten werd omschreven en die onder staatstoezicht stonden; deze banken genoten een
zoo groot aanzien en vertrouwen in 't bijzonder door het toezicht dat op
hare handelingen gehouden werd, dat reeds in 1246 een Paus aan een
Venetiaansche bank de belegging van zijn kapitalen toevertrouwde. Het
crediet der banken was zoo sterk, dat de door haar uitgegeven wissels alom
als geld werden erkend. Ook hield men zich te Veneti bezig met handelsstatistiek en werden handelsbalansen op geregelde tijden opgemaakt, ja
zelfs waren er instellingen met hetzelfde doel opgericht als onze Kamers
van Koophandel en Industrie.
Dit alles zou men kunnen toeschrijven aan noodzakelijkheid en winstbejag;
doch andere wetten zorgden voor de armen en was in 't belang der kinderen een onderzoek naar 't vaderschap toegestaan. En nam soms niet de
Republiek zelf kinderen tot zich ten einde voor een goede opvoeding te
zorgen en noemt in dit verband de geschiedenis niet de namen van
Catarina Cornero en Bianca Capello? Ook het privaatbezit was geregeld,
zelfs 't leenen van geld op onderpand werd geregeld en alleen aan de
joden in 'tGhetto toegestaan; handelsvereenigingen verrezen, Collegane"
of Rogadie" genoemd, die eenigszins werkten als onze firma's met stille
vennooten. Inderdaad, die een diepere studie van de geschiedenis van
Veneti wil maken, moet zich bezig houden met hun handelswetten en
voorschriften, want veel is daarin, dat z'n invloed op de algemeene geschiedenis van Veneti deed gelden en de oorzaak was van staatshandelingen.
Behalve al die bezigheden en beslommeringen vond Veneti toch steeds
gelegenheid om ook de schoone kunsten te begunstigen en tot bloei te
brengen en in de 15e eeuw vond de Italiaansche Renaissance haar grootste
kracht en bloei in Veneti; kunstschatten der Grieken en Romeinen werden
opgespoord en de ontdekking van een Grieksch of Latijnsch dichter
was een gebeurtenis van groot gewicht, academies werden gesticht, de

70
drukkunst beoefend en tot bijzondere hoogte opgevoerd, en werd te
Veneti de eerste krant uitgegeven, n.1. in 't begin der 17e eeuw.
Niet alleen de lust naar wetenschap, doch ook de noodzakelijkheid, voortkomende uit de vele verbindingen die Veneti met de geheele toen bekende wereld had, deed de studie bevorderen; Veneti, met een groote
kolonie en grondbezit in Byzantium, waar hare eigen wetten golden, moest
zich natuurlijk op de beoefening der Grieksche taal toeleggen en zulks te
meer waar te Veneti zelf een groote Grieksche kolonie was. De kennis
der Grieksche taal behoorde bij een goede opvoeding en tot de bon ton"
en zoo was in het einde der 15e eeuw gebruikelijk, dat de jeunesse dore"
te Veneti zich van de Grieksche taal bediende. De diepere studie deed
het gemis aan goede leermeesters gevoelen en zoo zien wij de meest
illustre wijsgeeren van Griekenland komen: Chrysolorus Bessarion, die de
leeraar was van de bekende humanisten, Bruni Poggio, Nicoli en Manetti,
verder Chalcondylus, Moschus, Sagundino, Lascaris en nog meerdere
andere.
Onder de Doge Gritti (1523) werden tot hoogleeraren aan de universiteit
te Padua de meest vermaarde mannen verbonden en geen kosten gespaard
om deze hoogeschool te vervolmaken; het aantal studenten was bijna
18.000, die van alle landen van Europa samengekomen waren om de studie
te volgen aan de Venetiaansche universiteit.
De uitreiking van de doctorsbullen" was een ceremonie gepaard met
schitterende feesten en werden den hoogleeraren groote geschenken gegeven; als bewijs van de verlichtheid van de Venetiaansche regeering diene
dat zeer groote vrijheid aan het bestuur van de universiteit werd gegeven,
welk lichaam het onderwijs regelde en toezicht hield op het lager onderwijs
zonder eenige inmenging van den Raad van Veneti; bovendien oefende
het bestuur der Hoogeschool censuur uit op alles wat te Veneti gedrukt
werd; ook werd het de bewaring der manuscripten opgedragen, terwijl de
beoefening der physische cultuur eveneens onder zijn toezicht was.
In 1468 werd de eerste boekdrukkerij te Veneti gevestigd en de namen
der groote Venetiaansche drukkers, zooals: Jenson, De Spira, Valdarfer,
Vindelino en Andreo d'Asolo en in het bijzonder Manuccio, alle deze
mannen worden tot op heden nog geacht als voortbrengers van ware kunstwerken op hun gebied, terwijl zij tevens door hun groote uitgave, in het
bijzonder door het verspreiden van de vertalingen der groote klassieken,
de dank der wetenschap hebben verworven. Bijgestaan door geleerden als

71
Gabriello, Ramusco en Navagero gaf Aldo Manuccio, de Venetiaansche
drukker, de werken uit van Plato, Herodotus, Xenophonus, Sophocles,
Aristoteles, Demosthenes, enz.
Gelijk veel later in Frankrijk werden toen reeds te Veneti cercles" ge-

De Doge Gritti, naar een schilderij van Tiziano.

houden waar de geleerde en de kunstenaar zich vereenigden; een der


meest bekende was wel die van Carlo Zeno, den overwinnaar der Genueezen, wiens Palazzo op Agostino gevestigd was; ook werden deze cercles'
wel gehouden in tuinen van de ,,Prato delle valle" en de tuinen van
Murano, welke aan den drukker Aldo behoorden.

72
Een kleine beschrijving van de lokaliteit waar de cercle" van Priuli gehouden werd geeft Doni, die daarvan zegt:
,De zaal is buitengewoon groot en waar het oog zich ook richt, wordt het
getroffen door schoonheid, de vloer is van zwaar spiegelglas, het plafond
gebeeldhouwd en verguld waartusschen fraai schilderwerk; de schilderwerken van Tiziano met hunne goddelijke figuren, de landschappen der
Vlaamsche meesters brengen U in verrukking, de kleeden, de zijden geborduurde gordijnen, de meubelen, alles is zoo schoon als slechts de verbeelding zich kan voorstellen." In deze lokalen gaven de Venetianen zich over
aan de beoefening van de wetenschappen, in het bijzonder de philosophie,
door welke studie men zich een groot voorrecht kon verwerven als b.v.
een vooraanstaande plaats in de Maggior Consiglio".
Steeds, zoowel in oorlogs- als vredestijd werden Wetenschap en Kunst
gediend en de bemerking van Dante dat hij voor de Consiglio" Italiaanscn
instede Latijn moest spreken, beteekent niet dat Latijn in Veneti niet verstaan werd, doch heeft een politieke beteekenis. Zekerlijk zou Petrarcus
dan niet een gedeelte zijner bibliotheek aan Veneti geschonken hebben,
aan de stad waarin hij zooveel vrienden heeft" en onbekendheid met
Grieksch en Latijn is ook slecht aan te nemen van een stad waarin reeds
vroeger Grieksche en Latijnsche priesters en geleerden onderwezen en
welke stad kan wijzen op den philoloog Jacopa, de eerste vertaler van
Aristoteles, bovendien zijn er van dien tijd af bijna geen documenten
aanwezig die niet onderteekend waren, zoodat veilig kan worden aangenomen dat althans de edellieden niet alleen lezen en schrijven konden,
doch ook een zekere ontwikkeling hadden.
Alhoewel onzeker en aarzelend, laat ook de pozie zich in Veneti hooren
en zijn er nog gedichten bekend, waarschijnlijk genspireerd op de gezangen
der Minnestreelen uit Provence; zij bereiken hun hoogtepunt in 1250. in
't bijzonder wordt genoemd Bartolomeo Zozzi, Bonifacio Calvo en G i o vanni Querini, tijdgenoot en vriend van Alighieri, alsmede Antonio Cocco
en Filippo Barbarigo, tijdgenoot van Petrarcus, XL
Ook zien wij in de 13e eeuw een geschiedschrijver, waardig dien naam met
eere te dragen, die met groote nauwkeurigheid en in schoonen vorm de
geschiedenis der eerste negen eeuwen van zijn vaderland beschrijft, namelijk de Doge Enrico Dandolo. Evenmin missen wij reisbeschrijvingen
waaronder als eerste genoemd moeten worden die van Marco Polo, die in
1271 het verhaal samenstelde van zijn reis door China, Indi en de Ganges,

73
die 26 jaar duurde en waarin deze onverschrokken zeevaarder het van eenvoudig Venetiaansch zeeman bracht tot onderkoning van China. Marco
Polo", zegt Maltebrun, is de grondlegger van de moderne aardrijkskunde
van Azi; hij is de Humbolt van de 13e eeuw".
Tegenover de drie groote figuren van Itali, Dante, Petrarcus en Boccacio
kan Veneti geen evenknie zetten, doch in de 15e eeuw verschijnt Giorgi

Interieur van de Scuola S. Giorgio dei Schiavoni.

en daarna Cristina Pisano, de beroemde dichteres, alsmede Veronica Gambara en bovenal Casandra Fedeli, door zes verschillende vorsten uitgenoodigd om te hunnen hove te verblijven. Casandra Fedeli, de geniale kunstenares met buitengewoon scherp verstand en groote kennis, sterft in 1576
te Veneti in den leeftijd van 102 jaar.
De 16e eeuw is de bloeitijd der pozie en na Nicola Agostini en Ludovici
wijst Veneti met rechtvaardigen trots op z'n grooten dichter Torquato
Tasso, waarna nog vele groote dichters zijn te noemen, als: Sacripante,
Oliviero, Pancetti.

74
Als aan 't einde van de 16e eeuw de zeden in Veneti minder streng
worden, vindt men ook daar de dichter-zanger die als kenmerk van zijn
tijd moet genoemd worden; een dichter doch tevens een man zonder
eenige moraliteit, n.1. Pietro Bacci, meer bekend als Aretino. Verjaagd uit
Rome en Milaan vindt ook hij in Veneti gastvrijheid, wordt zelfs als dichter
door den Doge ontvangen en komt hij tot rijkdom en bekendheid door het schrijven van
pamfletten en satyres op hooggeplaatste personen, vorsten zelfs. Alvorens echter deze
pamfletten te laten verspreiden ontziet hij zich
niet aan de betrokkenen mede te deelen, dat
door betaling van een zeker bedrag in geld de
uitgifte kan worden voorkomen. Groote sommen ontving hij van Frans den Eersten en
Karei den Vijfden en met trots merkt Aretino
op een fortuin wist ik te halen uit een riem
papier en een flesch inkt"; daarna schrijft hij
devote werken welke niet alleen hem met
Pietro Aretino
Rome verzoenen, doch bovendien wil Rome
naar een houtsnede van Tiziano
^
.
r d Vraagt hij als
b d o o n e n

uit I modi del doni , gedrukt


bij Marcolini in 1552 te Veneti,

o n v e r v a a

.,, ,.

...

belooning de kardinaalshoed dien hij natuurlijk niet krijgt. De onderwerpen voor zijn pamfletten krijgt hij van zijn zusters de Aretines", die courtisanes" waren en
hem in bijzonderheden vertelden wat voorviel bij de bezoeken, die zij ontvingen van hooggeplaatsten; de cronique scandaleus" was voor Aretino
niet alleen hoogst vermakelijk, doch ook een bron van inkomsten. Aretino
stierf zooals hij leefde, temidden eener drinkpartij viel hij in uitbundige lach
met zijn stoel om en stierf nog tijdens den fuif-nacht. Verschillende dichtwerken, z'n tijd zeer goed weergevend en ook als kunstwerk niet van belang
ontbloot n.1. Ragionamenti, de Rime, Stanzi en Capitoli alsmede vijf
tooneelstukken zijn van hem bekend gebleven. Ofschoon Aretino zeer
zeker een avontuurlijk leven heeft geleid, staat nog geenszins vast, dat hij
al de gebreken en fouten had waarvan hij werd beticht; zelfs komt 't
onwaarschijnlijk voor dat deze beste vriend van Tiziano, die dagelijks met
hem omging en hem in zijn woning bezocht, een zoo diep gezonken
mensch geweest is; bovendien spreekt uit het werk van Aretino een fijne
geest en is het niet uitgesloten dat degenen die door de scherpe pen van

75
Aretino gehekeld werden, als wraak hem hebben beklad, hetgeen, gezien
de zeer vrije opvattingen vooral op sexueel gebied, niet moeilijk was.
Tegenover z'n losbandigheid en verkwisting staat een zeer groote opofferingsgezindheid van Aretino voor z'n vrienden en bekenden.
Eenige letterkundigen en kunstenaars hebben zich vereenigd, teneinde
meerder licht en meer waarheid te brengen omtrent deze in elk opzicht
eigenaardige persoonlijkheid, die zeker een kunstenaar was.
Dat hij sommige zaken zeer openhartig en vrij bespreekt maakt op den
hedendaagschen lezer een zeer onaangenamen indruk, doch men vergete
niet dat in den tijd van Aretino men de dingen wel meer bij hun naam
noemde en te dien opzichte preutschheid" niet kende, althans niet in toepasSirfg bracht; ook bij onze oud-Hollandsche dichters en schrijvers kan
men zulks' opmerken.
Na Tasso vinden wij geruimen tijd in Veneti geen dichter van z'n grootte
doch daartegenover staat dat de Renaissance van het theater, waarover in
het volgend hoofdstuk wordt gesproken, veel, zeer veel te danken heeft
aan Veneti.
Na de zuiver literaire werkers rest ons even te spreken over hen die
reisverhalen schreven, de meesten van reizen door hen zelf gedaan en
waarvan de bekendste, Marco Polo, reeds genoemd werd; deze reisverhalen zijn niet alleen met groote juistheid samengesteld, doch zijn ook
literair niet van waarde ontbloot. De gebroeders Zeno beschreven hunne
reizen naar IJsland, Groenland, Canada, Virgini en Mexico en voegden
er landkaarten van de door hun bezochte landen bij; in 1426 brengt Ziroldi
in kaart eenige punten voorbij Kaap Bojador, die destijds als 't einde van
de wereld werd beschouwd; Barbaro brengt 25 jaar van z'n leven in Tartarije, Kamtsjatka, Perzi en Rusland door; Travisano beschrijft Ethiopi
en den loop van den Nijl; Cabot ontdekt in 1496 Labrador en vermoedde
reeds een doorgang tusschen de Hudsonbaai en de Zuidzee, terwijl Fra
Mauro de eerste wereldkaart teekent.
Aleandre wordt door Lodewijk de XHe benoemd tot bestuurder der Universiteit van Parijs.
In 't midden der 15e eeuw richt Paus Nicolaas de Vijfde een verzoek tot
de geleerden van Itali om de beroemde werken der Oudheid te vertalen;
onmiddellijk staat Veneti gereed en beantwoordt dit verzoek op schitterende wijze: Guarino van Verona vertaalde Plutarcus en Strabonius;
Perrotti, Barbaro en Amaseo vertalen Polybus, Hippocratus, Pausanius,

76
Epectete, Xenophonius; Rumnusio vertaalde Arabische verzen in 't Venetiaansche dialect, Malermi gaf de eerste vertaling van den bijbel uit de
Hebreeuwsche tekst en nog is de lijst van illustere mannen die Veneti
aan de wereld gaf niet beindigd, eigenlijk begint hiermede de lange
reeks pas.
Alvorens eenige beschrijvingen te geven van de schilder- en beeldhouwkunst in Veneti, zullen eenige regels gewijd dienen te worden aan de
wetenschap, de bouwkunst, de waterbouwkunst en de technische vakken.
Veneti begreep dat een diepere studie van de sterrenkunde van groot
belang was voor de zeevaarders en ondersteunde krachtig deze studie, de
republiek zond haar geleerden uit naar Egypte om het stelsel vanPtolemeus
na te gaan en eventueele onjuistheden erin op te sporen; Fracastor verbeterde de sterrekijkers en Marc-Antonius de Dominis gaf een verhandeling over den regenboog, welke verhandeling Newton hielp in zijn studie
over de polarisatie van het licht; Alimari stelt een formule samen om de
lengte en breedtegraden te bepalen, Cognoli geeft een verhandeling over
trigonometrie. Hydraulische werken om de wateren der Brenta, Montone,
Po, de Reno en de Ronco te beheerschen werden uitgevoerd door Venetiaansche ingenieurs; in 1481 werden de eerste sluizen gebouwd, de verzande rivieren werden uitgediept en weder bevaarbaar gemaakt door
Giocondo, dezelfde die de Pont Saint-Michel" en de Pont au Change"
te Parijs gebouwd heeft; Zandrini bouwt de murazzi" die de Lido beschermt tegen de zee; Ligozza wordt door Peter den Grooten naar Rusland
geroepen om een kanaal te graven dat de Witte zee met de Kaspische zee
moet verbinden; Mascheroni wordt afgevaardigde voor Frankrijk om een
universeel stelsel van gewichten en maten te bestudeeren.
Op natuurkundig gebied kan Veneti wijzen op Patrizzi de Cherso die het
geslacht der planten aanduidde, Donati en Olivi di Chiozza beschrijven
de dieren en planten voorkomende in de Adriatische zee. Sarpi bestudeert
den bloedsomloop; Fallopi uitheemsche ziekten en anatomie, evenals Fabricius, meer bekend onder den naam Aquapendente" terwijl z'n evenknie,
Morhagnie de werking der ademhalingsorganen bestudeert en uiteenzet.
Met de geschiedenis van andere staten hebben de Venetiaansche schrijvers
zich maar weinig, bezig gehouden, doch de weinigen die het deden waren
zeer oprecht en hebben openlijk gewezen op die kwaliteiten die andere
naties hadden en die Veneti miste; ook hebben ze openhartig op de fouten
gewezen, die naar hunne meening 't bestuur hunner republiek aankleefden.

77

KUNST, T O E G E P A S T E K U N S T E N K U N S T N I J V E R H E I D .
De strijd in afgelegen landen uitzonderend, kende Veneti bijna tien
eeuwen van onafgebroken vrede en rust, die niet verstoord wordt door
burgeroorlogen noch invallen van vijanden en deze rust gepaard aan een
steeds grooter materieele welvaart, geeft der stad gelegenheid zich te
ontplooien en te verfraaien; in deze kalmte kan ook de kunst zich ontwikkelen en weerspiegelt deze in haar
voortbrengselen den geest der Venetianen, de tinten van hare atmosfeer,
de kleuren harer luchten, de tintelingen van hun zonlicht; de Venetianen zijn coloristen bij uitnemendheid.
De eerste kunstuitingen waren de
mozaekwerken, waarvan de VeneR i
tianen de techniek leerden in Byzan- Taxi ontwerp van Antonio da Ponte.
tium; eenige voorbeelden van de
eerste mozaek-schilderijen vindt men nog in de primitieve kerken van
Torcello, Santa Fosca en de St. Marcus:zoo is de afbeelding van St. Marcus
boven de centrale ingang der St. Marcuskerk een mozaek, vervaardigd in
1545 door de gebroeders Zuccati, naar ontwerp van Tiziano.
Gelijk hun bouwmeesters erin slaagden de schoonste harmonie te scheppen
uit geheel heterogene elementen van heinde en ver samengebracht of verzameld als buit der Venetianen na hun overwinningen, zoo toonen de
schilderijen dat de groote meesters in n greep licht en lucht en water
en kleur wisten om te tooveren tot werken van onvolprezen schoonheid,
kunst die haar toppunt vindt in het oeuvre van den grootmeester Tiziano.
Veneti, bewoond door een gelukkig volk, dat ondanks de ijzeren wetten
veel vrijheden had en waarvan de rijkdom steeds wies, verzamelde in haar
kunst zoowel de Romeinsche, Grieksche als Byzantijnsche elementen en
wist ze om te scheppen tot een feeriek geheel; spontaan geeft ze wat ze
voelde en toont in haar kunst die zekerheid welke 't kenmerk is van de
steeds overwinnende kracht, die alles onderwerpt en alles aan haar ondergeschikt maakt; alleen dat zelfvertrouwen, gepaard aan groote geestkracht
en wil was in staat de stijlen van eeuwen dooreen te strengelen en toch
een harmonisch geheel te geven dat op zich zelf opnieuw een schoonheid
u

P o n t e

i a

t o

78
vormt. Inplaats van een kantwerk van steen in de lucht te maken als versiering bovenop een bouwwerk doet Giovanni Buono dat kantwerk van
uit den bodem oprijzen en zet daar bovenop een massieve cube van steen
(Palazzo Ducale). Langs 't Canale Grande en de calli worden de paleizen
gebouwd, oudere houten huizen worden afgebroken om plaats te maken
voor veel grootere, van steen gebouwd; de kooplieden stelden er een
eer in hun woningen stees
fraaier te maken, de onderlinge naijver spoorde aan tot
het uitnoodigen der meest
beroemde bouwkundigen om
de palazzi te ontwerpen en
hun bouw te leiden; aan eiken
wensch van den architect,
hoe buitensporig ook, werd
tegemoet gekomen en voor
de interieurs vroeg men evenLoggetta van de Campanilla.
eens den raad en hulp van
Ontwerp Jacopo Sansovino.
architecten, terwijl de handarbeid beoefend in het kalme tempo, dat noodig is om fraaien vorm en
soliditeit samen te doen gaan, die tooverachtige interieurs schiep welke
de bewondering van de geheele toenmalige bekende wereld wekten en
oorzaak waren dat de Venetianen geroepen werden om ook in 't buitenland, in 't bijzonder in Frankrijk te komen werken, iets dat echter door '
de wetten van Veneti zeer moeilijk gemaakt werd.
Zoo werd Veneti gebouwd op de wijze die wij nu nog kunnen zien en
zeker is 't te betreuren, dat zoo menig interieur verkocht wordt en uit de
palazzi verwijderd; met blijdschap kan echter worden geconstateerd dat
tegenwoordig de oude patricische families zich beijveren om hunne gerfde
palazzi weer te laten inrichten op de wijze als vroeger geschiedde en
er zijn te Veneti weer verschillende palazzi ingericht, nagenoeg in de stijl
en luister waarin ze gebouwd werden in de roemrijksten tijd van Veneti.
Eigenlijke primitieven kent Veneti niet; buiten Veneti leerden de
Als bouwmeester van 't Dogepaleis wordt ook wel de beeldhouwer Calendario genoemd;
deze heeft met het Dogepaleis niet anders uitstaande gehad, dan dat hij daarvr werd
opgehangen met zijn medegezellen na de ontdekking van het verraad van Marino Falieri.

79
Venetiaansche schilders 't metier, zij aanvaardden de hulp van Jacopo
d'Avanzo en Altichieri, de decorateurs van Verona; de mystieke school
werd gebracht door Gentile da Fabriano, die te Veneti evenals te Rome
en Florence samengewerkt heeft met Pisanello de medailleur; zij waren 't
die Veneti zagen vr de Venetianen zelf en hun werken en schetsen
spreken van hun liefde voor optochten, lange sleepen, tulbanden, goud,

Beeltenis van een Dame. Jacopo Bassano (da Ponte).


(Rijksmuseum Amsterdam).

edelgesteente, in n woord voor die draaikolk van kleuren en gedaanten


die de menigte in actie toont; zij leerden aan Veneti het pittoreske van
de scheepvaart en van het Oosten zien. Na hen komen, hoewel het hun
leerlingen niet waren en men dus ook niet kan spreken van een school,
Pinturrichio en Gozzoli die dezelfde onderwerpen behandelden als de
reeds genoemde kunstenaars en die eveneens schoonheid van Veneti het
eerst als Venetiaansche schilders op 't doek brachten. Doch de werkelijke
grondvester van de schilderkunst in Veneti is Jacopo Bellini, die behalve

80
van Pisanelo, ook van andere schilders de kracht en schoonheid van de
Toscaansche school had leeren kennen; Bellini, bewonderaar van Mantegna,
ondergaat diens invloed evenals dien van z'n meester, Gentile da Fabriano,
hetgeen in z'n werken duidelijk tot uiting komt n.1. de romantiek van
Fabriano en de strengheid der Toscaansche school.
Zijn zoon Giovani Bellini keert zich geheel van 't genre van z'n vader af
en in de negentig jaren van z'n leven ziet hij de geheele omkeer van de
Venetiaansche schilderkunst, waaruit de strengheid van den meester van

Maria van Mantegna.


(Prentenkabinet Amsterdam).

Mantua verdwijnt; hij is getuige van die krachtinspanning der schilderkunst die de Venetiaansche school grondvest, wel is waar waren 't slechts
vonkjes, doch zij deden reeds het vuur vermoeden waarvan een Giorgione
en Tiziano gloeiden.
Carpaccio gaf in zijn doeken alles weer wat hij kon en hij kon veel; hij beheerschte de schildertechniek volkomen en was een waarachtig kunstenaar;
zijn vele gaven schonk hij in vollen overvloed en niet alleen zijn techniek
maar bovenal zijn groote kunstenaarsziel lag in zijn werk; misschien komt
bij wijle de philosoof te veel op den voorgrond, doch grooten eerbied moet
men hebben voor Carpaccio, de schilder van Veneti, die het geheele leven

81
uitbeeldt met een sentiment, dat noch door Tintoretto noch door Veronese
wordt overtroffen; deze kunstenaars mogen breeder en magistraler zijn,
het oeuvre van Carpaccio bevat echter alle decoratieven en pittoreske
elementen, de groote schilders te Veneti hebben danook uit diens werk
geput als uit een bron; hij gaf de elementen waaruit zij hun kunstwerken
schiepen. Giorgione, Palma, Lorenzo Lotto, Bonifazio, Basaito, Pordenone,

Concert-Champtre. Giorgione (Giorgio Barbarelli)


(Louvre te Parijs).

Sebastiano del Piombo, Tiziano, allen leerlingen of volgelingen van Giovanni Bellini putten uit de schatten verzameld in de werken van Carpaccio, werken ze om, vervolmaken ze en strooien ze uit in fresco's op
de muren, in de paleizen, de kerken; overal vertellen ze van de feesten, de
dansen, de zee, de lucht, de liefde, alom verhalen ze van den overvloed
en de pracht van Veneti.
Giorgio Barbarelli, bijgenaamd Giorgioni (groote sterke George) om z'n

82
groote lichaamskracht en gestalte en z'n levenswijze die veel van die van
een bravo" heeft gehad, was eveneens een leerling van Giovanni Bellini;
in 't eerst teekende hij eenigzins droog en benepen, schildert vriendelijk
zacht en liefelijk, tot op eens een verandering, een totale evolutie z'n werk
kenmerkt; z'n touche wordt breed, gewaagd, z'n teekening gedurfd en
stevig opgezet; een colori" machtig en brillant. Een totale omkeer van
een moeilijk verkregen vakkunde tot voldragen kunst; slechts weinig
schilderijen van hem zijn bekend; van de fresco s aangebracht aan de
buitenmuren der Palazzi vergingen vele en kan men nog slechts eenige
overblijfselen van zijn werk zien op 't huis dat hij te Veneti bewoonde
en op de muren van de Fondaco dei Tedeschi".
Giorgione geboren in 1478 te Castelfranco, gestorven in 1511 te Veneti,
vormde mede door zijn kort leven (33 jaar) slechts weinig volgelingen, de
bekendste is Sebastiano del Piombo.
Tiziano, eigenlijk geheeten Vecellio, schildert het geheele leven; alles
krijgt bij hem gelijke rechten; alles wat menschelijk is geeft hij, voegt het
samen, maakt er symphonien van; elk menschelijk gevoel weerklinkt en
wordt opgevoerd tot een bovennatuurlijke schoonheid. In zijn scheppingen
ligt een waarachtige kunstenaarsziel die het menschdom lief had en wien
niets menschelijks vreemd was. Zijn coloriet is onvergelijkelijk, z'n meesterschap voorkomt dat hij in herhalingen vervalt, steeds is een nieuwe kant
aan zijn werk; hij beindigt 't werk van Masaccio, completeert dat van
Bellini, zijn kunst vormt meerdere waardeering voor dat van Giorgione en
vr Rabelais, vr Shakespeare, vr Rubens, vr Velasques, vr
Rembrandt en vr de Duitsche musici kondigt hij den modernen geest
aan. Hij is de vader van de schilderkunst.
Tiziano Vecellio, grootmeester der coloristen, geboren in de bergen van
Cadore te Pieve, waarschijnlijk in 1476, komt al jong met zijn broeder
Francesco te Veneti waar ze van Bellini, den zoon van Jacopo Bellini, het
eerste onderricht ontvingen. Het is Jacopo Bellini die de techniek der olieverf, welke hij geleerd heeft van Antonello van Messina, leerling van den
Vlaamschen kunstenaar Van Eyck, naar Veneti overbracht.
De leermeester van Tiziano, de reeds genoemde Giovanni Bellini, is met
z'n leerlingen zeer gelukkig geweest; men telt onder hun aantal Palma il
Vecchio, Sebastiano del Piombo, Giorgione.
De invloed van Bellini op z'n leerlingen is bijzonder groot geweest, want
zelfs in het werk van Tiziano, hoewel niet volledig door dezen onder-

83
richt, daar eensklaps door den dood van Bellini de leiding beindigd
werd, blijft toch nog betrekkelijk lang de invloed van Bellini waarneembaar, daarna wordt Tiziano voller, potischer, breeder en rijker in kleur,
terwijl hij het strenge dat het werk van zijn meester kenmerkt geheel los-

Tiziano Vecellio (Tiziano).

laat. Na nog eenigen tijd samengewerkt te hebben met Giorgione, volgt


hij geheel zijn eigen opvatting, die voor een groot deel parallel was met die
van Giorgione en voert z'n kunst op tot een hoogte die slechts weinigen
met hem hebben bereikt. Na eenigen tijd te Padua te hebben gewerkt.

