You are on page 1of 7

Mens en dinosauriërs leefden tegelijkertijd (6) 1

Mens en dinosauriërs leefden tegelijkertijd (6)

Stegosaurus op de muur van een tempel in Cambodja. Afb Kowit Sitthi/shutterstock.com

https://www.bible.ca/tracks/tracks-cambodia.htm

Guido Biebaut, 1ste versie 2015, 3de versie april 2020 Alle rechten voorbehouden

Nieuwe illustraties en teksten toegevoegd.

Mens en dinosauriërs leefden tegelijkertijd (6)

God schiep de dinosauriërs, samen met nog andere landdieren, op de zesde dag van de
scheppingsweek (Genesis 1:20–25,31). Naar het einde toe van die zesde scheppingsdag werden
Adam en Eva geschapen. Dus leefden de dinosauriërs in dezelfde tijd als de mens. Met de
zondvloed moeten er ook dinosauriërs meegenomen zijn in de ark die Noah gebouwd had. Daar
is een eenvoudige reden toe: er zijn in de Bijbel nog aanwijzingen van die grote zeemonsters
Mens en dinosauriërs leefden tegelijkertijd (6) 2

nadat de vloed over de aarde was gekomen. Over de overblijvende dino ’s, deze van na de vloed
gaan we enkele Bijbelteksten bekijken. Er zijn meerdere Bijbelse kandidaten in die catalogus.

TANIEN – TANINÍEM

Het Hebreeuwse woord voor waterdieren, slangen en draken is taniníem (enkelvoud “tanien”).
De eerste maal dat het is gebruikt is in Genesis 1:21: ”God schiep de grote taniníem en alle
levende krioelende wezens waarvan de wateren wemelen.” In Exodus 7:9 en Deuteronomium
32:33 wordt de “tanien” opnieuw genoemd. Daar gaat het over de slang waarin de staf van Aaron
veranderde. Maar ook de stokken van de Egyptische tovenaars veranderden in taniníem. De
“tanien” is hier dus geen groot zeedier maar een kleiner landdier: een slang. In Job 7:12 staat:
”Ben ik de zee of een “tanien”, at je een wacht tegen me uitzet?” Grote zeedieren vormden dus
een bedreiging voor de mensen op het land. Dat wil zeggen dat de “tanien” zo nu en dan het land
betrad. Job praat hier over een bestaand dier waartegen gewaakt moet worden. De combinatie
met de zee in de tekst laat zien dat het hier gaat om een zeedier zoals in Genesis 1.
In de Psalmen komen ook “taniníem” voort, zoals in Psalm 74:12. In Psalm 91:13 wordt hij
genoemd naast de leeuw. Waarschijnlijk gaat het dan om een landdierachtige slang. In Psalm
148:7 worden de taniníem en de vloeden opgeroepen de Heer te loven, zodat hier duidelijk de
verbinding gelegd wordt met de zeeën. In Jeremia 51:34 staat: ”Nebukadnesar heeft mij ingeslokt
als een “tanien”.” Dit inslokken is niet verscheuren en opslokken, maar zondermeer in één keer
inslokken. Hetzelfde woord wordt gebruikt bij de vis die Jona heelhuids opslokte. Toen Aaron's
slang die slang van de tovenaars inslokte hebben we opnieuw dat woord. Je zou van Jer.51:34
dan een gewone slang kunnen spreken maar dan klopt het daaropvolgende vers niet. Er staat
namelijk dat een 'inwoonster van Sion' (Jer.51:35) opgeslokt wordt.

RAHAV
Rahav betekent letterlijk ”bestormen,
opwinden” en wijst meerdere malen naar een
groot dier. In Jesaja 51:9 komt de naam rahav
samen voor met de “tanien”. Ook in Job 26:13
komt Rahav voor in combinatie met de zee, men
mag dus aan een groot zeedier denken. In Jesaja
30:7 wordt de naam gebruikt voor Egypte. In
De Ica-Stenen zoals er hier een is afgebeeld,
met drie of vier dinosauriërs, hebben wat Jesaja gaat het over de verwoesting van Egypte
stof doen opwaaien onder critici. Aangezien in de tijd van de tocht door de Schelfzee. Voor
mensen sauriërs gezien konden ze deze ook
Jesaja is de “tanien” een zeedier en rahav een
afbeelden. Mensen en die dieren leefden in
eenzelfde periode. “tanien”. In Psalm 89: 11 wordt God geprezen
Mens en dinosauriërs leefden tegelijkertijd (6) 3

als degene die rahav verbrijzeld en Zijn vijanden verstrooid heeft. De tekst volgt op Gods heersen
over de overmoed van de zee.

