Typering van de groep 6 obs de Uitkijktoren

Naam: Isa Schlicher

PEH16VA
6 Maart 2017
In de typering van de groep probeer ik zo uitvoerig mogelijk de
groep te beschrijven. De informatie in deze typering heb ik
verkregen door vele observaties. Mijn mentor heeft gegevens van
de kinderen met mij gedeeld voor een duidelijker beeld van de
groep. Verder heb ik twee instrumenten gebruikt om mijn
typering te onderbouwen: de klimaatschaal en het sociogram.
Deze instrumenten hebben mij duidelijkheid gegeven over de
groep door middel van de ingevulde vragen. De kinderen hebben
deze zelfstandig ingevuld. De klimaatschaal en het sociogram zijn
bijgevoegd aan de rechterzijde van de pagina.

Algemeen
Groep 6 bestaat uit 22 leerlingen waarvan 11 jongens en 11 meisjes. Ze
zijn tussen de 9 en 11 jaar oud. De oudste van de groep is een doubleur .
Hij hoort eigenlijk in groep 7 te zitten, maar loopt flink achter op de groep.
Hij is namelijk pas een paar jaar in Nederland. De meeste kinderen van de
klas zitten al vanaf hun kleuterjaar op deze school. Het is in het algemeen
een rustige klas die zich zeker kunnen concentreren als dit moet. Er zitten
ook enkele kinderen in die wat drukker zijn. Ik merk dat mijn stageklas zich
erg veel met elkaar bemoeit. Ze reageren constant op elkaar en vinden
het moeilijk om op hun eigen werk gericht te zijn. Dit is zeker een valkuil
van de klas en hierdoor daalt de sfeer flink. Daarnaast hebben veel
kinderen een eigen wil. Zij moeten leren om te samenwerken. De klas is
hier niet aan gewend en ik merk dat het vrij moeilijk voor de meeste is om
een samenwerkingsopdracht te doen.

De klas is erg verdeeld in niveaus. Er zijn meerdere kinderen die op een

ander cognitief niveau zitten dan het gemiddelde van de klas. Zo zijn er 6
kinderen die een aparte leerroute volgen bij rekenen en 7 kinderen bij taal.
Verder is er nog een kind dat een aparte leerlijn heeft op alle vakken. Hij
komt uit Somali en woont nu drie jaar in Nederland. Naar mijn mening
zijn er in de klas veel kinderen die aparte aandacht of begeleiding nodig
hebben. Cognitief liggen de verschillen dus redelijk uit elkaar. Sociaal
gezien is de klas ook verdeeld. Er is een goede scheiding te zien tussen de
sociale verschillen. De sociale verschillen komen later in de tekst terug.
Deze informatie heb ik uit het groepsplan gehaald die ik van mijn mentor
gekregen heb. In dit groepsplan staan de sterke en zwakke punten van het
kind verwerkt en de extra begeleiding die hij of zij nodig heeft.
In de klas zijn gezamenlijke normen en waarden afgesproken. Er wordt in
de klas niet gepest. De klas moet goed met elkaar omgaan wat betekent
dat ze niet slaan of schoppen. Verder helpen de kinderen elkaar en zorgen
ze samen voor een goede sfeer in de klas. Ik heb zelf een les gegeven
over normen en waarden. Hier kwam uit dat de kinderen veel waarde
hechten aan respect. Het is erg belangrijk voor ze dat ze elkaar helpen en
vooral geen geweld gebruiken naar elkaar toe. Ze weten goed wat wel en
niet mag in de klas.

Sociogram
Om inzicht te krijgen op de groepsvorming in de klas heb ik natuurlijk
geobserveerd in de lessen en in de pauze. Door middel van deze
observaties kon ik al vaststellen welke kinderen met elkaar omgingen en
welke niet. In de klas zijn groepjes meiden en jongens die toch wel veel
met elkaar optrekken. Ik kan al veel conclusies trekken door middel van
mijn observaties. n observatie is niet betrouwbaar, maar na meerdere
stagedagen kon ik zeker enkele conclusies bevestigen. Je leert echt veel
van en over de klas door middel van observeren. Je ziet dat deze kinderen
elkaar ook kiezen in het sociogram. Verder heb ik het sociogram
afgenomen bij de hele klas. In deze vragenlijst kwamen 4 vragen naar
voren:
- domein sociaal
Met wie speel je graag?
Met wie speel je niet graag?
- domein werkgerelateerd
Met wie werk je graag?
Met wie werk je niet graag?
De kinderen kregen de mogelijkheid om bij elke vraag 3 namen aan te
kruisen. Dit aankruisen gebeurde geheel zelfstandig. Alle kinderen waren
in staat om 3 namen aan te kruisen. De resultaten van het sociogram zijn
op deze webpagina weergegeven onder het kopje sociogram. Het
sociogram is voor mij redelijk betrouwbaar. Door het aantal keuzes te
beperken tot 3 krijg ik een goed beeld van groepjes vrienden. Daarnaast
komen ze resultaten van deze kinderen in die groepen vaak overeen met
elkaar. Dit bevestigt dat mijn resultaten betrouwbaar zijn. Daarentegen is
het wel zo dat de test een momentopname is. Als kinderen net een conflict
gehad hebben kan het zijn dat kinderen elkaar negatief kiezen die elkaar
normaal niet negatief zouden kiezen.

