You are on page 1of 5

Lerarenopleiding Thomas More Kempen

Campus Turnhout Campus Vorselaar


Campus Blairon 800 Lepelstraat 2
2300 Turnhout 2290 Vorselaar
Tel: 014 80 61 01 Tel: 014 50 81 60

Ontwerp leeractiviteit
2023-2024
Namen studenten: Britt De Laet
Opleiding: Educatieve Bachelor Lager Onderwijs Niveau WPL
Stageschool: Vrije basisschool Impuls Mentor(en) Eline Van Roosbroeck
Leerlingen: Leerjaar/groep 5 Aantal leerlingen 27
Leergebied(en): Wiskunde
Kies
Kies
Onderwerp Gemeenschappelijke veelvouden - kleinste gemeenschappelijke veelvoud
activiteit: ✘ Nieuwe leerstof Herhaling Andere:
Timing: Datum 23/01/2024 50 minuten Begin- en einduur: 11:05-
11:55
Situering Situering in het leerplan (ca. 4 leerplandoelen)
focusdoel: WDgk3: getallenkennis
Inzicht verwerven in natuurlijke getallen: Delers en veelvouden
- 10-12jaar: Enkele veelvouden (verschillend van nul) van een natuurlijk getal
( ≤ 100), enkele gemeenschappelijke veelvouden van twee natuurlijke getallen
( ≤ 100) en het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van twee natuurlijke
getallen ( ≤ 100) vinden, en daarbij de begrippen 'veelvoud',
'gemeenschappelijk(e) veelvoud(en)' en 'kleinste gemeenschappelijk veelvoud'
kennen en gebruiken

Focusdoel
Ik kan veelvouden van een getal groter dan 100 vinden en ik kan ook het kleinste
gemeenschappelijke veelvoud van twee willekeurige getallen bepalen.
Concretisering focusdoel (ca. 4 doelen)
1. Ik kan veelvouden zoeken van een natuurlijk getal < 100.
2. Ik kan de gemeenschappelijke veelvouden van twee getallen noteren.
3. Ik kan het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van twee getallen zoeken.
Beginsituatie: Inhoudelijke beginsituatie
In de vorige les leerden de leerlingen over de veelvouden van een getal kleiner dan
100. Ze leerden ook gemeenschappelijke veelvouden te zoeken van 2 getallen.

Leefwereld van de leerlingen


Kinderen moeten leren dat ze ook in concrete situaties veelvouden en
gemeenschappelijke veelvouden/k.g.v. kunnen gebruiken.

Bijvoorbeeld:
Stel dat vrienden elkaar om de 8 dagen willen ontmoeten voor een gezamenlijke
activiteit, terwijl een andere groep vrienden elkaar om de 12 dagen wil ontmoeten. De
gemeenschappelijke veelvouden van 8 en 12 dagen kunnen worden gebruikt om te
bepalen wanneer beide groepen op voor het eerst op dezelfde dag beschikbaar zijn voor
een gezamenlijke activiteit.

Organisatorische beginsituatie
De leerlingen volgen de les aan hun bank. Bij het activeren van voorkennis nemen ze

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 1


hun wisbordje uit de bank. Bij de zelfstandige verwerking werken we met het
driesporenbeleid. De sterkere leerlingen gaan in een aparte klas zitten. De kleine
lesafsluiting zal terug aan hun bank gebeuren.
Gedifferentieerde beginsituatie van de leerlingen
De kinderen worden opgedeeld in 3 groepen op basis van hun wiskundige vaardigheden.
De sterke leerlingen worden in een groep gezet, deze groep blijft zo. Sommigen zullen
anders hun niveau lager inschatten. Op middelmatig niveau en zwak niveau mogen ze
zelf kiezen of ze nog een verlengde instructie nodig hebben of niet. De zwakkere groep
kan een miniklasje vormen.

- Zijn er leerlingen die aangepaste hulpmiddelen hebben, zoals Hayden die een
zakrekenmachine soms mag gebruiken? Wat zijn de regels enkel bij
hoofdrekenen/vraagstukken/meetkunde…?