84
wendt Tiziano zich in een verzoekschrift tot den Raad van Tien teneinde
te mogen werken in de Fondaco dei Tedeschi te Veneti en zal hij, na die
vergunning verkregen te hebben die stad niet meer verlaten; ook blijkt
dat Tiziano tracht evenals Carpaccio te worden benoemd in plaats van
Bellini tot schilder van den Grooten Raad; eerst in 1516 wordt hij benoemd,
althans in dat jaar vangt hij aan met het schilderen van de slag bij Cadore"
"in de groote zaal van 't Gran Colleggio.
Van dat tijdstip af verbreidt zich de roem van Tiziano: veelvuldig zijn de
portretten die hij schildert terwijl hij ook zeer groote protectie heeft van
Kardinaal Bembo en den grooten kunstbeschermer Alfonso van Ferrara.
Tiziano was de eerste die de heilige voorstellingen menschelijk weergaf
en zelfs ze herplaatste in den tijd waarin hij leefde, waardoor hij een artistiek tegenstander werd van de bekende en in Veneti hoog vereerde
schilders Giovanni Bellini en Fra Angelico.
Karei de Vijfde, koning van Spanje, werd meermalen door Tiziano geschilderd en er bestond zelfs een vriendschap tusschen beide mannen;
vertelt wordt dat toen Tiziano bezig was een portret te schilderen van den
Koning, hij een penseel liet vallen dat vlug door den Koning werd opgeraapt en Tiziano ter hand gesteld met de woorden: Alleen een Cesar
mag een kunstenaar als U dienen".
Bevriend met Aretino die zijn correspondentie voerde met de kerkvorsten,
koningen en edellieden die Tiziano opdrachten gaven, en eveneens bevriend met Sansovino die als stadsbouwmeester van Veneti met hem
samenwerkte, heeft dit driemanschap gedurende vele jaren het middelpunt
gevormd van Veneti op kunstgebied.
Onafgebroken heeft Tiziano gewerkt; het aantal schilderijen dat hij produceerde is buitengewoon groot en alle geven het bewijs van zijn genialiteit; ondanks zijn ouderdom toont geen zijner laatste werken eenige teruggang of zwakte en als hij op 79-jarigen leeftijd sterft aan de pestziekte,
staat z'n laatste doek nog op den ezel en is geschilderd met een volheid
die eigenlijk alleen een man in de kracht van zijn leven kan bezitten; hoewel hoog in leeftijd zou hij, ware die besmettelijke ziekte niet uitgebroken,
nog meerdere meesterwerken hebben voortgebracht.
Dat Tiziano den leeftijd van 99 jaren zou hebben bereikt blijkt een legende
te zijn, voortgekomen uit het feit dat Tiziano zich zelf gaarne voor ouder
uitgaf dan hij inderdaad was.
Tiziano geboortig uit Pieve di Cadore, te midden van een onvergelijkelijke

85
natuur gelegen, heeft daarvoor steeds een diepe bewondering en groote
liefde gehad en dit was de oorzaak dat hij een der eerste schilders werd
die het landschap en dieren en bloemen tot onderwerp zijner doeken koos;
bovendien bracht de uitbeelding van het landschap hem tot het weergeven
van lichteffecten en een diepere perspectief dan in zijn tijd geschiedde.
Bij de eerste portretten door Tiziano bespeurt men duidelijk den landschapschilder, immers wordt de eenheid van de portretten verbroken door

Begrafenis van Tiziano.

het geven van te veel dtails; doch slechts in enkele portretten is dit
waarneembaar want spoedig komt de groote tijd van Tiziano waarin hij
't clair-obscuur in z'n werken brengt, dan legt hij in korten tijd den weg
af naar het meesterschap, dan toont zich Tiziano bijkans ongevenaard als
colorist; en ofschoon de Florentijnsche school, die in 't bijzonder groote
waarde toekende aan het zuiver teekenen van 't lichaam, wel aanmerking zou
hebben op de teekenwijze van Tiziano, zijn kunst als colorist blijft onaangetast en onbestreden en wordt ook door Michel Angelo als superieur
erkend.
Tiziano heeft een tijdlang getracht de monumentale vormen der menschelijke

86
figuren .weer te geven op de wijze als Michel Angelo deed, doch dan
overdrijft hij de anatomische structuur. Hoewel minder vaardig teekenaar
dan Michel Angelo, is Tiziano behalve colorist ook een portrettist van zeer
bijzondere begaafdheid zooals de wereld er slechts enkelen heeft gekend.
In 1576 sterft Tiziano als een der slachtoffers van de pest die toen m
Veneti heerschte en ondanks het feit dat de geheele stad in rouw was
door de duizenden slachtoffers, onaer weiKe
vele leden der nobele families, werd Tiziano
in praal begraven in de Chiesa dei Frari op
kosten van den Staat, terwijl bovendien toestemming gegeven werd het lichaam te
balsemen, zoodat het dus niet verbrand
werd gelijk toen voorgeschreven was ter
bestrijding der pestziekte.
Een eenvoudige steen wijst de plaats aan
waar Tiziano rust en hoeveel meerdere
malen plannen opgingen tot het oprichten
van een gedenkteeken, den grooten kunstenaar waardig, is steeds door verschilJacopo Robusti (Tintoretto)
lende omstandigheden geen gevolg aan die
1512-1594.
plannen gegeven kunnen worden; in 1794
biedt Canova aan kosteloos het door hem reeds gemaakte ontwerp daarvoor uit te voeren en ook ditmaal wordt er geen uitvoering aan gegeven
door den val der republiek.
Van Tiziano zijn meer dan 500 werken bekend.
Jacopo Robusti, bekend onder de naam van Tintoretto, dat is Verver,
ter aanduiding van 't nederige beroep van z'n vader, is de schilder van
't menschelijk drama; hij schildert 't leven van dien tijd; de mensch uit
Veneti in al zijn weelde en trotsch, zijn zelfbewustzijn en zelfingenomenheid- voor hem heeft niets geheimen, hij schildert de natuur en de krachten
die ze in zich verbergt: mannen en vrouwen zijn de onderwerpen die
hij gebruikt tot wedergave van natuur, instincten en oerkrachten; de
courtisanes geven hem hun lichaam als model, hij schildert ze liggend in
hun diepe bedden slechts met een enkel halssnoer gesierd of slechts een
roos in de hand; of wel in een boschage waar de faum voor haar knielt, hij
schildert ze zooals ze in 't leven zijn, de liefde afwachtend als een te vervullen functie, die ze volbrengen zonder onrust of berouw. Zijn penseel

87
schildert 't geheele Veneti met zijn goud, z'n juweelen, brochaat, z'n zon,
z'n licht, z'n liefde; de apotheose van Venetiaansche triompfen en toch
vibreert in zijn werk het geheim van de stille wateren der Canali, die
behalve vreugd en geluk zoo dikwijls dood en verderf hebben aanschouwd. De Christus met den doornenkroon" van Tiziano en de Kindermoord" van Tintoretto zijn de werken waarin de meest dramatische

Suzanna in 't bad. Naar de schilderij van Tintoretto


(Galerie Imperiale te Weenen).

en meest menschelijke gevoelens in de schilderkunst reeds weergegeven


zijn, naderhand zullen ze tot volle uiting komen bij een der grootsten aller
kunstenaars, Rembrandt van Rijn.
Van geheel ander genre zijn de werken van Paolo Caliari, bekend onder
den naam Paolo Veronese, de zoon van een beeldhouwer uit Verona van
wien hij zijn eerste lessen in teekenen en beeldhouwen ontving; zijn neiging
echter bracht hem tot de schilderkunst, hij volgde de lessen van de
schilders te Verona, en ofschoon hem daar reeds trots zijn jeugd belangrijke

88
werken werden opgedragen en ondanks het feit dat zijn ontwerp voor de
schilderij ,.Les Tentations de Saint Antoine" verkozen werd boven dat van
een drietal andere daartoe uitgenoodigde kunstenaars, werd het Tintoretto
te Verona te klein voor zijn werkzaamheden en besloot hij die stad te verlaten en zich te vestigen te Veneti; daar bestudeerde hij de werken van
Tiziano en Tintoretto en reeds de eerste hem opgedragen werken n.1. de
fresco's in de kerk San Sebastiano hadden veel bijval; behoudens een kort
verblijf in Rome in gezelschap van een jeugdvriend Battista Zelotti, welk
verblijf echter geen invloed op zijn werk doet gelden, leefde en werkte hij
te Veneti.
D e kunst van Veronese spreekt geheel uit de twee werken te Parijs, n.1.
de Bruiloftsmaal te Canaan" en d e Maaltijd bij Simon"; daar laat zich
de schilderkunst zien als een schouwspel, een verzameling van schoonheid
en fantasie, volledige vrijheid in opvattingen, mooie luchten vol tinteling,
prachtige kleeding, schitterend gedragen door personen in allerlei houding
kalm of opgetogen, een schittering van kleeden, edelgesteente en goud;
overal licht, leven, beweging, de grootste harmonie in kleuren en teekening; vlot en buitengewoon knap van teekening, raak van lijn, op het doek
gebracht met een uiterst gemak zonder gebruik van hulpmiddeltjes doch
overal de bewijzen gevend van beheersching der techniek, gepaard aan
groote fantasie en vrijheid van uitvoering; wat het schilderij kan verfraaien
als schilderij is er bij gebracht met virtuositeit; het ontwerp echter schijnt
niet de eerste plaats in te nemen: Christus, de Heilige Maagd en de Heiligen
schijnen slechts te zijn personen die 't doek moeten verfraaien en niet het
onderwerp van 't doek zelf, ook aan de overige personen die op 't doek
voorkomen moet men zich niet ergeren; de Sultan Achmed de Tweede zit
aan tafel met den Heiland, Karei de Vijfde en Frans de Eerste klinken met
de apostelen; verwijt het den schilder niet hij zag er geen kwaad in. Zijn
doel een mooi schilderij te maken werd bereikt. Tallaison de criticus zegt
zoo juist: Laat ons van die schoonheid genieten zonder te denken aan het
onderwerp; het is de schuld van den schilder niet als wij 't opmerken, hij
schilderde z, dat wij 't zouden vergeten".
Vijf of zes van die groote werken bracht Veronese voort; z'n productiviteit
was zeer groot en een verscheidenheid van doeken zijn van hem bekend,
alle picturaal even hoog staand. Gelijk alle groote meesters heeft hij veel
imitateurs gehad; ten eerste z'n broeder Benedetto en zijn zoons Carlo en
Gabriello, doch 't dichtst bereikte hem Battisto Zelotto van Verona, van

89
wicn verschillende werken toegeschreven werden aan Paolo Veronese.
Veronese is de stichter der realistische Venetiaansche school, ook wel genoemd de decoratieve of materialistische school; verschillende benamingen
geeft men aan deze wijze van schilderen, die eigenlijk een persoonlijke
opvatting van Veronese is.
De volgelingen van Veronese brachten natuurlijk wederom hun persoon-

Venus en Amor. Paolo Veronese (Paolo Caliari)


(Rijksmuseum Amsterdam).

lijkheid in hun werk; ze schilderden 't interieur en het dagelijksche leven


op deze wijze en trachtten in het werk de natuur zooveel mogelijk te benaderen. De meest bekende zijn de gebroeders Bassano en Jacopa da Ponte,
welke laatste eerst gelijk Tiziano en Tintoretto de grande peinture" beoefende, doch daarna doeken van kleinere afmetingen schiep met als onderwerp landschappen, dieren, arbeiders op 't land, alsmede interieurs; na hem
komen Francesco, Leandro, Gianbattista en Girolano, Jacopo Apollonio

90
en nog verscheidene andere Bassani" waaronder Leandro die zich m t
bijzonder bezig houdt met geschiedkundige schilderijen. Door hunne gezamenlijke werken ontstaat die schilderkunst, welke men later met . genre
betitelt- niet dat in Veneti 't genre" geboren werd, integendeel noch
de Venetiaansche noch de Italiaansche kunst lieten ooit de antieke kunst
geheel los; het ware genre" komt voor in Vlaanderen, Holland, Engeland
en Frankrijk. Een vergelijking met een werk van 'n Bassano, een landschap
van Tiziano of Dominico met dat van 'n Ruysdael. Teniers of Ostade doet
't onderscheid duidelijk uitkomen.
Onder de schilders die uit vreemde landen naar Veneti togen om het
Metier" in de wijd-vermaarde ateliers te bestudeeren moet in 't bijzonder
naast de Zuid-Nederlanders De Vos, Lustermans uit Luik, hier genoemd
worden de Griek Dominicos Theotokopoulos, bekend onder den naam t l
Greco", die tweemaal een tijd te Veneti doorbracht en ofschoon hi, z.jn
beroemde doeken in een eigen stijl schilderde, heeft de tijd in Veneti
doorgebracht, de eerste wijziging in z'n schilderwijze veroorzaakt; oorspronkelijk was hij een zuiver Byzantijnsch schilder, zoo wordt de stijl
genoemd, waarnaar te Ravenna omstreeks 500 en nog vroeger te Pompei de
mozaek-versieringen werden vervaardigd; deze versieringkunst was aan
zeer strenge regels onderworpen en moest geheel ondergeschikt blijven
aan de architectuur; ook ten opzichte van perspectief en decoratieve werking der figuren, costuums en draperien waren wetten voorgeschreven,
waaraan de ontwerpers zich moesten houden; z moeilijk was de studie
van de voorschriften en usanties, dat het vak van ontwerper steeds in een
familie bleef en van vader op zoon overging. Zoo ook was het met den
later zoo beroemden El Greco, die als mozaek-ontwerper zijn vader bijstond; van zijn jeugd af was El Greco een zoeker, hij wenschte zijn vak
geheel en al te kennen en daarom ging hij ook naar Veneti waar de groote
meesters der schilderkunst eveneens ontwerpen maakten voor mozaeken,
doch welke ontwerpen gemaakt werden in de Byzantijnsche Stijl waarin
echter ook de beginselen der oud-Grieksche kunst werden opgenomen;
hierdoor kwam in hun werken het clair-obscuur" dat aan de Byzantijnsche
school geheel ontbreekt en waardoor de Venetiaansche schilderijen meer
naturalistisch werden. Deze stijl van werken noemde men Bizantina migliorata" of wel verbeterd Byzantijnsch." Een uitvoerige verhandeling
vindt de belangstellende in La Jeunesse du Peintre El Greco , door
J. P. Willumsen.

91
De nieuwe schilderkunst bracht menig kunstenaar te Veneti en menig
buitenlandsch kunstenaar werd hier zuiver Venetiaansch schilder en bij
sommige kan men in hun werken slechts bij zeer nauwkeurige waarneming
hun eigen landaard waarnemen; andere verliezen de Venetiaansche stijl
geheel en heeft de leertijd aldaar doorgebracht alleen gediend tot vervolmaking hunner
studie en talenten; en zoo heeft ook El Greco
deze merkwaardige kunstenaar zeker veel aan
Veneti te danken en bereikte hij daardoor
z'n ideaal: teekenaar als Michel Angelo, colorist als Tiziano".
Na de groote meesters van Veneti Tiziano,
Giorgione, Tintoretto, Veronese, Paris Bordone, Palma, Pordenone en andere, brengt
Veneti niet veel schilders van bijzonder talent
voort; enkele van de latere schilders bleven
bekend gelijk Palma de Jonge, Orbetto, PiaLa Rosalba
zetta, Tiepolo, van wie de laatste wel de
(Rosa Alba Carriera)
grootste was.
1671 1757
De laatste der beroemde Venetianen is wel
Een der meest bekende
Canaletto, gestorven in 1768, de potische
Venetiaansche schilderessen.
schilder en knappe illustrator; nimmer gaf een
schilder Veneti op nauwgezetter en tegelijkertijd kunstvaardiger wijze
weer; geen maakte de luchten zoo juist noch de wateren zoo helder; die
'n indruk van Veneti wil hebben, ga de schilderijen van Canaletto bewonderen en hij krijgt den juisten indruk.
Na Canaletto is er niets in de schilderkunst in Veneti dat bijzonder of
groot is; doch dat was niet alleen in Veneti, dat was alom zoo in alle
landen van Europa; met den politieken dood stierf ook de kunst.
De schilders te Veneti waren evenals de vaklieden vereenigd in een confrrie" waarvan de statuten, Mariegole genoemd, vastgelegd werderi door
den Raad van Tien, doch het hoofddoel dezer confrries" was 't elkaar
helpen en steunen in moeilijken tijd en zoo noodig zorgen voor hun nagelaten gezin; doch waar ook hier alweder de Raad van Tien zijn invloed
heeft, hing daarmede samen een zekere verantwoordelijkheid ten opzichte
van het vervaardigde en zoo wordt Veronese geroepen om voor den Raad
van Tien te verschijnen en verantwoording te doen van verschillende

Paolo Veronese. De Bruiloft te Canaan. (Louvre Museum te Parijs).

93
voorstellingen op z'n werk de Bruiloft te Canaan". De Inquisiteurs vonden
't vreemd en vroegen inlichtingen waarom hij op een doek samenbracht dc
Heiland, soldaten met hellebaarden, dienaren die- uit den neus bloedden,
apostelen die de tanden reinigden met vorken en soortgelijke voorstellingen
die het onderwerp belachelijk maken konden, waarop Veronese antwoordde
dat hij figuren en geen gedachte schilderde en dat schilders evenveel vrijheid bezaten als dichters en gekken en dat als hij schilderde, hij alle zaken
toch niet in acht kon nemen. Veroordeeld door de Kerkelijke Overheid
eenige wijzigingen aan te brengen, ging hij kalm met schilderen door zonder
iets te wijzigen en schilderde met die overwegingen welke zijn verstand
kon bevatten".
Eigenaardig doet het aan dat meerdere schilders op hun doeken, tafreelen
uit den Bijbel voorstellende als de Geboorte van Christus", de aanbidding der Maagd", daarop ook Dogen en overheidspersonen lieten voorkomen; doch het was dikwijls ingevolge een wensch van de Patricirs om
geschilderd te worden aan de voeten der Heilige Maagd" of het kindeke
Jezus", opdat als de devote bevolking knielde voor de Heiligen, zij tegelijkertijd knielde voor hen die Veneti groot hadden gemaakt of de Republiek vertegenwoordigden.
Niet alleen de kunst bracht vreugde aan den kunstenaar, ook zijn leven
zelfwas vol genot: de kunstenaars van toen namen 't leven niet zwaartillend, het huis van Aretino was hun toevlucht en daar ging 't inderdaad
vroolijk toe; ook kwamen ze samen bij de beruchte courtisane Veronica
Franco; er werd gezongen en gemusiceerd ook door de schilders zelf,
immers Sebastiano del Piombo was een uitstekend luitspeler, Giorgione
zong en speelde heel goed comedie; ook Tintoretto leidde een vroolijk
leven. Een goed maal werd door de schilders hoogelijk geapprecieerd en
door het vormen van een groep" voelden de Kunstenaars zich te behooren tot een bijzondere kaste, dicht bij of gelijk met de edellieden
staande wat hun vrijheid van beweging aangaat, en hoe vrij zij zich voelden
bleek bij meerdere gelegenheden.
Op een der schilderijen van Veronese ziet men een groep musici van wie
n, gebogen over een contrabas, Tiziano voorstelt; Bassano speelt fluit,
terwijl Tintoretto en Veronese zelf violoncel spelen.
Als een edelman zich wil laten schilderen bij Tintoretto en herhaaldelijk
erop wijst en herhaalt dat toch vooral z'n kanten en juweelen goed weergegeven moeten worden, zegt Tintoretto, eindelijk 't geduld verliezend:

94
Maar Gentil'uoumo, waarom komt U bij mij om U te laten schilderen;
gaat naar Bassano". Bassano was destijds de beroemde dierenschilder.
Op een anderen keer komen prelaten en leden van den Hoogen Raad Tintoretto bezoeken op z'n atelier en ziende hoe snel hij schildert, waagt n
het op te merken dat Bellini dat zoo snel niet deed en dat zulks aan zijn
schilderijen goed te zien was. ,,Dat is best mogelijk" antwoordt Tintoretto,
maar bij hem op 't atelier komen niet zulke vervelende lui als op 't mijne".
Toch liet men Tintoretto rustig werken; de Raad van Tien stoorde hem
niet, integendeel, hij overlaadde de schilders met opdrachten, maakte dat
ze zulke inkomsten hadden dat ze luxueus leven konden, stond hen toe
ateliers en fabrieken te openen en gaf ze betrekkingen als ,,messeti", betrekking ongeveer als die van onze makelaars, en waaraan groote financieele
voordeelen en privileges verbonden waren als vrijstelling van belasting, enz.
Onder elkander warende schilders inderdaad broeders in de kunst"; ze
hadden wel eens met elkaar ongenoegen, soms zelfs heel erg, doch steeds
hadden ze wederkeerig achting voor elkanders kunst.
Tiziano ontmoet op de Piaza San Marco Paolo Veronese en zegt openbaar
ziedaar de eer van de schilderkunst in Veneti". Als hij 't werk van Correggio in Parma ziet, zegt hij: Eindelijk heb ik een schilder gevonden".
Tintoretto schilderde uit werkelijke aandrang om te produceeren en gaf
inderdaad weinig of niets om de geldelijke belooning; als hem aanmerkingen gemaakt werden op zijn werk, gaf hij het ten geschenke en wenschte
niets te ontvangen.
Schiavone, die langen tijd zeer bekommerd geleefd heeft, werd door Alexandre Vittoria in kennis gebracht met Tiziano en sinds dat oogenblik ging
de zorg hem voorbij.
Zelfs de knapste onder de kunstenaars voelde zich boven de gewone handwerklieden niet verheven; ze noemden elkander zeer waarde broeder"
en een trouw vriend van den grooten Tiziano was een zeer nederige en
eenvoudige mattenvlechter.
In hun ontwikkeling en bloei zijn de kunsten in Veneti inderdaad de
spiegel van het intieme leven van het Venetiaansche volk.
Zoo ook de bouwwerken: Gevormd door de hand van de groote bouwmeesters en beeldhouwers onder invloed van het leven der Venetianen en
hun handel, weerspiegelen ze de landen die bezocht werden, de schoonheid die daar gevonden werd; ze spreken van de eenheid van de Republiek
waar op een kleine plek de geheele wereld samenkomt en evenmin als de

95
schilderkunst heeft de bouwkunst een langen tijd van groei. Veneti trekt
tot zich de groote bouwmeesters van het vasteland, van Verona, Vicenza,
Florence en geeft ze vrijheid om hun geest den vrijen teugel te laten;
de torens van Rome zullen geflankeerd worden door de koepels van de
Bosporus en die antagonisten vormen in Veneti een harmonie die ze
dankt aan de scheppers, die de zoo verschillende motieven zoo kunstvaardig aanwenden.
Fra Giocondo, de Lombardi, Sanmicheli, Sanssovino en Adrea Palladio
komen van het vasteland te Veneti en ontwikkelen hun gaven in overeenstemming met sfeer en bevolking; de renaissance der Italiaansche bouwkunst vindt hier een gunstigen bodem doch ontwikkelt zich geheel onafhankelijk. Weldra zullen langs de kronkelende kanalen en riviermondingen
zich rijen paleis naast paleis, komen bruggen met hun ezelsruggen en torens
met koepels of spitsen, doch overal heerscht harmonie ten bewijze dat de
bouwmeesters vorm en stof beheerschten gelijk de Republiek zelve de
Oostersche landen beheerscht evenals de zeen, in voortdurende kamp
waaruit ze de kracht en volharding putten, die hun vaderland grondvestten
en grootmaakten.
Tegenover de Procuratie Vecchie", gebouwd ongeveer 1500 doorBartolomeo Buono in een stijl welke een overgang vormt tusschen de locale
bouwwijze en de Grieksch-Romeinsche stijl, bevinden zich de Procuratie
Nuove" gebouwd door Szamozzi in 1584, waaraan men den invloed van
Sansovino, den architect van de Biblioteca" bespeurt.
De Biblioteca Antica", gebouwd door Sansovino, werd gesticht om de
boekerijen van Petrarcus en Kardinaal Bessarion te herbergen. Dit gebouw,
volgens 't oordeel van Palladio 't rijkste en meest geornamenteerde voortbrengsel der bouwkunst na de antieken, heeft een facade in twee stijlen
opgetrokken Dorisch en Ionisch, waarboven een fraaie fries; op de kroonlijst een rij van 25 beelden, werken van Sansovino's beste leerling. In 't gebouw is vooral bewonderenswaardig het plafond in de groote zaal, welk
plafond in 21 vakken, versierd is met schilderwerk van Salviati, Franco,
Schiavone en Paolo Veronese.
Ditzelfde plafond was de oorzaak van een buitengewoon onaangenaam
avontuur van Sansovino, want toen het bijna geheel gereed was stortte
het in en 't directe gevolg was dat Sansovino onmiddellijk gevangen gezet
werd, veroordeeld tot 1000 ducaten boete en ontheven van zijn functie
als chef-bouwmeester der Republiek; deze maatregelen tegen Sansovino

96
genomen spruiten voort uit het feit dat destijds in Veneti de kunstenaars
de geheele verantwoordelijkheid droegen voor hun werk. Alleen door
de tusschenkomst van zijn talrijke vrienden, onder wie vooral Aretino genoemd moet worden, die geheel onbaatzuchtig zijn geheele welsprekendheid aanwendde zonder acht te slaan op de groote mogelijkheid van eigen
gevaar, werd de straf door den
Senaat ingetrokken en Sansovino
in eere hersteld.
D o c h behalve de fraaie gebouwen
open om de Piazza San Marco,
hoeveel schoons kan men langs de
Canali" en de Calli" bewonderen!
Daar is de Santa Maria della Salute,
door Longhina gebouwd in den
decadenten tijd; dan 't Palazzo
Dario met z'n rijke marmers en
mooie slanke profielen; 't Palazzo
Cornero, gebouwd door Sansovino.
Palazzo Vendramin-Calerghi
Het Palazza Contarini gebouwd
On:werp: Piitro Lombardo(?).
door Scamozzi in zuiver klassieken
stijl; 't Palazzo Rezzonico waarvan de groote afmetingen, de decoratieve
luxe en de rijkdom van materialen een buitengewoon effect ressorteert;
't Palazzo Foscari met z'n drie rijen Gothische vensters, zijn balcons en
colonnetten.
Bij de volta del Canale" verrijst 't Palazzo Balbi, waarna volgt 't Palazzo
Pisani in Duitschen stijl en 't Palazzo Contarini door Lombardi gebouwd;
we passeeren 't Palazzo Barbarigo, beroemd om z'n schilderijen-verzameling, de paleizen Mocenigo en Spinelli, alsmede 't Palazzo Grimani, gebouwd door Sanmicheli, evenals 't Palazzo Manin waarin de laatste Doge
van Veneti, Manin, stierf, eenige dagen nadat hij zijn afstand als Doge
had moeten onderteekenen.
Dan komen wij aan de P o n t e Rialto", de brug over de geheele wereld
bekend en die zoo vaak bezongen is, geheel van marmer uit Istri gebouwd;
twee rijen winkels verdeelen de brug in drie straten; het geheel munt meer
uit door soliditeit dan wel door fraaiheid.
D e Ponte Rialto werd ontworpen door Antonio da Ponte en gebouwd in

97
drie jaar (1585 tot 1588). Voor 't vervaardigen van deze brug werden verschillende kunstenaars uitgenoodigd; het ontwerp van Da Ponte als zijnde
het beste, werd door den Senaat aangenomen, keuze waarover de burgerij
niet erg tevreden was en de Senaat werd dan ook wel eenigszins bespot
toen bleek, dat onder de ontwerpen die niet aangenomen waren, zich ook
ae projecten van Scamozzi en Palladio
bevonden.
Even voorbij de Ponte Rialto verheft
zich de Fondaco dei Tedeschi" dat
heden ten dage nog bewijst hoe groot de
handel van Veneti met Duitschland was
en hoe welvarend de Duitsche kooplieden in Veneti; geen kosten behoefden te worden gespaard; Giorgione en
Tiziano schilderden de fresco's op de
facaden; terwijl de inwendige versiering
verzorgd werd door Palma il Vecchio,
Veronese, Tintoretto, Contarini en anderen.
Weer gaan we voorbij kleine paleizen
als Valmarano, Micheli, Sagrado, om het
i
r>< A
/
i
,
,
Falazzo Loredan.
Cadore (t gouden huis) te bewonderen
door Palazzo gebouwd in een mengeling van Byzantijnsch, Gotisch en
Moorsche stijlen, een waar sprookjespaleis; daarna volgt 't Palazzo Gussoni
en ten slotte 't meest merkwaardige, 't Palazzo Vendramin-Calerghi, een
van de weinige bouwwerken die leven, die spreken en waarvan den indruk
lang blijft; de verschillende marmersoorten met buitengewonen smaak aangebracht, accentueeren de lijnen die den architect schiep, helaas is men
onzeker wie de architect was Lombardo of Selva; het is een bijna onafgebroken reeks van bouwwerken want nog meerdere paleizen zijn daar
verrezen en niet alleen langs 't Canale Grande, doch door geheel Veneti
staan ze als bewijzen van den grooten rijkdom, t Palazzo Trevisani waar
Bianca Capello woonde, 't Palazzo Labia, Manfrin, Priuli, Malipieri en
vele andere.
D

Wat herinneringen komen bij ons op en spreken die huizen niet een geschiedenis, niet alleen van Veneti doch van de geheele wereld: daar is
het Palazzo Loredan, in de Campo di San-Vito, waar Don Carlos van

98
Bourbon, pretendent van de Spaansche Kroon, woonde, die in Veneti z'n
leven sleet als vergeten burger; in Veneti dat hem lief was en waar hij
geboren was in 't Palazzo Rezzonico.
Het Palazzo Scrigni, behoorende aan de familie Contarini, uit welks geslacht niet minder dan acht dogen voortsproten.
Het Palazzo Rezzonico, gebouwd door Longhena; hier werd geboren het
lid der familie Rezzonico, dat later den pauselijken stoel beklimt onder
de naam Clement XIII, thans behoort dit paleis aan den zoon van den
Engelschen dichter Browning.

Palazzo Cavalli-Franchetti.

De Paleizen Giusiniani en Foscari, waar de Doge Francesco Foscari


woonde; dit paleis werd door Veneti aangeboden aan den Hertog van
Mantua, doch later weder door Veneti teruggenomen ten gevolge van
de deloyale houding van den Hertog; hierna kwam 't in bezit van den Doge
Foscari die het vergrootte en de derde verdieping deed bijbouwen.
Francesco Foscari, wel de meest dramatische figuur onder de Dogen van
Veneti, uitblinkend door deugd werd z'n beeltenis in marmer in de Porta
della Carta" aangebracht, doch het noodlot sloeg dezen grijsaard; z'n zoon
Jacopo werd door den Patricir Loredan beschuldigd gevaarlijke relaties

99

te onderhouden met vreemde vorsten, vijanden der Republiek. Jacopo,


ondervraagd door den Raad van Tien en gemarteld, werd veroordeeld tot
vijf jaar verbanning en de vader werd verplicht dat vonnis te onderteekenen.
Jacopo verbleef te Treviso en bijna was de tijd zijner verbanning voorbij
of opnieuw werd hij aangeklaagd wegens moord op den Senator Donato.
nij wordt naar Veneti teruggevoerd en veroordeeld tot
levenslange verbanning naar
't eiland Candia. Ook dit
vonnis moest de vader bekrachtigen.
Op Candia verblijvend begaat Jacopo de onvoorzichtigheid zich te wenden tot
Francesco Sforza, Hertog van
Milaan, zijn brief wordt onderschept en hij weer naar
Veneti teruggevoerd, waar
hij veroordeeld wordt tnt
ti
n
,
Studeerkamer,
geeseling en marteling; als
hij lichamelijk verscheurd door geeseling en gebroken is door de marteling
wordt hem toegestaan nog eenmaal z'n familie terug te zien; hij vraagt z'n
vader voor hem te pleiten bij de regeering, waarop de grijsaard met spartaansche kalmte antwoordt: Gehoorzaam de wetten van 't Vaderland en
bemoei je met niets anders".
Spoedig daarna sterft Jacopo in z'n verbanningsoord en blijkt na zijn dood
dat hij onschuldig veroordeeld is.
Nog is de maat niet vol, Loredan blijft den Doge Foscari vervolgen en
weet van z'n vrienden in den Raad van Tien, waarvan hij voorzitter is, een
bevel tot aftreding te verkrijgen van den Doge; Loredan zelf gaat hem dat
bevel ter hand stellen, zonder eenjge zichtbare aandoening en volstrekt
kalm verneemt de Doge het besluit, hij ontdoet zich van de teekenen zijner
waardigheid en verlaat het Dogepaleis vergezeld van slechts enkele dienaren. Enkele dagen daarna sterft deze Doge, die meer dan 35 jaar
Veneti trouw en met volledige toewijding heeft gediend.
Daar is het Palazzo Foscari, waar de Hertog van Anjou, Koning van
Polen en later Koning van Frankrijk, verbleef.

100
Het Palazzo Barbarigo della Terrazza, waar Tiziano Vecellio woonde.
Het Palazzo Cappello, welk palazzo herinnert aan Bianca Cappello, 't jonge
meisje dat door haar zucht tot avonturen niet alleen haar familie tot oneer
was, maan kans zag zelfs het geheele Venetiaansche volk aan een onovertroffen chronique scandaleuse'' te helpen. Dochter van Bartolomeo Cappello
en nicht van Giovanni Grimani den Patriarch van Aquilea, geeft Bianca reeds op
jeugdige leeftijd bewijs harer
lust tot buitengewone avonturen; ze laat zich, zestien
jaar oud, schaken door Pietro
Bonaventuri; haar familie
wendt zich tot den Raad van
Tien, doch vergeefs, ze vertoefden in Florence en waren
reeds gehuwd; de eenige
maatregelen die door den
Raad van Tien getroffen konSlaapkamer.

den worden, waren t bestraffen dergene die medeplichtig waren aan deze vlucht.
Onze Bianca bleek niet tevreden met de positie van echtgenoote van Pietro
Bonaventuri en weet het te brengen tot favorite van Francesco II van
Medici, Groothertog van Toscane; deze wenscht Bianca Cappello te
huwen waardoor zij dus tot den hoogste adel zal gaan behooren; dan bemoeit de Senaat van Veneti zich met Bianca Cappello en wel op eigenaardige wijze: de Senaat benoemt Bianca tot dochter van de Republiek",
haar vader en broeders worden benoemd tot Ridders der Gouden Ster;
beveelt vernietiging van de uitspraken der rechtbank over Bianca en als
Mario Sforza het bericht van 't huwelijk tusschen Bianca Cappello en
Francesco II aan de Senaat komt overbrengen als afgezant des Groothertogs, ontvangt Mario Sforza van de Senaat een gouden keten en 1000
goudstukken.
Veneti was uitbundig in haar vreugde over dit huwelijk; de klokken der
kerken luidden en 70 edellieden begeven zich naar Florence om Bianca
Cappello eerbied te bewijzen. Bianca begon haar leven met buitensporige
en losbandige avonturen en eindigde het in glorie en triompf.

101
Bianca Cappello bezat behalve slechte ook vele goede hoedanigheden en
heeft zeer veel goed gedaan in Veneti en uiterst kunstzinnig zijnde, heeft
ze kunst en handwerk vorstelijk gesteund.
Te bewonderen zijn ook de Palazzi Balbi en Grimani, waarvan het eerste
herinnert aan de tallooze vorsten die de verschillende feesten te Veneti
kwamen bijwonen; het laatste aan de
familie Grimani, waarvan een der leden
dezer familie genaamd Antonio Grimani
eerst wegens verraad gevangen gezet en
later in dank voor bewezen diensten tot
Doge benoemd werd; ook brengt zij ons
voor den geest Kardinaal Domenico
Grimani beroemd door de luxe waarmede hij zich omringde en z'n liefde
voor Kunst en Letteren.
Het Canal Grande, de groote verkeersweg in Veneti, die de stad als een
S doorsnijdt, toont aan zijn oevers nagenoeg; elke soort van wonina vanaf de w<->i r>.,, ...
.
Bijkeuken in een voornaam huis
ning der Patricir, wiens palazzo zijn
te Veneti

sierlijke en speelsche lijnen in 't water


weerspiegelt, tot de kleine woning van den burgerman; duidelijk blijkt bij
een tocht langs het Canal Grande hoe de kunst in Veneti bloeide en ook
op 't dagelijksche leven haar invloed deed gelden en zulks te meer daar
het licht der zon en de kleurschakeering der luchten ieder bewoner benvloedde en een natuurlijk gevoel voor schoonheid en kleur gaf zoodat
kleeding, woninginrichting en de voorwerpen voor dagelijksch gebruik, die
behalve hun doelmatigheid ook voldeden aan de eischen der schoonheid,
althans zeer smaakvol waren gemaakt of versierd; ofschoon allicht in andere
hemelstreken de versiering en vorm te druk zouden aandoen, behoort deze
ingewikkelde vorm en druk lijnenspel volkomen in het beeld van Veneti
zelf dat daarmede n geheel vormt en men kan de sierlijk gekleede
Venetianen en in het bijzonder de Venetiaansche dame, niet anders denken
als in die omgeving; ze pasten in de omgeving gelijk de omgeving hen omsloot, ze vormden n geheel, hetgeen helaas niet kan gezegd worden van
den tegenwoordigen tijd.
Doch in Veneti was harmonie, daar heerschte kleur en schittering gelijk

102
de natuur vol kleur en schittering is; kleurrijkheid en luchtige lijnen waren
de kenmerken hunner woningen doch ook kenmerken van hun leven en
niet alleen toen, ook nu; laat de noordeling in Veneti wonen en hij
verandert, de zon en het licht hebben niet
alleen van buiten invloed op hem, ook innerlijk verandert hij, zelfs z n zwaartillendheid en z'n bezonkenheid laten hem somstijds in de steek en na eenigen tijd vinden
we hem terug, niet als een Venetiaan doch
ook niet meer als de noordeling, gewend
aan zijn regen en mist.
Was het exterieur van de woning fraai en
luisterrijk, het interieur deed er niet voor
onder, neen ze overtrof het exterieur in
rijkdom, de wanden waren bekleed met
verguld leder waarin ornament of figuren
aangebracht, of wel waren de wanden bekleed met zijde, rijk geborduurd, waarin als
versiering edelsteenen aangebracht, groote
schouwen gebeeldhoud met vrouwenfigu-.
ren of engelen; ook de deuren en hunne
omlijsting waren kunstig versierd en besneden, zoo ook de zolderingen der zalen,
zij waren versierd hetzij met schilderwerk,
hetzij met polychrome beelden of ornamenten.
In 't midden der groote zaal staat de groote
notenhouten tafel, reeds op zich zelf een
kunstwerk waarop het servies van goud of
zilver, het glaswerk van Murano met hun
bijzondere transparence en fraaie vorm, de wijnkoelers zijn geciseleerd of
fraai gegraveerd, langs de muren of op consolen amphora's, kunstig glaswerk, gouden en zilveren schalen, wapens, medailles, cymbalo's, luiten alsmede de prachtbanden uit de huisbibliotheek; vitrines met oud-Romeinsche
en Grieksche statues en voorwerpen bij opgravingen gevonden. Vanaf de
zolder Oostersche lampen in verguld koper gegraveerd en versierd met
kristallen die in tallooze kleuren het licht verspreiden en onder dat licht

103
't gezelschap in hunne kleurrijke en fraaie kleeding; de dames decollet
a la Venetienne, dat is niet laag uitgesneden, juweelen in het haar en om
de hals paarlen; menige dame droeg voor 100.000 ducaten aan juweelen,
waarde die nu gelijk te stellen is aan ongeveer een millioen gulden.
Bij feestelijke gelegenheid werd een avondmaal geserveerd dat minstens
drie uur duurde; aan de dientafel staan de tafeldienaars en de beide voorsnijders, de maaltijd bestaat uit tenminste negen gangen terwijl het dessert
zeer uitgebreid was, tijdens de maaltijd was er niet alleen muziek, doch
gedichten werden voorgedragen of liederen gezongen; ja zelfs werden
tijdens de feestmaaltijden in het achtergedeelte der zaal opera's opgevoerd.
Dezelfde luxe heerschte ook bij de familiefeesten en deze te ver gedreven
luxe waren ook oorzaak dat decreten uitgevaardigd werden tegen de uitwassen van gebruiken die in de eerste tijden zeer eenvoudig en lieflijk
waren; zoo was het bruidsgeschenk, welke vroeger bestond uit een eenvoudig geschenk, allengs geworden een kostbare gift, een bruidschat gegeven in een kostbaar bewerkte koffer de arcelle" en ook op dergelijke
huwelijksgeschenken werd een verbod uitgevaardigd.
Inderdaad alles wat in Veneti dienstbaar gemaakt kon worden aan de
tentoonspreiding van luxe werd benut en het is van zelf sprekend dat de
gondel in de eerste plaats in aanmerking daarvoor kwam, want niet steeds
waren de gondels zooals die nu zijn dofzwart, er zijn tijden geweest dat ze
veelkleurig waren, de felze (de kajuit van den gondel) vervaardigd van
helkleurige zijde, met fraaie kussens, de vaartuigen zelf met gebeeldhouwde

Type van een gondel.


