You are on page 1of 21

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Portfolio Human Technology en


gebouwde omgeving
29-3-2013

Kim de Boer

Hanzehogeschool Groningen, Human Technology


Instituut of Engineering
studentennummer: 334229

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Fase 1: Beschrijving fasering


bouwproces
Opdracht 1
1. Huisvestingsbeleid
In het basisonderwijs, maar ook in het voorgezet onderwijs en speciaal onderwijs, zijn de
gemeenten verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen. Bij het project is alleen het
basisonderwijs van belang omdat dit bij ons onderzoek hoort. Schoolgebouwen moeten aan
huisvestingseisen voldoen. Deze staan in het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbowet) en het
Bouwbesluit. De Arbowet stelt eisen aan een verantwoorde inrichting van een schoolgebouw.
Het gaat dan bijvoorbeeld om regels voor:
Het schoolterrein, de veiligheid, de omgang met gevaarlijke stoffen en het binnenklimaat.
(Rijksoverheid, sd)
Lammert van der Veen is als ambtenaar (hoofd Accomodatieplanning en Vastgoed) betrokken
bij de voorbereiding van de nieuwbouw van verschillende Vensterscholen in Groningen. De
Vensterschool is een concept maar als de gelegenheid zich voordoet om nieuw te bouwen,
moet je dat als gemeente niet nalaten, vindt hij. Het antwoord op de vraag of er al dan niet
nieuw gebouwd kan worden, begint bij de deelnemende basisschool of scholen. Gemeenten
hebben sinds enkele jaren meer vrijheid om het geld dat zij voor onderwijshuisvesting
ontvangen op basis van gemeentelijke regelgeving te besteden. Daardoor is maatwerk,
afgestemd op de behoeften van een Vensterschoolaanpak, veel beter mogelijk.
Gezamenlijke huisvesting komt niet als allereerste onderwerp aan de orde in een wijk waar
een Vensterschool wordt opgezet.
Het aardige van een Vensterschoolgebouw is niet alleen dat de nabijheid van de verschillende
instellingen stimulerend werkt op elkaars activiteiten, maar ook dat het voordeurdelen winst
kan opleveren door het beschikbare geld bij elkaar te leggen. Elke instelling apart zou behalve
zijn pure gebruiksruimte (in het geval van een school de lokalen) ook gangen, toiletten,
onderhoudsruimtes enzovoort nodig hebben. In dat verschil tussen netto en bruto zit de
marge daar kan samen nieuw bouwen de kans bieden om met hetzelfde geld extra
voorzieningen te realiseren. Er is soms ook door de gemeente creatief gezocht naar
financiering, want het zal duidelijk zijn dat niet alle instellingen op het juiste moment
voldoende geld beschikbaar hebben om te investeren. (Paddepoel info, sd)

F IGUUR 1

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

De huisvesting wordt gerealiseerd voor verschillende gebruikers. De Vensterschool is voor


kinderen, hun ouders en andere wijkbewoners. De kinderen staan wl voorop. Er wordt
gericht op kinderen van nul tot vijftien jaar. Dit kun je ook terugzien in het gebouw.
De omgeving van de huisvesting is op een ongunstige plek. De Vensterschool is namelijk
gevestigd direct naar de weg. En door middel van het interview van mensen die daar komen,
ben ik er achter gekomen dat daar regelmatig wel ongelukken gebeuren, omdat er veel
verkeer langs komt.
2. Initiatief
Het initiatief bestaat uit het formuleren van de huisvestingsbehoefte op basis van een analyse
van de te huisvesten particulier of organisatie of op basis van een via marktonderzoek
gesignaleerde vraag naar huisvesting. Het voldoen aan de huisvestingsbehoefte kan
gebeuren door het verbouwen van de bestaande huisvesting of het bouwen van een nieuwe
huisvesting. Deze nieuwbouw kan worden gerealiseerd op de bestaande locatie of op een
andere locatie. (Iwutech, 2013-2015)
Onze huisvesting de Vensterschool wordt niet verbouwd of ook geen nieuwbouw
aangemaakt. We hebben met de gebouwbeheerder gepraat van de huisvesting, maar die wilt
niks met ons onderzoek te maken hebben. Dus we konden haar ook geen vragen stellen. We
zijn bezig met het opstellen van een Programma van Eisen zodat we verder kunnen
visualiseren en onderzoeken. Maar het Programma van Eisen kan ik hier niet in aangeven
omdat we die nog niet hebben uitgewerkt.

