1.

2 - ONLINE 2 - WEEK 8
Coaching session lectures week 8
• ANA - Perfieer zenuw en vasculair stelsel
• MED - Acute klachten (2)
• GW - ontwikkelingspsychologie

1. MED
Maak een duidelijke lijst van symptomen die duiden op neurogene betrokkenheid bij lage
rugklachten. Als je dit vind als fysiotherapeut, is dit dan altijd een rode vlag?

Argumenteer jullie mening en start de discussie in de groep.

Lumbale kanaalstenose:
- Uitstralende pijn richting het been.
Bij staan knelt de zenuw harder omdat mensen met artrose een dunnere wervelschijf en heeft
iemand meer last.

Hernia:
- Pijn ’s nachts
- Tintelingen of dof gevoel
- Kortdurende spontane pijn
- Plas niet meer kunnen ophouden
Bij zitten knelt de zenuw bij een hernia pijlt de zenuw uit naar de dorsale zijde en heb je meer last.

Heeft het te maken met een dermatoom. Kenspieren testen op verschillende manieren
Reflexen controleren om aan te duiden.
Sensibiliteit: oppervlakkig en diepte gevoel.
Propioceptus: met eigen bewustzijn weten waar je lichaam zich bevindt.
Rektest: zenuwen testen  als die klachten heeft weet je meer.

2. ANA
De m. peroneus longus ontspringt aan de basis van het kapsel van de art. tibiofibularis en
eindigt ondermeer op de tuberositas van het os metarsale I.
Verder wordt er vermeld dat de spier wordt geinnerveerd door de n. peroneus superficialis (L5
– S1). Bij een letsel aan deze zenuw verlies je dus alleen maar de motorische functie van de m.
peroneus longus.

Klopt deze informatie?

Ook de voetzool, de huid en innerveert meerdere spieren

3. ANA
Aan de rechter arm gaat de a. subclavia de schouder regio in. Welke arteriën zou je naar
perifeer toe zelf kunnen terugvinden (met palpatie?). Werk dit uit en demonstreer dit daarna aan
de groep.
a. Sublavia in hals A . brachialis bij de elleboog holte  loopt verder in a.radialis en
a.ulnaris

4. ANA
Kan je oefening 3 herhalen, maar dan in de onderste extremiteit?
a. Vanaf aorta naar a.Iliaca communis  a. iliaca in en externus  exterunus: palperen bij
a.femorialis in de lies die weer verder vertakt in de a.poplitea die je kunt palperen in de
knieholte.  a. posterior tibialis mediale mallelous  a.dorsale pedis: op de voetrug

5. ANA
We kennen het fenomeen van een gevoelloze arm die niet kan bewegen waar je wakker van
kunt worden na verkeerd gelegen te hebben in bed. Na het ontwaken ervaar je
“prikkelsensaties” en de terugkeer van motoriek. Hierna is er geen sprake meer van prikkel of
1.2 - ONLINE 2 - WEEK 8
Coaching session lectures week 8
uitvalsverschijnselen. In de literatuur wordt dit beschreven als een kortdurende uitval,
"Transient Paraesthesia" , en hier vallen meerdere aandoeningen onder welke betrekking
hebben op een compressie van een zenuw. Wanneer nu je hele arm gevoelloos is en niet kan
bewegen (dus geen tonus en kracht). In welke regio ligt dan mogelijk de oorzaak van de
afknelling?
Mogelijk is een dermatoom / craniale zenuw in het ruggenmerg (C1C8) bekneld geraakt. Video
Xander week 8 bekijken ‘spaghetti verhaal’

6. ANA
We kennen als representatie van het gevoel in de huid twee kaarten (mappen) die op hun manier
het gevoel weergeven. Dat zijn de dermatoom map en de huid (cutane) innervatie van de
perifere zenuwen.
Wat is het verschil?
Dermatoom: invloed van het centrale zenuwstelsel op bewegen.  dermatomen overlappen elkaar.
Treden uit vanuit de wervelkolom. als je in een bepaald gebied geen gevoel hebt moet je je niet
afvragen of het te maken heeft met een cutane zenuw maar eerder met een dermatoom uitgevallen is
en probleem hebt met een spinale zenuw
Als 1 dermatoom niet werkt, werkt een heel lichaamsdeel niet.
Bij behandeling: bij een klacht op een gebied.  alle delen van die dermatoom checken en hieruit
oordelen of dat het aan de spinale zenuw of cutane zenuw ligt.
.
Cutane: invloed van het perifere zenuwstelsel op bewegen.  als een cutane zenuw uitvalt is alleen
het oppervlakkige gevoel op die ene plek weg.

7. ALGEMEEN
De docent neemt je mee in een formatieve toets over de voorbije periode. Reflecteer hierna
voor jezelf wat er wel/niet goed ging. Bedenk welke vervolgstappen je nog moet nemen in de
voorbereiding naar de toets.

Succes!
8.
ALGEMEEN
Vorige week heb je een oplijsting gemaakt van aandachtspunten tijdens de voorbije periode? Heb
je daar deze week aan kunnen werken? Waar liggen nog struikelblokken?
Bespreek dit met de docent en kijk of er samen oplossingen/vervolgstappen gevonden kunnen
worden?