Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Paula Romaniszyn Mentor Stephany Jorissen

Klas B Datum 10-04-2017
Stageschool De Talisman Groep 1/2
Plaats Eindhoven Aantal lln 25

Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing

Speelwerkthema / onderwerp: Pasen

Persoonlijk leerdoel:
- Ik ben in staat om een betrokkenheid bij de kinderen te creren, zodat alle kinderen meedoen met de les.
- Ik ben in staat om variatie in de les te creren door meer met samenwerkend leren te werken zetten
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
- - De kinderen zijn in staat om over een feestdag te praten. - Ik vraag aan het einde van de les wat de kinderen zelf met Pasen doen thuis.
- - De kinderen zijn in staat om meningen en argumenten te geven - Ik vraag aan het einde van het verhaal wat ze van de gebeurtenissen van het
over een godsdienstig verhaal dat gebonden is aan een feestdag. verhaal vonden en waarom.

Tule.slo.nl
Beginsituatie:
De kinderen leren verschillende zaken over verschillende feestdagen. Op dit moment is Pasen een feestdag dat in hun belevingswereld plaatsvindt. De kinderen zijn
niet helemaal bewust van waarom Pasen gevierd wordt. Ze doen wel allerlei dingen rondom het Pasen, zoals knutselen etc. De kinderen doen drie dagen in de week
trefwoord, dat houdt in dat ze bezig zijn met verhalen rondom Jezus en God. Ze weten dus wie deze personen zijn. De kinderen krijgen bij trefwoord een verhaal
voorgelezen en gaan daarna daarover in gesprek met de leerkracht. De les is klassikaal en dus zitten de kinderen in de kring.
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
Inleiding De les - Ik maak de afspraak met de kinderen - De kinderen steken hun vinger op, wanneer ze iets
+/- 5 introduceren dat ze hun vinger opsteken, wanneer ze willen zeggen.
minuten iets willen vertellen. - De kinderen zijn bewust van het feit dat het
- Ik vraag aan de kinderen of ze weten binnenkort Pasen.
welke feestdag er binnenkort - De kinderen weten wat de les in gaat houden.
plaatsvindt. - De kinderen luisteren aandachtig naar de uitleg van
- Ik vertel de kinderen dat ik een verhaal de les.
ga voorlezen over Pasen.
- Ik vertel de kinderen dat ze goed
moeten luisteren.
- Ik vertel de kinderen dat we straks over
dit verhaal gaan praten.
Kern Het - Ik laat het boekje aan de kinderen zien - De kinderen luisteren aandachtig naar het verhaal. Boekje van het
+/- 20 Paasverhaal die voorgelezen gaat worden. - De kinderen kijken aandachtig naar de plaatjes. Paasverhaal.
minuten voorlezen - Ik vertel de kinderen de titel van het - De kinderen steken hun vinger op, wanneer ze iets
en met boekje. willen zeggen.
kinderen - Ik lees het verhaal rustig voor en laat de - De kinderen doen aandachtig mee met het
erover in plaatjes aan de klas zien. nabespreken van het verhaal.
gesprek - Ik vraag aan de kinderen, na het - De kinderen geven hun mening en onderbouwen
gaan voorlezen van het verhaal, wat ze van het met argumenten.
het verhaal vonden. - De kinderen weten waarom we Pasen vieren.
- Ik vraag wat de kinderen het minst
leuke aan het verhaal vonden. (de dood
van Jezus)
- Ik vraag aan de kinderen of ze het een
goede aanpak vonden wat de keizer bij
Jezus heeft gedaan. (kruisigen)
- Ik vraag de kinderen wat zij zouden
hebben gedaan.
- Ik vraag aan de kinderen of ze snappen
wat we met Pasen vieren.
Slot De les - Ik vraag aan de kinderen wat ze met - De kinderen doen aandachtig mee en steken hun
+/- 5 afsluiten en Pasen doen thuis. vinger op wanneer ze iets willen zeggen.
minuten lesdoelen - Ik vraag aan de kinderen of ze nog - De kinderen denken mee met andere dingen die ze
evalueren. andere dingen kunnen bedenken die je nog met Pasen doen thuis.
doet met Pasen(behalve paaseieren
zoeken)
- Ik geef kinderen het compliment dat ze
goed mee hebben gedaan.
- Ik sluit de les af.
Persoonlijke reflectie
Wat ging goed?
- Verhaal voorlezen.
- Vragen stellen aan kinderen kinderen hadden goede argumenten
- Kinderen goed bij de les betrokken, er was veel rust in de klas.
- Nabespreking van het verhaal, goede vragen gesteld en kinderen kwamen met goede alternatieven op problemen die in het verhaal
voorkwamen.

Wat ging minder goed?

- Bespreken wat kinderen wat ze nog meer doen met Pasen weinig variatie in vragen.
- Niet duidelijk genoeg uitleg over wat Pasen echt inhield, kinderen konden de betekenis ervan niet goed navertellen.