F IGUUR 2

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

3. Ontwerp en aanbesteding
In deze fase zal de architect de opdracht krijgen het bouwwerk vorm te geven (ontwerpen) op
basis van het Programma van Eisen. Tijdens de ontwerpfase is het van wezenlijk belang om
niet-definieerbare invloeden zoals idee, creativiteit en gevoel te stimuleren en een kans te
geven tot ontwikkeling te komen. Dit is essentieel voor het verkrijgen van een hoge
esthetische en architectonische kwaliteit van het ontwerp. Gedurende het ontwerpen worde,
in toenemende mate van gedetailleerdheid, een ruimtelijk en functioneel ontwerp en
financile technische en organisatorische plannen gemaakt. Het is onderverdeeld in het
structuur ontwerp, het voorlopig ontwerp en het definitief ontwerp.
In het structuurontwerp wordt het concept van het gebouw vastgelegd. Dit betekent dat de
interne en externe structuur van het bouwwerk, evenals de vorm en omvang van de
bouwmassa in de samenhang met de stedenbouwkundige inpassing worden vastgelegd. In
het voorlopig ontwerp wordt het gebouw ruimtelijk en functioneel vastgelegd. Dit houdt in
dat situering, structurele opzet, hoofdindeling, constructieve opzet en architectonische
verschijningsvorm worden ontwikkeld. De resultaten van deze fase vormen de basis voor een
eerste toetsing van het ontwerp aan de vaak moeilijk onder woorden te brengen
beeldverwachting van de opdrachtgever. Er wordt een totale planning gemaakt van het totale
bouwproject en ten slotte wordt het definitieve Programma van Eisen vastgesteld, en daarna
het definitief ontwerp vervaardigd. In het definitief ontwerpfase ontstaat een volledig en
gedetailleerd beeld van het project als ruimtelijk concept en de technische realiseerbaarheid
ervan. Van het bouwwerk worden vastgelegd: de structuur, de vorm, de plaats en afmetingen
van constructies en de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties. Daarnaast
worden plaats en afmetingen van bouwdelen en het materiaalgebruik van beeldbepalende
bouwdelen vastgesteld. Op basis van het definitief ontwerp worden de investeringsraming en
de exploitatieopzet bijgesteld. (Iwutech, 2013-2015)
Veel mensen denken dat de Vensterschool alleen een basisschool is. Dat is een misverstand.
De Vensterschool is een bundeling van verschillende scholen en andere organisaties. Vroeger
werkten zij allemaal los van elkaar in de wijk. De Vensterschool brengt hun inspanningen bij
elkaar en maakt er mr van. De deelnemende scholen en organisaties werken aan een groot
gezamenlijk aanbod van onderwijs, opvoeding, gezondheidszorg, sport, spel, muziek en ga zo
maar door. Hun bestaande activiteiten vallen onder de Vensterschool, maar uit de
samenwerking komen ook nieuwe activiteiten voort. (Paddepoel info, sd)
4. Uitvoering
Hier wordt het project zichtbaar, de bouw van het projectresultaat vindt plaats.
Bij de uitvoering van de Vensterschool is het bouwproces dus de uitvoering van de huisvesting
in werking gezet. Hierbij is werkvoorbereiding van belang waarin de bouwplaats inrichting, de
aan- en afvoer en de uitvoeringstekeningen voor nodig zijn. Hierbij zijn verschillende
vaklieden nodig. Een werkvoorbereider, de uitvoeren, een timmerman, een metselaar,
installateurs etc. Deze zijn nodig om de uitvoeren te kunnen waarmaken en daadwerkelijk een
gebouw neer te zetten volgens het Programma van Eisen en het definitief ontwerp. Hiervoor
is ook materiaal nodig. Hierbij moet je denken aan steigers, bekisting, kranen etc.

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Ook belangrijk bij de uitvoering is dat er toezicht gehouden wordt op de bouw. Dus een
projectleider die toezicht houdt of alles goed gaat, en of iedereen goed met elkaar overweg
kunnen om het gebouw te kunnen bouwen. De oplevering moet je denken aan een inspectie
van het gerealiseerde werk. Dus dat daadwerkelijk ook alles goed gebouwd is zoals het
voorgelegd en getekend is. Als er dingen fout zijn gegaan, dat dit dus nog even recht wordt
gezet. Omdat er geen fouten mogen zijn in het gebouw zelf. Als deze er wel zijn ontstaan is de
taak om dit eerst goed te maken voordat het gebouw in gebruik gaat.