Reeds in 't jaar 1090 werd dz gondel in denzalfden vorm als thans te Veneti gebruikt.

104
boegen en spiegels, zelfs gondels van edel metaal met kostbare steenen
versierd dreven op de wateren, steeds fraaiere kleeding voor de gondeliers,
gouden boegen, gebeeldhouwde leeuwen die de koorden van de felze
droegen en deze excessen waren oorzaak dat de Proveditori alle Pompe"
in 1584 voorschreef dat geen gondel te zwaar versierd of gebeeldhouwd
mocht zijn, zoodat deze wet niet anders deed dan de uitwassen verbieden;
als protest tegen dat voorschrift zag men als 't ware bij onderlinge afspraak
eensklaps alleen zwarte gondels op de wateren en 't is deze kleur die zich
handhaafde en waarin wij heden nog de gondels zien in Veneti en die
door hun rankheid en sierlijke lijn het beeld van Veneti zoo verfraaien.
We noemden nog geen van de vele kerken in Veneti gebouwd als de
Santa Fosca, de San Giovanni Paolo, de Frari, de San Antonio de Padua,
noch de scholen of Confrrie als de Scuola di San Rocco en andere.
Bij de bouwwerken noemen we ook de beeldhouwwerken, omdat de
meeste bouwmeesters ook beeldhouwers waren en ofschoon er eigenlijk
geen Venetiaansche beeldhouwschool is, zijn door de Venetiaansche beeldhouwers een groot aantal meesterwerken voortgebracht als de tombe van
Doge Vitale Falieri in de St. Marcus en die van de Dogenaresse Felicia,
dan de monumenten voor Morosini en Gradenico alsmede de tombe van
Dandolo, een verscheidenheid van beeldhouwwerken en niet de minste
blijven hier nog ongenoemd.
Antonio Bregno schiep de tombe van Nicola Trono; Andreo Ricci muntte
uit in zijn bronzen; Lorenzo Bregno was ontwerper en beeldhouwer van
de Scala dei Gigante" in 't Dogepaleis evenals van het standbeeld van
de Condottiere Naldi di Brisighella; ook Sansovino was vruchtbaar als
beeldhouwer en is zijn meesterwerk wel de bronzen deuren van de Sacristie
in de San Marco, waaraan hij 20 jaren werkte. Talloos zijn de praalgraven
der Dogen en de standbeelden van de groote mannen der Republiek.
Veneti is in werkelijkheid een sprookjesstad geworden waarin alles, natuur en kunst samenwerkte tot een zoo schoon geheel, harmonisch gevormd, dat ondanks zooveel jaren verval een steeds grootere bewondering
voor de Koningin der Adriatische Zee" zich meester maakt van den bezoeker die steeds meerdere schoonheden zal ontdekken niet alleen in de
groote werken doch ook in de kleine voorwerpen die tot nut of uitspanning
diende. Ook het glas- en kantwerk, hun mozaek en weefwerk zijn evenzeer kunstwerken als de kerken en Palazzi.
Misschien dat de verfijning van hun levenswijze, de luxe hunner woningen

10S
en kleeding ook de kiem bevatten van het verderf der zeden, en de oorzaak
was van de vermindering van hun natuurlijke kracht en arbeidslust waarover straks meerdere bijzonderheden worden gegeven; nu zijn we echter
midden in de schoonheid en grootheid van Veneti en genieten daarvan.

Middenstuk van een sprei in kantwerk a points mlanges, voorstellende


de lantaarn van Diogenes.

De producten der Venetiaansche nijverheid glas en kant waren, evenzeer


als de bouwwerken, kunstuitingen in den waren zin des woords.
Onder de vrouwen van Veneti, die tot hun huwelijk afgezonderd van de
wereld waren en steeds onder toezicht stonden, terwijl zij na hun huwelijk

106
in de waarneming hunner huiselijke plichten opgingen zoodat ze geheel
buiten het publieke leven stonden, waren er vele die het vervaardigen van
kant als tijdverdrijf beoefenden, later werd het een soort huisindustrie, in
't bijzonder op de eilanden Burano en Torcello.

Volant in point de rose, naaldkant.

Dentelles de Venise, die naam duidt reeds aan welk een bijzondere plaats
het kantwerk van Veneti innam, en al is de pointe de Venise" alom gemaakt, de naam duidt aan waar zij haar bakermat vond. Hoogstwaarschijnlijk werd het eerst te Veneti kant vervaardigd en kort daarna in

107
Genua, later wordt kant geklost in Vlaanderen, Frankrijk, Engeland en
Saksen, doch gedurende tientallen van jaren heerscht de Venetiaansche
kant als koningin en worden er aanzienlijke sommen voor betaald.
Oorspronkelijk was er geen sprake van het dragen van kant als opschik,
doch diende ze tot gebruik in de kerk hoofdzakelijk voor 't altaar; daarna

Fragment van een waaier in Venise a batis rtiformes.

wordt ze ook ter versiering der kleeding aangewend, van dat tijdstip af
ontwikkelt zich het vervaardigen van kant als industrie en wordt haar
techniek en kunst tot zoo hoogen trap opgevoerd, dat ze door haar fijnheid en haar teekening als sieraad alleen door edelgesteente wordt gevenaard en tot op heden is kant geliefd en veelbegeerd terwijl nog heden

108
de kant-industrie te Veneti levendig is. Men heeft een tijd van verval
gekend in Veneti, kant werd niet meer vervaardigd en eerst na 1878,
wanneer de regeering van Itali middelen beraamt om die industrie, die
ook uit historisch oogpunt groote waarde heeft, te redden, wordt de hand
aan den ploeg geslagen, dan bemerkt men dat de kantnijverheid die steeds
bestaan had op Burano, Torcello, Malamocco, Palestrina en gedeeltelijk
ook op Chioggia, nagenoeg verdwenen was en dat waar vroeger welvaart
heerschte thans gebrek en armoede was, zelfs de bekwame kantwerksters

Gedeelte van een zakdoek


(uit het werk van Viniciolo).

waren niet meer, behalve n 70 jarige, en ondanks haar hoogen leeftijd


heeft zij, Cencia Scarpariola, opnieuw kantwerksters gevormd en de kantindustrie van totale ondergang gered. Heden ten dage is de kant-industrie
te Veneti even bloeiend als vroeger en haar producten alom gezocht, ruim
5000 werksters zijn dagelijks in Itali bezig met het vervaardigen met klos
of naald van dat werk dat gezocht en bewonderd is over de geheele wereld
les dentelles de Venise".
De Venetiaansche kant wordt in verschillende soorten verdeeld op grond
der techniek n.1. de Vermicella, Reticella, de Pointe de Murano, Riattaccato,

109
Guipure en de ware kant de Punto in aria en Punto tagliato, verder is zuiver
Venetiaansch de Pointe Michelange die Florentijnsch in stijl is en hetzelfde
motief vertoont als voorkomt op de altaren van de St. Marcus.
Werd vroeger de kant slechts in n stijl vervaardigd, ze onderging een
volkomen wijziging in stijl en techniek welke dateert van 't huwelijk tusschen Bianca Gapello met Francesco di Medici.
In de 15e eeuw reeds waren het de kant-industrien in Veneti die de

Passement, voorstellende de muziek.

kant vervaardigden gebruikt bij de kroning van Richard de Derde, koning


van Engeland, doch toen werd de vervaardiging van kantwerken door de
edelvrouwen van Veneti ook nog als huisvlijt beoefend, in het bijzonder
werd het kantweven en klossen begunstigd door de Dogarezza Dandolo
Malip iero en Morosina Morosini Grimani, en onbekende vrouwen die als
liefhebberij en tijdverdrijf kant klosten of kant met de naald vervaardigden, hebben in de stilte hunner woningen in dien arbeid ongeteekende
kunstwerken geschapen. Cesare Vecellio schreef in 1591 een werk over

110
Venetiaansche kant en roemt in het bijzonder Viena Vendramin Nani als
de kundigste en vaardigste onder allen.
Als de luxe toeneemt en daardoor de kant als ornament voor kleeding meer
en meer bij vrouwen en mannen in gebruik komt, wordt de verscheidenheid in kantsoorten grooter en onderscheidt men de burato", de ,,point
a reseau", le point coup", le point a
feston", le point a carreaux"; ook de
kanthandel breidt zich meer en meer uit.
Zoo werd een mooie edele huisvlijt een
industrie en het gebruik der kanten zoo
uitgebreid en kostbaar, dat tenslotte in
1542 een wet het misbruik van kant moet
tegengaan, teneinde aan de spilzucht en
de te groote luxe paal en perk te stellen.
Coupe van Murano
Een zuivere fabrieksnijverheid was in
met goud en emaille versiering
Veneti de vervaardiging van glaswerk,
(eind der 16e eeuw).
allo vnnrwpmpn van alas werden in
Veneti vervaardigd, vanaf flesschen tot kralen, bokalen, spiegels en lichtkronen; deze nijverheid genoot de grootste bescherming en elke poging
tot vergrooting dezer nijverheid werd krachtig ondersteund.
De glasnijverheid werd in Veneti reeds zeer vroeg beoefend, hetgeen
men kan afleiden uit 't feit dat in Mei 1229 voor de Senaat werden gebracht
29 glasarbeiders die de voorschriften van de ars friolaria" hadden overtreden, terwijl nog vroeger n.1. in 1072 een overeenkomst gemaakt werd
met Alexandri betreffende den invoer van aluin, noodig voor de glasfabricatie; in de 14e eeuw schijnt de glasindustrie een zeer grooten bloei
te hebben beleefd, want toen werd met Antiochi een contract aangegaan
betreffende den aanvoer van glasscherven ten dienste der glasindustrie te
Veneti. Glasscherven zijn een noodzakelijk bestanddeel bij de werkzaamheden in de glasovens en wijst dus deze overeenkomst op een tekort aan
grondstof in Veneti.
Vrdat Veneti een plaats inneemt in de glasindustrie, werd dit bedrijf
beoefend in Alexandri die daarin een groote vermaardheid heeft verkregen, doch bij den aanvang van de 15e eeuw is Alexandri haar hoogtepunt reeds lang voorbij en neemt Veneti niet alleen de plaats van Alexandri in, doch voert de industrie tot een nog niet gekende hoogte op; zij
maakt vormen en kleuren die nog nooit verkregen waren; zij bezit het

111
absolute meesterschap van de techniek en deze industrie wordt thans nog te
Veneti meesterlijk beoefend, zoo heeft men voor ongeveer veertig jaar
geleden te Murano een verloren gegane techniek weergevonden n.1. 't vervaardigen van z.g. mozaekschalen waarvan de beide helften precies gelijk
zijn; deze schalen worden uit een geheel massief blokmassa gesneden,
hetgeen een uiterst nauwkeurige en diepgaande kennis der techniek gepaard aan groote routine vereischt teneinde de benoodigde grondstof te
kunnen samenstellen.
Hoogstwaarschijnlijk werd door Marco Polo deze nijverheid in Veneti

Gobelet uit de 16e eeuw


kleur-email op violet fond.

Coupe uit de 16e eeuw


(gekleurd glas).

Cantaro uit de 16e eeuw.


Email op goudkleurig fond.

tot grootere bloei gebracht, doch dit was eigenlijk alleen de glas-bewerking
tot kralen en snoeren; het vervaardigen van groote voorwerpen als glazen,
spiegels en lichtkronen ving eerst later aan; vast staat echter, dat ten tijde
dat in Europa de vorsten en edellieden zich van stalen spiegels bedienden,
glazen spiegels te Veneti werden vervaardigd, althans in 1507 vroegen
en verkregen de Gebroeders Gallo toestemming om uitsluitend op hunne
werkplaatsen spiegels van kristal te vervaardigen.
De eerste glasovens en glasblazerijen waren op de Rialto gevestigd, doch
wegens 't brandgevaar werd Murano voor die industrie aangewezen en
reeds in de '15e eeuw heeft er export plaats van ruw glas vanuit Murano
naar Duitschland, waar de verdere bewerking plaats vond. In Veneti werd

112

't ruwe glas vervaardigd benoodigd voor 't z.g. Boheemsche glaswerk, de
gereede artikelen kwamen terug naar Veneti die de verkoop hiervan in
de Levant als monopolie bezat.
Bij de benoeming tot Doge van Lorenzo Tiepolo (23 Juli 1268) had o.a.
ook een uitstalling plaats van de voortbrengselen
der glasindustrie en beschrijft Martino da Canale
wat de glasblazers van Murano daar bijeen brachten, een schitterende collectie van duizenden
verschillende voorwerpen als glasparels, karaffen,
parfumflesschen, bokalen en dergelijke.
De handel heeft zich steeds verder uitgebreid,
in de 16e eeuw was er reeds een markt van Venetiaansch glas te Krakau, Weenen en Neurenberg,
waar, behalve gebruiksvoorwerpen van glas, ook
verkocht werden spiegels en lenzen te Veneti
vervaardigd. In 1569 worden te Veneti 900
Moskeelampen voor Constantinopel vervaardigd
op bestelling van den Sultan.
In het eerst werden als motieven en voorbeelden
in de glasindustrie gebruikt de modellen uit
Byzantium, alsmede de ontwerpen vervaardigd
door de edelsmeden, langzamerhand echter laat
men die modellen los en begint men modellen te
scheppen voortspruitend uit de glastechniek zelf
Vleugelglas
mogelijkheden daarvan; vanaf dat tijdstip
Facon B o h m e et Ritorti.
g
bloei en roem van Veneti als
e n

d e

b r e e k t

In Fransche opdracht vervaardigd door Bnati in l /'is.

d e

r o o t e

i . j

tijden heeft de zuiverheid van stijl te lijden en


gingen de fabrieken meer en meer over tot het vervaardigen van massaartikelen, waarbij de eischen minder hoog gesteld werden tot schade natuurlijk van de naam van Venetiaansch glas; gelukkig wordt in 1849 door
Antonio Salviato de stoot gegeven waardoor de geheele industrie zich
herziet en terugkeert tot de oude principes en vervaardigt ook in onzen
tijd Veneti wederom een product dat artistiek en technisch geheel aan
de spits staat.
Het is ondoenlijk hier alle soorten te noemen die te Veneti vervaardigd
werden en volstaan dus met enkele der voornaamste zooals de Netglazen

113
(diatreton), dat waren bekervormige glazen waarover geheel los op een
afstand van circa 1 cM. een netwerk van glas aangebracht was, slechts op
de kruispunten vastgehecht; hiervan bestaan nog slechts enkele exemplaren,
ofschoon alle beschadigd, ook de kerkschat van de San Marco bezit er
eenige van; in diezelfde kerkschat bevinden zich eveneens eenige fraaie
bokalen uit kristal en half-edelgesteente gesneden, dan behoorde tot de
voornaamste glasproducten ook de vleugelglazen, alsmede de gobelets,
cantaro's, lampen, de besneden en gegraveerde glazen, spiegels, kandelaars,
sierschalen, beelden, flesschen en schenkkannen, wijnkoelers, plateaux,
gebrand glas.
Behalve 't marmerglas, jaspisglas, Karneolglas en het beroemde Mille fioriglas, werden ook beschilderde en gebrande glazen te Veneti vervaardigd,
enkele der nog resteerende exemplaren hiervan doen sterk aan schilderingen
van Carpaccio denken; dan glas zoo noodig verzwaard door bijvoeging van
looddeelen in de vloeiende massa der grondstoffen; Japansche enChineesche teekeningen op glas worden aangetroffen; dan had men t flligranglas,
de vasi a reticelli", ijsglas en 't gekleurde glas, doch boven alles stak uit
het heldere en het iriseerende Venetiaansche glas en de geslepen spiegels.
Het spreekt van zelf dat de producten veel werden nagebootst en ten
slotte z goed, dat het uiterst moeilijk wordt echt van namaak te onderscheiden, waardoor eigenlijk Venetiaansch glas een soortnaam is waarmede
aangeduid wordt dat glas hetwelk uitmunt door helderheid, lichtheid en
elegante vorm; ligt in deze benaming niet tevens het bewijs van de superioriteit dezer Venetiaansche nijverheid ?
Het bestuur der stad hield een waakzaam oog op de industrie evenals op
de werkplaatsen, aan een gastaldo" werd de zorg der administratie toevertrouwd en eveneens schreef het stadsbestuur den arbeidsduur voor, n.1.
zes uur arbeiden waarna zes uur rust moest volgen, zoodat de arbeider
eigenlijk niet anders deed dan werken en slapen, waarna een voorgeschreven rustdag (Zaterdag) volgde; deze arbeidsindeeling was noodig daar
de glasblazerijen onafgebroken werkten, dus dag en nacht; tegenover deze
lange afmattende arbeid bestond de verplichting den arbeiders slechts
44 weken per jaar te laten werken, dus een verplichte vacantie van acht
achtereenvolgende weken.
Ook voor verstrooiing op Zaterdag, de rustdag, werd voldoende gezorgd,
op Murano waren twee plaatsen waar wijn openbaar verkocht werd (bastioni), dan waren er de casini" een soort club alleen van de glasarbeiders

114
die daar gezelligheid vonden en tenslotte theaters, waarvan er te Murano
alleen een 20-tal gevonden werden, terwijl voor allen d.w.z. zoowel voor
de leerlingen, als voor de meesters en de bedrijfsleiders het grootste van
alle Venetiaansche vermaken gehouden werd, namelijk de stierengevechten;
tenslotte werd voor den ouden dag gezorgd, daar eiken arbeider te Murano
door Veneti op zekeren leeftijd pensioen ontving. Het aantal arbeiders
te Murano bedroeg in sommige jaren, ruim 30.000 en de voordeden dezer
nijverheid waren zeker oorzaak van de zorg waarmede ze omringd werd
en de maatregelen die werden getroffen om te voorkomen dat de industrie
zich verplaatste of wel dat fabrieksgeheimen werden geopenbaard, vooral
op dit laatste stonden zeer zware straffen.

Blaasbalg uit de 16e eeuw.

Niet alleen werd te Veneti glas geblazen en geslepen, ook werd glas gesponnen en als meesterstuk gold langen tijd een dames-costuum, geheel
van glas, dat nog door de Koningin van Itali eenige malen gedragen werd
en welk costuum een zoo buitengewone schittering van kleuren te bewonderen gaf en zooveel glans verspreidde, dat het deedt denken aan een
tot werkelijkheid geworden sprookje uit 1001 nacht. Ook hoeden, parasols
en ceintuurs van glas werden gedragen; doch deze voorwerpen, hoezeer
sprekend van de technische vaardigheid der werklieden, zijn meer te beschouwen als industrieele aardigheden", wat betreft kunstvoorwerpen van
glas, hiervan geven bijgaande afbeeldingen een klein denkbeeld.
Men verwarre niet de producten der hoogstaande kunstnijverheid met die
voorwerpen die te Veneti vervaardigd worden uitsluitend voor de door-

115
trekkende, haastige reizigers die Veneti even afdoen, want deze voorwerpen
behooren tot die kramerijen welke elke stad voortbrengt om als souvenir
te worden verkocht en waarover men zich verheugt als ze door een gelukkig toeval breken.
Naast de groote glas-industrie kan Veneti nog bogen op twee andere
producten, namelijk het goudleer en de lakenfabricatie; in de 16e eeuw
telde men in de Staat Veneti 3000 lakenwevers en 16.000 wevers van
bombazijn, terwijl ook damast, zijde, goudlaken en fluweel van zeer bijzondere kwaliteit werden voortgebracht; noch door de Florentijnen, noch door
de Genueezen werden zoodanige kwaliteiten vervaardigd, hetgeen blijkt
uit het feit dat bij Senaatsbesluit te Genua aangeraden werd een bijzondere
studie te maken van de werkwijze der Venetianen, opdat de werkplaatsen
te Genua eenzelfde kwaliteit wefwerk konden voortbrengen als die van
Veneti.
Ook de lakenververij had een bijzondere vermaardheid, als bewijs moge
gelden dat het laken, in Engeland geweven, te Veneti werd geverfd.
Eveneens werden tapijten geweven en hoewel nog eenige mooie exemplaren aanwezig zijn als b.v. de Slag bij Pavia", geweven naar schetsen
van Tiziano met ornamenten van Tintoretto en Romain, heeft deze industrie
niet die beteekenis gehad die men haar vroeger heeft toegeschreven.
Het beromde goudleer gelijk dat gebruikt werd voor 't behangen van de
groote zalen in de Palazzi, voor de bekleeding van fauteuils en voor de
banden van kostbare boeken, had een zeer groote vermaardheid en alleen
de handel daarin met Spanje en de Levant bracht een jaarlijksche. winst van
100.000 ducaten.
Voor den aanvoer der grondstoffen en de uitvoer der gereede artikelen,
alsmede het transport der handelsartikelen als zout, wijn en hout, was een
uit den aard der zaak groot aantal schepen noodig en misschien komt door
het aanduiden der transportmiddelen het beste tot uiting welken grooten
handel Veneti had in de vijftiende eeuw, toen bij een inwonersaantal van
190.000 zielen, de handelsvloot bestond uit 3500 schepen, terwijl steeds
3000 scheepstimmerlieden op de werven arbeidden.
Door den grooten uitvoer van producten die verkocht werden tegen goud,
gevoegd bij het feit dat de invoer, hoofdzakelijk grondstoffen, meestal in
ruilhandel werden verkregen, was er steeds een groote opeenhooping van
goud en geld te Veneti en zegt Doge Tomasso Mocenigo in zijn werk over
Veneti terecht dat deze stad was de bezitster van al het goud van de

116
Christelijke wereld"; de Munt te Veneti sloeg per jaar een millioen sequinen in goud en eveneens een millioen sequinen in zilver.
Ook de handel in zout bracht veel verkeer in Veneti; de groote verzendingen van zout hadden plaats in 't voorjaar en geschiedde de transporten
der partijen welke bestemd waren voor Duitschland, Oostenri)k en Hongarije steeds door middel van paarden, hetgeen trouwens noodzakelijk was
daar het vervoer door de Alpen-passen plaats had. In die tijd der zouttransporten kon men in den omtrek van Veneti ruim 40.000 paarden verzameld vinden die na met het kostbare product belast te zijn, den terugtocht
aanvaardden. De zoutwinning stond gedeeltelijk onder direct beheer van
Veneti en gedeeltelijk was ze toevertrouwd aan concessionarissen die een
jaarlijksch bedrag aan de stad moesten afdragen in verband der grootte
hunner winning; het zout vormde op deze wijze een zeer groote bron van
inkomsten voor de stad.
De groote zaken werden afgesloten tijdens de Sensa" en de Sagre , een instituut dat veel overeenkomst had met onze jaarbeurzen; vooral de Sensa
trok veel bezoekers, meer dan 100.000 vreemdelingen kwamen er te
Veneti en dezen toevloed bracht eveneens groote winsten met zich.
Behalve voor het afsluiten van zaken en het bezichtigen der monsters werd
ook vooral tijdens de Sensa", veel tijd gegeven aan de vermaken; daar
waren bals, openbare feesten, tooneelvoorstellingen, de pleinen en canah
werden des avonds verlicht, wedstrijden werden gehouden; de tijd van de
Sensa" was een tijd van openbaar vermaak dat onafgebroken dag en nacht
voortduurde. De Sensa" zelf werd gehouden op het St. Marcusplein, dat
geheel was bebouwd met houten gebouwen welke uniform gedecoreerd
waren naar ontwerpen van de meest bekende schilders; vlaggen en versieringen werden aangebracht, zoodat het geheel een zeer fraai en feestelijk aanzien had. Doch, hoe fraai en kostbaar deze inrichting ook was,
toch waren de Venetianen niet tevreden en wenschten de inrichting nog
beter uitgevoerd en als uiting daarvan was op zekeren dag een bord aan
den ingang aangebracht, waarop stond
Trotsch van Rome"
Armoede van Sparta".
Geheel de stad vierde feest, op alle pleinen werden muziekuitvoeringen
gegeven. Ook waren er rondtrekkende tooneelvoorstellingen, dat wil zeggen dat voorstellingen gegeven werden op verplaatsbare of verrolbare

117
tooneelen; zelfs werden tijdens de voorstellingen de tooneelen voortgerold, zoodat hij die het spel geheel wilde volgen medeloopen moest (een
dergelijk tooneel werd door Palladio ontworpen en bestaan daarvan nog
afbeeldingen, terwijl ook Tiziano en Giorgione versieringen voor dergelijke
tooneel-inrichtingen hebben geschilderd). Behalve deze vermakelijkheden
waren er ook menagerien en voorstellingen van dressuur van wilde dieren,
kijkspelen en natuurlijk ook kramen met etenswaren en dranken, zoodat het
moeilijk was Veneti te verlaten en zich aan de sfeer van vroolijkheid te
onttrekken alvorens de Sensa" geheel geindigd was. Men logeerde in de
hotels te Veneti, waarvan de grootste waren St. Agnus D e i , Leone d'oro,
de Cavaletto en Albergo del Cappello Nero, terwijl eveneens zeer bekend
was La Campana", waarvan de bezitter was de beroemde Venetiaansche
geschiedschrijver Sanudo.
Een tijdgenoot beschrijft Veneti tijdens de Sensa" als volgt:
Hier verblijven in allerlei rang en allerlei standen
Italianen, Lombarden met volk uit Duitsche landen;
Ik geef U mijn woord, U kunt hier bespieden
't Doen der Franschen, Bourgondirs en Engelsche lieden,
Hongaren en Slaven, zij zijn te saam en in vree
Met Tartaren, Turken en mannen uit noord'lijker landen en velerlei stee,
Z e komen met schepen, met booten, met vletten.
Z e leven hun leven en spreken nooit van vertrekken.
(Vrij naar Sanguinacci).

Notenhouten kist uit de 14e eeuw.

118

SCHIERA DI UN BEL SELENZIO ASSAI CONTENTA


(zij die gelukkig zijn in een schoone stilte) aldus bezingt Petrarca de vrouwen van Veneti en waarlijk, zij waren onbesproken van levenswandel,
geheel opgaand in hunne echtelijke en huiselijke plichten; tegenover het
werken en strijden der mannen zijn de vrouwen van Veneti de stille plichtbetrachtsters, zij nemen geen deel aan de openbare zaken, doch zijn de weldoensters, de schenksters van rust en vrede, geefsters van dat geluk waaruit
nieuwe krachten worden geput en menige edelvrouwe van uit Veneti
rekende het hare plicht mede te gaan met haar echtgenoot, indien zijn belang of dienst hem noopte in ver afgelegen onherbergzame oorden te verblijven of reizen te maken die jaren duurden, gedurende dien tijd moesten
ook de vrouwen elk comfort ontberen; teruggekomen trokken zij zich terug in hare woning, gelukkig en tevreden hun man tot hulp te zijn geweest
en deelend met hem de eer waartoe de goede vervulling van zijne plichten
hem recht gaf.
Na de stichting van Veneti was het leven zeer sober en elke dag opnieuw een voortzetting van den strijd tegen de omringende elementen;
nog eenige eeuwen lang bleef het leven te Veneti zeer patriarchaal en
daaruit spruit voort dat de vrouwen geerd en geacht werden in hunne
woningen, doch in 't openbare leven niet werden toegelaten; in hun jeugd
was alles er op gericht om de toekomstige vrouw te bekwamen voor huishoudelijke plichten en natuurlijk werd daardoor de vrouwelijke handarbeid
al spoedig in Veneti beoefend. Zoodra de winsten van de stoutmoedige
ondernemingen rijkelijk gaan vloeien, is de vrouw de eerste die daarvan
profiteert, haar leven gemakkelijk inricht en zich omringd ziet door bedienden. Weldra leeft de vrouw onbekommerd en vroolijk en doen opschik en
rijke kleeding hun intrede; desniettemin blijft de vrouw het midden van het
huiselijke leven waar zij alle zorgen van op zich neemt en alle plichten vervult. Wanneer Sansovino opmerkt dat op het einde der 16e eeuw Veneti
ondanks de tegenwoordigheid van zoovele vreemdelingen, toch de minst
bedorven stad is, dan is dat een eere-saluut aan de vrouwen van de Lagunenstad die, ondanks hun uitgesproken liefde voor weelderige costumes en
vroolijkheid, toch hun waardigheid als vrouw weten te handhaven en te
doen eerbiedigen.
Ook de mannen in Veneti hebben steeds geijverd voor de goede zeden en
getracht zedeloosheid en dergelijke uitwassen tegen te gaan; de meest zware

119
straffen werden uitgevaardigd en Sanudo haalt als voorbeeld aan dat Ser
Andr Morosini avogador, die, vernemende dat z'n zoon een vrouw heeft
omhelst en haar een juweel heeft ontstolen, hem ter rechtbank verwijst
met de woorden: Neemt hem en onthoofdt hem", en dat aldus geschiedde.
Het stelen van een kleinood was in Veneti een middel om een geliefde
tot vrouw te krijgen, zelfs tegen den wensch der ouders; men kan dat
eenigermate gelijk stellen met de symbolische maagdenroof die lang in verschillende landstreken in zwang geweest is en heden nog voorkomt in
sommige deelen van ons Indi; omtrent de gebruiken bij geboorte, huwelijk
en overlijden verwijst de schrijver naar het werk dienaangaande van Giannantino Moschini, getiteld Dell' Educare la prole".
Indien echter het huwelijk, op deze wijze kenbaar gemaakt, niet plaats hadt,
werd het meisje aan de openbare minachting prijsgegeven en dat verklaart
allicht de boosheid van Ser Andr Morosini, die zich tegen het huwelijk
had verzet thans openlijk een verzet tegen het ouderlijk gezag bemerkte.
Doch het bederf, gekomen van 't Oosten, breidt zich in Veneti uit en
spoedig ontmoet men ook hier de Courtisanes" die weliswaar nooit invloed hadden op de regeering, doch zich al spoedig geheel gelijk stelden
met de patricische vrouwen en op verschillend gebied den toon aangaven;
en al huldigt men Cassandra Fedeli (geboren in 1465) als hoog ontwikkelde
vrouw met reine zeden, de sympathie ging uit naar vrouwen als Catharina
Cornaro, die weliswaar van voorname afkomst was, doch een zeer lichtzinnig leven heeft geleid en tenslotte huwde met Jacques de Lusignan,
Koning van Cyprus; na den dood van haar gemaal schonk zij het geheele
koninkrijk aan de republiek Veneti teneinde zich over te kunnen geven
aan de luxe, de feesten, de vroolijke gasten en de genoegens van Asolo,
haar buitenverblijf even buiten Veneti. Deze en soortgelijke vrouwen genoten een groote populariteit in Veneti.
Bianca Capello werd op handen gedragen en gevierd evenals Veronica
Franco (geboren 1553) die inderdaad leefde als een vlinder, gevierd en
gewenscht door alles wat voornaam was; Hendrik de Derde, wiens favorite
zij was, nam haar portret geschilderd door Tiziano mede naar Frankrijk,
doch hij had de grenzen nog niet bereikt of ze heeft zich getroost met
Ludovico Ramberti; deze Ludovico laat de zoon van Veronica zijn bezittingen na onder bepaling, dat hij die met z'n moeder moet deelen. In
't museum van Veneti kan men nog zijn wilsbeschikking zien waarin hij
verklaart te zijn helder van geest, doch physiek uitgeput tengevolge van de

120
uitspattingen en feesten met z"n geliefde Veronica Franco. Later schijnt
dat Veronica het verkeerde harer levenswijze heeft ingezien, althans ze
steunt met haar eigen middelen een toevluchtshuis voor vrouwen die hun
leven beteren willen en neemt zelf haar intrek in een klooster.
De gehuwde vrouwen zagen zeer spoedig dat de Courtisanes" een overwicht verkregen en hun mannen tot zich lokten en dat gevoel bracht hun
er toe ook die instincten bot te vieren die ze vroeger bestreden hadden en
dan zien we de Venetiaansche vrouwen worden zooals wel haast ieder ze

Huwelijkswagen gebruikt bij het huwelijk van Bianca Capello.

meent te kennen, doch zooals ze in oorsprong niet waren. Zeer sterk ondergaan de vrouwen den invloed van de voorname Spanjaarden die zoo dikwijls en langdurig Veneti bezochten en den invloed met hun luidruchtige
en luisterrijke feesten waren voor een groot deel oorzaak van de losbandigheid die zich geheel openbaarde in de Carnavalstijd.
Zoodra de vrouwen de eenzaamheid hunner woningen verlieten, vormde
zich gezelschappen, waar het zingen van madrigalen en cantaten tijdpasseering waren, iets later komen de muzikale middagen, in 't bijzonder in 't
Palazza Veniero waar Parabosco, de Plaisance en Balbi zich deden hooren

