Professional Documents
Culture Documents
DISCLAIMER
Het Handboek Architectuur (Handboek) is bestemd voor interne doeleinden. Aan de inhoud
van het Handboek is uiterste zorg besteed. Het is echter mogelijk dat de inhoud van deze
Handboek verouderd, incompleet en/of incorrect is. Aan de inhoud van dit Handboek kunnen
door derden dan ook geen rechten worden ontleend. De gemeente Amsterdam kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor de (directe als ook indirecte) gevolgen van het gebruik,
op welke wijze dan ook, van de hierin aangeboden informatie. De gemeente Amsterdam
geeft geen enkele garantie noch aanvaardt zij enigerlei aansprakelijkheid met betrekking tot
de inhoud, data, adviezen, verklaringen, software, producten of ander materiaal in dit
Handboek.
De disclaimer en de inhoud kunnen zonder nadere aankondiging op ieder gewenst moment
wijzigen. Alle intellectuele eigendomsrechten op de in het Handboek verstrekte informatie,
inclusief beeldmerken, logos, fotomateriaal, komen toe aan de gemeente Amsterdam. Niets
uit de teksten of grafische voorstellingen in het Handboek mag zonder schriftelijke
toestemming van de gemeente Amsterdam openbaar worden gemaakt/verstrekt aan derden,
vespreid en/of verveelvoudigd.
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Voorwoord
Dit Handboek Architectuur laat zien dat dit kan. Het draagt voor mij op
twee manieren bij aan versterking van de samenwerking tussen de
centrale stad en de stadsdelen: via de inhoud en het proces.
Inhoud
Effectieve samenwerking is alleen mogelijk wanneer de betrokkenen met
elkaar kunnen communiceren. Dit Handboek biedt een
gemeenschappelijke taal om te communiceren over de Amsterdamse
organisatie en informatievoorziening. Zo zorgen we dat iedereen hetzelfde
verstaat onder veel gebruikte, maar vaak moeilijk grijpbare termen als het
‘hoofdproces Dienstverlening’, ‘basisregistraties’ of ‘Antwoord’.
Tenslotte geeft het Handboek ook een gezamenlijk kader voor ons
toekomstig handelen. De in het Handboek opgenomen grondslagen en
standaarden zijn concrete afspraken die we met elkaar hebben gemaakt.
Deze afspraken zijn ook bestuurlijk vastgesteld door de stadsbrede
Commissie Informatievoorziening waarin zowel bestuurders namens de
stadsdelen als leden van B&W zitten. Deze afspraken zijn daarmee
leidend voor het toekomstig handelen van iedereen die professioneel
actief is in de Amsterdamse organisatie en informatievoorziening.
1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Proces
Dan het proces. De wijze waarop het Handboek tot stand is gekomen is
voor mij een schoolvoorbeeld van hoe we effectief van ongeduld naar
actie kunnen komen. Het proces typeer ik met de volgende steekwoorden:
een bottom-up benadering; ruimte voor professionals; projectmatig
werken; pragmatisme door een focus op de dingen die nu echt belangrijk
zijn; en het gericht werken aan draagvlak door actieve betrokkenheid van
stadsdelen, diensten en bedrijven. Door deze manier van werken was het
voor de Commissie Informatievoorziening klip en klaar dat dit Handboek
vastgesteld moest worden.
Met de eerste versie van dit Handboek hebben we een prachtige eerste
mijlpaal bereikt voor betere samenwerking op het terrein van de
Amsterdamse organisatie en informatievoorziening. Ik hoop dat het ook u
zal helpen in uw werk. En laten we samen op eenzelfde wijze doorwerken
aan de implementatie en verdere uitwerking van deze architectuur!
2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Managementsamenvatting
Nut en noodzaak
Andere Overheid Het Handboek Architectuur is, als uitdrukking van de concernbrede
samenwerking, van doorslaggevend belang voor de realisatie van die Andere
Overheid. We hebben ons stellig voorgenomen de dienstverlening en de
handhaving te verbeteren, en meer te doen tegen lagere kosten. We volgen de
ambities die op landelijk niveau expliciet zijn gemaakt in een
BurgerServiceCode.
management samenvatting - 1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
koppelen en delen In het handboek staat hoe we Amsterdam willen inrichten: koppelen en delen,
samenwerking en samenhang. We kunnen onze business-doelstellingen
alleen halen als we met één loket naar buiten treden, processen delen,
gegevens delen en middelen delen. En om alle organisaties op elkaar aan te
sluiten zijn er voorzieningen “in het midden” nodig om de processen te
regisseren en de gezamenlijke gegevens onderling uit te wisselen.
management samenvatting - 2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
één keer inloggen Een ander voorbeeld, van onder naar boven redenerend. In de infrastructuur
bouwen we een faciliteit in om de authenticatie en de autorisatie te regelen
van alle gebruikers van de concernsystemen (de zogenaamde I AM-server).
Deze technische voorziening is noodzakelijk omdat we op het niveau van de
uitvoerende processen niet telkens opnieuw willen inloggen maar in alle
omstandigheden door de systemen herkend en bediend willen worden (single
sign on).
model met vijf lagen In het Amsterdamse vijflagenmodel wordt zo veel mogelijk geïntegreerd wat
landelijk of internationaal reeds is vastgesteld. Het model wordt gebruikt als
kapstok voor de beelden en de platen, de teksten en de uitleg. Er is expliciet
aandacht voor de grondslagen, voor de (gewenste) standaards, voor het
beheer en voor de beveiliging. Per laag kan de detaillering verschillen, maar in
elk geval moet er, om ook het management voor de zaak te winnen, een
uiteenzetting zijn die buitengewoon laagdrempelig en toegankelijk is.
plan van aanpak • en op grond daarvan kan een architectuurmodel het referentiekader
bieden voor een planmatige of programmatische benadering van de
gemeentelijke ICT; een plan van aanpak is in ieder geval de logische
vervolgstap.
management samenvatting - 3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
management samenvatting - 4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
de vijf lagen We kunnen de resultaten tot nu toe projecteren in het vijflagenmodel. Links in
deze artist impression geven de illustraties aan waar het in de betreffende laag
om gaat. In het midden wordt vervolgens gaandeweg geschetst wat de
samenhang is tussen de verschillende lagen. In het handboek worden deze
abstracte beelden vervolgens vertaald in concrete modellen, diagrammen,
definities, schema’s en toelichtingen. De hoofdstukindeling volgt de vijf lagen
van dit architectuurmodel.
management samenvatting - 5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
vanuit het proces We gaan één stap dieper in op het model. In principe moet een redenering op
elke laag kunnen starten, ter illustratie wordt onderstaand de proceslaag als
startpunt genomen. Dat begint met een inrichting op het hoogste
abstractieniveau. Voor het proces dienstverlening kan dat er bijvoorbeeld als
volgt uitzien.
voortgangsbewaking Elk dienstverleningsproces begint met het te woord staan van de klant, de
aanvraag wordt op de een of andere manier geregistreerd en het verzoek
wordt in behandeling genomen. Vaak zal er sprake zijn van een beoordelings-
of beslissingsmoment in de procedure en als alles goed gaat wordt het
gevraagde op tijd en naar tevredenheid van de klant geleverd. Dat laatste, de
bewaking van de voortgang van het proces, is cruciaal voor de eerder
geformuleerde ambitie met betrekking tot de klanttevredenheid. Hier start de
discussie over de zogenoemde mid office, die hieronder nader wordt
toegelicht.
management samenvatting - 6
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
informatie En dan vanuit de proceslaag naar beneden: welke informatie is benodigd bij
de uitvoering van de processen? De gegevens waarover het in de informatie-
laag gaat, kunnen in drie categorieën worden verdeeld.
basisregistraties In de eerste plaats gaat het om de zes basisregistraties, het hart van de
gegevenshuishouding. Deze zijn in vrijwel elke fase van het primaire proces
benodigd, dus zowel in de front en de mid office als in de back office.
bedrijfsgegevens Ten tweede gaat het om gegevens die specifiek zijn voor de aard van het
product of de dienst: inkomens- en vermogenspositie (DWI), WOZ-gegevens
van de eigenaar van het onroerend goed (DBGA), in-, door- en uitstroom van
leerlingen (DMO), erfpacht op het perceel (OGA), kenteken van de auto
(Stadstoezicht), enzovoort. Deze gegevens worden vanwege de hoedanigheid
met name in de back office gebruikt.
management samenvatting - 7
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
applicaties De gegevens zijn hiermee op papier bepaald maar moeten nog wel in techniek
worden omgezet. Op de applicatielaag spreken we van databases. Verder is
er functionaliteit benodigd om deze databases te beheren en te bewerken.
SGA en webservices Van oudsher is sprake van systemen waarin functionaliteit en database
exclusief voor elkaar zijn bestemd (rechts in de afbeelding), maar onderlinge
uitwisseling en meervoudig gebruik van functionaliteit (links in de afbeelding)
wordt steeds belangrijker, de zogenaamde Service Gerichte Architectuur
(SGA). De applicatie hoeft zelfs niet eens meer in huis te draaien maar kan via
internet worden aangeboden (webservices).
management samenvatting - 8
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
heen en weer Het verhaal dat bij de burger begint, is zo uiteindelijk vertaald in techniek.
Behalve van boven naar beneden kan de redenering ook andersom lopen. Op
die manier ontstaat er consistentie in de beelden en een toetsing aan de
praktijk. De architectuur is een levende, dynamische systematiek om grip te
krijgen op de werkelijkheid.
ist en soll? De vraag is aan de orde welke situatie in het handboek wordt beschreven, de
feitelijke of de gewenste. Daar is geen eenduidig antwoord op te geven, in de
eerste plaats omdat de ICT-omgeving voortdurend in beweging is en ten
tweede omdat dit per organisatieonderdeel kan verschillen. In principe biedt
het handboek echter een referentiearchitectuur en gaat het derhalve in de
meeste gevallen om de SOLL-situatie.
management samenvatting - 9
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
mid office? Het vijflagenmodel kan houvast bieden bij discussies die op gemeentelijk maar
ook op landelijk niveau (EGEM) worden gevoerd over trends en al dan niet
gewenste ontwikkelingen. Over bepaalde kwesties bestaat volledige
overeenstemming: de noodzaak van basisregisters bijvoorbeeld of het burger
service nummer. Maar er zijn ook onderwerpen waarover de meningen
verschillen: gaat het zaakdossier er komen en wat is dat precies: een mid
office?
apart onderdeel? In het eerdere model van het proces dienstverlening zijn de vijf deelprocessen
zo gerangschikt dat daar een organisatorische indeling aan gekoppeld kan
worden. Het contact met de klant bij de aanvraag en de levering van dienst of
product is het werk van de front office. De behandeling en eventuele beslissing
gebeurt door de specialisten in de back office. De bewaking van het proces
gebeurt van oudsher door de betrokken medewerkers zelf. Werkimpulsen
worden aan collega’s doorgegeven door het papieren dossier op het bureau te
leggen of in het postvakje te deponeren, of door middel van digitale varianten
daarop. In die overdracht, in het toezicht op de gang van zaken en in de
toenemende onderlinge afhankelijkheid doen zich problemen voor. Een apart
organisatieonderdeel, een mid office, zou belast kunnen worden met de
voortgangsbewaking, de gegevensuitwisseling en de statusmelding. Maar dat
zou ook geheel door de techniek kunnen worden opgelost.
management samenvatting - 10
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
de inrichting Als we de voorziening waarvan hier sprake is voor het gemak even mid office
noemen, dan gaat de discussie erom of die mid office organisatorisch of
technisch vorm moet krijgen, of dat parallel kan, uit- of infaserend, wat leidend
moet zijn en wat volgend. Hoe dan ook gaat het om keuzes met verstrekkende
consequenties.
Management issues
speerpunten Het handboek geeft een doorkijk naar de toekomst en biedt daarmee houvast
voor de
langere
termijn. In het
vijflagenmodel
kan vrij
eenvoudig
aangegeven
worden wat de
belangrijkste
onderwerpen
zullen zijn
management samenvatting - 11
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
laag 2: proces Een goede architectuur op de proceslaag is van cruciaal belang. Van alle
goede bedoelingen om de burger aan het stuur te laten, basisregistraties te
gaan benutten en te besparen door de inzet van slimme ICT gaat niets terecht
komen als we niet onze processen herontwerpen. Duidelijk is dat Beter
Presteren het kader moet vormen. Maar met het benoemen van de zes
hoofdprocessen en het aanwijzen van proceseigenaren in een kernteam zijn
we er niet. Processen moeten worden herontworpen en tot op een hoog
detailniveau in kaart worden gebracht volgens een standaard methodiek en
een service gerichte architectuur: Organisaties verlenen elkaar (elektronische)
services waarmee de diensten aan burgers worden geassembleerd.
management samenvatting - 12
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
laag 3: informatie Op de informatielaag is het management actief betrokken bij het programma
Basisregisters & ICT-infrastructuur (BRI). Naast de zes wettelijke verplichte
basisregisters draagt ook een aantal “kernadministraties” bij aan de
doelstellingen van eenmalige invoer, meervoudig gebruik. De ontwikkeling van
zaakdossier en klantdossier heeft daarbij de grootste prioriteit. En daarbij zijn
standaards voor registratie en bewaring van digitale documenten een vereiste.
De betrokkenheid en de expertise van het Gemeentearchief op dit Digitale
Informatiebeheer is erg belangrijk.
laag 5: infra Op de laag van de infrastructuur moet het management betrokken zijn bij
beveiligingskwesties en verdergaande uniformering. De bestaande tweedeling
van lokale en centrale netwerken moet worden opgeheven, “eigen” internet-
aansluitingen zijn uit den boze, er moet een gemeenschappelijke voorziening
komen voor identificatie, authenticatie en autorisatie (een I AM-server). En
verder kan het beheer van de infrastructuur, technisch en logisch, beter
worden belegd. Er spelen soortgelijke vragen als op de applicatielaag:
• hoever willen we ook hier gaan met ‘gemeenschappelijkheid’?
• hoever gaan we in onze standaardisering?
management samenvatting - 13
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Definitief Bestuursdienst
Inhoudsopgave
1 Inleiding...........................................................................................................................................1
1.1 Aanleiding.........................................................................................................................................1
1.2 Waarvoor dient de architectuur? ......................................................................................................2
1.3 Hoe kunt u dit Handboek gebruiken?...............................................................................................3
1.4 Leeswijzer.........................................................................................................................................4
3 Grondslagen ...................................................................................................................................1
3.1 Inleiding ............................................................................................................................................1
3.2 Algemene grondslagen ....................................................................................................................1
3.3 Grondslagen organisatiearchitectuur ...............................................................................................1
3.4 Grondslagen procesarchitectuur ......................................................................................................2
3.5 Grondslagen informatiearchitectuur .................................................................................................2
3.6 Grondslagen applicatiearchitectuur..................................................................................................2
3.7 Grondslagen infrastructuurarchitectuur............................................................................................2
4 Organisatiearchitectuur.................................................................................................................1
4.1 Inleiding ............................................................................................................................................1
4.2 Grondslagen ...................................................................................................................................13
4.3 Modellen .........................................................................................................................................14
4.4 Standaarden ...................................................................................................................................25
4.5 Beheer ............................................................................................................................................27
4.6 Beveiliging ......................................................................................................................................29
4.7 Conclusies ......................................................................................................................................30
5 Procesarchitectuur.........................................................................................................................1
5.1 Inleiding ............................................................................................................................................1
5.2 Grondslagen ...................................................................................................................................11
5.3 Modellen .........................................................................................................................................12
5.4 Standaarden ...................................................................................................................................15
5.5 Beheer ............................................................................................................................................17
5.6 Beveiliging ......................................................................................................................................18
5.7 Conclusies ......................................................................................................................................19
6 Informatiearchitectuur ...................................................................................................................1
6.1 Inleiding ............................................................................................................................................1
6.2 Grondslagen .....................................................................................................................................4
6.3 Modellen ...........................................................................................................................................5
6.4 Standaarden ...................................................................................................................................16
6.5 Beheer ............................................................................................................................................18
6.6 Beveiliging ......................................................................................................................................19
6.7 Conclusies ......................................................................................................................................21
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7 Applicatiearchitectuur ...................................................................................................................1
7.1 Inleiding ............................................................................................................................................1
7.2 Grondslagen .....................................................................................................................................4
7.3 Modellen ...........................................................................................................................................5
7.4 Standaarden ...................................................................................................................................22
7.5 Beheer ............................................................................................................................................26
7.6 Beveiliging ......................................................................................................................................29
7.7 Conclusies ......................................................................................................................................30
8 Infrastructuurarchitectuur .............................................................................................................1
8.1 Inleiding ............................................................................................................................................1
8.2 Grondslagen .....................................................................................................................................4
8.3 Modellen ...........................................................................................................................................5
8.4 Standaarden ...................................................................................................................................17
8.5 Beheer ............................................................................................................................................19
8.6 Beveiliging ......................................................................................................................................20
8.7 Conclusies ......................................................................................................................................22
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Andere Overheid Burgers en bedrijven verlangen een andere, beter functionerende overheid.
Een overheid die niet naar de bekende weg vraagt, die klantgericht is, zich niet
voor de gek laat houden, die weet waar ze het over heeft, die haar zaken op
orde heeft en die niet meer uitgeeft dan nodig is. Dit is geen modegril, maar
vormt een structurele trend die al jaren zichtbaar is bij overheidsorganisaties
op alle niveaus.
drie kernpunten Het vormgeven van deze Andere Overheid vergt een transformatie. Op het
hoogste abstractieniveau gaat het hierbij om drie dingen:
veel initiatieven gestart: Binnen Amsterdam zijn we hard op weg om dit tot een succes te maken. De
van ongeduld naar actie afgelopen jaren zijn binnen (samenwerkende) stadsdelen, diensten en
bedrijven diverse initiatieven gestart zoals Beter Presteren, het contact center
Antwoord, de organisatieateliers, de oprichting van een Servicehuis ICT, het
programma Basisregistraties en ICT-infrastructuur en de professionalisering
van het informatiemanagement.
Het college van B&W heeft 11 juli 2006 de voorstellen uit notitie Van ongeduld
naar actie aangenomen. De voorstellen gaan over betere en snellere
samenwerking tussen de centrale diensten en de stadsdelen.
Het bestuurs- en bedrijfsvoeringsakkoord tussen stadsdelen en centrale stad
op 12 december is hier uit voortgekomen. Tevens is het principebesluit voor de
instelling van een stads MT genomen en een referentiekader met principes
voor organisatieverandering vastgesteld.
roep om samenhang: Nu de Andere Overheid binnen Amsterdam meer en meer realiteit begint te
architectuur worden met concrete initiatieven, neemt tegelijk de roep om samenhang bij
ontwerp, ontwikkeling, implementatie en beheer van processen en
geautomatiseerde systemen toe. Het antwoord op vragen over samenhang is
1-1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
bestemmingsplan voor Een architectuur geeft op hoofdlijnen weer hoe de verschillende componenten
toekomstige organisatie en initiatieven in de organisatie en de informatievoorziening in elkaar grijpen,
en informatievoorziening zowel functioneel als technisch. Een architectuur beschrijft op
samenhangende wijze een gewenste situatie.
Dit Handboek Architectuur vormt daarmee het bestemmingsplan voor de
toekomstige organisatie en informatievoorziening van Amsterdam. We kijken
daarbij circa 4 jaar vooruit.
architectuur bevat Dit klinkt allemaal nog abstract. Wat vinden we concreet in dat
grondslagen, modellen, ‘bestemmingsplan’? Om het simpel te zeggen bevat dit handboek
standaarden, beheer en 1 richtinggevende en kaderstellende uitspraken (grondslagen)
beveiliging bijvoorbeeld “De gemeente Amsterdam opereert consistent, als één
concern, als integraal onderdeel van de overheid” of “Gegevens worden
éénmalig opgeslagen en meervoudig gebruikt”
2 beschrijvende platen (modellen)
bijvoorbeeld een typologie van een organisatie met een front, mid en back
office
1 de
Collegebesluit B&W, 22 juni 2004, 2004/8386: 3 ronde Ombuigingen (voorstel) cluster 4 Shared Service Concept. Waarin
besloten is om informatiemanagement en programmamanagement in te voeren. Met architectuur als onderdeel van
informatiemanagement.
1-2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
doelgroep: professionals Dit handboek is geschreven voor iedereen die professioneel betrokken is bij de
rond Andere Overheid vormgeving van de Andere Overheid. Denk daarbij aan het top- en
middenmanagement, procesvernieuwers, projectleiders, architecten,
systeemontwikkelaars en ICT-beheerders.
2
Bron: NORA, versie 1.0. NORA staat voor Nederlandse Overheids Referentie Archictectuur, het handboek voor architecten met
ontwerpprincipes van de e-overheid. De ontwikkeling van NORA is een onderdeel van het ICTU programma Architectuur
Elektronische Overheid. ICTU is een stichting opgericht door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de
Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. Het doel van ICTU is de overheidsdoelstellingen op ICT-gebied optimaal te realiseren
door samenwerking tussen overheden.
1-3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
1.4 Leeswijzer
gebruik de index Niet elke passage in dit handboek zal voor iedereen even interessant zijn. Een
manager is vanuit zijn functie in andere dingen geïnteresseerd dan
bijvoorbeeld een systeemontwikkelaar. Het handboek is dan ook te vergelijken
met een encyclopedie. Het is meer een naslagwerk dan een leesboek dat je
van A tot Z leest. Iedereen zoekt en vindt (hopelijk) waar hij behoefte aan
heeft. In het handboek zijn veel kruisverwijzingen opgenomen naar
gerelateerde onderwerpen zodat de zoek- en vindtocht zo kan worden
voortgezet.
architectuur in duidelijke Dit laat onverlet dat juist bij een architectuur de ‘samenhang der dingen’ van
en begrijpelijke taal groot belang is. Om deze samenhang te tonen is een uitgebreide
managementsamenvatting opgenomen. Ook beginnen alle inhoudelijke
hoofdstukken met een inleiding. Dit alles zo veel mogelijk in duidelijke en
begrijpelijke taal. Ideaal dus voor geïnteresseerde bestuurders, managers en
mensen die voor het eerst te maken krijgen met architectuur.
1-4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Achterin het handboek is een Lijst van modellen en tabellen en een Index
opgenomen.
Bij dit handboek horen verder vele Bijlagen. Deze bevatten meer
gedetailleerde uitwerkingen van grondslagen, modellen, gemeenschappelijke
applicaties en geven achtergrondinformatie. Dit is voer voor specialisten die
nog verder de diepte in willen.
1-5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
2 De Amsterdamse visie op
architectuur
Burgers en bedrijven verlangen een overheid die niet naar de bekende weg
vraagt, die klantgericht is, zich niet voor de gek laat houden, die weet waar ze
het over heeft, die haar zaken op orde heeft en die niet meer uitgeeft dan
nodig is. Een Andere Overheid dus of zoals we het Amsterdamse Beter
Presteren en Van ongeduld naar actie noemen. Zoals we in Hoofdstuk 1
hebben gezien komt de transformatie naar Beter Presteren en de Andere
Overheid in de kern neer op:
• De burger aan het stuur
• Stroomlijning van werkprocessen
• Het delen van informatie- en ICT-middelen
Van ongeduld naar actie.
samenwerking in het In de visie van Amsterdam kan dit in onze stad alleen succesvol gebeuren
concern wanneer we concernbreed samenwerken op allerlei niveaus, zoals:
• Samenwerking tussen stadsdelen en centrale stad
• Samenwerking tussen diensten, bedrijven en stadsdelen onderling
• Samenwerking binnen diensten, bedrijven en stadsdelen
• Samenwerking op het niveau van het topmanagement,
middenmanagement en de werkvloer
• Samenwerking tussen organisatieontwerpers en informatici
3
Idealiter bouwt de architectuur voort op een vastgesteld concernbreed informatiebeleidsplan. Aan het informatiebeleidsplan wordt
momenteel gewerkt en voor de zomer 2007 verwacht.
2-1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Beleidsvisie
INFORMATIE
Afstemming met bedrijfsbeleid
BELEID Bedrijfsmodel
richten
Globaal bedrijfsinformatiemodel
Beleidsrealisatierichtlijnen
inrichten
Lange-termijnplan
Middellange-termijnplan
INFORMATIE- Korte-termijnplannen
PLANNING
2-2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
perfecte architectuur? Bestaat er zoiets als een perfecte architectuur? Nee. Bij het vormgeven van de
Andere Overheid lopen we voortdurend aan tegen een spanning tussen
enerzijds snelheid en anderzijds samenhang.
samenhang vs. Architectuur geeft structuur, een rode draad en vastigheid. Het verkrijgen van
ontwikkelaars met samenhang vergt reflectie op het functioneren van de organisatie en de
oogkleppen informatievoorziening. Dat betekent onderzoek, afstemming en planning. En
dat kost tijd, zoals ook samenwerken tijd kost. Aan de andere kant vraagt de
roep om een Andere Overheid door burgers, ondernemers en politici om
snelheid. Er bestaat dan ook een continu spanning tussen snelheid en
samenhang bij het realiseren van businessdoelen door ICT-oplossingen.
Wie snel wil zijn, heeft geen tijd om met anderen af te stemmen of plannen te
maken (“quick & dirty ontwikkelaars”). Wie omgekeerd verder kijkt dan het
(eigen)belang van dit moment, zal niet altijd de snelste weg naar zijn doel
bewandelen.
een goede architectuur Zowel snelheid als samenhang zijn essentieel voor een efficiënte en effectieve
vindt balans tussen inzet van ICT en beide worden ook steeds belangrijker. Slaat de balans door
snelheid en samenhang naar snelheid, dan rijzen de kosten de pan uit, weten partners niet meer van
elkaar waar ze mee bezig zijn, blijken belangrijke gegevens onvindbaar en zal
uiteindelijk de burger die vragen heeft van het kastje naar de muur worden
gestuurd. Slaat de balans door naar samenhang, dan loopt de organisatie het
risico prachtige producten en diensten op de markt te zetten, maar te laat
wanneer de burgers en bedrijven er geen behoefte meer aan hebben of ze zijn
achterhaald door nieuwe ontwikkelingen.
4
Deels ontleend aan DYA; snelheid en samenhang in business en ICT-architectuur, Sogeti Nederland B.V.
2-3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
ongeveer elke zeven jaar. De tijd die nodig was om de ondersteuning hiervan
door de informatievoorziening tot stand te brengen kon dat tempo redelijk
bijhouden. Vanaf de jaren ‘90 veranderen bedrijfsprocessen echter steeds
sneller. Het aanpassen van de informatievoorziening begint daarop achter te
lopen. Tegelijkertijd zien we in deze periode ICT steeds dieper doordringen in
de haarvaten van de organisatie en daarmee steeds belangrijker worden.
Waar voorheen ICT slechts één van de hulpmiddelen was om businessdoelen
te bereiken, is het inmiddels voor alle gemeentelijke onderdelen van cruciaal
belang geworden. Ook voor de realisatie van het beleid is ICT onontbeerlijk.
Daarbij zien we ook een steeds verdergaande integratie van organisaties met
elkaar, met hun ‘leveranciers’ (bijv. andere overheden) en hun ‘klanten’ (bijv.
burgers en bedrijven). Leverancier, klant en organisatie vormen als het ware
een netwerk waarbij leverancier en klant directe invloed hebben op de interne
processen van de organisatie. Dit alles wordt mogelijk gemaakt door ICT.