Uit het sociogram blijkt dat de sociale kinderen uit de klas het meeste
positief gekozen zijn. De kinderen die wat negatiever zijn, zijn dan ook
vaker als negatief gekozen. De resultaten kloppen grotendeels met de
verwachtingen die ik had. Je kunt duidelijk in de klas zien welke kinderen
positief of juist negatief gekozen zouden worden. Bij het spelen is er maar
een geval waarin een persoon positief gekozen heeft voor iemand die hem
negatief gekozen heeft. De andere keuzes komen met elkaar overheen. Bij
het werken zijn dit drie gevallen.

Enkele dingen vallen mij op in het sociogram:

sociaal spelen/werkgelelateerd- Er zijn geen enkele jongens die
positief voor meiden kiezen en geen enkele meiden die positief voor
jongens kiezen. Dit zie ik ook terug in de klas. Meestal spelen de meiden
met de meiden en de jongens met de jongens. Wel wordt er wel een
samengespeeld alleen dan wel samen met 2 vriendinnen en 2 vrienden.
sociaal spelen- Je kunt uit het sociogram groepjes halen. Je ziet vaker bij
de meiden dat een groepje voor elkaar kiest, maar bij de jongens is dit ook
het geval.
werkrelateerd- De kinderen die bij het spelen negatief zijn gekozen, zijn
bij het werken ook weer negatief gekozen. Dit geeft weer aan dat de
kinderen niet erg geliefd zijn in de klas.
werkgelateerd- Bij het werken zijn er meer negatief-positief gevallen.
Namelijk drie.
spelen- Er is een jongen die geen een keer positief gekozen is. Ik merk
dat hij niet bepaald een positieve leerling is, maar ik had niet verwacht dat
helemaal niemand hem koos om te spelen. Bij het werken is hij een keer
positief gekozen.
werkgerelateerd- Er zijn twee meiden die veel negatief gekozen zijn en
maar een keer positief. Een van die meiden had ik verwacht, aangezien ze
erg aanwezig is en negatief de aandacht vraag. Het andere meisje had ik
niet verwacht. In de dagen dat ik haar heb gezien, was ze erg stil. Ik kan
me niet voorstellen dat dit de reden is dat mensen niet graag met haar
werken.

Klimaatschaal (sfeer in de groep en onderlinge leerling-

relaties)
De sfeer in de groep kan erg gezellig zijn en in het algemeen kunnen ze
goed met elkaar overweg. Ze zijn behulpzaam naar elkaar toe een dit
vooral naar hun vriendenkring. Als je de klas in komt is de klas erg gezellig
en zijn ze elke morgen aan het vertellen met elkaar. Toch kan deze
gezelligheid in de klas ieder moment omslaan. Er ontstaan veel conflicten,
doordat kinderen zich met elkaar bemoeien. Ze reageren constant op
elkaar en het is bijna onvermijdelijk. Samenwerken is voor een groot deel
ook nog een probleem. De meeste kinderen hebben een duidelijke eigen
wil en geven niet graag de touwtjes uit handen. Ze willen kosten wat het
kost hun eigen plan trekken. Dit gaat vaak gepaard met conflicten. Naast
observaties en gesprekken met de kinderen en mijn mentor heb ik de
klimaatschaal gebruikt. Deze klimaatschaal is toegevoegd aan de
bovenzijde van deze webpagina bij de knop klimaatschaal. Voor de
klimaatschaal geldt weer dat het een redelijk betrouwbaar instrument is.
De kinderen vullen het in naar eigen mening in en kunnen met duidelijke
begrippen aangeven wat ze van de klas of situatie vinden. Toch is het weer
een momentopname en kunnen conflicten of situaties een grote invloed op
de resultaten hebben.

De klimaatschaal bestaat uit 16 vragen die gaan over de sfeer van de

groep. Ieder kind beantwoord de vragen met de antwoorden: 1 (bijna)
nooit, 2 soms, 3 regelmatig of 4 vaak.

De sfeer in de groep heeft een gemiddelde score gekregen van 3,4 met
een maximum van 4. Dit is dus een prima resultaat. De onderlinge relaties
in de klas hebben een gemiddelde score van 3,1 gekregen met een
maximum van 4. Er zijn enkele kinderen in de klas die relatief lage scores
hebben behaald. Er is een verband te zien tussen de lage scores op de
klimaatschaal en het sociogram. Deze kinderen zijn ook negatief gekozen
door andere kinderen.

Verschillen in de groep

De grootste verschillen in de groep zijn op cognitief gebied. Bij vakken

zoals taal en rekenen is er een aparte leerroute. Dit betekent dat er twee
verschillende niveaus in de groep zijn. Dit wordt in de lessen opgelost door
eerst de groep die goed meekan met het niveau uitleg te geven. Zodra
deze groep aan het werk gaat, wordt de aparte leerroute bij elkaar
geroepen. Zij krijgen dan de uitleg en hulp die ze nodig hebben, zodat ze
hierna ook zelfstandig kunnen werken.

De verschillen op sociaal gebied zijn niet heel groot. Er zijn in de groep

zeker een paar haantjes. Ik zie niet echt een leider in de groep. De
verdeling is dus echt met kinderen die veel durven te zeggen en de
kinderen die zich een beetje op de achtergrond houden. Het grootste deel
durft wel zijn zegje te doen. Niet alleen naar de kinderen, maar ook naar
de docent. Dit valt mij erg op. Ze zeggen gewoon wat ze denken en
moeten altijd een antwoord terug geven.