You are on page 1of 13

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Lieke Jansen Mentor Mieke Schurgers


Klas PEH16VC Datum 14-3-17
Stageschool EigenWijs Groep 3B
Plaats Veldhoven Aantal lln 24
Vak- vormingsgebied: Rekenen
Speelwerkthema / onderwerp: Optellen, aftrekken en klok tijden.

Persoonlijk leerdoel: Punten die ik aan mezelf wil verbeteren:


- Zelfverzekerd voor de klas staan (steviger in mijn schoenen staan).
- De klas stil kunnen krijgen.
- Aandacht van de kinderen kunnen behouden.
- Consequent handelen.
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
Vakdidactiek - Werk van de kinderen nakijken.
Kerndoel 27 - Aan het einde van de les de kinderen vragen hoe ze deze les vonden gaan en
De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval wat ze nog moeilijk vonden.
tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en - De kinderen vragen hoe de samenwerking verliep en waar ze tegenaan liepen.
de tafels van buiten gekend zijn. (Voor groep 3 de onderste dingen) - Tussen door observeren hoe de samenwerking verloopt. Specifiek kijken naar
Kerndoel 33 luisteren ze naar elkaar, overleggen ze en komen ze tot resultaten samen.
De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten,
zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en
temperatuur. (Voor groep 3 de onderste dingen)
Aan het einde van de les kunnen de kinderen:
- Optellen en aftrekken t/m 10
De kinderen kunnen sommen maken met min en plus t/m 10. Ze weten hoe
ze achter een juist antwoord kunnen komen. De kinderen kunnen min en
plus sommen uit elkaar houden. Ze verwisselen ze niet.
- Aanvullen t/m 20.
De kinderen sommen maken zoals: 13+=20, dit doen ze met behulp van
het rekenrek of uit hen hoofd door relatie te leggen met de 10-vriendjes.
- Hoeveelheden vergelijken en weten wat meer is
De kinderen kunnen hoeveelheden vergelijken.
- Getal beelden koppelen aan getallen
De kinderen kunnen plaatjes koppelen aan getallen en sommen.
- Klokken koppelen aan juiste tijd (hele en halve uren en kwartieren)
De kinderen kunnen plaatjes van klokken koppelen aan de tijd die er op de
klok is afgebeeld. De kinderen oefenen specifiek met kwart voor en kwart
over uit elkaar houden.

Pedagogisch
- De kinderen leren samen te werken met kinderen waarmee ze
liever niet samenwerken, zoals ze aangaven in de sociogram.
- De kinderen leren naar elkaar luisteren in het spelen van een spel,
maar ook in het maken van opdrachten.
Beginsituatie:
Pedagogisch:
Er zitten 24 kinderen in de klas, hiervan zijn er 13 jongens en 11 meisjes.
De groepjes van deze les zijn samengesteld op basis van de sociogram en op basis van leerniveau:
Ik heb de groepjes zo samengesteld, dat kinderen die sterker zijn in rekenen bij kinderen in de groep zitten die zwakker zijn in rekenen.
Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4
Sarah Jack Simon Lisa
Thirza Julia Hadassa Ayuub
Maaike Milan Robin Abdullah
Muhanad Lieza Khalid Elina
Job Rick Dean Mirthe
Hasan Storm Nora Fiene

De kinderen die extra instructie krijgen zijn: Thirza, Rick, Hadassa, Khalid, Muhanad, deze kinderen zitten daardoor in groepjes met kinderen die sterker zijn in
rekenen.
In de groep met kinderen die ook extra instructie krijgen zitten twee kinderen die ook moeite hebben met concentreren. Dit zijn kinderen die je constant moet aansturen
om door te werken. Een van hen, moet constante begeleiding hebben bij de verwerking, omdat ze anders niet tot werken komt.
Het is een vrij drukke klas, waarbij je consequent moet zijn en duidelijk de afspraken van tevoren moet aangeven. Daarom hebben wij voor een de klas een stoplicht en
het stemapparaat hangen. Daar probeer ik altijd mee te werken, als de kinderen gaan werken in groepjes of zelfstandig geef ik aan dat het stoplicht op bijvoorbeeld
oranje staat en dat het stamapparaat op pinkstem staat.
Vakspecifiek:
De stof in deze les hebben de kinderen al een keer uitgelegd gehad. Dit is een herhalingsles, ze leren niks nieuws bij. De les die de kinderen krijgen is een
herhalingsles die bijna aan het einde van het blok wordt gegeven.
Wat vinden de kinderen nog moeilijk?
Optellen en aftrekken t/m 10: Sommige kinderen verwisselen min en plus sommen. Ze tellen bijvoorbeeld bij een min som op: 5-1=6
Klokken koppelen aan juiste tijd (hele en halve uren en kwartieren): Sommige kinderen vinden het moeilijk om kwart voor en kwart over uit elkaar te houden.
Hier ben ik achter gekomen door vorige lessen te observeren en specifiek te kijken naar mijn lesdoelen.
Ook heb ik de ijsbergmetafoor gebruikt, bij het achterhalen van de beginsituatie, daarbij is uitgekomen dat de kinderen zich bevinden in de fase van Verkenning van
inhoud en structuur: werken met werkelijk materiaal, rekenrek, handen en etc.

