Professional Documents
Culture Documents
student: Werkplekbegeleider:
Leanne Polman
Isa Schlicher Marion Gerris
PEH16VA
Om een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving te creren heb ik vanaf de eerste dag een
band proberen op te bouwen met de leerlingen . Mijn eerste twee dagen bestonden uit observaties. Ik
heb ervoor gezorgd dat ik veel heb rondgelopen en interesse heb getoond in alle vakken. Zo heb ik bij
vier docenten geobserveerd in de lessen en bij alle vier de docenten ben ik meteen gaan helpen in de
klas.
Verder heb ik vanaf mijn eerste stagedag dat ik met individuele of groepjes kinderen werk. Kinderen
die extra begeleiding nodig hebben, in een andere leerroute zitten of erg achterlopen op een bepaald
vak. Doordat ik deze verantwoordelijkheid en taken krijgen pas ik meteen in de leeromgeving. Ik bouw
ook een band om met de kinderen door ze individueel te begeleiden.
Daarnaast is mijn stageklas een klas die veel op elkaar reageert. Ik merk dat een groot deel van de
klas altijd het laatste woord moet hebben. Dit zorgt voor een minder prettige groepssfeer. Ik moet in
mijn lessen dan ook duidelijke grenzen stellen en boven de kinderen staan. Als deze kinderen leren
om het voor zich te houden, resulteert dit ook in een veiligere omgeving voor de rest van de klas.
Leiding geven aan het groepsproces is nog erg nodig bij mij in de stageklas. Dit heb ik in mijn lessen
met samenwerkingsvormen vooral gedaan. Het is iedere keer weer een verrassing hoe
samenwerkingsopdrachten gaan verlopen. Dit ligt aan de samenstellingen, tijdstip van de dag, humeur
kinderen en docent voor de klas. In dit kwartaal is het vooral geweest dat ik veel moest ervaren in de
lessen. Hierdoor leer ik omgaan met onverwachte situaties. Daarnaast heb ik vaker lessen twee keer
gegeven. Een keer aan groep zes en een keer aan groep 5. Hierdoor heb ik mijn feedback op mijn
lessen kunnen verwerken en de week erna de les opnieuw gegeven. Ik heb iedere keer gemerkt dat
de tweede les beter ging. Ik heb dan ook geleerd dat ik bij groepsprocessen de klas erg gericht moest
aansturen om het goed te laten verlopen. De lessen gaan goed als de kinderen duidelijkheid hebben.
Dit kwartaal ben ik veel meer bezig geweest met feedback dan vorige kwartalen. Ik heb ook een
oudere stageklas gekregen, waardoor ik meer interactie aan kan gaan met de groep. Ik kan nu samen
met de kinderen feedback geven en evalueren. Ik bespreek de lesdoelen vaker met de kinderen en
vraag feedback op de les. Daarnaast geef ik ze vaker individueel feedback als ik ze aan het helpen
ben.
Ik wilde mijn onderzoekende en reflectie houding verbeteren. Ik heb het in de vorige stage nog moeilijk
gevonden om te reflecteren op mijn eigen lessen. Ik wilde dus betere lesdoelen stellen en mijn lessen
dan ook beter reflecteren. Daarnaast was feedback vragen aan kleuters nogal lastig. Ik wilde dit meer
met groep 6 gaan doen. Dit helpt er ook weer bij om mijn reflecties uit te breiden. Ik wist dat in deze
ogp opdracht meer feedback zou gaan voorkomen. Ik wil niet alleen feedback leren verwerken, maar
ook feedback leren geven aan medestudenten.
