You are on page 1of 38

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Naam student: Leergroep OLO


Naam mentor: Klas Aantal lln.:
School:

…DAG / / Handtekening mentor + datum:

Van tot
Leergebied(onderdeel): Wiskunde
Lesonderwerp: Type vraagstukken: Winst-verlies

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


WDlw3 wiskundige problemen oplossen in betekenisvolle situaties binnen en buiten de klas en de
redeneringen daarbij, onderbouwen, vergelijken, bijsturen, weergeven en beoordelen.
 Wiskundige problemen over schaal, recht en omgekeerd evenredig, bruto-tarra-netto,
mengsels, winst-verlies, prijsberekening, korting, verhoudingen, ongelijke verdeling, afstand
en afstand-tijd-snelheid oplossen en deze begrippen aan de hand van betekenisvolle
voorbeelden illustreren.

IVzv3 Doelgericht en efficiënt handelen door taken te plannen, uit te voeren, erop te reflecteren
en waar nodig bij te sturen in functie van zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren.
 Erop gericht zijn het zelfsturend functioneren te verhogen – zelfstandig kunnen functioneren

Leerinhoud:
 De winkelier koopt de producten aan een inkoopprijs.
 De winkelier verkoopt producten aan zijn klanten aan een verkoopprijs.
 Als de verkoopprijs meer is dan de inkoopprijs dan maakt de verkoper winst. Dat wil zeggen dat
hij geld wint, want hij ontvangt meer geld dan hij moet uitgeven (zelf betalen).
 Als de verkoopprijs lager is dan de inkoopprijs dan maakt de verkoper verlies. Dat wil zeggen dat
de verkoper geld verliest, want hij krijgt minder geld dan hij zelf moet betalen.
 Relaties tussen inkoopprijs, verkoopprijs, winst, verlies
 Verkopers willen altijd winst maken, want enkel als ze winst maken verdienen ze geld. Wanneer
ze verlies maken verliezen ze geld en wordt er geen geld verdiend.
o Inkoopprijs berekenen bij winst: verkoopprijs – de winst
o Verkoopprijs berekenen bij winst: inkoopprijs + winst
o Winst berekenen: verkoopprijs – inkoopprijs
o Inkoopprijs berekenen bij verlies: verkoopprijs + verlies.
o Verkoopprijs berekenen bij verlies: inkoopprijs – verlies.
o Verlies berekenen: inkoopprijs – verkoopprijs.
 Bij het maken van een oefening is het belangrijk om eerst te bepalen of het hier om winst of
verlies maken gaat. Die bepalen de bewerkingen die je moet kiezen.
 Zelfstandig werken door de te volgen stappen op het mini-contract te volgen, bij problemen
eerst zelf op zoek te gaan naar de oplossing door te gaan kijken naar het schema en vorige
oefeningen.

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Lesdoelen:
Elementair
- Vraagstukken begrijpen
- Basisbewerkingen uitvoeren: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

Basis
De leerlingen kunnen
1. Verwoorden wat de begrippen: inkoopprijs, verkoopprijs, winst & verlies betekenen. (WDlw3)
2. De begrippen: inkoopprijs, verkoopprijs, winst& verlies benoemen in een gegeven vraagstuk.
(WDlw3)
3. De inkoopprijs, verkoopprijs, winst & verlies berekenen. (WDlw3)
4. Zelfstandig de oefeningen maken (zie leerinhoud) (IVzv3)

Uitdaging
- Typevraagstukken oplossen met een extra moeilijkheid: breuken en procenten.

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: Aanbrengen Inoefenen
Voorkennis van de klasgroep:
BEKIJKEN OP BINGEL
Leerling specifieke gegevens + acties:
 Zwakker leerlingen: focus op de vast schema’s om de inkoopprijs, verkoopprijs, winst en verlies
te berekenen. Hierbij oefeningen met te veel brug vermijden en oefeningen met omzettingen
van cent naar euro. Zodat ze zich vooral kunnen focussen op het inzichtelijk gebruik van de
schema’s. ook focus op invullen van de begrippen. Alisir extra steun bij dergelijke talige
wiskunde.
 Middengroep = meer samenstellige oefeningen
 Rekensterkte groep =uitdagende oefeningen met moeilijkere getallen, breuken en procenten.

Bronnen: volgens de APA-normen


De Cock, R., De Witte,E., Neirynck, M., Van Cleemput, P., Verschraege, M. (2016). Rekensprong plus
6 neuze-neuzeboek (6de druk). Wommelgem: Van In.

De Ridder,K. (2020, 7 april). Inkoopprijs, verkoopprijs, winst en verlies. Geraadpleegd op 5 mei 2020
via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/103305/inkoopprijs-
verkoopprijs-winst-en-verlies/?previous#preview

De Wyngaert, K. (2018, 14 december). Winst of verlies: onthoudblad. Geraadpleegd op 5 mei 2020


via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/87874/winst-of-verlies-
onthoudblad/?previous

Vanderveken, M. (2018, 6 november). Inkoopprijs, verkoopprijs, winst en verlies: toepassingen.


Geraadpleegd op 26 mei 2020 via https://www.klascement.net/downloadbaar-
lesmateriaal/86467/inkoopprijs-verkoopprijs-winst-en-verlies-toepassingen/?
previous#preview

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


 Werkbladen(3 niveaus)
 Bordschema :
https://presenter.prowise.com/share_dK3rNssDQIA6G2sGCqOb6BM2rgZk0rAnBCeY6XlVqwb
7xUNAKlmQx0Spp3Zztjm6

Materiaal / locatiewijziging:
Locatiewijziging
 De kennisclip kan thuis (afstandsleren) worden bekeken. Vervolgens gaan de leerlingen
zelfstandig aan de slag.

Materiaal
 Werkschrift: F: p9-11
 Werkblaadjes (3 niveaus)
 (white)bord

Lesopbouw

1. Klassikaal kijken naar een kort filmpje: kunnen jullie ons helpen? ‘10
oriënteren verwerven verwerken Afronden

verloop

Ik heb een oproep gekregen van KSA Loppem. Dat is de KSA waar ik nog leiding heb gegeven. Ze
hebben onze hulp nodig. Laten we even kijken.
https://www.youtube.com/watch?v=tB9NBblWi7M

Wij zijn leidster in de KSA. Door deze bijzondere omstandigheden mocht onze spaghetti-avond niet
doorgaan. Om toch geld in te zamelen voor ons kamp, heeft de leiding bloemen verkocht. Zo kon je
iedereen die je graag zag eens in de bloemetjes zetten. Wij werkten hiervoor samen met een lokale
bloemenboer. Wij kochten de bloemen voor 4,5 euro per bloem. En wij verkochten ze aan onze
leden voor 7 euro per bloem. Het was een geslaagde actie, want alle 130 bloemen zijn verkocht.

