You are on page 1of 5

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Paula Romaniszyn Mentor Stephany Jorissen


Klas B Datum 28-03-2017
Stageschool De Talisman Groep 1/2
Plaats Eindhoven Aantal lln 24
Vak- vormingsgebied: Kunst
Speelwerkthema / onderwerp: mode

Persoonlijk leerdoel:
- Ik ben in staat om een betrokkenheid bij de kinderen te creren, zodat alle kinderen meedoen met de les.
- Ik ben in staat om variatie in de les te creren door meer met samenwerkend leren te werken.
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
- De kinderen zijn aan he einde van de les in staat om een echt - Aan het einde van de les hebben de kinderen een echt kledingstuk helemaal
kledingstuk te versieren met verschillende materialen, zoals kralen, versierd met verschillende materialen.
glitters, stiften en knopen. - Ik bespreek met de kinderen aan het einde van de introductie welke patronen ze
- De kinderen zijn in staat om regels te hanteren over het veilig hebben gezien en welke patronen ze herkennen.
gebruiken en schoonmaken en het opruimen van materialen. - Ik bespreek met de kinderen welke vormen ze in de verschillende kunstwerken
- De kinderen zijn in staat om verschillende patronen in en materialen herkennen.
kunstwerken/materialen te herkennen. - Ik observeer tijdens de les of kinderen de regels van het veilig gebruiken,
- De kinderen zijn aan het einde van de les in staat om verschillende schoonmaken en opruimen van materialen hanteren.
vormen in textiel en kunstwerken te herkennen. - Ik laat de kinderen vertellen over wat ze hebben gemaakt, welke patronen,
- De kinderen zijn aan het einde van de les zin staat om te kijken en vormen en materialen ze hebben gebruikt en laat hun werkje aan de rest van de
te praten over hun eigen werk en dat van hun groepsgenoten. klas zien.
Tule.slo.nl
Beginsituatie:
De kinderen hebben de hele week kunstweek. De hele week zijn ze bezig met verschillende opdrachten omtrent vormen, patronen en mode. De kinderen hebben
werken van verschillende kunstenaars gezien. Ze hebben vaker met de materialen die in deze les worden ingezet, gewerkt. Bij sommige kinderen is de fijne motoriek
al beter ontwikkeld dan bij andere kinderen. Daardoor is er een verschil met hoe de kinderen te werk gaan met de materialen. De kinderen kennen al verschillende
vormen en weten die ook te benoemen. De kinderen zitten eerst in de kring. Dat zijn ze gewend bij een uitleg van een opdracht. De kinderen gaan daarna individueel
aan het werk met hun zelf meegebrachte kledingstuk. De kinderen hebben vaker individueel aan een beeldend vorming opdracht gewerkt. Er is hierbij geen
onderscheid gemaakt tussen groep 1 en groep 2. Alle kinderen werken met dezelfde materialen. Omdat groep 1 kinderen in de motoriek minder ontwikkeld zijn, vinden
sommige kinderen het nog lastig om met bepaalde materialen te werken. Daardoor zullen ze bijvoorbeeld fijne kraaltjes minder snel kiezen. De kinderen uit groep 2
werken gedetailleerder dan groep 1 kinderen. Ze zijn daardoor ook iets langer bezig dan groep 1. Groep 2 werkt ook secuurder.
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
Inleiding Onderwerp - Ik spreek met de kinderen af dat - De kinderen zitten in de kring. Digibord, filmpjes die bij dit
+/- 15 van de les wanneer ze iets willen zeggen, ze hun - De kinderen steken hun vinger op, wanneer ze iets onderwerp van de
minuten introduceren vinger moeten opsteken. willen zeggen. kunstweek horen, doos
- Ik vertel de kinderen dat we een - De kinderen luisteren en kijken aandachtig naar de met verschillende stoffen.
opdracht gaan doen met filmpjes.
kledingstukken. - De kinderen hebben inspiratie gekregen door de
- Ik vertel de kinderen dat we eerst naar verschillende kunstwerken die op de filmpjes
een aantal filmpjes gaan kijken. getoond werden.
- Ik zet een aantal filmpjes op, waarop - De kinderen vertellen welke patronen ze hebben
verschillende werken van kunstenaars herkend en welke vormen voorkwamen.
te zien zijn die te maken hebben met - Een voor een kiezen de kinderen een stofje die ze
vormen en patronen. Dit is ter inspiratie. mooi vinden.
- Ik vraag de kinderen aan het einde van - De kinderen vertellen waarom ze het stofje mooi
elk filmpje welke patronen en vormen vinden en welke patronen en/of vormen op het
ze voorbij zagen komen. stukje stof zitten.
- Ik vertel de kinderen dat we nu naar
echte stoffen gaan kijken.
- Ik laat een aantal kinderen naar voren
komen en laat ze een stofje uitzoeken
die ze mooi vinden.
- Ik laat de kinderen vertellen welke
vormen of patronen ze erin zien en
waarom ze het mooi vinden.
Kern De opdracht - Ik vertel de kinderen dat ze nu zelf aan Kralen, knopen,
+/- 30 uitleggen en de slag gaan met patronen en vormen. - De kinderen weten wat de bedoeling is van de textielstiften, lijm, stoffen
minuten kinderen - Ik vertel de kinderen ze de zelf opdracht. met vormen en patronen
aan het meegebrachte kledingstuk mogen gaan - De kinderen weten met welke materialen ze aan de erop, kledingstukken die
werk zetten. versieren. slag mogen. de kinderen zelf mee
- Ik vertel de kinderen welke materialen - De kinderen doen allemaal een short om en weten hebben gebracht,
er beschikbaar zijn. hoe ze met de materialen veilig om moeten gaan. schorten, stukjes karton.
- Ik vertel de kinderen dat ze veilig met - De kinderen gaan aan tafel zitten met hun
de materialen moeten omgaan en dat kledingstuk.
ze een short om moeten doen. - De kinderen laten weten wanneer ze hulp nodig
- Ik verdeel de kinderen over de tafels. hebben.
- Ik zet de kinderen aan het werk waarbij
ik een karton aan de binnenkant van de
kledingstuk leg, zodat het niet aan
elkaar plakt.
- Ik loop rond om kinderen te helpen.
- Ik observeer of de kinderen veilig met
de materialen omgaan.