De evaluaties van de les zijn een stuk uitgebreider. Ik heb deze weten uit te breiden na feedback op
mijn voorbereidingen van studenten en docenten. Door de evaluaties en de specifieke lesdoelen is het
voor mij makkelijker om op mijn les te reflecteren. Voor mijn lessen maken in gebruik van feedback
van mijn mentor, medestudenten en de kinderen uit de klas. Mijn opdrachten reflecteer ik zelf en ik
vraag om feedback bij medestudenten en vakdocenten. Ik leer veel van de feedback. Mijn eigen
opdrachten reflecteer ik kritisch en soms doe ik deze opnieuw om te zien of mijn feedback heeft
geholpen.
In de lessen maak ik regelmatig gebruik van werkvormen en groeperingsvormen. Deze vormen zijn
specifiek gericht op mijn stageklas. Er is goed nagedacht over de vormen. Verder was tijdsbewaking
een erg belangrijk stuk voor mij. De ochtendlessen duren op mijn stageschool 50 minuten. Na 50
minuten gaat de bel en moeten ze door naar de volgende les. Het is dus belangrijk dat ik in mijn
lessen op de tijd let. Daarnaast zijn er bij vakken zoals taal of rekenen kinderen met een aparte
leerroute. Tijdbewaking is een belangrijk punt als ook deze leerroute aparte stof uitgelegd moet
krijgen. Ik zorg ervoor dat de materialen voor mijn les klaar staan en binnen handbereik zijn. Vooral
Powerpoint en voorbereidingen gebruik ik tijdens mijn les. Zodra ik met kleine groepen ga werken, ga
ik in de hal zitten of aan een aparte tafel in het lokaal. Hierdoor kan ik goed met kleine groepen
werken en heb ik al hun aandacht.
Vanaf de eerste stagedag had ik meteen als taak om aan het werk te gaan met individuele en
groepjes leerlingen. Ik wil leren om echt aandacht te hebben voor ze en ze ook vooruit te helpen. Ze
hebben net wat meer aandacht nodig en ik kan ze dat geven als stagiaire. Ik wil alleen toezicht
houden op groepen en ook gerespecteerd te worden. Het is mijn taak om de klas rustig te houden
zonder hulp van mentoren. Daarnaast wil ik kinderen leren samenwerken die hier moeite mee
hebben. De klas is dit gewend en heeft hier nog hulp bij nodig. Ik zal als docent de kinderen ook
moeten leren om oplossingen te vinden. Ik moet niet te snel gaan helpen, maar de kinderen eerst zelf
moeten laten denken.
Ik begeleid vaak individuele leerlingen. Met deze leerlingen ga ik extra werk maken of werk inhalen.
Daarnaast heb ik vaste taken zoals lezen met kinderen die dit nog niet zo goed kunnen. Ik loop ook
vaker in de hal. In de hal werkt een klas zelfstandig. Ik loop dan rond om toezicht te houden en te
helpen bij vragen. Verder sta ik ook voor de klas en houd ik toezicht tijdens het werken. Ik loop veel
rond om kinderen te helpen. Incidenten komen ook voorbij en de kinderen komen ook naar mij toe als
er iets is. Vaak zijn het incidenten tussen kinderen. Deze kinderen roep ik dan bij elkaar om even over
het conflict te praten. Het is belangrijk dat er een veilige leeromgeving is voor de kinderen.
Tijdens enkele lessen stimuleer ik samenwerking en zelfredzaamheid. Veel kinderen vinden het nog
lastig om samen te werken. Het is voor mij belangrijk om de kinderen dit te leren en ze hierbij te
begeleiden. Daarnaast wil ik bij het zelfstandig werken en rekenen bijvoorbeeld zelfredzaamheid
stimuleren. De kinderen komen al snel naar een docent toe, maar ze moeten eerst leren zelf iets op te
lossen op een andere manier.
E.2 Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met collegas
5.2 actief bijdragen
Ik wil actiever zijn op mijn nieuwe stageschool. Dit was een van mijn minpunten in mijn vorige periode.
Ik wil contact hebben met de andere docenten en mij ook durven uit te spreken. Ik wilde meteen
initiatief tonen. Daarnaast is onze opdracht individueel, maar moeten mijn medestudenten en ik elkaar
helpen hierbij. Ik wil andere studenten helpen met zijn of haar opdrachten.
