You are on page 1of 8

BLOK 1: ONLINE – KR – CASUÏSTIEK WEEK 3-7

Dit werkblad helpt jullie in het klinisch redeneerproces rondom de weekcasus. Neem deze mee naar
de Campusdag. Tip: bewaar dit document ter voorbereiding op het PA.

Naam FIO:

CASUS 11
Wim Geluk (66) is een gezonde, gepensioneerde man, die sinds twintig jaren enthousiast aan joggen
doet. Sinds enkele maanden had hij toenemende pijn in zijn rechter achillespees. De pijn is geleidelijk
begonnen maar werd later zo hevig, dat joggen onmogelijk werd; zelfs normaal lopen bleek Wim niet
meer goed te kunnen. Tijdens wandelen sleepte Wim met zijn rechter voet.
Er was een verminderde omvang van de rechterkuit ten gevolge van atrofie van de M. triceps surae en
een duidelijke verdikking van de achillespees enkele centimeters boven de calcaneus. De verdikking
was ‘vast’ en zeer drukpijnlijk. De temperatuur van en rondom de aangedane regio was normaal in
vergelijking met de niet-aangedane zijde.
Conventionele röntgenopnamen waren negatief. Echografie toonde asymmetrie met een diffuse
verdikking in de rechter achillespees en een onregelmatig aspect. Er werd besloten tot operatief
ingrijpen. Tijdens de operatie werd rondom de partiële ruptuur veel necrotisch weefsel weggenomen.
Wim kreeg postoperatief twee weken gipsimmobilisatie van het gehele been, daarna nog vijf weken
van de voet en het onderbeen.
Vervolgens komt Wim bij jou met een advies voor vier weken een hakverhoging beiderzijds en het
verzoek van de chirurg: ‘Gaarne adequate behandeling

1a. Lees de casus en onderstreep de belangrijke items en plaats deze items in het raamwerk van de
ICF.
1b. Aanmelding via:
O Verwijzing, verwijsdiagnose: …..
O DTF  Screening: O Pluis
O Niet-pluis, onderbouwing: …..

1c. Anamnese: Welke klinische vlaggen zijn er aanwezig? Waarom wel/niet/misschien?


Rood:
Geel:
Orange:
Blauw:
Zwart:

1d. Anamnese: Welke risicofactoren en/of prognostische factoren kun je identificeren bij de casus?
Tip: bekijk de KNGF-richtlijn

1e. Anamnese: wat wil je nog meer weten en waarom?

2. Screening: welke algemene en regio-specifieke rode vlaggen ben jij je bewust van?

3a. Hypotheses opstellen


Welke hypothese kun jij opstellen voor de casus?
Probeer hierbij de verschillende niveaus van de ICF te betrekken.
Denk hierbij aan: hypothese-middel-doel-uitkomstmaat

H.. ‘…… heeft moeite met ….. vanwege ……’ Wat haal je uit de casus,
waarom je hier aan
denkt?
1. Heeft moeite met adl vanwege verminderde spierkrachting in de Spierversterkende
triceps sureau musculatuur. oefeningen

Spierkracht MRC of Microfet


2. Heeft moeite met adl vanwege een beperkte rom in het Mobiliseren enkel
enkelgewricht capsulair patroon (plantair en dan dorsaal)
BFO + weerstandstest
3. Heeft moeite met adl vanwege een verkorte kuitmusculatuur Statisch en dynamisch
rekken: gestrekt been =
gastrocnemius.
Spierlengte test: dorsaalflexie & plantair flexie  links rechts
vergelijken Gebogen been= soleus
4. Er is sprake van een achillespees tendinopathie vanwege Behandeling: functie
degeneratieve veranderingen in het peesweefsel. verbeteren 
excentrisch trainen in
Testen: herkennen, pijn bij palpatie, pijn bij weertandstest, pijn
combinatie met
bij passieve dorsaal en plantair flexie, en op 1 been staan (op ontstekingsremmers.
tenen) doet zeer.  functioneeltesten: hoptest op 1 been.
Excentrische hakval,
Later als het pijnvrij is
ook billateraal,
unilateraal en
hoog/verspring
oefeningen. (alfredson:
12 weken excentrisch
 2x per dag, 2
oefeningen, 3x15 reps,
geen pijn.)

(Silberagel: 12 weken
con & excentrisch, 1x
per dag, 4-5
oefeningen, 3x15 reps,
niet meer dan NPRS 5)
5.
6.

3b. Hypotheses opstellen, middel, uitkomstmaat en evidentie


Hoe kun jij als fysiotherapeut onderzoeken of jij deze hypotheses kan aannemen of verwerpen?
Gebruik hierbij de informatie van de werkgroepen & denk aan de volgorde van de onderzoeksmiddelen

Hypothes Onderzoeksmiddel: testen/onderzoeken/vragenlijst Uitkomstmaat Evidentie


e
1. -
-
-
2.

3.
4.

5.

6.

 Bekijk voor het onderdeel 4. ‘onderzoek’ de BIJ Raamwerk onderzoek


4a. Onderzoek: welke meetinstrumenten (Klinimetrie) kun jij inzetten bij de casus? Noteer deze bij
het juiste ICF-niveau.
…. …. …..

4b. Wat zou jij willen onderzoeken op het gebied van inspectie en palpatie bij deze casus?
Inspectie:
Palpatie:

4c. Onderzoek; uit het Basisonderzoek, welk functioneel onderzoek en welk functie-onderzoek
zou jij willen uitvoeren?
Functioneel onderzoek:

Functie-onderzoek:
- Lokaal actief onderzoek van de ..
- Lokaal passief onderzoek van de ..
- Algemene weerstand van de ...
- De aangrenzende regio ..

4d. Onderzoek; welke Speciele testen, wil jij uitvoeren bij de casus?
Tip: bekijk de ZST WG FH van deze week

5a. Behandeling: Wat is de hulpvraag van de casus?

5b. Behandeling: Formuleer een SMART hoofddoel van de behandeling.


Bijv. Dhr. Jansen is in staat 10 km te wandelen met een PSK <30 binnen 12 weken, zodat hij in staat is op wandelvakantie te
gaan.

5c. Behandeling: Uit welke verrichtingen bestaat jouw fysiotherapiebehandeling van de casus?
Geef aan in welke volgorde jij dit zou willen toepassen.
Tip: gebruik hierbij de KNGF-richtlijnen

Aanvullende uitleg:
Het behandeltraject kan in drie fasen worden opgedeeld. Het doel en de middelen kunnen per fase verschillen en een
opbouw hierin is van belang.
Fase 1: de behandelingen richten zich veelal op functieniveau (ICF)
Fase 2: de behandelingen bestaat voornamelijk uit functionele training
Fase 3: de behandelingen richten zich op terugkeer naar de oorspronkelijke of gewenste activiteiten/participatie. Dit heet de
‘sport specifieke fase’
Let op: Vul in aan het eind de Campusdag
6. Samenvatting: Maak hieronder een samenvatting van de aanvullende kennis rondom deze
casus die jij tijdens de Campusdag hebt opgedaan.
Denk hierbij aan: hypotheses, testen/onderzoek, definitieve hypotheses, behandeldoelen (hoofddoel
en subdoelen), behandeling: verrichtingen incl. parameters bijv. oefentherapie, hands-on technieken

You might also like