Er is nog één plaats van belang in de Bijbel waar de slang uit Genesis 3 een rahav is. Dat dier, de
slang in onze vertalingen moet als afstraffing zijn poten verliezen en voortaan op zijn buik verder
kruipen (Gen.3:14). Rahav was dus wel degelijk een “tanien”, meer bepaald de “tanien” die Adam
en Eva verleidde. Hoe we ons dat moeten voorstellen is wat anders! Was het in dit geval een
grote “tanien” of een kleine “tanien”? In Genesis en de rest van het OT is “tanien” een algemeen
woord voor een verschillende reeks zeemonsters. Hier een reeks Bijbelteksten met het begrip
“taniníem” Genesis 1:21 / Exodus 7:9 / Exodus 7:10 / Exodus 7:12 / Deuteronium 32:33 /
Nehemia 2:13 / Job 7:12 / Job 30:29 / Psalm 44:19 / Psalm 74:13 / Psalm 91:13 / Psalm 148:7 /
Jesaja 13:22 / Jesaja 27:1 / Jesaja 34:13 / Jesaja 35:7 / Jesaja 43:20 / Jesaja 51:9 / Jeremia 9:11 /
Jeremia 10:22 / Jeremia 14:6 / Jeremia 49:33 / Jeremia 51:34 / Jeremia 51:37 / Klaagliederen
4:3 / Ezechiel 29:3 / Micha 1:8

LEVIATHAN
De “tanien” en de “leviathan” worden regelmatig samen genoemd. In Jesaja 27:1 wordt de
“leviathan” beschreven als een snelle, kronkelende slang. Hetzelfde is van de “tanien” gezegd. In
Psalm 74:12 lijken beide dieren dezelfde te zijn. We trachten wat duidelijker te zijn. In Job 3:8
staat: ”Dat de dagvervloekers de nacht verwensen, zij die de kunst verstaan de “leviathan” op te
hitsen.” De ”leviathan” werd dus 's nachts opgehitst door wat wellicht “leviathanjagers” waren.
Omwille van het vlees of als beschermende maatregel weten we niet. Maar de conclusie is: de
“leviathan” was er nog in de tijd van Job, 2.000 vóór Christus.

In Psalm 104:26 wordt na het noemen van kleine en grote zeedieren zeer specifiek de “leviathan”
genoemd. God maakte hem om mee te dansen te spelen en te lachen. Dat zegt nog niet zoveel.
Maar we hebben gelukkig een tekst als Job 40:20-41:25. Een bladzijde lang wordt de “leviathan”
beschreven. In onze vertalingen meestal als ”krokodil” weergegeven. In enkele Engelse
vertalingen staat gewoon ”leviathan” en dat maakt alles veel duidelijker. Dat beest is niet met
een haak te trekken; zijn kaak niet met een haak te doorboren, zijn kop en zijn huid met geen
speer te doorboren. Het is één krachtpatser met een muil als deuren, verschrikking rond zijn
tanden, schilden op zijn rug die nauw aaneensluiten als een zegel zodat de wind er niet door kan,
ogen als de opgang van de zon, fakkels en vuurvonken uit zijn muil, een damp uit zijn neus en ga
zo maar door. Hij is de koning over alle trotse dieren. Wanneer we dit dier als een slang zien,
zoals uit sommige teksten blijkt, dan doen we geen recht aan die beschrijvingen in het boek Job.
De voor de hand liggende beschrijving van het dier in het boek Job is dat het hier gaat om de
stegosaurus. De moderne wetenschappers zullen die conclusie verwerpen maar dat lijkt niet
terecht. De kenmerkende schilden op zijn rug zoals beschreven door Job laten bijna geen andere
conclusie over.
Mens en dinosauriërs leefden tegelijkertijd (6) 4

VLIEGENDE DRAAK en BEHEMOTH

In Jesaja 14:29 staat: ”Uit de wortel van de slang zal een adder voortkomen en haar vrucht zal
een vliegende draak zijn.” Het woord dat hier gebruikt wordt is eigenlijk ”vliegende soráf.” Het
was een dergelijke slang met een brandend gif die God op Zijn afvallig volk afstuurde in
Num.21:6. Mogelijks dus een slang met vleugels. In Jesaja 30:6 worden de adder en de vliegende
soráf samen genoemd als bewoners van de woestijn. Vloog deze slang echt of is het beeldspraak
om aan te geven dat ze zeer snel is in de aanval? Dat weten we niet.