Deze toenemende vervlechting leidt tot vraagstukken als het delen van
gegevens, het koppelen van applicaties en het verbinden van
bedrijfsprocessen tussen organisaties. Samenhang en samenwerking zijn
nodig om dit succesvol te doen. Architectuur is daarbij een cruciaal hulpmiddel
en geen hype.
Het werken onder architectuur staat in Amsterdam –net als bij veel andere
organisaties- in de kinderschoenen. In juli 2005 is een start gemaakt toen
vanuit de Stuurgroep Basisregistraties en ICT-Infrastructuur het initiatief is
genomen tot een concernbrede Adviesgroep Architectuur. De eerste versie
van dit handboek vormt het resultaat van ruim één jaar denken, praten over en
ontwikkelen van architectuur. Daarmee zetten we een forse eerste stap, niets
meer en niets minder.
nu: nadruk op stimuleren De nadruk van deze eerste versie ligt op het faciliteren en stimuleren van
samenwerking en BRI samenwerking door het bieden van inzicht en overzicht, en het aanreiken van
richtlijnen en standaarden die primair zijn gericht op (de ontwikkeling van)
gemeenschappelijke voorzieningen voor de gemeente Amsterdam en het
programma Basisregistraties en ICT-voorzieningen in het bijzonder.
toetskader voor nieuwe Het handboek is bedoelt als toetskader en richtlijn voor nieuwe ontwikkelingen,
ontwikkelingen projecten en vervanging van bestaande systemen. In het handboek zijn
standaarden en richtlijnen opgenomen om de samenwerking vorm te kunnen
geven. De architectuur is richtinggevend, maar het is voorstelbaar dat bij het
realiseren van een specifieke business doelstelling (bijvoorbeeld bij
uitzonderlijk veel tijdsdruk) bewust wordt afgeweken van de architectuur. Wel
lijkt het redelijk om de bewijslast te leggen bij de partij die wil afwijken. Zie
Hoofdstuk 9 voor de uitwerking van de architectuurorganisatie en –proces.
2-4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
ontwikkeling: investeren in Met deze eerste versie van de architectuur zetten we een belangrijke eerste
en inbedden van werken stap. Tegelijkertijd zal dit een nutteloze stap blijken als we niet zorgdragen
onder architectuur voor een goede organisatorische inbedding van architectuur in de organisatie
(zie ook Hoofdstuk 9 ). Om het werken onder architectuur inhoud te geven
zullen de architectuurprocessen ingericht en voldoende middelen (mensen en
geld) toegewezen moeten worden. Daar ontbreekt het nu nog aan in
Amsterdam. De komende jaren zal hierin flink geïnvesteerd moeten worden.
gewenste situatie circa 1. De architectuur beschrijft de gewenste situatie van onze organisatie-
2011 en informatievoorziening rond 1 januari 2011.
Het is een zogenaamde ‘tomorrow-architectuur’, wat wil zeggen dat het een
gewenste situatie beschrijft. Daarbij wordt circa 4 jaar, dat wil zeggen tot circa
2011, vooruit gekeken. We zeggen bewust ‘circa 4 jaar’ omdat dit nogal kan
verschillen afhankelijk van bijvoorbeeld de uitgangssituatie, de complexiteit en
de prioriteit die het management eraan wil geven. En sommige zaken zijn
(gelukkig) ook al goed ingericht.
niet alleen ICT 2. De architectuur richt zich op meer dan alleen informatievoorziening
en ICT. Het is een zogenaamde ‘enterprise architectuur’
De architectuur gaat niet alleen over informatievoorziening en techniek, maar
richt zich ook op de koppeling met het zogenaamde businessdomein
(bedrijfsprocessen en de organisatie). Dit is noodzakelijk omdat de realisatie
van de overheid vraagt om samenhang en samenwerking op alle niveaus: de
business kan niet zonder ICT en vice versa. De uitwerking van het
businessdomein is op een hoger abstractieniveau dan de uitwerking van de
informatievoorziening.
alleen 3. De architectuur beperkt zich tot gemeenschappelijke voorzieningen
gemeenschappelijke De architectuur bevat alleen grondslagen, modellen en standaarden voor de
voorzieningen en gemeenschappelijke organisatie en informatievoorziening binnen het concern
koppelvlakken Amsterdam 5. De architectuur beschrijft derhalve niet de organisatie en
informatievoorzieningen op het niveau van individuele diensten, bedrijven en
stadsdelen (of daarbinnen van werkeenheden). De koppelvlakken met
5
Er is een klein aantal uitzonderingen in Hoofdstuk 8 . Deze zijn expliciet benoemd in de tekst.
2-5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
standaard voor In Amsterdam kennen we een standaard voor het opbouwen en beschrijven van
beschrijven architectuur architecturen in de vorm van een architectuurraamwerk. Dit raamwerk deelt een
architectuur inhoudelijk op in vijf (horizontale) lagen en vijf (verticale) kolommen
(zie Tabel 2-1) 6. Het vormt het ‘skelet’ voor de architectuur in dit handboek en is
ook de standaard voor nog op te stellen Amsterdamse architecturen. Het
lagenmodel is vooral een hulpmiddel om de gedachten te ordenen en
samenhang inzichtelijk te maken.
architectuurraamwerk
6
Het architectuurraamwerk dat de basis vormt van de Nederlandse OverheidsReferentie Architectuur (NORA) is ingedeeld in 3
lagen: bedrijfs-, informatie- en technische architectuur, de kolommen: wie, wat en hoe en de generieke dimensies beheer en
beveiliging. In NORA en het Amsterdamse raamwerk komen dezelfde onderdelen terug, de indeling is alleen verschillend.
2-6
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Elk van de vijf architectuurlagen bevat een vaste set van onderdelen.
Hieronder zijn deze kort beschreven. Elk hoofdstuk dat een architectuurlaag
beschrijft bevat vijf paragrafen waarin deze onderdelen terugkomen.
2-7
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
standaarden Standaarden zijn afspraken of normen die binnen de architectuur van kracht
zijn. Er zijn vier basisvormen van standaarden:
1. Richtlijnen
Dit zijn algemene geformuleerde richtinggevende uitspraken over (de mate
van) standaardisering.
2. Afspraken
Het betreft hier een set basisafspraken waaraan iedereen zich
committeert. Los van dit ‘minimum’ is er vrijheid voor elke organisatie om
zijn eigen invulling te geven. Een goed voorbeeld is de Gemeentelijke
Informatiebeveiligingsnorm (GIBN).
3. Bandbreedte standaarden
Hierbij is er een beperkt aantal opties waaruit een organisatie een keuze
kan maken. Voor financiële pakketten kunnen organisaties bijvoorbeeld
kiezen tussen Exact, Fis4all, Civision, OneWorld en Decade
4. Uniforme standaarden
Hierbij is er één verplichtende norm voor alle organisaties. Zo is centrale
E-net infrastructuur de uniforme standaard voor de verbinding tussen
lokale infrastructuren.
Er zit ook een juridische en aanbestedings kant aan het verhaal van pakket
c.q. applicatiestandaardisatie. Het vaststellen van gemeentebrede ICT-
standaarden is in beginsel een bevoegdheid van het college van B&W en de
7
Een belangrijke stap in van het standaardisatiebeleid is door het college van B&W op 9 november 2004 gezet. In de vastgestelde
notitie ICT-standaardisatie zijn enkele basisprincipes voor standaardisatie benoemd plus een aantal standaarden.
2-8
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
beheer Binnen elke laag is voor de modellen en standaarden vastgelegd wie erover
gaat (eigenaar) en wie het onderhoudt (In beheer). Eigenaren van modellen en
standaarden zijn verantwoordelijk voor het organiseren en (laten) uitvoeren
van het beheer.
Er valt nog veel te winnen voor de gemeente door het goed organiseren van
de rollen eigenaar en beheerder. In het handboek worden hier verschillende
voorstellen voor gedaan.
8
Raamwerk voor beheer, versie 0.2, Irene Verschuur, ICT Beheergroep Amsterdam. Het Raamwerk voor beheer is een eerste
concept en wordt momenteel verder ontwikkeld.
2-9
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Per laag is aangegeven welke paragrafen uit de GIBN van toepassing zijn.
Zonodig zijn ook aanvullende richtlijnen of uitgangspunten opgenomen. In
volgende versies van de architectuur dient dit onderdeel nog verder verdiept te
worden met name gelet op de verdergaande proces- en ketenaanpak.
2 - 10
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Definitief Bestuursdienst
3 Grondslagen
3.1 Inleiding
Selectie argumenten De keuze van de hier genoemde grondslagen is gemaakt tijdens workshops,
hierbij is gekeken welke grondslagen in de Amsterdamse situatie richting
geven en werkbaar zijn en op concensus konden rekenen.
grondslag 0.1 De gemeente Amsterdam ontsluit publieke informatie, maakt zichtbaar wat zij
doet, welke besluiten ze neemt, welke gegevens zij heeft en gebruikt en hoe
zij werkt.
grondslag 0.2 De gemeente Amsterdam voert haar taken uit volgens de wet en volgt
bestaande en aangekondigde wet- en regelgeving.
grondslag 1.3 De gemeente Amsterdam opereert consistent, als één concern, als integraal
onderdeel van de gehele overheid.
9
In de Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA) staan heel veel grondslagen. Veel van deze grondslagen zijn ook
van toepassing op de architectuur van de gemeente Amsterdam zoals beschreven in dit handboek.
3-1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
grondslag 2.1 Processen worden ingericht als onderdeel van complete ketens. Deze zijn
ontworpen vanuit de behoefte van burgers, bedrijven en overige
belanghebbenden in de samenleving.
grondslag 3.3 Gegevens worden ontsloten met maximale transparantie binnen de wettelijke
kaders en volgens de privacy pricipes.
grondslag 4.1 Applicaties zijn modulair opgebouwd zodat functies kunnen worden
hergebruikt.
3-2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4 Organisatiearchitectuur
4.1 Inleiding
koppel & kantelen Een van die principes is: niet kantelen maar koppelen. De overheidsbrede
architectuur NORA pleit daar sterk voor. Kantelen betekent dat de verticale
organisatiestructuur fundamenteel op de schop moet en horizontaal wordt
ingericht. Koppelen houdt in dat de oplossing gezocht wordt in het met elkaar
verbinden van de organisatieonderdelen met behulp van slimme ICT. De
waarheid ligt ongetwijfeld in het midden, de bewegingen beïnvloeden elkaar
over en weer. Koppeling is op de kortere termijn de aangewezen weg en moet
hoe dan ook gebeuren, de kanteling zal zich gaandeweg voltrekken als gevolg
van het ketengerichte herontwerp van de primaire processen.
4-1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4.1.1 Gemeentewet
4-2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Deze output kent vele vormen, die op verschillende manieren zijn in te delen
en te presenteren. Beschrijvingen zijn opgenomen in een aantal verschillende
overzichten (zie paragraaf 4.3 ).
verordening De Gemeentewet kent aan de gemeenten grote vrijheid toe met betrekking tot
de organisatie van het ambtelijk apparaat (inclusief de rol van de
gemeentesecretaris). Ingevolge artikel 159 van de Gemeentewet is de raad
verplicht een organisatieverordening vast te stellen. Hierin wordt de interne
organisatie en structuur van het eigen ambtelijk apparaat geregeld.
de architectuur Een redelijk complexe organisatie zoals de gemeente is een levend sociaal
organisme, waarin alle betrokkenen doorlopend de balans moeten bewaren
tussen wat dwingend nodig is, wat het onderling overleg behoeft en wat in
4-3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
het beheer Tijdens de inventarisatie gedurende de periode waarin de eerste versie van dit
handboek tot stand is gekomen heeft de Adviesgroep Architectuur geen
gremium of afdeling aangetroffen die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling
en het beheer van de gemeentelijke organisatiearchitectuur. Sinds begin 2005
is er binnen de Bestuursdienst de directie Concern Organisatie, die recent het
onderwerp organisatieontwikkeling op concernniveau ter hand heeft genomen.
Hierbij aansluitend ligt het voor de hand deze directie de verantwoordelijkheid
toe te kennen voor het beheer van dit hoofdstuk.
de burger centraal De samenleving verandert en gemeenten veranderen mee. Hun rol en positie
wijzigt daardoor. Niet alleen efficiency maar ook klantgerichtheid vormen
belangrijke doelen in de eigentijdse gemeentelijke dienstverlening. Op dit vlak
zijn er belangrijke door de rijksoverheid gestimuleerde ontwikkelingen,
waarvan de consequenties niet alleen voor het ambtelijk apparaat maar ook
voor het gemeentelijk bestel in ruimere zin aanzienlijk zullen zijn. Het gaat
hierbij om de verwezenlijking van de één-loket-gedachte. Niet langer de op
politiek-bestuurlijke logica gebaseerde sectorale indeling, maar de wensen en
verlangens van de burgers zijn in deze benadering het belangrijkste
structurerende element.
dichter bij de burger Er is tevens een duidelijke tendens waar te nemen naar het wijkgewijs
organiseren van die loketten, waar de burger voor de verschillende
gemeentelijke diensten terecht kan. In het verlengde van deze
wijkgeoriënteerde dienstverlening ligt de meer politiek-inhoudelijke zorg voor
de directe leefomgeving. Vanwege de letterlijk zeer geringe afstand tot de
individuele burger is ook hier een wijkgewijze organisatie in opkomst.
Andere Overheid De bottom line staat verwoord in de missie van het landelijke programma
Stroomlijning Basisgegevens: de Andere Overheid. Een overheid die niet naar
de bekende weg vraagt, die klantgericht is, zich niet voor de gek laat houden,
die weet waar ze het over heeft, die haar zaken op orde heeft en die niet meer
uitgeeft dan nodig is. Een overheid met de burger aan het stuur, vernieuwde
processen en slim en gedeeld gebruik van informatie en ICT.
4-4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Beter Presteren Naast externe factoren is er ook intern veel dynamiek. De gemeente
Amsterdam komt er meer en meer achter dat de huidige manier van werken
en organiseren doelmatiger kan en moet. Zie daartoe de discussies rondom
Beter Presteren, Samen Sterker Besturen, het Bestuursakkoord en het
Bedrijfsvoeringsakkoord.
versnelling Ook de in juli 2006 door het College van B&W vastgestelde notitie “Van
ongeduld naar actie: voorstellen voor versnelling” doet een aantal
belangwekkende richtinggevende uitspraken die gevolgen hebben voor
diensten en bedrijven:
• “De programma’s BRI en Servicehuis ICT zijn (de facto) de verplichte
standaard of zullen deze leveren (voorzover die standaarden nog in
ontwikkeling zijn) voor de centrale stad. De ambtelijke Stuurgroepen
InformatieVoorziening en BRI worden gemandateerd om onder leiding van
de Gemeentesecretaris de hoe-vraag in te vullen met dien verstande dat
fundamentele verschillen van mening en beslissingen die niet binnen de
bestaande budgettaire kaders vallen ter besluitvorming aan het college
van B&W worden voorgelegd. Het college van B&W nodigt de stadsdelen
uit zich aan te sluiten bij het BRI-programma en het Servicehuis ICT en de
4-5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
plan van aanpak Eind 2006 heeft de gemeentesecretaris op verzoek van het college van B&W
een Visie op besturing en inrichting van de centrale stad gegeven. In deze
notitie wordt onder andere een referentiekader geschetst met principes voor
de dienstverlening, de positionering, de besturing en de ordening. Op basis
daarvan kunnen concrete voorstellen voor organisatiewijzigingen worden
opgesteld.
mid office Over de mid office bestaat veel discussie. Moet die er komen? Is die er
eigenlijk al? Waar dan? Blijkbaar is een onderscheid tussen een
organisatorische en een technische
mid office nuttig. Maar hebben we het
dan niet toch over hetzelfde? We
kunnen alleen beter presteren als we
met één loket naar buiten treden. Dan
zijn er voorzieningen “in het midden”
nodig om de processen te regisseren
en elkaars gegevens te kunnen
gebruiken.
bricks&clicks Voor een beter begrip is het goed het office-begrip in een historische context
te plaatsen. Een halve eeuw geleden zag de wereld er, vanuit een
organisatiekundig perspectief, tamelijk eenvoudig uit: organisaties waren van
baksteen, handelingen en
transacties gingen op papier. De
dienstverlening was kleinschalig,
alle medewerkers deden alles,
het klantcontact verliep zo
ongeveer één-op-één. De
introductie van computers is van grote invloed geweest voor deze orde. De
digitalisering is baksteen en papier gaan verdringen: van bricks naar clicks.
organisatorisch Op enig moment is er een scheiding aangebracht tussen alles wat met de
klant te maken had en wat moest zorgen voor de productie. De begrippen front
office en back office ontstonden. De specialisten in de back office waren duur
en moesten zich op hun eigenlijke taak kunnen concentreren. Het te woord
staan van klanten in de front office was een vak apart en vereiste andere
vaardigheden en kwaliteiten.
4-6
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Aanvankelijk
voltrok zich deze
beweging
bescheiden (de
bank kreeg een
aantal loketten),
vervolgens schoot
die enigszins door (de banken sloten ongeveer een derde van hun filialen en
contant geld opnemen bij een loket was er niet meer bij) om ten slotte een
zeker evenwicht te bereiken (eenvoudige transacties graag zelf doen via
internet, maar voor een hypotheek van harte welkom in de spreekkamer).
van 1x1 naar MxN Deze ontwikkeling heeft zich inmiddels over vrijwel de gehele linie, bij profit-
bedrijven maar ook in non-profit-organisaties, voltrokken. Geleidelijk dient zich
echter een nieuw probleem aan, door globalisering of schaalvergroting, of daar
waar grotere organisaties aan het kantelen zijn geraakt van verticale kokers
naar horizontale afstemming.
Aan de voorkant is het aantal kanalen waarmee de klant wordt bediend
toegenomen en tot volle wasdom gekomen. Naast fysiek loket en klassieke
post gaat het om digitaal loket, contact center en emailcorrespondentie.
Aan de achterkant is de noodzaak doorgedrongen, en zijn de mogelijkheden
ontstaan, te ontkokeren en de producten of diensten meer integraal aan te
bieden.
4-7
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
aparte dienst? De organisatorische kant kan tot uitdrukking komen door van de mid office een
aparte eenheid te maken met een verantwoordelijkheid voor de verdeling van
het werk naar de verschillende back offices, de regie op de voortgang, de
registratie van de afwikkeling en de coördinatie van het gehele traject van
dienstverlening. Een en ander sterk ondersteund door de techniek.
De technische kant bestaat uit een aantal voorzieningen om de verdeling en
de bewaking te faciliteren. Om de toegankelijkheid van gemeenschappelijke
gegevens mogelijk te maken is er een integratie- en uitwisselingsplatform
nodig. Verder moet er een zaakdossier en een klantdossier komen om de
voortgang te bewaken, de registratie te verzorgen en statusmeldingen te
kunnen doen.
4-8
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
De regel van Pareto, althans een enigszins vrije interpretatie daarvan, luidt als
volgt. In een organisatie moet slechts 20% van de energie (mensen, middelen,
activiteiten) besteed
worden aan 80% van de
markt, namelijk aan
precies die klanten die
zichzelf (al dan niet
digitaal) gemakkelijk
redden of aan die
producten die zich
eenvoudig laten
verstrekken, om
tegelijkertijd 80% van de
tijd te kunnen besteden
aan slechts 20% van de klanten die daar om uiteenlopende redenen om
vragen, omdat het een oudere betreft of iemand met een taalachterstand,
omdat het om een complexe aangelegenheid gaat of een moeilijk geval. De
mogelijkheden die ICT biedt om die lichte categorie van 80% te bedienen
worden nog volstrekt onvoldoende benut waardoor te weinig capaciteit
overblijft om de zware 20% kwalitatief goed af te handelen.
Kortom: licht doen wat eenvoudig kan, zwaar inzetten op wat ingewikkeld is.
4-9
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Dit concept van customer self service (CSS) laat zich als volgt samenvatten.
De organisatie is zo ingericht dat de klant zoveel mogelijk (eerst) zelf kan
doen. Daartoe behoort in ieder geval het opgeven van de persoonlijke
gegevens. Eenvoudige
informatievragen of lichte
producten worden verder
volledig digitaal
afgehandeld, dus zonder
verdere tussenkomst van
dure professionals.
Misschien wel 50% van
de klantcontacten kan zo
worden afgedaan.
Komt de klant er zelf niet
uit, dan komt die
automatisch terecht in een
hoogwaardig call center dat op basis van de verstrekte gegevens beschikt
over de gehele portfolio van de klant in kwestie. Ten minste nog eens 30% van
de vragen wordt daarmee effectief beantwoord.
Als het probleem nog ingewikkelder is, wordt contact tot stand gebracht met
een expert in de back office, waar dus slechts 20% van de vragen terechtkomt.
Dit concept leent zich ook voor interne toepassingen. Zo kan de organisatie
ervoor kiezen dat de medewerkers hun eigen personele gegevens up to date
houden en allerlei aanvragen en regelingen in de personele sfeer zoveel
mogelijk zelf afhandelen. Deze toepassing heet employee self service (ESS)
en kan leiden tot grote besparingen op of kwaliteitsverbeteringen van de HRM-
functie.
4 - 10
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
In nevenstaande grafiek is
het perspectief geschetst
van investeringen in
elektronische transacties.
Naast de kosten voor de
infrastructuur van traditionele
transacties (papier,
baksteen, face to face) is
inmiddels fors geïnvesteerd
in een elektronische
infrastructuur (intranet,
internet, e-net).
Schoorvoetend worden de
eerste gemeentelijke
producten nu ook digitaal aangeboden. Het uitnutten van de geïnvesteerde
waarde lukt echter pas goed als op veel grotere schaal elektronische
transacties de klassieke vervangen. Het kruisje indiceert de Amsterdamse
situatie: het momentum voor een grote stap voorwaarts.
4 - 11
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Ten slotte nog één trendmatige ontwikkeling. Over de volle linie, profit en non-
profit, zijn de klassieke verticale structuren aan het opbreken ten gunste van
horizontale samenwerking en uitbesteding. Organisaties trekken zich terug op
hun kerncompetenties en doen zoveel mogelijk de was de deur uit. De
mogelijkheden daarvoor zijn: insourcing (FBA, PMB, IBA), outsourcing (GVB),
shared services (ICT en HRM), en verregaande vormen van samenwerking
met elkaar (afvalinzameling, BRI, dienstverlening, handhaving) of met
ketenpartners (Waternet, GovUnited). Al dan niet (politiek) gestuurd, deze
verschuiving is in volle gang en onstuitbaar.
4 - 12
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4.2 Grondslagen
grondslag 1.3 De gemeente Amsterdam opereert consistent, als één concern, als integraal
onderdeel van de gehele overheid.
4 - 13
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4.3 Modellen
1. Keuzevrijheid contactkanaal
Als burger kan ik zelf kiezen op welke manier ik met de overheid zaken doe. De
overheid zorgt ervoor dat alle contactkanalen beschikbaar zijn (balie, brief, telefoon, e-
mail, internet).
2. Vindbare overheidsproducten
Als burger weet ik waar ik terecht kan voor overheidsinformatie en -diensten. De
overheid stuurt mij niet van het kastje naar de muur en treedt op als één concern.
4. Persoonlijke informatieservice
Als burger heb ik recht op juiste, volledige en actuele informatie. De overheid levert die
actief, op maat en afgestemd op mijn situatie.
5. Gemakkelijke dienstverlening
Als burger hoef ik gegevens maar één keer aan te leveren en kan ik gebruik maken van
pro actieve diensten. De overheid maakt inzichtelijk wat zij van mij weet en gebruikt
4 - 14
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6. Transparante werkwijzen
Als burger kan ik gemakkelijk te weten komen hoe de overheid werkt. De overheid
houdt mij op de hoogte van het verloop van de procedures waarbij ik ben betrokken.
7. Digitale betrouwbaarheid
Als burger kan ik ervan op aan dat de overheid haar digitale zaken op orde heeft. De
overheid garandeert vertrouwelijkheid van gegevens, betrouwbaar digitaal contact en
zorgvuldige elektronische archivering.
8. Ontvankelijk bestuur
Als burger kan ik klachten of meldingen en ideeën voor verbeteringen eenvoudig kwijt.
De overheid herstelt fouten, compenseert tekortkomingen en gebruikt klachten om
daarvan te leren.
9. Verantwoordelijk beheer
Als burger kan ik prestaties van overheden vergelijken, controleren en beoordelen. De
overheid stelt de daarvoor benodigde informatie actief beschikbaar.
4 - 15
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
het ene loket In Loket Amsterdam is een aantal van deze indelingen gecombineerd en
vertaald in een aantal logische en overzichtelijke ingangen voor het gehele
gemeentelijk scala aan informatie, producten en diensten (zie Model 4.4). Via
welk kanaal de klant ook binnenkomt, de vraag wordt in zo weinig mogelijk
stappen beantwoord. Duidelijk is dat de (on)mogelijkheden van internet het
model hebben geïnspireerd.
4 - 16
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Model 4.5
Organisatiestructuur
gemeente Amsterdam
stad en stadsdelen Model 4.5 geeft een schets van de organisatie van het concern Amsterdam.
Het college van B&W gaat over de ongeveer 30 diensten van de centrale stad.
Een groot aantal bevoegdheden is overgedragen aan de 14 stadsdelen,
hetgeen is vastgelegd in de Verordening op de stadsdelen. De niet
overgedragen bevoegdheden zijn expliciet genoemd in de zogenaamde A-lijst.
De Dagelijks Besturen van de stadsdelen zijn verantwoordelijk voor het aan
hen gegeven mandaat op basis van deze Verordening. De Gemeenteraad en
de Stadsdeelraden controleren in het huidige duale regime het college van
B&W c.q. de Dagelijkse Besturen. De Raad en de Deelraden hebben het
budgetrecht, dat wil zeggen dat ze de begrotingen vaststellen of wijzigen. Aan
de onderkant van het plaatje staan de diensten, bedrijven en stadsdelen.
4 - 17
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
de Bestuursdienst De Bestuursdienst is als dienst een bijzondere organisatie. Deze dienst vervult
een centrale coördinerende en controlerende rol tussen het gemeentebestuur,
de stadsdelen, diensten, bedrijven en servicehuizen, vooral op de
beleidsterreinen financieel/fiscaal, personeel, juridisch, organisatie, informatie
en huisvesting.
In deze rol bewaakt de dienst op hoofdlijnen de eenheid van beleid, het proces
van bestuurlijke besluitvorming, de beleidsinhoudelijke en bedrijfsmatige
aansturing van de gemeentelijke organisatie.
diensten Een dienst is een zelfstandige organisatie van de gemeente die in opdracht
van het college van B&W aan burgers en bedrijven bepaalde diensten
verleent, producten levert of ontwikkelingswerkzaamheden verricht, en die
overwegend wordt bekostigd uit de middelen die het college van B&W en de
Raad aan de dienst ter beschikking stellen.
bedrijven Een bedrijf is een zelfstandige organisatie van de gemeente die in opdracht
van het college van B&W aan burgers en bedrijven diensten verleent,
producten levert of ontwikkelingswerkzaamheden verricht en daarmee eigen
inkomsten genereert en die overwegend zelf zorgdraagt voor financiële
dekking.