 Wij hopen dat we veel winst gemaakt hebben. Als we verlies zouden gemaakt hebben
zouden we heel teleurgesteld zijn, want dan hebben we niks verdiend. Kunnen jullie ons
helpen.
 Wij vroegen ons konden helpen kiezen: welke verrassingsactiviteit gaan we doen met onze
oudste groep.

2. Klassikale uitleg : wat is inkoopprijs, verkoopprijs, winst & verlies. (kennisclip) ‘10
oriënteren verwerven verwerken Afronden
Verwoorden wat de begrippen: inkoopprijs, verkoopprijs, winst & verlies betekenen.
De begrippen: inkoopprijs, verkoopprijs, winst& verlies benoemen in een gegeven vraagstuk.

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

De inkoopprijs, verkoopprijs, winst & verlies berekenen.

verloop

in het filmpje stellen ze ons een vraag. Ze hebben onze hulp nodig. Maar vooraleer wij hen kunnen
helpen zullen we zelf iets moeten leren.
- Wat gaat de leiding verkopen om geld in te zamelen?
- Hoe komen ze aan die bloemen?
- Voor hoeveel euro kopen ze deze bloemen aan de boer? – 4,5 euro
- Deze noemen we de inkoopprijs:
- Voor welke prijs verkopen ze zelf de bloemen?
- Dit noemen we de verkoopprijs.
- De KSA hoopt dat ze veel winst hebben gemaakt. Wat zou dat willen zeggen? Waarom willen
ze winst maken
o Winst: dat ze geld verdienen. Als de verkoopprijs meer is dan de vraagprijs maken de
verkopers winst.
o Verlies maken wil iedereen vermijden, want dan verdien je niks, want je verkoopt het
voor minder geld dan dat je het zelf hebt gekocht.
- Kunnen we hier al weten of ze winst of verlies gaan maken?

Indien afstandsleren zie kennisclip: https://lerenmetjufmarie.weebly.com/winst-en-verlies.html


Een marktkramer staat elk weekend op de markt met fruit. Haar appels koopt ze in bij de boer voor 3
euro per kg. Op de markt verkoopt hij de appels voor 5 euro per kg.
 “wat is de inkoopprijs? Wat is de verkoopprijs?”
 Zal de boer winst maken?
 De verkoopprijs is groter dan de inkoopprijs. Dat wil zeggen dat de marktkramer meer geld
krijgt dan hij er zelf voor heeft betaald. Dat is goed, nu maakt hij winst.
 Hoeveel euro wint de marktkramer?

“Hoe hebben we de winst berekent? Welke bewerking hebben we gedaan?”


- “ de verkoopprijs – de inkoopprijs”.
- Ja we trekken de verkoopprijs af van de verkoopprijs. Dan zien we hoeveel Manon meer
verdient heeft dan ze aan de boer heeft betaald.

“Wat als we enkel de inkoopprijs en de winst weten. Hoe gaan we dan de verkoopprijs berekenen?”
- De marktkramer koopt appelen in voor 3 euro. Hij verkoopt die appelen zodat hij 2 euro winst
maakt. Voor hoeveel euro verkoopt hij de appelen? Welke bewerkingen moeten we doen?

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

- Inkoopprijs + winst.
- Ja, inderdaad als we de verkoopprijs willen berekenen wanneer we al weten dat we winst
gaan maken dan moeten we de winst optellen bij de inkoopprijs (want we weten dat de
verkoopprijs hoger zal liggen want we maken winst. En hoeveel hoger? De winst!)

“Nu willen we de inkoopprijs berekenen. We weten hoeveel de verkoopprijs is en hoeveel de


marktkramer wint.”
- De marktkramer verkoopt appelen voor 5 euro. Zo wint hij 2 euro. Voor hoeveel euro heeft hij
de appelen zelf ingekocht?
- Verkoopprijs – winst
- Ja inderdaad. We weten dat de markramer winst maakt. Dus dan moet de inkoopprijs lager
zijn dan de verkoopprijs. Hoeveel lager? Zoveel als de winst.

Soms gaat het minder goed. De appelen zijn gevallen en er zitten blutsen op. Omdat manon toch nog
zoveel mogelijk appelen wil verkopen, laat hij de prijs zakken tot 2 euro.
- Zal de marktkramer nu winst of verlies maken?- verlies
- Inderdaad ze zal verlies maken, want de verkoopprijs is lager dan de inkoopprijs. De
verkoper betaalt meer voor de appelen dan ze zelf verdient.

“Hoeveel geld zal ze verliezen? Hoe berekenen we dat?”


- De inkoopprijs – de verkoopprijs

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

- Als we zien dat de inkoopprijs lager is dan de verkoopprijs dan weten we dat er verlies wordt
gemaakt. Hoeveel dat verlies is berekenen we door de verkoopprijs af te trekken van de
inkoopprijs.
- 3-2= 1 dan maakt Manon 1 euro verlies. Ze betaalde 1 euro meer dan ze zelf kreeg.

“Wat als we enkel de inkoopprijs en het verlies weten. Hoe gaan we dan de verkoopprijs berekenen?”
- De marktkramer koopt appelen in voor 3 euro. Hij verkoopt die appelen maar maakt 1 euro
verlies. Voor hoeveel euro verkoopt hij de appelen?
- Inkoopprijs - verlies.
- We weten dat er verlies gemaakt is en dat het verlies 1 euro is. Als iemand verlies maakt
wildat zeggen dat hij minder krijgt dan hij zelf heeft betaald. Dus we trekken het verlies af van
de inkoopprijs. 3-1=2 euro en zo weten we de verkoopprijs.
“Nu willen we de inkoopprijs berekenen. We weten hoeveel de verkoopprijs is en hoeveel de
marktkramer verliest.”
- De marktkramer verkoopt appelen voor 2 euro. Hierdoor verliest hij 1 euro. Voor hoeveel
euro heeft hij de appelen zelf ingekocht?
- Verkoopprijs + verlies
- Om de inkoopprijs te weten bij verlies moeten we het verlies optellen bij de verkoopprijs, want
als iemand verlies maakt dan is de inkoopprijs altijd hoger dan de verkoopprijs.
- 2+1=3

3. Individueel oefeningen maken (3 werkbladen) ‘25


Oriënteren verwerven verwerken Afronden
De begrippen: inkoopprijs, verkoopprijs, winst& verlies benoemen in een gegeven vraagstuk.
De inkoopprijs, verkoopprijs, winst & verlies berekenen.