5. Gebruik en beheer
Het beheer van een gebouw met zoveel verschillende gebruikers is een verhaal apart. Het is
heel belangrijk om juist de alledaagse kleinigheden goed te regelen. Bijvoorbeeld of de kopjes
wel worden af gewassen. Het is vervelend als je 's morgens een ruimte gebruikt en de afwas
van de vorige avond staat er nog. Gebeurt het een tweede keer, dan baal je. Op dt soort
dingen kan de samenwerking vastlopen. In de Vensterschool wordt daarom regelmatig
overleg gepleegd met de concirges en beheerders. Hoe loopt het met de schoonmaak, wie
heeft een sleutel, is er voldoende menskracht? De locatiemanager probeer te zorgen voor
een sfeer dat mensen voor de dag komen met wat er niet lekker loopt. We moeten niet
vergeten: een Vensterschool moet groeien, ook op dit heel concrete niveau.
Architect Hans van Beek van het Haagse architectenbureau Atelier PRO tekende voor het
ontwerp van de Vensterschoollocatie op de driesprong van de wijken Selwerd, Paddepoel en
Tuinwijk. Deze Vensterschoollocatie herbergt van alle tot nog toe in Groningen gerealiseerde
nieuwbouw het grootste aantal verschillende gebruikers. Naast een openbare basisschool
zitten er peuterspeelzalen, een buurthuis, kinderopvang en naschoolse opvang, een
bibliotheek, het consultatiebureau, een zwembad en een sporthal. De verschillende ruimtes
zijn rond een plein gegroepeerd. Het zwembad en de sporthal bevonden zich al op de
gekozen locatie, de overige onderdelen zijn nieuw ontworpen op basis van het programma
van eisen.
Niet alleen het uiteindelijke ontwerp is van belang. Het ontwerpproces is belangrijk voor de
samenhang van de betrokkenen. Als het goed gaat, krijgt iedereen het gevoel dat er een leuk
plan ontstaat. Dat enthousiasme werkt als bindmiddel dat het gesprek tussen de partners
makkelijker maakt. Deze Vensterschoollocatie is een complex rondom een plein geworden
waar alle onderdelen een afzonderlijke plek hebben. Die korreligheid, die kleinschaligheid,
vind ik wel passen bij de kinderwereld. We hebben een soort kinderdorp willen maken. Het is
niet alleen belangrijk dat we er zelf trots op zijn, maar dat alle afzonderlijke gebruikers het
beschouwen als hun huis. Het spannendste deel komt natuurlijk nog: de manier waarop het
gebouw gebruikt zal worden. Misschien gaat dat toch anders dan je bedoeld had, of er zijn
dingen die tegenvallen. Het buurthuis heeft een buitendeur aan het plein, maar de ruimte is
ook van binnenuit bereikbaar zodat bijvoorbeeld de school er iets kan doen op momenten dat
er geen activiteiten van het buurthuis plaatsvinden. Gebruik je zo'n binnendeur echt, of wordt
ie letterlijk of figuurlijk dichtgetimmerd? Dt is het echte experiment. (Paddepoel info, sd)
De meeste informatie wat ik heb, heb ik van internet afgehaald vandaar ook de
bronvermelding erachter, zodat er geen misverstanden ontstaat over plagiaat.

