Long time, no see. Ik weet niet of je je mij nog herinnert, al is het
waarschijnlijk des te interessanter als je mijn bestaan ondertussen vergeten bent. Ik hoop alleen dat je ondergetekende niet uit het oog verloren bent. Dat je niet geplooid bent onder de druk van een te strakke deadline of gezwicht voor de al te makkelijke, onoverkomelijk kortzichtige kritiek van een masterclass. Naast de schampere opmerkingen van de onwetende massa pop-liefhebbers (ik weet het, dit soort opmerkingen vergroot de kloof alleen maar), heb je hoogstwaarschijnlijk zelfs van je collega’s vaak signalen van onbegrip moeten ontvangen. Meer dan je lief was. Al je muzikanten studeren niet voor niets klassieke muziek. Niets dan respect trouwens, ze hoeven je werken niet spelen. Maar toch… Het doet pijn, dat onbegrip. Als zelfs het gros van de geschoolde muzikanten al niet… Maar ik schrijf dit niet opdat je je nu kan wentelen in zelfmedelijden omdat de tijden nog steeds niets veranderd zijn. Nee, ik hoop dat je deze brief vergeten bent, dat heel dit schrijven zo overbodig is als moderne klassieke muziek dat ten tijde van dit schrijven is voor Klara (wat een rare woordencombinatie ook ‘moderne klassieke muziek’). Je vraagt je ondertussen waarschijnlijk wel af waar ik nu eigenlijk naartoe wil. Als het al het voorgaande je slechts als een vage herinnering uit een duister verleden in de oren klinkt, kan je hier stoppen met lezen. Neem dan deze brief, scheur hem in een aantal reepjes naar eigen goeddunken en draai hem door je 3D-printer en maak er iets moois van. Ik ga er eventjes vanuit, hoopvol, dat dat in jouw tijd al ingeburgerd is. Echter, indien het tegendeel waar is, en ik hoop uit de grond van mijn hart dat dat niet het geval is, lees dan verder. Ik heb misschien nog enkele ideeën waar je hopelijk iets mee kan. De onbereikbaarheid van moderne muziek, en hiermee bedoel ik muziek geschreven na pakweg 1921(!), wordt vaak aan 2 zaken geweten. Ten eerste is er de ratrace van onze job, huishouden, winkelen… waar niet aan te ontsnappen valt. Tijd vrij maken om muziek te savoureren is er vrijwel niet doorheen het jaar, als ik het eventjes heel pessimistisch mag stellen. Enkel op zomerse festivals als Rock Werchter biedt die mogelijkheid zich maar daar zegt de naam al genoeg over welke genres daar worden gebracht. Om kort te zijn, hierin zie ik niet onmiddellijk een mogelijkheid tot verbetering. Dat hoeft ook helemaal niet, want als we eventjes eerlijk met onszelf zijn zitten we nu net in een luxepositie op dat gebied. Vraag maar aan een willekeurige mijnwerker ten tijde van de industriële revolutie. Een andere reden waarom moderne muziek zo’n niche bedoening zou kunnen zijn geworden, kan ik best uitleggen aan de hand van de geschiedenis van de wetenschap. Van de Grieken tot in de renaissance bestond er niet iets zoals een fysicus of een moleculaire chemicus. Dergelijke specialisaties waren niet mogelijk omdat men simpelweg niet genoeg wist en kon. Maar naarmate er meer mogelijkheden aan het oppervlak kwamen, was er zoveel kennis nodig om één specifiek vakgebied te begrijpen dat iets als een Uomo Universalis praktisch onmogelijk werd. Bij de muziek (en vreemd genoeg minder bij andere kunsttakken) vond een gelijkaardige evolutie plaats. Ook hier was de mens niet tevreden met wat hij had, tonaliteit was leuk maar uitgeput. De mens wou zoals altijd zijn grenzen verleggen en deed dat met dodecafonie, serialisme, spectralisme etcetera etcetera als resultaat. Maar wie begreep dit nog? En belangrijker, wie kon er de schoonheid van inzien? Een anekdote over Richard Feynman, een nobelprijs winnende fysicus, werpt ligt over de zaak. Een journalist vroeg hem ooit of hij de simpele schoonheid van een bloem nog wel kon appreciëren als hij wist waarom die bloem zo geëvolueerd was en er zich van bewust was hoe ze van cel tot atomair niveau in elkaar zat. Feynman’s rake antwoord was dat het alleen maar toevoegt aan de pracht van de bloem, weten hoe dat fijne radarwerk ingenieus in elkaar zit. Kant noemde het de verwondering van het sublieme. Ik zou zelfs verder durven gaan, het zorgt ervoor dat appreciatie zonder deze kennis bijna banaal lijkt. En zo is het net met muziek. Er is studie voor nodig, het is niet altijd ontspanning. Maar, en dit is een Maar met hoofdletter, dit mag het geval zijn voor de componist en eventueel de uitvoerder(s), maar het mag geen muziekstudies vragen van de luisteraar. Wat Sciarrino, Berio en Boulez doen ligt niet voor de hand. Maar als je denkt dat Jan met de pet daar niks van begrijpt, dan onderschat je hem. Hoeveel mensen die zelfs Mahler niet van Mozart kunnen onderscheiden, heb ik al niet laten luisteren naar Sciarrino. Iedereen begreep het. Hadden ze alle context mee? Nee, natuurlijk niet. Maar wie heeft gezegd dat dat moet? Ik moet wel iets bekennen, daarnet ben ik eventjes kort door de bocht gegaan door te zeggen dat enkel de muzikanten en de componisten moeten studeren. Sommige muziek is inderdaad moeilijker te vatten. Ze ligt nogal moeilijk in het gehoor waardoor dan stereotypen ontstaan als zou moderne muziek enkel pling plang plong clusters op de piano zijn. Om de muziek van Boulez te kunnen appreciëren is het geen overbodige luxe dat je weet wie Messiaen en Webern zijn. Maar ik ben er heilig van overtuigd dat dat nu net niet zo moeilijk is. Je moet inderdaad niet onmiddellijk met Le Marteau Sans Maitre afkomen. Om eens helemaal de lijn van deze redenering door te trekken, zouden er op zogenaamde klassieke concerten ook steeds iets van Messiaen, Webern of Berg moeten gespeeld worden. Naarmate de tijd vordert kan het dan avontuurlijker worden en kan er al eens bv. iets van Berio worden tussen gegooid. De mensen moeten opgevoed worden. Uit zichzelf gaan ze het niet doen. Waarom zouden ze ook? Er is meer muziek voorhanden die lekker kunnen binnen kappen dan ze ooit kunnen bevatten. Deze brief is echter niet enkel aan mezelf gericht, helaas. Daarom doe ik ook deze oproep naar jou toe. Wil jij je daarvoor inzetten? Als je het groot ziet, kun je netmanager van Klara worden of intendant van het Symfonie Orkest Vlaanderen. Als je muzikant bent, incorporeer dan af en toe iets uit het ‘moderne’ repertoire, en geef het publiek wat context als dat nodig is. Ben je componist, laat je dan niet doen door die verschrikkelijke neo- romantische beweging waarin zo gemakzuchtig wordt rond gestruind. Ben je filmcomponist, dan heb je een unieke kans. Dit genre is nog het meest doordrenkt van de neo-romantiek maar biedt ook de grootste mogelijkheid tot vernieuwing én heeft de grootste toegang tot het publiek. En ben je ‘maar’ een muziekliefhebber, zet dan eens één van de cello sonates van Britten op, ze zullen je doen smelten.