Voor wie dat duidelijk is en denkt dat hij/zij nu alleen verder kan werken. Gaat aan de slag met
werkblad C (+ een symbool). Werkblad C ligt achteraan. De rest die het nog een beetje moeilijk vindt
of nog een oefening samen wil doen kijkt mee aan het bord. Dan maken we nog een oefening samen.

6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

“Wat is de inkoopprijs?”
“Wat weten we nog?” – ze maken 75 euro verlies.
“Wat wordt gevraagd?” – De verkoopprijs.
“Hoe berekenen we de verkoopprijs?”
- De verkopers maken verlies, dus dan moet de verkoopprijs minder zijn dan de inkoopprijs.”
- Inkoopprijs – verlies.
- De verkoper verliest 75 euro als hij een laptop verkoopt, dat wil zeggen dat de de
verkoopprijs 75 euro minder is dan de inkoopprijs.
- 450 euro – 75 euro = 350 euro

“hoe gaat deze jeugdbeweging geld verdienen?


“Waar halen ze deze pannenkoeken” - Ze kopen ze in.
“Voor hoeveel euro kopen ze de pannenkoeken?” – 600 euro
“Hoe noemen we deze prijs?” – de inkoopprijs

7
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

“Wanneer zal de jeugdbeweging winst maken?” – als ze alle pannenkoeken verkopen voor meer dan
600 euro.
“Wanneer zal de jeugdbeweging verlies maken?” – als ze alle pannenkoeken verkopen en minder dan
600 euro verdienen.
“Voor hoeveel euro verkopen ze de pannenkoeken?”
- De verkoopprijs voor 1 pakje pannenkoeken is 4 euro per pakje.
- Wat is de verkoopprijs als ze alle pannenkoeken verkopen? 300 x 4 euro = 1200 euro.
- Heeft de jeugdbeweging winst of verlies gemaakt? – winst?
- Hoeveel winst? Hoe berekenen we dat? - 1200 euro - 600 euro (verkoopprijs – inkoopprijs)
= 600 euro. De jeugdbeweging maakt 600 euro winst.

Nu gaan jullie zelf aan de slag. Jullie maken de oefeningen op het werkblad. De leerlingen die extra
hulp nodig hebben of die af en toe nog een oefening willen samen maken, komen vooraan in de klas
zitten.
 Met deze groep leerlingen overloop ik hun vragenblad. Ik geef hen even de tijd om
oefeningen te maken,dan overlopen we samen de antwoorden.
 Deze leerlingen mogen het schema bijhouden (zie leerinhoud). En mogen hun rekenmachine
gebruiken.

Verlengde instructie
De leerlingen die er nood aan hebben komen vooraan zitten voor de verlengde instructie. Ik laat hen
hier zelf kiezen, maar moedig ook de leerlingen aan van wie ik denk dat ze er nood aan hebben.

Oefening 1: deze maken jullie alleen. Lees goed wat er staat, maken ze winst of verlies. Jullie
hebben 1 minuutje.

Differentiatie

Deze les ga ik focussen op 3 niveaus:


 Ik geef eerst een korte instructie. Elke leerling volgt hier meer. Wat is de betekenis van de
begrippen, hoe berekenen we alles?
 Daarna mogen de sterke rekenaars aan de slag met hun werkblad (symbool). De rest van de
klas volgt nog enkele (2) oefeningen mee.
 Vervolgens gaat iedereen aan de slag. De middengroep volledig zelfstandig, de andere groep
die rekenmoeilijkheden ervaart, gaat vooraan zitten. Ze krijgen de kans om hun oefeningen
zelfstandig te maken. Deze worden telkens samen overlopen en verbeterd. Bij moeilijkheden
staan we even stil en gaan we terug naar de basis. Alles heel schematisch voorstellen met
voldoende aandacht voor de juiste verwoording. (verlengde instructie)

4. Klassikaal antwoord geven op de vraag uit de oriëntatie ‘5


oriënteren verwerven Verwerken Afronden
De inkoopprijs, verkoopprijs, winst & verlies berekenen.

verloop

Nu kunnen we eens kijken of mijn KSA winst heeft gemaakt met hun inzamelactie. We wisten al dat ze
winst gingen maken, want de verkoopprijs was hoger dan de inkoopprijs. Hoeveel winst hebben ze
gemaakt?

8
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Welke activiteit kunnen ze nu doen met hun oudste groep

Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.

9
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Werkblad 1

10
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Naam: …………………………………………………………………. Klasnummer:


…………………………………..

Mijn mini-contractwerk voor de wiskundeles: Winst & Verlies

Tijdens deze les wiskunde ga ik zelfstandig en in stilte te werk.

1. Ik maak eerst alle moet-taken. Als deze klaar zijn, kan ik aan de mag-taken beginnen.
2. Als ik even vast zit bij een oefening kijk ik eerst naar de schema’s achterin. + ik mag
mijn rekenmachine gebruiken, maar ik noteer steeds mijn tussenstappen.
3. Als ik daarna nog hulp nodig zet ik de hulprol met rood naar boven. Ik werk in stilte
verder aan de andere oefening tot de juf naar mij komt.
4. De oefeningen verbeteren we samen met de juf.

Oefening Pagina Moet Mag Hoe ging de


oefening

1 1 X

2 1 1,2,3,4,5 6,7,8,9

3 2 1,2,3 4

4 3-4 X

11
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

INKOOPPRIJS – VERKOOPPRIJS – WINST – VERLIES


Naam: ……………………………………………………………………………………….. klasnummer: ………………………

1) Duid in de oefening de inkoopprijs aan in het blauw en de verkoopprijs in het


groen. Zal de verkoper winst of verlies maken? Zet een kruisje in het juiste
vakje.

Winst Verlies
😊 ☹
Een marktkramer die kip aan het spit verkoopt, koopt z’n
kippen in voor € 6 en hij verkoopt die op de markt voor
€ 9.
Maakt hij winst of verlies?
Een winkelier heeft een boek dat hij voor €2,50 kocht
verkocht voor €3,50.
Maakt zij winst of verlies?
Een handelaar verkoopt een radio voor € 133,86. Die
radio had hem €104,11.
Maakt hij winst of verlies?

2) Vul de ontbrekende vakjes in.