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
+/- 5 Opstart van - Ik zeg dat ik wil beginnen met de les. - De kinderen zijn stil - Werkboek
minuten de les - Ik laat de werkboeken uitdelen door de - De kinderen luisteren - Potlood
reken uitdelers, dit zijn: Rick, Milan en - De uitdelers delen de werkboeken uit - Gum
Lieza.
+/- 15 Introductie - Ik neem van elke opdracht 1 som met - De kinderen luisteren mee naar de uitleg - Werkboek
minuten de kinderen door, zodat ze daarna in - De kinderen doen mee met de uitleg. - Potlood
tweetallen aan de slag kunnen gaan bij - De kinderen denken mee met de opdrachten. - Gum
het maken van de opdrachten in het - Rood en paars
werkboek. potlood
- Opdracht 1: 4+5=9 4+5=9 - Rekenrek
De kinderen moeten de som goed - Grote klok
opschrijven. - Digibord
- Ik vraag aan de kinderen wat er altijd in
een som moet staan (+ en =), zodat de
kinderen alle sommen goed op kunnen
schrijven, ook bij het spel.
- Opdracht 2: Ik laat de opdracht zien op
het digibord, het is een rekenrek met
een aantal bolletjes. Ik vraag aan de
kinderen hoeveel bolletjes er aan de
linkerkant staan van het eerste
rekenrek. Dit zijn er 8.
- Ik vraag aan de kinderen uit welke van
de onderstaande sommen het antwoord
8 is.
- Opdracht 3: Ik leg uit wanneer de
kinderen een rood kruisje moeten
zetten en wanneer een paars kruisje.
- Ik vraag aan de kinderen welk kleur
kruisje er bij de som 6+2= moet staan
en laat ze deze uitrekenen.
- Opdracht 4: Ik laat aan de kinderen zien
door middel van het grote rekenrek te
gebruiken, hoe ze moeten aanvullen tot
20. Ik vraag aan de kinderen hoeveel
kralen op het rek zitten. Ik schuif 12
kralen naar links en vraag hoeveel er
rechts dan zitten.
- Opdracht 5: Bespreek ik geen som van.
Ik vertel alleen wat ze moeten doen.
Deze opdracht begrijpen ze allemaal.
- Opdracht 6: Ik laat de kinderen de
- Opdracht 7: Ik gebruik voor deze
opdracht de grote klok die in het lokaal
staat en laat de kinderen zo de tijd
achterhalen van de eerste klok.
+/- 5 Uitleg - Ik vertel de kinderen dat ik de klas in 4 - De kinderen luisteren naar de uitleg. - Werkboek
minuten werkvorm groepen heb verdeeld. Ieder groep gaat - De kinderen onthouden hun groep nummer door het - Potlood
iets anders doen. nummer in hun hand te houden als ze hun naam - Gum
- Ik vertel ook dat iedereen een maatje horen - Rood en paars
heeft deze les. - De kinderen gaan snel in hun groepje zitten en potlood
- Groep 1: Werkboek werken. langs hun maatje.
- Groep 2: Werkboek werken.
- Groep 3: Spel sommen.
Bij dit spel werken de kinderen samen
in tweetallen, ze krijgen per tweetal een
stapeltje met kaartjes. Op deze kaartjes
staan plaatsjes die ze moeten koppelen
aan sommen. En van de twee houdt
een kaartje voor en de ander schrijft
hem op en zo wisselen ze continu.
- Groep 4: Reken memorie.
Bij dit spel is het memorie alleen dan
met rekensommen en antwoorden. De
kinderen draaien om de beurt een
kaartje om met daarop een som of
antwoord. Klopt het antwoord met de
som mogen ze de kaartjes pakken en
bij zich neer leggen. Wie de meeste
kaartjes heeft op het einde, heeft
gewonnen.
- Ik vertel dat we om het kwartier gaan
wisselen.
- Ik vertel dat de kinderen op de timer
moeten letten.
- Ik leg de spel sommen uit aan de
kinderen.
- Ik leg de reken memorie uit aan de
kinderen.
- Ik vertel de groepjes en maatjes van de
ze les.
- Ik laat de kinderen in groepjes aan
zitten langs hun maatje
- Ik vertel de afspraken van deze les het
+/- 60 Aan de slag - Ik help en observeer het eerste half uur - De kinderen gaan aan de slag. - Kaartjes spel
minuten bij de spelletjes. - De kinderen werken samen met hun maatje. sommen
- Mieke helpt het eerste half uur bij de - Kaartjes memorie
kinderen die de sommen in het - Werkboeken
werkboek gaan maken. - Blaadjes om op te
- Daarna wisselen we en gaat Mieke schrijven
helpen en observeren bij de spelletjes - Potlood
en help ik bij de kinderen die sommen - Gum
maken uit het werkboek. - Rood en paars
potlood