Slot Opruimen - Ik laat de kinderen alles netjes - De kinderen ruimen alle materialen die ze gebruikt Werkjes van de kinderen.
+/- 10 en werkjes opruimen. hebben netjes op.
minuten nabespreke - Ik observeer of de kinderen veilig en - De kinderen ruimen de materialen goed en veilig op.
n. goed de materialen opruimen. - De kinderen gaan terug in de kring zitten.
- Ik laat de kinderen terug in de kring - De kinderen luisteren aandachtig naar elkaar en
zitten. steken hun vinger op wanneer ze iets willen zeggen.
- Ik laat de kinderen een voor een hun - De kinderen kijken goed naar het werkje van het
werkje aan de rest van de klas zien en kind dat aan het vertellen is.
vraag ze om kort te vertellen wat ze - De kinderen vertellen wat ze hebben gemaakt en
hebben gemaakt en welke vormen en welke patronen en vormen in hun werkje
patronen in hun werkje voorkomen. voorkomen.
- Ik complimenteer de kinderen met hun -
werkjes en sluit de les af.
Persoonlijke reflectie
Wat ging goed?
- Rust in de klas.
- Filmpjes laten zien en de filmpjes bespreken.
- Kinderen aan het werk zetten.
- Kinderen helpen.
- De overzicht in de klas gehouden.

Wat ging minder goed?


- De uitleg over de materialen en hoe ze die mogen gebruiken.
- Kinderen snel en netjes laten opruimen duurde erg lang.
- Nabespreken van de werkjes. Niet alle kinderen kwamen aan de beurt.
- Observeren of de kinderen de regels van veilig omgaan met materialen hanteerden.

You might also like