Professional Documents
Culture Documents
opdracht
1. Plaats – adres
2. Geolocatie / geolokalisatie
51°09'24.8"N 3°12'11.6"E
3. Korte omschrijving
Met de klas naar het kasteel van Loppem. Tijdens deze activiteit ontdekken de
leerlingen een deeltje geschiedenis van hun Dorp. Spelenderwijs komen ze meer te
weten over wat een democratie is en hoe deze tot stand gekomen is. Ook hier zullen ze
zien dat Loppem een rol speelde. Daarnaast koppelen we ook meetkunde aan onze
activiteit. Meetkunde is voor vele leerlingen iets heel abstract. Door hen in het kasteel
zelf op zoek te laten gaan naar gelijke en gelijkvormige figuren, maar ook naar
symmetrie wordt deze leerstof iets werkelijker.
4. Doelgroep
5. Tijdsduur
2uur 30 minuten
6. Eindtermen
7. Leerinhoud
Wiskunde
Gelijkvormige figuren zijn figuren waarvan de vorm gelijk is. De grootte van de
figuren moet niet gelijk zijn om gelijkvormig te zijn.
Gelijke figuren zijn figuren waarvan zowel de vorm als de grootte gelijk is. Met
andere woorden de figuren zijn identiek.
Symmetrie is.
8. Lesdoelen
Wiskunde
De leerlingen kunnen
gelijkvormige en gelijke figuren herkennen in de realiteit (het kasteel van Loppem)
en deze ook correct aanduiden.
symmetrie herkennen in de realiteit (het kasteel van Loppem) en deze ook correct
aanduiden.
9. Materiaal
10. Organisatie
Ik zal steeds bellen als het tijd is om aan een andere opdracht te beginnen, ter ondersteuning van de
timekeeper.
Als we klaar zijn met de opdrachten ruimen we eerst alles op. 4 leerlingen dragen elk een rugzak
terug mee naar school. Iedereen doet opnieuw z’n fluojasje aan en we vertrekken langs dezelfde
weg terug naar school.
naam:
………………………………………………………
………………………………………………
Klasnummer:
………………………………………………………
……………….
…………………………………………………
……………………..
…………………………………………………
……………………..
3. ………………………………………………
………………………………………………
………
Symmetrie?????????????????????
Kijk nu met z’n allen nog eens goed naar
het kasteel. Zien jullie ook gelijkvormige
en gelijke figuren en vormen? Of
………………………………………………………
………………………………………………………
…… Opdracht 4
………………………………………………………
……………………………………………………… In die tijd hadden
…… vele families een
……………………………………………………… wapenschild,
……………………………………………………… zeker de rijke
….. families. Het
hebben van een
Bij het systeem van de algemeen wapenschild
meervoudige stemplicht mochten alle straalde namelijk
volwassenen / alle volwassen mannen veel macht en rijkdom uit. Hier zie je een
/ alle volwassen vrouwen stemmen foto van het wapenschild van de familie
van Caloen. Deze familie woonde in het
Wie mocht er nog steeds niet kasteel van Loppem.
stemmen:
……………………………………………………… Kijk eens goed naar het wapenschild?
Wat zie je allemaal?
………………………………………………………
Vinden jullie dit systeem ………………………………………………………
democratischer dan het vorige? Kan ……
het nog beter? ………………………………………………………
……………………………………………………… ………………………………………………………
……………………………………………………… ……
…… ………………………………………………………
……………………………………………………… ………………………………………………………
……………………………………………………… ……..
……
……………………………………………………… Op het wapenschild staan ook de woorden
……………………………………………………… virtus impivada. Dat is Latijnse spreuk en
….. betekent de kracht van de
onverschrokkenen.
Wist je dat vrouwen nog moesten wachten Wat zouden de verschillede figuren
tot na de tweede wereldoorlog om te op het wapenschild betekenen?
mogen stemmen? Overleg samen met je groepje en
verklaar waarom jullie dat denken.
Verbind daarna de juiste combinaties
met elkaar.
Baron
eenheid
13. Bronnen
Artikel vrt-nws
De eerste politici uit het bezette België die bij de koning kwamen, op 11 november al, waren de Gentse socialist Eduard Anseele (rechts) en
de Brusselse liberaal Paul-Emile Janson (midden). Ze kwamen door de Duitse linies naar Loppem onder de bescherming de Spaanse
diplomaat Pedro Saura (links).
De regering van Gérard Cooreman, die al een tijd in een hotel in Brugge verblijft, had enkele dagen eerder haar ontslag aangeboden. Dat
kabinet bestond uit ministers die het grootste deel van de oorlog nabij Le Havre in Frankrijk verbleven.
Het was duidelijk dat er snel een regering moet komen die representatief is voor het België dat de bezetting heeft meegemaakt en die
belangrijke hervormingen kan doorvoeren.
