Buurtonderzoek

Buurtonderzoek IVG-School

(4 brillen: kind, ouders, team, buurt)

(5 woorden: participatie, diversiteit, dialoog, verbondenheid, beeldvorming)

1 Participatie
Deelname aan.
Verbondenheid
Contact met een ander.
2 Diversiteit
Elke klas en elke school is multicultureel: overal zijn er verschillen en gelijkenissen te vinden die
een grote rol kunnen spelen in de omgang met elkaar.
3 Dialoog
Het gesprek tussen twee of meerdere personen. De sleutel om mensen te verbinden en te
kunnen participeren in en met de buurt. Via dialoog zal je ook diversiteit positief ervaren.

Tijdens mijn stage stond ik op de IVG-school aan de Nederkouter in Gent. Mijn school was gelegen in
het centrum van gent en lag in het verlengde met de veldstraat. Mijn school is gelegen in een drukke
buurt waar er van alles te beleven is. Er is een ruim aanbod van zowel eten en drink zaken,
kledingszaken, juwelierszaken, kapster, bloemist,.. Te voet wandel je een kleine 20 minuten van
station Gent Sint-Pieters. Met de fiets doe je er 7 minuten over. En ook vanuit het centrum zijn we,
zowel te voet als met de fiets, vlot bereikbaar. Ook het openbaar vervoer is op 1 minuut
wandelafstand van de school. Men kan de school betreden via 1 ingang die gelegen is aan een drukke
straat die wel maar één richting is. Om te parkeren is het er heel duur daarom komen de mensen
vaak met de trein-fiets-tram.

 Ik heb mijn buurtonderzoek gedaan a.d.h.v. vier verschillende brillen nl die van het kind,
ouders, team en de buurt en zo zijn er mij telkens nieuwe zaken in het oog gesprongen. Ik heb
eerst de bril van he kind op gezet, want als het kind naar school gaat zullen er hen heel wat
dingen opvallen:

 Freinetschool ‘de harp’. Kinderen zien de school en kunnen zo met andere kinderen die ze nog
niet kennen in contact komen. Als kinderen in dialoog komen met elkaar kunnen ze interesses,
talenten met elkaar wisselen en komen zo in verbinding te staan met elkaar. (Dialoog,
verbondenheid)
 Pedrolino  toneelvoorstelling. Het is een poppenspel die de aandacht van de kinderen trekt
zeker als het over een onderwerp gaat die hen aanspreekt. Kinderen kunnen daar met hun
ouders aan deelnemen. Ze zullen op voorhand een beeldvormen over wat het poppenspel kan
gaan en achteraf kunnen ze opnieuw bespreken wat ze er nu echt van vonden. (Participatie,
diversiteit, beeldvorming)
 Standaard boekhandel. Kinderen zijn heel nieuwsgierig en in de standaardboekhandel zullen ze
een ruim aanbod van boeken tegenkomen. Iedereen heeft wel een bepaalde interesse maar er is
dan ook een ruim diversiteit van boeken aanwezig. Kinderen kunnen daar ook met mensen in
dialoog gaan als ze vragen hebben over iets of als ze iets willen kopen. (diversiteit, dialoog)
 Gravesteen. Het gravesteen is een groot kasteel van vroeger die de kinderen hun aandacht zullen
trekken omdat het zo groot is. Mensen van over heel de wereld komen het kasteel bezoeken dus
er zullen mensen van verschillende culturen aanwezig zijn. Kinderen kunnen een eerste indruk
hebben van het kasteel maar kunnen achteraf nog eens reflecteren als het nu echt zo was hoe ze
dachten dat het ging zijn. Er zijn ook mensen die uitleg geven over het kasteel kinderen kunnen
hier ook mee in dialoog gaan door vragen te stellen. (diversiteit, beeldvorming, dialoog)
 Bloemenwinkel. De bloemenetalages zal de aandacht van de kinderen trekken omdat ze dingen
zullen herkennen die ze ook al in de natuur gezien hebben. Ze zien een diversiteit aan bloemen
en kunnen in dialoog gaan met de verkoopster als ze vragen hebben over de bloemen. (dialoog,
diversiteit)
 Kreatos. Kinderen gaan zelf ook naar de kapster dus ze weten wat dat is en ze zullen er over
willen vertellen (Dialoog)
 KSA. Ouders kunnen hun kind inschrijven in de KSA ze komen daar in dialoog met andere
kinderen of met hun leiders. Ze komen in verbinding te staan met elkaar door samen deel te
nemen aan verschillende activiteiten. Kinderen zullen een beeld hebben van de jeugdbeweging
en kunnen dan in dialoog gaan met hun ouders om te vertellen als ze het nu leuk vinden of niet.
(dialoog, verbondenheid, beeldvorming, participatie)
 Cafés, restaurants, kapper, juwelierszaak, skateshop: het zijn allemaal ambachten die de
kinderen tegenkomen als ze naar school komen, de etalage zal de kinderen hun aandacht
trekken. Het is interessant voor de kinderen om zo de beroepen van mensen te leren kennen en
breed te gaan leren.