Inkoopprijs Verkoopprijs Winst Verlies


😊 ☹
€ 300 € 320 ………….. ………….
€ 75 € 67 …………. …………….
€ 39 € …………. €8 ………….
€135 € …………. …………. € 14
€ …………. € 42 €9 ………….
€ …………. € 16 …………. €5
€9 € 8,86 …………. ………….
€ …………. € 3, 16 € 0,30 ………….
€ 3,20 € …………. …………. € 0,25

Noteer hier je tussenstappen.


…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

12
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

3) Los de vraagstukken op. Noteer de tussenstappen. Schrijf het antwoord in een


zin!

Een winkelier koopt voor 35,70 broeken. Hij wil hierop 20 euro winst maken? Wat zal
de verkoopprijs moeten zijn?

…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord:
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

De winkelier verkoopt een computer voor 1537 euro. Hij maakt hierop 250 euro winst.
Wat was de inkoopprijs?

…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

De winkelier verkoopt een gsm voor 210 euro hij kocht deze in voor 160 euro? Hoeveel
winst of verlies maakt de winkelier?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

Een handelaar houdt een uitverkoop van schoenen. Op deze koopjesdag verkoopt hij
120 paar schoenen tegen 19,80 euro. De handelaar heeft voor deze schoenen 24,80 euro
betaald aan de groothandelaar. Hoeveel winst of verlies maakt de handelaar als hij alle
120 paar schoenen verkoopt?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

13
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

4) Los de volgende oefening op: noteer steeds je tussenstappen en schrijf het


antwoord in een zin.
Op maandagochtend koopt Marktkramer Karim 100 pakjes peren in bij de boer. 1
pakje peren kost hem 0,60 euro. Maandag staat hij op de markt en verkoopt hij 70
pakjes voor 1 euro per pakje. Op dinsdag beslist hij om zijn prijs te laten zakken hij
verkoopt de overige 30 pakjes voor 0,50 euro per pakje.
Hoeveel euro winst of verlies maakt hij in het totaal als alle 100 pakjes verkocht zijn
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

14
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Schema bij oefening 4:

De boer koopt peren in


100 pakjes peren
1 pakje kost € 0,60

MAANDAG: DINSDAG

Hij verkoopt 70 pakjes. 1 pakje kost € 1 euro. Hij verkoopt 30 pakjes peren voor € 0,50 per pakje.

Reken uit: maakt Karim hier winst of verlies? Hoeveel Reken uit: maakt Karim winst of verlies op deze 30 pakjes?
winst of verlies maakt Karim? Hoeveel winst of verlies maakt Karim?

………………………………………………………… ………………………………………………………………
………………………………………………………… ………………………………………………………………
………………………………………………………… ………………………………………………………………

Hoeveel winst of verlies maakt Karim op de 100 bakjes?


…………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………

15
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Naam: …………………………………………………………………. Klasnummer:


…………………………………..

Mijn mini-contractwerk voor de wiskundeles: Winst & Verlies

Tijdens deze les wiskunde ga ik zelfstandig en in stilte te werk.

1. Ik maak eerst alle moet-taken. Als deze klaar zijn, kan ik aan de mag-taken beginnen.
2. Ik noteer steeds alle tussenstappen. Als ik even vast zit bij een oefening kijk ik eerst
naar de schema’s achterin.
3. Als ik daarna nog hulp nodig zet ik de hulprol met rood naar boven. Ik werk in stilte
verder aan de andere oefening tot de juf naar mij komt.
4. Ik verbeter mijn oefeningen met de verbetersleutel. Ik toon mijn fouten aan de juf.

Oefening Pagina Moet Mag Hoe ging de


oefening

1 1 x

2 1 x

3 2 1,2,3 4

4 3 x

16
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Werkblad 2
INKOOPPRIJS – VERKOOPPRIJS – WINST – VERLIES
Naam: ……………………………………………………………………………………….. klasnummer: ………………………

1) Vul de ontbrekende vakjes in.

Inkoopprijs Verkoopprijs Winst Verlies


😊 ☹
€ 75 € 67 …………. …………….
€ 39 € …………. €8 ………….
€ …………. € 42 €9 ………….
€ …………. € 16 …………. €5
€ …………. € 3, 16 € 0,30 ………….
€ 3,20 € …………. …………. € 0,25

Noteer hier je tussenstappen


…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
……………………………………………….
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

2) Los de vraagstukken op: bereken de inkoopprijs of de verkoopprijs. Noteer de


tussenstappen en schrijf het antwoord in een zin.

Een winkelier koopt voor 35,70 broeken. Hij wil hierop 20 euro winst maken? Wat zal
de verkoopprijs moeten zijn?

…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

17
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

De winkelier verkoopt een computer voor 1537 euro. Hij maakt hierop 250 euro winst.
Wat was de inkoopprijs?

…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
3) Los de vraagstukken op. Noteer de tussenstappen en schrijf het antwoord in een
zin.
Hans is kunsthandelaar. Hij gaat steeds op zoek naar nieuwe voorwerpen, die hij daarna
opknapt en weer verkoopt. Op de antiekmarkt koopt hij 8 beeldjes. Voor 1 beeldje
betaalt hij 10.
 Hans kan 5 beeldjes opknappen en verkoopt ze weer. Hij vraag nu 20 euro per
beeldje. Hoeveel winst of verlies maakt Hans.
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
……………………………………………

 Jammer genoeg waren de andere 3 beeldje veel te oud. Hans kon er niets meer
aan doen. Hij verkoopt deze beeldjes voor 5 euro per beeldje. Hoeveel winst of
verlies maakt Hans?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

 Nu zijn alle 8 de beeldjes verkocht. Hoeveel winst of verlies maakt Hans in het
totaal?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

18
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

Voor het schoolfeest heeft de oudervereniging bij een bakker 300 koffiekoeken gekocht.
Per stuk moeten ze 0,50 euro betalen. Op het schoolfeest verkopen de ouders 230
koffiekoeken tegen 0,60 euro per stuk. Hoeveel winst of verlies maakt de
oudervereniging?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Op maandagochtend koopt Marktkramer Karim 100 pakjes peren in bij de boer. 1
pakje peren kost hem 0,60 euro. Maandag staat hij op de markt en verkoopt hij 70
pakjes voor 0,80 euro per pakje. Op dinsdag beslist hij om zijn prijs te laten zakken hij
verkoopt de overige 30 pakjes voor 0,50 euro per pakje.
Hoeveel euro winst of verlies maakt hij in het totaal als alle 100 pakjes verkocht zijn
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

Een boekhandelaar kan 100 stripverhalen kopen op een uitverkoopt. Hij betaalt voor
alle stripverhalen samen 125 euro. 60 stripverhalen gaan vlot van de hand. Die verkoopt
hij voor 1.5 euro per stuk. De overige 40 raakt hij maar niet kwijt. Hij beslist om deze
dan maar te verkopen voor 0,49 euro per stuk. Hoeveel winst of verlies maakt de
boekhandelaar?