121
en waarvoor Francois Anea, organist eener kerk, liefdeszangen componeerde. Naderhand volgen leesgezelschappen waar men de werken las van
Giraldi, de Brevio, Bargagli de Calmo, Straparola en Parabosco, werken
waarin niet altijd de goede smaak noch het fatsoen werden gerespecteerd;
dat liefdeszangen en liefdesgedichten spoedig volgden spreekt natuurlijk
vanzelf; dan komen de gezelschapspelen, nette en onnette, de laatste het
meest, steeds moet iets anders komen tot tenslotte tooneelstukken worden
opgevoerd. Ook spellen stonden in aanzien, er werd gedamd en geschaakt,
doch deze spellen moesten spoedig plaats maken voor hazardspelen, vooral
't tapis vert had vele aanhangers en 't is in Veneti zelf dat de eerste fabriek
van speelkaarten wordt opgericht, zelfs blijkt dat de speelkaarten door een
Venetiaan zijn uitgevonden.
Met de gezelschappen en de bezoeken bij feesten hangt nauw samen het
toilet der vrouw. In kleeding kan alleen Frankrijk met Veneti wedijveren,
en al wisselde de mode dikwijls, de luxe bleef steeds en reeds in 1433
meldt een bezoeker van Veneti: Hier gaan meer dan 600 vrouwen gekleed
in zijde, goud, zilver en juweelen, wat een vorstelijk gezicht is".
D e l uxe door de Venetiaansche vrouwen ten toon gespreid, was vaak oorzaak van de rune van geheele families en spoedig werden dan ook wetten
daartegen uitgevaardigd; doch elke wet werd ontdoken en steeds wisten
de vrouwen listen te bedenken waardoor de wet machteloos werd en zij
in staat waren hun zin tot luxe den vrijen teugel te laten.
A l spoedig werd in de kleeding de mode toegepast op de Venetiaansche
kleederdracht; gouden guirlandes, paarlen en edelsteenen; kant en zijde
worden gedragen, ook de hoofdtooi meer en meer geraffineerd; Sachetti
drijft de spot ermede
.Eerst zagen we de vrouwen met halsdoeken
zoover open, dat ze lieten zien dat wat het fatsoen gewoonlijk bedekt";
dan opeens verandert het en bedekken ze zich tot aan de ooren, neen
zelfs tot over hun ooren, want de vergole" was een soort recht opstaande
kraag die zelfs boven het hoofd uitstak en waaraan vastgemaakt wordt een
sluier die tot op den grond afhangt.
In 1550 beginnen de vrouwen het haar te friseeren en wordt het gebruik
van valsche vlechten meer algemeen; spoedig zien de dames in dat bij hun
gelaatstint blond haar 't beste staat en zeer kort duurde het of de meeste
vrouwen waren blond; uren en dagen werden besteed aan 't blonden van
de haren; met verschillende wateren werd het haar gewasschen en dan in
de zon gedroogd op de open balcons van de huizen, de zoogenaamde

122
altane's", daar kon men de coquette vrouwen waarnemen, op 't hoofd
een solana" (een breed gerande hoed zonder bol) en dan zag men ze bezig
met een sponsje op een lange stok zich het haar te blonden".
De kaptafel van de Venetiaansche was niet minder voorzien dan die der
tegenwoordige mondaine vrouw; een geheele verzameling van fleschjes,
Hnosies en Doties was eiken ochtend noodig.
En dan de laarsjes, de zoogenaamde Calcagnette" (kleine hakjes), oorspronkelijk uitgevonden tegen de modderige straten, werden hoe
langer hoe hooger, zelfs waren ze in sommige
tijden bijna een halve meter hoog, en menige
dame viel en verwondde zich zeer; er werd les
gegeven in de kunst om op deze laarsjes te
loopen, terwijl zeer rijke dames zich vergezeld
deden gaan van twee slaven waarop ze steunden bii 't verzetten der voeten. (Een afbeel"ding dezer hooge laarzen, genaamd Zoccoli",
mag den lezer niet onthouden worden).
Zoccoli Veneziani.
Schatten werden besteed aan kantwerk, kammen (rocchetti) en aan zakdoeken, doch bovenal aan waaiers; de dames
hielden kunstwerken van ivoor, perle d'amour en goud in de handen; de
kostbaarste veeren dienden voor de waaiers. De vrouw van de wereld
baadde zich in amber, myrrhe of lavendel, parfumeerde zich, poederde
zich zelfs 't gelaat en tevens de buste die de zeer gedecolleteerde robes
vrijelijk deden zien. Casola schreef hierover: De vrouwen van Veneti,
vooral de mooie, doen al het mogelijke hals, borst en schouders te laten
zien; 't verwondert mij zelfs dikwijls hoe hunne kleeding blijft zitten en
niet geheel afvalt". Zij die daartoe de middelen hebben dragen byoux en
ook paarlen in het haar terwijl hunne armen en vingers bezet zijn met veel
armbanden en ringen. En niet alleen zij die de middelen daartoe hebben
doen dat, ook zij die de middelen daartoe niet hebben, want er bestaat
hier gelegenheid ze te leenen,
Fino quele che lava scuele
No se vergogna d'esser sbeletae
(zelfs de schoonmaakster schaamt zich niet zich te maquilleeren).
En waar de vrouwen het voorbeeld gaven, daar volgden dra de mannen en

123
ook zij dosschen zich hoe langer hoe meer uit, ook zij gaan kant dragen
en statiekleeding, goudgalons en zeldzaam bont; ook de geestelijkheid
kleedt zich met groote pracht en 't voorschrift dat de geestelijken die een
baard droegen in 't zwart moesten gekleed gaan, vindt veel bestrijding en
liever dan zich in het zwart te kleeden offeren de geestelijken de baard op.
Dertig jaar van opeenvolgende decreten waren noodig om onze geestelijkheid gladgeschoren te doen zijn" merkt geestig Galliccioli op, doelend

Dame met Solana", het haar blond kleurende


(naar Bertelli).

op het resultaat van de decreten ter bestrijding der luxe bij de geestelijkheid.
Er komen in 't einde der 14e en 't begin der 15e eeuw wetten tegen de
weelde en dan breekt een hardnekkigen strijd los tegen de lust tot overdaad en den wensch der regeering tot soberheid; doch de regeering moest
daarbij het onderspit delven, niet alleen door de halsstarrigheid waarmede
de Venetianen zich verzetten tegen de voorschriften, doch ook doordat de
regeering niet consequent bleef in de doorvoering harer voorschriften.
Reeds in 1508 bleek het gebruik van zilveren serviezen niet tot de uitzon-

124
deringen te behooren, en dat terwijl te dier tijde op menige vorstentafel
nog van ruw aardewerk gegeten werd.
Was in 1299 reeds een verbod uitgevaardigd tegen de kostbare kleeding,
later werd aangegeven hoeveel elk kleedingstuk hoogstens mocht kosten;
ook werd verboden beurzen te gebruiken met paarlen bestikt, werd
bepaald hoeveel aan de uitzet der bruid mocht worden besteed en werd
't verboden dat kinderen beneden twaalf jaar sieraden van edele metalen droegen of paarlen, of wel dat ze gekleed gingen in fluweel en
hermelijn.
Deze en nog vele andere verbodsbepalingen werden uitgevaardigd doch
alles tevergeefs; inderdaad werden boeten geheven op de overtredingen der
weelde-wetten" doch de vrouwen van Veneti waren er eenigszins trotsch
op indien ze boete moesten opbrengen; als een lawine volgden de weeldewetten: op de kleederen, de meubels, de livreien, op mouwen met brocaat
gevoerd; in 1440 werden de staartpruiken verboden doch niemand stoorde
zich er aan, men nam eenvoudig de pruikeinden op en deed ze in een
gouden doos met edelsteenen bezet; zoo gehoorzaamde men de wet en
voldeed toch aan eigen verlangen.
Dan volgen voorschriften omtrent het dragen van kant en van gouden
knoopen, van satijn en damast, gouden kettingen en paarlen, alsmede voorschriften voor hoofdkussens en spreien, dekens en bedkleedjes, alles wordt
voorgeschreven, doch er werd geen enkel tastbaar resultaat bereikt. Werden de queues" verboden dan kwam een geheel nieuwe mode die nog
kostbaarder was; werd die verboden dan kwamen de queues" weer en
de onophoudelijk uitkomende nieuwe voorschriften van het stadsbestuur
waren steeds gereede voorwendsels voor nieuwe kleeding, totdat de Senaat
eindelijk begreep dat de vrouwen de verbodsbepalingen gebruikten om bij
elk nieuw voorschrift een nieuwe mode te lanceeren, waardoor de luxe nog
grooter werd dan ze zonder de weelde-voorschriften zou geworden zijn.
Na een laatste poging om een soort uniformkleeding voor te schrijven,
n.1. de zoogenaamde allemande", geeft de Senaat het pleit gewonnen en
neemt de strenge winter van 1512 te baat, onder voorwendsel dat de vrouwen zich moesten kunnen beschermen tegen de hevige koude, elke kleeding toe te laten die ze wenschen.
S Doch niet alleen de regeering ziet de weelde met leede oogen aan, ook
de geestelijkheid strijdt mede; zij verbiedt in de eerste plaats de coiffure
a fungo" die het haar te veel over het voorhoofd doet komen; goud en

125
zilver gepoederde haren werden toegestaan doch kostbaarheden in de
haartooi verboden; evenwel stoorde men er zich niet aan.
Het dragen van paarlen wordt verboden; dit verbod wordt uitgevaardigd
korten tijd voor een groot feest op 't Palazzo Ducale; alle vrouwen komen

Venetiaansche Edelvrouwe in 1570


(naar Giacomo Franco).

in 't Palazzo met paarlen-versiering; onmiddellijk volgt ingrijpen van de


overheid over zulk een groote onbeschaamdheid en werd bevolen dat de
paarlen op staande voet moesten worden ingeleverd; doch de vrouwen
hadden het stadsbestuur een poets gebakken, ze droegen slechts valsche

126
paarlen ,^oodat de regeering een eigenaardig figuur maakt^-Trouwens de
regeering zelf, inziende dat den aanblik van veel rijkdom indruk maakte
op de hooge bezoekers en op de regeeringen waarvan de afgezanten te
Veneti kwamen, heeft meer dan eens in 't belang des lands alle weeldewetten tijdelijk opgeschort of althans toegelaten dat ze overtreden werden
p n dan waren in de feestzalen van 't Palazzo vrouwen
der patricirs die meer dan 50.000 ducaten aan edelsteenen droegen; bovendien gaven de Doge en z'n
omgeving het voorbeeld van de meest geraffineerde
luxe, alleen het hoofddeksel, behoorende bij het statiekleed des Doges, kostte 150.000 ducaten (Marcello
1473) en later wordt het Dogekleed nog meer verfraaid terwijl ook .de kleeding van des Doge's gevolg
hoe langer hoe sierlijker werd; de stoeten waren een
overweldiging van zijde, fluweel, goud en edelgesteente.
Reeds in 1300 verwijt Dante de vrouwen in Florence
hare lichtzinnigheid:
Kapspiegel
(ongeveer 1450).

,,Alle sfacciate donne fiorentine


1'andar mostrando colle poppe il petto'

en beklaaat zich over de inhaligheid der geestelijken,


doch vindt deze gebreken niet te Veneti; ook Boccacio laat zich in minder
gunstigen zin uit over 't leven der geestelijken te Rome; en helaas ook te
Veneti zijn het de geestelijken, tijdelijk te Veneti verblijvend, die zich
het meest aan excessen overgaven; zoo komt in 1532 Kardinaal de Medicis,
gezant des Keizers te Veneti ter vervulling eener opdracht bij de regeering, 's avonds verlaat hij zijn gastheer om den nacht door te brengen bij de
Courtisane Zaffetta; het was dan ook begrijpelijk dat de Venetianen bij
zulke voorbeelden minder streng in hun opvattingen werden en de huiselijke kring verlieten voor kleine genoegens er buiten.
In de fraaie Palazzi werden schitterende feesten gegeven en menige patricir had z'n bijzondere voorliefde, zoo waren er bekende tuinen waar de
meest bijzondere planten werden gekweekt, andere lieten in hun woning
een schouwburgzaal inrichten, zelfs was er een patricir die, behalve een
zaal ook een openlucht-theater in den tuin van z'n Palazzo had laten inrichten; andere tuinen waren beroemd om de beeldhouwwerken die zich

127

Feestzaal in een Venetiaansch Palazzo (naar een schilderij van G . Mansue omstreeks 1500).
Dit schilderij is geheel fantasie en dus onjuist; toch geeft ze wel een tamelijk juist
beeld van een Venetiaansch Palazzo in de groote bloeitijd van Veneti.
daar bevonden, bijzondere roep had de tuin van Malipiero te San Samuele;
een ieder trachtte meer en beter te doen als de ander, terwijl, indien een

128
feest gegeven werd waarbij staatsbelangen moesten worden gediend, niets
nagelaten werd om te doen blijken hoe rijk Veneti en haar bewoners
waren. Hoe ver men ging blijkt uit het feit dat, indien voorname gasten genoodigd waren in 't Palazzo Labbia, de maaltijd opgediend werd in gouden
schalen, welke schalen, tot groote verbazing der gasten, na den maaltijd
uit het venster in het water geworpen werden (men had echter te voren
onder de oppervlakte van het water netten gespannen, waaruit de schalen
dan later opgehaald werden).
In ledigheid en ijdel vertoon werden de schier onmetelijke schatten, door
de vaderen in noeste vlijt en in gevaarvolle ondernemingen verworven,
verspild en de lust om steeds kostbaarder festijnen aan te richten en aan
de buitensporige fantasien te voldoen, waren oorzaak van uitspattingen
die voorzeker Veneti niet tot eer strekken; toch werden het geen bacchanalin gelijk die in andere steden van het tegenwoordige Itali of Frankrijk voorkwamen en de beschuldigingen van verdorvenheden, die eigenlijk
alleen in Engeland voorkwamen ten tijde van Julius Caesar, is zeer ongegrond en moet dan ook met kracht worden teruggewezen.
D e vrouwen van Veneti hebben nu eenmaal de roep van buitengewoon
te zijn in alles, zelfs in de losbandigheid en zelfs al ware dit zoo, dan nog
hebben de mannen daaraan voor een groot deel schuld; in de eerste plaats
was de jeugd der Venetiaansche schoonen een soort van gevangenschap;
nooit werden ze alleen gelaten, steeds waren ze onder toezicht terwijl zij
uiterst sober gekleed gingen; vanaf hun prilste jeugd werden zij onderwezen in fraaie handwerken en in het zingen van gewijde liederen, daarna
werden ze uitgehuwelijkt en waren dan zeer bekwaam in allerlei nuttige
bezigheden doch misten elke ondervinding.
Het huwelijk zelf was een soort van ceremonie die ze ondergingen, doch
niet zoodra waren ze gehuwd of ze kwamen in een maalstroom van vermaken en uitspattingen waarin menigeen onderging; dan bemerkten de
vrouwen dat voor haar echtgenoot de huwelijkstrouw een woord zonder
beteekenis was en dan volgde de reactie op de zoo wreede ontgoocheling
en de beleediging hunner vrouwelijke gevoelens; ze lieten zich gaan, volgden het gegeven voorbeeld en al is zulks niet vrij te pleiten, te begrijpen
is het zeker. Volkomen gedesillusioneerd werd hun eenig doel amusement
of verstrooiing te zoeken en zoo ging het van kwaad tot erger. Als de
echtgenoot het te veel moeite vond om eenige malen per dag naar huis te
gaan en zich liever een pied-a-terre schiep in den omtrek van het Palazzo

129
Ducale, was het gevolg dat de echtgenoote zich troostte op andere wijze
en aan wien dan de schuld?
Allengs werd het meer en meer gewoonte onder de mannen om ook deel
te nemen aan 't gebruik dat men te Veneti noemde ,,far casa", hetgeen
bestond in het eiken dag in aangenaam gezelschap eenige uurtjes doorbrengen in een eigen apartement in de nabijheid van 't Palazzo Ducale;

Courtisane uit Veneti in de 16e eeuw


(naar Pietro Bertelli).

als gastvrouw was dan aanwezig een dame van niet geheel en al ongerepte
zeden. Dat gebruik werd later zoo algemeen dat ieder er aan deel nam, ja
zelfs gebeurde het dat een patricir, te gierig of te arm om zelf een casa" te
onderhouden, toeliet dat een rijk koopman geheimelijk de kosten voor zijn
rekening nam, waarbij dan ook oogluikend werd toegelaten dat de faveurs"
der dame ook gelijkelijk tusschen edelman en koopman werden gedeeld.

130
Edellieden namen met hun drien of vieren de kosten voor gezamenlijke
rekening. Een der treurigste gevolgen waren de menschonteerende overeenkomsten, waarbij kinderen van acht of tien jaar worden voorbestemd
tot dezen zedeloozen dienst, contracten waarbij de ouders zich verplichten
hun dochters af te staan, doch vooral hen goed te bewaken; deze meisjes
werden dan op kosten der toekomstige heeren opgevoed. Uit de kringen
van deze vrouwen zijn de beroemde Courtisanes voortgekomen die een
grooten invloed hebben gehad op het publieke leven; in haar woningen
worden de gewichtigste zaken besproken en afgehandeld. D e Courtisanes
vertoonen zich overal, spreiden groote luxe ten toon, geven in verschillende gelegenheden den toon aan, worden gefteerd en officieus
overal toegelaten; bijna overvleugelen zij de vrouwen der patricirs en die
der voorname kooplieden.
D o c h eindelijk werd het de gehuwde vrouwen te veel; ze laten zich niet
langer achteruit zetten, ze komen vanuit de stilte harer woningen en
gaan deel nemen aan 't publieke leven; dat beteekent de ondergang voor
de Courtisane; deze worden teruggedrongen en gaan een deel vormen van
het leger der prostitues dat in elke groote stad steeds aanwezig is.
In Veneti was ondanks het groote aantal daar verblijvende vreemdelingen
het aantal publieke vrouwen zeer klein, zoodat, teneinde het nog wel voorkomende feit van molestatie van fatsoenlijke vrouwen en meisjes een einde
te doen nemen, de Raad besloot een aantal buitenlandsche vrouwen in
Veneti toe te laten en hen in daartoe aangewezen huizen onderdak te verkenen onder toezicht van een staats-inspectie, doch door deze geautoriseerde prostitutie groeide het aantal te snel en veroorzaakte wanorde.
Het is inderdaad onbegrijpelijk geweest van den Raad van Veneti om naar
aanleiding van de wanorde, veroorzaakt door de aanwezigheid van een te
groot aantal van bedoelde vrouwen een besluit tot uitwijzing van alle deze
vrouwen onmiddellijk ten uitvoer te doen leggen, waardoor in een zeer
kort tijdsverloop alle publieke vrouwen verbannen zijn. D e totale of nagenoeg totale afwezigheid van publieke vrouwen in een havenstad, bovendien
steeds bezocht door tallooze vreemdelingen, had het resultaat dat geen
enkele vrouw in Veneti meer met rust gelaten werd, zoodat na zonsondergang geen enkele vrouw meer haar huis dorst verlaten.
Dan besluit de Raad dat de Courtisanes terug moeten komen, doch nu
weigeren zij eenparig en eerst als hun een vaste toelage en vrije woning
beloofd wordt en nadat opnieuw een besluit tot terugroeping uitgevaardigd

131
wordt waarin de Courtisanes op de meest vleiende wijze verzocht worden
terug te komen, ze zelfs genoemd worden nostre bene meritate meritrice",
komen ze te Veneti terug.
Nadat de gehuwde vrouwen de Courtisanes hadden teruggedrongen tot
den zelfkant van het leven, bleven zij zelf het middelpunt van het gezelschapsleven vormen en deden door hun grillen en
buitensporigheden veel van zich spreken. De buitensporigheden werden door de echtgenooten oogluikend toegelaten in ruil waarvoor zij op een ander
gebied ook een grootere vrijheid namen. Op deze
wijze ontstond een ongebondenheid die maakte dat
Veneti een zeer vroolijke stad werd waar het leven
luchtig werd opgenomen, en al zijn er eenige, misschien zelfs vele vrouwen geweest die hun eerbaarheid te grabbel gooiden, toch is 't verkeerd daar
van af te leiden dat het algemeen zoo was. De
Venetiaansche vrouwen waren vroolijk, uitgelaten,
uittartend zelfs, doch slechts een klein aantal
waren inderdaad zoo zedeloos als men gaarne ze
allen voorstelt; terwijl haar aangeboren gratie en
Ongeveer 1500.
levendige geest veel deed vergeven en konden de
Venetiaansche schoonen zich vele dingen veroorloven die andere vrouwen
zeker zouden misstaan hebben.
Toen de gehuwde vrouwen haar stillen strijd begonnen tegen de Courtisanes, was een der gebeurtenissen die inderdaad het meest in 't oog
liep de afschaffing van de hooge schoen, de zoogenaamde zoccoli, en
kwam het kleine schoentje met omhooggaande punt versierd met edelgesteente in gebruik. Door dit lage schoentje bewoog de Venetiaansche
dame zich even gemakkelijk als haar echtgenoot, hetgeen dezen niet altijd
even aangenaam was en een voorgevoel was het zeker dat een senaatslid
deedt uitroepen: ,,De nieuwe schoentjes zijn veel te mak'lijk bij het gaan!"
toen in een gesprek met Doge Contarini het nieuwe schoeisel ter sprake
kwam en dit senaatslid voorstelde zulk schoeisel te verbieden.
In de kleeding en haardracht vond een ware revolutie plaats, reukwaters,
parfums die men drie mijlen ver rook" zegt Businello, poudre de riz, handschoenen, lange nagels en mouches deden hun intrede; voor 't aanbrengen
der mouches was een geheele studie noodig, want er was een taal van

132
mouches. Afhankelijk van kleur, grootte en plaatsing had voor den ingewijde elke mouche haar beteekenis; belangstellenden kunnen deze taal(?)
nog leeren, Knigt en Vecellio hebben ze geboekstaafd. Ook de waaier en
het dragen daarvan hadden hunne beteekenis (hiervoor raadplege men 't
werkje van Blondel).
En dan de haartooi; de pruiken waren kunstwerken, versierd met bloemen,
vogels, vruchten, hoog opgemaakt en gepoederd leken ze bloemkorven,
tenminste een schrijver zegt dat 't gelaat van de Venetiaansche vergeleken
bij den haardosch, den indruk maakte van een kleine wereld, omringd door
onmetelijke wolken. Voor het opmaken daarvan kwam de kapper, een man
van gewicht. Deze figaro" beschrijft zich zelf en z'n vakgenooten als volgt:
Ons vak is thans over de geheele aarde in eer; niet alleen moeten wij de
vrouwen kappen en een aparte schoonheid verleenen, doch in alle openhartigheid zeg ik U , ze verlangen van ons wat haar man ze onthoudt, en
dan duurt het kappen heel lang, want het voorrecht der dames is te vragen
dat iedereen zich verwijdert, als zij gepoederd worden, onder voorwendsel
dat de costumes dan zouden beschadigd worden en dan zijn ze geheel
vrij. Ook zijn wij voor de dames de geheimschrijvers" en de overbrengers
van liefdesboodschappen, daarom overstelpen ze ons met geschenken en
genieten wij hooge protectie".
Inderdaad, Savioli, de dichter uit Bologna heeft gelijk met te zeggen:
Gelosi custodivano
I ni, 1'acque odorate
I vari flor, le polveri,
Le gemme e 1'onestate!"
(zij die naijverig bewaarden de mouches, het reukwater, de bloemen, de
poeder, het edelgesteente en de eerbaarheid").
Het eenvoudige huwelijksleven wordt klein burgerlijk geacht, het leven werd
niet anders als 't gaan van het eene amusement in het andere en de verhouding in het huisgezin was los; men leefde nu eenmaal in hetzelfde huis
doch daarmede was dan ook alles gezegd en daarbij komt de ergste van alle
zedelijke verwording: de slavernij. In Veneti waren tallooze mannen en
vrouwen van alle destijds bekende landen gestrand, avonturiers, krijgsgevangenen, deserteurs en nog vele anderen die eigenlijk zelf niet wisten
hoe ze te Veneti gekomen waren noch waarom, en alhoewel de regeering de slavenhandelaars met den dood bedreigde, eindigde deze handel

133
toch niet voor het einde der 16e eeuw. In meerdere notarieele acten komen
de aan- en verkoopen van menschen voor, zelfs geestelijken-notarissen zijn
bij deze strafbare handelingen behulpzaam, scheepsladingen van die ongelukkigen komen te Veneti aan en worden bij opbod verkocht op stille
en geheime markten de Rialto en San Giorgio. Daar kwamen Russen,
Duitschers, Circassirs, Tartaren, Georgirs, Perzen en lieden van alom;
ze werden zelfs verkocht met certificaat van goede gezondheid en lichamelijke ontwikkeling en deze slaven en slavinnen waren naar lichaam en ziel"
bezit van den eigenaar.
In 't algemeen gesproken was de behandeling dezer slaven goed; ze kregen
een zekere opvoeding en onderricht, werden lid der kerk en binnen betrekkelijk korten tijd waren ze eigenlijk in het huisgezin opgenomen. Bij
den dood van hun heer kregen ze gewoonlijk hun vrijheid terug benevens
een zeker erfdeel, waardoor ze in staat gesteld werden verder onbekommerd, zij het dan ook zuinig, te leven; toch heeft deze verhouding het
zedelijk verval van Veneti zeer in de hand gewerkt, want het Oostersche
leven met al zijn wellust werd te Veneti ingebracht, terwijl bovendien
vooral het mindere volk een zekere vrees had voor de huns inziens bovennatuurlijke eigenschappen der Oosterlingen. Kerk en Staat hebben danook
getracht dezen invloed te niet te doen, geheel is dat nooit gelukt, want
de vrees betooverd te worden of onder invloed van een der Oosterlingen
te komen heeft inderdaad talrijken in een toestand van overspanning gebracht die tot een directe vermindering hunner geestkracht heeft geleid.
Het huwelijk werd ten leste niet veel meer dan een overeenkomst, gesloten
tusschen de ouders, waarbij het persoonlijk gevoel der jonge lieden
slechts zeer weinig meesprak en ligt het voor de hand dat een hechte band
tusschen man en vrouw evenmin bestond. Als de echtelieden het elkaar
nu maar niet lastig maakten en zorgden dat de eer der familienaam niet
gekrenkt werd, liet men elkander de meest volkomen vrijheid en dan komt
als equivalent van de Courtisane of de slavin van den echtgenoot, het
gebruik dat alleen in Veneti heeft bestaan: de officieele dienaar van de
echtgenoote, de zoogenaamde sigisbe".
De cavalieri serventi", oorspronkelijk een bediende of gouverneur die de
dames begeleidde, werd langzamerhand een vertrouweling en daaruit
groeide het sigisbesme" een soort van mannelijke lijfeigenschap, een
soort vrouwelijke man die niet minder geparfumeerd en opgemaakt dan
de meesteresse was. Buitengewoon hoffelijk en voorkomend vergezelden

134
ze hun meesteresse overal, zelfs naar de kerk en de reeds genoemde
Businello heeft ook hierop een schimpdicht gemaakt dat we maar liever
hier niet weergeven, doch zeer duidelijk aanduidt welke verhouding bestond tusschen de dame en de sigisbe.
D e elegante vrouw kon niet buiten haar sigisbe, hij was bij haar gelijk
haar schaduw, zette zich bij haar sponde, las haar voor of vertelde haar
de laatste nieuwtjes en wachtte in het slaapvertrek tot de meesteres in
zachte sluimering gevallen was.
Het is begrijpelijk dat uit de boven geschetste verhoudingen schandaaltjes
voorkwamen en vooral liefdestwisten, in de eerste plaats aangestookt door
de Courtisanes die door het opwekken van jaloerschheid of wel door het
rond strooien van al dan niet ware verhalen, de afstand tusschen de echtgenoten trachtten te vergrooten om daardoor tenslotte te bereiken dat zij
zelf de plaats der wettige echtgenoote gingen innemen; doch dit moest
zeer voorzichtig geschieden, immers, zoodra de Raad van Tien vernam dat
een dergelijk plan kans had te slagen, werd de Courtisane onmiddelijk
zonder eenig vorm van proces verbannen, liefst naar een zeer ver verwijderd niet al te aangenaam oord.
In de Comedie L e droghe d'amore" (liefdespillen) heeft Goldoni de avonturen van Teodora Ricci met Carlo Gozzi en z'n secretaris Gratarol op
zoodanige wijze gepersifleerd, dat Gozzi Veneti heeft moeten verlaten.
Ondanks alle wetten en bepalingen heeft de Raad van Tien de geschetste
misbruiken niet kunnen beteugelen en ernstige mannen hebben tegen de
Venetiaansche schoonen het onderspit moeten delven, tot zelfs Rousseau
die in z'n Confessions" schreef van de schoone brunette, zoo levendig
en frisch, zoo vol charme en gratie, van die lieve Zuliette in wier kamer de
Fransche filosoof binnen gaat als in een heiligdom van liefde en schoonheid.
Zoo was 't leven in Veneti alom, rijkdom, luxe, en hoe meer het vaderland
tot verval neigde, des te luisterrijker en luidruchtiger werd het leven; de
talrijke verboden tot wering van overdadige luxe bij geboorte en bij overlijden geven er de bewijzen van.
Dat bij sommige echtparen in weerwil van hun vrijheid en van den korten
tijd dat ze bij elkaar waren, of liever gezegd moesten zijn, er toch nog gelegenheid was elkaar het leven buitengewoon onaangenaam te maken,
kan blijken uit het feit dat de echtscheiding omstreeks 1760 te Veneti
reeds behoorlijk geregeld was.
D e losse band des huwelijks was dan ook de reden dat geen Venetiaan

135
zijn point d'honneur zoo hoog droeg, dat hij met den ontvoerder van zijn
vrouw zou duelleeren. Hij scheidde van haar en hoogstens zou hij trachten
een bravo" te vinden die a prezzo moderato", wij zouden zeggen tot
een civielen prijs" den ontvoerder in een der kanalen deed zakken, na hem
een goeden dolksteek te hebben toegebracht, en dan komen wij aan de
,,bravi", den huurmoordenaar, den houwdegen, den volvoerder van wraakneming tusschen particulieren, die met een zekere elegance zijn laag bedrijf
uitvoerde. Er was geen sprake van dat een bravo" zoo maar iemand afmaakte, verre van dat, hij diende te weten van welke stand het slachtoffer
was; immers zal hij de gewone burgerman neerstooten vanuit een hinderlaag, doch is z'n slachtoffer iemand van rang of stand, dan zal hij dat doen
da uomo onorato", niet verraderlijk van achter, doch zal hij hem tegemoet
treden; zelf zal hij zich voor zulk een gelegenheid uitdosschen met wijden
mantel en niet te vergeten z'n korte doch breede degen. Waar hij zelf zich
echter van een malinkolder voorzien had, was het einde van dit tweegevecht niet twijfelachtig, doch de edelman werd gedood met alle eer aan
rang en stand verplicht. Tenslotte was het de bravo" die de ontrouwe
minnares strafte, niet met den dood, doch door het gelaat te verminken;
dat was wat de bravo" noemde dar uno sfriso", een lidteeken zoo ongeveer gelijk met dat waarop de Duitsche studenten trotsch zijn als bewijs
van de mensuur". Soms, doch hoogst zelden werd door de Senaat een
bravo" belast leven en veiligheid van een* der inwoners te beschermen,
toch is dit eenige malen voorgekomen en dan werd dus de bravo" een
soort politie-agent in civiel die de hem aangewezen persoon volgde en verdedigde, zoo noodig ten koste van eigen leven.
Ook onder de bravi" zijn eenige wier wandaden bekend gebleven zijn en
wier namen thans nog bekend zijn, dat waren de grootmeesters der bravi",
de onverschrokken alles trotseerende bravi", die noch wet noch Raad
van Tien vreesden; die herhaaldelijk veroordeeld toch des ondanks steeds
te Veneti bleven, nimmer gevangen genomen werden en in weerwil
van doodvonnissen behoorlijk in hun bed gestorven zijn; daar is Leonardo
Pesaro, die het aandorst z'n vijand te midden van een groot feest in een
Palazzo gegeven, te beleedigen en te dooden; die niet toestond dat men
hem aankeek, doch eischte dat men de oogen neersloeg als hij voorbij ging;
daar is Alamanno Gambara, en dan niet te vergeten Piccolomini, wiens
zonden door den Paus vergeven werden, ofschoon dat hij erkende 370
moorden te hebben gepleegd.

136
Voor z'n vrouw zou een Venetiaan zeker niet geduelleerd hebben, er bestonden gewichtiger zaken, zooals b.v. het geval met een Siciliaan, die niemand het smalle trottoir afstond, doch eischte dat z'n medebewoners in
Veneti in de modder bleven loopen; een monnik heeft dat onzen vurigen
Siciliaan afgeleerd met een pistool in de hand.
Al was in 't leger het duel niet toegestaan, toch was het een oneer het
te weigeren.
Het laatst beschrevene zal misschien den indruk doen vestigen dat Veneti
destijds een zeer gevaarlijke stad was, doch dat is onjuist; natuurlijk waren
er ook in Veneti slechte elementen, doch indien men in oogenschouw
neemt dat in 1739 in Veneti 17 moorden werden gepleegd tegen 11.000
in de Pauselijke staten, waarvan 4000 alleen in Rome, valt over de veiligheid in Veneti vergelijkenderwijze niet te klagen.
Deze veiligheid, zelfs door de felste tegenstanders erkend, was te danken
aan den Raad van Tien wiens sbirren" stil en geheimzinnig overal tegenwoordig waren en alleen in uiterst geval ingreep, doch dan met vaste hand
en zonder iemand te ontzien; men voelde haar tegenwoordigheid alom
en dat gevoel was voldoende buitensporigheden te beletten.
Vreemdelingen die oorzaak waren van geweldadigheden of verdacht werden van handelingen tegen het belang van Veneti, werden binnen 48 uur
gedeporteerd indien zij niet vrijwillig het grondgebied verlieten; de aanzegging Veneti te verlaten, geschiedde door een officieel persoon, welke
de verdachte mededeelde dat de lucht in Veneti zeer slecht was en dat
het voor zijn gezondheid beter was indien hij die slechte lucht ontvliedde.
Veneti blijft bovenal de stad der feesten, van het genoegen, van het
theater, van optochten, fraaie costumes, van liefdesintriges en van den
vroolijken opgewekten lach; en tot haar val blijft Veneti de stad waar het
geheele jaar is een aaneenschakeling van vermaken en die, ondanks de
luchthartigheid, floreerde. De stad waar de rijkdom van twee werelddeelen
tesamen stroomde en waarvan het bestuur steeds een open oog had voor
de belangen der stad en die belangen wist te dienen. Veneti, wel bewaakt
was het centrum van vermaak voor alles wat rijk en machtig was; bovendien
door hare liberale beginselen en wetten bood zij een toevlucht aan menigeen die in zijn eigen vaderland miskend was en vele vorsten die van hun
troon afstand hadden gedaan, brachten hunne levensdagen in kalmte en rust
door in die stad, waar zij in vermaken van allerlei aard vergetelheid vonden
van de rampen en slagen die hen getroffen hadden.

137
VOLKSVERMAKEN EN VOLKSLEVEN

IN

VENETI.

Wat de vreemdeling het eerst opvalt in Veneti is de stilte die er heerscht.