Teamteaching: Een leerling met individueel aangepast curriculum zal tijdens deze les uit de klas worden
gehaald om de leerstof te verwerken.
Inhoudsanalyse: De leerlingen leren het concept ‘kleinste gemeenschappelijk veelvoud’.
- Het kleinste gemeenschappelijke veelvoud (k.g.v.) van twee of meer getallen is
het kleinste getal, groter dan nul, dat een veelvoud is van al die getallen.

- Voorbeelden in concrete situaties

De vaardigheid dat de leerlingen leren is ten eerste het veelvoud zoeken en ten tweede
het gemeenschappelijk veelvoud tussen de 2 getallen te zoeken.
- Je schrijft de veelvouden van beide getallen op. Je begint bij het cijfer 0.
- Je bekijkt welke veelvouden gemeenschappelijk zijn. Deze onderstreep je.
- Daarna zoeken we het kleinste gemeenschappelijk veelvoud, groter dan 0.

Woordenschat
- Veelvouden
- Maaltafels
- Gemeenschappelijk
- Oneindig
- k.g.v.

Valkuilen:
- De kinderen moeten starten bij 0 om het vinden van de veelvouden omdat het
een veelvoud is van alle getallen.
- Het k.g.v. is groter dan 0, dit laat ik voldoende herhalen.
- Ik laat de kinderen herinneren dat veelvouden oneindig zijn  3 dubbele
puntjes.
Gebruikte bronnen: - Handleiding Wiskanjers blok 4 les 7
- Wiskunde = wijs  didactiek rond veelvouden en gemeenschappelijke
veelvouden in het lager onderwijs
- Werkboek Wiskanjers blok 4 les 7
Materiaal: - Werkboek Wiskanjers blok 4 les 7

Terugblik Hebben alle leerlingen het focusdoel/lesdoelen bereikt?


leeractiviteit:
Wat liep goed?

Wat kon beter?

Feedback van mentor op voorbereiding:


Je pikt heel wat nuttige informatie op en schetst een mooie beginsituatie! Je kijkt naar de kinderen en hun
behoeften, dat is heel sterk van je! Je stelt hier ook zeer gerichte vragen over! Blijf dat zeker doen! Je betrekt
de leerlingen hun leefwereld in de inleiding. Ik heb je vragen beantwoord in de voorbereiding.
Veel succes! Je kan verder bouwen op de vorige les. Succes!

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 2


VERLOOP LEERACTIVITEIT

Oriëntatiefase
Timing: 2 Voorkennis activeren:
min - Cold Calling: Schrijf op je wisbordje 1 woord dat over de vorige les ging.
Instructie: Omdat vorige les mijn eerste lesje was, wil ik eens weten wat jullie onthouden
hebben. Schrijf op je wisbordje 1 woord dat je belangrijk vond over vorige les.
- We herhalen het begrip: veelvouden
o Wat zijn dat?
o Welk getal is van elk getal een veelvoud?
o Wat is een gemeenschappelijk veelvoud?

Leerfase 1 (verwervingsfase)
Timing: Instructie concept en vaardigheid aan de hand van een vraagstuk:

5 min Bij Juf Vicky in de turnles lopen jullie wel eens toertjes op de speelplaats. Vandaag starten Jack
en Antoine op dezelfde plaats en op hetzelfde tijdstip. Jack heeft 5 minuten per ronde nodig,
Antoine heeft 6 minuten per ronde nodig. (Ik benadruk dat dit fictief is)
Na hoeveel tijd passeren beide leerlingen voor het eerst weer samen de startlijn?

Ik laat hen met hun schoudermaatje eventjes nadenken over hoe ze dit oplossen. (1,5min)

Daarna visualiseer ik deze opgave mee op het whiteboard.

- Wat zijn belangrijke gegevens dat we geel kleuren?