19
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord:
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
4) Los de volgende oefening op! Schrijf alle tussenstappen op. Noteer het antwoord
in een zin.
Sacha verkoopt vruchtensap. Voor de vruchtensap had ze de volgende ingrediënten
nodig:
Ingrediënten voor 5 personen Inkoopprijs voor 5 personen
4kg appels € 4,10
1kg aardbeien € 3,10
1kg rode bessen € 3,20
2kg bananen € 5,10

Hij verkoopt de vruchtensap voor € 4,50 euro per persoon. Hoeveel winst of verlies
maak Sacha op 1 vruchtensapje?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

20
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Werkblad 3

21
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Naam: …………………………………………………………………. Klasnummer:


…………………………………..

Mijn mini-contractwerk voor de wiskundeles: Winst & Verlies

Tijdens deze les wiskunde ga ik zelfstandig en in stilte te werk.

1. Ik maak eerst alle moet-taken. Als deze klaar zijn, kan ik aan de mag-taken beginnen.
2. Als ik even vast zit bij een oefening kijk ik eerst naar de schema’s achterin. + ik mag
mijn rekenmachine gebruiken, maar ik noteer steeds mijn tussenstappen.
3. Als ik daarna nog hulp nodig zet ik de hulprol met rood naar boven. Ik werk in stilte
verder aan de andere oefening tot de juf naar mij komt.
4. Als ik klaar ben verbeter ik mijn oefeningen met de verbetersleutel. Ik probeer mijn
fouten te begrijpen.

Oefening Pagina Moet Mag Hoe ging de


oefening

1 1 A, B C

2 2 1,2,3 4

3 2-3 x

4 3-4 x

22
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

INKOOPPRIJS – VERKOOPPRIJS – WINST – VERLIES


Naam: ……………………………………………………………………………………….. klasnummer: ………………………

1) Vul de tabel correct aan en los daarna de vraagstukken op.


PRODUCT INKOOPPRIJS VERKOOPPRIJS WINST VERLIES
stoelen/stuk €12 €15
tafels/stuk €24 €29
Lampen/stuk €1.5 €0.25
Kasten/stuk €85 €100
Ballen/stuk €4 €3.50
Klokken/stuk €6 €1.5
A4 papier/pak €1,80 €2.6

a) Voor het schoolfeest moeten we 16 tafels bestellen. Hoeveel winst over verlies
maakt de verkoper op deze 16 tafels?
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
………………………………………………….
Antwoord:
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………

b) Meneer de directeur bestelt 100 pakken A4 papier. Hoeveel moet hij betalen?
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
…………………………….
Antwoord:
………………………………………………………………………………………………
………………………………………

c) Juf Elisa heeft volgend jaar 22 leerlingen in haar klas. Er moeten dus 22 stoelen
en 22 tafels. Aangekocht worden. Hoeveel kosten deze samen?

23
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
…………………………….
Antwoord:
………………………………………………………………………………………………
………………………………………

2) Los de vraagstukken op. Noteer de tussenstappen en schrijf je antwoord in een


zin.
Voor het schoolfeest heeft de oudervereniging bij een bakker 300 koffiekoeken gekocht.
Per stuk moeten ze 0,40 euro betalen. Op het schoolfeest verkopen de ouders 280
koffiekoeken tegen 0,60 euro per stuk. Hoeveel winst of verlies maakt de
oudervereniging?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
……………………………………………..

Op 1 maand verkoopt mevrouw Paaltjes 20 tuinhuizen en heeft er 2 cadeau aan haar


buren. Hij verkoopt de tuinhuizen voor 800 euro per stuk. Ze heeft berekend dat een
tuinhuis maken hem zelf 550 euro kost. Hoeveel winst of verlies maakt mevrouw
Paaltjes deze maand?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

24
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

Een boekhandelaar kan 100 stripverhalen kopen op een uitverkoopt. Hij betaalt voor
alle stripverhalen samen 125 euro. 60 stripverhalen gaan vlot van de hand. Die verkoopt
hij voor 1.5 euro per stuk. De overige 40 raakt hij maar niet kwijt. Hij beslist om deze
dan maar te verkopen voor 0,49 euro per stuk. Hoeveel winst of verlies maakt de
boekhandelaar?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

Een winkelier verkoopt een televisie voor 5360 euro. Hij maakt hierop winst. De winst
bedraagt 1/10 van de verkoopprijs.
 Hoeveel is de winst? Antwoord in een zin
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
 Voor hoeveel euro zal de winkelier de televisie hebben ingekocht? Antwoord in een
zin.
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………

25
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

3) Los de volgende oefening op! Schrijf alle tussenstappen op en noteer het


antwoord in een zin.
A) Sacha verkoopt vruchtensap. Voor de vruchtensap had ze de volgende
ingrediënten nodig:
Ingrediënten voor 5 personen Inkoopprijs voor 5 personen
4kg appels € 4,10
1kg aardbeien € 3,10
1kg rode bessen € 3,20
2kg bananen € 5,10

Hij verkoopt de vruchtensap voor € 4,50 euro per persoon. Hoeveel winst of verlies
maak Sacha op 1 vruchtensapje?
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
Antwoord:
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………

B) Eline verkoopt cocktails.

Ingrediënten De totale inkoopprijs


4kg appelsienen € 2,90
¾ van een liter rode bessen sap. €3
1 liter kinderchampagne € 14,10

Eline verkoopt haar cocktails met winst. De winst is 3/5 van de inkoopprijs.
 Hoeveel is de winst?
…………………………………………………………………………………………
………….
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………

26
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
Antwoord:
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………

 Hoeveel is de verkoopprijs?
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………
Antwoord
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………..

4) Los het volgend vraagstuk op. Schrijf de tussenstappen op en noteer het


antwoord in een zin.
Kledingzaak ’t Frakske heeft jassen gekocht tegen 50 euro per stuk. In de
koopjesperiode ruimt de winkelier ze met 20% verlies op. Hoeveel staat er op het
prijskaartje van de jassen?
 …………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………………antwoord:
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………..
 Tip: maak een verhoudingstabel!