Zelfs op de groote Piazza San Marco is een kalmte en rust die vreemd aandoet; de totale afwezigheid van auto's en paarden is daarvan natuurlijk de
oorzaak en zeker zullen er veel Venetianen zijn die nog nimmer een auto
zagen en die van het paard alleen weten dat er vier boven op 't voorportaal van de St. Marcus staan; trouwens in die nauwe straatjes en kleine
binnenplaatsen en markten kan men zich moeilijk paarden indenken.
Veneti is dus de stad zonder paarden, en toch was 't niet immer zoo;
't muildier droeg de edellieden naar de St. Marcus; ezels droegen de
vrachten en na 1300 kwamen de paarden in gebruik en werden toumooien
gehouden. Bij de verkiezing van Tomasso Mocenigo tot Doge in 1414,
woonden 60.000 personen een tournooi bij op 't St. Marcusplein; 460
ruiters met een schitterende staf van knechten en dienaren begeleidden
de Markies van Mantua en van Pescara, welke beiden aan 't tournooi
deelnamen. Als Catarina Gornaro de winter van 1491 te Veneti doorbrengt, woont ze een tournooi bij dat gegeven wordt op het bevroren
Canal Grande, terwijl van Colleoni en Roberto Sanseverino bekend is dat
ze buitengewone ruiters en schier onoverwinlijke strijders bij 't tournooigevecht waren.
Tot hen die te paard gingen, behoorde ook een afdeeling van de Compagnia de la Calza, vereeniging van jongelieden die wettig erkend was en
waarvan 't doel was zich zelf en de anderen aangenaam bezig te houden;
zij regelden de vermakelijkheden, de openbare feesten en vroolijkten de
maaltijden der Dogen op met hun gezang; zij zijn het die de oude mysteriespelen vervingen door tooneelspelen der oudheid, en zelfs in de kerken
brengen ze een stemming die iets minder somber is. Zoo zingt de Compagnia van de Calza missen in de kerken om daarna bruidspartijen op te
vroolijken met ander soort liederen.
Deze vereeniging bestond niet alleen uit mannen, ook vrouwen werden
toegelaten alsook vreemdelingen, mits ze echter het hunne bijdroegen tot
verhooging der algemeene vroolijkheid; ze waren allen smaakvol gekleed
met een onderscheidingsteeken tot welke afdeeling van de Calza" ze
behoorden; zonder nu juist van uniformiteit te kunnen spreken, hadden ze
ongeveer hetzelfde costuum, en droegen allen een zwarte of roode muts
met een juweel versierd, i
-

138
Overal treffen wij ze aan, bij alle feesten en niet alleen als zangers of
declamatoren, ook zijn ze boogschutters of snelroeiers die in slanke booten
met 30 roeiers bemand, wedstrijden houden.
Bij het huwelijk tusschen Giovanni Mocenigo en Lucrecia Foscari, dus een
zuiver particuliere plechtigheid, ziet men een optocht die aan een openbaar
feest doet denken; de bruid met de leden der beide families gaan op fraai
versierde schepen naar het Dogepaleis,
waar een schitterend feest gegeven
wordt; achttien leden van de ,,Calza",
fraai gecostumeerd, verzamelden zich
voor 't huis van Eustachius Balbi, hun
leider, gaan dan de Piazza San Marco
rond op hun paarden gezeten, rijden over
een schipbrug m een der Canah geslagen
Ponte San Giobbo.

en gaan in optocht naar de woning van


de bruid, waar ze de eerewacht vormen; ze zijn vergezeld van hun knechten
en dienaren en wie er verder bij de Compagnia behoorde, tezamen 250
bereden mannen, voorafgegaan door pijpers en trompetten en natuurlijk
met hun vaandels en banieren. Tegen den avond komen ze op 't Dogepaleis, de Bucentore vaart met het gezelschap de Lidi" op en niet alleen
dien dag, doch ook de volgende dagen heerschte te Veneti vroolijkheid
en vermaak.
Zoo vierde Veneti feest als twee leden van haar adel in den echt vereenigd
werden. Wanneer de burgelij ke feesten zoo waren, hoe zullen dan de
officieele en godsdienstige feesten geweest zijn te Veneti? Teneinde daarvan eenig begrip te hebben zullen wij trachten het feest te beschrijven bij
de kroning van een Dogarezza.
Bij haar eerste intrede in 't paleis is de-Dogarezza vergezeld van een stoet
van edelvrouwen, raadsleden, procureurs, secretarissen en vele knechts en
valets die vaandels en vlaggen dragen, vergezeld van pijpers en trompetten;
op den drempel der St. Marcus wordt ze ontvangen door monniken die
het kruis dragen en zilveren kandelaars; daarna volgt de feestmaaltijd bereid door de vereenigingen der vaklieden, tallooze zilveren bekers, schalen
en flesschen (geschenk van de vereeniging der edelsmeden) sieren de tafels ;
de uitgezochtste spijzen en wijnen worden opgediend; alle voorlieden der
vereeniging maken in ambts- of siergewaad hunne opwachting; daarna begeeft de Dogarezza zich naar 't Paleis der Ambachten, waar de kostbaarste

139
tapijten, damasten en goudlaken ten toon zijn gespreid; den volgenden
dag is een groot diner in de Sala del Maggior Consiglio van 't Dogepaleis waar de gastaldi" van de vereenigingen genoodigd zijn; alle vakken
laten hun meesterwerken zien en de reeks van feestelijkheden houden
dagen aan.
Behalve de vele gebruikelijke jaarfeesten te Veneti gehouden, werd telkens
wanneer een vorst of diens vertegenwoordiger te Veneti kwam, te zijner
eer een feest gegeven; voeg daarbij de
feesten gegeven voor behaalde overwinningen of bij de aankomst van beroemde reizigers of geleerden, dan
werd het jaar in Veneti herhaaldelijk
door feestelijkheden onderbroken, zonder zelfs van het carneval te spreken.
De overwinning van Lepante in 1571
werd in Veneti schitterend gevierd; de
geheele Signoria begaf zich naar de
Ponte Rialto.
Basiliek om den Hemel te danken voor
deze overwinning; de fondachi" van de vreemde naties illumineerden
hunne gebouwen, de winkels op de Rialto, waar de lakenhandelaars gevestigd waren, versierden hun gevels met kleeden en tapijten, waartusschen
schilderijen van Bellini, Giorgione, Raphael en Michel Angelo waren aangebracht; een eereboog werd opgericht aan den voet der Rialtobrug en
door de geheele stad werd gevlagd. Ook werd een groote mis gezongen,
doch door het groote aantal executanten kon die niet gehouden worden in
de Chiesa San Giacopo, waarom een altaar gebouwd werd op de Rialto,
waarheen men zich in grootschen optocht begaf. Gabrili schreef ter verheerlijking dezer overwinning een compositie met vier koren in 19 deelen,
met accompagnement van trombones. Maar nog grootscher en luisterrijker
zullen de feesten worden, vooral wanneer vorsten komen en Veneti dan
haar rijkdom en welvaart wil toonen; op die dagen werden eenvoudig de
wetten ter bestrijding van de verkwisting buiten werking gesteld of althans
gedaan alsof zulke wetten niet bestonden; in de eerste tijden boden de
vakvereenigingen elk een werkstuk als hulde aan, later versierden ze geheele zalen, richtten eerebogen op; de vereenigingen sloten zich bij elkaar
aan en gezamenlijk werd gearbeid om in n geheel te toonen al het

140
schoone en nuttige dat Venetiaansch handwerk kon te voorschijn brengen
en werd het een tentoonstelling, waarin alle vakken vanaf de kappers
tot de schrijnwerkers en de glasblazers toe vertegenwoordigd waren.
Als in 1528 Pedro, zoon van den Koning van Spanje te Veneti komt,
wordt een bal gegeven waarbij ruim 250 dames, gekleed in goudlaken,
gesierd met schatten aan diamanten en paarlen aanwezig zijn; feesten
worden gegeven, 's avonds vuurwerk op 't Piazza San Marco en het Canal
Grande, de stad versierd en gellumineerd. Toch moet elk feest het vorige
overtreffen; zoo werd in 1520 door de confreria de la Calza" in het Canal
Grande op eenige onderling verbonden schepen een soort Oostersche
tent gebouwd, waarin een bal gegeven werd, terwijl het geheele gevaarte
het Canal Grande afdreef; ook werd nog een tra vestibal gegeven op een platvorm, tusschen twee schepen aangebracht. Bij het bezoek van den Hertog
van Mantua werd aan boord van zulk een vaartuig een avondmaal aangericht
en werd later gedanst onder verlichting van eenige honderden toortsen.
Wanneer Hendrik de Derde, Koning van Polen naar Frankrijk geroepen
wordt om zijn broeder Karei de Vierde op te volgen, komt hij te Veneti,
omdat hij de rijkste, schoonste en meest bijzondere stad ter wereld zien
wilde; dat was reden genoeg behalve de politieke, om den Koning te
toonen hoe luisterrijk Veneti was; vreugdevuren, maaltijden, illuminaties,
serenades wisselden elkander af; muziekkorpsen gingen de stoet vooraf
en sloten ze weder; de gondel van den Koning was met goud brocaat versierd; de jonge patricirs in sierlijke kleeding, buitengewoon kostbaar van
stof, rijk getooid met goud en edelgesteente, werden aangewezen voor
den dienst van Z.M. en een eerewacht van hellebaardiers in oranje zijde
en gewapend met een keur van antieke wapenen werd hem eveneens
toegevoegd.
De Koning, vergezeld van den Doge en den Hoogen Raad varen in een
galei, voortbewogen door 400 roeiers de Lidi" af, gevolgd door een groot
aantal gondels, brigentijnen en barken, alle versierd met kleeden en gepavoiseerd. Bij St. Nicolo was een eerepoort opgericht naar teekening
van Palladio, versierd door Tintoretto en Paolo Veronese, de Palazzi alle
gedrapeerd met kleeden. Regatti werden gehouden, worstelwedstrijden
op de bruggen; openbare maaltijden gegeven in 't Dogepaleis, waarbij
3000 personen aanzitten en als bijzonderheid diene dat alleen zilver tafelservies gebruikt werd. Na de maaltijd werd een opera opgevoerd door
Zarlino ter eere van den hoogen gast gecomponeerd.

141
Tijdens deze officieele feestelijkheden werd ook de groote massa niet vergeten, stierengevechten werden gehouden en publieke gemaskerde bals,
overal waar het oog blikte was een schittering van edelmetaal, fraaie kleederen en goud. Het volk was welvarend en vroolijk in hun fortuin, zorg
was hun onbekend. De geschiedschrijvers meldden danook dat er destijds
geen Venetiaan was of hij was in meer of mindere mate bemiddeld.
De Hemelvaartsdag, de dag van 't Huwelijk der Zee, was de eerste dag

De Regatta bij de Ponte Rialto.

van de jaarmarkt te Veneti die 14 dagen duurde; dan was 't St. Marcusplein bedekt met kramen, doch niet van die houten stellages zooals die
overal op de kermissen worden aangetroffen, hier waren het gebeeldhouwde, regelmatig verdeelde ruimten op platvormen opgericht; ze werden
vervaardigd naar ontwerp van den beroemden architect Macaruzzi in opdracht van den Senaat.
Op de jaarmarkt werden te koop geboden kant en glaswerk, armbanden,
ringen, de spiegels van Murano, men verkocht er schilderijen van Tiziano
en andere groote meesters. Canova toonde hier voor 't eerst zijn marmer-

142
groep Dedalus en Icarus". Tevens werd gedurende die jaarmarkt tentoonstelling gehouden van de Mode", daar waren naaisters en kleedermakers vertegenwoordigd; op de meest in 't oogloopende plaats werd een
reusachtig groote pop geplaatst, volgens de laatste mode gekleed; overdag
kwamen de dames in hun sluiers (zendaletto) van zwarte zijde die hoofd en
schouders bedekten, zich kruisend over hals en ceintuur ^ en dan afhangend tot op den grond; des avonds kwamen ze in tabara", een lange
zwarte mantel, en bauta", een soort zwarte capuchon met kant gegarneerd waarop een driesteekje met cocarde en pluim. Dat was 't maskercostuum dat voorgeschreven was door de gewoonte, want de jaarmarkt
Sensa" was een halve carneval; dan waren er tooneelvoorstellingen in
de open lucht, zangers, dansers, marionetten, dan flaneerde geheel Veneti
op 't Marcusplein en snoepten hun frittola" of suikergebakjes of confituren, die een beroemdheid der Venetiaansche Confiseurs waren.
Op 't feest dat op witte Donderdag" gehouden werd had o.a. een eigenaardige plechtigheid plaats. Langs een touw, gespannen tusschen de Campanella en het Dogepaleis, kwam een matroos^verkleed als Mercurius^gegleden.als 't ware gevlogen en bood de Doge een vers en bloemen aan
om daarna op dezelfde wijze terug te gaan.
Op goeden Vrijdag" werd een historisch schouwspel gegeven n.1. de
strijd tusschen de Castellani" en de Nicoletti"; deze strijd werd uitgevochten op de bruggen zonder leuningen, daar werd overwinnaar verklaard
diegene die den overliggenden oever had bereikt, wat tot natuurlijk gevolg had dat menige strijder en toeschouwer in het water terecht kwam.
Dan werden krachtoefeningen getoond de Forze d'Ercole", waarbij elk
der groepen een pyramide vormde en was overwinnaar diegene die de
hoogste pyramide maakte of 't langst in evenwicht bleef. Bijgaande afbeelding geeft zulk een pyramide weer.
Doch het feest der feesten was de Regatta"; van dat feest hing het geluk
van velen af/vant het begeerde meisje liet dikwerf haar ja-woord afhangen
van de Regatta", slechts als de minnaar als winnaar uit de Regatta"
kwam, mocht hij op de toestemming rekenen. Want was 't eigenlijk niet
een mesailliance" als een dochter van een winnaar van een Regatta"
huwde met een zoon uit een familie die geen overwinnaar in hun stamboom kon aanwijzen?
Eindelijk breekt de lang verwachte dag aan, de Palazzi aan 't Canal
Grande zijn alle versierd; vlaggen vanuit de balcons, op de bruggen voor

143
de vensters, overal waar maar eenige ruimte is zijn toeschouwers; verschillende orchesten laten zich hooren; honderden, neen duizenden gondels en andere vaartuigen, eveneens versierd, hebben zich vereenigd en

Forzc d'Ercole.

laten alleen de vier Venetiaansche mijlen vrij die afgelegd moeten worden.
Lichtelijk over zijn riem gebogen, transpireerend onder de felle zon, 't oog
gericht op het watervlak, gaan de gondels af; leggen met de snelheid van
een paard in galop de afstand af tusschen de versierde barken waarop de

144
jonge patricirs zich bevinden, wier gondeliers aan den wedstrijd deelnemen; de winnaars ontvangen hun prijzen, alsmede een vlag waarvan de
kleur den prijs aangeeft.
Ie bent de laatste prijs van de Regatta!" schelden elkaar de gondeliers
bij hun twist toe, want als laatste of troostprijs werd een speenvarken
gegeven.

Een nagenoeg even groote attractie als de Regatta was de Corso ,


hieraan namen eenige honderden kleine gondels, elk slechts met een gondelier bemand, deel.
Hun doel was om in het breede kanaal een groote ellips te beschrijven in
snelle vaart; er zat in deze corso" een zekere eenheid, de snelste
gondeliers waren vooraan en vormden den kop, zij namen tevens de anderen met zich mede, zoodat tenslotte deze geheele reeks vaartuigen dezelfde snelheid en tevens dezelfde gelijkmatige beweging hadt; eindelijk
vormden die gondels een onafgebroken bewegelijke ovaal van vaartuigen
die zonder tusschenruimte achter elkaar aanvoeren en den indruk maakte
alsof deze geheele figuur door een geheimzinnige kracht werd voortbewogen en op zijn plaats gehouden; dat zulk een regelmatige en kleurige
ovaal op 't water, waarbij de bewegingen der gondeliers het rythme van
de beweging aangaven, een machtige en tegelijk schoone aanblik gat behoeft geen betoog doch bovendien sprak daaruit de saamhoorigheid der
deelnemers en een door veel oefening verkregen dicipline die tot het
uiterste werd benut. Den geheelen dag, zelfs volgende dagen werd het
feest voortgezet, allerlei vermakelijkheden en ontspanningen waren er,
s avonds verlichting, zoo mooi, dat het dag leek; dat noemde men toen
evenals nu verlichting a giorno"; er werd gedanst, gedronken, gezongen
en gespeeld.

,
,
Gespeeld werd in de ridotto" van de San Mois, in 1768 verbouwd en
vergroot door Macaruzzi. In de groote zalen zaten aan lange tafels de
bezoekers terwijl edellieden de bank hielden en speelden tegen wie maar
wilde mits hij patricir ware of gemaskerd; geen geluid werd gehoord en
in groote stilte en kalmte werden kapitalen verloren. Men speelde bassetta", biribisso" en 't meest panfil".
.
Eigenaardig is de oorsprong van 't spelen in Veneti: toen de beide kolommen op 't Marcusplein aangekomen waren, zag men geen kans ze
rechtop te krijgen en bijna 50 jaar lagen ze daar totdat de Milanees Niccolo
Baratieri in 1176 zijn diensten aanbiedt om de zuilen rechtop te plaatsen',

145
gaarne wordt van die diensten gebruik gemaakt en inderdaad, het lukte,
en als de zuilen geplaatst zijn, vraagt men welke vergoeding Baratieri wil
hebben. ,,Niets" antwoordde hij, dan het recht om tusschen de zuilen
een openbare speelbank te mogen hebben" en dit werd toegestaan; later,
als 't houden van speelbanken verboden wordt, blijft de vergunning oorspronkelijk aan Baratieri verleend, gehandhaafd.
Het bleek spoedig dat die ne gelegenheid niet voldoende was en weldra
waren er meerdere speelgelegenheden geschapen, vooral in de Casini en
de caf's; bijna wordt het eentonig te herhalen: doch er werd een speelverbod uitgevaardigd, waarvan het eenige gevolg was dat niet meer in de
Casini gespeeld werd, doch in het geheim in de Malvasie" en in de Pestrini", inrichtingen in den aard gelijk aan onze bodega's en lunchrooms,
zoodat juist door 't speelverbod het spelen zelf veel meer verspreid werd
en onder het volk gebracht als vroeger het geval was.
Ondanks het speelverbod was er een bekend speelhuis, een club zouden
wij nu zeggen, in de woning van Catarina Trono in San Zuliano. Deze
club" was luxueus ingericht, doch hare bijzondere aantrekkelijkheid bestond daarin dat deze club" bovendien was het vereenigingspunt van
bijzondere personen; daar kwamen de dichters, de schilders, de avonturiers,
de zangers, de dansers, de danseressen en ook zij die het leven van de
zeer vroolijke kant bekeken; het was er vrij en ongedwongen en dikwijls
zag men een deftige senator gearmd en broederlijk vereend met een vroolijk
danseresje. In dat speelhuis waren de namen van Voltaire en Rousseau
echter niet onbekend; sociale hervormingen werden er besproken en
menige wijziging in 't stadsbestuur vond daar haar oorsprong, totdat tenslotte om zuiver politieke redenen 't Casino di San Zuliano" door de inquisitie gesloten werd. Het sluiten van deze inrichting, die ondanks haar
speelgelegenheid en haar ongedwongen nachtfeesten een groot nut heeft
gehad voor het sociale leven van Veneti en waar meermalen den stoot
gegeven werd voor maatregelen, nuttig voor het algemeen belang, is op
tamelijk heftigen tegenstand gestuit en talrijk waren de schimpdichten op
het beleid der overheid gemaakt, toen dezen sluitingsmaatregel werd getroffen. Menige openbare redevoering werd gehouden teneinde tot opheffing van het verbod te geraken, doch tevergeefs.
In den winter, vooral tijdens het carneval, bereikte de vreugde haar hoogtepunt, dan werd aan werken niet gedacht, arm en rijk, jong en oud nam
deel aan de algemeene vroolijkheid; ieder was gemaskerd van den vroegen

146
ochtend tot diep in den nacht; reeds 's morgens op de markt kwamen
de dienstboden gemaskerd inkoopen doen, kleine kinderen die nauwelijks
loopen konden, zelfs zij die nog gedragen werden droegen maskers; den
geheelen dag was de muziek en zang niet van de lucht, een opgeruimde,
vroolijke en lustige menigte vulde niet alleen 't Marcusplein, doch de geheele stad, overal was muziek en zang en alom werd gedanst, 't meest de
geliefde furlano" begeleid door rommelmuziek en het gezang der vrouwen
en dan de monfune", waarbij men de schoone maskers zag draaien, al

Vesta, Zenda en Tato. (Types uit het carneval).

sneller en sneller, tot de rokken bolden; 's nachts weerklonken de zachte


Cantilnes van Tasso, die de gondeliers in de Traghetti, wachtende op hun
meester, reciteerden.
De gondeliers waren, althans voelden zich, niet alleen gondelbestuurders,
dichters die met meer of minder goed gevolg zich aan de dichtkunst wijdden; onder de tallooze potasten trof men toch ook wel zeer begaafden
aan als b.v. Antonio Bianchi, die beroemd was als dichter.
Doch laat ons tot het feest op 't St. Marcusplein teruggaan waar duizenden
zich verstrooien, genietend van 't vele schoone dat de kooplieden daar
uitstallen; ofwel zich verdringen voor de tenten waar de wilde beesten
waren of kunstemakers hunne toeren verrichten, waar muziek weer-

147
klinkt, waar smachtende blikken worden gewisseld, waar het carneval gevierd wordt en ieder vreugde schept. In die drukte bewegen zich de gemaskerden en de verkleedden; Arlequino houdt zijn gewaagde discoursen,
'n Mattacino, in 't wit gekleed, werpt uit de vensters eieren gevuld met
reukwater naar de vrouwtjes, Pantaleone, de Koning van 't carneval, geeft
z'n raad en opmerkingen ten beste, Brighella, de geslepene, neemt ieder
in 't ootje, doch nergens wordt de vreugde verstoord,
's Avonds vuurwerk of verlichte gondelvaart, dit laatste vooral was aantrekkelijk door de weerspiegeling in 't water van de verlichte gondels en
de geheel verlichte gevels der statige palazzi.
Zoo bracht elk jaargetijde z'n verschillend vermaak, 't zij in de mooie
natuur rondom Veneti te Stra, te Malcontenta, Pontelungo. In de kunstig
gecultiveerde tuinen werden herderspelen gehouden, en waar de nobili"
zoo geheel onder elkaar zich konden laten gaan, toonden zij dat zij bij hun
vertrek hun ernst en waardigheid te Veneti zelf achtedieten; waar menige
procurator en senator meedeed aan echte jongensspelen en niet minder
vaak in de rustige natuur zoodanig verjongd werden, dat minnekoozen met
hun herderinnetje hen tot een behoefte werd; in de hondsdagen was het
genoeglijke uurtje meer in den avond of des nachts, dan werden openluchtspelen gehouden of wel er werden spelevaren gearrangeerd op een klein
model Bucentoro en vleide men zich op het met fluweel en kussens overdekte dek; er werd een avondeten opgediend, cantaten gezongen doch
ook ondeugende liederen in koor; terwijl de zwoele nachten noodden tot
droomen van liefde en geluk.
In het schoone jaargetijde ontvluchtte men de stad en begaf men zich naar
de buitenbezittingen die hooger in de bergen gelegen waren en dus koeler
dan de palazzi in de stad zelf; verschillende dezer buitenplaatsen, die
vorstelijke residenties evenaarden, zijn heden nog aanwezig en dragen
de sporen van den luister waarmede zij vroeger waren ingericht, in sommige staan nog de fraaie beelden die de eerste bezitters daar hebben gebracht en ook zijn er tuinen die uit piteit door de tegenwoordige bewoners nog in hun oude vorm en aanleg worden bewaard; met fontijnen die hun frissche wateren doen opspringen en waar de geuren van
duizenden bloemen zich verspreiden; doch dat zijn nog slechts eenige.
In den bloeitijd van Veneti waren er tien-, neen honderdtallen van die
buitenbezittingen, waar de patricirs verbleven in de warmste tijden van het
jaar; 't gebruik schreef voor dat men de 12e Juni Veneti verliet voor zijn

148
buitenplaats om eind Juni terug te komen, dat noemde men de villegiatura del Santo", omdat den llden Juni het feest van Sant Antonio d.
Padova gevierd werd, daarna verbleef men op z'n buiten van den 4den
October tot half November of zelfs nog iets later.
Het gebruik schreef voor dat men zich naar zijn buitenbezitting begaf per
nondel of burchillo, dat laatste was een vaartuig door een paard voortbewogen, dus een soort fraaie trekschuit, luxueus doch bovenal'zeer gemakkelijk ingericht; snel ging de vaart niet doch dat was geen bezwaar
het gezelschap was vroolijk en kortte zich den tijd op allerlei manieren
het was den goeden ouden tijd waarin men zijn genoegen in uren en niet
in kilometers uitdrukte.
In de Comedie La cameriera brillante" laat Goldoni Pantaleone zeggen.
Inderdaad, Mestre is een klein Versailles geworden; het kanaal van Malghera en verder de geheele landstreek van Terraglio tot Treviso is een
landschap zooals men geen tweede noch in noch buiten Itali vindt zoo
n geheel vormend, zoo dicht bevolkt, daar vindt men tallooze huizen
en kasteden, landhuizen en vorstelijke residenties .
Bijzonder fraai was de villa Albrizzi alle Grazie sul Terraglio , omringd
door prachtige tuinen, daar was de villa Dei patrici de Lezze , gebouwd
door Baldassaro Longhena, met zijn ruime luchtige zalen, dan de v,lla s
Rezzonico" en Correr" te Murano. Doch bovenal moet genoemd worden
de villa Pisani", gebouwd langs de Brenta in Stra; hoeveel beroemde
kunstenaars hebben daaraan niet gearbeid; gebouwd volgens teekenmg
van Girolamo Frigimelica, gedeeltelijk verbouwd door Francesco Mana
Preti di Gastelfranco, ze werd gedecoreerd door den Milanees Visconte,
versieringen werden aangebracht door Guarana, Amigoni, Novelli en Rizzi,
in de groote zaal de schilderij voorstellende Gloria dei patnz, Pisani ,
doorGiambattista Tiepolo, hetzelfde onderwerp, ook behandeld door Paolo
HeaaTveel van wat restte van die schoone bouwwerken werden tusschen
15 Juni en 6 Juli 1918 vernietigd tijdens de veldslagen daar ge everd ter verdediging der onafhankelijkheid van Itali. De villa Soderini , een wonder
werk van architectuur, werd geheel stukgeschoten en nog vele andere
werden onherstelbaar vernield.
Dan waren er verschillende tuinen met terrassen aangelegd als de tuinen
der villa Faisette" te Este, rustieke tuinen als die behoorende bi, de villa
Manin" en de villa Pisani", Fransche tuinen als de villa Barbengo om-

149
ringende en de villa Valsanzibio" begrenzende; tuinen met rotspartijen enz.
Te Veneti waren des winters sledevaarten en sneeuwvermaak en zoo was
op eiken dag in eiken maand een ander feest waarin een ieder zich vermaakte en waarin, althans volgens De Poellnitz, de Venetianen hun deftigheid aflegden; dan waren ze vriendelijk, aangenaam en vroolijk, dan leefden
ze met meer vuur en bewogen ze zich met en onder elkander; dan voelde
men dat ze de vertegenwoordigers van een krachtig volk met een groot
verleden waren en dat ze die grootheid droegen met dat gemak dat alleen
gegeven is aan hen die door eigen kracht die grootheid bereikten.
Doch wat 't geheele jaar te Veneti het vermaak voor arm en rijk was, wat
zich het meest in de volksgunst verheugde, waarvoor menigeen zijn laatste
soldi over had, ja, waarvoor hij zelfs zijn eten opofferde, was 't Tooneel
en de Opera; en ofschoon Veneti geen grondlegger was, heeft zij veel
opbouwend werk geleverd en daarom mag dit volksvermaak, waarin zooveel ware kunst is, nader bezien worden.
Hebben wij reeds gehoord dat sommige patricirs in hunne palazzi schouwburgzalen of openluchttheaters hadden doen inrichten; het volkstooneel
verdient voorzeker een bijzondere en diepere beschouwing.
In den aanvang der veertiende eeuw begint het tooneel zich te ontwikkelen uit de Mysterie-spelen die tot dien tijd door de geestelijkheid gegeven werden op de pleinen, op daarvoor vervaardigde houten stellages;
daarna worden geschiedkundige of mythologische onderwerpen op de
wijze der Mysterie-spelen vertoond; in Veneti werd vooral door de ,,Confreria dei Calzi" het decor en het costuum zeer verfraaid.
Daarna volgde de ,, Momaria", dat geen eigenlijk tooneel was doch meer
een soort kijkspel waar ook bij gesproken werd; de acteurs konden zich in
den tekst geheel uitleven, daar ze aan geen enkele regel gebonden en dus
geheel vrij waren, zij konden naar hun wensch werkelijke of denkbeeldige
personages ten tooneele voeren. Sanudo vertelt ons van een groote Momaria" op 't Palazzo San Marco gehouden in 't jaar 1532; de Godin Pallas
verscheen ten tooneele gezeten op een slang; haar volgt de Rechtvaardigheid gezeten op een olifant, daarna de Zegepraal te paard, allen omringd
door een stoet van dienaren; het eerste gedeelte speelde zich af in de
tempel van Janus, 't tweede gedeelte in de tempel van de Vrede. Het slot
van deze Momaria's werd gevormd door verschillende dansen.
Geen kosten werden voor dit schouwspel gespaard en behalve het volk
waren ook de Doge, de patricirs, ja somstijds zelfs de legaat des Pausen

150
tegenwoordig; het geven van Momaria" nam zeer grooten vlucht, ook de
kloosterbroeders gaven voorstellingen in de kloosters, althans op den 17den
Februari 1552 voerden de broeders van 't klooster San Giovanni e ban
Paolo een dergelijke Momaria op waarin alle rollen, dus ook de vrouwelijke,
door kloosterbroeders werden vervuld; leeken waren geheel uitgesloten.
In de palazzi werden eveneens deze Momaria gegeven, bekend zijn nog
voorstellingen gegeven in de woningen van Catarina Cornaro, Bragadini,
Lippomano te Murano, bij de Morosini s, de Friuli's, Trevesani Mogenico
en anderen. Wat men in den aanvang der vijftiende eeuw aan tooneelmatige
inrichting doet zien, vraagt inderdaad bewondering; de Immortelh ver-

Het uitgaan van het Teatro della Fenice


(modern stadsbeeld).

toonden in den voorhof van 't Palazzi Pesaro een tooneel voorstellende de
hel met vlammen, duivels en bokken; de hoofdpersoon veranderde zich
ten aanschouwe van 't publiek van een duivel in een Adonis die op een
zegewagen, omringd door nymfen, rondgaat, terwijl duivels slaanden met
hamers op aanbeelden een muziek voortbrachten sterk overeenkomende
met onze xylophoon-muziek. Ook glazen bollen, schitterend in t zonlicht
zag men ten tooneele brengen, en uit deze kristallen bollen kwamen de
personen te voorschijn; toch was dat nog steeds een mooi kijkspelen
geen tooneelspel. Doch reeds in den aanvang der 16e eeuw^ schijnt er
reeds tooneelgespeeld te worden, althans den 29 December 1509 verschat
het eerste decreet van de Signoria betreffende het theater; in t bijzonder
betreffende die vereenigingen welke het tooneelspelen als vak beoefenden.

151
Die tooneelvoorstellingen veroorzaakten nogal veel moeite, waarom ze bij
het stadsbestuur niet geliefd was. Doch het geheele volk verpandde aan
het tooneel zijn liefde, ook de Nobili, die er een eer in stelden de voornaamste artisten als haar gasten in hun palazzi te kunnen ontvangen; en
ondanks alle moeite van de overheid om de groote genegenheid van het
publiek voor de tooneelspelers tegen te gaan waren tevergeefs; zelfs de
bitterheid van den inquisiteur Nicola Mario Tiepolo, die de tooneelspelers
toesprak als volgt: Bedenk dat gij volk zijt gehaat door God, doch hier
geduld door den Doge omdat het volk met u opheeft", kon niet verhinderen dat hoe langer hoe meer de tooneelspelers en zangers geliefd en
vereerd werden; eenige namen zijn bekend gebleven, zooals de beroemde
Truffaldino Sacchi, de danseres Baccelli, de zangers Banti en bovenal Todi
die een zoodanigen bijval verwierf, dat haar beeltenis verspreid werd met
het onderschrift: Venetiis anno Todi", gelijk men twee eeuwen vroeger
na de overwinning bij Lepante sprak van Annus victoriae navalis".
Doch niet alleen in Itali werden de Venetiaansche tooneelspelers geerd;
in Frankrijk erkende men de groote verdiensten der Venetianen op het
tooneelgebied, in 't bijzonder door het brengen van natuurlijkheid in het
spel, Molire was zeer ingenomen met Scaramouche en onder een gravure
Scaramouche voorstellende leest men:
II fut le maitre de Molire
et la nature fut le sien.
De groote omwenteling, door de Venetianen voorbereid op tooneelgebied,.
geeft recht op een meer uitvoerige bespreking en bekijken we daarom eerst
de omgeving waarin gespeeld werd.
Oorspronkelijk was tooneel zeer eenvoudig, slechts ter weerzijde van de
scenium verlicht door twee fakkels die bij den aanvang van de voorstelling
ontstoken werden en waardoor de scnes zichtbaar werden, de musici hadden elk een waskaars en slechts op enkele plaatsen in de zaal was eveneens
een kaars aangestoken, voor het overige alles in donker, rangen en zaalindeeling bestond eigenlijk niet behalve eenige loges grilles; in het midden
van de zaal een ruwe houten balustrade, daar vr was stalles", toezicht
was er niet, slechts een enkele ordebewaker in civiel die alleen in uiterste
gevallen optrad; in de tusschen-acten ging iemand van de troep in de zaal
om 't geld op te halen, verder waren in de zaal kooplieden met mistra"
(anisette met water), sinaasappelen, bussolai, gebakjes, beignets en droge

152
kastanjes; in de loges werd koffie gediend; een ieder zegde zijn meening
en werd tegengesproken, kennissen en vrienden riepen elkaar wat toe; in
de loges zaten gemaskerd de patricirs met hunne vriendinnen; alles lachte
en vermaakte zich; met de kaarseinden werd gegooid, allerlei streken uitgehaald, het rumoer was oorverdoovend; een chaos van geluiden en reukjes, doch alle aandacht concentreerde zich op het tooneel zoodra het doek
opging; goedkeuring en afkeuring werd luid kenbaar gemaakt, vielen de
artisten in den smaak, dan werden de grootste loftuigingen gehoord: Ah
cara me buto zozo!" (ik werp me op m'n knien voor je). D e geheele zaal
leefde mee, speelde mee; ze entraineerde de spelers en bij 't eindigen
van de voorstelling was 't enthousiasme niet gedoofd en werd nagepraat;
het publiek verdeelde zich in partijen, alles werd met heftigheid besproken, satires geschreven, lof en afkeuringen in proza en pozie verschenen
en niet slechts van enkelingen, Amedeo Soajes bewijst dat ze veelvuldig
waren; hij heeft ze namelijk verzameld en alleen van het jaar 1754 vulde
ze een boekdeel; trouwens in dien tijd was er een soort tooneelspel en
operawoede in Veneti, pro en contra was men inzake zang op tooneel;
de Venetianen weten niets van zang zei de n ; Parini was een volstrekte
vijand van de zang, in het bijzonder van hooge sopranen, die hij spottend
Melodieuse rinocerossen" noemt.
Echter schijnt de zang ver van slecht geweest te zijn want Goethe roemt
ze, zeer in 't bijzonder de sopranen die hij onvergelijkelijk noemt; in dien
zelfden zin laat ook Rousseau zich uit.
Trouwens zal de zaak eigenlijk meer neer komen op de persoonlijke voorliefde voor 't gesproken of gezongen woord.
Gaspard Gozzi roept na een mededeeling in de zaal uit: Z e zingen niet,
ze zijn verkouden, G o d dank, dat G o d ze zegenen!" waarop in M e i daaraanvolgend Tomaseo in antwoord daarop verheugd riep: D e ongesteldheid is genezen, Goddank, ze zingen weer. N u kunnen we weer genieten!"
Waar Buranello de theater-muziek de haar toekomende plaats geeft, Marcello gewijde muziek componeert, Scarlatti en Porpora gewijde en profane
muziek componeeren; waar Claudio Monteverde, Rovetta en Cavalli, Lotti
en Furlanetto geerd werden, daar zullen ook de uitvoeringen zelf wel naar
behooren geweest zijn; trouwens had in 1637 niet reeds de eerste operaopvoering in Veneti plaats van A n d r o m e d o " , gecomponeerd door Francesco Manelli; naar een gedicht van Ferrari. Vr hem had in de 15e eeuw de
beroemde Zarlini het eerste muziekdrama gecomponeerd, getiteld: Orfeo .