+/- 5 Afsluiting - Ik vertel de kinderen dat het tijd is. - De kinderen geven antwoord op mijn vraag.
minuten - Ik vraag de kinderen hoe ze deze les - De kinderen ruimen alles netjes op.
vonden
- Ik laat de kinderen alles netjes
opruimen.
Persoonlijke reflectie
Het was best luidruchtig in de klas tijdens de les. Ik heb een paar keer moeten herhalen dat het stemapparaat op pinkstem stond. De
volgende keer moet ik voordat de kinderen aan de slag dit aangeven. Nu had ik dat pas tijdens het werken dit aangegeven, op aanraden
van mijn mentor.
De kinderen waren erg enthousiast over de les, ze vonden het een leuke les.
Ik heb al mijn vakspecifieke lesdoelen behaald.
Het samenwerken verliep nog niet helemaal goed. Sommige kinderen hadden er erg veel moeite mee en mochten daardoor niet meer mee
doen met het spel dat ze aan het spelen waren.

Wat ga ik doen de volgende keer:


- Ik ga aan het begin van de les, mijn verwachtingen en afspraken uitspreken. Zodat de kinderen weten wat ik verwacht van hun.
- Ik ga nog verder met mijn doel samenwerken.

Feedback mentor (inclusief handtekening) Handtekening staat op uitgeprinte versie.


Datum:14-3-17
Goede punten:
- Je weet inhoudelijk goed wat de doelen zijn van de les.
- Je loopt goed rond.
- De instructie is duidelijk, je betrekt daarbij de kinderen.
- Er is een aangename sfeer.
- Het doorschuiven verloopt vlot.
- Je stemvolume is goed.
- Je durft kinderen aan te spreken op hun gedrag.

Algemeen:
- Enthousiast, leergierig, stelt vragen, durft op te treden, sterk als eerstejaars.
Tips:
- Start de les met een korte automatiseringsoefening.
- Houdt goed de tijd in de gaten. De uitleg mocht wat korter en stop op tijd, zodat je de les kan bespreken.
- De werkboeken waren al uitgedeeld tijdens de uitleg. Maak duidelijk de keuze of wel mee invullen of nog even dicht laten.
- Zorg dat de kaartjes stevig zijn (karton, gelamineerd), zo zijn ze vaker in te zetten.
- Maak duidelijke afspraken (stemapparaat/stoplicht) en houdt je daaraan.
2+6= 8 72= 5
Memoriespel

4+5= 9 5+5= 10

51= 4 63= 3

98= 1 86= 2

3+3= 6 5+2= 7

20 10
12 + 8 = 2+8=
+ = + = + =

+ = + = - =
Sommen spel

- = + = + =
+ = - =
- =

- = + = + =

You might also like