 Vervolgens zette in de bril van de ouder op. Daar waren er andere zaken die mij direct opvielen
namelijk:
 Verkeer. De school in gelegen aan een drukke baan met heel wat verkeer dus ouders hebben
hier zeker oog voor om hun kinderen veilig af te zetten. Ze participeren mee in het verkeer om
het zo veilig mogelijk te maken zo staan ouders in verbondenheid met elkaar. (Participatie,
verbondenheid)
 Openbaar vervoer. Het is een drukke baan aan de school en er is weinig parkeerplaats en zeer
duur. Op het openbaar vervoer zijn er mensen aanwezig van verschillend culturen. Die
participeren en ook denken aan het milieu door het openbaar vervoer te nemen. (participatie,
dialoog, diversiteit)
 Veldstraat. Als ouders hun kinderen ophalen of afzetten op school en ze hebben nog iets nodig
van de winkel kunnen ze snel binnenspringen in de Veldstraat want daar zijn heel veel
verschillende winkels waar mensen in dialoog komen met elkaar. (dialoog, diversiteit)
 Parking Kouter. Als ouders met de auto naar Gent komen en geen parking vinden zal hen de
ondergrondse parking in het oog springen. Daar is een diversiteit van auto’s aanwezig
(Diversiteit)
 ’T hoekske, verlorenkost, wasbar. Ouders die snel iets moeten eten kunnen iets afhalen in deze
eetzaken er is een diversiteit van eten aanwezig. Mensen gaan er in dialoog door hun bestelling
te vragen. Ze komen er ook met elkaar in verbinding door dezelfde voorkeur te zeggen. Ze
kunnen ook een beeldvormen of het lekker zou zijn of niet achteraf zullen ze dan hun beeld
kunnen aanpassen of veranderen wat ze er echt van vonden. ( diversiteit, dialoog,
verbondenheid, beeldvorming)
 Als derde heb ik de bril van het team aangetrokken. Ik ben op onderzoek gegaan met het doel
voor ogen wat er bij leerkrachten in de buurt zou opvallen.

 Bib ‘De Krook’. De leerkracht kan in de bibliotheek de eigen kennis uitbreiden door zaken op te
zoeken in de bibliotheek waar een diversiteit van boeken aanwezig is. Ze kunnen daar in dialoog
gaan met anderen en in verbinding komen te staan met mensen die dezelfde interesses hebben.
(diversiteit, dialoog, verbondenheid)
 2 Bakkerijen. Het team kan werken aan een bredere school door echt zaken te gaan bezoeken en
niet in de klas te blijven. Ze kunnen in dialoog hebben met iemand in de bakkerij. Ze kunnen al
een beeld gevormd hebben door vooroordelen als ze zelf in de bakkerij geweest zijn kunnen ze
hun beeld aanpassen. (dialoog, beeldvorming)
 Sint-Lucas. Het team kan het ziekenhuis bezoeken. Iemand kan daar uitleg geven over het
ziekenhuis en zo kan de leerkracht in dialoog gaan. Ze kunnen daar in verbinding komen te staan
met mensen die ze kennen of mensen die ze helpen. Ze kunnen zich inleven in iemand zijn
situatie die ze daar zien. Leerkrachten zullen al een beeld hebben van het ziekenhuis a.d.h.v.
dingen die ze al gehoord hebben. (dialoog, verbondenheid, beeldvorming)
 Paard van Troje  boekhandel, cafétje. Leerkracht kan dit met hun kinderen gaan bezoeken. Ze
kunnen daar boeken uitkiezen voor in de klas want er zijn heel wat verschillende boeken
aanwezig. Kinderen kunnen daar kijken hoe we het moeten betalen, ze komen in dialoog met de
mevrouw die uitleg geeft of achter de kassa staat. (diversiteit, dialoog)
 De wereld van Kina: het huis. Er is een diversiteit van tentoonstellingen in het huis van Kina waar
iedereen met haar interesses terecht kan. Ze kunnen in dialoog gaan met anderen door vragen te
stellen of door uitleg te geven aan elkaar over dingen die ze al weten. Ze hebben een beeld van
wat ze denken dat ze daar te weten zullen komen. Achteraf blikken ze dan terug of ze de dingen
te weten zijn gekomen dat ze dachten. ( diversiteit, dialoog, beeldvorming)
 ’T hoeske, wasbar, Pasta la vista, pané en vino, kapitain, juwelierszaak, kapper, revue: er zijn
heel wat zaken die voor de leerkracht interessant zijn om met de kinderen buiten de school te
gaan leren en zo te werken aan een bredere school. Wat kinderen in het echt kunnen
waarnemen zal veel meer hun aandacht trekken en zal hun veel beter bijblijven.