153
Ook meerdere patricirs voelden zich tot het tooneel aangetrokken en al
vervulden ze zelf geen rollen, ze steunden n tooneel n schrijvers; het
hoogtepunt van de tooneel-enthousiasme werd wel bereikt in den strijd
tusschen Gozzi en Goldoni, een strijd die inderdaad nu nog niet uitgestreden is; nog zijn er bewonderaars en verdedigers van de Commedia
deH'arte".
Toen echter was het niet alleen een strijd over tooneel-theorien, het was
ook een persoonlijk duel tusschen Gozzi en Goldoni.
Goldoni, de groote tooneelschrijver en tooneelspeler blijft oveiwinnaar
maar besluit echter om bijzondere en zeer persoonlijke redenen, alsmede
uit vrees voor wraak van zijn invloedrijke rivaal naar Frankrijk uit te wijken,

Eenige marionetten uit de verzameling in het Museo Civico te Veneti.

waar hij gestorven is. Tijdens zijn verblijf in Frankrijk heeft hij les gegeven
aan het Fransche Hof, doch door omstandigheden, veroorzaakt door staatkundige oorzaken, heeft Goldoni de laatste jaren van zijn leven bittere
armoede geleden. In Frankrijk schreef hij nog eenige stukken waarvan een
tweetal thans nog van tijd tot tijd opgevoerd worden.
Geen echter kende en beminde het Venetiaansche volk als Goldoni; geen
echter ook die zijn fouten beter zag en vinniger kastijde, maar uit de wijze
waarop hij het doet blijkt z'n goed humeur en opgewekt karakter.
Vanuit de grijze oudheid, misschien zelfs via 't marionetten-theater werd
de Commedia dell'arte gevormd en ontegenzeggelijk was ze in haar glansperiode een schitterende praestatie; zekerlijk een verdediger als Gozzi
waard, want de Commedia dell'arte was een ware kunstuiting. Echter heeft
Gozzi niet ingezien dat een tooneelspel met voorgeschreven tekst inderdaad niet anders is dan een vervolmaking van de Commedia dell'arte.
Straks hebben wij gelegenheid op dezen nog steeds voortdurende strijd

154
tusschen de Commedia dell'arte en het Tooneel in den vorm als wij die
thans kennen terug te komen. Nu echter wijzen wij er op dat na den grooten
bloei van het tooneel ook daar weder een verval kwam, verval dat met
alleen veroorzaakt werd door het te groot aantal theaters doch in de eerste
plaats door de steeds grootere kosten besteed aan decors en scnes; later
qevolgd door het uiterst kostbare sterren-systeem, welke tot gevolg heelt
dat het exploiteeren van theaters en theatergroepen in Veneti een noodlijdend bedrijf werd, slechts een enkele kon door ondersteuning van particulieren of vanwege *t stadsbestuur zich goed handhaven, doch in die
theaters en bij die troepen bespeurt men bevoorrechtingen en ziet men
niet in de eerste rollen mannen en vrouwen die inderdaad het meest artist
waren, doch die om andere redenen voorgetrokken werden. Teneinde volle
zalen te hebben, werden goedkoope avonden vastgesteld, werden plaatsen
tot lage prijzen verkocht; toen ook dit nog niet genoeg hielp trachtte men
door herhaald opvoeren van reeds gegeven stukken en die dus geen nieuwe
kosten van monteering gaven, de onkosten kleiner te maken; op den duur
hielp niets en was het tooneel het geheele verval nabij. De herleving van
de tooneelspeelkunst in Veneti en in Itali hebben we te danken aan
de kleinere troepen die, levende voor hun kunst en ter bevrediging van
hun aanleg goede tooneelspeelkunst gaven.
De opvoeringen eischten aan reclame slechts zeer weinig; twee vellen
papier ongeveer 30 bij 50 cM. groot, waarop geschreven de naam van het
theater, het stuk dat opgevoerd werd, alsmede eenige namen der medespelenden, werden aangebracht op de daarvoor bestemde plaatsen op t
Marcusplein en dat was voldoende. Later werden ook eenige mannen uitgezonden die met luider stemme de noodige bekendheid gaven en de te
geven voorstelling bij voorbaat ophemelden; dus een soort voorloopers
van de thans nog bekende boniseurs".
Werden eerst te Veneti klassieke drama's opgevoerd, later, dat is in t
begin der 16e eeuw, treden als auteurs op den voorgrond Ruzzanti en
Dolce die verschillende Grieksche stukken vertaalden en ook verschillende
blijspelen schreven, dikwijls in dialect, of wel deden in hun comedie s
enkele personen optreden die dialect spraken, hetgeen toen evenals nu
een bijzondere attractie vormden voor 't publiek. De eerste tragedie werd
aeschreven door Albertino Mussato uit Padua.
Dan komt de Comedie-populaire met haar vastgestelde Personages de
grollen en grappen, waarbij de acteurs veel gelegenheid en vrijheid hadden

155
iets van hunzelf in de samenspraken te brengen en zoo groeiden deze
comedie's tot de Commedia dell'arte, dat is een tooneelstuk waarbij alleen
het onderwerp en de personen aangegeven zijn; de woorden zelf worden
door den kunstenaar gedacht en gezegd, doch zij moesten blijven in het
kader van het stuk; ter verduidelijking volgt hier een stuk eener rolverdeeling uit een Commedia
dell'arte, welke duidelijk
aantoont welke vrijheid de
tooneelspeler had; waren
er nu geen bijzonder knappe en belezen acteurs, die
behalve hun tooneelspeelkunst ook beschikten over
een uitgebreide kennis en
woordenrijkheid, gepaard
aan een vlugge geest, die
(juatsetto.
daardoor spoedig contact
met het publiek hadden
en hielden, dan kwamen triviale grappen de mancanten in 's mans kennis
aanvullen, dan werd de hulp der Lazzi" al spoedig noodig. Dan werd
vanaf 't tooneel heel veel verteld wat in de stad gebeurd was en werden
dergelijke opvoeringen zeden-voorstellingen", welke echter niet altijd
zedelijk waren en dikwerf bespottingen van de personen die het onderwerp
van de dialoog waren; maakte men gaarne een aanzienlijk burger tot middelpunt van de grappen (zij het danook ongenoemd). Deze voorstellingen
gaven opnieuw de Raad van Tien aanleiding op te treden tegen de Theaters ; doch dat was tevergeefs; als de Raad van Tien op het heftigst haar
bliksems werpt naar dat goddelooze tooneel, verzamelplaats van publieke
vrouwen en haars gelijken, dan groeien en bloeien die gehate theaters het
best; ze spelen op houten stellingen die versierd zijn door Tintoretto; de
Compagnia delle Calza roept Vasari, de beroemde schilder, leerling van
Andreo del Sarto en Michel Angelo naar Veneti om decor te ontwerpen
en in 1565 bouwt Palladio een tooneel in het binnenhof van 't klooster
Santa Maria della Carita" en tenslotte speelt men comedie in de groote
zaal van 't Dogepaleis, n.1. een geschiedkundig drama van Franzipani met
soldaten, amazones, dansen en een apotheose.
Uit bijgaande reproductie van een bladzijde uit een manuscript zou men

Verbroken Contracten
(l

Scne)

plaats van handeling:

LIVORNO.

BRICHELLA,
komt op, bekijkt 't tooneel, ziet niemand, roept
PANTALEONE
(doet angstig) komt op
BRICHELLA
wil zijn dienst verlaten enz.
PANTALEONE
vraagt te blijven
BRICHELLA
geeft toe en belooft hulp
PANTALEONE
zegt (half luid) dat de schuldeischers betaald moeten
worden, vooral Truffaldino, Want de schuld aan Truffaldino
vervalt heden.
BRICHELLA
tracht hem te kalmeeren
OP DIT

OOGENBLIK

TRUFFALDINO
komt op en wil betaald worden.
BRICHELLA
vindt een middel om hem weg te doen gaan
PANTALEONE
en BRICHELLA blijven
OP DIT
TARTAGLIA
BRICHELLA
TARTAGLIA

OOGENBLIK

aan het venster luistert


merkt dat op en speelt een spel met Panlaleone dat op
groote rijkdom wijst.
komt in de straat; doet armoedig tegenover Panlaleone.
Tenslotte komen zij overeen dat de dochter Van Tartaglta
zal trouwen met de zoon van Panlaleone.
OP DIT

OOGENBLIK

TRUFFALDINO
komt op en eischt zijn geld.
BRICHELLA
doet alsof Panlaleone geld geeft, als ze drie keer dit gedaan hebben gaan ze allen af.
FLORINDO
bekent zijn liefde voor Rosaura en Vertelt dat honger hem
kwelt
ROSAURA
luistert naar Florindo; doch zegt dat hij een bewijs van
liefde moet geven en dat hij haar dus een geschenk moet
aanbieden.
FLORINDO
zegt dat hij geen geld heeft en het dus nu niet doen kan
ROSAURA
zegt dat hij hier moet wachten; dat hij door haar geld
zal krijgen

157
opmaken dat eiken avond geheel andere tekst werd gebruikt voor dezelfde
scne en toch is zulks niet het geval; immers ging de opbouw van een stuk
geheel in samenwerking tusschen de auteur en acteur, tenminste indien niet
de auteur en acteur in n persoon waren vereenigd;
had de auteur echter een onderwerp voor een stuk,
dan werkte hij dat met den acteur uit en werden
die figuren ten tooneele gebracht die in het gezelschap het best vertegenwoordigd waren en kreeg
men dus als resultaat een stuk geschreven om een
gegeven aantal personages; dan werd na tallooze repetities het stuk opgevoerd, doch door de steeds
herhaalde repetities was het stuk, dat wil zeggen de
tekst, eveneens vastgelegd; en al was er dan geen
sprake van een voorgeschreven rol, de tekst was
gekend", dat wil zeggen een souffleur was overbodig. Nu werd bij elke voorstelling wel eenige
tekstwijziging aangebracht en waren dus de extempora's niet van de lucht; de medespelers, dat
waren dus de tegenspelers van de hoofdrollen, konden hun rol wel droomen en bovendien waren de
acteurs zoo op elkander ingespeeld, dat ieder, al
was het maar door zijn routine steeds kon doorgaan waar ook de hoofdpersoon eindigde. Hoewel
Brighella.
deze voorstellingen zeer actueel waren, daar ze zeer
veel van een revue in zich hadden; toch gingen ze hoe langer hoe meer
van het oorspronkelijke gegeven af, terwijl bovendien door de betrekkelijke
vrijheid van den acteur een gewaagde tekst en nog gewaagder handelingen
op het tooneel trachten aan te vullen wat er aan echte kunst te kort was.
Ook heden ten dage ziet men ditzelfde zich herhalen, en al verbiedt de
overheid nu het ten tooneele brengen van het naakte, de tekst wordt hoe
langer hoe gewaagder en elk voorval waar een schandaaltje uit gehaald
kan worden wordt dienstig gemaakt om enkele avonden misschien een
volle zaal te trekken.
Eindelijk was de Commedia dell'arte op haar hoogtepunt gekomen en kon
zich niet verder ontwikkelen ten ware een andere weg werd ingeslagen
en het is het groote werk van Goldoni geweest dien weg aan te wijzen en
gelijk een ieder die met iets nieuws komt, zoo had ook Goldoni veel met

159
tegenwerking te kampen in het bijzonder met de acteurs van grooten naam
als spelers van de Commedia dell'arte, die natuurlijk een bedreiging voelden in het werk van Goldoni; doch als 't nieuwe tevens het betere is kan
men zulks niet tegenhouden en zoo zal
ook het tooneelstuk met voorgeschreven
tekst de Commedia dell'arte verdringen.
Bovendien had de Commedia dell'arte te
lijden door de te groote vraag naar
nieuwe onderwerpen en daardoor groeide ook het aantal poten, echter niet in
kwaliteit; het werden potasten en nog
minder; derde rangs broodschrijvers,
waarbij uitgezonderd moeten worden:
Blaise Schiavo, Natale Dalla Laste en
Teobaldo Ce va.
Tengevolge van de te groote vraag komen de voorstellingen van lager allooi
met ontvoeringen van nonnen, moorden,
travesti's, nachtelijke gevechten, maneschijn en wat daar verder bij behoort en
het is in dien tijd dat Goldoni verschijnt
en het geheele Theater reorganiseert,
vernieuwt, verjongt, eigenlijk een geheel
*ul (ScLWlCVolenieuw Theater schept; doch waar hij
tevens zijn tegenstander Carlo Gozzi
Entre-biljet uit 1758 voor het
vindt en gezamenlijk vinden ze een tegen- Theater San Samuele. Het opstander in Chiari.
schrift luidt: Al schertsende
verbetert men de ondeugd".
Gozzi schrijft op hen een satyre, genaamd L'amore delle tre melarancie"
en hiermede vangt het duel GozziGoldoni aan. Gozzi wilde niet inzien
dat Brighella, Pantaleone, Tartaglia en Truffaldino, alsmede alle figuren
der geheele Commedia dell'arte allen elementen in zich hadden van het
moderne Theater, zoodat het tooneelstuk met voorgeschreven tekst dus
de natuurlijke groei van de Commedia dell'arte is. Goldoni vervolmaakte
dus de Commedia dell'arte; leidde het langs nieuwe banen verder en schiep
de mogelijkheid tot verdere ontwikkeling van deze volkskunst.
Gozzi werd in zijn strijd tegen Goldoni bijgestaan door de beroemde

160
Truffaldino, eigenlijk geheeten Sacchi, die met zijn troep vier theaters van
de zestien die er in Veneti waren, bespeelde.
Behalve deze theaters waren er nog verschillende concertzalen en vier
muziek-instituten, welke laatste verbonden waren aan de vier groote
ziekenhuizen; deze bijzondere muziek-instituten waren zeer beroemd,
geen vorstelijke bezoeker of hij bezocht er een of meer; Frederik de
Vierde, Koning van Denemarken, Keizer Joseph II, Paus Pius VI, Keizer
Paul van Rusland en Gustaaf Adolf
bezochten ze; vele beroemde schrijvers en musici prijzen zonder uitzondering de daar gegeven muziek- en
zanguitvoeringen ten zeerste.
Waar Veneti door hare Commedia
dell'arte" en door de meest beroemde
tooneelschrijver Carlo Goldoni een
zeer aanzienlijke invloed hebben gehad op de vorming van het Tooneel
zooals wij dat nu kennen, heeft het
Venetiaansche Tooneel en de perPulcinella.
sonen die er in optraden zeker recht
op wat meer bekendheid; want niet alleen in Veneti speelden de Venetiaansche troepen, in Frankrijk waren ze een tijd toonaangevend; ook in Engeland, Duitschland, Oostenrijk en Nederland traden ze op en verspreidden
daar hun tooneelspeelkunst die den Venetianen zoo nauw aan 't hart lag.
De Commedia dell'arte is werkelijk niet een uiting van het grotesque of van
het min-oirbare; zij is het resultaat der studie van waarachtig levende
karakters, gestyleerd door de traditie, gehuld in een kleed van geestige
phantasie, zij blijft desniettemin in haar fond ernstig, tragisch zelfs, want
ze zet de ziel der menschen naakt voor ons neer en laat ons de tragiek
daarvan zien.
Pantaleone en Brighella zijn eeuwige waarheden, gehuld in de phantasie van dichters.
De eerste bekende tooneel- of eigenlijk landelijke kluchtspelen werden

161
gehouden te Atella, een stadje in Campani; deze spelers traden later ook
te Rome op; tijdens het Romeinsche Keizerrijk hoort men van de oorspronkelijke spelers uit Atella niet meer; ofschoon te Rome, ondanks dat daar
toen het Grieksche Drama hoogtij
vierde, nog dikwijls Atellane fabulae" als exodia", dat is nastukjes gegeven werden teneinde bij
het publiek de ernstige stemming,
veroorzaakt door de drama's, te
verdrijven. D e bekende vaste figuren van de Atellane" waren: de
domme en onhandige Maccus, de
opgeblazen en onnoozele Bucco,
de goedmoedige grijsaard Pappus
en de gebochelde veelvraat philosoof Dossenus.
Deze figuren vinden we, zij het onder andere namen terug in Veneti,
doch de familie is grooter geworden; Bologna, de oude universiteitsstad, gaf de d o t t o r e " even
leeg als pedant; Veneti, de koopmansstad, gaf Pantaleone en de
Capitano; Bergamo, dat de naam
Giovanni Donato in de rol van
had van niet betrouwbaar te zijn,
Capitano Grillo.
gaf de valsche doch vroolijke
Arlechino en de sluwe intrigant Brighella; overigens was de vertooning
te Veneti als te Atella, er was een vaste aanduiding van handeling, doch
de tekst maakten de acteurs zelf.
In 1528 wordt opgevoerd L'asinolo", geschreven door Cecchi, die dit
werk noemde: een trouwe nabootsing van een geschiedenis die zich in
Pisa afgespeeld heeft tusschen studenten en eenige dames uit die stad"
en dit werkje, hoe naef het was en weinig kunstwaarde het allicht bezat,
had toch een groot resultaat, immers ze haalde het Italiaansche tooneel uit
de eeuwig herspeelde klassieken en de kwasi religieuse stukken en deed
het tooneel grijpen direct in het leven van den dag met al zijn kleur en
frischheid; deze verandering deed de noodzakelijkheid gevoelen nog andere

162
vaste personages te scheppen en dan komen Beltramo en Scapino, de broeders van Brighella, alsmede Meneghino. Pulcinella, afkomstig uit Napels,
geeft het levenslicht aan Scaramouche en Tartaglia; van Turijn komt Gianduja, Rome schenkt Cassandrino en zoo schept elke stad een personage dat
haar vreugde en jolijt gaf. D e andere steden die steeds naijverig op elkaar
waren en onderling.dikwerf vijandig gezind, haastten zich de pas geboren
figuren, die een hunner rivalen voorstelden, belachelijk te doen uitzien en
zoodanig te styleeren, dat een ieder onmiddellijk wist welke stad bedoeld

Scne uit een stuk getiteld Nodet le Tavernier".

werd. Dat is de oorzaak van het ontstaan en den groei der ware Commedia
dell'arte die op deze figuren haar voorstellingen bouwden, zij echter is
een zuiver Italiaansche en Venetiaansche kunst gebleven; noch de Comdie
improvise, noch de Comdie a 1'impromptu geven de werkelijke Commedia dell'arte; de Commedia dell'arte is op zoodanige wijze saamgegroeid
met de bevolking te Veneti, dat deze kunst er een geheel mede uitmaakte, zelfs bij een opvoering buiten Veneti ging iets verloren, want het
publiek te Veneti voelde mee, speelde zelfs mee en benvloedde door
haar medeleven de acteurs, wier kunnen daardoor tot de grootste hoogte
werd opgevoerd; het vervullen van een rol in een Commedia dell'arte was
daarentegen en misschien juist daardoor uiterst moeilijk, want het publiek
stelde zeer hooge eischen.

163
Het gezegde van Sacchi blijkt waar te zijn: op duizend menschen een goed
tooneelspeler; op duizend goede tooneelspelers n speler voor de C o m media dell'arte.
In de lange lijst van vastgestelde personages der Commedia dell'arte zijn
eenige hoofdpersonen welke nauwkeuriger zullen worden beschreven; ze
zijn Pulcinella, Capitano, Pantaleone, il Dottore, Arlechino en Brighella;
zij allen zijn de herschapen figuren van het antieke theater of wel hunne
nakomelingen.

Pasquati in de rol van Pantaleone (eind 16e eeuw).

P U L C I N E L L A . Vereenigtin zich twee personages uit den vroegsten tijd,


namelijk Maccus en Bucco, van wier beide hij de eigenschappen vereenigt,
n.1. de levendigheid naar lichaam en geest van Maccus gepaard met diens
wreedheid en lafheid, van Bucco had hij diens brutaliteit, z'n snoeven en
z'n diefachtigheid en soms z'n vleien; hij was iets minder gebocheld dan
Bucco, zijn buikje was daarentegen gevulder; van Maccus had hij de kromme
spitse neus en de lange droge beenen, waardoor z'n gang eenige gelijkenis
had met de loop van een kip; waarschijnlijk dankt hij aan dien kippengang
z n naam. Voor het eerst hooren wij van hem spreken in Rome in 540,

164
daarna verdwijnt hij geheel om in de 16e eeuw weer terug te komen en
naderhand, dat is in 't begin van de 17e eeuw, vinden wij hem met een
metgezel Curucucu" in de Balli di Sfessania".
Pulcinella is op' t tooneel zoowel een magistraat als een dichter, soms meester
soms dienaar, doch slechts zelden is nij genuwa
of huisvader, gewoonlijk is hij een vrijgezel
op rijperen leeftijd, egostisch en fantastisch,
geestig, doch zijn beste wapen is z'n narregeest; scrupules kent hij niet, ook kan hij
wreed zijn, in later jaren werd' hij op meer
rijperen leeftijd afgebeeld, dan wordt hij meer
plagerig dan slecht, meer grof dan sensueel;
doch nooit wordt hij vulgair; z'n bijzondere
talenten komen het meest tot hun recht in
het tooneelstuk getiteld Pulcinella Rooverhoofdman", waarin hij, achtervolgd door gendarmes, zich eerst redt door als windvaan te
fungeeren en lustig met de wind mede te
.draaien, als de gendarmes op hem schieten
willen springt hij op een ander dak, daarna in
een tuin waarin hij zich uitstrekt als ware hij
een grasrand en eindelijk vlucht hij naar het
woud, zich voordoende als een schildpad; dus
beurtelings wisselend tusschen volkomen onPagliaccio (1600).
bewegelijkheid en de meest snelle bewegelijkheid.
D e afstammelingen van Pulcinella zijn in Itali: Sitonno, Birrichino, Patacca,
en Marco Pepe. In 't buitenland: Polichinelle in Frankrijk, Punch en Jack
Pudding in Engeland, Hansworst in Duitschland en D o n Christoval in
Spanje. D e meest bekende Pulcinella-verbeelders zijn: Silvio Fiorelli, A n drea Calcese en Algieri.
C A P I T A N O . D e heftige strijdlustige en woeste ridder met de rollende
oogen, zijn pluim en degen, z'n fraai costuum, z'n panache en z'n zwak
voor vrouwen; deze figuur werd door Francesco Andreini (1550-1624) op
het tooneel gebracht en door hem genoemd Capitano Spavento.
Andreini was, alvorens tooneelspeler te worden, soldaat geweest; gevangen
genomen verkeerde hij zeven jaren in gevangenschap bij de Turken, doch

165
eindelijk kon hij vluchten. Misschien dat hij, als herinnering aan z'n vroegere
loopbaan, 't karakter van de Capitano Spavento" schiep; doch voor hem
en na hem waren ten tooneele aanwezig die Morendooders met opgestreken snor, met schrikaanjagend uiterlijk, men kende ze onder de namen
van: Cocodrillo, Escobombardon, Leucopigo, Rodomon en andere benamingen; doch allen hadden dezelfde karaktertrekken en dezelfde adoraties
voor de vrouwen; hartendooders en onverschrokken helden met den mond;
in werkelijkheid echter waren ze verre van helden. Het verdient opmerking,
dat ook bij de Atellanes een figuur gelijk aan Capitano Spavento voorkwam,
zoodat de mogelijkheid bestaat dat Andreini een oude vergeten personnage
herschiep. Misschien wordt de figuur van de C a p i t a n o " het best aangeduid door 't navolgende versje dat in Frankrijk gemaakt werd:
Le Capitan fait grand esclat
Et sa valeur est si parfaite
Q u ' i l est des derniers au combat
Et des premiers a la retraite.
D e meest bekende Capitanovertolkers zijn behalve de reeds genoemde
A n d reini, Fabrizio en Fornaris, Mondor, Garavani, Fiorillo Diego en Bianchi
P A N T A L E O N E . D e burger van Veneti; de oude koopman die zich
uit zaken teruggetrokken heeft, trots op zijn rijkdom of wel de koopman
die 't slecht vergaan is; steeds de winst berekenende die hij zou hebben
kunnen maken, dan wel wachtend op zijn schip dat nooit aankomt terwijl
hij middelerwijl genadebrood eet dat hij zijn medeburgers afbedelt; ook
wordt hij somstijds weergegeven als zijnde gierig en vrekkig; hij bewaart
zijn schat onder een steen in den kelder van zijn woning, even gierig als
Euclion, waarvan Strobilius zegt: dat hij 's avonds de mond van z'n blaasbalg dichtbindt, bang dat 's nachts de lucht eruit gestolen wordt". (Euclion
was de voorvader van Pantaleone, zie de werken van Plautus).
Pantaleone heeft dikwijls een vrouw, mooi en jong, doch zij plaagt hem
en bespot hem, ook heeft hij soms twee dochters, Isabella en Rosaura, die
hem veel zorg geven.
Als oude koopman is Pantaleone de welwillendheid zelf, hij tracht zich bij
ieder verdienstelijk te maken; zijn ervaring en eerlijkheid geven daartoe
recht, helaas, in dank krijgt hij schoppen en slagen.
Pantaleone is het karakter dat in bonte verscheidenheid en in groote verscheidenheid van rollen voorkomt; met familie, met z'n knecht Nani, ofwel

166
in gezelschap van Arlequino die hij onderhoudt; ook is hij grand Seigneur
en heet dan D o n Pantaleone Magnifico; en eindelijk treffen we Pantaleone,
belast met die ondeugd welke in Veneti het meest voorkwam; doch dan
is het uitsluitend doel van dat karakter die ondeugd fel te belichten, te
hekelen en te bestrijden.
Het spelen van den rol van Pantaleone stelde zeer hooge eischen, grondige
kennis van 't dialect van Veneti, volkomen bekendheid met de zegswijze

Dottore
(Rol van Romagnesi in het tooneelspel Scaramouche-Dottore").

en spreekwoorden bij 't volk in zwang; zich voordoen als een grijsaard en
toch jeugdig vuur bezitten, en buitengewoon a propos, in staat raad te
geven en zelfs bittere opmerkingen te maken aan prinsen en hooggeplaatsten; op den rand van grof worden waar zulks noodig is, een autoriteit
hebben die de zaal bedwong en toch zijn vroolijk, luchthartig en kinderlijk,
ziehier de hoedanigheden die Pantaleone moet hebben. Onder de uitbeelders van Pantaleone vinden we de meeste acteurs die tevens auteurs waren

167
als bij voorbeeld de geschiedschrijvers Riccoboni, Crevelli, Carlo Veronese, Colalto, schrijver van 't tooneelstuk D e drieling-broeders", alsmede
de edelman Sticotti uit Friuli.
D e Pantaleone van Veneti vindt men terug in de Harpagon van Molire.
P A G L A C C I O . D e kinderlijke grapjas; dienaar uitmuntend in het domme
dingen doen; buitengewoon acrobaat. Zijn eenig doel is het publiek te
laten lachen door zijn domheid en zijn grappen die steeds zeer laag bij

Arlechino.

den grond zijn, soms ook vulgair en trivaal; zeer lenig maakt hij salto's,
hoogstanden en kan in de meest onmogelijke houdingen staan blijven, is
mensch, doch soms lijkt hij een pop.
IL D O T T O R E . Gekleed als een dokter uit de 16e eeuw, geheel in 't
zwart met hooge zwarte schoenen en zwarte hoosbroek, gehuld in een
zwarte mantel afhangend tot de hielen, op 't hoofd een zwarte steekhoed
en met een masker, verscheen de oorspronkelijke Dottore uit Bologna, de
stad die de meeste studenten tot zich trok en waar alle vakken werden

168
onderricht; derhalve was de Dottore dan ook op de hoogte van alles: in
't bijzonder de genees- en heelkunde, doch ook philosoof, astronoom,
letterkundige, cabalist, advocaat, lid van alle mogelijke academin, steeds
gereed latijnsche citaten aan te halen. Waar hij echter van alles iets, doch
niets goed weet, is hij de speelbal van iedereen, een iegelijk houdt hem
voor den gek en in 't bijzonder de jonge meisjes die hij 't hof wil maken,
en dat deed hij erg. Vooral na zijn huwelijk, doch dat was om wraak te
nemen, want hijzelf werd reeds op den eersten dag na zijn huwelijk door
zijn vrouw bedrogen en derhalve stelde Dottore ook dikwijls de bedrogen
echtgenoot voor. Zijn troost zoekt hij bij z'n oude vriend Pantaleone; beide
zeer gierig, inviteeren ze elkaar om beurten op een gastmaal waar schrielhans keukenmeester is. Behalve onder de naam Baloardo vindt men de
Dottore terug onder een verscheidenheid van andere namen als: Hippocraso, Balanzoni enz. De oorspronkelijke kleedij van de Dottore werd gewijzigd, iets kleuriger gemaakt, z'n hoed grooter en aan beide zijden opgeslagen.
Omtrent 't masker dat voor den Dottore voorgeschreven is, schrijft G o l doni: Het eigenaardige masker van den Dottore heeft ook een beteekenis,
het is een nabootsing van een wijnvlek waarmee 't gelaat van een der leden
der Jurisconsulte ontsierd was; dit masker is een traditie onder de spelers
van de Commedia dell'arte; daaronder uit behoort een kleine puntbaard
te voorschijn te komen; het geheele gelaat heeft een komische tegenwerking ten opzichte van 't ernstige costuum dat hij draagt".
D e Dottore vond z'n oorsprong in de belachelijke dokters der Dorische
schepelingen zooals die voorkwamen in de Romeinsche kluchtspelen. Tot
de nakomelingen van de Dottore behoort Tartaglia en in Frankrijk Docteur
Boniface. D e meest bekende Dottorespelers zijn Ganzachi, Pietro Veronese
en Savi, allen te Veneti.
A R L E C H I N O . V a n allen 't meest bekend over de geheele wereld; bemind om z'n vroolijkheid, z'n vlugheid, de rapheid zijner ledematen en de
buigzaamheid van z'n lichaam is Arlechino zeker de meest op den voorgrond tredende personage van de Commedia dell'arte; bovendien verschijnt hij in nagenoeg elk theater, in elke pantomime, op elk bal komt
Arlechino en wat hij allicht aan artistieke capaciteiten voor andere figuren
onderdoet, vergoedt hij zulks rijkelijk door zijn acrobatiek.
Zijn bekendheid is zoo groot dat men hem voor de oudste der familie der
Commedia dell'arte heeft beschouwd, terwijl hij inderdaad de jongste van

169
de familie is. Zijn eigenlijke naam is onbekend, zijn bijnaam Arlechino
het meest bekend, hij is een type op zichzelf, hij is Arlechino.
Doch men kent hem terug ook al heet hij dan Bagatino, Zarragnino, G u a zetto, Trivelino, hij vertegenwoordigt de luchtige geest met rappe hand
en voet; zijn ouders zijn onbekend en
daarom behoort hij aan allen en aan
niemand, zoo ook zijn kleed, waarvan door de kleurrijkheid geen enkele
kleur als hoofdkleur kan genoemd
worden; z'n zwarte masker wijst op
de geheimzinnigheid van z'n afkomst,
misschien stamt hij af van de Phallophores", de vreemde slaven die met
zwartgemaakt gezicht medespeelden.
Goddelijke grappenmaker en plaaggeest verschijnt hij uit Bergamo, zoodra de oude goden der klassieke
spelen verdwenen zijn, zijn brutaliteit,
zijn verregaande domheid, afgewisseld met tijdelijke heldere oogenblikken. Hij is in 't bijzonder geliefd om
zijn bokkesprongen, z'n cascate", z'n postures, z'n grand carts, z'n kuitenflikkers, z'n salto, in n woord z'n buitengewone lenigheid.
Zijn domheid verdwijnt met zijn leeftijd en maakt dan plaats voor stekeligheid en bijtende opmerkingen doch bovenal door z'n gewaagde gezegden;
Arlechino is vaak de tooneelspeler die deels tooneelspeler is, deels fungeert als Lazzo". In verschillende hoedanigheid treedt Arlechino op, doch
steeds zijn de andere spelers in meer of mindere mate het doelwit van z'n
grappen, natuurlijk gelijk 't canevas aangeeft; z'n rol is zeer dankbaar omdat hij de lachers aan z'n zijde heeft; doch steeds moet hij zijn figuur herscheppen, de geest van Arlechino-speler moet uiterst snel zijn, voordeel
kunnen trekken van alles wat in zaal en stad gebeurt; terwijl zijn bewegelijkheid hem in staat stellen moet de straf voor z'n euveldaden te ontloopen.
D e nakomelingen van Arlechino zijn: Truffaldino, Guazzetto, Zaggagnino
en Bagatino. D e meest bekende Arlechino-vertolkers: Fremeri, Girolamo,
Vicentini; de oudst bekende: Ganassol (1570).
B R I G H E L L A . D e intrigant, bracht de meeste onrust aan, zijn opkomen
alleen al sticht verwarring en onrust, ook hij is geboren te Bergamo, doch

170
zijn opkomst en grootheid heeft plaats in Napels, daar behoorde hij bij de
kaaislijpers die de rijke vreemdeling z'n diensten aanbiedt, hem den weg
wijst naar een hotel en naar alle plaatsen van pleizier bij dag en nacht, natuurlijk tracht hij den vreemdeling te bedriegen en krijgt hij soms een
schop of slag instede van een fooi, geen nood, de volgende vreemdeling
zal dubbel betalen.
Als guitaarspeler vindt men Brighella onder 't raam van de kamer van jonge

Arlechine".

