You are on page 1of 4

O

---- 11 ---OEER
RLLEESSC
CH
HEE B
BO
OSSSSEEN
N

W
andeling iin
n dde
e ""Oerlesche
Oerlesche B
ossen", O
erle
Wandeling
Bossen",
Oerle
L
een
,,55 o
ff 3,
55 kkkm.
m
L
ng
gttee 111,5
o
33,,5
m..
Lengte
of

IVN Vereniging voor natuur- en milieu-educatie


Afdeling Veldhoven/Vessem


OERLESCHE BOSSEN
-- 2 -
De tekst beschrijft, wat er te zien is, als u de
ingetekende route wandelt. In het terrein is het pad te
herkennen aan groene bordjes op een paal met schuine
kop. De richting van de schuine kop wijst in de richting
van de wandeling.

Het roodborstje is bijna zo groot als een mus


en duidelijk te herkennen aan de oranje- kleurige borst en wangen. De staart en vleugels zijn
donkerbruin. De vogel eet insecten, spinnen,
wormen en bessen en broedt behalve in struiken ook in kuiltjes op de grond, waar een nest
van mos en dorre bladeren wordt gemaakt. De
vogels reageren agressief op alles wat rood is.
Zelfs zo, dat het vrouwtje tijdens het "verleiden"
haar eigen rode borstje moet verbergen. Het
vrouwtje probeert op de grens van de territoria
van twee mannetjes haar nest te bouwen.
Daardoor verzekert ze zich van de zorg van
twee mannen.

Met de Oerlesche bossen bedoelen we het gebied dat


begrensd wordt door Oerle in het noorden, door de Sondervick in het oosten, door de Antwerpsebaan in het
zuiden en door Zandoerle in het westen.

Verder lopend komen we (waar het pad een flauwe


bocht naar links maakt) aan de rechterkant een aantal
elzen tegen.
Het blad van deze boom is zeer diep ingesneden en
heeft een spitse punt. De stam is glad en grijs. Al vroeg
in het voorjaar bloeien de mannelijke katjes, terwijl de
nieuwe voor het volgend jaar al zichtbaar zijn.
Elzenzaad rijpt in twee jaar en de zaadproppen van dit
jaar (die dus volgend jaar rijpen) zien we als kleine
knopjes zitten. Die van het vorig jaar barsten in de loop
van deze herfst open. De zaden worden dan door vogels
graag gegeten.
Verder wandelend ziet u links een berkenbos. Naar
rechts heeft u een prachtig uitzicht op de neogotische
kerk van Oerle, de St.Jan, gebouwd in 1912.

In de herfst is deze wandeling extra interessant, want in


deze bossen komt u veel soorten paddestoelen tegen.

2 Vanaf deze plek kunt u de korte route kiezen.


Gebruik dan de tekst in onderstaand kader.

LET OP: Onderweg ziet U ook groene pijlen met de


letters IVN. Deze tekens moet u niet volgen, want zij
hebben betrekking op een fietsroute.

Het is mogelijk de route te bekorten, op het kaartje


aangegeven door een dikke pijl. De tekst van deze
folder vertelt, wat er zoal te zien is, wanneer u de
wandeling loopt, die op het kaartje is ingetekend.
De wandeling start achter het witte gebouw aan de
St.Janstraat in Oerle op de plaats met de pijl. De
nummers in de beschrijving komt u tegen op de
plaatsen, zoals die kaart zijn aangegeven.
1 Komend vanaf de St.Janstraat in Oerle lopen we het
aangegeven pad in en nemen het eerste zandpad
rechts. Aan uw rechterhand staan eiken en tamme
kastanjes.
Door het afwisselende terrein (akkers, tuinen en bossen
met veel struiken) is het hier een paradijs voor vogels. U
kunt tijdens de wandeling dan ook zeker de roodborst
verwachten.

12 Het bos aan uw rechterhand


bestaat vooral uit lariks.

Lelietjevandalen

13 Links in het bos komt u onder


andere adelaarsvaren en lelietjevan-dalen tegen. De adelaarsvaren kan wel 2 meter hoog worden.
Opvallend is dat zijn bladeren niet
gezamenlijk, uit n punt, uit de
grond komen, maar elk apart. Als
je de wortel schuin doorsnijdt, kun
je (met erg veel fantasie) het figuurtje van een tweekoppige adelaar herkennen
Al wandelend bent u weer terug
op het begin van de route.