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Fase 2: Beleving/Waarnemen
Gekozen huisvesting: De vensterschool in Groningen.
A) Fysiologisch welbevinden. Temperatuur: benoem het verschil in beleving tussen
geen (zomers) of wel verwarming (winters) in termen van gedrag.
In de zomer is de temperatuur in een gebouw, in dit geval een basisschool (de Vensterschool)
veel hoger dan in de winter wanneer de verwarming er bij aan moet om het om temperatuur
te houden. In een school kan het bijvoorbeeld heel erg benauwd worden of muf gaan ruiken.
De kwaliteit van de lucht in een ruimte wordt door twee dingen bepaald. De eerste is het
gevoel of je het te warm of te koud hebt in een ruimte. Dit heeft weer te maken met wel of
geen verwarming in de zomer of winter. Het tweede is de frisheid van de lucht.
Bij het gevoel of je het warm of koud is, gaat het om de temperatuur, maar ook om tocht,
warmtestraling van de binnenvallende zon, enzovoort.
Bij de frisheid van het lucht gaat om stoffen in de lucht die je liever niet wilt ruiken.
Als het te warm wordt, krijg je een warm gevoel en ga je zweten.
Als je te koud wordt, krijg je een koud gevoel, je krijgt kippenvel en je gaat bibberen. Dit
gebeurt dus ook wanneer je je in een gebouw bevindt, of buiten. Maar het gaat hier erom
wanneer je in de huisvesting, namelijk de basisschool, bevindt.
Zomers kun je het verschil ervaren tussen droge hitte en klamme, vochtige hitte. Dat laatste
voelt veel warmer aan. Bij warmte binnen is bij warmte een ventilator erg prettig.
s Winters kun je het verschil merken door wanneer erg wel verwarming aan is, en wanneer
het uitstaat. Wanneer de verwarming aanstaat is het gewoon lekker warm binnen en is het
gewoon uit te houden ook wanneer je binnen bent. Dan is het niet te koud dat je begint te
bibberen. Wanneer het wel wat kouder is, kun je door warme kleding te dragen jezelf
beschermen tegen de kou.
Als het koud is, en als je merkt dat je dat kippenvel begint te krijgen en gaat bibberen, kun je
bij de warme verwarming gaan zitten, of even een jas aan doen zodat je weer warm wordt.

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

B) Zien: Licht: benoem het verschil in gebruik tussen dag/daglicht en


avond/kunstlicht.
Dag/daglicht

F IGUUR 3 VANAF DE HAL /INGANG

In de afbeelding hierboven zie je de vanaf de centrale hal (ingang) een openbare ruimte. Zoals
je kan zien, is hier veel daglicht te zien. Door de vele ramen komt er veel daglicht naar binnen
vallen. Ook zitten er aan het plafond een aantal lampen, die het daglicht opvullen zodat het
licht binnen het gebouw precies goed is.

FIGUUR

4 D E HAL EN DE KANTINE

Daglicht is dus erg belangrijk in een gebouw. Wanneer je in een klaslokaal bevindt, kan
zonlicht erg vervelend zijn, en daarom zijn er meestal zonneschermen om de zon tegen te
houden omdat dit hinder kan geven. Als het daglicht niet voldoende is overdag, kan dit leiden
tot verkrampte, ingespannen en onnodig naar voren gerichte lichaamshouding. Dan ga je
vooral naar voren leunen en dit kan leiden tot slechte lichaamshouding en op den duur tot
gezondheidsklachten.

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Avond/kunstlicht
Als het donker is buiten, moet er meer licht toegevoegd worden in een binnenruimte om alles
alsnog goed te kunnen zien. De verlichtingssterkte op de werkplek is het belangrijkste
kenmerk van kunstverlichting en het belangrijkste uitgangspunt bij het ontwerp van de
verlichtingsinstallatie. Bij werkverlichting is het aantal lux ongeveer 200 tot 800. Bij de keuze
van het type lamp, spelen lichtkleur en lichtopbrengst een rol. De lichtkleur wordt bepaald
door de kleurtemperatuur en de kleurweergave-index.
De lichtkleur (kleurtemperatuur) geeft aan hoe gelig of blauwig het licht is.
De kleurweergave-index geeft aan of het licht de verschillende gekleurde objecten er
natuurlijk doet uitzien.
Aangezien de school alleen overdag dus bij daglicht wordt gebruikt, omdat kinderen en
docenten s avonds niet op school zitten, heb ik hier geen fotos bij gevonden. Maar de
verlichting is dus van belang door kleurtemperatuur en kleurweergave-index om alsnog goed
te functioneren in het gebouw of een klaslokaal.