Het Afval Energie Bedrijf is hiervan een voorbeeld. Dit zijn bedrijven die
basisvoorzieningen leveren aan de inwoners van Amsterdam. Een aantal
gemeentebedrijven is in de afgelopen jaren verzelfstandigd, zoals het
energiebedrijf (Nuon), het kabelbedrijf (UPC) en het Gemeentelijk
Vervoerbedrijf (GVB), omdat de gemeente deze activiteiten niet langer tot haar
kerntaken rekent.
facilitaire bedrijven Een facilitair bedrijf is een zelfstandige organisatie van de gemeente die, onder
bestuur van de portefeuillehouder, facilitaire diensten verleent, producten
levert of ontwikkelingswerkzaamheden verricht uitsluitend voor andere
gemeentelijke organisaties (en dus niet aan derden). Voorbeeld: het Faciltair
Bedrijf Amsterdam (FBA).
servicehuizen Een servicehuis is een zelfstandige organisatie van de gemeente die, onder
collegiaal bestuur van de deelnemende organisaties, facilitair diensten
verleent, producten levert of ontwikkelingswerkzaamheden verricht uitsluitend
voor andere gemeentelijke organisaties (en dus niet aan derden).
Voorbeelden: het Servicehuis Personeel (SHP) en het Servicehuis ICT (SHI).
4 - 18
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
ambtelijke gremia Er zijn diverse ambtelijke overleggen. Het ICT-platform is het informele overleg
van hoofden ICT en I&A-coördinatoren. De stadsdelen hebben daarnaast het
I&A-coördinatorenoverleg.
de Cie IV Er is sinds kort een Commissie InformatieVoorziening (Cie IV), een formeel
bestuurlijk-ambtelijke adviescommissie voor alle ICT-aangelegenheden van
het concern Amsterdam. Het concerndenken heeft de behoefte gecreëerd aan
een platform voor alle diensttakoverstijgende ICT-aangelegenheden alsmede
een voorziening om de bestuurlijke betrokkenheid te formaliseren. In deze
Commissie zijn zowel stadsdelen als de centrale stad vertegenwoordigd.
Formeel heeft deze Cie IV een adviserende rol aan het college van B&W en
de Dagelijkse Besturen van stadsdelen, de praktijk zal echter zijn dat deze
zware commissie de facto besluitvormend is.
4 - 19
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4 - 20
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4.3.5 De veranderingsorganisatie
Model 4.7
Organisatietypologie
volgens EGEM: front-,
mid- en back office
[Bron: EGEM]
Ook EGEM hanteert het onderscheid in front office, mid office en back office.
4 - 21
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
[Bron: EGEM]
[Bron: EGEM]
4 - 22
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
[Bron: EGEM]
het Antwoord Het huidige Amsterdamse contact center Antwoord is een voorbeeld van zo’n
tijdelijke constructie. In Antwoord bevinden zich naast front office- ook mid
office-functies, bijvoorbeeld de kennisbank voor de beantwoording van
standaard (telefonische) vragen; voor specifiekere vragen wordt er
doorverbonden met de back office. Deze constructie is tijdelijk omdat de
informatie-uitwisseling tussen back office en mid office geautomatiseerd kan
worden. Pas als dat gebeurt, ontstaat het voorlopige eindbeeld: het technische
mid office waarin alle informatie van alle werkprocessen toegankelijk is. Het
toekomstige contact center gaat net als de buitenwereld het elektronisch loket
gebruiken.
[Bron: EGEM]
4 - 23
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
1. het begin is er Concernsamenwerking op het gebied van ICT is nog jong en sterk in
ontwikkeling. De afgelopen jaren is een start gemaakt met gemeenschappelijk
beleid, gemeenschappelijke ontwikkeling en gemeenschappelijk beheer rond
ICT. Een aantal illustraties.
beleid Het gemeenschappelijke beleid ligt vast in drie in november 2004 door B&W
vastgestelde beleidsnotities:
• het Statuut van de Informatievoorziening,
• de nota Standaarden,
• het Beleid voor Grote ICT-projecten.
Daarnaast is het beveiligingsbeleid vastgelegd in de Gemeentelijke
InformatieBeveiligingsNorm, de GIBN. In 2007 komt er een gemeentelijk
Informatiebeleidsplan en wordt het privacybeleid en het beleid grote ICT
projecten herijkt.
beheer Er is een aantal initiatieven rond beheer. Zo ondersteunt het Servicehuis ICT
(SHI) diensten en stadsdelen in de uitvoering van beheer en hanteert daarbij
de in dit handboek beschreven beheermodellen. De afdeling e-Government
onderdeel van het SHI voert belangrijke onderdelen uit van het functioneel
beheer van een portfolio aan presentatievoorzieningen en de afdeling E-net
Regie is verantwoordelijk voor het beheer van de datacommunicatie
infrastructuur.
4 - 24
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4.4 Standaarden
4.4.1 Richtlijnen
4 - 25
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
11-07-2006
Programma BRI Ontsluiting van de basisregistraties B&W besluit, 08-03-
naar alle gemeentelijke 2005 en instemming
organisaties gemeenteraad 22-06-
2005.
B&W besluit, 11-07-
2006, Notitie ‘Van
ongeduld naar actie’,
Asscher, Van
10
Poelgeest
Servicehuis ICT Het Servicehuis ICT is de B&W besluit, 08-03-
gemeentelijke organisatie voor ICT 2005 en instemming
ondersteuning (technisch en gemeenteraad 22-06-
functioneel beheer en 2005.
ontwikkeling). B&W besluit, 11-07-
2006, Notitie ‘Van
ongeduld naar actie’,
Asscher, Van
11
Poelgeest
Servicehuis Het Servicehuis Personeel B&W besluit, 29-11-
Personeel ondersteunt alle gemeentelijke 2005.
organisaties bij het uitvoeren van
personeelsbeheer
4.4.4 Afspraken
10
Programma BRI is de standaard voor de centrale stad. Stadsdelen worden uitgenodigd om mee te doen.
11
Servicehuis ICT is de standaard voor de centrale stad. Stadsdelen worden uitgenodigd om mee te doen.
4 - 26
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4.5 Beheer
4 - 27
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
12
De GIBN is in 2002 vastgesteld door het college van B&W, maar het lijkt logisch dat de Stuurgroep Informatievoorziening in de
toekomst beslist over wijzigingen en daarmee ook eigenaar/beslisser wordt.
4 - 28
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4.6 Beveiliging
4.6.1 GIBN
4 - 29
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4.7 Conclusies
1. Amsterdam wil een Andere Overheid worden, dat wil zeggen een overheid
die ….
• niet naar de bekende weg vraagt;
• klantgericht is;
• zich niet voor de gek laat houden;
• weet waar ze het over heeft en
• haar zaken op orde heeft en niet meer uitgeeft dan nodig is.
4 - 30
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5 Procesarchitectuur
5.1 Inleiding
beter presteren In dit hoofdstuk gaat het over de processen in de organisatie. De ontwikkeling
naar een Andere Overheid die Beter wil Presteren veronderstelt een vergaand
herontwerp van de primaire processen. Kernbegrippen daarbij zijn: van buiten
naar binnen denken, ketenbenadering, modulariteit, flexibiliteit en
wendbaarheid van de organisatie(onderdelen).
process redesign Recentelijk is een indeling in een zestal hoofdprocessen in zwang geraakt:
dienstverlenen, regelgeven & handhaven, ontwikkelen & ordenen, beheren,
besturen en ondersteunen. Dit
hoogste abstractieniveau in het
procesdenken, gedocumenteerd
in zogenoemde
(hoofd)procesplaten, moet
stapsgewijs worden
uiteengerafeld en vertaald in
detailschema’s en concrete
werkinstructies. En daarbij hoort
ook de benodigde aanpassing
van de informatievoorziening en
de ICT. Zover zijn we echter nog
lang niet: er is heel weinig concreet materiaal beschikbaar. Maar een goede
procesarchitectuur is buitengewoon belangrijk voor de realisatie van de
bestuurlijke ambities. In dit hoofdstuk wordt een raamwerk en een
ontwikkelrichting gegeven. In paragraaf 5.3 staat een eerste exercitie voor het
hoofdproces dienstverlenen.
5-1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Een service definiëren we daarom als “het resultaat van een afgeronde
inspanning die een ambtenaar of applicatie op basis van wettelijke taken of
onderling gemaakte afspraken levert en waarmee in een behoefte van een of
meer andere ambtenaren of applicaties wordt voorzien.”
5-2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
ketenregie Deze tendens naar modulariteit en specialisatie heeft een nieuw probleem aan
de orde gesteld: wie voert de regie over de gehele keten? En om te kunnen
regisseren is overdracht en gezamenlijk gebruik van informatie vereist.
digitalisering En ten slotte komt in dit hoofdstuk een aantal trendmatige ontwikkelingen op
het gebied van de werkprocessen ter sprake: de toenemende digitalisering van
zowel document als workflow. Van out of process naar in process.
In een model van de NORA wordt het abstracte “proces” via een stapsgewijze
decompositie afgepeld tot op het concrete niveau van de enkelvoudige
handeling:
In Amsterdam is er, ter aanvulling op dit model, nog een andere manier van
kijken, het denken in hoofdprocessen:
methodisch kader Processen bestaan in hun eenvoudigste vorm dus uit elkaar opvolgende
handelingen. Bijvoorbeeld: vul in dit vakje de voorkeur van de cliënt in. Het
resultaat van de afzonderlijke handeling is vooraf bekend. De handelingen
5-3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5.1.2 Servicegerichtheid
services Meer en meer worden diensten niet slechts door één organisatie geleverd,
maar werken meerdere (overheids)organisaties samen om uiteindelijk één
dienst aan een burger of bedrijf te kunnen leveren. Men zou kunnen zeggen
dat organisaties via
onderlinge
leveringen
‘deeldiensten’ met
elkaar uitwisselen.
Deze deeldiensten
worden in deze
architectuur,
conform de eerdere
definitie, services
genoemd. In
nevenstaand model
is dat met een
eenvoudig
voorbeeld
aangegeven. De dienst (of het eindproduct) die aan de burger of het bedrijf
verleend wordt, kan opgebouwd zijn uit onderliggende services, zonder dat de
klant daar iets van merkt.
In het voorbeeld is elke organisatie ideaaltypisch ingericht volgens front-, mid-
en back office.
5-4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
de samenhang Vervolgens wordt een uitvergroting van dit plaatje gemaakt om de samenhang
aan te geven tussen enerzijds diensten, producten en services en anderzijds
de eerdere decompositie in keten-, bedrijfs- en werkprocessen. Het
onderstaande model vereist enige studie maar kan verhelderend werken.
services in de keten In het model wordt een dienst (of eindproduct) geleverd als resultaat van het
ketenproces van de drie organisaties A, B en C. In de legenda staat dit
aangegeven met een viertal diagonale streepjes in de benedenhoek. Elk van
de drie organisaties heeft haar eigen bedrijfsproces, aangeduid met drie
streepjes in de hoek. Op hun beurt zijn de bedrijfsprocessen opgebouwd uit
werkprocessen, aangeduid met twee streepjes. De werkprocessen van de
organisaties B en C leveren een aandeel of bijdrage, een service, aan de
totstandkoming van de dienst die uiteindelijk door organisatie A wordt
geleverd. In de processtappen (één streepje) worden tussentijdse contacten
gelegd en interne leveranties aangevraagd c.q. verstrekt.
5.1.3 Ketenbenadering
5-5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
informatie en regie In deze ketenbenadering zijn twee aspecten van belang: de overdracht of het
gezamenlijk gebruik van informatie en de mogelijkheid de gehele keten te
regisseren en te bewaken.
5-6
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
organisaties wordt gedaan, ook – al dan niet tijdelijk – over aan die andere
organisaties.
Het bovenstaande model geeft een beeld van de drie genoemde vormen van
ketenbesturing. Het laat zien dat de procesarchitectuur weer rechtstreeks
gekoppeld is aan de organisatiearchitectuur. In de NORA wordt een expliciet
voorkeur uitgesproken voor de eerste vorm:
“Als gevolg van de hoge prioriteit die aan de kwaliteit van de dienstverlening
wordt gegeven, is het verstandig de organisatie die de dienst aan burger en
bedrijf levert, verantwoordelijk te maken voor het functioneren van de gehele
keten, die nodig is om de dienst te kunnen leveren. Dit impliceert dat deze
organisaties in beginsel per dienst dergelijke ketenafspraken zullen maken,
maar uiteraard zal bundeling van ketenafspraken voor de hand liggen. Dat wil
zeggen: de eindverantwoordelijke organisatie kan in één bestuurlijke
overeenkomst met meerdere overheidsorganisaties afspraken maken voor een
groot aantal services.”
drie digitale trends Er is een aantal trendmatige ontwikkelingen op het gebied van de
werkprocessen waarneembaar die vooral van invloed zijn op het domein van
de digitale duurzaamheid en de documentaire informatievoorziening. Het gaat
hierbij met name om de toenemende digitalisering van twee aspecten van het
proces: het document en de workflow.
Hieronder wordt deze ontwikkeling, voor het betere inzicht, in drie afzonderlijke
trends beschreven maar er is sprake van een sterke inhoudelijke relatie.
1. werk in uitvoering De eerste trend luidt: van out of process naar in process (een typering van
prof. Wouter Keller). Of in hedendaags Nederlands: van “werk uit handen”
naar “werk in uitvoering” (typering van schrijver dezes).
Het gaat hier om de verschuiving die plaatsvindt van activiteiten, die in eerdere
fases van ontwikkeling buiten het eigen werkproces plaatsvonden, naar de
werkplek en de uitvoerende zelf.
exit typekamer Het beste voorbeeld ter illustratie is de ontwikkeling van de tekstverwerking. In
vroegere tijden moest een werkproces, dat vaak uit meerdere deelprocessen
bestaat, tijdelijk worden onderbroken omdat een deel van het werk, het
uittypen van in klad gemaakte aantekeningen of het concept van een brief,
door een ander organisatieonderdeel, de typekamer, moest worden
uitgevoerd. De draad werd pas weer opgepakt als het resultaat op papier
terugkwam bij de proceseigenaar. De komst van computers en
tekstverwerkers heeft aan deze praktijk een definitief einde gemaakt: iedere
professional typt nu zelf zijn tekst als integraal onderdeel van zijn werk.
5-7
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
2. digitaal doorgeven De tweede trend is dat de “estafette van papier” plaatsmaakt voor een “digitaal
doorgeefluik”.
5-8
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Was het ooit zo dat het werk aan elkaar werd doorgegeven met behulp van het
fysieke, papieren dossier, tegenwoordig is nagenoeg elke overdracht digitaal.
Of huiselijker: de volgende collega ging pas aan het werk als het fysieke
dossier daadwerkelijk op zijn bureau of in zijn IN-bakje belandde. Het dossier
was tevens de werkimpuls.
Gaandeweg werd het dossier steeds meer digitaal en lag het voor de hand de
collega ook een elektronische kopie te zenden. Eerst gebeurde dat nog
parallel, én een papieren dossier én een digitale versie, heel gebruikelijk is nu
alleen de laatste methode van overdracht. Een papieren afdruk wordt nog
steeds gemaakt maar die is voor eigen gebruik. Het elektronische document
wordt leidend.
De digitale infrastructuur die dit mogelijk maakt, kan natuurlijk nog veel meer.
Ook de bewaking van het proces, de voortgang, de signalering van de
werkvoorraad, de beheersing van de workflow, de computer is daar uitermate
geschikt voor. De trend is dus een toenemende digitalisering van het
document, van de werkimpuls en van de workflow.
3. alles voor elkaar De derde trend laat zich kenmerken door de verschuiving van “ieder voor zich”
naar “alles voor elkaar”.
5-9
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Het digitale entrepot Het archief is van oudsher ingericht als allerlaatste schakel van elk proces: vijf
jaar dynamisch, daarna statisch archief. De archiefdiensten hebben naast het
klassieke papieren depot inmiddels voorzieningen getroffen om ook digitale
opslagmedia te bewaren, het digitale depot, maar uit de illustratie hierboven
komt duidelijk de samenvattende trend naar voren: de archieffunctie verschuift
van “aan het eind” naar “meteen al en gaandeweg”, een digitaal entrepot.
Kenners zullen opmerken dat de archieffunctie blijkbaar vroeg of laat
geïntegreerd zal raken in het primaire proces (in process).
5 - 10
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5.2 Grondslagen
grondslag 2.1 Processen worden ingericht als onderdeel van complete ketens. Deze zijn
ontworpen vanuit de behoefte van burgers, bedrijven en overige
belanghebbenden in de samenleving.
5 - 11
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5.3 Modellen
procesplaat Onderstaande afbeelding voldoet weliswaar niet helemaal aan die specificaties
maar is een goede illustratie van het hoofdproces dienstverlenen.
Model 5.1:
Hoofdprocesplaat van
Diesntverlening
processchema Mede op grond van dit plaatje kunnen we een meer formeel schema maken
van het bedrijfsproces. Elke dienstverlening begint met het te woord staan van
de klant, de aanvraag wordt op de een of andere manier geregistreerd en het
verzoek wordt in behandeling
genomen. Vaak zal er sprake
zijn van een beoordelings- of
beslissingsmoment in de
procedure en als alles goed gaat
wordt het gevraagde op tijd en
naar tevredenheid van de klant
geleverd. Dat laatste, de
bewaking van de voortgang van
het proces, de regie op de keten,
is cruciaal voor de
klanttevredenheid.
Dit processchema kan van toepassing zijn op nagenoeg alle gemeentelijke
dienstverlening. Uit de ordening van de stapjes blijkt een voorkeur voor een
indeling naar activiteiten die rechtstreeks met het klantcontact te maken
hebben (front office), die door de vakspecialisten worden uitgevoerd (back
office) en die de koppeling en afstemming tussen beide verzorgen (mid office).
5 - 12
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
detailschema’s Op elk van de deelprocessen kan nader ingezoomd worden. Door dat voor elk
onderdeel te doen kan het proces volledig worden uitgedetailleerd. Het NORA-
decompositiemodel kan gebruikt worden om deze detaillering te structureren.
Het bedrijfsproces uit het voorbeeld bestaat uit vijf werkprocessen: aanvragen,
behandelen, beslissen, leveren en bewaken. In het werkproces aanvragen
zitten drie processtappen: classificeren, registreren en assisteren. Het
classificeren van de klantvraag bestaat ten slotte uit een aantal handelingen:
identificeren, aanvullen klantbeeld en voorsorteren.
proces & informatie Merk op dat in deze detailschema’s ook wordt aangegeven welke gegevens
benodigd zijn bij een procesonderdeel. Daarmee wordt de verbinding gelegd
tussen de proceslaag en de informatielaag. Hieronder nog twee voorbeelden:
het assisteren van de klant en het registreren van de zaak.
5 - 13
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5.3.4 Beheren
5.3.5 Besturen
5.3.6 Ondersteunen
5 - 14
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5.4 Standaarden
5.4.1 Richtlijnen
Invoerproces
Dat deel van een bedrijfsproces dat begint wanneer gegevens vanuit een bron
wordt ontvangen en eindigt wanneer aan de bron wordt vermeld dat de invoer
inhoudelijk verwerkt zal worden.
Verwerkingproces
Dat deel van een bedrijfsproces dat begint op basis van een trigger vanuit het
invoerproces en eindigt met het doorgeven van een trigger aan het
uitvoerproces.
Uitvoerproces
Dat deel van een bedrijfsproces dat berichten die inhoudelijk gereed zijn
daadwerkelijk naar de bestemming (burger, bedrijf, organisatie) brengt,
eventueel gebundeld (combinatiediensten).
13
De formulering van sommige richtlijnen is iets aangepast om ze beter op de Amsterdamse situatie toe te spitsen.
5 - 15
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
via meerdere kanalen, maakt een dergelijke driedeling tot een noodzaak.
Triggers en informatie kunnen immers via meerdere kanalen binnen komen,
maar moeten binnen hetzelfde werkproces opgepakt kunnen worden.
Vervolgens moet vanuit één werkproces meer meerdere kanalen ingezet
kunnen worden richting burgers en bedrijven. Kortom: een multichannel
strategie maakt ontkoppeling van invoer (kanalen), verwerking (proces) en
uitvoer (kanalen) noodzakelijk.
5.4.4 Afspraken
5 - 16
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5.5 Beheer
5 - 17
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5.6 Beveiliging
5.6.1 GIBN
5 - 18
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5.7 Conclusies
3. Amsterdam wil toewerken naar een service gerichte architectuur. Dat geldt
dus ook voor de inrichting van de procesarchitectuur. Daartoe wordt een
strategie gevolgd met als hoofdlijnen:
• herontwerp van processen (met prioriteit voor belangrijke
conclusies
dienstoverstijgende ketenprocessen en de inrichting van
procesarchitectuur
basisregistraties);
• standaardisatie van processen;
• modulaire opbouw van processen (waarbij processen tot het niveau
van handelingen worden ‘opgeknipt’).
5 - 19
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6 Informatiearchitectuur
6.1 Inleiding
6-1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
3) een standaard Bij een klacht of een vraag kan een burger via meerdere kanalen
zaakdossier en één communiceren met de Amsterdamse overheid. Ongeacht de wijze van
zakenmagazijn communicatie zal een burger eenduidig geïnformeerd willen worden over
status en voortgang van de klacht of vraag. Voor zowel de burger als voor de
uitvoerende organisaties geldt dat direct inzichtelijk moet zijn wat de voortgang
van de behandeling is en welke andere vragen en/of klachten aan deze
persoon gekoppeld zijn. Per vraag of klacht noemen we deze informatie een
zaakdossier, meerdere zaakdossiers van een burger vormen tezamen een
klantendossier.
Voor de informatievoorziening betekent dit dat er gebruik gemaakt moet
worden van één, voor het gehele concern toegankelijk, zakenmagazijn waarin
de informatie van de verschillende zaakdossiers te vinden is. In zo’n
zaakdossier moet de vraag of klacht eenduidig vastgelegd worden, de
basisinformatie direct gekoppeld zijn, de status en voortgang van de zaak
zichtbaar gemaakt kunnen worden en een digitaal dossier gekoppeld kunnen
worden.
Met name voor het hoofdproces dienstverlening is het hebben van een
standaard zaakdossier en zakenmagazijn van cruciaal belang. Amsterdam
volgt hierbij zo veel mogelijk op landelijk niveau ontwikkelde modellen.
4) standaardisering Om informatie te kunnen uitwisselen zijn afspraken nodig over de vorm en taal
waarin dit wordt gedaan. Standaardisering dus. Een goed voorbeeld is
standaardisering op het terrein van digitaal informatiebeheer. Als stadsdelen
en diensten op een eigen manier informatie zou registreren en archiveren,
wordt het bijna onmogelijk om informatie terug te vinden en te ontsluiten voor
geïnteresseerden. Een Andere Overheid vereist standaardisering op allerlei
terreinen.
6-2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6-3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6.2 Grondslagen
grondslag 3.3 Gegevens worden ontsloten met maximale transparantie binnen de wettelijke
kaders.
6-4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6.3 Modellen
Org.spec. Org.spec.
admin A admin B
Gemeentelijke Informatiehuishouding
Gemeentelijk Informatiemodel
Kernadmin. Kernadmin.
X Y
registraties
Personen Adressen Topografie
Basis
Model 6.1: Gemeentelijke
Landelijk domein
informatiehuishouding
Bedrijven Gebouwen Percelen
Kernadmin.
Z Concerndomein
6-5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Pragmatiek in de uitvoering
Langdurige discussies over criteria voor kernadministraties, definities en
grensgevallen is niet de benadering die we kiezen. Een aantal knelpunten is
duidelijk, de ontwikkeling van administraties om deze knelpunten op te lossen
is noodzakelijk (zaak/klant dossiers, jeugd en onderwijsadministraties, etc.) In
die zin kan, zolang de criteria niet vastgesteld zijn, beter gesproken worden
van kandidaat-kernadministraties.
De kandidaat kernadministraties
De benoemde kandidaat-kernadministraties kunnen nog niet beoordeeld
worden als volwaardig kernadministratie. In de opsomming zijn namen van
toepassingen of toepassingsgebieden benoemd. De potentiële
kernadministratie heeft veelal betrekking op een deel van de gegevens binnen
deze toepassingen: de kerngegevens.
Gebouw
Gebouwen
Adres
7 Adressen
Natuurlijk
Model 6.2: Zes
persoon Personen
basisregistraties
(conceptueel) Niet natuur- Bedrijven
lijk persoon
Percelen
Perceel
Topografie
Kaart
[Bron: Adviesgroep Architectuur]
In Model 6.2 is op een eenvoudige manier zichtbaar gemaakt hoe deze zes
basisregistraties onderling verweven zijn. Door eenduidige identificatie van de
gegevens in de registraties, de logische samenhang van de gegevens én de
koppeling van de registraties kan vanuit meerdere zoekingangen altijd de meest
actuele informatie gevonden worden. Vanuit de zoekingang ‘persoon’ kan
bijvoorbeeld doorgekoppeld worden naar de bijbehorende vastgoedinformatie.
Vanuit een topografische kaart kan bijvoorbeeld de gebouwen en adressen en
de daar woonachtige personen worden gevonden.
6-7
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
DPG
GEMEENTELIJKE BASISREGISTRATIE GEOGRAFISCH
BASISADMINISTRATIE ADRESSEN KERNBESTAND
(Personen) (Adressen) (Topografie)
topografie (groot/
natuurlijke kleinschalig),
adressen
personen lucht- en
cycloramafoto’s
Model 6.3: Zes
basisregistraties met
Geo en Vastgoedinformatie
DBGA
beheerders BASIS BEDRIJVEN BASIS GEBOUWEN KADASTRALE
REGISTER REGISTER REGISTRATIE
(Bedrijven) (Gebouwen) (Percelen)
niet-natuurlijke
verblijfsobjecten
personen
percelen
panden
vestigingen
6-8
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
OVERIGE GEO-
GEMEENTE
OBJECTEN
GEMEENTELIJKE
OPENBARE WOONPLAATS
RUIMTE
ligt in
ligt in
betreft 1 of meer
OPENBARE
RUIMTE
ligt aan
WIJK
ADRESSEERBAAR
Model 6.4: Objectenmodel OBJECT
AANDUIDING
van stelsel van is correspondentie-adres van
BUURT
gemeentelijke SUBJECT
14
basisgegevens is hoofd- of nevenadres van
NIET-NATUURLIJK
PERSOON
BENOEMD GEBOUWD
TERREIN OBJECT
bepaalt NATUURLIJK
verblijfs- PERSOON
adres van
hoort bij
ligt in
MAATSCHAPPE-
zonder verblijfsobject ligt in LIJKE ACTIVITEIT
PAND
VESTIGING
KADASTRALE
ONROERENDE ZAKELIJK RECHT
ZAAK
[Bron: EGEM]
In Model 6.4 is het objectenmodel van het stelsel van gemeentelijke basisgegevens
weergegeven. De kern van het objectenmodel wordt gevormd door de
objectenmodellen van de Basisregistraties van Adressen en Gebouwen (de BAG:
BRA en BGR), de Basisregistratie Personen (BRP), de Basisregistratie
Ondernemingen en Andere Organisaties (het NHR oftewel Nieuw Handelsregister)
en de Basisregistratie Kadaster (de BRK). De adressen, gebouwen en terreinen
enerzijds en personen en vestigingen anderzijds worden in separate schema’s
verder gedetailleerd in Bijlage 8. De basisregistratie Bedrijven is, ten tijde van
deze versie van het handboek, nog in ontwikkeling. Het model hiervan wordt in
een volgende versie van het handboek opgenomen. Tot die tijd is nadere
informatie te verkrijgen bij de beheerder van de basisregistratie Bedrijven: DBGA.