meisjes en Brighella zal ze wel verleiden want hij is van alle markten thuis;
geestig en gevat vormt hij een aangenaam gezelschap, doch ook het mes,
toevallig gestoken in den rug van een vijand, kan van Brighella zijn; het
losbandige leven heeft voor hem geen geheimenissen; hand- en spandiensten verleent Brighella, hij is een manusje van alles en bezit alle hoedanigheden, het eenige wat hij mist is een geweten.
Hij kent dan ook alle vakken, zoowel als soldaat als beulsknecht, als dienaar, als vertrouwde voor gemeene karweitjes, tot alles leent hij zich, mits

171
het maar geld oplevert; later wordt zijn karakter iets verzacht, doch steeds
blijft het slecht.
Brighella is een der weinige personages aan wien broeders toegekend
worden n.1. Beltramo, Gradelino, Scapino, Fruccagnino, Mezzolino enz.,
broeders die allen een variant van Brighella waren doch au fond hetzelfde,
zij het niet zoo in overtreffende trap als Brighella; opgemerkt moet worden
dat de goede uitzonderingen op 't geslacht Brighella waren Flautino (de
fluitspeler) en Sgriganti.
Eigenaardig is op te merken dat in Frankrijk in de 17e eeuw een nakomeling
van Brighella het levenslicht ziet die bekend staat onder de naam Figaro".
Een der meest bekende Brighella spelers was Giuseppe Angeleri.
S C A P I N O . Evenals Brighella is Scapino een bediende, een huisknecht
die duizend-en-n dingen doet behalve het noodige; is zeer lenig, verdedigt zich met slagen en schoppen, doch weet zelf straf te ontwijken
daar zijn grootste kwaliteit bestaat in snel kunnen vluchten."
D E V R O U W E N . - Het was ih 1577 dat Parijs voor de eerste keer vrouwen op het tooneel zagen medespelen en die inderdaad vrouwen waren.
Z e maakten deel uit van de troep der Gelosi" te Veneti, welke troep te
Parijs kwam gastreeren; niet altijd was het te Veneti gewoonte geweest
dat vrouwen op 't tooneel kwamen, doch wel was Veneti een der eerste
steden die brak met dat verbod destijds door de kerk uitgevaardigd en welk
verbod tot in 't midden der 18e eeuw in de kerkelijke staten gehandhaafd
bleef. Het gevoel dat de Parijzenaar toen onderging was hetzelfde als dat
van Goldoni toen hij in z'n jeugd in Rimini vrouwen ten tooneele zag en
bemerkte, gelijk later een iegelijk waarnam, dat de aanwezigheid van
vrouwen de geheele sfeer op 't tooneel verbeterde en bovendien het spel
van allen ten goede benvloedde. Het in veel later tijdperk optreden van
vrouwen op het tooneel is natuurlijk dan ook de reden dat men geen
vrouwelijke figuren van zoo grooten ouderdom kent als b.v. Pulcinella en
Arlechino; uitgezonderd de Ballarina" die een herleving schijnt te zijn
van de zangeressen van Hercaleum. V a n de Ballarina werd geischt dat ze
mooi was, goed kon zingen en dansen en uitstekend musiceeren.
Ook omtrent het costuum van de Ballarina en de vrouwenrollen bestaan
geen vaste voorschriften, zelfs costuums uit een ander tijdperk dan dat
waarin het stuk zelf speelde werd toegestaan, mits het maar goed stond;
ook het klassieke costuum mocht in zekere mate worden veranderd naar
de smaak van de draagster, de vrouwelijke Arlechino en de Pierrette

172
dateeren van 't einde der zeventiende eeuw, ook maskers ontbreken, waren
inderdaad ook overbodig, want al werden de namen der Silvia's en Fiametta's bekend en eenigszins hun rol door den naam vastgelegd, elke Silvia
was een andere dan haar voorgangster, elke vrouw schiep de figuur opnieuw en verleende haar eigen persoonlijkheid aan haar rol.
Het is begrijpelijk dat er slechts een klein aantal stukken waren waarin een
beteekenende rol voor een vrouw voorkwam, het schijnt alsof elke auteur
voelde dat vrouwenrollen door jonge mannen vervuld, toch iets tegennatuurlijks hadden en spoedig in minder-smakelijke charges" ontaarden
zouden; wel vond men een hulpmiddel door de vrouwen die tegen het
verbod in medespeelden, overdag in mannenkleeding te laten loopen, gelijk
't avontuur van Casanova met den acteur Bellini bewijst; doch de vrouwenrollen waren ondergeschikt en komt in den eersten tijd de vrouwenrol neer
op dansen en zingen, op 't proscenium vr den aanvang van het stuk zelf,
gedurende de vertooning als er gelegenheid toe was, tot aanvulling van
den tijd tusschen twee bedrijven, daar 't oude Italiaansche evenmin als t
Romeinsche tooneel den entre-acte kenden als rust; die werden steeds
met zang of klucht aangevuld, zelfs bij de opvoering van drama's.
Elisabeth Daneret de bekende chanteuse" vervulde een zangrol in een
tooneelspel, kwam voor den aanvang van 't stuk op 't proscenium en kwam
aan 't einde bedanken voor den bijval met de woorden:
Amando
Penando
Si speri, si, si
Che basta sol un di
U n hor, un momento
Per render contento
U n misero cor.
Als Herderinnetje Najade, Sylphide, Egyptienne, in allerlei rol en costuum
heeft Babet la Chanteue" de volke menig uur van vreugde gegeven.
Evenzoo is zulks het geval met Ursula Astori, Gabriella Locatelli en Margarita Bertolazzi, allen Venetiaansche kunstenaressen, die tot ver over de
grenzen van hun vaderland lauweren hebben geoogst en nu de klassieke
figuur van de ballerina" hebben gevormd.
D e amoureuse" verschijnt steeds ten tooneele als Ginevra, Aurelia, Beatrice en later als Fiorina, Dina en Ginette.

173
FIORINETTA was de geraffineerde amoureuse, de gevaarlijke vrouw, de
ruffiana", in n woord de slechte vrouw, die lichaam en ziel voor geld
verkocht heeft en voor geld geeft.
ISABELLE was de zuivere opofferende liefde, de ideale vrouw voor het
eerst gecreerd door Isabella Andreini, deze voegde aan de Commedia
dell'arte dezefiguurtoe, welke als herinnering aan haar creatie haar naam
als aanduiding bleef behouden.
L A SERVETTA (de soubrette) stonden bekend onder den naam van Gitta,
Betta, Nina, Diamantina enz., ze waren de behulpzame en vertrouwde
dienstboden; uit de laatste komt voort
de ons allen bekende Colombine. In
de rol van ,,Colombine" treffen ons
als meest bekende vertolkster de familienaam Biancoleddi, waarvan de
grootmoeder, de moeder en de kleindochter Colombine" zijn geweest.
De Colombine is de vrouw die listen
verzint en door haar geestigheid en
Fiorinetta.
gevatheid het geheele gezelschap
weerstaat en het hoofd biedt. Iets later dan Colombine komt ook Arlechine
ten tooneele.
Met de hiervoor aangegeven hoofdpersonen en nog een menigte bijpersonen, waarvan elk een vaststaande beteekenis hadt, moest de auteur
der Commedia dell'arte zijn stukken samenstellen, dat wil zeggen de handelingen aangeven terwijl de acteur zelf de woorden bijbracht; het behoeft geen betoog dat aldus niet alleen aan eiken tooneelspeler zeer
hooge eischen werden gesteld, ook van het samenspel hing zeer veel af
en hieruit volgt dat gezelschappen niet voor n seizoen zooals tegenwoordig, doch voor lange jaren, voor het leven zelfs gevormd werden,
dat huwelijken tusschen de familie der medespelenden vaak voorkwamen,
zoodat ten leste geheele families een roep kregen voor de vervulling van
een zekere rol, als b.v. de Sacchi's en soms was een rol zoodanig samengegroeid met een persoon, dat hij nooit anders werd genoemd als bij de

174
naam van z'n rol en zijn werkelijke naam tenslotte nagenoeg vergeten werd.
Zonder ons te willen verdiepen in den strijd of de tooneelspeler eigenlijk
z'n eerste vertegenwoordiger vindt in de marktkoopman, die met kwinkslagen en grollen z'n waar aan den man brengt, dan wel dat hij voortkomt
uit de pantomime, vast staat wel dat in Etruria, lang voor 't Romeinsche
Keizerrijk, tooneel gespeeld werd; dat een opleving plaats vond tijdens de
kruistochten en dat, ondanks zijn grooten ouderdom, de tooneelspeelkunst
nog krachtig is en wel steeds zal worden beoefend, hoe herhaaldelijk het
tooneel werd vervormd en hoe die hervorming eigenlijk niet anders is als
het teruggaan naar oude vormen, doch dan anders bewerkt.
Dat in de Commedia dell'arte het gesproken woord geheel van de tooneelspeler zelf komt is niet geheel juist, ook de schrijver gaf zijn aanduidingen,
terwijl de figuur door den tooneelspeler uitgebeeld, hem zelf de richting
aangeeft waarin hij z'n tekst moet maken; desondanks geschiedde het dat
tijdens de voorstelling de tooneelspeler bleef steken of geheel uit zijn rol
was, in soortgelijke gevallen hielpen dan de lazzi", deze brachten vuurin
't spel als de dialoog te langdradig werd, zij voorkwamen een stilstand op
tooneel door hun toeren, de z.g. lazzi, welk woord wil zeggen t r u c ' , of
Italiaansch spel", gelijk men het optreden der lazzi ook wel noemde. B e halve tooneelspeler was de lazzo ook acrobaat, doch bovenal genoeg
kunstenaar om niet belachelijk te worden. Vincentini verstond de kunst
kopje te duikelen met een glas wijn in de hand zonder iets te morsen en
Scaramouche was zoo lenig dat hij op 83 jarigen leeftijd kans zag iemand
een oorvijg met z'n voet te geven. D e lazzi hebben menige voorstelling gered en vormden een niet te ontberen hulpmiddel bij de Commedia dell
arte, doch wijzen door hun noodzakelijke tegenwoordigheid op de zwakke
plaats van de Commedia dell'arte; want hoe ook op elkaar ingespeeld, toch
schijnt vaak nog het spel te hebben stilgestaan en moest dan door de
hulpmiddelen der lazzi worden gered.
D e Commedia dell'arte werd gespeeld met maskers en op dit gebied treffen
we Goldoni aan die de maskers verwerpt, hij zegt daarvan in zijn memoires:
Het masker doet den tooneelspeler steeds zeer veel afbreuk, zoowel in het tragische als in 't komische genre verhindert het masker
IB 't gelaat uit te drukken wat er in de ziel omgaat; bij de Grieken
,!en de Romeinen had dit masker reden van bestaan want zij verb o r g e n een spreektrompet die de stem verstrkte en het mogelijk

175
maakte dat de tooneelspeler, in de groote ruimte waarin gespeeld
werd hoorbaar werd; bovendien werden de sentimenten niet zoo
delicaat aangeduid als thans 't geval is en verlangt men te zien
dat de tooneelspeler ziel heeft; het masker dekt de ziel af gelijk
d e asch het vuur en daarom hervormde ik het tooneel en gaf comedie inplaats van lage grappen.
Gozzi antwoordde hierop dat Goldoni dit zeide omdat hij niet voldoende
kunstenaar was om een maskerspel te schrijven, waarop Goldoni antwoordde door de daad, d.w.z. hij schreef een maskerspel dat een buitengewoon succes had, hetgeen ten slotte weer bewijst dat de goede tooneelspeler nog andere mogelijkheid van uitdrukking heeft als alleen 't gelaat;
Garrick, de beroemde Engelsche tooneelspeler, heeft van Carlino, zijn tijdgenoot en eveneens een beroemd tooneelspeler gezegd dat zelfs zijn rug
een bijzonder uitdrukkingsvermogen bezat". Zoodat de uitdrukkingsmogelijkheden voor den acteur niet alleen of uitsluitend beperkt zijn tot het
gelaat, ook een masker dragend kan de tooneelspeler sentimenten in den
toeschouwer wakker roepen of den indruk van het gesproken woord versterken. Ook nu gaan weer stemmen op voor maskerspelen, doch alleen
de tooneelspeler die buitengewoon goed pantomime kan spelen, z'n geheele lichaam beheerscht, zal met een masker succes hebben en de gewenschte indruk bij den toeschouwer te weeg brengen, en dan komt weer
de moeielijkheid naar voren waarop Sachhi wees n.1. dat veel kleiner dan
het aantal goede tooneelspelers het aantal goede spelers voor de C o m media dell'arte is, van wie bovendien eigenschappen gevraagd worden
die de tooneelspeler niet behoeft te bezitten, misschien zelfs schadelijk zijn.
Als bewijs voor de superioriteit van de Commedia dell'arte voert Gozzi
aan dat de Canevas", dat is de spel-handleiding bij de Commedia dell'
arte omgezet in een Commedie soustenue, dus een stuk in den vorm als
wij die nu kennen, niet dat succes had als bij een opvoering van C o m media dell'arte, doch dit bewijst niet veel, want een stuk gecreerd voor
de Commedia dell'arte moet op die wijze worden uitgevoerd; de bewerking
van hetzelfde, gegeven voor een comdie met vastgestelde tekst schaadt
zekerlijk, bovendien was de voorstelling als Commedia dell'arte gekend
en gewild en wordt het gekende voorgetrokken bij het onbekende.
O m dezelfde reden heeft elk tooneelspeler tegenzin in het overnemen van
een rol, want steeds zal zijne uitbeelding vergeleken worden bij de uit-

176
beelding door zijn voorganger gegeven en diens uitbeelding als maatstaf
worden genomen. Natuurlijk zijn ook hierop uitzonderingen, doch slechts
voldoend in aantal om den regel te bewijzen.
D e Commedia dell'arte vond zijn oorsprong tijdens het leven van Andrea
Beoleo in de 16e eeuw en hield stand tot de 18e eeuw, dus in den tijd
van Gozzi.
Goldoni dankt aan de Commedia
dell'arte het natuurlijk spel en
spreken van z'n tooneelspelers en
nooit zijn de stukken van Goldoni
beter opgevoerd als juist in zijn
tijd, temeer omdat hij ook kon vertrouwen dat vele details opgemerkt werden, die thans het publiek ontsnappen; trouwens de taal der waaiers, mouches en andere gebruiken, voorkomende in de stukken van Goldoni, zijn ons thans onbekend.
W a t Goldoni deed was de tooneelspelkunst op hooger peil brengen; de
basis vormen waarop kon worden voortgebouwd en al zijn de eischen
veranderd en al is de tooneelspeler van onzen tijd eveneens verplicht
zich aan zijn tekst te houden, daarom is hij niet minder kunstenaar want
zijn kunst laat een rol schitteren als een diamant waaraan 't aantal facetten
grooter is naarmate de vertolker meer kunstenaar.
Tegenwoordig vindt men de speler der Commedia dell'arte terug in het
filmspel en geeft in sommige scnes van de film Goudkoorts" Charhe
Chaplin buitengewone prestatie behoorende op het gebied der Commedia
dell'arte; een vergelijking met het spel der moderne groote tooneelspelers
die soms slechts filmspelers zijn en groote filmspelers die slechte tooneelspelers zijn, duidt eenigszins het verschil aan tusschen Commedia dell arte
en de Comdie soustenue.
In den bloeitijd was het Venetiaansche tooneel beroemd tot ver over de
grenzen van het uitgebreide rijk waarover Veneti regeerde, in Oostenrijk,
in Hongarije, in Nederland en Belgi komen de Italiaansche troepen, maar
bovenal waren ze geliefd in Frankrijk, reeds in 1571 treden ze in Parijs
op en daarna weer in 1574, terwijl twee jaar later een Italiaansche troep
nagenoeg vast verbonden wordt aan 't Palais Bourbon; geen wonder
dat het Venetiaansche tooneel groote invloed heeft uitgeoefend op het
Fransche tooneel en een der grootste verdiensten van de Commedia dell'

177
arte-spelers is wel dat zij het tooneelspelen verlost hebben van den gemaakten toon en spreekwijze, terwijl ze eveneens het acteeren veel natuurlijker en vrijer hebben doen zijn.
NIET MINDER GELIEFD D A N HET THEATER W A S IN VENETI
het zang-spel en de opera en reeds in 1630 was er een vast theater voor
opera-uitvoeringen in Palazzo Mogenico, waar, behalve opera's, ook een
genre operette werd opgevoerd getiteld Proserpina Rapita" van Claudio
Monteverdi, zeven jaar later werden in het theater San Cassiano de eerste
publieke opvoeringen gegeven van de opera Andromeda", muziek van
Francesco Manelli, woorden van Benedetto Ferrari. Toen waren er te
Veneti reeds achttien theaters waarvan in eenige uitsluitend opera's werden opgevoerd; de opera-opvoeringen waren buitengewoon rijk gemonteerd, veel meer werk werd er van decors en costumes gemaakt dan bij
tooneelvoorstellingen; de zalen waar opera's werden opgevoerd warn
veel grooter dan de schouwburgzalen, hetgeen noodig was om de aanzienlijke kosten verbonden aan opera-opvoeringen te kunnen dekken, daar
ook de zangers zeer hooge honoraria toucheerden. Over het bezoek had
men echter niet te klagen, immers uit een schrijven van Matteo del Teglia,
resident van Toscana, blijkt dat hij zelf eenige dagen vooruit zijn bezoek
aan het theater S. Gio Grisotomo moest aankondigen, teneinde een loge
voor hem en zijn gezelschap te kunnen bekomen.
Ook waren er destijds te Veneti marionetten-theaters waarin opera's
werden opgevoerd; de zangers zelf waren dus onzichtbaar, desondanks
schijnen deze opvoeringen toch zeer aantrekkelijk geweest te zijn. De
meest bekende bevond zich in het Palazzo Grimani; dit laatste miniatuurtheater wordt in verschillende brieven van voorname bezoekers te Veneti
zeer geroemd; evenwel waren veel kunstenaars tegen de marionettenopera's zeer gekant en hebben zij zich zeer heftig verzet indien men trachtte
hunne werken op een zoodanig tooneel ten opvoering te brengen.
Het zoogenaamde ster-systeem vond in de opera zijn eerste toepassing en
zulks is begrijpelijk daar juist bij de vocale kunst de mogelijkheid daartoe
het grootst is; nu zou zulks ongemerkt kunnen worden voorbijgegaan, ware
het niet dat de ondernemingen waaraan geen sterren" verbonden waren en
die toch desondanks beschikten over goede zangers, zich genoodzaakt zagen
over te gaan tot het ten tooneele brengen van geheel on-artistieke en totaal
buiten het kader der opgevoerde opera's staande buitenissigheden om

178
daardoor een zoodanige toeloop van publiek te verzekeren d a t k o s en
werden gedekt. Evenals nu, voerde het geheel toegeven aan den smaak
van het publiek tot een debacle, waarvan ook die inrichtingen waaraan
wel sterren" verbonden waren, de terugslag in het bezoek ondervonden
en daardoor zelfs ten gronde gingen. N o g funester wordt de toestand van
het theater tengevolge van het sterren"-systeem, wanneer de meest geliefde acteurs en zangers steeds hoogere eischen gaan stellen, wat ten gevolge had dat men verplicht was teneinde eene exploitatie mogelijk te
maken, de hen omringende medespelers steeds lager te salaneeren en
men dus mindere krachten bekwam. Zoowel op gebied van o n e v e n
als op dat van opera-opvoeringen kan men zeggen dat steeds dezelfde
geschiedenis zich herhaalt en dat na een inzinking een geheel nieuw^opleven komt, mits daartoe eerst een ander genre wordt gegeven en daardoor
aan het tooneel een nieuw leven wordt ingeblazen.
Van verschillende beroemde zangeressen en zangers zijn de namen nog
bekend, n.1. L a Band, L a Moricelli, L a Tonelli, Faustina Bordoni, D.amante
Scarabelli, Vitalda, Benini en bovenal L a Todi.
Ondanks het feit dat Veneti zeer beroemde opera-componisten heelt gehad, was zij toch niet de eerste die het lyrisch drama opvoerde>erin ging
Rome haar voor, daar reeds in 1516 Kardinaal Bibiena voor Paus L e o X
een opera liet opvoeren getiteld Calandra' .
In Veneti werden tot 1524 slechts opgevoerd recitatieven en koorzangen,
doch toen begon de opera zich regelmatiger te ontwikkelen en achtereenvolgens treffen we te Veneti de navolgende beroemde componisten
Galuppi, Zarlino da Chioggia, Scarlatti, Marcello, bijgenaamd de Pindarus
van de Muziek en Tartini, in geheel Europa beroemd om zijn sonaten
I nhet midden der zeventiende eeuw komen de balletten in trek en werden
zij uitgevoerd ter aanvulling der entre-acten, ook kwamen er solo-danseressen die na afloop der voorstelling het publiek kwamen bedanken, hetzi,
alleen, hetzij omringd door hare leerlingen.
Het doen optreden van danseressen of zangeressen na beindiging van
een tooneelstuk, heeft allicht zijn grond in de wensch om het publiek in
een andere stemming te brengen als die waarin het door de opvoering van
het stuk zelf was gebracht, niet gelijk de oude Grieken deden om na een
treurspel steeds een farce" op te voeren, doch hoofdzakelijk doordat in
Veneti de meeste voorstellingen een soort revue waren, waarin beV

179
staande toestanden werden gehekeld, terwijl het bovendien gebruikelijk
was dat tijdens de gewone voorstellingen door de acteurs opmerkingen en
schimpscheuten gemaakt werden, die, alhoewel vallende binnen het kader
van het stuk, toch terzelfder tijd een critiek op toestanden of personen en
hun levenswijze inhielden, welke opmerkingen door de licht ontvlambare gemoederen van het publiek werden aangedikt of afgekeurd, zulks
werd na de beindiging van een voorstelling voortgezet, nam soms zelfs de
vorm van handgemeen aan. Het is daarom niet uitgesloten dat men door het
geven van een klein ballet, de geestestoestand wat trachtte te kalmeeren.
Ook toen reeds gelijk nu nog, was het deftig laat te komen en kwam dus
geen patricir op tijd in de schouwburg; dit onaangename gebruik was
oorzaak om, teneinde gedurende het eigenlijke stuk de zaal minder rumoerig te maken, de Lve's de Rideaux in te voeren zooals men die nu te
Parijs nog kent.
Hoe geweldig het publiek zich kon uiten, blijkt uit het feit dat de voorstelling van ,,11 Disertore" moest worden beindigd, zoodanig was het gefluit en de kreten van afkeuring toen Fransche uniformen op het tooneel
verschenen.
D e danseres Giovanna Baccelli werd bij het eerste optreden te Veneti
zoodanig uitgefloten, dat ze flauw viel en van het tooneel moest worden
weggedragen nog vr ze had kunnen dansen; dit gefluit, waarvan zij de
dupe was, was inderdaad niet tegen haar gericht doch was een gevolg van
het vr haar optreden opgevoerde tooneelspel. Deze dans-kunstenares
ondervond slechts eenige dagen later dat de Venetianen in geene deele
iets tegen haar hadden, integendeel haar zeer apprecieerden, want dien
eere-avond ontving zij als benefice een bedrag van zeshonderd zecchini.
Later, als geheel Veneti zich overgeeft en verslaafd is aan het dobbelspel,
dan worden de theaters verlaten en de ridotti" bevolkt, waar, behalve
gespeeld, ook veel gedanst werd, doch dan teekent het verval van Veneti
zich al zeer duidelijk af.
Met het tooneel en meer nog met het muziekdrama werd de muziek naarstiger beoefend en bestudeerd. D e regeering zelf begunstigde in sterke mate
de vervaardigers van muziek-instrumenten en verleende privileges aan hen
die nieuwe muziek-instrumenten uitvonden, zooals Bastiano da Verona,
Loranzo da Pavia en Guido Trasuntiero, terwijl in 1566 een octrooi verleend wordt aan Claudio Merulo da Goreggio, gezamenlijk met Fausto
Betanio voor het drukken van muziek.

180
Ook groote kerkorgels werden in Veneti vervaardigd; in de 16e eeuw is
gebouwd een groot kerkorgel in de Chiesa di San Sebastiano, versierd
naar ontwerpen van Paolo Veronese; in 1516 reeds komt te Londen D i o nisio Memmo, met een door hem vervaardigd orgel, welke hij mocht doen
hooren aan den Koning en Koningin, het gevolg daarvan was dat hem werd
opgedragen een feest door hunne Majesteiten gegeven, met zijn spel luister
bij te zetten.
Casparo Bertolotti, geboren in 1542 verbetert de vioolvorm; ook het spinet
werd oorspronkelijk te Veneti gebouwd en wel in het jaar 1503 door
Spinetus.
Beroemd Was in het bijzonder de kerkkapel van de St. Marcus, waarvan
de faam door geen ander koor werd gevenaard en geen offer werd te
groot geacht waar het gold dit zangkoor te verbeteren.
In den beginne was aan de St. Marcus verbonden een organist als begeleider der zangers, tenminste in 1318 vinden we als zoodanig benoemd
Mestre Zucchetti, terwijl later een Flaming Pietro de Fossis deze functie
vervulde. D e benoeming echter in 1527 van Adriano Willaertvan Brugge
(1480-1562) beteekent tevens ook den aanvang eener geheele wijziging
in de muziek en zang.
Willaert benutte de mogelijkheid, gegeven door den bouw der St. Marcus,
waar zich in de beide koornissen orgels bevonden, ook twee koren
tegelijkertijd te doen zingen waardoor men elkaar beantwoordende stemmen verkreeg, terwijl vereenigd de beide koren een buitengewoon klankvolume konden ontwikkelen; hierdoor werden de nuanceeringen veel
grooter en is het niet gewaagd vast te stellen dat Willaert inderdaad is de
grondlegger der oud-Venetiaanschen toonkunst; hij was in 1516naar Rome
gekomen tijdens L e o de Tiende, daarna was hij verbonden aan 't Hof van
Ferrara en eindelijk vindt hij zijn plaats in Veneti; het is Willaert die in
Veneti de contrapuntische kanonieke muziek bracht; terwijl de lagunestad
hem een stijl doet vinden die gedurende meer dan een eeuw het karakteristiek van de Venetiaansche toonkunst zal blijven.
Willaert werd in 1563 opgevolgd door zijn leerling en medewerker Cypriano van Rore, bekend om het ruime gebruik dat hij maakte van de
chromathiek; hetgeen niet dan na een langdurige en heftige strijd werd
toegestaan. D e Portugees Lusitano wilde het gebruik maken van de
chromatische toonladder tegengaan en de te dier zake samengeroepen
arbiters te Rome stelden Lucentino in het gelijk; doch Vicentino de ver-

181
dediger der zienswijze van Cypriano van Rore liet te Veneti door D o m i cius de Pesaro een archicymbalo vervaardigen en toonde met den daad
de juistheid zijner stelling aan en daardoor legde hij de tegenstanders
het zwijgen op.
N a de erkenning der zienswijze van Vicentino werd Rore een der meest
gepassioneerde aanhangers der chromatische toonladder en was hij degene
die de herhaaldelijk opnieuw uitgegeven Recueil de Madrigaux chromatiques" samenstelde, waarin ook veel eigen composities voorkwamen.
Er kan niet voldoende waarde gehecht worden ten opzichte van de Venetiaansche muziek aan den componist Adriano Willaert, die de geheele
vocale en instrumentale muziek in andere banen heeft geleid en de grondlegger was van de nieuwere muziek; tijdgenoot van Verdelot, die hij weldra
overschaduwde, heeft hij door zijn bijzondere orchestratie en zijn grote
productie van composities zoowel op religieus als op profaan gebied, een
school gevormd die zich tot Palestrina heeft gehandhaafd.
Adriano Willaert, geboren te Brugge, werd gelijk zooveel andere musici
aangetrokken tot Noord-Itali; op 12 December 1527 werd hij benoemd
tot Kapelmeester van de Kapel des D o g e n " en bleef in die functie tot
zijn overlijden, waarna hij wordt opgevolgd door zijn beste leerlingen
Cypriano de Rore en Zarlino.
Willaert was de meest bijzondere persoonlijkheid op muzikaal gebied der
16e eeuw; hij was de eerste componist van zijn tijd, zijn roem werd niet
alleen te Veneti verkondigd, ook Duitschland, Frankrijk en Nederland
roemden hem ten zeerste. Zijn werken die bewaard worden in de Bibliotheek van Munchen, bevatten 10 bundels kerkelijke muziek, doch bovendien
zijn van hem bekend 34 andere manuscripten en wel populaire wijzen,
Fransche liederen, madrigalen, dansen, orgelmuziek, gewijde gezangen en
nog een eigenaardige compositie van hem, namelijk het bijbelsch verhaal
van Suzanna in sonaten voor vijf stemmen in drie deelen. Het verhaal zelf
is voor vier stemmen, terwijl de vijfde, een cantus firmus, is gebaseerd op
een fragment van een psalm over dit onderwerp.
Bijzonder belangrijk zijn de composities van Willaert a coro spezzato",
waarbij twee koren gezamenlijk of achtereenvolgens zich deden hooren; de uitvoeringen der composities is van grooten invloed geweest
op de ontwikkeling der harmonieleer waarop de Venetiaansche school
steunt.
N a hem komen Giuseppe Zarlino, bij ons bekend als de leermeester van

182
Sweelinck (1519-1590) en Andrea Gabrieli (1510-1586) alsmede G i o vanni Gabrieli.
Antonio Lotti, hoofd der Venetiaansche school, componeerde een Madrigale per il Bucintoro", zoodat niet alleen een schilder (Paolo Veronese)
doch ook een toonkunstenaar de Slag bij Lepante" verheerlijkte.
D e Oud-Venetiaansche school bleef na het overlijden van Giovanni G a brieli nog eenigen tijd bestaan, vond hare beoefenaars nog in Leone Leoni
en Giovanni Groce, doch dan doet de stijl van Giovanni Perluigi da Palestrina zijn invloed meer en meer gelden en nadert het einde d e r O u d Venetiaansche stijl; die zeker niet alleen kerkelijke muziek voort bracht,
doch ook wereldsche; immers componeerde ook Willaert reeds wereldlijke
muziek ter opvoering bij de gastmalen door de Dogen gegeven, waarvan
de compositie D e stervende D i d o " nog bekend is.
Gelijk op elk ander gebied heeft Veneti ook als muziekcentrum veel vreemdelingen aangetrokken en werden deze gaarne gastvrij ontvangen en steeds
in de mogelijkheid gesteld hunne gaven te ontplooien; meerdere vreemdelingen werden met onderscheiding ontvangen en eveneens vinden wij
opdrachten aan gezanten van Veneti om kunstenaars uit het land waar
zij hun standplaats hadden, uit te noodigen zich te Veneti te doen hooren;
de madrigalen van Filippo Verdelot waren in Veneti zeer bemind, evenals
de Latijnsche muziek van Cornelio Francipane en van muziek en zang
zijn de mooie avonden gevuld" aldus schrijft D a Porto.
D e eerste composities in Veneti waren de profane liederen, die als compositie stonden op de grens van volkskunst en hoogere kunst, daar waren
de Frottole" de Strambotta", de Villanella", die omstreeks 1560 voortgekomen is uit de Villota" en daarnaast komen de zuivere canzone en de
madrigaal.
D e frottole" vertoont veel overeenkomst met de oude ballade, waaruit
ze dan ook voortgekomen is; het is een zeer eenvoudige compositie, gewoonlijk een danslied met refrein. In de verspreide werken van Petrucci
in 1508 uitgegeven, komen 581 werken van de frottolisten" voor, drien vierstemmig. D e meest bekenden der frottolisten zijn Marco Cara van
Mantua en de componist Bartolomeo Tromboncino.
D e madrigaal is in oorsprong een schepping der dichters en bestaat een
madrigaal uit een dichtwerk op een wereldsch onderwerp, welk d.chtwerk
gezongen werd, de bedoeling daarvan was op vocaal gebied een equivalent
te scheppen voor de gedichten van Petrarcus en Boccacio. D e madrigaal

183
is bijzonder belangrijk geweest voor de kerkelijke muziek, terwijl ook de
opera-koren haar ontstaan aan de madrigalen te danken hebben.
D e canzone" waarvan een juiste omschrijving niet te geven is, is
een vroolijk lied in populaire, dus eenvoudige wijze getoonzet, dat,
als het tempo vlug en vroolijk is, gewoonlijk Canzone francese" genoemd wordt.
Van Veneti komt de grootste productie van gedrukte muziek; Octaviano
alsmede zijn zoon Girolamo zijn in het midden der zestiende eeuw de
groote uitgevers, terwijl de componist-uitgever Antonio Gardano (drukker
te Veneti 15371574) bekend is als de uitgever van Venticinque Canzone francesi", vierstemmig, van Clement Jannequin, welke uitgave in 1564
gevolgd wordt door een Primo L i b r i " , bevattende 23 liederen door Gardano zelf gecomponeerd; als drukkers van muziek moeten nog genoemd
worden: Luca Ant. Junta, alsmede Valerio di Bressa.
Daarna volgen de uitgave van de composities van Claudio Merulo en die
van Verdelot, een Franschman die echter nagenoeg zijn geheele leven te
Veneti doorbracht en terzelfder tijd leefde als Willaert; de meest bekende madrigalen van Verdelot zijn Qual dolcezza giammai di canto di
Sireno" en Q u a n t o pui marde e pi d'accend'il foco".
W e r d eerst de muziek alleen gehoord als tusschenspel tusschen de bedrijven der opvoeringen van een tooneelstuk zonder er ook maar het minste
verband mede te houden, al spoedig worden ze, zij het slechts schaars, opgenomen in het spel zelf gelijk de muzikale intermezzi van Claudio Merulo
in de tragedie L e Troiane", dichtwerk van Lodovico Dolce (eerste opvoering in 1566). Ofschoon een gedeelte van het publiek met deze nieuwigheid niet ingenomen was, omdat naar hunne meening de zang en muziek
de aandacht van de handeling van het stuk zelf afleidde, werden, vooral op
aandringen van de hofhoudingen des Dogen, deze proeven voortgezet.
Het feit dat reeds vroeger en wel in 't midden der 14e eeuw concerten
werden gegeven tijdens de maaltijden op 't Palazzo Ducale, welke maaltijden ook vaak met gezang werden opgeluisterd, waren de gronden waarop gesteund werd om deze kunstuiting aan te moedigen.
Later kwamen ten tooneele opvoeringen bestaande grootendeels uit fraaie
tooneel-aankleedingen, waarin dan gezongen werd; de scnes hadden
eigenlijk geen onderling verband maar waren elk een afzonderlijk geheel;
spoedig daarna had men voorstellingen waarbij de hoofdpersoon sprak en
waarbij koren zongen; zoo laat een dichter David ten tooneele komen en

