You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Marit van der Heijden
Klas
PEH15VB
Stageschool Toermalijn
Plaats
Bladel
Vak- vormingsgebied: taal
Speelwerkthema / onderwerp: stellen

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Annemieke Cijffers
08-03-2016
1/2 c
28 lln

Persoonlijk leerdoel:
Deze les is niet uitgevoerd.

Lesdoel(en):
- De leerlingen kunnen aan het einde van de les hun verhaaltje dat
hoort bij de tekening verwoorden.

Evaluatie van lesdoelen:


- Tijdens het noteren van de verhaaltjes, kijk ik welke kinderen het moeilijk vinden
en welke niet.

Beginsituatie:
Didactisch:
Voorkennis en kunde/bekendheid instrumentarium:
De leerlingen maken vaak tekening of kleuren kleurplaten. De juf schrijft soms enkele woorden bij de tekening, maar geen verhaaltje. De kinderen zijn niet gewend om
allemaal tegelijk individueel te werken.
Te verwachten betrokkenheid:
Ik verwacht dat de betrokkenheid bij deze les hoog zal zijn, omdat de kinderen het leuk vinden om te tekenen en te fantaseren.
Relevante actualiteit:
De activiteit is verbonden aan het thema boerderij. We zijn ook naar de boerderij geweest.
Pedagogisch:
De klas is erg druk en bestaat uit individuen. Dit uit zich in onrust tijdens de les. De leerlingen kletsen met elkaar en blijven niet van elkaar af. Om deze les toch op een
goede manier te laten verlopen, heb ik besloten om de afspraken goed te bespreken en om consequent te zijn. Ook weten de kinderen vaak niet goed hoe ze zich in
een bepaalde situatie moeten gedragen. Door de afspraken probeer de kinderen te sturen hoe ze zich moeten gedragen.
Lesverloop

Tijd
15-20 min

15 min

10 min

Leerinhoud Didactische handelingen


Leeractiviteit
Leraar
leergedrag leerling(en)
Intro
- Ik zeg dat ik wil beginnen. Ik klap in
- De leerlingen zitten in de kring en praten over de
mijn handen als dat nodig is. Vorige
boerderij als ze aan de beurt zijn.
week zijn we naar de boerderij van
- De leerlingen luisteren naar de opdracht.
Hendrik geweest. Wat weet je nog
allemaal van de boerderij?
- Nadat we over de boerderij hebben
gepraat leg ik de opdracht uit. Jullie
mogen dadelijk een tekening gaan
maken van jullie zelfbedachte boerderij.
Als je klaar bent, kom je naar mij en
vertel je wat je hebt getekend. Ik schrijf
dat bij de tekening.
Kern
- Ik loop rond tijdens het tekenen en ik
- De leerlingen gaan hun eigen boerderij tekenen.
schrijf de verhaaltjes bij de tekeningen.
- De leerlingen vertellen hun verhaaltje aan mij.
Slot

We bespreken de tekeningen en de
verhaaltjes.

De leerlingen luisteren en kijken mee naar werkjes


van klasgenootjes.

Materialen / Organisatie
De kinderen zitten op hun
eigen plaats in de kring.

De kinderen zitten aan


tafeltjes verspreid in de
klas.
Papier, kleurpotloden
De kinderen zitten in de
kring.

Verantwoording
Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?
B1. Leerdoelen stellen
3.4 passend leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

De leerlingen kunnen aan het einde van de les


hun verhaaltje dat hoort bij de tekening
verwoorden.

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?


Ik heb deze lesdoelen gekozen, omdat deze aansluit bij het
tussendoel van stellen groep 1/2: schrijven aan de hand
van stimulerende situaties.
o De leerlingen kunnen aan het einde van de les hun
verhaaltje dat hoort bij de tekening verwoorden.
(productdoel)

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid
A3. Leiding geven aan het
groepsproces
1.1 zicht op groepjes
leerlingen
1.3 effectieve
leerkrachtcommunicatie

A4. Interactie aangaan met


de groep

In deze les heb ik de zelfredzaamheid van de leerlingen


gestimuleerd. De leerlingen moesten zelfstandig aan het
werk en hun eigen verhaal bedenken en verwoorden.

