You are on page 1of 10

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor lager onderwijs

Naam student: Winne Van Cauwenberge Leergroep OLO2


Naam mentor: Evelien Drapier Klas 5L Aantal lln.: 18
School: Sint Theresia basisschool

…DAG 16/11/20 Handtekening mentor + datum:

Van tot
Leergebied(onderdeel): Wiskunde
Lesonderwerp: Hoofdrekenen: vermenigvuldigen met breuken

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


 WDrv4: handig hoofdrekenen: eenvoudige breuken vermenigvuldigen met een natuurlijk
getal – de oplossing wiskundig correct noteren
 WDgk4: inzicht verwerven in breuken, kommagetallen, procenten en hun onderlinge relatie.
 WDgk4: breuken (her)structureren zoals bij 7/4 is 1 en 3/4.
 MEge2: Passende mediamiddelen kiezen, gebruiken en combineren in functie van een beoogd
doel.
o Mediamiddelen inzetten bij logisch en algoritmisch denken – oefenen en leren met
ondersteuning van ICT

Leerinhoud:
 Een getal vermenigvuldigen met een breuk en omgekeerd.
 Verwoorden dat ‘een breuk van …’ hetzelfde is als ‘een breuk X …’
 Vraagstukken met vermenigvuldigen met breuken oplossen.
 Breuken vereenvoudigen.

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. In praktische situaties een natuurlijk getal vermenigvuldigen met een breuk en omgekeerd.
(WDrv4)
2. Bij een breuk als operator de gelijkwaardigheid hanteren van ‘een breuk van …’ en ‘een breuk X
…’ (WDgk4)
3. Enkelvoudige vraagstukken met vermenigvuldigen met breuken oplossen. (WDrv4)
4. Breuken vereenvoudigen. (WDgk4)
5. ICT inzetten om te oefenen. (MEge2)

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?

Leerling specifieke gegevens + acties:
 Hestia, Liese, Matteo, Klara, Stan, Zoë, Felix en Camillie zijn voor wiskunde de ‘zwakke’
leerlingen. Zij krijgen een verlengde instructie.
 Louiza, Kobe, Guus, Casper, Lowie, Yaqeen, Tobe en Ruben zijn ‘gemiddeld’. Zij kunnen na de
instructie zelf aan de slag. Wanneer ze het nodig hebben kunnen ze de verlengde instructie ook

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

volgen.
 Nola en Tobias zijn zeer sterk. Zij hoeven niet naar de instructie te luisteren en mogen dus zelf
aan de slag. Wanneer ze klaar zijn kunnen ze ook de moeilijkere oefeningen maken.
 Liese heeft ADD. Zij werkt zeer traag dus voor haar worden er oefeningen geschrapt.

Bronnen: volgens de APA-normen


 Simons, A. (2018). Reken Maar! 5: werkschrift b: correctiesleutel . Wommelgem: Van In.
 Bresseleers, L. (2018). Reken Maar! 5: handleiding deel 4. Wommelgem: Van In.

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


 Ingevuld werkblad

Materiaal / locatiewijziging:
 Werkschrift B blz. 46-48
 Prent van een taart

Lesopbouw

1. Onderwijsleergesprek: vermenigvuldigen met breuken aanbrengen.


oriënteren verwerven verwerken afronden
1. In praktische situaties een natuurlijk getal vermenigvuldigen met een breuk en
omgekeerd.

Organisatie
Ik stel de leerlingen een vraag om tot een vermenigvuldiging te komen en om zo uiteindelijk tot een
vermenigvuldiging met een breuk te komen.

Opdracht – richtvragen
“Wie lust er hier allemaal graag appels?”
“Oké. Stel je voor dat je met je mama naar de winkel gaat en ze vraagt aan jou om 6 keer 2 appels in
de kar te leggen. Hoeveel appels hebben we dan?”
“Ja, goed zo dan hebben we 12 appels.”
“Welke bewerking heb je dan gemaakt als je 6 keer 2 appels neemt?”
“Goed zo. We hebben 6 x 2 = 12.”

“Stel je nu eens voor dat we 6 keer een halve appel nemen. Welke bewerking moeten we daarvoor
maken?” (leerling aanduiden)
“Ja super. Dan doen we 6 x 0,5 = 3.”
“Hoe kunnen we 0,5 anders schrijven?”
“Ja super als een breuk dus 1/2.”
“Dus dan hebben we 6 x 1/2.” (op het bord schrijven)

“We gaan vandaag dus leren vermenigvuldigen met breuken.”