184
gedichten zeggen waarbij een koor van engelen zong en verschillende
Heiligen solipartijen vervulden.
.
E n zoo vormt zich geleidelijk het melodrama, tenminste moet Datne van
Ottavio Rinuccini, dichtwerk van Jacopo Peri, zeer veel overeenkomst hebben gehad met het ons bekende melodrama, al was het hier bedoelde
melodrama dan ook genspireerd op den ouden Griekschen dramavorm.
Daarna neemt de ontwikkeling snel toe en gaat de belangstelling der Venetianen uit naar het zangspel; reeds werd melding gemaakt van het feit dat
in het midden der zeventiende eeuw Veneti zes of acht schouwburgen
telde uitsluitend voor opera en zang. Gelijk aan de uitvoeringen, werden ook aan den bouw en inrichtingen dezer kunsttempels moeite noch
kosten gespaard, de meest bekende tooneelbouwkundigen werden naar
Veneti geroepen als: Ferdinando Bibiena uit Bologna en Giacomo Torelli
van Tano; zij verzorgden de ingewikkelde tooneelmatige toestellen, terwijl
de grootste architecten de gebouwen zelf ontwierpen als b.v. de beroemde
bouwmeester Palladio.
W a r e n de goede zangers en zangeressen geliefd te Veneti, ook de musici
werden met eerbewijzen overladen als Giacomini Stromba en de violiste
Antonia Cubli.
, ,
Het bijzondere kenmerk der Venetiaansche muziek is de overvloedige
en rijke harmonie, uit wier wisselingen en overgangen een rijke glans en een
groot toonkoloriet spreekt, ook de zang maakt groot gebruik van die bijzondere mogelijkheden der menschelijke stem als de trillers' , coloraturen", lang aangehouden hooge toonen en aria's, speciaal voor bijzondere individueele stemmen gecomponeerd.
Evenals de schilderkunst heeft ook de muziek in Veneti steeds een zeer
persoonlijk cachet gehad en waren de werken der schilders en componisten, zelfs als ze van eenzelfde school waren, toch zeer uiteenloopend
doordat een sterke individualiteit haar stempel op het kunstwerk drukte.
Gelijk bij de schilders heeft ook op de muziekkunstenaar de atmosfeer, het
leven en de kleurrijkheid van Veneti haar invloed op de toonkunstenaars
doen gelden en werd, ofschoon mn niet bepaald van oer-Venetiaansche
muziek kan spreken, toch een bijzonder cachet gegeven aan de Venetiaansche muziek.
,
Gelijk in haar bouwkunst en haar schilderkunst, kwamen te Veneti de
kunstuitingen van alle bekende landen tezamen en ondergingen ze in Veneti een niet te miskennen invloed; die verschillende invloeden werden

185
samengevoegd en daaruit werd een kunst gevormd die hoewel herinnerend
aan bijzondere landaarden, tenslotte zooveel daarvan afweken, dat ze een
bepaald Venetiaansch karakter kreeg.
De associatie van stemmen en instrumenten zooals die voorkwamen, in
het bijzonder bij een compositie van Gabrieli bestaande uit vier koren met
19 partijen, begeleid door trombones, werd betiteld als ,,symphonie" zonder dat nochthans dat woord die beteekenis had die men thans daaraan
verleend. En ofschoon het woord symphonie" lang vr Gabrieli bestond,
moet men hem toch erkennen als de voornaamste verbreider van dit genre.
Ook bij kerkelijke plechtigheden werden soortgelijke symphonien" Hitgevoerd, althans bij de Symphiniae Sacrae", uitgegeven in 1597, komt
instrumentale muziek voor met acht, tien, twaalf en vijftien stemmen. Composities met twee en drie koren werden Canzone" genoemd.
Uit de verschillende composities van G. Gabrieli blijkt wel dat hij het juiste
equilibre tusschen de gezongen en gespeelde muziek niet steeds heeft gevonden, doch desniettemin bewijzen die composities de grootheid van den
componist en hebben zijn werken een zeer overwegende invloed op zijn
opvolgers gehad, de composities van Gabrieli en zijn navolgers toonen
een regelmatige ontwikkeling hunner kunst tot het zenith; ze is dan ook
een waardig tegenhanger van de beroemde schilderkunst van de Venetiaansche school, die eveneens somtijds een moderniteit" vertoonen,
welke gezien in den tijd hunner schepping, inderdaad buitengewoon verbazingwekkend zijn.
De absolute alliantie van de menschelijke stem met de instrumentale muziek
zooals die voorvoeld werd door Gabrieli, wordt door zijn opvolgers vervolmaakt als b.v. de cantaten en oratoria van Schutz in Duitschland.
In de composities de Bijbelsche geschiedenis behandelend en in de daarop
volgende composities wijzigen zich de vocale vormen om tenslotte te
eindigen in de zuivere symphonie van dezen tijd.
Temidden der Renaissance, dus in het einde der 16e eeuw, als het contrapunt, de profane zang en de religieuze composities hare bronnen hebben
uitgeput, verschijnt een geheel nieuw genre bestemd tot een schitterende
toekomst, namelijk de Opera.
Toen het zuivere religieuze drama, dat geheel gezongen werd en gemonteerd was in de passende costuums, decors en instrumenten in verval kwam,
hetgeen plaats greep in Frankrijk in 1548, te Rome in 1539, te Florence in
1566, komt ze in het einde der 16e eeuw grootendeels door de scheppingen

186
van Gabrieli weer in trek, verliest echter zijn zuiver godsdienstige basis;
de onderwerpen worden profaan en komt hieruit voort de opera, welke
ons als erfstuk ten deel viel, echter niet zonder strijd en wijziging; doch
waar hierin Veneti geen deel had kan de bespreking daarvan gevoegelijk
worden nagelaten.
Toch bewijst het muziekleven in Veneti opnieuw dat de regeering der stad
steeds medeleefde met de inwoners der lagunen en gaarne offers bracht
voor lke onderneming op welk gebied het ook zij, mits het bijdroeg tot
de grootheid van Veneti en werd geen poging onbeproefd gelaten om
op elk gebied de eerste te worden of te blijven.
W i j moeten naar Veneti teruggaan zegt Combarieu, om getuigen te zijn
van de fraaiste associatie voor zang en instrumentale muziek, want te
Veneti waren in de tweede helft der 16e eeuw de omstandigheden aanwezig die den grooten bloei der symphonische kunst gunstig benvloedden.
Meerdere getuigenissen bewijzen dat de kerkelijke zang op meesterlijke
wijze werd geaccompagneerd door orgelspel en luitspel, terwijl uit een
recueil van Schlick, uitgegeven te Mainz in 1512, er op gewezen wordt dat
voor eenige stukken twee stemmen moeten worden gebromd , dus zacht
gezongen, terwijl de derde voluit klinkt.
In de stad der Dogen vinden we de schoonste voorbeelden van deze algeheele en nieuwe kunst.
D e voornaamste omstandigheid die leidde tot den grooten bloei der muziekale kunst was het feit dat kerkelijke en staatkundige ceremonien niet
alleen dikwerf samengingen, doch dat bij geen staatkundige plechtigheid
een godsdienstig element ontbrak; in de eerste plaats werden de staatkundige gebeurtenissen gecelebreerd in de St. Marcuskerk en reeds daardoor werd een meer plechtige tint daaraan gegeven, doch bovendien werd,
wij zagen het reeds gedurende den tijd dat de pauselijke ban over Veneti
was uitgesproken, godsdienst in Veneti verre van veronachtzaamd,
tegendeel werd aan de clerus een ruime plaats ingeruimd en werd menigvuldig haar raad gevraagd en al had de kerkelijke overheid geen beslissende stem, haar inzichten werden gretig aangehoord en ten volle medegeteld bij de beraadslagingen in de Maggior Consiglio.
Door de hierboven geschetste samengang werd elke herdenking met de
meest mogelijke praal gevierd en dank zij het samengaan der kerkelijke
overheid, stonden de diensten der toonkunstenaars verbonden aan de
godshuizen, steeds ter beschikking van de wereldlijke overheid; het behoeft

187
geen betoog dat deze omstandigheid ten zeerste medewerkten tot de hooge
ontwikkeling eener toonkunst, zoowel op gewijd als op profaan gebied.
V a n het jubelfeest der overwinning van Lepante, werd reeds gewag gemaakt in het voorafgaande gedeelte van dit werk.
Ook tijdens het verblijf van Hendrik III, die de troon van Polen verliet om
die van Frankrijk te bestijgen, werd een groot zangersfeest gehouden alsmede een mis gecelebreerd, terwijl eveneens een nachtfeest plaats had
en nu doet het voor ons allicht eigenaardig aan dat op die drie zoo verschillende feesten telkens dezelfde zangers zich deden hooren. D e daar uitgevoerde zangen waren gecomponeerd door Andrea Gabrieli en deze werden
in 1587 uitgegeven bij Gardano; het daarop volgend jaar verscheen een
nieuwe uitgave in Neurenberg.
Dan waren het de regelmatig weerkomende feesten, die telkens nieuwe
muziek vroegen, zoodat het muziekleven te Veneti zeer bewogen was,
terwijl de rijkdom der republiek haar in staat stelde de beroemdste en
bekwaamste componisten en musici te doen komen.
D e menschelijke gevoelens en hartstochten vormden de onderwerpen veler
composities, gelijk het ook in onze tegenwoordige opera's het geval is;
als componisten in dit genre moeten genoemd worden Gafori en Zarlino.
Deze evolutie op het gebied der muziek had eveneens het gevolg dat
minder volstrekt algemeen als tot dien tijd de muziek werd gewaardeerd;
immers werd ze door een kleiner aantal personen begrepen dan dat zulks
met het religieuze drama het geval was en dit is duidelijk want de handeling in het religieuze drama was elk bekend, terwijl menschelijke hartstochten niet door iedereen worden begrepen, bovendien bracht deze
evolutie een ware revolutie met zich op compositorisch gebied met betrekking tot de nieuwere aanduiding der muzieknoten; een omwenteling
de bestudeering overwaard doch geheel vallend buiten het kader van dit
overzicht.
Als ballet" dient zich eerst de o p e r a " aan, doch slechts kort, na de herhaalde uitbreidingen aan het ballet gegeven, verwordt ze eindelijk tot Opera
en als ze tot dit punt gebracht is, in het bijzonder aan het hof der Bourgondische koningen, maakt Itali zich van deze kunstuiting meester; niet
het Itali van dezen tijd, doch het in verscheidene kleine staatjes verdeelde
Itali, waarvan de grootste waren: Milaan, Ferrara, Veneti en de Kerkelijke staten.
Elk van deze staten heeft op hare wijze de opera vervolmaakt, gewijzigd

188
op hooger en helaas ook op lager plan gebracht. In Veneti componeert
in 1640 Monteverdi een opera en bij de uitvoering daarvan blijkt hoe groot
de voorsprong van Veneti was op andere staten, immers Veneti bezat een
groot aantal reproduceerende toonkunstenaars, die, alhoewel.geen eigenlijke vaklieden" zijnde, toch al hun tijd besteden aan de zangkunst, zij
het gelijkelijk op religieus en profaan gebied. Hierdoor bezat Veneti een
prachtig geschoold koor, wat andere steden ontbrak, waar de zangers uit
de hoogste kringen voortkwamen en waar hoofdrollen en zangpartijen in
handen waren van liefhebbers" die misschien al hun vrijen tijd daaraan
offerden, doch steeds liefhebber bleven met alle aankleve daarvan.
W a t de zuiver religieuze muziek aangaat, valt daarin het meest op, de
heftige strijd op dit gebied gestreden omtrent de tekst, de te zingen taal,
de zangers en de onderwerpen, welken strijd later nog heftiger werd bij
de opkomst der reformatie.
D e madrigalen waren oorspronkelijk voor profaan gebruik en voor zangstemmen gecomponeerd, doch later worden ze ook voor kerkelijke muziek
aangewend, als bewijs dat de madrigaal oorspronkelijk voor profane muziek
gecomponeerd is, diene een vers voorkomende in het eerste deel van
delle Muse", waarvan de inhoud op een schilderij van Tiziano kon zijn
genspireerd.
Amorose mamelle
Degne di pi di mille dolci baci
Lasciate ch'oi vi baci.
Ofschoon ook Palestrina madrigalen heeft gecomponeerd waarbij hij getracht heeft realistisch te worden door het gebruik van syncopen en mancandi, blijft toch Palestrina meer een conservator die voor den invloed
zijner tijdgenooten zwichtte, hij miste in zijn madrigalen de melodische
charme van Marenzio en de oorspronkelijkheid van een Rore.
Van 1555 af breekt het gouden tijdperk voor de madrigalen aan; alle namen
van componisten te noemen zou te ver voeren en volsta men dus met
eenige der grootsten van dien tijd:
Constanzo Porta van Cremona, leerling van Willaert; de Venetiaan L u d o vivo Balbi; Annibale Padovano, organist te Veneti en Claudio Merulo;
de meest bekende leerling van Willaert de wijdvermaarde Andrea Gabrieli;
Tomasso Cimello; Marco Antonico Ingegneri, de leeraarvan Monteverdi;
Orazio Vecchi, wiens Amfiparnasso" als een prototype van de opera is;

189
Giovanni Crocc, een der meest bekende vertegenwoordigers van de school
van Willaert en met hem zijn nog niet alle namen van beroemde en zeer
bekende componisten gegeven.
De Italiaansche school benvloedt niet alleen de Fransche, doch in sterkere
mate ook de Duitsche muziek, terwijl eveneens in Engeland haar invloed
zich doet gelden. Nicolaas Young geeft in 1588 de ,,Musica Transalpina"
uit, die 57 madrigalen bevat; in 1597 komt reeds een tweede uitgave waarin
de meest bekende Italiaansche componisten voorkomen en daarna volgen
de nieuwe uitgaven elkaar regelmatig met kort tijdsverloop op.
In de zestiende eeuw werd hoofdzakelijk de luit bespeeld, althans in dfen
tijd wordt de luit het geliefde instrument ter accompagneering van den
zang en treffen wij ook op dit gebied wederom een Venetiaan aan, namelijk Dalza (1508). In het midden der zestiende eeuw is Veneti inderdaad
het wereldcentrum voor de instrumentale muziek; het is in het einde van
dezelfde eeuw, nadat de geestelijke compositie en de populaire chanson
zich geheel uitgeleefd hebben en geen nieuws meer vermochten te brengen, dat een nieuw genre zich baanbreekt, welk genre voert tot de opera"
die van het oude muziekdrama afwijkt in de eerste plaats door de moraal
en in de tweede plaats doordien ze een geheel ander publiek moet bereiken; de liefde" in al hare gedaanten wordt het onderwerp van de
opera en dat onderwerp beheerscht de opera, het is bijna ondoenlijk zich
aan haar heerschappij te onttrekken, temeer daar dit onderwerp in het
bijzonder ondersteund werd door de vrouwen die als zangeressen optraden
en die een zeer grooten invloed hadden niet alleen op de keuze der op te
voeren opera's, doch ook ten aanzien van het costuum, alsmede op de tekst,
het decor en de ensceneering.
De opera werd in Itali geboren en dat land brengt dan ook de schitterendste vertegenwoordigers van dat genre voort; niet alleen als componisten, ook als acteurs-zangers voor de opera blinken de Italianen boven
allen uit; de geschiedenis der.Italiaansche Opera kan gevoegelijk in drie
perioden worden verdeeld, waarvan de periode van 16401690 door
Veneti wordt gekenmerkt.
Als Florence vooraan staat op dit gebied worden hare componisten overvleugeld door Claudio Monteverdi met zijn schepping Orfeo", gevolgd
door de Incoronazione di Poppea", welke compositie opgevoerd werd
in het Theater Grimani te Veneti in 1642. In de bibliotheek der St. Marcus
bevindt zich nog een manuscript van deze opera en bovendien een in 1656

190
gedrukt exemplaar. Claudio Monteverdi, ofschoon Florentijn, bereikte het
hoogtepunt van zijn kunst in Veneti.
V a n 1640 af heeft gedurende een halve eeuw Veneti de suprematie en
komen na Monteverdi en de beide Gabrieli, Francesco Manelli, in het
bijzonder bekend als muziek-theoreticus. A l s zuiver opera-componisten
zijn de namen der Venetianen Cavalli en Cesti voor het nageslacht bewaard gebleven, wier faam zoo verbreid was, dat in 1659 ter opluistering
van het huwelijk tusschen Louis X I V en Maria Theresia, een opera van
Cavalli onder zijn persoonlijke leiding werd opgevoerd in het Louvre; vijl
jaar later wordt zijn nieuwe opera Ercole amante" in de zaal der Tuileneen
eveneens onder zijn leiding opgevoerd; deze opvoeringen waren vanzelfsprekend officieel", zoodat alleen ter meerdere eere van den Venetiaan,
alle Fransche componisten werden gepasseerd.
Het oeuvre van Cavalli bevat 37 opera's.
D e bijzondere aantrekkelijkheid der Venetiaansche opera's zijn behalve de
rijkdom der zang, het groote aantal duo's, het groote aantal medespelenden
benevens de kostbare decors en costuums.
N a Cavalli komen tot groote bekendheid zijn leerlingen, de beide Ziaci en
opnieuw zien wij dat gelijk de tooneelspelers, ook de opera-kunstenaars
tijdelijk Veneti verlaten, zij brengen hunne werken en de roem van Venene
ver buiten de grenzen van hun vaderland: de Italiaansche opera's worden
door de Venetianen opgevoerd in Parijs, Dresden, Munchen, Weenen en
alom werden ze met open armen ontvangen en met eerbewijzen overladen.
Baldamare Galuppi, leerling van Antonio Lotti, organist van de St. Marcus,
componist van verscheidene opera's, verdeelt zijn tijd tusschen zijn dienst
in de St. Marcus en kunstreizen op het vasteland van Europa en Londen.
D e groote Catharina, Czarin van Rusland, vraagt hem naar Petersburg te
komen teneinde het nieuwe Theater te besturen.
Scarlatti voerde twee zijner opera's te Veneti op, gelijk ook Bononcini
dit deed.
.
In tegenstelling met tegenwoordig, werd het orkest en de zang geleid door
den , maestro al cembalo" en ook hier vinden wij meerdere Venetianen
die als maestro al cembalo" een wereldnaam kregen, terwijl verschillende
instrumentbouwers een groote vermaardheid kregen; ook componisten
voor cembalo-muziek bracht Veneti voort, waarvan de grootste wel Benedetto Marcello is, terwijl niet ongenoemd mag blijven Fescetti.
M e n kan de Italiaansche componisten in drie groepen verdeden, namelijk

191
de opvolgers van Frescobaldi en van Pasquini, de School van Napels en
de School van Veneti, in welke laatste groep in het bijzonder genoemd
moet worden Girolamo Diruti, in 1593 organist te Veneti, samensteller
van het eerste theoretische werk over het bespelen van muziek-instrumenten, alsmede Giovanni Ballisto Pescetti (17041766), eveneens organist der Marcuskerk, welke laatste ongetwijfeld onder invloed stond van
Haendel.
Als componisten voor viool-sonate kan Veneti wijzen op Legranzi, waarvan verscheidene composities nog bekend zijn; tot de Venetiaansche school
behooren ook Giamballista Fontana, Massimiliano Neri, G. B. Bassani,
Vitali en Antonio Vivaldi, terwijl als kerkelijke componisten tevens operacomponisten onder minder grooten genoemd moeten worden de priestercomponist Giov. Legranzi, Antonio Lotti en bovenal Benedetto Marcello,
veelzijdig kunstenaar, staatsman, dichter en geleerde.

Slechts een vluchtig, zeer vluchtig overzicht van Veneti werd in dit werkje
gegeven, verre van volledig geeft het toch een beeld van de grootheid
van deze kleine plek gronds, dat niet alleen als oorlogvoerende en handelsdrijvende staat een eerste plaats onder de natien heeft bekleed en die
ondanks haar klein grondgebied en het gering aantal harer onderdanen,
inderdaad een tijd lang de wereldsuprematie heeft bezeten, doch daarnaast
eveneens een staat die op velerlei gebied, zoowel op dat der wetenschap
als op dat der kunst een zeer voorname plaats heeft bekleed; waar vele
takken der wetenschap tot volle ontplooiing gekomen zijn en elke kunstuiting op onbekrompen wijze werd gesteund.
Was Veneti een der rijkste staten, steeds heeft zij volgaarne voor wetenschap en kunst groote bedragen geofferd terwijl de vrijheid van gedachte
en de onbekrompenheid harer beginselen het ieder mogelijk maakte ongestoord te leven; een staat waar reeds in de vroegste tijden leven en bezit
geerbiedigd werden en die daar tegenover slechts eischte eerbied voor
hare instellingen en wetten; inderdaad is Veneti een voorbeeld van gewetens- en godsdienstvrijheid en werd hare regeering gekenmerkt door
een breedheid van opvatting en achting voor anderer gevoelens die men
tevergeefs elders zal zoeken; bovendien waren de grondbeginselen van
haar staatsbestuur zoodanig, dat een ieder Venetiaan voelde deel uit te

192
maken van het gemeenebest en die saamhoorigheid vormde den grondslag,
tot een gezamenlijk, elk naar zijn krachten, dienen van de staat.
Ook de rechtspraak was die van elk ander land ver vooruit en zou menige
instelling op dit gebied te noemen zijn die elders eerst honderd en meer
jaren later zou worden erkend als een rechtmatig deel van den burger, ook
al had hij tegen de staat gezondigd.
Ontdaan van alle romantiek en van alle onwaarheden, vertoont Veneti
op aller gebied een rustige en gestage vooruitgang en allicht is een der
kleinere oorzaken van haar ondergang geweest, dat zij zich steeds zoo lang
mogelijk onthouden heeft van inmenging in de politiek van andere staten.
D e wreedheden van de' staats-inquisitie blijken bij nader beschouwing i n derdaad niet geweest te zijn wat haar benijders daarvan opdischten en in
elk geval veel minder als die der zoogenaamde rechtbanken van andere
landen, Rome niet uitgezonderd. Ondanks dat de vonnissen der Raad van
Tien en die der Inquisitie geheim waren, heeft zij nimmer geaarzeld, indien
een valsch vonnis geslagen was, dat openbaar bekend te maken, de onschuldig veroordeelde te rehabiliteeren of zijn nabestaanden op de grootst
mogelijke wijze schadeloos te stellen. Ook dient te worden erkend dat zij
strikt onpartijdig was, iets waartoe haar samenstelling en werkwijze ten
sterkste medewerkten.
E n thans, ondanks dat Veneti een andere veel bescheidener plaats inneemt, daar ze n met het koninkrijk Itali is en niet meer gesoleerd, neemt
ze nog een vooraanstaande plaats in en zal een kort verblijf buiten het
centrum van het vreemdelingenverkeer ons toonen een bevolking ijverig,
krachtig en naarstig arbeidend, die vol liefde voor haar stad, zich niet overgeeft aan melancholische overpeinzingen van het verleden, doch volop in
het heden staat en met durf en ondernemingsgeest die werken onderneemt, die in het belang zijn van hare bewoners en al is veel veranderd, de
geestdrift die hinderpalen uit den weg ruimt bleef en voor de stad hunner
vaderen is geen offer te groot, terwijl in het diepst van hun hart steeds
klinkt hun juich- en jubelkreet

EVVIVA SAN MARCOI

N o ch a sto mondo no cita pi bela.


Riccardo Selvatico.

D E D U I V E N V A N SINT M A R C U S T E V E N E T I
(LEGENDE).
Teqen het midden der vijfde eeuw onzer jaartelling verscheen in het tegenwoordige Itali de geesel der menschheid Attila, de gevreesde barbaar, die
vanuit Azi een bloedig spoor trok door geheel Europa. Groot was de
angst en schrik van de Veneti, de oude bewoners der Italiaansche laagvlakte, bij het vernemen zijner nadering en menigeen verontrust door de
rampspoeden die over hem en de zijne zouden komen, dacht aan vluchten,
doch waarheen, nergens toch was men veilig voor den Mongoolschen
overheerscher tot wien men de oogen niet mocht opslaan en die een .eder
doodde die voor hem trachtte te vluchten, instede van zich aan hem te
onderwerpen. Menigeen zonk op de knien en vroeg troost en redding
aan Hem die in de hemelen troont en ziet. eensklaps verschenen aan het
uitspansel duizenden witte duiven die vliedden in de richting der zee en
als bewijs dat ze bij al die verschrikkingen op aarde toch hun ouderliefde
niet verloochenden, zag men vele paren die tusschen hen de nestjes met
h , m i o n n p n meevoerden. O p dit teeken des hemels
aarzelden de menschen niet langer, ze volgden de
duiven steeds verder en verder zeewaarts en waar
de duiven neerstreken, vestigden ook zij hunne woningen; daar waren ze gered en geen barbaar verontrustte hen.
Het roemrijke en machtige Veneti, uit dien kalen
bodem gewassen tot de machtigste
staat der middeleeuwen, beschermster van wetenschap en kunst, bleef
de duiven steeds dankbaar en verleent dan ook aan deze dieren
gastvrijheid, overal mogen ze zich
nestelen en worden ze gevoederd
uit dankbaarheid jegens de dieren
des hemels, die de schreden der
eerste bewoners naar de eilanden in
de zee richtten, waar ze door eigen
kracht Veneti schiepen, een wonder van schoonheid en macht.

Schouw uit het Dogepaleis.

C H R O N O L O G I S C H E LIJST D E R D O G E N
V A N D E R E P U B L I E K VENETI.

697 Paoluccio Anafesto.


717 Marcello Tegaliano.
726 Orso Ipato.
737742 Inplaats van Dogen worden benoemd Maestri de Cavalieri, elk n jaar bewind voerende.
742 Orso Diodato.
755 Galla.
756 Domenico Monegario.
764 Maurizio Galbaio.
779 Giovanni Galbaio.
804 Antenorio Obelerio.
812 Angelo (of Agnello) Partecipazio Partecipazio I.
827 Giustiniano PartecipazioPartecipazio II.
829 Giovanni Partecipazio IPartecipazio III.
837 Pietro Tradonico.
864 Orso Partecipazio IPartecipazio IV.
881 Giovanni Partecipazio IIPartecipazio V .
887 Pietro Candiano I Candiano I.
888 Pietro Tribuno.
912 Orso Partecipazio II Partecipazio VI.
932 Pietro Candiano IICandiano II.
939 Pietro Badoer PartecipazioPartecipazio VII.
942 Pietro Candiano IIICandiano III.
959 Pietro Candiano IVCandiano IV.
976 Pietro Orseolo IOrseolo I.
978 Vittore CandianoCandiano V.

979
991
1008
1026
1032
1042
1071
1084
1096
1102
1118
1130
1148
1156
1172
1178
1192
1205
1229
1249
1253
1268
1275
1281
1288
1311
1312
1329
1339
1342
1354
1355

Tribuno MemmoMemmo I.
Pietro Orseolo II-Orseolo II.
Ottone Orseolo Orseolo III.
Pietro Centranico.
Domenico Flabanico.
Domenico ContariniContarini I.
Domenico Selva.
Vitale FalierFalier I.
Vitale Michiel-Michiel I.
Ordelafo Falier - Falier li,
Domenico MichielMichiel II.
Pietro Polani.
Domenico MorosiniMorosini I.
Vitale Michiel IIMichiel III.
Sebastiano ZianiZiani I.
Orio MalipieroMalipiero I.
Enrico DandoloDandolo I.
Pietro ZianiZiani II.
Jacopo TiepoloTiepolo I.
Marco MorosiniMorosini II.
Renier Zeno.
Lorenzo TiepoloTiepolo II.
Jacopo ContariniContarini II.
Giovanni DandoloDandolo II.
Pietro GradenigoGradenigo I.
Marco Giorgio.
Giovanni Soranzo.
Francesco DandoloDandolo III.
Bartolommeo GradenigoGradenigo II.
Andrea DandoloDandolo IV.
Marino FalierFalier III.
Giovanni GradenigoGradenigo III.

1356
1361
1365
1367
1382
1382
1400
1413
1423
1457
1462
1471
1473
1474
1476
1478
1485
1486
1501
1521
1523

Giovanni Dolfln.
Lorenzo Celsi.
Marco Corner (Cornaro)Corner I.
Andrea Contarini Contarini III.
Michele MorosiniMorosini III.
Antonio VenierVenier I.
Michele Steno.
Tommaso MocenigoMocenigo I.
Francesco Foscari.
Pasquale MalipieroMalipiero II.
Cristoforo M o r o .
Niccol Trono.
Niccol Marcello.
Pietro MocenigoMocenigo II.
Andrea Vendramin.
Giovanni MocenigoMocenigo III.
Marco BarbarigoBarbarigo I.
Agostino BarbarigoBarbarigo II.
Leonardo LoredanLoredan I.
Antonio Grimani Grimani I.
Andrea Gritti.

1538
1545
1553
1554
1556
1559
1567
1570
1577
1578
1585

Pietro Lando.
Francesco Dona (Donato)Dona I.
Marcantonio Trevisan.
Francesco VenierVenier II.
Lorenzo Priuli Priuli I.
Girolamo Priuli Priuli II.
Pietro LoredanLoredan II.
Alvise Mocenigo I Mocenigo IV.
Sebastiano VenierVenier III.
Niccol da Ponte.
Pasquale Cicogna.

1559
1606
1612
1615
1618
1618
1623
1624
1630
1631
1645
1655
1656
1656
1658
1659
1674
1676
1684
1688
1694
1700
1709
1722
1732
1735
1741
1752
1762
1763
1779
1788

Marino GrimaniGrimani II.


Leonardo Dona (Donato) Dona II.
Marcantonio MemmoMemmo II.
Giovanni Bembo.
Niccol Dona (Donato)Dona III.
Antonio PriuliPriuli III.
Francesco ContariniContarini IV.
Giovanni Corner I (Cornaro)Corner II.
Niccol Contarini Contarini V .
Francesco Erizzo.
Francesco Molin.
Carlo ContariniContarini VI.
Francesco Corner (Cornaro) Corner III.
Bertuccio Valier Valier I.
Giovanni Pesaro.
Domenico Contarini IIContarini VII.
Niccol Sagredo.
Alvise ContariniContarini VIII.
Marcantonio Giustinian.
Francesco Morosini Morosini IV.
Silvestro ValierValier II.
Alvise Mocenigo IIMocenigo V .
Giovanni Corner II (Cornaro)Corner IV.
Sebastiano MocenigoMocenigo VI.
Carlo Ruzzini.
Alviso Pisani.
Pietro GrimaniGrimani III.
Francesco LoredanLoredan III.
Marco Foscarini.
Alvise Mocenigo IIIMocenigo VII.
Paolo Renier.
Lodovico Manin tot 1797.

NAWOORD.
Groot in aantal zijn de steden waar men gaarne nog eens terug keert,
waarvan de herinnering ons aangenaam is en waaraan men gaarne terug
denkt, men bewondert die steden om hare groote gebouwen, ruime straten
en pleinen, haar verkeer, musea, theaters en het mondaine leven.
A l deze geneugten vindt men te Veneti niet. Veneti", zoo zeide een
mede-bewonderaar, is een der uiterst zeldzame steden die men bemint
of waar men zich verveelt". Hij die niet de intieme schoonheid van een
stad kan waardeeren, kome niet te Veneti, het is niet de stad voor huwelijksreizen, noch voor luidruchtige sightseers die hoogstens twee dagen
toeven, doch hij die kan dolen en zoeken, verveelt zich te Veneti nooit,
eiken dag wordt zijn oog geboeid en doet hij nieuwe vondsten.
In onze taal bestond geen boek dat naast een opsomming van gebouwen,
paleizen, musea, een ietwat dieperen blik gaf in het leven van deze stad
en haar bewoners. Dit gemis gaf mij aanleiding, mede als herinnering voor
de stad waar ik zoo menig gelukkig uur sleet, een klein werkje samen te
stellen dat, naast de reisgidsen, dienen zou om eenige geschiedkundige
voorlichting te geven voor hen die uit waarachtige belangstelling die stad
willen bezoeken of bezocht hebben.
D o c h hoe meer ik schreef, hoe meer stof zich ophoopte en nu rest nog
meer als verwerkt werd, want de geschiedenis van deze stad lijkt soms een
helden-epos, soms een roman, zoodat het overslaan zelfs van een detail
een gemis wordt; bovendien deed zich de navolgende moeilijkheid voor:
verschillende schrijvers spraken elkaar tegen of belichtten hetzelfde feit
op tegenovergestelde wijze en zoo groeide het werk waarin slechts een
klein gedeelte staat van wat ik belangrijk vond; doch ik mocht niet te uitgebreid worden.
In gevallen van tegenspraak tusschen schrijvers, hield ik die lezing aan
welke, in verband met daaraan voorafgaande vaststaande feiten, het meest
logisch was.
Toen werd de liefhebberij, bedoeld voor enkele avonden, een grooten
arbeid en teneinde zoo juist mogelijk te zijn, werden meerdere schrijvers
geraadpleegd; sommige niet geheel, bijvoorbeeld was het mi, onmogelijk
de geschiedschrijver Giovanni Rossi (gestorven 1852) geheel na te gaan;
zijn werk over Veneti beslaat toch 116 deelen, namelijk 31 deelen Leggi
e Costumi en 85 deelen Documenti; verder werden geraadpleegd: Urma-

netta, Hutton, Viviani, Tiraboschi, Benedetti, Elie Faure, Siegenbeek,


Duchartre, Nani, Muller, Jurien de la Gravire, Rossi, Sanudo, Molmenti,
Dandolo, Michieli, Goldoni, Sansovino, Cecchetti, Grotta, Foscarini,
Cicogna, Sagredo, Ascoli, Ruskin, Vasari, Manzoni, Scherer, Martinelli
en nog eenige andere, de verwerking hiervan kostte zeer veel tijd zoodat
ongeveer twee jaar verliepen voordat dit werk kon verschijnen.
Tijdens het bewerken van deze uitgave bezocht ik Veneti en werd opnieuw en nog dieper getroffen door het aspect van die stad waarvan ik
de geschiedenis kende en die in haren aanleg en bouw in de palazzi en
de gebouwen zoo duidelijk haar geschiedenis heeft vereeuwigd voor hen
die weten te lezen.
Daarom verheugt het mij dien arbeid te hebben verricht met de meeste
nauwlettendheid, ofschoon ik overtuigd ben van de onvolledigheid.
Echter is het te betreuren dat om verschillende redenen het mij onmogelijk
was iets mede te deelen, zonder te uitvoerig te worden, van de betrekkingen die bestaan hebben tusschen Nederland en de Republiek en toch
zijn deze betrekkingen vele geweest immers, het archief, thans gevestigd
in de voormalige kerk der Frari" bevat ongeveer 55 Filze (deelen) correspondentie met Holland alleen van de jaren 1610 tot 1744.
Een woord van dank aan de heeren ambtenaren der Universiteits-Bibliotheek te Amsterdam, welke mij zoo bereidwillig met inlichtingen terzijde
stonden en veroorloofden fotografische reproducties te maken, dient hier
gebracht.
En ten slotte gaf ik dit boek niet in den handel doch bestemde ik de
exemplaren voor hen, die ik mijn vrienden weet en die dezen arbeid weten
te waardeeren.
D E SCHRIJVER.

Afsluithek van de Loggetta


(Antonio Ga, beeldhouwer en gieter te Veneti 16841769).

You might also like