C) Horen: Geluid: benoem puntsgewijs in volgorde van belangrijkheid


a) drie geluiden die in de gebruikssituatie geproduceerd worden.
b) drie geluiden die van buiten komen.
a. Drie geluiden die in de gebruikssituatie geproduceerd worden
Hoge bezetting in leslokalen
Pratende leraren/kinderen
Storende zachte geluiden
Hoge bezetting in leslokalen:
Het aantal decibel gaat voor theorielokalen uit van maximaal 30 dB(A) en voor vaklokalen
maximaal 35 dB(A). Wanneer het dus erg druk is in een klaslokaal en de kinderen zijn net
binnen en de les is nog niet begonnen dan zijn de kinderen erg rumoerig en zijn ze nog aan
het schreeuwen. En daarom zal dit hoger liggen dan 40 dB(A) maar dit zal niet tot hinder
geven.
Pratende leraren/kinderen:
In het leslokaal waar de kinderen leskrijgen, maken niet alleen de kinderen lawaai of geluid.
De kinderen moeten naar de leraren luisteren/horen. Wanneer een leraar gewoon praat dus
bijvoorbeeld een opdracht uitlegt of bespreekt wat die dag gedaan moet worden dan zit het
aantal decibel bij een normaal gespreksniveau op 60 dB(A).
Storende zachte geluiden:
Ook wanneer de kinderen stil moeten zijn in de klas, zijn er altijd zachte geluiden aanwezig
van deze kinderen. Deze kunnen ook al storend worden ervaren. De aandacht wordt makkelijk
afgeleid door zachte geluiden, bijvoorbeeld stemmen en andere geluiden. De optelsom van

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

zachte geluiden is het achtergrondniveau. Achtergrondniveau kan storend zijn, vooral als het
opeens harder wordt. Voorbeelden zijn: zachtjes praten, met pennen spelen, klieren onder
elkaar, enzovoort.

b. Drie geluiden die van buiten komen.


1. Kinderen die buiten spelen op het speelplein (schreeuwen)
2. Verkeer dat langskomt.
3. Vervelende geluiden zoals pratende mensen, ect.

D) Tasten: beschrijf de tactiele kwaliteiten van de (verschillende soorten) keuzes


voor oppervlakte materialen in de gebruikssituatie van de frictie.
Bij de basisschool hoort natuurlijk een speelplein waar de kinderen kunnen spelen. Maar ze
kunnen zich hier ook tasten en zich bijvoorbeeld pijn doen bij het aanraken of betasten van
objecten en materialen. Ze kunnen ook van een toestel afvallen.

F IGUUR 5 DE SPEELPLAATS ( SCHOOLPLEIN )

FIGUUR

6 DE SPEELPLAATS ( SCHOOLPLEIN )

Op de afbeelding ziet u een rond speelapparaat. Kinderen kunnen hier op lopen, maar
wanneer dit te snel gebeurt, kunnen ze er afvallen. En we moeten beschermen tegen hitte en
kou, tegen snijden en schaven want veroorzaakt van het vallen of aanraken of betasten van
de speelmogelijkheden.
E) Het PGI-werkboek invullen en inleveren bij de gastdocent van Ergonomie Gert

Dekker.

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Fase 4: Bouwtekeningen +
orintatie gebouwde omgeving
Deel A
1) Visualiseer diverse functies
De schaal is : 2 cm = 1 m
Functie: wassen

Functie: Ontspannen, slapen

Functies: koken, eten en ontspannen


Functie: Hal

10

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

2) Opdracht Starterswoning
Met en zonder tuin

2D

2D

11

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Verbeterd ontwerp:
2D

3D

12

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

3) Toelichting ontwerpkeuzes
Hierboven staat een plattegrond van mijn starterswoning. Dit zou ik graag willen hebben in
mijn toekomstige woning.
- Ik ben begonnen met tekenen van een oppervlakte van 50 m2. (10 bij 5 meter)
Hierin kan ik alle diverse functies in kwijt en toch dat het een knusse woning blijft.
De slaapkamer.
Ik kan de werkelijke grote niet meer achterhalen. Maar ik heb het zo maximaal gemaakt in
een minimale ruimte.
Een tweepersoonsbed om te kunnen ontspannen, en een televisie. En de overige
benodigdheden die nodig zijn in een slaapkamer. Zoals een kledingkast en een opbergkast. De
slaapkamer bevat een schuifdeur naar de woonkamer toe. Om naar de badkamer toe te
komen, dit kan alleen via de slaapkamer.
De badkamer.
De badkamer heeft alle benodigdheden die ik graag zou willen hebben. De belangrijkste
functies die ik zou willen bezitten in mijn woning is een bad en/of douche en een toilet. Ik heb
in mijn ontwerp gekozen voor een bad en een douche omdat ik ze allebei erg fijn vindt.