De dreiging van een revolutie speelt hierin zeker een rol. De Duitse revolutionaire soldaten in het bezette België hadden gehoopt dat ze de
arbeiders aan hun kant zouden krijgen, maar de Belgische socialisten hielden zich afzijdig. Intussen zijn de Duitse troepen bijna overal
verdwenen. Alleen in Luik is er nog enig revolutionair gewoel.
De koning ontving eerder in Loppem ook bezoek van de Franse president Raymond Poincaré. Hier staat Poincaré (midden vooraan) naast
koningin Elisabeth en koning Albert (rechts) voor de ingang van het kasteel. Links achter Poincaré de ontslagnemende regeringsleider
Gérard Cooreman (met witte baard en bril). Net boven Poincaré de jonge prins Leopold (de latere Leopold III). Vlak achter Elisabeth staat
de chef van de Belgische generale staf, luitenant-generaal Cyriaque Gillain. Links van Poincaré de Franse generaal Jean-Marie Degoutte,
stafchef van de Legergroep Vlaanderen (die onder bevel van koning Albert stond).
De regering-Cooreman, zelf een voortzetting van de regering-de Broqueville, was een overwegend katholiek kabinet, aangevuld met enkele
liberalen en socialisten. De katholieke partij heeft immers een ruime meerderheid in het parlement. De nieuwe regering is er echt een van
“nationale eenheid”. Ze telt zes katholieken, drie liberalen en drie socialisten.
Samenstelling regering-Delacroix
De nieuwe regering wordt geleid door Léon Delacroix, een succesvol Brussels advocaat van katholieke strekking. Hij is geen lid van het
parlement, maar had onder de bezetting een leidende rol in het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit.
Delacroix zelf wordt minister van Financiën. Als regeringsleider wordt hij aangeduid als “eerste minister”. Een nieuwigheid, want voordien
sprak men meestal van “kabinetsleider”.
Slechts drie ministers uit de vorige regering blijven aan. De liberaal Paul Hymans blijft op Buitenlandse Zaken, een uiterst belangrijke post
met het oog op de komende vredesonderhandelingen. De socialist Emile Vandervelde, voorheeft minister van Intendance, krijgt nu de
belangrijke portefeuille van Justitie en de katholiek Jules Renkin verhuist van Koloniën naar het ministerie van Spoorwegen, Posterijen en
Telegrafie. Ook de vroegere kabinetsleider Charles de Broqueville keert terug in de regering als minister van Binnenlandse Zaken.
Familiefoto van de "regering van Loppem", gemaakt in 1919. V.l.n.r. : premier Delacroix (Financiën), Franck (Koloniën), Masson (Oorlog),
Wauters (Nijverheid, Arbeid en Ravitaillering), Renkin (Spoorwegen, Posterijen en Telegrafie), Vandervelde (Justitie), Ruzette (Landbouw),
Hymans (Buitenlandse Zaken), Jaspar (Economische Zaken), Anseele (Openbare Werken), de Broqueville (Binnenlandse Zaken) en
Harmignie (Kunsten en Wetenschappen).
Radicale hervormingen
Nog opmerkelijker dan de samenstelling van de regering is haar programma. De socialisten hebben een aantal verregaande hervormingen
geëist, die voor de oorlog nog heel omstreden waren. De andere partijen hebben daarmee ingestemd.
Zo wordt meteen het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd. Het systeem van “meervoudig stemrecht”, waarbij sommige kiezers twee
of drie stemmen mochten uitbrengen, verdwijnt. Dat systeem ligt nochtans vast in de grondwet, maar de regering wil dat het enkelvoudig
stemrecht al voor de eerstvolgende parlementsverkiezingen geldt, nog voordat de grondwet gewijzigd kan worden.
Ook zal een artikel uit het Strafwetboek worden geschrapt dat straffen stelde op het misbruik van het stakingsrecht. De socialisten zagen daar
een beperking van de vakbondsvrijheid in.
De nieuwe regering erkent ook de gelijkheid van de twee landstalen en het recht van de Vlamingen op hoger onderwijs in hun eigen taal. Of
dit een vervlaamsing van de Gentse universiteit betekent, is niet duidelijk.
En verder krijgt de regering de loodzware taak om de vele dringende problemen te verhelpen die zich bij de bevrijding stellen en een begin te
maken met de heropbouw van het land.
Opmerking: Bij de vorming van de regering van Loppem werden de conservatieve katholieken, die tegenstander waren van de
hervormingen, door koning Albert vrijwel buitenspel gezet. Hun bekendste leider, de oude staatsman Charles Woeste, werd niet eens door de
koning ontvangen. Vandaar dat men later wel – nogal overdreven – van de “staatsgreep van Loppem” heeft gesproken.