Oplossingenblad: werkblad 1

INKOOPPRIJS – VERKOOPPRIJS – WINST – VERLIES

27
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Naam: ……………………………………………………………………………………….. klasnummer: ………………………

1) Duid in de oefening de inkoopprijs aan in het blauw en de verkoopprijs in het


groen. Zal de verkoper winst of verlies maken? Zet een kruisje in het juiste
vakje.

Winst Verlies
😊 ☹
Een marktkramer die kip aan het spit verkoopt, koopt z’n
kippen in voor € 6 en hij verkoopt die op de markt voor X
€ 9.
Maakt hij winst of verlies?
Een winkelier heeft een boek dat hij voor €2,50 kocht,
verkocht voor €3,50. X
Maakt zij winst of verlies?
Een handelaar verkoopt een radio voor € 104,11. Die
radio had hem €133,86. X
Maakt hij winst of verlies?

2) Vul de ontbrekende vakjes in.

Inkoopprijs Verkoopprijs Winst Verlies


😊 ☹
€ 300 € 320 20 euro /
€ 75 € 67 / 8 euro
€ 39 47 euro €8 /
€135 121 euro / € 14
33 euro € 42 €9 /
21 euro € 16 / €5
€9 € 8,86 / 0,14 euro
2,86 euro € 3, 16 € 0,30 /
€ 3,20 2,95 euro / € 0,25
Noteer hier je tussenstappen.
320 euro – 300 euro = 20 euro (winst) 42 euro – 9 euro = 33 euro
75 euro – 67 euro = 8 euro (verlies) 16 euro + 5 euro = 21 euro
39 euro + 8 euro = 47 euro 9 euro – 8,86 euro = 0,14 euro
135 euro – 14 euro = 121 euro 3,16 euro – 0,30 euro = 2,86 euro
3,20 euro – 0,25 euro = 2,95 euro

3) Los de vraagstukken op.

Een winkelier koopt voor 35,70 broeken. Hij wil hierop 20 euro winst maken? Wat zal
de verkoopprijs moeten zijn?
35,70 euro = de inkoopprijs 20 euro = winst
35,70 euro + 20 euro = 55,70 euro
De Verkoopprijs zal 55,70 euro zijn.

28
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

De winkelier verkoopt een computer voor 1537 euro. Hij maakt hierop 250 euro winst.
Wat was de inkoopprijs?
1537 euro = de verkoopprijs 250 euro = de winst
1537 euro - 250 euro = 1287 euro
De inkoopprijs was 1287 euro

De winkelier verkoopt een gsm voor 210 euro hij kocht deze in voor 160 euro? Hoeveel
winst of verlies maakt de winkelier?
210 euro = de verkooprijs 160 euro = de inkoopprijs. De verkoopprijs is hoger dan de
inkoopprijs dus de winkelier maakt winst
210 euro -160 euro = 50 euro
De winkelier maakt 50 euro winst.

Een handelaar houdt een uitverkoop van schoenen. Op deze koopjesdag verkoopt hij
120 paar schoenen tegen 19,80 euro. De handelaar heeft voor deze schoenen 24,80 euro
betaald aan de groothandelaar. Hoeveel winst of verlies maakt de handelaar als hij alle
120 paar schoenen verkoopt?
De inkoopprijs van alle schoenen is = 24, 80 euro x 120 = 2976 euro. De verkoopprijs
voor alle schoenen is 19,80 euro x 120 = 2376 euro.
2976 euro – 2376 euro = 600 euro
De handelaar maakt 600 euro verlies.

4) Los de volgende oefening op: noteer steeds je tussenstappen.


Op maandagochtend koopt Marktkramer Karim 100 pakjes peren in bij de boer. 1
pakje peren kost hem 0,60 euro. Maandag staat hij op de markt en verkoopt hij 70
pakjes voor 1 euro per pakje. Op dinsdag beslist hij om zijn prijs te laten zakken hij
verkoopt de overige 30 pakjes voor 0,50 euro per pakje.
Hoeveel euro winst of verlies maakt hij in het totaal als alle 100 pakjes verkocht zijn

Zie schema

29
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Schema bij oefening 4:

De boer koopt peren in


100 pakjes peren
1 pakje kost € 0,60

MAANDAG: DINSDAG

Hij verkoopt 70 pakjes. 1 pakje kost € 1 euro. Hij verkoopt 30 pakjes peren voor € 0,50 per pakje.
Reken uit: maakt Karim hier winst of verlies? Hoeveel Reken uit: maakt Karim winst of verlies op deze 30 pakjes?
winst of verlies maakt Karim? Hoeveel winst of verlies maakt Karim?
Verkoopprijs voor 70 pakjes = 70 euro. De Verkoopprijs voor 30 pakjes = 15 euro. De verkoopprijs
inkoopprijs voor 70 pakjes = 70 x 0,6 euro = 42 voor 30 pakjes = 30 x 0,6 = 18 euro
euro. 18 euro – 15 euro = 3 euro.
70 euro – 42 euro = 28 euro. Karim maakt op dinsdag 3 euro verlies
Karim
Hoeveel maakt
winst op maandag
of verlies 28 euroopwinst.
maakt Karim de 100 bakjes? ………………………………………………………………
De inkoopprijs voor 100 bakjes peren is 60 euro.
Maandag verkocht Karim 70 pakjes voor 70 euro en dinsdag verkocht hij 30 pakjes voor 15 euro. In het totaal verkocht hij alle pakjes
peren voor 85 euro. 85 euro – 60 euro = 25 euro.
Karim maakt 25 euro winst op de bakjes peren.

30
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Oplossingenblad: werkblad 2
INKOOPPRIJS – VERKOOPPRIJS – WINST – VERLIES
Naam: ……………………………………………………………………………………….. klasnummer: ………………………

5) Vul de ontbrekende vakjes in.

Inkoopprijs Verkoopprijs Winst Verlies


😊 ☹
€ 75 € 67 / 8 euro
€ 39 47 euro €8 /
33 euro € 42 €9 /
21 euro € 16 / €5
2,86 euro € 3, 16 € 0,30 /
€ 3,20 2,95 euro / € 0,25

Noteer hier je tussenstappen


75 euro – 67 euro = 8 euro (verlies) 16 euro + 5 euro = 21 euro
39 euro + 8 euro = 47 euro 3,16 euro – 0,30 euro = 2,86 euro
42 euro – 9 euro = 37 euro 3,20 euro – 0,25 euro = 2,95 euro

6) Los de vraagstukken op: bereken de inkoopprijs of de verkoopprijs.