De woonkamer/keuken.
De voordeur zit aan de zijkant van het huis. Dit zijn de dubbele deuren.
De keuken kant heb ik alleen gekozen voor de basis apparatuur. Zoals het fornuis/ de
kookplaten, de koelkast, de vaatwasser, en een wasbak.
De woonkamer bestaat uit een vierkante hoekbank een natuurlijk een televisie om heerlijk te
kunnen ontspannen naar een dagje school of werk. Om sfeer te creren heb ik ook gekozen
voor een openhaard.
Om bezig te kunnen met school staat er een bureau in de hoek van de woonkamer met een
bureaustoel en een laptop.
De tuin.
Ik heb de tuin bedacht omdat ik dat heerlijk knus vindt, en omdat je daar heerlijk kunt relaxen
wanneer het mooi weer is.
In de tuin staat een picknick tafel, en 2 stoelen waar je in kunt zitten wanneer het zonnetje
schijnt. Ook heb ik gekozen voor een barbecue omdat ik dit belangrijk vindt, de
(buiten)verwarming zorgt dat het warm blijft wanneer het wat minder warm is.

13

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Tweede ontwerp:
2D

3D

14

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

4) Toelichting ontwerpkeuzes tweede ontwerp:


Dit huis is een stuk groter dan mijn vorige woning. Dit komt omdat hier beter heb nagedacht
over wat ik er nou eigenlijk echt allemaal in wil en dit zo realistisch mogelijk te maken.
Ik heb van de woonkamer en de keuken n grote ruimte gemaakt omdat ik het fijn en mooi
vindt om een open keuken te hebben om zo in te kunnen lopen zonder eerst door te moeten.
De hal zit helemaal aan de rechterkant van de woning. In de hal is uiteraard een kapstok en
een rek om je jassen om te hangen wanneer je binnen komt en ook de schoenen uit te doen.
Vanuit de hal kom je dus in de woonkamer terecht.
Ik wou eerst de deur van het toilet vanuit de hal doen, maar dat vond ik nogal onhandig dus
heb het vanaf de woonkamer gedaan, omdat je anders eerst via de hal pas naar de wc kan.
Rechts bovenin vind je de werkruimte waar ik aan het werk kan voor mijn werk of school met
alle benodigdheden die ik nodig heb. Een boekenkast, een bureau met een laptop en een
grote opbergkast. Naast de werkruimte/kantoor heb je de berging. Hier staat de wasmachine
en de droger. Ook staat de strijkijzer en het was rek in de berging zodat de kleren direct weer
schoon en klaar zijn.
Aan de linkerkant vind je de slaapkamer met de badkamer ernaast. Vanaf de slaapkamer kun
je via een schuifdeur naar de badkamer maar je kan ook via de woonkamer naar de badkamer
komen.
In de badkamer bevindt zich een bad, douche, toilet en wasbak. Dit zijn de belangrijkste
elementen die ik in mijn badkamer wil hebben.
In de slaapkamer staat een tweepersoonsbed in het midden, zodat je er van beide kanten in
kunt komen. Ook staat er een kledingkast in en een opbergkast om mijn overige spullen in te
doen. Aan de muur tegenover het bed staat/hangt de televisie zodat ik makkelijk tv kan
kijken.
In de keuken en in de woonkamer heb ik een schouw geplaatst omdat ik heel erg van sfeer
houdt, en een schouw geeft deze sfeer.

15

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Deel B
Opdracht : Verschillende schaalniveaus
(binnen het domein huisvesting)
Schaalniveaus Dorp/stad wijk - gebouw
Schaalniveau: Plattegrond dorp/Stad

Schaalniveau: Plattegrond wijk

Schaalniveau: Brede school Noord van bovenaf

16

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Schaalniveau
Ziggo dome Amsterdam Nederland
Ziggo dome van buitenaf

Plattegrond Amsterdam

Plattegrond Nederland

17

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Schaalniveau
Plattegrond Stad Plattegrond wijk Woning
Plattegrond van een stad (Amsterdam)

Plattegrond van
een wijk

Een woning

18

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Schaalniveau
Hotel vanaf bovenaf Hotel van dichtbij Hotelkamer

19

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Schaalniveau
Schaalniveau: Mijn dorp mijn wijk/ straat mijn woning
Dorp

Wijk / straat

20

Portfolio Human Technology en gebouwde omgeving

Woning

Ik heb maar 5 fotosessies gedaan, omdat u tegen mij heeft gezegd dat ik er nog maar 2 bij
hoefde te doen toen ik er al 3 had. Dus in plaats van 6 heb ik er 5.

You might also like