Vóór de beschrijving van de “leviathan” in het boek Job is er nog een ander dier beschreven in
Job 40:10-19. Is dat de beschrijving van het nijlpaard, zoals in veel vertalingen, of iets anders? Is
dit dier dat gras eet als een rund, ongelooglijke buikspieren heeft, een staart als een cederboom
(dat is een naaldboom), botten als ijzerstaven, het dier dat de eerste van Gods werken wordt
genoemd, een nijlpaard? Behemoth is het meervoud van behemáw. Die meervoudvorm
onderstreept wat voor een dier het is; een indrukwekkende persoonlijkheid. De behemoth
omschreven in Job kan het best verklaard worden als een dinosaurus. Alleen is de beschrijving
niet zo uitgebreid als bij de “leviathan.” Een graseter, enorm gespierd, zoals zovele dino's met zijn
gigantische staart als een cederboom, een naaldboom van 30 meter hoog. Dat doet je denken
aan de sauropoden. Dieren met een lange nek, die wel 35 meter lang konden worden. Het is een
vredelievend dier, een planteneter waar andere dieren in het veld gewoon omheen speelden. Hij
leefde in het water in een moeras of rietkraag om er zich te verschuilen vanwege zijn gewicht.
Maar u beseft wel dat dit bij een nijlpaard niet past.
Mens en dinosauriërs leefden tegelijkertijd (6) 5

We vonden een pracht van een artikel op deze site: dit is een gedeelte eruit
https://waaromschepping.wordpress.com/2016/06/15/recente-dinos-1/
Mens en dinosauriërs leefden tegelijkertijd (6) 6

Twee stukjes triceratopshoorn waar zacht weefsel in gevonden is. Eigen collectie, dank aan Mark
Armitage.

Oorspronkelijk biomateriaal

Misschien wel het meest overtuigende argument dat een hoge ouderdom voor dinosaurusbotten
uitsluit is het feit dat ze niet allemaal gefossiliseerd zijn. Er wordt zacht, ongefossiliseerd
weefsel gevonden in dinobeenderen. Naturalisten zoeken wanhopig naar manieren om dit in hun
oude aardemodellen te passen, maar gaan daarbij voorbij aan een veel logischer verklaring: deze
botten zijn geen miljoenen jaren oud.

Er was al eerder zacht weefsel gevonden in dinobeenderen, maar toen Mary Schweitzer in 2005
haar onderzoek naar zacht weefsel in een T. rex-bot, compleet met bloedvaten en rode
bloedcellen, publiceerde sprong de wetenschappelijke wereld op. Schweitzer, christen en oude
aardegelovige, werd door haar collega’s beschimpt omdat ze dit werk publiceerde. Ze heeft er
een hekel aan wanneer creationisten haar werk gebruiken om te wijzen op de lage ouderdom
van de beenderen. Maar alles wijst erop dat deze verklaring de meest logische is.

De rode bloedcellen in Schweitzers T. rex-dijbeen zijn geen geïsoleerde vondst. In de


wenkbrauwhoorn van een triceratops vond Mark Armitage een poosje terug botcellen. 
Mens en dinosauriërs leefden tegelijkertijd (6) 7

*********

Aboriginal bevolking bekend was onder de


Tekening uit een Australische krant van 1990 naam ‘Bunyip’. Ze herkenden dat dier aan de
hand van de tekening. Maar hoe konden ze
(The Geelong Advertiser) gebaseerd op hun
dat als het uitgestorven was?
verslag uit 1845 van een dier dat bij de

Een tekening van een werkelijk bestaande


UITGESTORVEN dinosaurus-soort met
‘eendensnavel’ met de naam Hadrosaurus.

********

You might also like