Een winkelier koopt voor 35,70 broeken. Hij wil hierop 20 euro winst maken? Wat zal
de verkoopprijs moeten zijn?

35,70 euro = de inkoopprijs 20 euro = winst


35,70 euro + 20 euro = 55,70 euro
De Verkoopprijs zal 55,70 euro zijn.

De winkelier verkoopt een computer voor 1537 euro. Hij maakt hierop 250 euro winst.
Wat was de inkoopprijs?

1537 euro = de verkoopprijs 250 euro = de winst


1537 euro - 250 euro = 1287 euro
De inkoopprijs was 1287 euro

7) Los de vraagstukken op
Hans is kunsthandelaar. Hij gaat steeds op zoek naar nieuwe voorwerpen, die hij daarna
opknapt en weer verkoopt. Op de antiekmarkt koopt hij 8 beeldjes. Voor 1 beeldje
betaalt hij 10.

31
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

 Hans kan 5 beeldjes opknappen en verkoopt ze weer. Hij vraag nu 20 euro per
beeldje. Hoeveel winst of verlies maakt Hans.
De verkoopprijs voor 5 beeldjes is 10 euro x 5 = 50 euro. De inkoopprijs van 5 beeldjes
is 20 euro x 5= 100 euro.
100 euro – 50 euro = Hans maakt 50 euro winst.

 Jammer genoeg waren de andere 3 beeldje veel te oud. Hans kon er niets meer
aan doen. Hij verkoopt deze beeldjes voor 5 euro per beeldje. Hoeveel winst of
verlies maakt Hans?
De verkoopprijs voor 3 beeldjes is 5 euro x 3 = 15 euro. De inkoopprijs voor 3 beeldjes
is 10 euro x 3 = 30 euro.
30 euro – 15 euro = 15 euro
Hans maakt nu 15 euro verlies.

 Nu zijn alle 8 de beeldjes verkocht. Hoeveel winst of verlies maakt Hans in het
totaal?
De inkoopprijs van alle 8 beeldjes zijn 10 euro x 8 = 80 euro. Hans verkocht alle beeldjes
voor 100 euro + 15 euro= 115 euro
115 euro – 80 euro = 35 euro
Hans maakt 35 euro winst.

Voor het schoolfeest heeft de oudervereniging bij een bakker 300 koffiekoeken gekocht.
Per stuk moeten ze 0,50 euro betalen. Op het schoolfeest verkopen de ouders 230
koffiekoeken tegen 0,60 euro per stuk. Hoeveel winst of verlies maakt de
oudervereniging die dag?
De inkoopprijs voor 300 koffiekoeken: 0,5 euro x 300 = 150 euro.
De verkoopprijs van 230 koffiekoeken is 0,6 euro x 230 = 138 euro
150 euro – 138 euro = 12 euro
De oudervereniging maakt 12 euro verlies.

Op 1 maand verkoopt mevrouw Paaltjes 20 tuinhuizen en heeft er 2 cadeau aan haar


buren. Hij verkoopt de tuinhuizen voor 800 euro per stuk. Ze heeft berekend dat een
tuinhuis maken hem zelf 550 euro kost. Hoeveel winst of verlies maakt mevrouw
Paaltjes deze maand?
Inkoopprijs voor 22 tuinhuizen 550 euro x 22 = 12 100 euro.

32
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

De verkoopprijs voor 20 tuinhuizen 800 euro x 20 =16 000 euro (hij verkoopt 20
tuinhuizen en geeft er 2 cadeau, die 2 die hij cadeau heeft moet hij wel zelf maken en
dus zelf betalen).
16 000 euro – 12 100 euro = 3900 euro.
Mevrouw Paaltjes maakt 3 900 euro winst

Op maandagochtend koopt Marktkramer Karim 100 pakjes peren in bij de boer. 1


pakje peren kost hem 0,60 euro. Maandag staat hij op de markt en verkoopt hij 70
pakjes voor 0,80 euro per pakje. Op dinsdag beslist hij om zijn prijs te laten zakken hij
verkoopt de overige 30 pakjes voor 0,40 euro per pakje.
Hoeveel euro winst of verlies maakt hij in het totaal als alle 100 pakjes verkocht zijn
Inkoopprijs voor 100 pakjes peren = 60 euro
De verkoopprijs op maandag = 0,80 euro x 70 = 56 euro
De verkoopprijs op dinsdag = 0,4 euro x 30 = 12 euro
De totale verkoopprijs = 56 euro + 12 euro = 78 euro
De marktkramer Karim maakt 78 euro winst.

Een boekhandelaar kan 100 stripverhalen kopen op een uitverkoopt. Hij betaalt voor
alle stripverhalen samen 125 euro. 60 stripverhalen gaan vlot van de hand. Die verkoopt
hij voor 1.5 euro per stuk. De overige 40 raakt hij maar niet kwijt. Hij beslist om deze
dan maar te verkopen voor 0,49 euro per stuk. Hoeveel winst of verlies maakt de
boekhandelaar?
De totale inkoopprijs is 125 euro.
De verkoopprijs voor de eerste 60 stripverhalen = 1,5 euro x 60 = 90 euro
De verkoopprijs voor de laatste 40 stripverhalen = 0,49 euro x 40 = 19,60 euro
De totale verkoopprijs is 90 euro + 19, 60 euro = 109,60 euro.
De boekhandelaar maakt 15,40 euro verlies.

8) Los de volgende oefening op! Schrijf alle tussenstappen op.


Sacha verkoopt vruchtensap. Voor de vruchtensap had ze de volgende ingrediënten
nodig:
Ingrediënten voor 5 personen Inkoopprijs voor 5 personen

33
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

4kg appels € 4,10


1kg aardbeien € 3,10
1kg rode bessen € 3,20
2kg bananen € 5,10

Hij verkoopt de vruchtensap voor € 4,50 euro per persoon. Hoeveel winst of verlies
maak Sacha op 1 vruchtensapje?
De inkoopprijs voor de 5 sapjes: 4,10 euro + 3,10 euro + 3,20 euro + 5,10 euro + 15, 50
euro.
De verkoopprijs voor 1 sapje is 4,5 euro
De inkoopprijs voor 1 sapje is: 15,50 euro : 5 = 3,10 euro
4,5 euro – 3,10 euro = 1,40 euro
Sacha maakt 1,40 euro winst per sapje.

Oplossingsblad: werkblad 3

INKOOPPRIJS – VERKOOPPRIJS – WINST – VERLIES


Naam: ……………………………………………………………………………………….. klasnummer: ………………………

5) Vul de tabel correct aan en los daarna de vraagstukken op.