14
Amsterdam hanteert nog wel een eigen uitbreiding op dit model.
6-9
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Amsterdam hanteert het referentiemodel van EGEM als uitgangspunt met een
eigen uitbreiding hierop; het referentiemodel is bedoeld voor alle gemeenten en
bevat geen Amsterdam-specifieke objecten, attributen en relaties.
6 - 10
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
planning, voortgang,
aantallen woningen(en
differentiatie) en de
betrokken partijen
Woonprojecten PM PM Voorstel
(BWV) Adviesgroep
Architectuur
Zakenmagazijn PM PM Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
[Bron: Adviesgroep Architectuur]
6 - 11
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
15
Een ‘zaak’ wordt niet per definitie door een burger geinitieerd. Ook waar de gemeente het initiatief neemt tot communicatie (via
bijvoorbeeld een aanslag of een aanschrijving die voortkomt uit een beschikking) wordt een zaak aangemaakt.
6 - 12
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Er worden nogal eens wat termen door elkaar gebruikt. In deze architectuur
definiëren we een zaakdossier als de registratie van een complex van
handelingen gericht op één bepaald doel. De aanvraag van een burger van
een uittreksel uit het bevolkingsregister vormt dus één zaak met één dossier.
In Model 6.5 is weergegeven hoe een standaard zaakdossier is opgebouwd.
16
Model 6.6: GFO Zaken
[Bron: EGEM]
16
Dit model wordt nog aangepast (zie voetnoot hieronder).
17
Het GFO zaken 2002 is nog niet volledig aangepast aan de laatste ontwikkelingen rond de modellering van de overige
basisregistraties. Naar verwachting vindt deze aanpassing in de tweede helft van 2006 plaats.
6 - 13
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Het GFO Zaken definieert een ‘zaak’ als een samenhangende hoeveelheid
werk met een gedefinieerde aanleiding en een gedefinieerd resultaat, waarvan
kwaliteit en doorlooptijd bewaakt moeten worden.
Het GFO Zaken ontsluit en koppelt op een centraal punt de basisinformatie die
op een zaak betrekking heeft:
• de lopende en afgesloten procedures (zaken);
• de status van procedures;
• het subject (de burger, het bedrijf) dat het verzoek heeft gedaan;
• de betrokkenen;
• de actor (het organisatieonderdeel, de medewerker) die het verzoek
behandelt;
• de stap in de procedure, waarmee de link naar het proces wordt
gelegd;
• de gekoppelde objecten en
• het daarop betrokken adres.
Werkproces
Digitale informatie
Metadata:
• Elementen
• Waarden
• Syntax
• Classificaties
Digitaal informatiebeheer
TIJD
6 - 14
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
digitale wereld bestaat die informatie uit bestanden. Er zijn gegevens nodig om
de informatie in bestanden goed te kunnen bewaren en terug te kunnen
vinden. Die gegevens noemen we metadata.
18
Standaarden voor Digitaal Informatiebeheer worden vanuit het programma ‘Digitaal Informatiebeheer“ in samenwerking met de
Adviesgroep Architectuur opgezet
6 - 15
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6.4 Standaarden
6.4.1 Richtlijnen
19
StUF is het Standaard Uitwisseling Formaat voor het uitwisselen van binnengemeentelijke berichten. De standaard specificeert
zelf geen concrete berichten, maar is een zogenaamde template-definitie: een globale structuur voor berichten die
sectoronafhankelijk is, waarmee concrete berichten gedefinieerd kunnen worden. StUF is een gestandaardiseerde manier om een
willekeurig Entiteit-Relatie-model van een toepassingsgebied binnen de gemeente om te zetten naar berichten. In Amsterdam geldt
StUF 2.04 als standaard. Voor o.a. versiebeheer is in Amsterdam een StUF-platform opgericht waaraan aanleverende partijen en
afnemers deelnemen (zie Viadesk). Zie ook Bijlage 9.
6 - 16
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6.4.4 Afspraken
6 - 17
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6.5 Beheer
20
StUF is het Standaard Uitwisseling Formaat voor het uitwisselen van binnengemeentelijke berichten. De standaard specificeert
zelf geen concrete berichten, maar is een zogenaamde template-definitie: een globale structuur voor berichten die
sectoronafhankelijk is, waarmee concrete berichten gedefinieerd kunnen worden. StUF is een gestandaardiseerde manier om een
willekeurig Entiteit-Relatie-model van een toepassingsgebied binnen de gemeente om te zetten naar berichten. In Amsterdam geldt
de laatste vastgestelde versie van Stuf 2.x als standaard. In april 2006 is StUF versie 2.04 vastgesteld. Zie ook Bijlage 9.
6 - 18
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6.6 Beveiliging
6.6.1 GIBN
6 - 19
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6 - 20
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6.7 Conclusies
7. Met het oog op eenduidige informatie naar de burger wordt het GFO
Zaken niet alleen op concernniveau, maar ook op niveau van stadsdelen,
diensten en bedrijven gebruikt.
6 - 21
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7 Applicatiearchitectuur
7.1 Inleiding
7-1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4) efficiëntie “Niet meer uitgeven dan nodig” is het doel. Binnen de applicatie- en
infrastructuurarchitectuur liggen kansen om deze te realiseren.
naar een service gerichte Over de oplossingsrichting bestaat consensus. Amsterdam moet toewerken
architectuur naar een zogenaamde service gerichte architectuur, zoals ook in Hoofdstuk 5
aangegeven: een architectuur waarbinnen processen zijn opgedeeld in
componenten en de techniek (applicaties en infrastructuur) meer en meer op
een standaard manier wordt ingevuld. De technische bouwblokken behoren
daarbij niet langer exclusief tot een bepaalde applicatie, maar kunnen van
verschillende kanten worden aangeroepen.
7-2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
integratievoorzieningen;
3. Gemeenschappelijke ontwikkeling en beheer van applicaties;
4. Standaardisering van functies;
5. Modulaire opbouw van applicaties.
2) openheid & Applicaties dienen open te worden ingericht voor hun omgeving, zodat zij
gemeenschappelijke kunnen worden geïntegreerd met andere applicaties (= verbeterde
integratievoorzieningen interoperabiliteit). Verder worden applicaties ondersteund door
gemeenschappelijke voorzieningen voor integratie. Er moet een zogenaamde
Servicebus Amsterdam komen om het in Hoofdstuk 4 beschreven
uitgangspunt van ‘koppelen’ technisch te ondersteunen.
4) standaardisering Functies worden zodanig ingericht dat zij voldoen aan internationale,
functies nationale en Amsterdamse standaarden.
service gerichte Het toewerken naar een service gerichte architectuur is niet iets exclusiefs
architectuur heeft voor de applicatiearchitectuur. Om succesvol te zijn is het noodzakelijk dat
consequenties voor alle ook de proces-, informatie en infrastructuurarchitectuur worden aangepast
architectuurlagen aan de eisen van een service gerichte architectuur.
7-3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7.2 Grondslagen
grondslag 4.1 Applicaties zijn modulair opgebouwd zodat functies kunnen worden
hergebruikt.
7-4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7.3 Modellen
Presentatielaag
Integratielaag
Datalaag
7-5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
architecturen van onder andere NORA en EGEM (zie Bijlage 13) worden deze
domeinen meestal aangeduid als back office.
Hieronder worden deze lagen één voor één langsgelopen, in een aantal
gevallen in meer detail.
Presentatie
P ost B a lie T e le fo o n E - m a il In te r n e t C hat
K a n a le n
O n d e r s te u n e n k la n t C la s s ific e r e n k la n t v r a a g P r e s e n t a tie in t e g r a t ie B e h e e r f u n c t ie s
U itw is s e le n b e r ic h t e n
Integratie
B e h e r e n s e r v ic e s A u t h e n t ic e r e n & a u t o r is e r e n R e g is s e r e n p r o c e s s e n
T o e g a n g v e r le n e n r e g is t r a t ie s R e g is t r e r e n z a k e n
G egevens-
Z a k e n m a g a z ijn
m a g a z ijn e n
Domeinen
Ondersteunende
Ondersteunende
Ondersteunende
Management
Management
Management
functies
functies
functies
functies
functies
functies
P r o c e s s p e c if ie k e P r o c e s s p e c if ie k e P r o c e s s p e c if ie k e
f u n c t ie s f u n c t ie s f u n c t ie s
B e la s t in g e n / E r f p a c h t W e r k e n In k o m e n M a a t s c h a p p e lijk e O n t w ik k e lin g
Data
B a s is r e g is t r a tie s K e r n a d m in is tr a tie s
Presentatie is een verwijzing naar de visuele presentatie van een applicatie die
een gebruiker op zijn beeldscherm ziet. De wijze waarop de klant contact heeft
met de gemeente hoeft uiteraard niet beperkt te zijn tot communicatie via een
beeldscherm. Ook bij een balie (baliescherm), post (inscannen) en telefoon
(voice response) is er sprake van ICT-ondersteuning. Deze onderdelen van de
presentatielaag worden omschreven als kanalen. In Model 7.2 zijn deze
kanalen op de bovenste rij in de presentatielaag weergegeven.
Achter de kanalen wordt een aantal functies ingericht, die bedoeld zijn om het
contact met de gebruiker te ondersteunen. In Model 7.2 zijn de volgende
functies onderscheiden:
• Ondersteunen klant: het informeren van de klant;
• Classificeren klantvraag: het verzorgen van de intake van de klant;
• Presentatie integratie: het verzorgen van een eenduidige presentatie
(vorm en inhoud) aan de klant;
• Beheerfuncties: het aanpassen van inhoud en vorm door de beheerder
van de presentatievoorziening 21.
21
Dit is dus een functie die niet op een klant gericht is, maar op een beheerder.
7-6
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Toch heeft elk organisatieonderdeel vaak nog een eigen loket als schil rond de
eigen applicaties aangelegd. Dit is niet goed voor de kwaliteit van de
dienstverlening. Het leidt bijvoorbeeld tot:
• verschillen in toegankelijkheid en bereikbaarheid van onderdelen van het
concern Amsterdam;
• overlap in de externe communicatie met Amsterdammers;
• aanbod- in plaats van vraaggestuurde dienstverlening: de Amsterdammer
kan nog onvoldoende zelf ‘aan het stuur zitten’ en niet overal naartoe
‘rijden’ omdat er nog geen verbindingswegen zijn.
Amsterdam.nl
www.amsterdam.nl vormt meer en meer het centrale informatieportaal van de
gemeente. We zien steeds meer dat Amsterdamse organisaties er de voorkeur
aan geven hun publieksinformatie binnen een thematisch gedeelte van
www.amsterdam.nl te ontsluiten boven organisatiespecifieke profilering. Deze
trend moet verder worden versterkt.
Intranet Amsterdam
Voor binnengemeentelijke informatie-uitwisseling en samenwerking is er een
interne informatieportaal, Intranet Amsterdam. Wat nog ontbreekt is een
mechanisme om de uitwisseling vanuit lokale intranetten te faciliteren met de
informatieportaal en andersom.
7-7
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Loket Amsterdam
Loket Amsterdam is de naam van het internetloket van de gemeente
Amsterdam. Via dit loket (een onderdeel van www.amsterdam.nl en onderdeel
van de stadsdeel websites) kunnen burgers en ondernemers informatie vinden
over gemeentelijke producten en kunnen veel producten ook direct worden
aangevraagd met behulp van digitale formulieren. Het Loket biedt hulp bij het
invullen, bijvoorbeeld door niet-relevante vragen over te slaan. Digitaal
verstuurde formulieren komen automatisch terecht bij de afdeling die de
aanvraag afhandelt en het Loket houdt de status van afhandeling bij. Diensten
of stadsdelen kunnen zelf een deel van de informatie die gepubliceerd is op
het Loket aanpassen en actualiseren.
Portaal Amsterdam
Portaal Amsterdam is een softwarevoorziening die ‘achter de schermen’ zorgt
voor vraaggerichte, gebruiksvriendelijke en goed beheerbare
informatieportalen, zoals Amsterdam.nl, Intranet en Loket Amsterdam. Portaal
Amsterdam faciliteert de ontwikkeling van themaportalen tegen beperkte
inspanningen met hergebruik van zowel informatie als techniek. Portaal
Amsterdam bundelt informatie en systemen en past de presentatie aan binnen
de context van de gebruiker, intern of extern. Portaal fungeert als het ware als
schakel tussen bepaalde frontoffice en backoffice applicaties. Gebruikers zien
een eenduidige presentatie voor zich en kunnen daarbinnen meerdere
systemen raadplegen en gebruiken. Themaportalen kunnen algemeen van
opzet zijn (“Verhuizen”) of specifiek op een persoon en een onderwerp (Mijn
WOZ-belastingen).
Antwoord
Antwoord biedt een toegankelijke, herkenbare en eenduidige dienstverlening
via diverse beschikbare kanalen voor alle Amsterdammers, namens de gehele
gemeentelijke organisatie. Antwoord is goed bereikbaar via telefonie, internet
en e-mail. In een later stadium komt hier de balie bij. Antwoord beantwoordt
uiteindelijk 80% van de binnenkomende informatievragen. Voor de
behandeling van klachten, meldingen en meer ingewikkelde vragen wordt
gerouteerd naar de juiste organisatieonderdelen.
7-8
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
A a n vra g e n d
e A a n vra g e n d
e
A a n vra g e n
U itw is s e le n b e ric h te n
B e h e re n A u th e n tic e re n R e g is s e re n
s e rvic e s & a u to ris ere n p ro c e s s e n
uitwerking integratielaag
A fh a n d e le n
A a n vra g e n d
e A a n vra g e n d
e
B a s is re g is tra tie e n
k e rn a d m in is tra tie s
7-9
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
6. Regisseren processen.
Na verloop van tijd zullen steeds meer diensten en stadsdelen met veelal
gesloten applicaties moeten gaan communiceren met alle basisregistraties.
Bovendien zal het aantal basisregistraties en kernadministraties toenemen. De
oorspronkelijk nog overzichtelijke situatie dijt uit naar een onoverzichtelijke
wirwar aan verbindingen en transformaties. Een stelsel van bilaterale
afspraken begint dan een chaotisch spinnenweb te worden. Om dat te
voorkomen wordt een servicebus geïntroduceerd.
Basis- Kernadmini-
Vastgoed Personen Bedrijven registratie X stratie Y
7 - 10
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Servicebus
Basisre- Kernadmini-
Vastgoed Personen Bedrijven gistratie X stratie Y
Functie Architectuurlaag
1. Uitwisselen berichten
2. Beheren services Infrastructuurarchitectuur
Tabel 7-1 Uitwerking
3. Authenticeren en Autoriseren
functies integratielaag
4. Toegang verlenen tot
registraties
Applicatiearchitectuur
5. Registreren zaken
6. Regisseren processen
De functies 1 t/m 3 zijn algemeen van karakter. Ze vormen in feite een extra
functie bovenop de datacommunicatie van het netwerk. Ze worden daarom
beschouwd als infrastructurele voorzieningen. In paragraaf 8.3.2 worden deze
functies toegelicht.
7 - 11
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Ad 5. Registreren zaken
Een zaak omvat alle binnenkomende informatievragen en verzoeken van
externe klanten. Alle zaken worden binnen één centraal zakenmagazijn
geregistreerd en over meerdere (dienstverlenings)processen heen
bijgehouden. In een zakenmagazijn wordt voor iedere specifieke zaak een
dossier geopend. Daarin wordt precies bijgehouden hoe het met de zaak staat
(wanneer contact geweest is met wie, deadline levering), zodat onder meer de
front office direct aan de klant kan laten weten wanneer bijvoorbeeld de dienst
geleverd wordt. De gegevens die door de klant zijn ingebracht (Burger Service
Nummer, verzoek) worden aangevuld met beschikbare basisgegevens en
klantgegevens uit eerdere contacten. Vanuit een zaakdossier wordt de vraag
direct afgehandeld of doorgezet naar de behandelaars. Ook de routering naar
het behandelende organisatieonderdeel en de terugkoppeling van de status en
het resultaat van de behandeling, wordt in het zaakdossier opgeslagen.
Ad 6. Regisseren processen
Sommige berichten moeten door meer dan één back office worden verwerkt.
Zo moet bijvoorbeeld een adreswijziging van een burger worden verwerkt in
allerlei systemen. Er is daarom een functie nodig die zorgt voor de regie van
verschillende deelactiviteiten dat wil zeggen de bewaking en aansturing over
het gehele (keten)proces heen, van startpunt tot en met afronding. Dit wordt
ook wel Business Process Management (BPM) genoemd. Procesregie vindt bij
uitstek plaats wanneer sprake is van meerdere partijen, meerdere systemen,
meerdere medewerkers en handelingen die dan wel geautomatiseerd dan wel
handmatig worden uitgevoerd.
Procesregie is ook noodzakelijk bij het raadplegen van gegevens uit meerdere
registraties (zie bij ‘ad 4’). Stelt de applicatie van een afnemer een
samengestelde vraag aan twee of meer registraties, dan kan deze functie de
beantwoording van de vraag regisseren. De regie vindt plaats op basis van
gelijkwaardigheid (choreografie) of hiërarchie (orkestratie).
Voor Amsterdam vormt integratie een relatief nieuw terrein. Er zal een flinke
slag gemaakt moeten worden om te komen tot het eindbeeld van een
architectuur met een Servicebus Amsterdam die alle zes genoemde
integratiefuncties levert (zie ook paragraaf 8.3.2 ). Wel is zichtbaar dat eerste
stappen zijn gezet.
7 - 12
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Ad 5. Registreren zaken
Amsterdam kent nog niet één gemeenschappelijke oplossing voor de
registratie van zaakgegevens. Binnen een aantal grote organisaties (DMO,
DWI, Antwoord) zijn er wel plannen om een zakenmagazijn te creëren in 2006.
In de Pilot Broker van DMO worden verder ervaringen opgedaan die voor een
generieke inrichting van een zakenmagazijn kunnen worden meegenomen.
Het is wenselijk toe te werken naar één gemeenschappelijke voorziening voor
alle dienstverlening.
Ad 6. Regisseren processen
Amsterdam kent nog geen generieke oplossingen voor procesregie. Bij DMO
loopt in de tweede helft van 2006 een ‘Pilot Broker’ waarbij procesregie in de
WMO-keten een grote rol speelt. In de Pilot worden generieke herbruikbare
onderdelen ontwikkeld en ervaringen opgedaan die vanaf 2007 ook bij de
besturing van andere ketenprocessen kunnen worden ingezet.
Presentatie
P ost B a lie T e le fo o n E - m a il In te r n e t C hat
K a n a le n
O n d e r s t e u n e n k la n t C la s s ific e r e n k la n t v r a a g P r e s e n t a tie in t e g r a t ie B e h e e r f u n c t ie s
U itw is s e le n b e r ic h t e n
Integratie
B e h e r e n s e r v ic e s A u t h e n tic e r e n & a u t o r is e r e n R e g is s e r e n p r o c e s s e n
T o e g a n g v e r le n e n r e g is t r a t ie s R e g is t r e r e n z a k e n
G egevens-
Z a k e n m a g a z ijn
m a g a z ijn e n
Ondersteunende
Ondersteunende
Management
Management
Management
functies
functies
functies
functies
functies
functies
P r o c e s s p e c if ie k e P r o c e s s p e c if ie k e P r o c e s s p e c if ie k e
f u n c t ie s f u n c t ie s f u n c t ie s
B e la s t in g e n / E r f p a c h t W e r k e n In k o m e n M a a t s c h a p p e lijk e O n t w ik k e lin g
Data
B a s is r e g is t r a tie s K e r n a d m in is tr a tie s
7 - 13
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Processpecifieke functies
Dit zijn functies die ontstaan ter ondersteuning van specifieke
bedrijfsprocessen die uniek zijn binnen de gemeente. Het gaat vrijwel altijd om
functies waarbij de inhoud van het proces in de functie is verweven, zoals het
registreren van erfpachtbelasting of de vaststelling van het recht op
bijstandsuitkering.
Procesgenerieke functies
Dit zijn functies die in meerdere, zo niet alle bedrijfsprocessen voorkomen.
Een goed voorbeeld is het beheer van werkstromen. In de meeste processen
speelt een combinatie van werkverdeling en tijdsbewaking een rol. Deze
kunnen daarom generiek ondersteund worden met zogenaamde work flow
management functies. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor functies voor
documentbeheer.
Ondersteunende functies
Dit zijn alle functies die ten bate staan van het hoofdproces Ondersteunen. Het
worden ook wel secundaire of bedrijfsvoeringsprocessen genoemd en
aangeduid met de afkorting PIJOFAH. Strikt genomen vormen zij een
bijzondere vorm van procesgenerieke functies. Voorbeelden zijn functies op
het gebied van financiële boekhouding of personeelsadministratie.
Managementfuncties
Ook dit zijn een bijzondere vorm van procesgenerieke functies. Het is
functionaliteit voor het verzamelen, aggregeren, interpreteren en weergeven
van informatie ten behoeve van management en bestuur.
Managementinformatie is gebaseerd op de informatie die in de primaire
processystemen is opgeslagen. Een voorbeeld is dat vanuit een workflow
functie de doorlooptijden over alle geregistreerde behandelprocessen wordt
bijgehouden en gepresenteerd inclusief gemiddelden en afwijkingen van de
afgesproken doorlooptijden
Het voordeel van deze autonomie is dat elke organisatie applicaties kan
gebruiken die het best aansluiten op de interne bedrijfsvoering en die ‘passen’
7 - 14
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Presentatie
P o st B a lie T e le fo o n E - m a il In te rn e t C hat
K a n a le n
U itw is s e le n b e r ic h t e n
B e h e r e n s e r v ic e s A u t h e n t ic e r e n & a u to r is e r e n R e g is s e r e n p r o c e s s e n
T o e g a n g v e r le n e n r e g is t r a t ie s R e g is tr e r e n z a k e n
G egevens-
Z a k e n m a g a z ijn
m a g a z ijn e n
Domeinen
Ondersteunende
Ondersteunende
Ondersteunende
Management
Management
Management
functies
functies
functies
functies
functies
functies
P r o c e s s p e c ifie k e P r o c e s s p e c ifie k e P r o c e s s p e c if ie k e
fu n c tie s f u n c tie s f u n c t ie s
Data
B a s is r e g is tr a tie s K e r n a d m in is tr a tie s
7 - 15
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Presentatie
P ost B a lie KTAeNle
A fo
Co Cn EK -m
A NaAil InLte
o krn
e te t Chat
R e sp o n se
(A n tw o o rd ) (A n tw o o rd ) A ’d a m
K a n a le n
lo k e t A ’d a m P o rta a l W e b in a b o x
A tla s A ’d a m A ’d a m P lu g a n d p la y
O n d e r s te u n e n k la n t C la s s ific e r e n k la n t v r a a g P r e s e n ta tie in te g r a tie B e h e e r f u n c t ie s
U itw is s e le n b e r ic h t e n
Integratie
A A A s e rv e r BEA W LI
B e h e r e n s e r v ic e s A u t h e n t ic e r e n & a u t o r is e r e n R e g is s e r e n p r o c e s s e n
T o e g a n g v e r le n e n r e g is t r a tie s R e g is tr e r e n z a k e n
G egevens- P a ra p lu KANA CC
D iv a
Z a k e n m a g a z ijn O ra c le (A n tw o o rd )
m a g a z ijn e n
Model 7.6 Typologie
applicatielandschap:
uitwerking alle lagen P r o c e s g e n e r ie k e P r o c e s g e n e r ie k e P r o c e s g e n e r ie k e
fu n c tie s f u n c t ie s fu n c tie s
Domeinen
D o c u m e n tu m D o c u m e n tu m D o c u m e n tu m
Ondersteunende
Ondersteunende
Ondersteunende
Management
Management
Management
functies
functies
functies
functies
functies
functies
reports
reports
reports
Crystal
Crystal
Crystal
P-net
P-net
P-net
H e rm e s NUS_O P E R IS A
P r o c e s s p e c if ie k e P r o c e s s p e c ifie k e P r o c e s s p e c if ie k e
f u n c t ie s fu n c tie s fu n c t ie s
Data
GBS
VRA P -n e t
B a s is r e g is tr a tie s K e r n a d m in is tr a tie s
7 - 16
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
P o st E -m a il In te rn e t
K a n a le n K a n a le n K a n a le n
O n d e r s te u n e n d e
M a n a g e m e n t fu n c t
M a n a g e m e n t fu n c t
M a n a g e m e n t fu n c t
O n d e r s te u n e n d e
O n d e r s te u n e n d e
fu n c tie s
fu n c tie s
fu n c tie s
P r o c e s s p e c ifie k e fu n c tie s P r o c e s s p e c ifie k e fu n c tie s P r o c e s s p e c ifie k e fu n c tie s
‘Vertaling’ van bovenstaande weergave naar de typologie uit Model 7.6 leidt tot
een weergave zoals in Model 7.8.
7 - 17
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Presentatie
P ost B a lie KTAeNle
A fo
Co Cn EK -m
A NaAil InLte
o krn
e te t Chat
R e sp o n se
(A n tw o o rd ) (A n tw o o rd ) A ’d a m
K a n a le n
lo k e t A ’d a m P o rta a l W e b in a b o x
A tla s A ’d a m A ’d a m P lu g a n d p la y
O n d e r s te u n e n k la n t C la s s ific e r e n k la n t v r a a g P r e s e n ta tie in te g r a tie B e h e e r f u n c t ie s
U itw is s e le n b e r ic h t e n
Integratie
A A A s e rv e r BEA W LI
B e h e r e n s e r v ic e s A u t h e n t ic e r e n & a u t o r is e r e n R e g is s e r e n p r o c e s s e n
T o e g a n g v e r le n e n r e g is t r a tie s R e g is tr e r e n z a k e n
G egevens- P a ra p lu KANA CC
D iv a
Z a k e n m a g a z ijn O ra c le (A n tw o o rd )
m a g a z ijn e n
Domeinen
D o c u m e n tu m D o c u m e n tu m D o c u m e n tu m
Ondersteunende
Ondersteunende
Ondersteunende
Management
Management
Management
functies
functies
functies
functies
functies
functies
reports
reports
reports
Crystal
Crystal
Crystal
P-net
P-net
P-net
H e rm e s NUS_O P E R IS A
P r o c e s s p e c if ie k e P r o c e s s p e c ifie k e P r o c e s s p e c if ie k e
f u n c t ie s fu n c tie s fu n c t ie s
Data
GBS
VRA P -n e t
B a s is r e g is tr a tie s K e r n a d m in is tr a tie s
In Model 7.8 is (zonder volledig te zijn 22) aangegeven dat er anno 2006 al
diverse oplossingen in gebruik zijn die één of meer van de in Model 7.6
onderscheiden functies kunnen vervullen. Daarbij wordt duidelijk dat veel van
deze voorzieningen elkaar aanvullen (bijvoorbeeld Portaal, Paraplu, Loket
Amsterdam, Antwoord) en er nauwelijks overlap is. Tegelijkertijd dient
aangetekend te worden dat het nog geen (algemeen aanvaarde)
concernoplossingen zijn en dat ‘meerdere bakstenen nog geen gebouw
vormen’. Ook wordt er in bepaalde (cruciale) functies rond integratie nog niet
voorzien.