 Als laatste heb ik de bril van de buurt aangetrokken

Buurt

 Winkel Carrefour. Mensen die iets nodig hebben uit de winkel kunnen binnenspringen in de
Carrefour. Als ze iets niet vinden kunnen ze in dialoog gaan met de mensen die er werken. Er is
ook en grote diversiteit aan eten aanwezig, ook mensen uit verschillende culturen zullen te
vinden zijn in de winkel. (dialoog, diversiteit)
 Nachtwinkel. Mensen die laat nog iets nodig hebben uit de winkel kunnen langsgaan in de
nachtwinkel ook daar is een diversiteit van eten voorzien. Je gaat daar in dialoog met de persoon
achter de kassa. (dialoog, diversiteit)
 De vooruit. Mensen in de buurt kunnen er samenkomen om in contact of dialoog te komen met
elkaar. Ze kunnen er deelnemen aan verschillende voorstellingen of optredens. Er komen
mensen samen die een verschillende cultuur hebben en een andere achtergrond hebben.
Mensen komen er in verbinding te staan met elkaar door interesses of talenten uit te wisselen
met elkaar. Als mensen er voor de eerste keer komen zullen ze al een beeld gevormd hebben
over de vooruit, daarna kijken ze terug of hun beeld verandert is of hetzelfde blijft. (diversiteit,
participatie, dialoog, verbondenheid, beeldvorming)
 Restaurants ‘pasta la vista’, greenway foods gent, pané en vino. In de buurt van de school zijn
er heel wat restaurants die een diversiteit van eten aanbieden. Mensen kunnen er afspreken om
in contact te komen met elkaar en in dialoog te gaan. Ze komen in verbondenheid met elkaar
door verschillende zaken uit te wisselen met elkaar, ze komen met elkaar in verbinding door
zowel verschillen als gelijkenissen uit te delen. (dialoog, verbondenheid, diversiteit)
 De Kringwinkel Ateljee. Mensen die het minder breed hebben kunnen naar de kringkoopwinkel
gaan achter kleren of ander materiaal die ze nodig hebben. Dit is een tweedehandszaak. Mensen
die daar naartoe gaan zullen een bepaald beeld hebben over de tweedehandszaak en kunnen
achteraf bekijken of dat beeld hetzelfde is gebleven. Ze gaan in dialoog met mensen die ze daar
ontmoeten. Er zullen daar mensen aanwezig zijn van verschillende culturen. (beeldvorming,
dialoog, diversiteit)
 Solidariteitsactie: De ivg school organiseert soms een solidariteitsactie voor rampen die er
gebeurt zijn in landen. Ze hebben dit ook gedaan voor Nepal. Leerlingen van in de school die
deden mee in de actie maar ook ouders en sympathisanten kunnen ook deelnemen?

Sterkte van de buurt: De sterkte van de buurt is dat er heel veel zaken op wandelafstand beschikbaar
zijn. Men kan ook de fiets nemen of het openbaar vervoer. Alles is dichtbij. Er zijn zowel restaurants
als een bloemenwinkel, als een kledingzaak, als een juwelier als een kapster als een .. in de buurt. De
buurt is heel druk en springt zo ook direct in het oog. Door al deze zaken kan de school makkelijk
werken aan een brede school men hoeft niet alleen binnen de school te blijven maar men kan
makkelijk met de kinderen tot buiten de school te gaan. Men kan echt met de kinderen tot bij de
handelszaken gaan en hen daar echt de dingen laten observeren en ervaren. Voor de kinderen zullen
deze dingen veel rijker zijn of dat de juf steeds in de klas haar activiteiten zou doen. De school maakt
hier dan ook maximaal gebruik van en gaat vaak samen met de kinderen buiten op stap en laat de
kinderen met hun eigen ogen de dingen ervaren.

Zwakte van de buurt: het is een heel drukke buurt waar er veel verkeer is. Vaak gaan kinderen al
alleen met de fiets naar school of dragen geen helm, hesje, lichten. Ouders hebben vaak nog altijd
geen besef van hoe druk en gevaarlijk het verkeer er is. Er zouden zich mensen moeten inschakelen
om de kinderen veilig over te steken, of ze zouden moeten zoeken naar een oplossing om de straat
minder druk te maken. Kinderen moeten oog hebben voor veel te veel verkeer want er kunnen zowel
trams, fietsers als trams rijden.