34
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

PRODUCT INKOOPPRIJS VERKOOPPRIJS WINST VERLIES


stoelen/stuk €12 €15 3 euro
tafels/stuk €24 €29 5 euro
Lampen/stuk 1, 25 euro €1.5 €0.25
Kasten/stuk €85 €100 15 euro
Ballen/stuk €4 €3.50 0,50 euro
Klokken/stuk 7,5 euro €6 €1.5
A4 papier/pak €1,80 €2.6 0,80 euro

d) Voor het schoolfeest moeten we 16 tafels bestellen. Hoeveel winst over verlies
maakt de verkoper op deze 16 tafels?
Inkoopprijs: 16 x 24 euro =384 euro / verkoopprijs:16 x29 euro = 464 euro
464 euro – 384 euro = 80 euro
Antwoord: de verkoper maakt 80 euro winst.

e) Meneer de directeur bestelt 100 pakken A4 papier. Hoeveel moet hij betalen?
100 x 2,6 euro = 260 euro
Antwoord: de directeur moet 260 euro betalen.

f) Juf Elisa heeft volgend jaar 22 leerlingen in haar klas. Er moeten dus 22 stoelen
en 22 tafels. Aangekocht worden. Hoeveel kosten deze samen?
22 x 15 euro + 22 x 29 euro = 968 euro
Antwoord: samen kosten deze 968 euro
5) Los de vraagstukken op
Voor het schoolfeest heeft de oudervereniging bij een bakker 300 koffiekoeken gekocht.
Per stuk moeten ze 0,50 euro betalen. Op het schoolfeest verkopen de ouders 230
koffiekoeken tegen 0,60 euro per stuk. Hoeveel winst of verlies maakt de
oudervereniging?
De inkoopprijs voor 300 koffiekoeken: 0,5 euro x 300 = 150 euro.
De verkoopprijs van 230 koffiekoeken is 0,6 euro x 230 = 138 euro
150 euro – 138 euro = 12 euro
De oudervereniging maakt 12 euro verlies.

Op 1 maand verkoopt mevrouw Paaltjes 20 tuinhuizen en heeft er 2 cadeau aan haar


buren. Hij verkoopt de tuinhuizen voor 800 euro per stuk. Ze heeft berekend dat een

35
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

tuinhuis maken hem zelf 550 euro kost. Hoeveel winst of verlies maakt mevrouw
Paaltjes deze maand?
Inkoopprijs voor 22 tuinhuizen 550 euro x 22 = 12 100 euro.
De verkoopprijs voor 20 tuinhuizen 800 euro x 20 =16 000 euro (hij verkoopt 20
tuinhuizen en geeft er 2 cadeau, die 2 die hij cadeau heeft moet hij wel zelf maken en
dus zelf betalen).
16 000 euro – 12 100 euro = 3900 euro.
Mevrouw Paaltjes maakt 3 900 euro winst

Een boekhandelaar kan 100 stripverhalen kopen op een uitverkoop. Hij betaalt voor alle
stripverhalen samen 125 euro. 60 stripverhalen gaan vlot van de hand. Die verkoopt hij
voor 1.5 euro per stuk. De overige 40 raakt hij maar niet kwijt. Hij beslist om deze dan
maar te verkopen voor 0,49 euro per stuk. Hoeveel winst of verlies maakt de
boekhandelaar?
De totale inkoopprijs is 125 euro.
De verkoopprijs voor de eerste 60 stripverhalen = 1,5 euro x 60 = 90 euro
De verkoopprijs voor de laatste 40 stripverhalen = 0,49 euro x 40 = 19,60 euro
De totale verkoopprijs is 90 euro + 19, 60 euro = 109,60 euro.
De boekhandelaar maakt 15,40 euro verlies.

Een winkelier verkoopt een televisie voor 5360 euro. Hij maakt hierop winst. De winst
bedraagt 1/10 van de verkoopprijs.
 Hoeveel is de winst?
De winst is 1/10 van 5360 euro
1/10 van 5360 euro = 536
De winst is 536 euro

 Voor hoeveel euro zal de winkelier de televisie hebben ingekocht?


De verkoopprijs is 5360 euro. De winst is 536 euro
5360 euro – 536 euro = 4824 euro

6) Los de volgende oefening op! Schrijf alle tussenstappen op.


C) Sacha verkoopt vruchtensap. Voor de vruchtensap had ze de volgende
ingrediënten nodig:
Ingrediënten voor 5 personen Inkoopprijs voor 5 personen

36
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

4kg appels € 4,10


1kg aardbeien € 3,10
1kg rode bessen € 3,20
2kg bananen € 5,10

Hij verkoopt de vruchtensap voor € 4,50 euro per persoon. Hoeveel winst of verlies
maak Sacha op 1 vruchtensapje?
De inkoopprijs voor de 5 sapjes: 4,10 euro + 3,10 euro + 3,20 euro + 5,10 euro + 15, 50
euro.
De verkoopprijs voor 1 sapje is 4,5 euro
De inkoopprijs voor 1 sapje is: 15,50 euro : 5 = 3,10 euro
4,5 euro – 3,10 euro = 1,40 euro
Sacha maakt 1,40 euro winst per sapje.

D) Eline verkoopt cocktails.

Ingrediënten De totale inkoopprijs


4kg appelsienen € 2,90
¾ van een liter rode bessen sap. €3
1 liter kinderchampagne € 14,10

Eline verkoopt haar cocktails met winst. De winst is 3/5 van de inkoopprijs.
 Hoeveel is de winst?
De inkoopprijs voor haar Cocktail is: 2,90 euro + 3 euro + 14, 10 euro = 20 euro
de winst is 3/5 van 20 euro.
3/5 van 20 euro = 12 euro
Eline maakt 12 euro winst.

 Hoeveel is de verkoopprijs?
De inkoopprijs was 20 euro. De winst is 12 euro.
20 euro + 12 euro = 32 euro.
De verkoopprijs van de cocktails was 32 euro.

Kledingzaak ’t Frakske heeft jassen gekocht tegen 50 euro per stuk. In de


koopjesperiode ruimt de winkelier ze met 20% verlies op. Hoeveel staat er op het
prijskaartje van de jassen?
 Tip: maak een verhoudingstabel!
Inkoopprijs Verlies Verkoopprijs
100%  20% = 80%
:5 x4

37
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

50 euro  10 euro = 40 euro

De jassen kosten nog 40 euro.

38

You might also like