22
Zo worden bijvoorbeeld bij DBGA Filenet (procesgenerieke functie) en Cognos (management functie) gebruikt.
7 - 18
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Presentatie
P ost B a lie T e le fo o n E - m a il In t e r n e t Chat
K a n a le n
O n d e r s t e u n e n k la n t C la s s i fi c e r e n k l a n t v r a a g P r e s e n t a t ie in t e g r a t ie B e h e e rfu n c tie s
U itw i s s e l e n b e r ic h t e n
Integratie
B e h e r e n s e r v ic e s A u th e n tic e re n & a u to ris e re n R e g is s e r e n p r o c e s s e n
T o e g a n g v e r l e n e n r e g is t r a t ie s R e g is tre re n z a k e n
G egevens- Z a k e n m a g a z ijn
m a g a z ijn e n
Model 7.9 Het
toekomstige
applicatielandschap: wat
generiek
Domein
kan gemeenschappelijk?
P ro c e s g e n e rie k e G e n e r ie k e m a n a g e m e n t G e n e r ie k e
fu n c tie s f u n c t ie s o n d e r s t e u n e n d e f u n c t ie s
Domeinen
P r o c e s s p e c i f i e k e f u n c t ie s P r o c e s s p e c if i e k e f u n c t ie s P r o c e s s p e c i f ie k e f u n c t i e s
B e la s tin g e n / E rfp a c h t W e rk e n In k o m e n M a a t s c h a p p e l ij k e O n t w ik k e l in g
Data
B a s i s r e g is t r a t ie s K e r n a d m in i s tr a ti e s
In Model 7.9 is met een arcering aangegeven welke functies binnen welke
lagen van het Amsterdamse applicatielandschap gemeenschappelijk gebruikt
kunnen worden. Het betreft dus de functies die de mogelijkheid in zich hebben
om gemeenschappelijke ontwikkeld en beheerd te worden. Wat opvalt is dat
alleen de processpecifieke functies binnen de laag domeinen buiten het
gemeenschappelijk domein blijven.
7 - 19
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
gelden;
4. Die technische voorziening moet zodanig van aard zijn en zodanig zijn
ingericht dat deze tegelijkertijd in meerdere procesfuncties kan worden
benut;
5. De technische voorzieningen voldoen aan een minimumniveau van
kwaliteitseisen (voor bijvoorbeeld beschikbaarheid en schaalbaarheid),
zeker in het geval van toepassing in bedrijfskritische processen.
Dit laat onverlet dat in de ogen van de Adviesgroep Architectuur de richting die
Amsterdam op moet helder is. Een Andere Overheid vraagt om een service
gerichte architectuur waarbinnen gemeenschappelijke functies centraal staan.
De landelijke architectuur (NORA) stuurt hier ook onmiskenbaar op aan.
7 - 20
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Kijkend naar het huidige applicatielandschap (zie Model 7.8) is zichtbaar dat er
al een aantal voorzieningen is dat gemeenschappelijke functies kan vervullen
en naar alle waarschijnlijkheid (deels) herbruikbaar zal zijn in een service
gerichte architectuur. Het sluit ook goed aan op de trend die binnen
Amsterdam zichtbaar is, een trend naar meer samenwerking en
gemeenschappelijkheid. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de programma’s BRI,
en Dienstverlening (Antwoord) en de start van Servicehuizen. We zullen echter
verder moeten gaan om deze service gerichte architectuur te realiseren. Aan
de andere kant moeten de diensten, bedrijven en stadsdelen het tempo ook
kunnen bijbenen. Dit pleit voor een stap-voor-stap benadering waarbij
interoperabiliteit (het koppelen) een eerste stap is. Vervolgens kunnen eerst
die functies gemeenschappelijk worden ‘gemaakt’ waar vanuit de processen
(top-down) de sterkste behoefte ligt en/of de grootste efficiencyvoordelen
(bottom-up) liggen.
Hier ligt dus een belangrijke opdracht voor het management om een heldere
koers uit te zetten.
7 - 21
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7.4 Standaarden
7.4.1 Richtlijnen
23
Standaardisatie is geen doel op zich. Standaardisatie komt voort uit de bedrijfsdoelstellingen en eventueel hiermee gepaard
gaande onderbouwing door business cases.
7 - 22
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Algemene,
infrastructurele functies 8 9
Integratiefuncties 8 9
Presentatiefuncties 8 9
Functies voor
Tabel 7-4
secundaire
bedrijfsprocessen
8 9
Richtlijn voor
standaardisering Procesgenerieke ict-
gemeenschappelijke
functies
functies inclusief
management en 8 9
ondersteuning
Processpecifieke
functies voor primaire
bedrijfsprocessen
8 9
Unieke functies 9
Legenda
8 = Huidige situatie
9 = Gewenste situatie
24
De open standaarden ontwikkelen zich in de tijd en er worden regelmatig nieuwe versies van een standaard gepubliceerd. Om
een goede interoperabiliteit te waarborgen heeft de Web Services Interoperability Organisation (WS-I) een richtlijn voor het
implementeren van de verschillende standaarden beschreven. De richtlijn heet de ‘WS-I Basic Profile’.
7 - 23
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Adviesgroep
Architectuur
Documentum Document management systemen B&W-besluit 9
november 2004
GFO-2006, GFO Objectenmodel, objectenmodel van Voorstel
Zaken stelsel van gemeentelijke Adviesgroep
basisgegevens resp. zaken Architectuur
HTML Ontwikkeltaal Presentatielaag Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
P-net personeels- en salarisadministraties B&W-besluit 9
van alle gemeentelijke organisaties november 2004
SOAP Service aanroep bij Voorstel
berichtuitwisseling Adviesgroep
Architectuur
StUF 25 Berichtenspecificatie Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
UDDI Service register Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
WSDL Service beschrijving Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
WS-Reliability Betrouwbaarheid van Voorstel
berichtuitwisseling Adviesgroep
Architectuur
WSRP Presentatie Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
WS-Security Webservice beveiliging Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
XML Ontwikkeltaal Gegevensopslag en Voorstel
uitwisseling Adviesgroep
Architectuur
XML Schema Schema Syntax Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
XQUERY Data Queries Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
XSLT XML Transformatie Voorstel
Adviesgroep
Architectuur
25
Zie hoofdstuk Informatie
7 - 24
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7.4.3 Bandbreedte
Er zit ook een juridische en aanbestedings kant aan het verhaal van pakket
c.q. applicatiestandaardisatie. Het vaststellen van gemeentebrede ICT-
standaarden is in beginsel een bevoegdheid van het college van B&W en de
stadsdeelbesturen. In 2004 heeft het College bijvoorbeeld haar voorkeur
uitgesproken voor een reeks van bedrijfsvoeringapplicaties (waaronder: Exact,
Fis4all, Civision, ONe World, Decade en Documentum) om het aantal ICT-
variaties die binnen de gemeente Amsterdam worden gebruikt, terug te
dringen.
7.4.4 Afspraken
7 - 25
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7.5 Beheer
7 - 26
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Deze koerswijziging biedt ook kansen voor de kosten en de kwaliteit van het
beheer. De eilandautomatisering maakt dat het beheer op dit moment ook
26
SHP = Servicehuis Personeel
27
Zie hoofdstuk Informatie paragraaf 6.4.2
7 - 27
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7 - 28
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7.6 Beveiliging
7.6.1 GIBN
7 - 29
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
7.7 Conclusies
4. Amsterdam wil toewerken naar een service gerichte architectuur. Dat geldt
dus ook voor de inrichting van de applicatiearchitectuur. Daartoe wordt
een strategie gevolgd met als hoofdlijnen:
• Integratie van presentatiefuncties
• Meer openheid en gemeenschappelijkheid rond
integratievoorzieningen
• Meer gemeenschappelijke ontwikkeling en beheer
• Standaardisering van functies
• Modulaire opbouw van applicaties
7 - 30
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
11. Er wordt gestreefd naar een concernbreed zakenmagazijn. Als dat niet lukt
dan is elke organisatie binnen de gemeente Amsterdam verantwoordelijk
voor de ontwikkeling van een eigen zakenmagazijn 30. Daarnaast heeft de
ontwikkeling van een concernbreed zaakdossier prioriteit. Zie conclusie 6
in Hoofdstuk 6 .
28
In jargon wordt dit ook wel “de ontwikkeling van een dunne naar een dikke bus” genoemd.
29
Concreet gaat het daarbij om vragen als: Wanneer moeten we aan de standaarden voldoen? Staan we uitzonderingen toe?
Gelden standaarden alleen bij vervanging of aanpassing van systemen of gaan we ook bestaande systemen aanpassen?
30
Als hier –om wat voor redenen dan ook- niet voor wordt gekozen zullen op termijn, langs het pad der geleidelijkheid, de
verschillende zakenmagazijnen moeten worden geïntegreerd tot één gemeenschappelijke voorziening voor alle dienstverlening.
7 - 31
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
31
Deze randvoorwaarden zijn in paragraaf 7.3.3. genoemd
32
Concreet gaat het daarbij om vragen als: Wanneer moeten we aan de standaarden voldoen? Staan we uitzonderingen toe?
Gelden standaarden alleen bij vervanging of aanpassing van systemen of gaan we ook bestaande systemen aanpassen?
33
Concreet gaat het daarbij om vragen als: Wanneer moeten we aan de standaarden voldoen? Staan we uitzonderingen toe?
Gelden standaarden alleen bij vervanging of aanpassing van systemen of gaan we ook bestaande systemen aanpassen?
34
Dit betekent dat elk systeem dat Amsterdam vanaf heden selecteert, voldoet aan deze open standaarden, mits het systeem
gegevens of services uitwisselt met andere systemen. Indien een systeem dit niet ondersteunt neemt de leverancier een aparte
voorziening in zijn offerte hiervoor op.
35
Hiervoor moet per systeem een adapter worden ontwikkeld die gebruik maakt van web services. Het betreft hier allereerst alleen
de systemen die gegevens uitwisselen met de basisregistraties en de kernadministraties.
7 - 32
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8 Infrastructuurarchitectuur
8.1 Inleiding
infrastructuur: drager van Van oorsprong wordt de infrastructuur vooral gedefinieerd in technische
architectuur termen en gaat het om bekabelingssystemen, verbindingen, hardware
(servers, pc’s, printers) en daarop draaiende besturingssoftware.
In deze visie is er bijna geen oog voor de relatie met ‘hogere’
architectuurlagen. Sterker nog, de infrastructuur werd gezien als een losstaand
iets, een noodzakelijk kwaad.
brede definitie van Zoals we ook in Hoofdstuk 7 hebben gezien is het onderscheid tussen de
‘infrastructuur’ applicatie- en infrastructuurlaag aan het vervagen. In dit hoofdstuk hanteren
we een brede invulling van de infrastructuur. Dat wil zeggen dat niet alleen de
hardware en de besturingssoftware eronder valt, maar ook
gestandaardiseerde applicaties met duidelijk generieke kenmerken en scherp
afgebakende functies. De brede invulling houdt ook in dat het er niet alleen
eisen worden gesteld aan de ‘gemeenschappelijke’, maar ook aan lokale,
dienstgebonden infrastructuren 36.
Huidige infrastructuur Als we naar de huidige infrastructuur kijken valt op dat er (net als in het
ondersteunt nog applicatielandschap) een grote verscheidenheid is aan lokale, dienstgebonden
onvoldoende ‘koppelen en netwerken. Dit maakt het lastig om het uitgangspunt ‘koppelen en kantelen’ te
kantelen’ en implementeren en een service gerichte architectuur te ondersteunen. Om goed
servicegerichtheid te koppelen is het ten eerste nodig dat de lokale infrastructuren voldoen aan
36
Hoewel we een brede invulling voorstaan bevat deze versie van het handboek nog niet alle onderdelen. Deze versie richt zich
hoofdzakelijk op de bestaande gemeenschappelijke onderdelen, onder regie van E-net, en de nieuwe infrastructurele functies op het
gebied van beveiliging en integratie. Hier ligt de grootste behoefte. De architectuur van lokale, dienstgebonden infrastructuren die
onder het Servicehuis ICT vallen volgt later in 2006.
8-1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Dit is echter niet voldoende. Om tot echte samenwerking over de grenzen van
de lokale infrastructuren heen te komen ligt het voor de hand de
gemeenschappelijke infrastructuur te versterken. Niet alleen door functies van
een nieuwe Servicebus Amsterdam daarin op te nemen, maar ook door
bepaalde zaken die nu in alle lokale infrastructuren apart zijn ingericht
gemeenschappelijk aan te pakken. De infrastructuur moet zelf ook in termen
van services gezien gaan worden. Denk bijvoorbeeld aan de services
‘authenticeren’ en ‘printen’. Het is veel efficiënter om deze als één service aan
te bieden vanuit de infrastructuur dan dat ze in elke afzonderlijke applicatie als
functie moeten worden verwerkt. In deze infrastructuurarchitectuur wordt dit
uitgewerkt, te beginnen met de authenticatieservice 37.
complexe We hebben in Hoofdstuk 4 gezien dat we een overheid willen zijn die
belangenafwegingen • niet naar de bekende weg vraagt,
• klantgericht is;
• zich niet voor de gek laat houden;
• weet waar ze het over heeft en
• haar zaken op orde heeft en
• niet meer uitgeeft dan nodig is.
37
In deze infrastructuurarchitectuur wordt nadrukkelijk voortgebouwd op de architectuurschets uit het rapport “De gemeente veilig op
één lijn”, dat de basis voor het huidige E-net vormt. Zoals de titel aangeeft staan in het rapport twee zaken centraal: samenwerking
en beveiliging. Bij de realisatie van E-net is in eerste instantie de nadruk gelegd op beveiliging. In dit Handboek wordt dit aangevuld
met een verdere uitwerking van hoe de samenwerking kan worden versterkt.
8-2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
3) standaardisering De infrastructurele voorzieningen worden zodanig ingericht dat zij voldoen aan
(open) standaarden. Indien mogelijk wordt gebruik gemaakt van open source.
we zijn al op weg Deze strategie bouwt voort op een al ingezette lijn. Het E-net netwerk en de E-
net hosting infrastructuur zijn al bijna volledig conform deze architectuur tot
stand gekomen. Leidraad daarbij is de indeling in zogenaamde
‘beveiligingsdomeinen’. Domeinen verschillen in niveaus van beveiliging en
service wat leidt tot een afweging tussen beveiliging en andere
kwaliteitsaspecten versus kostenbeheersing.
8-3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8.2 Grondslagen
8-4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8.3 Modellen
8-5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
We kennen dus binnen E-net domeinen. Deze domeinen zijn weer gebaseerd
op het beveiligingsmodel zoals dat in ‘De gemeente veilig op één lijn’ is
gepresenteerd. In dat model is het “E-net concerndomein” het zwaarst
beveiligde en daarmee moeilijkst toegankelijke gebied, vergelijkbaar met een
schatkamer. Dit correspondeert met het beveiligingsdomein ‘Select’ (zie
kader).
Het “E-net publiek domein” echter is een openbaar gebied, open voor
iedereen, overal en altijd. Dit correspondeert met het beveiligingsdomein
‘Publiek’.
Bij het bepalen van wat tot welke beveiligingsdomein gerekend moet worden
gaat het overigens niet alleen om persoonsgegevens. Ook andere criteria
zoals het belang van bepaalde informatie of applicatie voor een proces spelen
8-6
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Concerndomein en Select
De naam concerndomein als onderdeel van de E-net infrastructuur blijkt in de
praktijk tot de nodige verwarring te leiden. Het lijkt het deel van de
infrastructuur waarin de zogenaamde ‘concernapplicaties’ thuishoren. Ook
wordt het woord ‘concern’ gebruikt als aanduiding voor het geheel van
gemeentelijke organisaties.
Een nieuwe term kan natuurlijk ook weer verwarring oproepen, maar er zit wel
logica achter. Op het eerste gezicht lijkt de nieuwe term weinig toe te voegen:
‘E-net concerndomein’ en ‘Select’ lijken uitwisselbaar. Toch is er wel degelijk
een onderscheid: het E-net concerndomein is te zien als een concrete invulling
van het Selectdomein in de gemeenschappelijke infrastructuur. In de lokale
infrastructuren kunnen echter ook delen bestaan die geen deel uitmaken van
het concerndomein, maar die wel voldoen aan de normen van het
Selectdomein.
8-7
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
E-net kent drie domeinen en deze zijn nauw gerelateerd aan verschillende
beveiligingsniveaus. Een stap verder kan er ook nog onderscheid gemaakt
worden tussen dienstgebonden en niet-dienstgebonden netwerken.
8-8
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Onder andere vanwege het bestaan van aansluitingen van lokale netwerken
op internet buiten E-net om (de zogenaamde ‘achterdeuren’) zijn door
verschillende organisaties hun lokale netwerken door een firewall gescheiden
van de gemeenschappelijke E-net data-infrastructuur, en daarmee van andere
lokale netwerken. Volgens de architectuur van E-net zijn ‘achterdeuren’ niet
nodig. Sterker nog, ze zijn volgens de voorwaarden voor aansluiting van een
lokaal netwerk op het E-net Basis Domein niet toegestaan.
Uit oogpunt van de architectuur van E-net is het om het even waar de
gemeenschappelijke netwerken zijn ingericht en wie het beheer doet. Met de
vorming van het Servicehuis ICT is er een organisatie die deze
verantwoordelijkheid kan nemen. Het is ook mogelijk om lokale netwerken
binnen één beveiligingsdomein tot één logisch geheel samen te voegen. Aan
de andere kant is het binnen de architectuur van E-net ook mogelijk om de
servers uit een aantal lokale netwerken over te hevelen naar een
gemeenschappelijk netwerk. In potentie kunnen zelfs alle servers die nu in de
lokale netwerken staan in of meerdere gemeenschappelijke netwerken een
plaats krijgen. Werkstations en andere werkplekapparaten horen echter niet in
zo’n gemeenschappelijk (basis-)netwerk thuis.
8-9
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8.3.2 Integratie
A a n vra g e n d
e A a n vra g e n d
e
A a n vra g e n
U itw is s e le n b e ric h te n
B e h e re n A u th e n tic e re n R e g is s e re n
s e rvic e s & a u to ris ere n p ro c e s s e n
(detail)
A fh a n d e le n
A a n vra g e n d
e A a n vra g e n d
e
B a s is re g is tra tie e n
k e rn a d m in is tra tie s
Functie Architectuurlaag
1. Uitwisselen berichten
2. Beheren services Infrastructuurarchitectuur
Tabel 8-2 Uitwerking
3. Authenticeren & Autoriseren
functies integratielaag
4. Toegang verlenen tot
registraties
Applicatiearchitectuur
5. Registreren zaken
6. Regisseren processen
Model 8.4 en Tabel 8-2 zijn eerder al in paragraaf 7.3 , Model 7.3 en Tabel 7-1
geïntroduceerd. Daar hebben we gezien dat de functies 1 t/m 3 van de
integratielaag zich in de infrastructuurarchitectuur bevinden. Ze vormen in feite
een extra functie bovenop de datacommunicatie van het netwerk en we
beschouwen ze daarom als infrastructurele voorzieningen. Ze worden ook
gezien als de basisfuncties van een servicebus, een communicatiesysteem
tussen applicaties met de kwaliteiten om regie tussen services uit te kunnen
voeren. Een andere naam voor servicebus is broker. Hieronder lichten we de
functies van de Integratievoorziening toe, die betrekking hebben op de
infrastructuurlaag, in Bijlage 17 worden de functies, die onderdeel uitmaken
van de functie ‘Uitwisselen berichten’ toegelicht.
Ad 1. Uitwisselen berichten
Bij het uitwisselen van berichten gaat het om het routeren van het
berichtenverkeer tussen 2 of meer applicaties, respectievelijk in een vragende
8 - 10
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Ad 2. Beheren services
Naarmate er meer standaard webservices beschikbaar komen in Amsterdam,
is het van belang dat bekend is wat deze webservices wel en niet zijn en
kunnen. Via de functie ‘beheren services’ wordt deze informatie ontsloten en
bepaald wat de meest geschikte service is voor het leveren van een bepaalde
dienst. Via deze functie is onder meer de aard van een service te raadplegen,
de standaarden waaraan deze voldoet, maar ook de service levels die de
service kan bieden. Dit laatste gebeurt met behulp van de webstandaard UDDI
(Universal Description, Discovery, and Integration) wat te vergelijken is met
een bibliotheek waarin verwijzingen naar via het internet beschikbare
webservices staan. Op basis van bedrijfsregels zoals Service Level
Agreements (die ook apart staan opgeslagen als een set aan afspraken) wordt
via deze functie vervolgens de meest geschikte service geselecteerd voor een
bepaalde actie.
Bij toegang verlenen tot registraties denken we in eerste instantie dat het
nuttig is om toegang te verlenen tot basisregistraties en kernadministraties.
Het regisseren van processen kan heel goed gebruikt worden voor de
organisatie-overstijgende processen, bijvoorbeeld de publieksgerichte
processen waarbij het Contact Center Amsterdam/Antwoord betrokken is. De
ontsluiting en regie van interne bedrijfsprocessen moet buiten deze algemene
voorziening om afgehandeld kunnen worden.
8 - 11
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Ad 1. Identificeren
In een Andere Overheid hebben burgers en bedrijven via de front office
toegang tot bepaalde informatie in de back office. Ook binnen het concern
gaan we meer samen werken en informatie delen. Dit betekent niet dat
iedereen overal maar toegang toe moet kunnen hebben. En op een veilige
manier. Om dat te kunnen is het nodig om te weten wie toegang tot informatie
zoekt oftewel wat de digitale identiteit (in de vorm van bijvoorbeeld een
gebruikersnaam en wachtwoord) van iemand is.
8 - 12
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
3. burgers
• woonachtig in Amsterdam
• woonachtig buiten Amsterdam
• geboren in Amsterdam
• geboren buiten Amsterdam
Het kan zijn dat iemand tot meerdere hoofdcategorieën behoort (een burger
kan ook medewerker van een dienst of een bedrijf zijn). Enkel in zo’n geval is
een persoon geassocieerd aan meerdere digitale identiteiten. De digitale
identiteiten worden voor de verschillende hoofdcategorieën hoofdzakelijk
afgeleid uit verschillende (authentieke) administraties (bijvoorbeeld de
Basisregistratie Personen). Vanuit de gemeenschappelijke metadirectory
kunnen we identiteiten vervolgens synchroniseren naar andere directories en
bestanden met gebruikersgegevens van bijvoorbeeld decentrale netwerken,
mailsystemen en applicaties.
Ad 2. Authenticeren
Authenticeren is het controleren of iemand is wie hij zegt te zijn. Juridisch
gezien wordt met het authenticeren de rechtsgeldigheid van het gebruik van
een digitale identiteit door een persoon beproefd. Zeker bij transacties van
burgers en bedrijven met de gemeente waarbij het digitaal loket wordt gebruikt
is het van belang zeker te weten dat een digitale identiteit door een bepaalde
persoon gebruikt wordt. Ten behoeve van authenticatie van niet-medewerkers
(burgers, (medewerkers van-) bedrijven en instellingen) zal gebruik gemaakt
worden van bestaande landelijke voorzieningen, met name DigID. Hiervoor zal
de Amsterdamse gemeenschappelijke authenticatieservice aan de landelijke
voorzieningen gekoppeld worden.
Voor authenticatie van de eigen medewerkers zijn in de metadirectory de
betreffende identiteiten voorzien van een wachtwoord; eventueel kan ook dit
wachtwoord worden gesynchroniseerd.
Ad 3. Autoriseren
Autoriseren is het verlenen van rechten aan identiteiten. Daartoe worden per
identiteit niet alleen algemene persoonsgegevens (naam, emailadres)
vastgelegd, maar ook de rol(len). Afhankelijk van de rol worden autorisaties
verleend. Rollen kunnen op verschillende manieren worden gedefinieerd,
zowel in netwerk- of applicatietermen (“is gebruiker van ...”) als organisatie of
procestermen (“is manager van afdeling x”, “is lid van OR”, “is
salarisadministrateur”). Zoals we zullen zien vindt autorisatie voorlopig met
name plaats op applicatieniveau. Dat wil zeggen dat beheerders van
applicaties (vaak in opdracht van leidinggevenden) rechten toewijzen en dit
niet op een centraal punt gebeurt.
8 - 13
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bij het gebruik van applicaties is er voor wat betreft authenticatie en autorisatie
sprake van een zekere gelaagdheid. Eerst moet je je aanmelden op het
netwerk en worden netwerkrechten verleend, onder andere om bepaalde
applicaties te mogen starten. En om de applicatie echt te kunnen gebruiken
moet je vervolgens inloggen op de applicatie waarbij wordt bepaald wat je ‘in’
de applicatie mag.
Het is vrij eenvoudig per applicatie en per netwerk na te gaan welke rechten
aan een account zijn toebedeeld. Indirect zijn accounts verbonden met een
bepaalde personen (medewerkers). En het is een zeer arbeidsintensieve klus
om per persoon te inventariseren welke applicatie- en netwerkautorisaties zijn
toebedeeld. Zeker ‘bestaat’ een medewerker in de verschillende systemen
onder diverse gebruikersnamen. En het kan zijn dat een persoon in meerdere
dienstgebonden netwerken accounts heeft, bijvoorbeeld wanneer hij of zij voor
meerdere gemeentelijke organisaties werkt of wanneer een
(concern)applicatie van een andere dienst gebruikt moet kunnen worden. Op
netwerk- en applicatieniveau leiden medewerkers dus een zeer
gefragmenteerd bestaan. En ook het beheer van de accounts is versplinterd.
Alleen al omwille van het gebruikersgemak is het gewenst dat de veelheid aan
gebruikersaccounts worden gebonden aan digitale identiteiten, welke aan
medewerkers gebonden zijn in plaats van aan netwerken of applicaties. Om
tegemoet te komen aan de wens om maar één keer te hoeven inloggen is één
38
De genoemde E-net services Remcon en Reverse-Proxy zijn faciliteiten voor medewerkers om op een veilige manier via internet
of een telefoonverbinding thuis of een andere plek te werken.
8 - 14
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
digitale identiteit per medewerker een belangrijke voorwaarde. Ook uit oogpunt
van beveiliging en ‘business compliance’ is het gewenst dat de focus verlegt
wordt van applicatie- en netwerkgebonden accounts naar medewerkers, en de
organisaties waar ze deel van uitmaken. Niet alleen moet een
gebruikersaccount herleid kunnen worden naar een medewerker, het is ook
nodig dat er vanuit de organisatie, via de digitale identiteiten, goede controle
mogelijk is op aan een medewerker verleende autorisaties.
Door E-net Regie en Beheer wordt gewerkt aan de implementatie van de I AM-
service. Deze voorziening in de gemeenschappelijke infrastructuur kan gezien
worden als een eerste stap op weg een metadirectory. In eerste instantie
8 - 15
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8.3.4 Dataopslag
[Bron: PM]
8.3.5 Dataverwerking
[Bron: PM]
8 - 16
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8.4 Standaarden
8.4.1 Richtlijnen
39
Dit betreft niet alleen de bestaande functies die tot gemeenschappelijke voorzieningen zijn gedefinieerd in het kader van het
Servicehuis ICT, maar ook nieuwe infrastructurele functies in het kader van integratie.