- Wat gaan we groen kleuren? de vraag
- Wat zouden we moeten gaan zoeken? de veelvouden van 5 en 6
- Ik visualiseer 5 bolletjes en 6 bolletjes op het bord. En ik vul deze aan tot het eerste
gemeenschappelijke veelvoud.
- We schrijven de veelvouden ook op.
- Welke gemeenschappelijke veelvouden zijn er?
- Als de vraag is ‘voor het eerst’ (nadruk leggen met intonatie), welk veelvoud zouden
we dan aanduiden?
- Vandaag leren we iets nieuw: het kleinste gemeenschappelijk veelvoud
- Zelfverklaren: wie zou dat eens in zijn/ haar eigen woorden kunnen uitleggen wat het
kleinste gemeenschappelijk veelvoud is?
- We spreken af dat het kleinste gemeenschappelijk veelvoud de afkorting schrijven als
k.g.v. (kleine letters).
- Het k.g.v. is wel altijd groter dan 0.

Leerfase 2 (verwerkingsfase)
Timing: Oefeningen overlopen: (wij-fase EDI-model)

10 min Kader in het boek overlopen: belangrijke dingen markeren.

Oefening 1: Bij oefening 1 even aanzet geven hoe ze de pijlen moeten trekken om de
veelvouden aan te duiden. (Misschien enkel overlopen met de zwakkere groep aangezien de
anderen deze oefening niet maken)

Oefening 2: Deze oefening zou moeten lukken zonder extra uitleg

Oefening 3 en 4: Deze oefeningen zijn vraagstukken. Ik zou met de groep die in de klas blijft
zitten 1 oefening samen kunnen maken. Ik denk dat de sterkere groep deze oefeningen zelf
kunnen.

Oefening 5: Dit is een oefening dat we wel samen moeten maken, maar is dit een oefening dat
ook verwacht wordt voor alle leerlingen?

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 3


Timing: Driesporenbeleid
25 min
- Groep 1: oefening 1, 2, 3, (4)
- Groep 2: oefening 2, 3, 4 en 5
- Groep 3: 3, 4, 5 en 6

Groep 3 zal in een rustig lokaal de oefeningen voltooien. Groep 1 en 2 zullen in de klas blijven
zitten. Ze kiezen zelf of ze nog een verlengde instructie nodig hebben. De leerkracht loopt rond
om te ondersteunen.

Verlengde instructie bij oefening 1:


Wat moeten we doen bij oefening 1? De veelvouden van 5 en 10 aanduiden
Hoe gaan we dit aanduiden? Met pijlen
Ik laat de veelvouden verwoorden van beide getallen.
Daarna bespreken we de gemeenschappelijke veelvouden en het k.g.v.

Daarna zorg ik dat ik de middengroep controleer of ze de oefening begrijpen. Als meerdere


leerlingen vastzitten dan zal ik een klassikale terugkoppeling doen.

Bij oefening 5 weet ik niet zo goed of ik dit eerst klassikaal moet maken.

1) Mama is viermaal zo oud als haar dochter.  De dochter is 4 keer jonger dan haar
mama. Dus 32:4 = 8
2) Hoe oud is de dochter? 8 jaar Hoe oud is de mama? 32 jaar
Veelvouden van 8
8 16 24
+8 +8
32 40 48
+ 8. + 8

Dus 8+8 is 16.  16 jaar

3) Als de mama 48 jaar is dan is de dochter 24 jaar.

Nadat de leerlingen hun oefeningen hebben gemaakt, leggen ze hun schrift op de tafel
achteraan in de klas. Ze houden hun even bezig met iets uit Vroeger klaar, een boek,...

Slotfase
Timing: Kleine lesafsluiting:
5 min
De kinderen krijgen verschillende vierkanten. Het is de bedoeling dat ze het k.g.v. van 2
getallen zoeken en daarna aan dezelfde zijde het k.g.v. leggen.

Ik zou dit kunnen differentiëren door de sterkere groep hogere getallen te geven.

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 4


Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 5

You might also like