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

2. Natuurlijk getal X breuk  product < 1


oriënteren verwerven verwerken afronden
1. In praktische situaties een natuurlijk getal vermenigvuldigen met een breuk en
omgekeerd.
3. Enkelvoudige vraagstukken met vermenigvuldigen met breuken oplossen.
4. Breuken vereenvoudigen.

Organisatie
Ik toon de prent van de taart en vertel het verhaaltje dat eraan gekoppeld is.

Opdracht – richtvragen
“Jullie zien allemaal een prent van een taart op het bord.”
“Emma bakt op woensdagnamiddag deze taart. Ze snijdt de taart in vier stukken. Zij, haar broer en
haar zus eten elk één stuk taart. Hoeveel hebben ze samen op?”
“Ze hebben drie stukken taart maar de taart was verdeeld in vier stukken. Hoeveel hebben ze dan
samen op?”
“Super, ze hebben samen 3/4 op. En hoe kom je daar aan?”
(op het bord 1/4 + 1/4 + 1/4 = 3/4 schrijven)
“We hebben dus drie keer 1/4.”
“Hoe kunnen we 3 keer 1/4 als een bewerking schrijven?”
“Ja super. 3 X 1/4.”
“Hoeveel is 3 keer 1/4?”
 op het bord: 3 X 1/4 = 3/4

“Welk deel van de breuk hebben we vermenigvuldigd? De teller of de noemer?”


“De teller, inderdaad.”
“En wat is er met de noemer gebeurd?”
“Niets, die is hetzelfde gebleven.”

“Dus als we een natuurlijk getal vermenigvuldigen met een breuk, wat doen we dan?”
“Ja, we vermenigvuldigen het getal met de tellen. De noemer verandert niet.”

“Jullie mogen jullie werkschrift nemen op pagina 46.”


“Jullie gaan straks oefening 1 maken maar ik ga de eerste met jullie samen doen.”
“Nola en Tobias, jullie mogen de oefening al beginnen maken maar alleen als je het snapt. Anders
volg je eerst nog even mee met de rest.”
 opgave a samen met de leerlingen maken

“We gaan opgave d ook samen eens overlopen want die is al wat moeilijker.”
“Hoeveel is 2 X 1/4?”
“Ja super, 2/4. Maar we zien dat daar nog een breukstreep staat?”
“Waarom zou dat zijn denken jullie?”
“Ja, we kunnen de breuk nog vereenvoudigen. Super.”
“Welke breuk krijgen we dan als we gaan vereenvoudigen?”
“Inderdaad, 1/2. Oke nu mogen jullie de rest van oefening 1 maken.”
“Wie graag nog een oefening samen maakt steekt zijn vinger omhoog en dan maken we nog een
samen aan het bord.”

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

“Wanneer je klaar bent steek je je vinger omhoog en kom ik controleren.”

3. Natuurlijk getal X breuk  product > 1


oriënteren verwerven verwerken afronden
1. In praktische situaties een natuurlijk getal vermenigvuldigen met een breuk en
omgekeerd.
3. Enkelvoudige vraagstukken met vermenigvuldigen met breuken oplossen.
4. Breuken vereenvoudigen.
Organisatie
Ik vertel het verhaal verder dat bij de prent hoort.

Opdracht – richtvragen
“Emma wil met haar verjaardag haar vrienden en vriendinnen trakteren op haar lekkere taart. Met
haar broer en zus erbij zijn ze met tien. Ze rekent voor elk een kwart van een taart. Hoeveel taarten
moet Emma bakken?”

“Een kwart, hoe kan je dat schrijven?”


