You are on page 1of 6

POP-opdracht MT1

Wat voor leraar wil ik worden?


Aan de hand van onderstaande vragen willen we jullie laten noteren wat jullie verwachtingen,
ideeën, opvattingen over het onderwijs en het lerarenberoep zijn.
Als je klaar bent met het invullen van de vragenlijst, dan mag je deze opladen in je elektronische
POP op de ELO. Geef je document de naam WatVoorLeraarWilIkWorden_jouwnaam.
Neem voldoende tijd om deze vragen in te vullen en wees zo volledig en concreet mogelijk. Indien je
bepaalde vragen niet goed begrijpt, aarzel dan niet om uitleg te vragen aan je POP-coach,
klasbegeleider of de POP-verantwoordelijke.
Geef bijzonder veel aandacht aan de "waarom-vragen". Als je bijvoorbeeld iets leuk of interessant
vindt, zeg dan altijd waarom je dit vindt. De waarom-antwoorden zijn zeer belangrijk.
Geef jezelf de tijd om een antwoord te formuleren. Je kiest zelf hoe uitgebreid je wilt antwoorden.
Als je het moeilijk hebt om de achterliggende processen goed te beschrijven, kan je ter
verduidelijking van je antwoord steeds een concreet voorbeeld neerschrijven.

1 Waarom wil je leerkracht worden?


Let op: dit is een typisch voorbeeld van een vraag waarbij we je vragen om eens extra diep in je
binnenste te kijken. Een antwoord in de zin van: "Ik werk graag met kinderen" kan juist zijn, maar
dan vragen we daarbij dat je nog verder gaat en aangeeft waarom je dan precies graag met
kinderen omgaat (en bv. minder graag met andere categorieën van mensen), enz. Meerdere
antwoorden mogelijk!
Ik wil graag leerkracht worden omdat ik graag kinderen help. Ik vind het fijn om energie in iets te
steken en daarna voldoening te krijgen door de resultaten van de kinderen te zien. Ik knutsel graag,
heb nood aan veel afwisseling in mijn job en dat heb je in het onderwijs heel veel. Ik vind het leuk om
creatief bezig te zijn en veel expressie te uiten.

2 Heeft je beslissing om leerkracht te worden, rechtstreeks te maken met hoe je jezelf


behandeld voelde in het onderwijs (kan zowel positief als negatief zijn)?
☐ ja
☒ neen
Indien ja, geef wat meer uitleg.
(formuleer hier je antwoord)

3 Wat vond jij een aangename sfeer in een school? Wat zorgde er voor dat jij dat een
aangename schoolsfeer vond? ? Meerdere antwoorden mogelijk! Wees zo concreet en volledig
mogelijk.
Dat niet alleen jou juf tegen je sprak maar ook alle andere leerkrachten op school. Als je merkt dat
iedereen, iedereen kent.

4 Wat vond jij een aangename sfeer in een klas? Wat zorgde er voor dat jij dat een
aangename klassfeer vond? ? Meerdere antwoorden mogelijk! Wees zo concreet en volledig
mogelijk.
Dat 2 kleuterklassen samenwerkten, dat de kleuters in 2 klassen in de hoekjes mochten spelen. Dat
de klassen warm werden aangekleed.

1
POP-opdracht MT1

5 Hoe kreeg jij als leerling in de lagere school het liefst les? Bijvoorbeeld geboeid luisteren
naar de uiteenzetting van de leerkracht, zelfstandig leren in de klas (vb. contractwerk), zelfstandig
oefeningen oplossen, vrij experimenteren, zelfstandig informatie opzoeken, zelfstandig projecten
uitwerken, in groepjes projecten uitwerken, tv-programma’s bekijken in de klas, vrije teksten of
opstellen schrijven, groepsactiviteiten, concurrerende opdrachten, enz.
Vrij experimenteren

Waarom?
Je mocht je eigen zin doen, je leert veel bij op eigen tempo en je wordt zelfstandig doordat je dingen
zelf gaat verwerken zonder behulp van de leerkracht.

6 Hoe kreeg jij als leerling in de secundaire school het liefst les?
Als we zelf dingen mocht doen, als we zelfstandig dingen mochten ontdekken

Waarom?
Als ik steeds moest stilzitten en gewoon luisteren naar de leerkracht werd ik moe en kon ik mijn
concentratie niet lang aanhouden. Als ik zelf dingen mocht doen kon ik de leerstof veel beter
onthouden.

7 Wat is volgens jou een goede leerkracht? Wees zeer concreet en volledig in het omschrijven
van minstens 5 kenmerken van een “goede” leerkracht.
Een goede leerkracht is creatief, heeft veel interactie met zijn leerlingen, heeft veel variatie in zijn
lessen, doet de betrokkenheid en welbevinden van de leerlingen stijgen en kan een grapje maken
maar is ook serieus wanneer het moet.

8 Probeer je zo goed mogelijk je toekomstige klas voor te stellen? Dus de klas (groep
kinderen) waaraan jij graag les zou willen geven als je hier afgestudeerd bent.
Ik zou een ruime klas willen dus 2 lokalen, 1 waar ik knutsel en vrij spelletjes laat spelen zoals
puzzelen en de andere klas zou ik dan mijn kring maken en de poppenhoek enz waar een grote
hoeken voor nodig zijn zoals de autohoek. Ik zou een groep kinderen willen van rond de 15 kleuters.