40
Bron: Nota ICT-standaardisatie, oktober 2004.
8 - 17
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8.4.4 Afspraken
41
Aan het gebruik van E-net zijn voorwaarden verbonden. Deze zijn niet afzonderlijk in dit Handboek opgenomen, maar wel van
toepassing.
42
In het betreffende B&W-besluit wordt deze voorziening benoemd als onderdeel van ‘Portaal Amsterdam’. Dit is verwarrend omdat
–zoals we hebben gezien in hoofdstuk 7- Portaal als primaire functie ‘Presentatie integratie’ heeft. Daarom hanteren we de term ‘I
AM-service’.
8 - 18
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8.5 Beheer
43
Internet Engineering Task Force (IETF) ontwerpt, test en implementeert (technische) internetstandaarden waaronder TCP/IP.
8 - 19
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8.6 Beveiliging
8.6.1 GIBN
Domeinstructuur
• De infrastructuur als geheel kent drie domeinen die voor een bepaald
beveiligingsniveau staan, gerelateerd aan verschillende beveiligingsrisico-
klassen.
• De toegankelijkheid van een domein is omgekeerd evenredig aan het
beveiligingsniveau.
• Voor de infrastructuur als geheel zijn drie beveiligingsdomeinen
gedefinieerd: Publiek, Basis en Select, die gerelateerd zijn aan de
verschillende WBP beveiligingsrisicoklassen 1,2 en 3.
• Elk gemeenschappelijk of dienstgebonden netwerk (LAN) of deelnetwerk
(VLAN) binnen de totale infrastructuur wordt ingedeeld in één van de
beveiligingsdomeinen.
• De toegankelijkheid van een beveiligingsdomein, en daarmee van een
(deel-)netwerk, is omgekeerd evenredig aan het beveiligingsniveau.
Gebruikersregistratie
• Gebruikers worden lokaal geregistreerd in de Directory service(s) van het
lokale (basis-)netwerk en in de applicatie-userdatabases. Dit gaat volgens
binnen de betreffende dienst geldende afspraken en procedures.
• Gegevens over lokaal geregistreerde gebruikers worden (voor zover
nodig) gesynchroniseerd naar de centrale directory service (I AM-server).
8 - 20
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Authenticatie
• Authenticatie van gebruikers bij toegang tot een lokaal basisnetwerk
gebeurt aan de hand van naam+wachtwoord, zoals bekend in de lokale
(netwerk-) directory service.
• Authenticatie van gebruikers bij toegang tot het E-net concern domein
gebeurt aan de hand van naam+wachtwoord, zoals bekend in de centrale
directory (I AM-service). Indien nodig wordt gebruik gemaakt van
zwaardere authenticatiemiddelen (o.a. software certificaten 44, biometrische
identificatie).
Autorisatie
• Autorisatie van gebruikers voor gebruik van applicaties in een lokaal
basisnetwerk gebeurt aan de hand van regels in de lokale (netwerk-)
directory service.
• Autorisatie van gebruikers voor gebruik van applicaties in het concern
domein (centraal of decentraal) en in het basis domein gebeurt aan de
hand van regels in de centrale (I AM-) directory service.
44
RADIUS / token
8 - 21
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8.7 Conclusies
8 - 22
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
8 - 23
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
9 Architectuurorganisatie en -
proces
9.1 Inleiding
niet alleen papier, ook Zoals in Hoofdstuk 2 aangehaald is dit Handboek van weinig waarde zonder
doen! een goede organisatorische inbedding van architectuur binnen de gemeente.
Simpel gezegd: niet alleen een architectuur op papier, maar ook onder
architectuur gaan werken! Dit hoofdstuk beschrijft de architectuurorganisatie
en -processen.
9.2 Architectuurorganisatie
Concern
Eigenaar
Deelarchi-
Deelarchi tectuur 1
tectuur 1
Stuurgroep
Inf.voorz.
Eigenaar
Deelarchi-
Deelarchi tectuur 2
tectuur 2
Adviesgroep Concern-
Architectuur organisatie
Model 9.1 Handboek
architectuur
Architectuurorganisatie
Eigenaar
Deelarchi-
Deelarchi tectuur 3
tectuur 3
Lokaal
Lokale Lokale Lokale
architect architect architect
Lokale stadsdeel X Lokale dienst Y Lokale bedrijf Z
architectuur x architectuur y architectuur Z
9-1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
2. Adviesgroep Architectuur
Dit is een concernbrede groep die bestaat uit architectuurspecialisten van
diensten, bedrijven en stadsdelen. De groep is opgezet vanuit het
programma BRI en heeft zich van daaruit geleidelijk aan ontwikkeld tot
een concernbrede groep (zie kader).
5. Lokale architecten
Dit zijn de personen die binnen de verschillende diensten, bedrijven en
stadsdelen verantwoordelijk zijn voor de lokale architectuur.
Tenslotte geeft Model 9.1 weer dat er drie type architecturen worden
onderscheiden:
A. Handboek Architectuur
Dit handboek, het wordt ook wel referentiearchitectuur genoemd. Het
betreft een gemeenschappelijke architectuur, die de lokale architecturen
overstijgt.
B. Deelarchitecturen
Dit zijn onderdelen binnen het Handboek Architectuur die op specifieke
plaatsen worden beheerd. Zoals in de hoofdstukken 4 tot en met 8 is
beschreven zijn er heel veel organisaties die het beheer voeren over
bepaalde modellen en standaarden.
C. Lokale architecturen
Dit zijn de architecturen van diensten, bedrijven en stadsdelen met
uitzondering van de gedeelten die de organisatie overstijgen en zijn
vastgelegd in het Handboek Architectuur 46. Als het goed is sluiten de
lokale architecturen (straks) naadloos aan op het Handboek Architectuur.
45
In de hoofdstukken 4 tot en met 8 is in de paragraaf ‘Beheer’ aangegeven welke organisaties verantwoordelijkheid zijn voor het
beheer van de verschillende modellen en standaarden in dit Handboek Architectuur.
46
Dit laat onverlet dat in een document met een beschrijving van de lokale architectuur heel goed onderdelen van dit Handboek
Architectuur kunnen zijn gebruikt of gekopieerd. Alleen kunnen deze onderdelen niet zo maar door een dienst, bedrijf of stadsdeel
worden gewijzigd. In strikte zin valt dit dan ook niet onder de hier gebruikte definitie van ‘lokale architectuur’.
9-2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Buiten deze drie type architecturen zijn er nog twee andere architecturen die
omwille van het overzicht niet in Model 9.1 zijn opgenomen, te weten:
D. Lokale programma- en projectarchitecturen
Dit zijn architecturen die gekoppeld zijn aan specifieke programma’s of
projecten die een scope kennen die beperkt blijft tot de dienst, het bedrijf
of het stadsdeel. Programma- of projectarchitecturen worden opgesteld
wanneer er geen architectuur beschikbaar is of wanneer het project c.q.
programma een impact heeft die verschillende architecturen doorkruist. De
resultaten van een programma- of projectarchitectuur worden vaak na het
programma of project geïntegreerd in de lokale architectuur.
In de loop van de tijd is de focus van de adviesgroep verlegd naar het concern
als geheel. Aangezien het gebruik van basisregistraties een wettelijke
verplichting is, kan geen enkel onderdeel binnen het concern zich hieraan
onttrekken. De BRI-architectuur moest derhalve een breder draagvlak krijgen
dan alleen de steun van BRI-deelnemers. Ook werd geleidelijk aan duidelijk
dat BRI niet los kon worden gezien van andere relevante
concernontwikkelingen op alle lagen van de architectuur.
Op deze wijze is de adviesgroep die als uitvloeisel van een programma startte
nu dus ingebed in de reguliere lijn. Dit zal op de volgende wijze gebeuren :
• elke dienst, bedrijf of stadsdeel kan één vertegenwoordiger afvaardigen
voor de Adviesgroep Architectuur;
9-3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
A) B) C) D) E)
Handboek Deel Lokale Lokale Organisatie-
Architectuur architectuur architectuur prog/project overstijgend
architectuur prog/project
architectuur
1)
Stuurgroep 47
V V - - V
Informatie-
Tabel 9-1 Architectuur:, voorziening
Rollen, taken en 2)
verantwoordelijkheden Adviesgroep A A A
architectuur
3) 48 49 50
BO C C C C
Directie CO
4) Eigenaren
deelarchitec - BO - - A+BO+T
turen
5) Lokale 51
- - BO A+BO+T A+BO+T
architecten
In Tabel 9-1 is aangegeven welke partij bij welk type architectuur welke rol
speelt. Daarover kan nog het volgende worden gezegd.
1. Stuurgroep Informatievoorziening
De Stuurgroep is eigenaar van het Handboek Architectuur. Ze besluit
alleen over grote wijzigingen van het Handboek. ‘Besluiten’ is eigenlijk niet
het goede woord. Formeel zijn het college van B&W en de besturen van
stadsdelen die daarover besluiten. De Commissie Informatievoorziening
heeft daarbij een zware adviserende rol. Het voorportaal voor de
Commissie Informatievoorziening is de Stuurgroep Informatievoorziening.
2. Adviesgroep Architectuur;
De Adviesgroep Architectuur kan over kleine en niet controversiële
47
Voor zover het gaat om concernprogramma’s en –projecten.
48
Voor zover het gaat om de conformiteit met het Handboek Architectuur.
49
Voor zover het gaat om projecten die vallen onder het beleid Grote ICT-projecten.
50
Voor zover het gaat om projecten die vallen onder het beleid Grote ICT-projecten.
51
Lokale architecturen worden door het lokale management vastgesteld.
9-4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5. Lokale architecten
Lokale architecten ontwikkelen en beheren hun lokale architectuur. Ze
hebben een belangrijke toetsende rol bij programma- en
projectarchitecturen. Concreet zijn de taken en verantwoordelijkheden:
• Ontwikkelen van een lokale architectuur die aansluit op het Handboek
Architectuur.
• Bewaken of ontwikkelingen binnen de eigen organisatie (bijvoorbeeld
projecten of programma’s) in lijn zijn met het Handboek Architectuur
en of deze voldoen aan de lokale architectuur.
52
Tot de vaststelling van de eerste versie van het handboek neemt de adviesgroep ook het voortouw bij het ontwikkelen van het
Handboek Architectuur. Door in het handboek organisaties aan te wijzen die de verantwoordelijkheid voor de verdere ontwikkeling
van deelarchitecturen op zich kunnen nemen, kan deze ‘ontwikkelrol’ geleidelijk aan worden losgelaten.
53
Als blijkt dat een voorgenomen wijziging van een deelarchitectuur niet past binnen het Handboek Architectuur zal de eigenaar
samen met de directie CO moeten onderzoeken wat de consequenties zijn voor de rest van de architectuur. Zonodig wordt de
Adviesgroep Architectuur betrokken voor advies.
9-5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Een nieuwe functie, opleiden ….. het komt misschien over als een last. Het zal
echter op lange termijn een lust blijken: door onder architectuur te werken zal
aanzienlijk kunnen worden bespaard!
9.3 Architectuurproces
54
We zoomen dus niet in op processen rond deelarchitecturen en lokale architecturen. Voor die architecturen gelden in principe
dezelfde soort processen.
9-6
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Interne Planning-&
toetsing Controlcyclus
Lokaal
Confirmeren
aan referentie
architectuur
Aantonen nood-
zaak afwijking
Lokale
Architecten Publiceren
jaarstukken
Model 9.2 Toetsen van de
architectuur
Rapportage
Zoeken naar
conformiteit
Concern
Adviesgroep Monitoren
Architectuur architectuurtraject
Concern-
organisatie
Integrale meting
bedrijfsvoering
Externe
auditor
Bij adviseren over en toetsen van architectuur gaat het feitelijk om eenzelfde
soort vraag: in hoeverre past iets (bijvoorbeeld een nieuwe deelarchitectuur,
projectarchitectuur of een lokale architectuur) in de referentiearchitectuur die in
het Handboek Architectuur is vastgelegd?
Onder toetsen wordt verstaan het beoordelen van de mate van conformiteit
van deel-, project en lokale architecturen in het kader van de reguliere
planning- & control instrumenten.
Toetsen
Deze architectuur is een wassen neus als we ons er met z’n allen niet aan
gaan houden. Toetsing aan de architectuur is daarom gewenst zowel binnen
diensten, bedrijven en stadsdelen als op concernniveau. Daarbij is het
uitgangspunt dat diensten, bedrijven en stadsdelen zelf verantwoordelijk zijn
om zich aan de architectuur te houden. De verantwoordelijkheid voor deze
interne toetsing ligt bij de lokale architect.
9-7
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Zoals in Hoofdstuk 2 aangegeven moet dit Handboek geen keurslijf zijn. Het is
voorstelbaar dat bij het realiseren van een specifieke business doelstelling
(bijvoorbeeld bij veel tijdsdruk) bewust wordt afgeweken van de architectuur.
Wel geldt dan de omgekeerde bewijslast: de organisatie die wil afwijken moet
aantonen dat dit nodig is.
Verder zal blijken dat veel organisaties bij de vaststelling van deze eerste
versie nog niet voldoen aan deze architectuur en tijd nodig zullen hebben om
zich te conformeren. Hiermee moet rekening worden gehouden bij de toetsing.
In de richtlijnen in paragraaf 9.4 komt dit ook terug.
Samengevat:
• Diensten, bedrijven en stadsdelen zijn zelf verantwoordelijk om zich aan
de architectuur te houden. De verantwoordelijkheid voor de interne
toetsing berust bij de lokale architect.
• Toetsing op concernniveau loopt via de BVV/IMB en het beleid grote ICT-
projecten. De Directie CO is hiervoor verantwoordelijk. Dit geldt alleen
voor diensten en bedrijven.
• Bij toetsing geldt de omgekeerde bewijslast
• Diensten, bedrijven en stadsdelen moeten de tijd krijgen om naar deze
architectuur toe te groeien.
Het regelmatig laten uitvoeren van audits door een externe organisatie vormt
een belangrijk onderdeel van het beleid. Deze audits vormen niet alleen een
‘vinger aan de pols’ ten behoeve van het college van B&W en de raad, maar
kan juist ook voor de dienst een welkome aanvulling zijn voor het monitoren
9-8
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
van het project. De kosten van de audit mogen in (de aanvraag voor) het
project-budget opgevoerd worden.
Derde lijn
Eerste lijn
Tweede lijn
Adviesgroep
Lokale Architectuur
Architect Concern-
organisatie
Eigenaar
Deelarchi-
tectuur
Advisering
op eigen
initiatief Ongevraagd
Niet beant- advies SG
Architectuur
woordbaar
Vragen
Model 9.3 Adviseren over Beantwoordbaar
architectuur Advies
Architectuur Niet beant-
Architectuur
woordbaar
Vragen Vragen SG Advies SG
Beantwoordbaar
Advies
Architectuur
Vragen
Advies
Adviseren
Het adviseren is niet gekoppeld aan de reguliere planning & control cyclus.
Wel zijn bekende spelers betrokken. De belangrijkste adviseurs zijn:
• De lokale architect
• De directie CO
• De Adviesgroep Architectuur
• De eigenaren van deelarchitecturen
Zoals uit Model 9.3 blijkt bestaat het proces adviseren uit de volgende
onderdelen:
• Architectuurvragen die ontstaan binnen diensten, bedrijven en stadsdelen
(bijvoorbeeld bij de start van nieuwe projecten) worden zo veel mogelijk
beantwoord door de lokale architect (1e lijn)
• De lokale architect kan besluiten om de vraag door te verwijzen naar de
directie CO (bijvoorbeeld omdat het een concernaangelegenheid betreft
en of hij/zij de vraag niet kan beantwoorden). De directie CO fungeert dus
als een soort tweedelijns helpdesk (2e lijn)
• De directie CO kan - als zij er ook niet uitkomen - besluiten om de vraag
door te geleiden naar de ‘echte specialisten’ in de vorm van eigenaren van
deelarchitecturen of de Adviesgroep Architectuur (3e lijn).
9-9
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Voorstel
wijziging BEHEERPROCES
Architectuur Vastgestelde
Model 9.4 Ontwikkelen en (-gedeelten) architectuur(-versie)
beheren van architectuur in ontwikkeling
(cyclus)
ONTWIKKEL-
PROCES Analyse
verschillen
Impact programma’s +
overige ontwikkelingen
[Bron: Adviesgroep Architectuur]
Wijziging
Voorstel voor
Informatiebeleid
aanpassen
of strategie Rapportage
Verwerken
commentaar
Architect
Wijziging dienst
informatieplan Uitwerken
voorstel
Stuurgroep Besluitvorming
Inf.voorz.
In Model 9.5 is in meer detail te zien hoe het proces van ontwikkelen en
beheren van architectuur eruit ziet. Het voorbeeld beperkt zich ook tot de
ontwikkeling en beheer van het Handboek Architectuur. Er worden daarbij vier
fasen onderscheiden:
9 - 10
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
1. Aanleiding
2. Voorbereiding
3. Uitwerking
4. Goedkeuring
Ad 1. Aanleiding
Grofweg zijn er drie aanleidingen te onderscheiden die een trigger vormen
voor verdere ontwikkeling van de architectuur:
a) Een wijziging van het beleid van een dienst, bedrijf of stadsdeel 55.
In veel gevallen zal het gaan om een wijziging van het informatiebeleid
(bijvoorbeeld vastgelegd in een informatieplan) van een dienst, maar het
kan ook gaan om beleid rond de organisatie- of procesarchitectuur. Bij
wijziging controleert de architect altijd wat de consequenties zijn voor het
Handboek Architectuur (en de lokale architectuur).
Deze drie aanleidingen kunnen leiden tot een globaal voorstel voor
aanpassing van het Handboek Architectuur
Ad 2. Voorbereiding
Het voorstel voor aanpassing wordt beoordeeld door de Adviesgroep
Architectuur op nut, noodzaak en wenselijkheid. Als het voorstel is beoordeeld
en goedgekeurd kan de architect (dit zal afhankelijk van de situatie een lokale
architect of deelarchitect zijn) het voorstel gaan uitwerken.
Ad 3. Uitwerking
De architect zal in de uitwerking aangeven wat de aanpassing van de
architectuur precies behelst en wat de consequenties zijn voor grondslagen,
modellen, standaarden, het beheer en de beveiliging. De architect legt deze
uitwerking vervolgens voor aan de adviesgroep. Deze kan haar commentaar
en aanbevelingen meegeven, die de architect tijdens de uitwerkingsfase
meeneemt. Het eindproduct is een concept van een aangepast Handboek
Architectuur en bijgewerkte documentatie.
Ad 4. Goedkeuring
Dit concept wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de adviesgroep. De
adviesgroep laat de aanpassing goedkeuren door de Stuurgroep Informatie-
voorziening (en zonodig de Commissie Informatievoorziening en het college
55
We gaan er hier vanuit dat belangrijke externe ontwikkelingen altijd een plaats krijgen in (wijziging van) beleid. De praktijk is
natuurlijk minder zuiver. Duidelijk moet echter zijn dat belangrijke veranderingen “van buitenaf” verwerkt moeten worden in de
architectuur.
9 - 11
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
56
We hebben gezien dat buiten het informatiebeleid ook ander concernbeleid impact kan hebben op de architectuur. Daarbij gaat
het met name om beleid dat raakt aan de organisatie- en/of procesarchitectuur. Het is aan de Adviesgroep Architectuur om te
bepalen of dit moet leiden tot een nieuwe versie of een tussenversie. Zo nodig gaat dit in overleg met de Stuurgroep
Informatievoorziening.
57
We kennen nu een eerste versie van de architectuur die nog niet compleet is. De komende jaren zal deze architectuur eerst
projectmatig worden doorontwikkeld.
58
Op deze manier wordt een (historisch) overzicht opgebouwd van voorgestelde aanpassingen die het uiteindelijk niet gehaald
hebben. Het spreekt voor zich dat na afkeuring van een bepaalde versie met de voorgaande versie wordt verder gewerkt.
9 - 12
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
9.4 Standaarden
9.4.1 Richtlijnen
9.4.4 Afspraken
9 - 13
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
9.5 Beheer
9 - 14
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
9.6 Conclusies
9 - 15
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bibliografie
Bibliografie - 1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Definitief Bestuursdienst
Index
Index - 1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen
Bijlage 14 Applicatiearchitectuur: Toegang verlenen tot basisregistraties met Paraplu en Diva ..64
Bijlagen - 1
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 1 Begrippenlijst
Andreas
Applicatiefunctie Een eenheid van activiteit die door een applicatie kan worden uitgevoerd
Authenticeren
Authentieke registratie
Autoriseren
Back office het back office vormt het hart van een organisatie waar zich, onzichtbaar EGEM
voor de
Bedrijfsobject Een eenheid van informatie die van belang is vanuit een organisatorisch
perspectief.
Bericht Een combinatie van gegevens die in een ‘envelop’ worden uitgewisseld.
(Bron: NORA)
Channel management
Bijlagen - 2
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Datadictionary
Datalaag
Digitaal
Informatiebeheer
Document Management
Domeinen
E-Government
E-net
Entiteit een entiteit kan worden gezien als een object, een "tastbaar" iets dat deel Handboek
uitmaakt van het datamodel. Voorbeelden hiervan zijn: een auto, een 6.3.2
werknemer, een lied of een gebied.
ER-model
Front office het front office vormt de presentatielaag van een organisatie naar de EGEM
buitenwereld toe;
alle interactie met die buitenwereld speelt zich in het front office af.
Bijlagen - 3
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Gemeenschappelijke
integratievoorzieningen
Generiek
Generieke functie
GFO-BG 2006
GIBN
Hosting faciliteit
Integratielaag
Interoperabiliteit
Kernadministratie
Koppelen achterliggende De koppeling van de front office met de back office, wordt in Amsterdam
applicaties volgens dezelfde standaarden opgelost als de koppeling met de
Bijlagen - 4
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
basisgegevens.
Mid office het mid office is een verzameling functionaliteiten die de processen en EGEM
bijbehorende
applicaties en gegevens in het front office en het back office met elkaar
verbindt: een web intake
NORA
OSOSS
Portaal Amsterdam
Presentatie integratie
Presentatielaag
Privacy
Proces Een proces is een geordende reeks van (in-)direct waarde toevoegende NORA
handelingen en oordelen door een mens of machine gericht op een bekend
resultaat.
Product / Dienst: De bijdrage die door een organisatie wordt geleverd aan haar omgeving.
Semantiek
Service Een externe eenheid van functionaliteit die door een applicatie wordt Archimate
geleverd via gedefinieerde interfaces ten behoeve van het gebruik door
andere applicaties
Service Bus
Bijlagen - 5
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Servicehuis ICT
Standaardisatie van
functies
StUF 2.X
Syntax
XML
XSD
Zaak een samenhangende hoeveelheid werk met een gedefinieerde aanleiding en EGEM
een gedefinieerd resultaat, waarvan kwaliteit en doorlooptijd bewaakt
moeten worden.
Bijlagen - 6
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
4.3 Functionaliteiten
Gebruiksbeheer Beheer
4.2 4.4
4.5
Uitvoerend
Onderstaand is het raamwerk voor beheer over het 5-lagen model voor
architectuur gelegd met hierbij aangeven wie (eigenaar, beheerder), wat
(welke laag) en hoe (beheeractiviteiten) belegd moet worden
Bijlagen - 7
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
functioneel gegevensbeheer
2.2 Beheerorganisatie
Bijlagen - 8
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Er wordt ten behoeve van standaardisatie van Beheer van applicaties binnen
Amsterdam gekozen voor de drie meest geaccepteerde methoden in
Nederland: BiSL, ASL en ITIL. Deze drie methoden geven op een praktische
manier invulling aan de driedeling in beheer van Looijen:
• Functioneel beheer (BiSL)
• Applicatiebeheer (ASL)
• Technisch beheer (ITIL).
Functioneel beheer
Het functioneel beheer verzorgt namens de gebruikersorganisatie (de
business) het instandhouden van de functionaliteit van een informatiesysteem,
waarbij het systeem optimaal moeten blijven aansluiten op het bedrijfsproces.
Enkele jaren geleden is voor het uitvoeren van deze taak de methode BiSL
ontwikkeld. BiSL staat voor Business Information Services Library en is een
framework voor functioneel beheer en informatiemanagement of anders
gezegd voor de vraagkant van ICT beheer. Het volgende figuur geeft een
overzicht van de BiSL-methode.
Bijlagen - 9
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bron: ASLfoundation
Applicatiebeheer
Het functioneel beheer uit de vorige paragraaf vertegenwoordigd de vraagkant
van de ICT-organisatie. De aanbodkant wordt gevormd door het
applicatiebeheer en het technisch beheer. Het applicatiebeheer is
verantwoordelijk voor de instandhouding van de applicaties. Een methode om
dit applicatiebeheer procesmatig uit te voeren is ASL. ASL staat voor
Application Service Library en bestaat uit 6 clusters van processen, die net als
bij BiSL plaats vinden op operationeel, tactisch en strategisch niveau.
Hieronder is de methode ASL weergegeven:
Bijlagen - 10
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bron: ASLfoundation
Technisch beheer
Het technisch beheer zorgt voor het beschikbaar stellen en instandhouden van
de infrastructuur waarop informatiesystemen draaien. Al gedurende lange tijd
is de meest gebruikte methode op dit gebied ITIL. ITIL staat voor Information
Technology Infrastructure Library en is in de jaren 80 ontwikkeld door de
engelse overheid (CCTA). ITIL biedt een gemeenschappelijk kader voor alle
activiteiten van de automatiseringsafdeling als onderdeel van de
dienstverlening, gebaseerd op IT-infrastructuur. De activiteiten worden
gegroepeerd in processen.
Bijlagen - 11
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
support processen.
Bron:
2.4 De beheeractiviteiten
RICHTINGGEVEND
3.2 Sturen van de informatievoorziening BISL
Het ‘sturen van de informatievoorziening’ richt zich op de
toekomst van de informatievoorziening van de
organisatie. Er zal gekeken moeten worden naar de
veranderingen die er plaats vinden in de omgeving van de
informatievoorziening: meer specifiek: de veranderingen
in de organisatie, de veranderingen in de keten en de
veranderingen in de technologie. Op basis daarvan wordt
het informatiebeleid bepaald.
3.3 Sturen en inrichten van de IV Organisatie BISL
‘Sturen en inrichten van de IV-organisatie’ richt zich op
het organiseren van de rollen, taken en relaties
betreffende het beheer en onderhoud van de
informatievoorziening. Meestal zijn er meerdere partijen
betrokken en een goede afstemming is noodzakelijk om
een soepel lopende informatievoorziening te garanderen.
3.4 Informatiecoördinatie BISL
Bij de informatiecoördinatie gaat het om de afstemming
tussen inhoud en inrichting. Daarnaast vindt hier de
sturing op de afstemming tussen (het beleid en de
inrichting) van de eigen informatievoorziening met die van
Bijlagen - 12
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 13
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 14
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 3 Informatiebeveiliging:
GIBN
Uitgangspunten norm:
• Het Concern Amsterdam bestaat uit een groot aantal stadsdelen, diensten
en bedrijven van zeer uiteenlopende aard en grootte, die hierna worden
aangeduid met ‘(gemeentelijk) organisatieonderdeel’. De eisen die gesteld
worden aan de informatiebeveiliging, moeten per organisatieonderdeel
gespecificeerd worden. De te treffen maatregelen moeten in
overeenstemming zijn met deze eisen.