OERLESCHE BOSSEN
-- 3 -
Loopt u de totale tocht, dan leest u hier verder.

St.Janskruid

Het St. Janskruid is een plant


die op de zandgronden van de
Kempen in de bermen veel
voorkomt en rond St. Jan (24
juni) volop bloeit.
Plant en bloemen worden gebruikt om er St. Jans-olie van te
maken: doe in een pot met 250
gram olijfolie 100 gram vers
kruid met bloemen en laat dit 14
dagen in de zon staan. Regelmatig omschudden en na afloop filtreren. Te gebruiken bij
slecht genezende wonden en
bloeduitstortingen.
Thee getrokken van 2 eetlepels
gedroogd kruid in 1 liter kokend
water, helpt bij trage spijsvertering
en
onregelmatige
menstruatiebloedingen.

3 Op de kruising van paden gaan we linksaf.


4 Na zo'n 50 meter ziet u al weer links een open plek in
het bos. Met mooi weer is het daar goed toeven. Laat u
zich niet afschrikken door de brandnetels, u hoeft er niet
doorheen. Zij zijn het voedsel voor de rupsen van veel
vlinders, zoals kleine vos en dagpauwoog. En zonder
rupsen geen vlinders! De grote brandnetel kan tot wel 2
meter hoog worden. De toppen van de jonge brandnetel
zijn eetbaar, in soep of als groente. Rijk aan vitamine C.
5 Die open plek kunt u bereiken via het bospad even
verderop links. Op die plek groeit de oeroude plant pitrus. Deze bestaat uit groene stengels met een - op
schuimplastic - lijkende witte kern. Die witte kern werd
vroeger door mensen wel gebruikt als pit in olielampen.
De plant groeit alleen op vochtige grond. Bijna bovenin
verschijnen de bloemen, die als een trosje aan n kant
van de stengel te voorschijn komen.
6 Terugkerend naar het oorspronkelijke pad steekt u de
Eindhovensebaan over. Let op !!
7 We gaan het eerste pad rechtsaf. Kijkt u op dit bospad
eens om u heen. U herkent waarschijnlijk tuinplanten.
Die zijn wel mooi, maar ze horen hier natuurlijk niet
thuis!
8 Voor de asfaltweg gaat u rechtsaf richting Zandoerle.
Onderweg ziet u aan de rechterkant o.a. kamperfoelie
en hulst. De eerste geurt - vooral s avonds - heerlijk en
wordt dan ook druk bezocht door nachtvlinders. Ook de
eikvaren groeit hier weelderig.
Hij voelt zich alleen thuis in de buurt van eiken, zoals de

naam al doet vermoeden. In de winter blijft de varen


groen, in tegenstelling tot veel andere varens die in de
herfst afsterven.

De lijster is in het bezit van een licht


en donkerbruin gestippeld verenkleed
dat hem, wanneer hij tussen het groen
zit, bijna onzichtbaar maakt. Het
mannetje is iets groter dan het vrouwtje en een geweldig goede zanger, die
zijn lied meerdere keren herhaalt. De
lijster behoort tot de beschermde soorten.

9 Via de asfaltweg verder naar Zandoerle.


Let u ook eens op de prachtige beukenhaag links,
wanneer u het sfeervolle - al op 1000 jaar oude kaarten
voorkomende - dorpje Zandoerle binnenkomt. Zo'n haag
is een prima nestelgelegenheid voor de merel (mellew,
op zijn Kempisch) en de lijster.
10 Rechtsaf gaande, wandelt u onder oude linden door.
Mocht u 's avonds over het plein lopen, dan zult u 's zomers zeker vleermuizen rond de kapel zien vliegen.
Tijdens deze wandeling kunt u ook mezen, spechten en
de boomkruiper aantreffen.
De boomkruiper is een klein en sierlijk vogeltje,
dat al klimmend en zingend tegen de stam van
een boom op zoek is naar insecten of hun eieren. Dat klimmen begint altijd bij de voet van
een boom. Met kleine korte rukjes klimt hij dan
naar boven tot bij de kruin. Vandaar vliegt hij
naar de voet van de volgende boom, enz. De
boomkruiper heeft een dunne, gebogen snavel.
De buik is vuil wit en de rug muisgrijs, de
flanken zijn wat bruinig en de vogel heeft een
steunstaart. De boomkruiper komt in gemengd
bos voor en is een beetje stads. Hij broedt
onder daken, in tuinen en in parken met oude
loofbomen in boomspleten en tussen stapels
hout. Het nest is van een hoopje takjes, halmen
en bladeren gemaakt.