“Inderdaad, 1/4.”
“Hoeveel keer 1/4 van een taart heeft Emma nodig?”
“Ja, tien keer.”
“Welke bewerking hoort daarbij?”
“10 X 1/4.”
“Hoeveel is 10 keer 1/4?”
“Ja goed zo, 10/4.”
“Wat is er zo speciaal aan deze breuk?”
“Ja, de teller is groter dan de noemer. Wat kunnen we dan doen?”
“We gaan de gehelen uit de breuk halen.”
“Hoe groot is één geheel?”
“Ja, 4/4.”
“Hoeveel gehelen zitten er dan in 10/4?” (Hoeveel keer gaat 4/4 in 10/4)
“Super, 2 gehelen. Hoeveel vierden hebben we dan?”
“Inderdaad dan hebben we 8/4.”
“Hoeveel vierden blijven er dan nog over?”
“Er blijven nog 2/4 over. Super!”
“Kunnen we die breuk nog vereenvoudigen?”
“Ja inderdaad. 2/4 = 1/2.”
 op bord: 10/4 = 2 en 1/2

“Jullie gaan straks oefening 2 maken maar we gaan er eerst een paar samen maken.”
“Nola en Tobias jullie mogen de oefening al beginnen maken maar alleen als je het snapt. Anders
volg je nog even mee met de rest. Als jullie met oefening 2 klaar zijn mogen jullie ook al oefening 3
maken”
 eerste opgave van a en eerste opgave van b klassikaal.
“Jullie mogen de rest maken.” “Wie graag nog een oefening samen maakt werkt nog even met mij
aan bord mee.”
“Als jullie klaar zijn met oefening 2 mogen jullie oefening 3 maken. Maar voor jullie daaraan
beginnen, kijk eens naar de oefening. Wat is er speciaal?”
“Ja, de factoren staan soms omgekeerd. Hoe komt dat?”
“Inderdaad, bij een vermenigvuldiging mag je de factoren van plaats wisselen. Oke begin er maar
aan.”

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

“Als je klaar bent steek je je hand in de lucht en kom ik controleren.”

4. Breuk X natuurlijk getal = breuk van …


oriënteren verwerven verwerken afronden
2. Bij een breuk als operator de gelijkwaardigheid hanteren van ‘een breuk van …’ en
‘een breuk X …’
Organisatie
Ik noteer op het bord een bewerking.

Opdracht – richtvragen
Op het bord ‘3/4 van 12 =’
“Hoe gaan we deze bewerking oplossen?”
“12 : 4 = 3 en 3 X 3 = 9”

Op het bord 3/4 X 12 =


“Hoe gaan we deze bewerking oplossen?”
“3/4 X 12 (= 12 X 3/4) = 36/4”
“Hoe kunnen we dat vereenvoudigen?”
“Inderdaad, we kunnen dit vereenvoudigen naar 9.”

“Wat staat er bij de eerste bewerking?” (van)


“Wat staat er bij de tweede bewerking?” (maalteken)
“Beide bewerkingen hebben dezelfde uitkomst.”
“Een breuk van een getal nemen is dus hetzelfde als dat getal vermenigvuldigen met die breuk.”

“Jullie gaan straks oefening 4 maken maar we gaan eerst eens eentje samen maken.”
“Nola en Tobias jullie mogen al aan de oefening beginnen maar alleen als je het snapt. Anders
volg je nog even mee met de rest.”
 eerste van oefening 4 klassikaal
“Wie graag nog een oefening samen doet komt hier zitten. De rest werkt zelfstandig verder.”
“Als je klaar bent steek je je hand in de lucht en kom ik controleren.”

5. Individueel: oefeningen maken


oriënteren verwerven verwerken afronden
1. In praktische situaties een natuurlijk getal vermenigvuldigen met een breuk en
omgekeerd.
2. Bij een breuk als operator de gelijkwaardigheid hanteren van ‘een breuk van …’
en ‘een breuk X …’
3. Enkelvoudige vraagstukken met vermenigvuldigen met breuken oplossen.
4. Breuken vereenvoudigen.
5. De leerlingen kunnen ICT inzetten om te oefenen.
Organisatie
De leerlingen maken zelfstandig de oefeningen via de learning app die ik heb klaargezet.

Opdracht – richtvragen
“Jullie gaan de oefeningen individueel maken op de computer. Jullie hebben allemaal een link van mij
gekregen via mail en als jullie daarop klikken, komen jullie op de oefeningen die jullie moeten
maken.”
“Als er vragen zijn steek je je hand in de lucht en dan kom ik kijken.”

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Organisatie
Ik heb een plickers quiz gemaakt om nog kort even te testen of de leerlingen het snappen.

Opdracht – richtvragen
“We gaan nu nog een korte plickers quiz doen om even te kijken of jullie alles begrepen hebben.”
 uitleggen hoe de quiz werkt

7
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

8
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

9
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

10

You might also like