• De basis van standaardisatie voor informatiebeveiliging wordt gevormd
door de gemeenschappelijke normenset (‘wat’). Deze normen worden
vervolgens door de organisatieonderdelen vertaald in passende,
specifieke maatregelen (‘hoe’). Ieder organisatieonderdeel is op deze wijze
verplicht expliciet een gemotiveerde uitspraak te doen over het gewenste
beveiligingsniveau en zelf maatregelen te selecteren op basis van
classificatie en risicoanalyse.
• In een standaard norm kan slechts sprake zijn van generieke eisen. Ieder
organisatieonderdeel moet voor zijn afzonderlijke (informatie)systemen
steeds zelf de afweging maken of het algemene niveau van beveiliging
voldoet, of aanvullende maatregelen nodig zijn.
Bijlagen - 15
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Hoofdstuk 1 Inleiding
Hoofdstuk 2 Informatiebeveiligingsbeleid en - plan
2.1 Beleidsdocument voor informatiebeveiliging
2.2 Informatiebeveiligingsplan
2.3 Aanvullende maatregelen
Hoofdstuk 3 Organisatie van de informatiebeveiliging
3.1 Verantwoordelijkheidsniveaus binnen het concern
3.2 Amsterdam
Bijlagen - 16
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 17
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 18
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 4 Grondslagen
grondslag 0.1 De gemeente Amsterdam ontsluit publieke informatie, maakt zichtbaar wat zij
doet, welke besluiten ze neemt, welke gegevens zij heeft en gebruikt en hoe
zij werkt.
Reden:
Voor de burger moet de werkwijze van de gemeente duidelijk en eenduidig zijn.
Consistente informatie hierover moet altijd simpel beschikbaar zijn. Zo kan de burger
zien of de gemeentelijke overheid zich aan zijn afspraken houdt.
Implicaties:
• Veel processen moeten volgbaar worden van buiten af. Er zal veel meer informatie
via het internet beschikbaar moeten komen, denk hierbij aan proces informatie
waarbij belanghebbenden inzicht krijgen in het verloop van bijv. vergunning
aanvragen.
• Dit betekent dat veel processen digitaal zullen moeten worden gemaakt.
• Het moet voor de burger inzichtelijker worden hoe bepaalde processen binnen de
gemeente verlopen. Ook dit werkt standaardisatie en versimpeling in de hand van
vergelijkbare processen.
grondslag 0.2 De gemeente Amsterdam voert haar taken uit volgens de wet en volgt
bestaande en aangekondigde wet- en regelgeving.
Reden:
Vanzelfsprekend moet de gemeente voldoen aan de door de overheid bepaalde wet-
en regelgeving. Hierbij moeten we echter niet uitsluiten dat verbeteringen in
overheidsprocessen kunnen leiden tot verandering in wet- en regelgeving
Implicaties:
• We voldoen aan de wettelijke vereisten van basisregistraties.
• We moeten inventariseren wat de impact is van welke wetten, richtlijnen,
verordeningen onze informatievoorziening raken, zoals: Archiefwet (kennis bij
Gemeentearchief), Wet Bescherming Persoonsgegevens, Telecommunicatiewet,
Wet op de Basisregistraties, WMO, Europese aanbestedingsrecht, Wet op de
computercriminaliteit, Grondrechten, Databankenwet, Auteurswet, Rijksoctrooiwet,
Wet Openbaarheid Bestuur, Mediawet Telecommunicatiewet, E-commerce
Richtlijn, Richtlijn Elektronische handtekeningen, Kieswet, Arbowet, ARAR,
Verordening op de stadsdelen, GIBN.
• We moeten het zo organiseren dat nieuwe ontwikkelingen op juridische gebieden
bekend raken bij de beheerder(s) van de architectuur (kennismanagement).
• De Europese aanbestedingsregels leggen beperkingen op aan het kunnen
hanteren van leveranciersstandaarden
Bijlagen - 19
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
grondslag 1.3 De gemeente Amsterdam opereert consistent, als één concern, als integraal
onderdeel van de gehele overheid.
Reden:
Het mag voor de burger niet uitmaken hoe de gemeente zich georganiseerd heeft.
Bijlagen - 20
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
grondslag 2.1 Processen worden ingericht als onderdeel van complete ketens. Deze zijn
ontworpen vanuit de behoefte van burgers, bedrijven en overige
belanghebbenden in de samenleving.
Reden:
Om een goede samenwerking en transparantie te verkrijgen is het van belang dat de
processen worden gezien, ingericht en bestuurd als onderdeel van een keten. Hierbij
worden de afhankelijkheden die er tussen processen bestaan, op zo’n wijze bestuurd
dat de keten goed loopt.
Implicaties:
• Alle ketenpartners committeren zich aan de keten.
• Het beheer van de keten is belegd bij een ketenregisseur
• De financiering en de sturing van de keten zijn belegd.
Bijlagen - 21
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
beschreven en ingericht.
Reden:
Generieke processen kunnen op dezelfde manieren beschreven, ingericht en bestuurd
worden. Dit verlaagt de complexiteit en verhoogd de inzichtelijkheid.
Implicaties:
• Dienstverleningsprocessen kunnen vaak op dezelfde wijze worden ingericht.
(aanvragen / handelen / leveren), Dit geldt wellicht ook voor de andere
hoofdprocessen
• Er zullen gestandaardiseerde koppelvlakken worden gecreëerd, hierdoor neemt de
transparantie van de overdracht van informatie toe.
• Rollen bij ketenprocessen worden inrichtingsonafhankelijk beschreven, dus niet in
termen van de partijen die er in de huidige inrichting bij betrokken zijn.
• Er moet overeenstemming worden bereikt over generieke inrichtingsonafhankelijke
procesmodellen voor de te onderscheiden processen. Hierbij moet zoveel mogelijk
worden uitgegaan van reeds beschikbare uitwerkingen bij voorkeur op landelijk en
anders op Amsterdams niveau.
Bijlagen - 22
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
• Door middel van een door betrokkenen te onderhouden set van specifieke
afspraken worden de (gemeenschappelijke) gegevens systematisch beschreven
en toegankelijk gemaakt.
• Er wordt maximaal aangesloten op de (object)-definities van de gemeentelijke
standaard.
• Bij de gegevens- en informatie-uitwisseling tussen de betrokken organisaties zullen
bepaalde belangrijke gebeurtenissen die wijzigingen in gegevens tot gevolg
hebben actief worden gepubliceerd (bijvoorbeeld een overlijden registreren in de
basisregistratie persoonsgegevens. Dit kan grote implicaties hebben in processen
die deze gegevens gebruiken in andere organisatie onderdelen, denk aan een
lopende aanvraag).
Consequenties voor de deelnemende diensten bij basisregistraties en
kernadministraties:
• Gezamenlijke verantwoordelijkheid: dienstoverschrijdend. Andere vormen van
samenwerken, vertrouwen op elkaar maar ook werken met convenanten.
• Intake – vastleggen – distribueren/koppelingen: wie is eigenaar waarvan. Voor de
ontvanger moet het transparant zijn, er moeten wel heldere afspraken zijn
• Informatiemodel: afnemer moet alle gegevens ontvangen zonder te weten wat van
wie afkomt: transparantie
• Één frontoffice voor vragen over basisregistraties.
Consequenties voor ontvangende diensten:
• Bij het in kaart brengen van organisatie specifieke werkprocessen in kaart
brengen; waar gebruik je de basisregistratie gegevens?
• Dit kan de werkprocessen beïnvloeden (herinrichting noodzakelijk?).
• Informatiehuishouding wordt dan expliciet ( informatiemodel noodzakelijk).
• De ondersteunende ICT systemen moeten worden aangepast.
• Mogelijk organisatorische consequenties.
grondslag 3.3 Gegevens worden ontsloten met maximale transparantie binnen de wettelijke
kaders volgens de privacy principes.
Reden:
Gegevens worden ontsloten voor ambtenaren, burgers en bedrijven waarvoor ze
relevant zijn en die ze mogen zien en gebruiken. De gemeente Amsterdam vraagt
burgers en bedrijven niet opnieuw om gegevens die reeds bekend zijn bij de overheid
Implicaties:
• Goede afspraken over wie afnemer is.
• Burgers en ondernemers krijgen via een beveiligde, persoonlijke internettoegang
tot de gegevens waarvoor de gemeente Amsterdam verantwoordelijk is en die op
hen betrekking hebben.
• Informatiesystemen die voor specifieke bedrijfsonderdelen ontwikkeld zijn, worden
opengezet voor informatiedeling binnen de gemeente Amsterdam.
• De privacy principes worden bij het gebruiken van informatie in acht genomen. Zie
Bijlage 11.
Bijlagen - 23
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
grondslag 4.1 Applicaties zijn modulair opgebouwd zodat functies kunnen worden
hergebruikt.
Reden:
Door ook hier generiek te werken neemt de overzichtelijkheid en beheerbaarheid toe in
een steeds complexere omgeving.
Implicaties:
• Indien bij ketenprocessen zoveel mogelijk functionaliteit binnen één lokatie en dus
binnen de ondersteunende applicatie(-s) wordt gelegd en zo min mogelijk
uitwisseling van (soorten) informatie tussen de applicaties wordt gerealiseerd,
neemt de beheerbaarheid en flexibiliteit van deze applicaties en de
beheerbaarheid van het geheel van applicaties toe.
• Binnen één applicatie(module) wordt zoveel mogelijk samenhangende
functionaliteit geconcentreerd waarbij naar zo weinig mogelijk informatie
uitwisseling met andere applicaties wordt gestreefd. Dit is een belangrijk
uitgangspunt bij het bepalen van wat een module bevat.
• Maximale functionaliteit en zo min mogelijk (complexe) uitwisseling volgt ook uit
het ontwerp van proces eenheden (notabene: er is een samenhang met het
ontwerp van (keten)processen).
• Bij het ontwikkelen van deze applicaties dient het hergebruik van componenten
voorop te staan.
• De overdracht tussen de koppelvlakken van applicaties dient te gebeuren volgens
gemeentelijke standaarden over de overdracht (StUFbg) en volgens open
standaarden.
• Juridische consequenties zoals hergebruik / intellectueel eigendom moet van te
voren duidelijk zijn.
• Kennisdeling is bij hergebruik erg belangrijk.
Bijlagen - 24
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Implicaties:
• Het is veel belangrijker om de standaarden functioneel te bepalen in plaats van
technisch. De techniek is onderhevig aan veranderingen.
• Een applicatie moet kunnen werken op verschillende technologische platforms.
• Een applicatie gebaseerd op één techniek moet informatie kunnen uitwisselen met
een applicatie gebaseerd op een andere techniek.
• Door uitwisseling van gegevens met andere dan gemeentelijke instanties verdient
het aanbeveling om zoveel mogelijk aan te sluiten bij landelijke (overheid-)
standaarden.
• Er wordt gestreefd naar leveranciersonafhankelijkheid (open source is hier een
optie).
Bijlagen - 25
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 5 Modellering
Deze bijlage dient als legenda bij de modellen in het Handboek Architectuur en
tevens als richtlijn voor het verder modelleren in volgende versies van het
Handboek.
Doel en functie:
• Doel: de lezer een snel overzicht en begrip geven van het ‘waarom’:
helpen bij het bepalen van waarover het in het Handboek gaat.
• De functie: is dan ook contextueel: het geven van een toegankelijke,
symbolische weergave een deel van de werkelijkheid temidden van zijn
omgeving, zonder de pretentie volledig of juiste te zijn. Essentiële zaken
worden naar voren gebracht en elementen die op een bepaalde plek of
moment minder belangrijk zijn, blijven onbelicht.
Taal:
• Gebruikte symbolen zijn concreet, beeldend en maken geen onderdeel uit
van een bepaalde modelleertaal.
Tooling:
• Vrij keuze van tooling (bijvoorbeeld MS Paint met bitmaps als
bestandsformaat).
Voorbeelden:
• Creatieve schetsen zijn in het Handboek te vinden bij alle algemene en
inleidende stukken: het Architecture-mobile op de voorplaat, het 5-lagen
Raamwerk en de vele tekeningen in de managementsamenvatting.
Doel en functie:
• Doel: duidelijkheid verschaffen over het ‘wat’ van de architectuur.
• Functie: globaal architectuurontwerp heeft een conceptuele aard. Het
Bijlagen - 26
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Taal:
• De gebruikte symbolen zijn abstract, maar toegankelijk en begrijpelijk.
• De modellen gebruiken niet een bepaalde architectuurtaal.
In de modellen in Handboek versie 1.0 zijn wel reeds concepten van
ArchiMate geïntroduceerd (zie de conceptentabel onderaan deze bijlage)
Archimate zal na Handboek versie 1.0 wellicht breder worden gehanteerd
als logische modelleertaal voor exacte modellen (niveau 3). Zodoende is
de symboliek reeds op de laag van globaal architectuurontwerp
geïntroduceerd (zie de ArchiMate symbolen onderaan deze bijlage.
Tooling:
• De modellen van het globaal architectuurontwerp worden in Powerpoint
vervaardigd.
Voorbeelden:
• Voorbeelden van globaal ontwerp in powerpointmodellen zijn in vele
hoofdstukken terug te vinden (ondermeer model Applicatielandschap en
Architectuurproces- en organisatie).
Doel en functie:
• Doel: eenduidige vastlegging van architectuurelementen op een
gestandaardiseerde wijze. Op basis hiervan kan ontwikkeling, bouw en
beheer van de organisatieinrichting, processen, gegevenshuishouding en
systemen/infrastructuur plaatsvinden.
• Functie: exacte (juiste en volledige) weergave van de structuur en relaties
van elementen binnen architectuurdomeinen/-lagen. Hierin geldt een
logische ordening.
Taal:
• De gebruikte symbolen zijn abstract en gedetailleerd. Voor ieder
architectuurdomein/-laag gelden specifieke standaardtalen en methodieken
zoals bijvoorbeeld ERD (entity relationship diagrams) voor de gegevenslaag.
In latere versies van het Handboek wordt wellicht verder gewerkt aan het
logisch integreren van de domeinspecifieke modellen in ArchiMate. Een
metamodel is reeds gemaakt dat aansluit op de gebruikte
architectuurelementen en lagen in het Handboek (zie metamodel onderaan
deze bijlage).
Tooling:
• Bij iedere architectuurtaal horen tools waarmee in deze taal gemodelleerd
kan worden.
• Zo wordt voor procesmodellering bij de gemeente Amsterdam Mavim (UML)
gebruikt.
Bijlagen - 27
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
• Mocht in latere versies van het Handboek de taal ArchiMate verder worden
toegepast, dan zal ook hiervoor een tool geselecteerd moeten worden.
Voorbeelden:
• Modellen in de bijlage, zoals het Object- en entiteitenmodel in Bijlage 8. En
onderstaand metamodel met ArchiMate is gemodelleerd.
biedt
Kanaal
Dienst
realiseert
Gebeur - heeft
gebruikt
tenis
zorgt voor
start van
voert uit
Proces Organisatie-
bewerkt eenheid
Wisselt uit
ondersteunt
Informatie -
object
biedt
bewerkt Bericht Applicatie
bevat wisselt service
uit
realiseert
gebruikt
heeft
Applicatie
Applicatie
functie
draait op
verbonden
door
Apparaat Netwerk
Bijlagen - 28
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Specialisation
Process/
Meaning Actor
function
Composition
Aggregation
Assignment
Value Process Role
Realisation
Triggering
Product Used by
Function Component
Flow
Access
Object Association
Activity Collaboration
Junction
provided Group
symmetric
System System
Device
Interaction software software
Communication
Network
path
Bron: Telin
Archimate concepten
Bijlagen - 29
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 6 Organisatiearchitectuur:
Organisatie van de
informatievoorziening
1. Informatievoorziening en ICT
de stuurgroep IV Het concern-denken heeft tevens de behoefte gecreëerd aan een ambtelijk
platform voor alle diensttak-overstijgende ICT-aangelegenheden alsmede een
voorziening om de bestuurlijke betrokkenheid te formaliseren. Inmiddels is er
een stuurgroep InformatieVoorziening (SG IV) die meelift op de orde en de
logistiek van het programma BRI en iets dergelijks geldt ook voor het SSC
ICT.
de commissie IV Onlangs heeft de coördinerend wethouder ICT het groene licht gegeven voor
de bestuurlijke pendant van de SG IV: de commissie InformatieVoorziening
(Cie IV). Daarmee is het tijd om de gang van zaken, de samenstelling van de
gremia, de agendering en de ondersteuning nog eens te herijken en de
noodzakelijke voorzieningen te treffen. Het onderhavige document geeft
daarvoor een handreiking.
model OG-ON Getracht wordt aan de hand van een eenvoudig model de rollen en het
opdrachtgeverschap te definiëren en de bestuurlijk-ambtelijke lijn. De
programma’s BRI en SSC ICT worden gebruikt om de toepassing en de
werking te illustreren. Dan volgt een invulling voor de organisatie van de
Bijlagen - 30
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
InformatieVoorziening.
B&W → Cie IV De bestuurlijke opdrachtgever is dus B&W maar vanaf de daadwerkelijke start
van de commissie Informatievoorziening zal het programma BRI aan of via dat
gremium rapporteren. In termen van het model: de bestuurlijke opdrachtgever
Bijlagen - 31
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
SG en PM De ambtelijke
opdrachtnemer is de
stuurgroep BRI die de
aanjaagfunctie heeft
opgedragen aan de
programma manager BRI.
In het programmaplan BRI
is de rol van de
programmamanager
uitputtend beschreven.
Naast en onder deze
partijen is een aantal
voorzieningen getroffen om
het een en ander te
faciliteren. Zo heeft de PM
een bescheiden
secretariaat voor de
verslaglegging en de
distributie van stukken.
Verder laat het bestuur zich adviseren door een onafhankelijke deskundige
van een extern bureau die de opdracht heeft de voortgang kritisch te volgen.
de samenstelling De samenstelling van de Cie IV komt later aan de orde. De stuurgroep BRI
bestaat uit een kern van direct betrokken directeuren (DPG, DAB, DBGA, FBA,
DWI, OGA, DMO, WMO, BDA, (DW) en CO), namelijk de diensttak-
directeuren die leverancier dan wel afnemer zijn van basisregistraties en de
concerndirectie die verantwoordelijk is voor het gemeentebrede ICT-beleid.
Daarnaast neemt een aantal functionarissen deel die een specifieke
meerwaarde inbrengen:
• de programma manager, qualitate qua;
• de betrokkenheid van de stadsdelen wordt geborgd door de deelname van
een stadsdeelsecretaris;
• de directeur/kwartiermaker van het SSC ICT is de linking pin met de
staande organisatie SSC ICT.
budget In het business model van het bedrijfsplan BRI wordt een overzicht gegeven
van benodigde investeringen en beoogde opbrengsten in een meerjaren-
perspectief. De budgetten zijn gealloceerd en worden door de stuurgroep aan
partijen toegewezen op basis van (deel)plannen van aanpak. Een van de
stuurgroep-directeuren treedt op als penningmeester.
agendaberaad Vanaf het begin hebben drie leden van de stuurgroep, waaronder de voorzitter
Bijlagen - 32
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
het SSC ICT In de staande organisatie SSC ICT is een kwartiermaker/directeur belast met
de transitie en de transformatie van mensen en middelen die in de eerste
tranche uit de deelnemende organisatieonderdelen zijn overgekomen.
Bijlagen - 33
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
DB en RvD Het Dagelijks Bestuur van het SSC ICT is de ambtelijke opdrachtnemer. Dit
DB wordt gerecruteerd uit de directeuren van de deelnemende diensttakken,
respectievelijk de stadsdeelsecretarissen van de deelnemende stadsdelen.
Het voltallige gezelschap vormt de Raad van Deelnemers.
directeur Het DB op zijn beurt draagt de dagelijkse leiding en de regeling van alle door
het SSC ICT uit te voeren werkzaamheden op aan een directeur.
budget Het SSC ICT is een gemeentelijke diensttak met een begroting en een
jaarplan. De verleende diensten worden in rekening gebracht bij de
deelnemers.
tranche 2 en 3 II.
Het programma management voor de verdere ontwikkeling
van het Shared Service Center (o.a. functioneel beheer,
ontwikkeling, project-management) is een zaak die het hele
concern aangaat en is daarom opgehangen aan de lijn van
Cie IV en SG IV. De uiteindelijke opdrachtnemer is de
programma manager SSC ICT die tranchegewijs de uitbouw
en fasering begeleidt.
budget Het programma SSC ICT heeft een bescheiden ontwikkelbudget dat wordt
beheerd door de programma manager. Het budget is op dit moment
Bijlagen - 34
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
5. De commissie en de stuurgroep
InformatieVoorziening
Bijlagen - 35
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
staf wethouder Aparte aandacht verdient de positionering van de staf wethouder ICT. Het
verdient aanbeveling deze niet als een apart gremium op te vatten maar de
wethouder, zowel in diens verantwoordelijkheid als voorzitter van de Cie IV als
die van portefeuillehouder, de eventuele agendering te laten bepalen van alle
dossiers die zich aandienen. De wethouder heeft dan de keus tussen:
• een dossier buiten de stafvergadering om op elektronische wijze te
bespreken en eventueel door te (laten) geleiden naar B&W,
Raadscommissie of Raad, zonder betrokkenheid van de Cie IV;
• een dossier op de staf te bespreken en daarna, indien van toepassing,
rechtstreeks naar B&W, Raadscommissie of Raad door te (laten) geleiden,
zonder betrokkenheid van de Cie IV;
• een dossier ter kennisgeving aan de Cie IV te zenden;
• een dossier buiten de formele vergadering van de Cie IV om op
elektronische wijze aan de leden te zenden met het verzoek om advies;
• een dossier te agenderen voor een plenaire zitting van de Cie IV.
Bijlagen - 36
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
budget Vooralsnog beschikt (de commissie en) de stuurgroep niet over financiële
middelen . In lijn met de verantwoordelijkheid die de stuurgroep heeft is het
wenselijk de beslissingsbevoegdheid over de betreffende gealloceerde
middelen bij (commissie en) stuurgroep te beleggen. De financiële middelen
m.b.t. programmanagement voor de verdere ontwikkeling van het SSC ICT
(tranche 2 en 3) zijn op dit moment ondergebracht bij het SSC ICT.
de orde Het is wenselijk een expliciet vergaderreglement (met zaken als vergader-
frequentie en het al dan niet accepteren van vervangers) op te stellen. Dit
geldt ook voor de wijze waarop de gemeentelijke organisaties worden
geconsulteerd bij belangrijke besluiten.
agendaberaad De voorbereiding van de vergadering van de Cie IV vindt plaats onder leiding
van de wethouder ICT in de staf vergadering. Zowel de SG IV als de SG BRI
dragen agendapunten aan.
Er moet een apart agendaberaad voor de SG IV komen.
Bijlagen - 37
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
de lijn BRI De BRI-lijn is goed op orde en loopt gesmeerd. Een paar acties kunnen nog
genomen worden:
• de programmamanager heeft gaandeweg de taken van de secretaris
overgenomen; de directie CO is met één vertegenwoordiger voldoende
betrokken;
• de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de Adviesgroep
Architectuur naar de stuurgroep IV; een geschikt moment daarvoor is de
oplevering van de eerste versie van het Handboek Architectuur in juli van
dit jaar;
de lijn SSC ICT De lijn van de staande organisatie SSC ICT is met de Bestuurscommissie in
principe goed geregeld en begint inmiddels volgens die orde te functioneren.
Het DB vergadert eens in de drie weken. De nieuwe bestuurder wordt
ingewerkt in diens AB-verantwoordelijkheid.
De volgende acties zouden moeten worden genomen:
• de vergadering van de Raad van Deelnemers moet een eigen identiteit
gaan krijgen; het enige dat vooralsnog om praktische redenen
gehandhaafd zou moeten blijven is het tijdstip en de locatie van de
vergaderingen, namelijk direct aansluitend bij de BRI-stuurgroep;
• het voorzitterschap van de vergadering zou opgepakt moeten worden door
de formele functionaris die tevens voorzitter is van het DB (met dank aan
de voorzitter van de SG BRI die deze taak er lange tijd bij heeft gedaan);
• het DB moet daarbij gaan fungeren als agendaberaad van de
vergaderingen van de RvD en het AB;
• de rol van secretaris van het DB, de RvD en het AB is onvoldoende
ingevuld; meest in aanmerking voor die rol komt de directeur SSC ICT of
een lid van het DB;
• het secretariaat (agenda, notulen, distributie van stukken, logistiek) is nu
geregeld via de directie CO; dat zou belegd moeten worden bij het SSC
ICT.
het programma De verdere ontwikkeling van het SSC ICT is belegd bij een programma
manager die in eerdere fases, en bij ontstentenis van de stuurgroep
InformatieVoorziening, rapporteerde aan het Bestuurlijk Team Ombuigingen,
aan de SG BRI en aan het DB van het SSC ICT. Inmiddels zijn de lijnen helder
belegd.
De volgende acties kunnen worden ondernomen:
• het ontwikkelingsprogramma SSC ICT moet een duidelijke plaats gaan
innemen op de agenda van de SG en eventueel Cie IV; bij de
behandeling van stukken in de stuurgroep is de programma manager
aanwezig;
• het budgetrecht van het ontwikkelingsprogramma moet belegd worden
bij de SG IV; op basis van deelplannen worden budgetten vrijgegeven.
Bijlagen - 38
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 39
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 7 Organisatiearchitectuur:
Advies voor
besturingsmodel
1. Probleemstelling
2. Mogelijke oplossing
Bijlagen - 40
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
niet mogelijk;
• Een diensttak onder verantwoordelijkheid van het college doet (te) weinig
recht aan het samenwerkingsuitgangspunt van gedeelde
verantwoordelijkheid tussen stadsdelen en ‘centrale’ stad;
• De oprichting van een externe rechtspersoon voldoet niet aan de wens om te
komen tot een vorm van binnengemeentelijke samenwerking.
Tot op heden is het model van bestuurscommissie niet in gebruik bij de centrale stad,
wel wordt het model door stadsdelen gebruikt in het kader van schoolbesturen.
Een bestuurscommissie ten behoeve van de besturing van een (of meerdere)
service-centra wordt ingesteld door een bestuursorgaan (het college) en opereert
vervolgens op grotere afstand van het college dan een diensttak. Het college kan
slechts beleidsregels (algemene aanwijzingen) aan de bestuurscommissie geven en
kan zich niet op detailniveau met de commissie bemoeien. De samenwerking tussen
de verschillende deelnemers wordt tot uitdrukking gebracht door het college de
vertegen-woordigers van die deelnemers als lid van de commissie te laten benoemen
en langs die weg te belasten met het (gezamenlijk) bestuur van het SSC.
Indien een service-centrum werkzaam zal zijn voor diensten én stadsdelen wordt de
bestuurscommissie ingesteld door het college. In geval het uitsluitend dienstverlening
voor de stadsdelen betreft wordt de bestuurscommissie ingesteld door de stadsdelen.
In het instellingsbesluit worden (na afstemming met de stadsdelen) onder meer de
samenstelling van de commissie, de werkwijze van de commissie en de financiering
van de commissie vastgelegd.
