Examenopgave 1

Barokdansen

 Schrijf een tweestemmige allemande en courante (géén corrente)

 Kies je bezetting, duid aan

 Beide dansen bestaan uit 2 delen. Noch onderlinge delen, noch dansen t.o.v. elkaar moeten
van gelijke lengte zijn (het mag, maar moet niet)

 Beide dansen sluiten thematisch aan bij deze barokdans. Kies welk materiaal je verwant
maakt, niet te lang, voorbeeld enkel (gebaseerd op) startmotief! Beide dansen staan in
dezelfde uitgangstoonsoort. Moduleer zoals besproken in de lessen. In het tweede deel komt
minstens 1 andere toonsoort aan bod (neem een andere per dans). Eindig telkens in
begintoonsoort.

 Volgende technieken moeten minstens 1x aan bod komen

(je mag kiezen in welke dans je toepast, of in allebei)
latente meerstemmigheid (duid aan)
hemiool (duid aan)
“ascending fifth”-sequens (duid aan)
omkeerbaar contrapunt 1x in 8 én 1x in 12, kort motiefje
imitatief contrapunt, kort motief geïmiteerd in none (duid aan)
dissonante vierde soort (duid aan)

 Gebruik 2 verschillende versieringstechnieken, kies welke versiering in welke dans(en)

uitschrijven in noten, of met symbool, als het maar duidelijk is.