Mijn actieve bijdrage is een stuk groter dan op mijn oude stageschool. Ik heb veel meer contact met
collega's op mijn stageschool. Ik heb dan ook meerdere docenten waarbij ik lessen geef en observeer.
Verder heb ik een actieve bijdrage in de samenwerking met medestudenten door middel van feedback
te geven op hun opdrachten. Op deze manier kan ik ze helpen en hier leer ik zelf ook van. Op stage
neem ik regelmatig initiatieven en bied ik aan om met andere kinderen te gaan werken.
Al deze kritische handelingen hebben mij geholpen om mijn beeld van de ideale leerkracht te
verrijken. Mijn opdrachten zijn een stuk uitgebreider geworden door middel van feedback van
medestudenten en docenten te verwerken. Door de lessen specifiek voor mijn groep te maken ben ik
beter gaan nadenken over werkvormen en groeperingsvormen. Ik heb veel ervaring opgedaan met
klassikale lessen en juist lessen met aparte groepjes. Ik heb hier afwisseling tussen gevonden.
Tijdsmanagement is ook een stuk wat veel is teruggekomen en zeker past bij een ideale leerkracht.
Het kan wel eens zat het niet uitkomt qua tijd dan je had verwacht en dan is een stuk improvisatie ook
belangrijk. Het handelen in onverwachte situaties.
Vanaf dag 1 was er meteen een goede sfeer op mijn nieuwe stageschool. Ik voelde al vrij snel dat dit
anders was dan mijn eerdere stage. Dankzij een goede klik met mijn mentoren durfde ik meteen
initiatief te tonen. Ik ben meer contact gaan zoeken met andere docenten van de bovenbouw om dat
stuk te verbeteren. Ik benader de docenten met vragen en ik bied ze hulp aan. Ik kan goed met ze
overweg en zie mezelf niet alleen als een stagiaire, maar ook als collega. Om te leren differentiren en
de organisatie hierin goed te laten verlopen, heb ik mij eerst vooral gericht op de kleine groepen. Ik
heb veel apart gewerkt met kinderen die extra begeleiding nodig hebben of in een aparte leerroute
zitten. Hierdoor ervaar ik hoe ik deze kinderen moet begeleiden. Daarnaast geef ik natuurlijk ook
klassikale lessen en in die lessen houd ik ook rekening met kinderen die er meer moeite mee hebben.
Ik vind dat ik nog consequenter in mijn handelen mag zijn. Sommige kinderen proberen het echt nog
uit bij mij. Ik merk dat ik de laatste stagedagen hier wel al veel van leer, maar het mag nog meer. De
regels van mijn mentoren en de school gelden ook bij mij. Het moet niet zo zijn dat enkele kinderen
het voor de klas verpesten en onacceptabel gedrag vertonen. Mijn regels mag ik dan nog duidelijker
maken aan het begin van een activiteit of een les.
Leerdoelen stellen volgens de tule moet ik vanaf het begin gaan toepassen in mijn voorbereidingen en
niet achteraf. Ik vind het wel nog fijn om mijn eigen lesdoelen te stellen en dit blijf ik dan ook doen.
Leerdoelen van tule moet ik er meer bijvoegen. Hierdoor kan ik ook beter reflecteren op mijn lessen.
Ik ben tot nu toe redelijk tevreden over mijn lessen. Ik denk goed na over de werkvormen, maar deze
verlopen nog niet altijd zoals ik zou willen. Tijdsbewaking kan nog wat beter op gelet worden, zodat ik
iedere les kan afsluiten. Ik vergeet ook nog wel eens spullen klaar te leggen. Ik wil mijn spullen in orde
hebben voor een les, zodat dit geen tijd meer hoeft te kosten. Een goede voorbereiding is belangrijk
en dat vooral voor wat actievere en vrije lessen.