Het beheer van het service-centrum wordt opgedragen aan de commissie en de
commissie krijgt ook de bevoegdheid om ambtenaren te benoemen, overgedragen.
Een andere bevoegdheid die kan worden overgedragen is de bevoegdheid om te
beslissen tot privaatrechtelijke rechtshandelingen.
Het belangrijkste criterium voor de keuze uit een van deze drie modellen is de mate
waarin, qualitate qua, het onderwerp behoort tot de primaire aandacht van
bestuurders.
Bijlagen - 41
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bestuurscommissie
Algemeen Bestuur
(B&W en stadsdelen)
Directie
Service Centrum
De omvang van het Algemeen Bestuur is afhankelijk van het aantal deelnemers en
van de invulling van het bestuur in termen van bestuurlijk of ambtelijk.
Het Dagelijks Bestuur is klein van omvang, gedacht wordt aan ca drie leden.
In het geval van de oprichting van een SSC ICT en SSC HR, wordt geopteerd voor
een bestuurscommissie waarbij zowel de bestuurlijke aandacht alsook de dagelijkse
betrokkenheid van de participerende diensten en stadsdelen is gewaarborgd.
Realisatie van beide service-centra betekent een complex veranderproces dat niet
zonder risico’s is en derhalve ook bestuurlijke aandacht behoeft.
Het SSC HR en het SSC ICT hanteren beide een ontwikkelingspad waarbij men
geleidelijk in de tijd uitgroeit qua dienstverlening en het aantal deelnemende
organisaties. Dit betekent dat de samenstelling van de bestuurscommissie ook in de
tijd mee moet kunnen groeien.
Bijlagen - 42
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Voor het SSC ICT geldt dat de Raad van Deelnemers, qualitate qua de leden van de
Stuurgroep BRI, het opdrachtgeverschap vervullen in de rol van afnemer van ICT-
diensten.
Bij de definitieve besluitvorming door B&W betreffende de inrichting van beide shared
service centra dient een uitgewerkt instellingsbesluit te worden voorgelegd, waarin
onder meer de samenstelling van de commissie, de werkwijze van de commissie en
de financiering van de commissie is vastgelegd.
Bijlagen - 43
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 8 Informatiearchitectuur:
Objectmodellen
Personen en Vastgoed
Basisregistratie Personen
DETAILLERING SUBJECTEN EN VESTIGINGEN
SUBJECT
NATUURLIJK PERSOON NIET-NATUURLIJK PERSOON
INGESCHREVEN PERSOON
ANDER ANDER
INGESCHREVEN
NIET- BUITENLANDS BUITENLANDS
INGEZETENE NIET-NATUURLIJK
INGEZETENE NATUURLIJK NIET-NATUURLIJK
PERSOON
PERSOON PERSOON
is eigenaar van
heeft nadere adresaanduiding in
PARTNER-
OUDER-KIND-
RELATIE
RELATIE
PERSOONS-
FUNCTIONARIS
OVERIGE
RELATIE
HUISHOUDEN MAATSCHAPPE-
LIJKE ACTIVITEIT
heeft postadres in
heeft als
correspond
entie-adres
bepaalt
OVERIG nevenadres
van
GEBOUWD OVERIG TERREIN OVERIG ADRES
OBJECT
bepaalt
BENOEMD TERREIN hoofdadres
van
ADRESSEERBAAR
GEBOUWD OBJECT OBJECT AANDUIDING
bepaalt nevenadres van
[Bron: EGEM]
Bijlagen - 44
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Basisregistratie Vastgoed
OVERIGE
ADRESSEERBAAR NUMMER-
OBJECT AANDUIDING
AANDUIDING
officieel adres
officieel adres
locatie-adres
straatadres
nevenadres hoofdadres hoofdadres nevenadres
OVERIG
VERBLIJFS-
GEBOUWD STANDPLAATS LIGPLAATS OVERIG TERREIN
OBJECT
OBJECT
AUTHENTIEK TERREIN
PAND
[Bron: EGEM]
KADASTRAAL APPARTEMENTS-
ZAKELIJK RECHT SUBJECT
PERCEEL RECHT
[Bron: EGEM]
De objectmodellen zijn gebaseerd op het referentiemodel “Stelsel van Gemeentelijke Basisgegevens” van
EGEM.
Bijlagen - 45
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 9 Informatiearchitectuur:
StUF Standaard
Uitwisselings Formaat
StUF2 schrijft XML voor als opmaaktaal voor berichten. De syntax (structuur)
van de berichten is formeel vastgelegd met behulp van een XML-schema
(XSD). Het berichtenschema geeft aan welke entiteiten, attributen en relaties
uit het GFO in de berichtentypen mogen worden opgenomen. Een voorbeeld
van een berichttype is Kennisgevingbericht NATUURLIJK PERSOON.
StUF2 geeft invulling aan keuzes die bij de XML Schema’s worden gemaakt
voor de stuurgegevens en de body (payload). Stuurgegevens zijn bijvoorbeeld
het versienummer van StUF en het versienummer van Sectormodel. Alle
beheerders van basisregistraties in de gemeente Amsterdam streven er naar
hun gegevens volgens dezelfde versies van StUF, GFO en sectormodellen te
leveren. Ze streven naar zo min mogelijk compatibiliteitsproblemen bij de
invoering van verschillende versies. Er is binnen de gemeente Amsterdam een
StUF-platform opgericht waaraan aanleverende partijen en afnemers
deelnemen (zie Viadesk). StUF maakt het echter mogelijk met meerdere
sectormodellen tegelijk te werken.
Het sectormodel kan worden gezien als het geheel van ontwerpproducten die
nodig zijn om systemen binnen een toepassingsgebied binnen de gemeente te
koppelen. Voor de Basisgegevens is het sectormodel beschikbaar. Voor de
andere sectoren zoals Zaken moeten de ontwerpers het sectormodel
Bijlagen - 46
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
EGEM heeft in april 2006 StUF versie 2.04 vastgesteld. Tegelijkertijd heeft
EGEM een nieuwe versie vastgesteld van het sectormodel Basisgegevens:
StUF-BG 2.04. Dit sectormodel is gebaseerd op een verouderd GFO voor
Basisgegevens: GFO-BG 1998. Dit jaar wordt de publicatie verwacht van een
nieuw GFO voor Basisgegevens: het Referentiemodel voor het Stelsel van
Gemeentelijke Basisgegevens (GFO-BG 2006) en de bijbehorende
berichtdefinities. GVI baseert de levering van Vastgoedgegevens op GFO-BG
2006, omdat GFO-BG 1998 strijdig is met de Catalogus voor de BAG. Op het
moment dat GVI de koppeling in productie neemt, zal deze GFO zijn
geformaliseerd. Wijzigingen ten gevolge van het nieuwe GFO-BG 2006
worden in Paraplu opgenomen voor de distributie van persoonsgegevens door
DPG, als het sectormodel StUF-BG hierop is aangepast. EGEM werkt aan een
nieuwe versie van de berichtdefinities, die gebaseerd is op GFO-BG 2006.
Bijlagen - 47
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 10 Informatiearchitectuur:
Standaarden digitale
informatiebeheer
Inleiding
Deze standaarden zijn van toepassing op digitaal gecreëerde,
procesgebonden informatie die bewaard moet worden vanwege wet- en
regelgeving en/of andere concernbelangen. Zij zijn ook van toepassing op
digitale reproducties die gelden, of in de toekomst hoogstwaarschijnlijk gaan
gelden als wettelijk substituut. De standaarden zijn niet van toepassing op
digitale reproducties die geen subsituut zijn of worden
Organisatie
Het opstellen, vaststellen en publiceren van standaarden voor digitaal
informatiebeheer zou een verantwoordelijkheid en bevoegdheid van het
Gemeentearchief moeten zijn. Op dit moment is dit echter (nog) geen realiteit.
Deze standaarden worden daarom samengesteld en vastgesteld door de
programmamanager Digitaal Informatiebeheer i.s.m. de Adviesgroep
Architectuur en het Gemeentearchief.
Bijlagen - 48
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
1. Standaarden
Algemene uitgangspunten
1. Standaarden voor het beheren van digitale informatie moeten passen
binnen de kaders van relevante wet- en regelgeving en besluiten van de
gemeente inzake informatie-architecturen en informatiebeveiliging
2. De standaarden moeten zoveel mogelijk aansluiten bij nationale en
internationale standaarden (zoals ISO 23081) en best practices
3. De standaarden moeten dusdanig worden samengesteld dat het reëel is
dat ze succesvol kunnen worden toegepast binnen de Gemeente
Amsterdam
4. De standaarden moeten worden vastgesteld op 5 niveaus:
gegevenselementen, waarden in die gegevenselementen, trefwoorden
(basisregistraties en classificaties), syntax van de gegevens en
bestandsformaten.
5. De standaarden dienen dusdanig beschreven en hanteerbaar te zijn dat
ze gebruikt kunnen worden als basis voor audits en archiefinspecties.
6. Het praktisch toepassen van de standaarden moet zoveel mogelijk
geschieden tijdens of zo snel mogelijk na creatie van het digitale bestand
7. Het toepassen van de standaarden moet zoveel mogelijk geautomatiseerd
ondersteund worden door standaardapplicaties
Gegevenselementen
1. Voor de definitie van gegevenselementen wordt de Dublin Core 59 als
uitgangspunt genomen.
2. In ieder geval zijn per bestand verplicht: een uniek ID, creatiedatum,
versie, archiefvormer, status, statushistorie
3. Per bestand zijn verplicht indien relevant: auteur(-s), verwijzing(-en) naar
Basisregistratie(-s), verwijzing(-en) naar dossier(-s), publicatiedatum(-s),
wijzigingsdatum(-s), inzagerechten
4. Er moet nog nader worden vastgesteld welke andere velden uit Dublin
Core verplicht worden gesteld en welke optioneel, bij welke
bestandsformaten.
Waarden in gegevenselementen
1. Het uniek ID is een numerieke serie van 12 cijfers en dient te zijn
samengesteld uit een 3-cijferige code voor het betreffende
concernonderdeel (de archiefvormer) en vervolgens een volgnummer van
9 cijfers.
2. Voor de overige waarden in verplichte gegevenselementen moeten in
2006 standaarden worden vastgesteld
59
Voor meer informatie over Dublin Core:
http://webrichtlijnen.overheid.nl/handleiding/ontwikkeling/productie/metadata/dublin-core/
Bijlagen - 49
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bestandsformaten
Algemeen
1. Bestandsformaten dienen gestandaardiseerd te worden met als
uitgangspunt dat inhoud, vorm en/of functie van digitale informatie
bewaard moeten worden.
2. Standaarden voor bestandsformaten dienen vervolgens vastgesteld te
worden aan de hand van de status (in gebruik, niet meer veranderbaar),
de ontstaansgeschiedenis (digitaal geboren dan wel digitale reproductie)
en de bewaartermijn van een bestand.
3. Er moeten standaarden aanwezig zijn voor tekstverwerkingsbestanden,
spreadsheets, databases, tekeningen, foto’s, audio, video en interactieve
bestanden.
4. Voor een combinatie van bestanden die als een logische eenheid is
samengesteld, zoals een e-mail met attachment, dient dat verband
behouden te blijven.
Tekstverwerking
1. Voor tekstverwerkingsbestanden moeten inhoud en vorm bewaard
worden.
2. Geaccepteerde formaten zijn PDF en XML.
Spreadsheets
1. Voor spreadsheets moeten inhoud en functie bewaard worden
Databases
1. Voor databases moeten inhoud en functie bewaard worden.
Tekeningen
1. Voor tekeningen moeten inhoud, vorm en functie bewaard worden.
Foto’s
1. Voor foto’s moeten inhoud, vorm en functie bewaard worden.
Audio en video
1. Voor audio- en videobestanden moeten inhoud en functie bewaard
worden.
Bijlagen - 50
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Interactieve bestanden
Voor interactieve bestanden moeten de uitgangspunten nog vastgesteld
worden.
Bijlagen - 51
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 11 Informatiearchitectuur:
Principes
gegevensbescherming
Bijlagen - 52
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 53
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Een uitwerking van de principes wordt voor wat betreft de basisregistratie Personen vastgelegd in het
Dossier Afspraken en Procedures (DAP) voor alle betrokken partijen: de afnemende dienst, de Dienst
Persoonsgegevens, de Registratiecommissie, de ACAM maar bijvoorbeeld ook de geïnteresseerde
burger. Op de minisite basisregistratie Personen staan de meest recente versies van de verschillende
onderdelen van de dossiers. De afspraken die de Dienst Persoonsgegevens en afnemers hebben
gemaakt, geven in hun onderlinge samenhang een totaalbeeld van het gebruik van de basisregistratie
Personen in Amsterdam. Het idee achter de DAP voor een transparante informatie-uitwisseling werkt
alleen als ook de beheerders van de (toekomstige) kernadministraties vergelijkbare afspraken maken
binnen de gemeente en met buitengemeentelijke partijen.
Bijlagen - 54
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 12 Applicatiearchitectuur:
Applicatielandschap
Bijlagen - 55
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 56
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Routeren Het plaatsen van berichten in een wachtrij (= Broker BEA Weblogic
tussentijdse opslag) , waarna de berichten in Integration
een bepaalde volgorde naar de bestemde
applicatie(s) worden verzonden.
Bijlagen - 57
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 58
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 59
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 60
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Administratie
Huisvesting /
facilitair
Processpecifi
eke
functionaliteit
Bijlagen - 61
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 13 Applicatiearchitectuur:
landelijke ontwikkelingen
integratievoorziening
13.1 NORA
http://www.e-overheid.nl/atlas/referentiearchitectuur/
Voor het overige wordt NORA vooral aangeraden als zeer toegankelijke
referentie voor de Amsterdamse architectuur en wordt een integrale
samenvatting van het gehele document niet in dit Handboek opgenomen.
13.2 EGEM
Bijlagen - 62
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Kanalen
F
Gemeentelijke Dienstenbus
Landelijke Dienstenbus
http://www.egem.nl/
Amsterdam heeft ook aan die programma’s bijdragen geleverd daar waar
nuttig en mogelijk. Tegelijkertijd moet rekening gehouden worden met een
beperkt ‘absorptievermogen’ van iedere gemeente, hetgeen uiteindelijk ook
voor de grootste gemeente van Nederland geldt.
Bijlagen - 63
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 14 Applicatiearchitectuur:
Toegang verlenen tot
basisregistraties met
Paraplu en Diva
Inleiding
In hoofdstuk 7 is ‘Toegang verlenen tot registraties’ één van de zes
hoofdfuncties in de integratielaag van de applicatie- en
infrastructuurarchitectuur. ‘Toegang verlenen tot registraties’ gaat in de eerste
plaats over toegang tot de basisregistraties en kernadministraties. In deze
bijlage wordt specifiek de huidige toegang tot de basisregistraties Personen en
Vastgoed via Paraplu respectievelijk Diva nader toegelicht. Eerst in algemene
termen en daarna per applicatie. Tot slot wordt een aantal afwegingen
gegeven voor de inrichting van de gegevensmagazijnen en de keuze van
berichtsoorten.
Bijlagen - 64
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Paraplu en Diva
DPG en GVI hebben in 2004 besloten eigen distributievoorzieningen te
ontwikkelen met de ontwikkelstappen: een koppeling van Diva naar Paraplu
voor de levering van adresgegevens, en, uitgaande van de beschikbaarheid
van een Amsterdamse servicebus, levering aan afnemers via een servicebus.
Verschillen in inhoud (gegevenssoort en -structuur), regime (wet- en
regelgeving voor privacy en beveiliging), functionaliteit (distributie van
Geometrie en Topografie vereist specifieke functionaliteit) en aan te sluiten
applicaties bij de afnemers hebben geleid tot de beslissing aparte
distributiesystemen te ontwikkelen. De berichten en hun verzending voldoen
aan de StUF-standaard. DPG en GVI hebben aanvullende afspraken gemaakt
en gedocumenteerd over de aansluitspecificaties van de uitwisseling van
administratieve basisgegevens die buiten de StUF-documentatie vallen.
Paraplu
DPG is verantwoordelijk voor het beheer en de distributie van de
Basisregistratie Personen. DPG distribueert de persoonsgegevens met
Paraplu. Paraplu is de implementatie bij DPG van CiVision Gegevensmakelaar
van Getronics PinkRoccade. Kennisgevingen en Vraag / Antwoord distributie
vindt plaats door middel van op StUF en Webservice standaarden gebaseerde
automatische koppelingen. Paraplu ondersteunt alle mogelijke
interactieprocessen die StUF02.04 definieert. Paraplu biedt ook enkele
aanvullingen op de StUF02.04 standaard. De berichtsoorten worden in
onderstaande figuur weergegeven. Het doel van deze figuur is niet om de
berichtsoorten in onderlinge samenhang te laten zien.
Bijlagen - 65
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Diva
GVI is verantwoordelijk voor het beheer en de distributie van vier
basisregistraties:
• De basisregistratie adressen
Bijlagen - 66
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
• De basisregistratie gebouwen
• De basisregistratie percelen (afkomstig van het Kadaster)
• De basisregistratie topografie (kleinschalig en grootschalig)
Daarnaast heeft GVI ook aanvullende gegevensverzamelingen zoals
luchtfoto’s en cyclorama’s. Deze gegevens worden op verschillende manieren
aan afnemers geleverd door middel van het distributiesysteem Diva: Distributie
Vastgoed Amsterdam.
Webservices
Kennisgevingen Vraag / antwoord Leveringen
Magazijn
Bijlagen - 67
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 68
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 15 Applicatiearchitectuur:
Gemeenschappelijkheid
Uitgangspunt is dat functies die een generieke kenmerken vertonen, een kans
bieden voor gemeenschappelijke ontwikkeling en beheer 60. Of die kans ook
daadwerkelijk wordt benut, hangt mede samen met organisatorische
randvoorwaarden waarop aan het eind van deze bijlage wordt teruggekomen.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen functies met zwakke generieke
kenmerken, omdat de verbinding met een bepaald bedrijfsproces nog
aanwezig is, en sterk generieke kenmerken, omdat ze in allerlei
bedrijfsprocessen voorkomen en allerlei typen gebruik kennen. Van het eerste
is sprake bij de procesgenerieke functies. Deze functies komen dus bij
meerdere processen voor en zijn tot op bepaalde hoogte te isoleren van de
overige functies, maar in de praktijk betekent dat wel een verandering die op
technisch niveau in de applicaties doorwerkt: meerdere (standaard of
maatwerk) oplossingen moeten dan te combineren zijn tot één geheel. Aan die
randvoorwaarde wordt met de huidige software in Amsterdam lang niet altijd
voldaan. In het geval van nieuwe inrichtingen zijn daarvoor grotere
mogelijkheden aanwezig.
Presentatiefuncties
60
Aan de hand van het inventariserend vooronderzoek naar tranche-2 SSC ICT van het gehele gemeentebrede applicatielandschap
kan worden geverifieerd of dit model alles afdekt en voldoende handvatten biedt.
Bijlagen - 69
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 70
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 16 Applicatiearchitectuur:
Standaard inrichting en
ontwikkeling
Standaard ontwikkelplatform
Amsterdam spreekt de voorkeur uit voor de twee meest gangbare
ontwikkelplatforms van dit moment:
1. Java 2 Enterprise Edition (J2EE)
2. .Net
De voordelen zijn dat deze platforms beide een serie standaarden omvatten,
ondermeer ter bevordering van informatiebeveiliging, integratie. Door de
algemene beschikbaarheid van de standaarden en een grote keuze aan
leveranciers die in een van beide of allebei de platforms kan leveren,
vermindert de leveranciersafhankelijkheid.
Dataopslagfunctie
De dataopslagfunctie heeft betrekking op de opslag van gegevens in een
database. Gewoonlijk gaat het om gestructureerde data, maar bij gebruik van
een document managementsysteem kunnen ook ongestructureerde data
(documenten, emailberichten) in een database zijn opgeslagen.
Bewerkingfunctie
De bewerkingfunctie (business-logic functie) heeft betrekking op het ophalen,
bewerken en opslaan van databasegegevens volgens procesafhankelijke
regels.
Bijlagen - 71
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Presentatiefunctie
De presentatiefunctie heeft betrekking op tonen van gegevens aan- en
invoeren van gegevens door een eindgebruiker.
Authenticatiefunctie
De meeste applicaties kennen een eigen authenticatiefunctie. Aan de hand
van een applicatie-eigen userdatabase of –directory, waarin
usernamen+wachtwoorden zijn opgeslagen, wordt de identiteit van de
gebruiker van de applicatie geverifieerd.
Autorisatiefunctie
De meeste applicaties kennen een eigen autorisatiefunctie. In een applicatie-
eigen (user)database of –directory zijn applicatie-autorisaties zijn opgeslagen.
In de meeste gevallen wordt hierbij gebruik gemaakt van taakgerichte
autorisatieprofielen. Door een medewerker aan een autorisatieprofiel te
associeren worden voor de betreffende medewerker rechten ingesteld voor het
opvragen, bewerken en opslaan van (bepaalde) gegevens.
Ontwikkelstandaarden samengevat
Applicatielaag
Bijlagen - 72
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 17 Integratiearchitectuur:
Berichtenuitwisseling
De bouwstenen en de bus zijn verbonden via een netwerk. De bus is dus geen
netwerk, maar ligt daarbovenop. Het netwerk regelt het pure transport, in een
beveiligde omgeving, met een hoge beschikbaarheid en een goede
performance.
Adapters (connectoren)
Vaak is het zo dat bouwstenen verschillende netwerkprotocollen willen
gebruiken. In dat geval kan de bus deze heterogeniteit overbruggen door zelf
aparte adapters (connectoren) te gebruiken voor verschillende protocollen en
ze intern te vertalen.
Logging
Bussen zullen vaak het verkeer over de bus registreren, bijvoorbeeld voor
reconstructie in geval van fouten, analyses en managementinformatie en
onderbouwing in geval van misverstanden of conflicten (onherroepelijkheid).
Beveiliging
Bussen zijn generieke voorzieningen voor elektronisch verkeer. Dergelijk
verkeer is vaak beveiligings- en privacygevoelig, zowel de uitwisseling als de
Bijlagen - 73
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Abonnementendienst (Publish/subscribe)
Om te voorkomen dat de ene bouwsteen steeds moet polsen of er bij een
andere bouwsteen iets gebeurd is, bieden veel bussen functies waarmee een
bouwsteen zich op een gebeurtenis bij een andere bouwsteen kan abonneren.
Elke keer dat die gebeurtenis optreedt, wordt de abonnementhouder volgens
afspraak geïnformeerd.
Berichttransformatie
In het geval dat verzender en ontvanger verschillende wensen hebben ten
aanzien van de
berichtstructuur, kunnen zij de bus vragen het bericht te vertalen van het
verzenderformaat naar het ontvangerformaat.
Berichtvalidatie
Vaak maken afspraken over berichtenstructuur en inhoud deel uit van de
communicatieafspraken tussen bouwstenen. De bouwstenen kunnen van de
bus vragen om te valideren of verzonden berichten conform deze afspraken
zijn en, als ze dat niet zijn, het bericht te onderscheppen. Daarbij kan het gaan
om de structuur van het bericht, maar ook over de geldigheid van de inhoud
(bijvoorbeeld: weiger 30 februari als datum). Zo ontvangt de geadresseerde
geen foute berichten.
Berichtaggregatie
De ontvanger kan de bus vragen om meerdere naar hem verzonden berichten
als één bericht door te sturen. Mochten er servicefuncties in de bus zitten, kan
dit als een speciaal geval van orkestratie worden gezien.
Schematische weergave
In onderstaande weergave worden de verschillende
berichtenuitwisselingsfuncties in hun samenhang weergegeven. De
aanvullende servicebus-hoofdfuncties, die ook in het schema zijn opgenomen,
worden in paragrafen 7.3 en 8.3 van het handboek nader toegelicht en in
Bijlage 12 in detail beschreven.
Bijlagen - 74
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
serviceverlening
Regisseren processen
Registreren zaken
leverende
applicatie
applicatie
vragende
Authenticeren & autoriseren
Wachtrij / routering
adapter Berichten uitwisseling
berichtenbus adapter
netwerk netwerk
(ontleend aan EGEM)
Bijlagen - 75
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 18 Architectuurorganisatie:
Omschrijving
architectenrol
Technisch Architect
Omschrijving De technisch architect heeft een brede kennis en ervaring op het gebied van
systemen, systeemsoftware, netwerken , beveiliging en technische
standaarden. Met deze ervaring is de technisch architect in staat snel inzicht te
bieden in de maak – en haalbaarheid van een projectvoorstel. De technisch
architect bewaakt eveneens de samenhang en koppelingen tussen de
verschillende systemen. In het geval van uitbesteding aan een leverancier zorgt
de technisch architect voor het uniform (technisch) ontwerp en gebruik van
(documentatie)standaarden zodat het beheer van systemen overzichtelijk blijft
Bijbehorende functie (Senior) adviseur middelen
Taken • Stelt de technische architectuur op en onderhoudt deze
Bijlagen - 76
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlagen - 77
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Bijlage 19 Architectuurorganisatie:
Rol architect in projecten
In deze bijlage wordt kort beschreven wat de rol van de architect is binnen de
verschillende projectfasen.
Ontwikkelproces
Fasering/stappen
Maken Advisering
Controleren
Advisering Project nazorg
projectresultaat
architectuur en correctie
Architect
Nieuwe activiteit
Oriëntatiefase
De architect speelt in de oriëntatiefase een belangrijke rol door de
opdrachtgever (of gedelegeerd de projectleider) te adviseren over de positie
die het project inneemt ten aanzien van andere lopende of nog te starten
projecten. Ook kan de architect de opdrachtgever inzicht verschaffen in
hetgeen reeds aanwezig is en hetgeen nog aangeschaft en geïmplementeerd
moet worden. De architect levert op die manier een belangrijke bijdrage aan
de projectopdracht en kan aangeven of het project rendabel is of niet.
Voorbereidingfase
In deze fase speelt de architect een belangrijke rol bij het opstellen van de
projectarchitectuur. De projectarchitectuur bakent de scope voor het project af
en geeft aan welke architectuur richtlijnen, normen en standaarden die van
toepassing zijn op het project. Als een domeinarchitectuur beschikbaar is, dan
gebruik de architect die als bron voor de afbakening.
Ook geeft de projectarchitectuur aan voor het project of en op welke
onderdelen er niet met de architectuur gewerkt wordt. Onder speciale
omstandigheden, bijvoorbeeld als zich een extreem urgente situatie voordoet
en de tijd beperkt is, kan er namelijk bewust een afwijkende oplossing gekozen
worden. Bepaalde aspecten van de architectuur worden dan tijdelijk
genegeerd op een gecontroleerde manier. Hetgeen is afgesproken in de
Bijlagen - 78
Handboek Architectuur Gemeente Amsterdam
Adviesgroep Architectuur
Realisatiefase
De architect controleert gedurende de realisatie aan de hand van de
voortgangsrapportage én door middel van gesprekken met de
projectuitvoerenden (proces / functioneel / technisch ontwerpers) of het project
nog voldoet aan de afspraken van de projectarchitectuur.
Overgangfase
Tijdens de evaluatie van het project(verloop) komen ook de architectuur en de
architectuurwerkzaamheden aan de orde.
Bijlagen - 79