Ik wilde in deze les de zelfredzaamheid stimuleren, omdat


een aantal leerlingen hier moeite mee hebben. Dit komt
ook terug in mijn overdenking bij rollen.

In deze les heb ik de leerlingen niet verdeeld in groepjes,


maar ik heb wel geprobeerd goed te letten op effectieve
leerkrachtcommunicatie, in het speciaal: stemgebruik en
mimiek.

Ik heb ervoor gekozen om geen coperatieve werkvorm te


gebruiken, omdat ik een klassikale vorm beter bij het
lesontwerp vond passen. Ik heb gekozen voor een kring,
waarbij ik de leiding neem, maar veel interactie met de
kinderen heb en de kinderen met elkaar.

Ik heb de leerlingen gestuurd door vragen te stellen


wanneer zij een heel kort verhaal vertelden.

3.13 feedback aan leerlingen

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen

Voor deze les heb ik niet gekozen voor een coperatieve


werkvorm. Deze les heb ik gegeven in de kring.

Ik heb ervoor gekozen om geen coperatieve werkvorm te


gebruiken, omdat ik de kinderen dit individueel moeten
maken. Zo kan ik inschatten welke kinderen dit moeilijk
vinden en welke niet.

De leeromgeving inrichten: ik had de materialen klaar


staan voor aanvang van de les.

Ik heb ervoor gekozen om de materialen vooraf klaar te


zetten, omdat dit rust geeft tijdens de les. Ik hoef niet te

3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten

Effectieve leerkrachtcommunicatie
Stemgebruik: Met de toon, volume en melodie van je stem
kun je veel warmte, rust en aandacht toevoegen. Ook kun
je bij veel hectiek of emotie het tempo van het gesprek
verlagen door zelf met toon en tempo omlaag te gaan
(Gemert, van; 2016).
Mimiek: In jouw mimiek is van alles af te lezen. Ook als je
eigenlijk haast hebt of al drie stappen vooruit aan het
denken bent. Blijf tijdens het gesprek in het hier-en-nu en
blijf met je ogen en gezichtsuitdrukking dicht bij het (verhaal
van het) kind (Gemert, van; 2016).
Ik heb de feedback op een positieve manier gebracht. De
leerlingen krijgen niet het gevoel dat ze het fout doen, maar
weten wel dat ze er nog iets bij kunnen verzinnen. Door ze
hier bij te helpen hebben de leerlingen een goed gevoel
over hun tekening + verhaal.

A1 Bespreken van en
omgaan met regels
2.1 fysiek en sociaalemotioneel veilige
leeromgeving

Afspraken: De kinderen weten dat ze een stille vinger


moeten opsteken als ze iets willen zeggen. De kinderen
weten dat ze niet door mij of elkaar heen mogen praten.

denken of ik alles wel heb.


Ik heb gekozen voor deze afspraken, omdat ik wil dat de
kinderen begrijpen wat wel en niet kan tijdens het
kringgesprek en welk gedrag dan juist is. Dit doel staat ook
in mijn overdenking. Doel overdenking: De klas gaat in
periode 3 leren hoe je je in bepaalde situaties moet
gedragen en hoe je omgaat met andere kinderen in de klas.
De regels heb ik al een aantal lessen herhaald en het gaat
steeds beter. Wanneer de regels niet worden nageleefd,
geef ik de betreffende kinderen geen beurt en benoem
waarom ik dat doe.

Literatuurlijst
-

Gemert, M. van (2016). Betrokkenheid tonen: hoe dan wl?. Verkregen op 14 april, 2016, via
http://www.academiepratenmetkinderen.nl/betrokkenheid-tonen/ .
Doelen stellen groep 1/2. Verkregen op 17 april 2016, via:
https://connect.fontys.nl/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAGroep/LocatieEHV/_layouts/15/WopiFrame.aspx
?sourcedoc=/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAGroep/LocatieEHV/Documents/Domein%20TAAL/OGP
%20lijn/Leerstoflijnen-schrijven-beschreven.pdf&action=default .

You might also like