11 Meteen als u het dorpje uitwandelt via het Boswegje,


kunt u in de berm een grote variatie aan planten vinden
o.a. het boerenwormkruid. Volgens de overlevering
speelde dit kruid een rol bij het bezweren van heksen en
spoken en biedt bescherming bij onweer. Het
boerenwormkruid is een forse, overblijvende plant met
een sterke geur. Hij heeft gele, 1 cm brede bloemen, die
een schermachtige pluim vormen. De stengel is taai en
recht en heeft bovenaan vertakkingen. De bladeren zijn
geveerd en lijken op het blad van sommige varens.


OERLESCHE BOSSEN
-- 4 -
Al wandelend bent u nu weer terug bij het begin van de
route, die is uitgezet door het IVN Veldhoven/Vessem.
Het IVN, vereniging voor
natuur- en milieu-educatie, is een vereniging van
vrijwilligers en beroepskrachten.
Het doel van het IVN, opgericht in 1960, is het bevorderen van natuur- en milieubesef door het organiseren en stimuleren van educatieve activiteiten in de
ruimste zin.
Het IVN is georganiseerd in plaatselijke afdelingen met
plaatselijke en landelijke werkgroepen.
Boerenwormkruid

Voortwandelend tussen de met zand opgehoogde houtwallen hoort of ziet u misschien ook nog een fazant: het
mannetje veelkleurig, het vrouwtje met haar onopvallende schutkleur.
Na de berm treft u nog een mooie houtwal aan.
Helaas zijn er na de uitvinding van het prikkeldraad veel
verdwenen, want houtwallen vergen veel onderhoud!. Ze
dienden oorspronkelijk als afbakening en bescherming
van de akker tegen wild en vee.
Misschien ontdekt u de meidoorn in deze houtwal, een
struik die in de meimaand bloeit met witte bloesem. Zijn
stekels, vruchten en bloemen verraden dat hij familie is
van de roos.

Onze IVN-afdeling Veldhoven/Vessem organiseert o.a.


natuurcursussen voor beginners en gevorderden,
begeleide wandelingen en fietstochten in de eigen
omgeving, tentoonstellingen en weekends.
Tevens zijn er werkgroepen die zich onder meer bezig
houden met scholenwerk, planten, water, vogels,
landschap en milieu.
Eenieder die wil meewerken aan het verwezenlijken van
de doelstellingen, kan lid worden.
Voor nadere informatie of een brochure over het IVN
kunt u terecht bij het secretariaat van de IVN- afdeling
Veldhoven/Vessem:
Ariespad 5
5503 EZ Veldhoven.

Verantwoording:

Een rose bloeier is de dagkoekoeksbloem, die haar


naam te danken heeft aan het verschijnen van haar
bloemen en de terugkeer van de koekoek half april. De
bloem heeft vijf hartvormige blaadjes, die samen komen
in een kelk, die wel wat op een vaasje lijkt. De dagkoekoeksbloem heeft hartvormige bladeren die tegenover
elkaar uit de enigszins slappe stengel komen.
Een ander plantje onder de struiken op de houtwal is
valse salie. Dit middelgrote plantje heeft een vierkante
stengel met kleine haartjes. Haar bladeren zijn langwerpig hartvormig en rimpelig. De bloemen zijn licht groengeel en groeien vanuit de bladoksels aan naar
verhouding lange steeltjes.
12 Het bos aan uw rechterhand bestaat vooral uit lariks.
13 Links in het bos komt u onder andere de adelaarsvaren en lelietje-van-dalen tegen. De adelaarsvaren kan
wel 2 meter hoog worden. Opvallend is dat zijn bladeren
niet gezamenlijk, uit n punt, uit de grond komen, maar
elk apart. Als je de wortel schuin doorsnijdt, kun je (met
erg veel fantasie) het figuurtje van een tweekoppige
adelaar herkennen.

De wandeling is uitgezet en beschreven door de padenwerkgroep van


de IVN-afdeling Veldhoven/Vessem.
De tekeningen zijn gemaakt door Tiny Vos.

You might also like