You are on page 1of 4

Co-teaching

Wat is co-teaching wel? Wat is het niet?


 Gezamenlijk lesgeven = co-teaching
 Voordelen:
 Vermindering professioneel isolement = professionalisering
 Sterke strategie voor inclusie = inzetten op diversiteit = universeel
ontwerp
 Wat is co-teaching wel?
 Bij co-teaching werken twee of meer leerkrachten/collega’s in 1 klaslokaal
als gelijkwaardige partners
 Zoveel mogelijk leerlingen de doelen van een les of een lessenpakket of
een project te laten halen bij voorkeur in een duurzaam opzet
 Essentiële componenten
- Wederzijdse interactie
- Positieve onafhankelijkheid
- Interpersoonlijke vaardigheden
- Het monitoren van het co-teaching traject
- Individuele aanspreekbaarheid
 Wat is co-teaching niet?
 Leerkrachten geven na elkaar les in dezelfde klasgroep
 Eén leerkracht observeert, een ander geeft les (thema: evaluatie)
 Eén leerkracht geeft les, een ander verbetert intussen
 De evenwaardigheid ontbreekt volledig
 Effectiviteit van co-teaching
 Weinig sluitend onderzoek
 Meta onderzoek Positief effect op welbevinden op co-teachers
 Positief effect op sociale interactie in de klasgroep
 Verlaging contractratio of onderwijsaandacht per kind
 Wanneer lijkt co-teaching een geschikt instrument?
 Inclusie
 Complexere werkvormen
 Coaching en training van leerkrachten
 Observatietool
 Samenwerking leerkracht – binnenklasondersteuner/lid begeleidingsteam

Enkele modellen rond co-teaching kort bekijken


Participerende observatie
 Eén leerkracht geeft les, één leerkracht kijkt toe.
 Waarom?
 Om informatie te verzamelen over klasroutines
 Om de participatie van een leerling te bekijken
 Om interacties in de groep te bekijken (informele hulp, peertutoring)
 Om de voorwaarden voor de start vast te stellen
 Wanneer?
 Bij de start van co-teaching
 Bij vragen rond de aansluiting en ondersteuning van een leerling
 Bij aanmelding of signalering van (leer)problemen bij leerlingen

1
Begeleiding van (alle) leerlingen
 Eén leerkracht geeft les, één leerkracht gaat rond
 Waarom?
 Om assistentie te bieden aan leerlingen zonder hierbij te storen
 Ondersteunende leerkracht heeft specifieke expertise (vakgebied, leren-
leren, communicatie)
 Ondersteunende leerkracht verkent ruimere klaswerking en neemt deel
aan feedback
 Wanneer?
 In nieuwe co-teaching situaties
 De les leent zich het best tot instructie door één persoon
 Als bewust lesonderdeel wanneer leerlingen nauwere begeleiding nodig
hebben

Alternerende activiteiten (hoeken)


 Waarom?
 Kleinere verhouding leerkracht/leerlingen
 Laat toe meerdere onderwerpen gelijktijdig aan te brengen
 Om diversiteit in de kijker te stellen en ieders bijdrage tot zijn recht te
doen komen
 Wanneer?
 Leerlingen werken in kleine groepjes
 Bij complex materiaal of thema’s die niet hiërarchisch zijn

Parallelle groepen
 Waarom?
 Kleinere leerlingen/leerkrachten ratio
 Verhoogt de participatie bij discussies
 Om leerlingen van nabij te volgen en begeleiden
 Om de fysieke of communicatieve toegankelijkheid te verhogen voor één
groep
 Wanneer?
 Bij de introductie van een nieuw onderwerp
 Herhaling, oefening, pre-teaching
 Als groeperingsstrategie
 Bij begeleiding van coöperatieve werkvormen

Alternatieve lesactiviteiten
 Waarom?
 Wanneer kleine groep leerlingen nood heeft aan remediëring of verrijking
 Om te toetsen
 Wanneer?
 Terugblik op vorige les
 Pre-teaching
 Nieuwkomers
 Specifieke deskundigheid van leerkrachten

Team teaching
 Waarom?
 Om interactie tussen leerkrachten te tonen. Bv. bij modeling, rollenspel
 Benadrukt gelijkwaardigheid van rollen
 Wanneer?
 Als leerkrachten hier goed bij voelen en vlot samen lesgeven
 Bij bredere thema’s, vakoverschrijdende onderwerpen

2
Mixed co-teaching
 Waarom?
 Om in te spelen op het lesverloop en de vragen van de leerlingen
 Om afgesproken aanpassingen in te zetten en te toetsen in meerdere
situaties
 Soepele wisseling van rollen, bevordert het leerproces van elk van de
leerkrachten
 Wanneer?
 Als leerkrachten goed op elkaar ingespeeld zijn
 Als er heel regelmatig een tweede leerkracht in de klas komt
 Vraagt voldoende vertrouwen

Focus op randvoorwaarden om tot co-teaching te komen


1. Tijd en overlegruimte
2. Vertrouwen in de co-teachers
3. Trajectbenadering versus projectbenadering
4. Vrijwilligheid op niveau van instap
5. Openheid naar het brede team
6. Geen verborgen agenda
7. Vanuit een expliciet doen

Wiens klas is het nu eigenlijk? Afspraken maken omtrent


 Procedures
 Planning en taakverdeling: wie doet wat? Wanneer?
 Lesmodel: wie neemt welk deel van de instructie op zich? Durf variëren!
 Afspraken rond aanpassingen, toetsen  doelmatigheid
 Inhouden remediëring, parallelle activiteiten…
 Wat bij vervangingen?
 Afwisseling tussen klasparticipatie/co-teaching en individuele
begeleidingsmomenten
 Tolerantie
 Ruimte in de klas, bewegingsvrijheid
 Tolerantie voor rumoer
 Routines bij overgangen en bij het lesgeven
 Vaste gewoonten in de organisatie
 Procedures rond discipline in de klas
 Respect voor ieders deskundigheid en leerproces
 Veiligheid en vertrouwelijkheid van informatie
 Veiligheid rond samenwerking en feedback, wanneer en hoe bespreek je
iets met elkaar?
 Vertrouwelijkheid rond leerlinge, ouders en collega’s  afspraken rond
deontologie & model staan voor
 Verwachtingen t.a.v. de leerlingen in open dialoog: doelbepaling
 Veiligheid van leerlingen
 Gelijkheid van status in de klas
 De namen van beide leerkrachten staan op het bord, op verslagen, in de
agenda
 Beide leerkrachten hebben ruimte voor persoonlijk materiaal
 Beide leerkrachten hebben een stoel en tafel (op volwassen maat)
 Beide leerkrachten nemen een ‘leerkrachtrol’ op in de klas: geven
instructies en toestemming aan de leerlingen
 Beide leerkrachten werken regelmatig met alle leerlingen
 Beide leerkrachten worden door de leerlingen, ouders, collega’s, directie
gezien als leerkracht

3
Uitwisseling en concrete implementatie
 Co-teaching: “daar zijn geen uren voor”
 Uren vinden voor co-teaching
 Zorg – leerkrachturen
 Klassamenvoeging
 Indikking lesuren
 Structureel gebruik van studenten
 Vakcombinanties
 Graadcombinaties
 Uitbreidingstrajecten
 Implementeren
 Chronologie
 Randvoorwaarden op beleidsniveau
 Randvoorwaarden op co-teachersniveau
 Kennisdeling
 Trajectverhaal – olievlek
 Inspireren
 Ronde 1: kennisdeling vanuit expertise
 Ronde 2: eerste stappen zetten per school of individueel

You might also like