2
POP-opdracht MT1

Hoe oud waren de kinderen in je ideale voorstelling?


☐ jonger dan 3 jaar
☒ 3 jaar
☒ 4-5 jaar
☐ 6-7 jaar
☐ 8-9 jaar
☐ 10-11 jaar
☐ 12 jaar
☐ ouder 12 jaar
☐ andere optie, namelijk…….

Hoe was de verhouding jongens/meisjes?

☐ ☐ ☒ ☐ ☐
Enkel meisjes Meer meisjes 50/50 Meer jongens Enkel jongens

Hoeveel kinderen zaten er in totaal in de klas?


☐ minder dan 5
☐ 5-10
☐ 10-15
☒ 15-20
☐ 20-25
☐ 25-30
☐ meer dan 30

Hoeveel % van de kinderen beheerst het Nederlands als voertaal onvoldoende in je ideaalklas?

☐ ☐ ☐ ☒ ☐
0% 25% 50% 75% 100%

Hoeveel van de kinderen had een fysieke handicap (motorisch, auditief, visueel, ...)?
10%

Hoeveel van de kinderen had leerstoornissen?


5%

Hoeveel van de kinderen had gedragsstoornissen?


5%

3
POP-opdracht MT1

Als je aan een echte klas dacht, hoe waren de tafels of banken opgesteld?
☐ in rijen
☐ in een cirkel
☒ in kleine groepjes
☐ in een U-vorm
☐ andere optie, namelijk…….

In geval van “andere opstelling” of bv in een turnzaal: beschrijf de ruimte en de schikking van tafels
of turntoestellen, enzovoort.
Ik zou alles zoveel mogelijk tegen 1 muur plaatsen zodat we zoveel mogelijk plaats in de turnzaal
willen aangezien er zoveel materiaal staat.

Waar stond of zat je ergens in de ruimte?


In het midden

Wie was er aan het woord?


De kinderen

9 Wat zijn volgens jou leuke/aangename aspecten van het lerarenberoep? Meerdere
antwoorden mogelijk! Wees zo concreet en volledig mogelijk.
Je krijgt veel voldoening van de kleuters, je hebt veel variatie in je job, je kan je volledig inleven in je
job.
10 Wat zijn volgens jou vervelende/onaangename aspecten van het lerarenberoep?
Je krijgt niet altijd de antwoorden die je wil krijgen, kinderen hebben niet altijd evenveel zin om mee
te doen, het is soms moeilijk om de aandacht van de kinderen vast te houden. Je moet soms slecht
nieuws melden aan de ouders

11 Denk je dat je nu al over enkele kwaliteiten van een “goede” leerkracht beschikt?
☒ ja
☐ neen
Zo ja, welke? Geef concrete antwoorden.
Creatief denken

12 Wat denk je dat je nog kan bijleren ivm lesgeven? Meerdere antwoorden mogelijk! Wees
zo concreet en volledig mogelijk.
Lesvoorbereidingen correct maken, kinderen op de juiste manier verbeteren, de inhoud uitleggen op
niveau van de kleuters

4
POP-opdracht MT1

13 Wanneer zou je het gevoel hebben dat je een “goede” les/activiteit gegeven hebt? Uit wat
zou je dat afleiden? Meerdere antwoorden mogelijk! Wees zo concreet en volledig mogelijk.
- Doordat de kleuters zelf een grote inbreng hebben
- Doordat de kleuters zelf goed meedoen
- Doordat de kleuters tijdens speeltijd/middag nog komen vertellen, of dingen brengen over de
activiteit.

14 Wat zou je graag hebben dat de kinderen over jou als leerkracht denken? Wees zo eerlijk
mogelijk t.o.v. jezelf. ? Meerdere antwoorden mogelijk! Wees zo concreet en volledig mogelijk.
Streng maar rechtvaardig.
Staat open voor een grapje
Weet over wat haar lessen gaan
Toont veel afwisseling in de lessen, zodat de lessen niet langdradig worden.

15 Wat zijn volgens jou de 5 belangrijkste taken van een leerkracht in het kleuteronderwijs?
- Streng maar rechtvaardig

- Creatief

- Afwisseling in de lessen

- Didactisch materiaal maken

- Kinderen hun welbevinden en betrokkenheid verhogen.

16 Wat zijn volgens jou de 5 belangrijkste taken van een leerkracht in het lager onderwijs?
- Openstaan voor naar de kinderen te luisteren

- Hun taken positief bekrachtigen.


-genoeg afwisseling in de lessen

- Goede organisatie van de activiteiten.

- Orde en netheid.

17 Heeft een leerkracht volgens jou een voorbeeldfunctie?


☒ ja
☐ neen
Zo ja welke? Zo nee, waarom niet? Meerdere antwoorden mogelijk! Wees zo concreet en volledig
mogelijk.

5
POP-opdracht MT1

Kleuters gaan snel dingen overnemen die ze zien bij anderen. Zoals de taal die ze horen gaan ze snel
overnemen.

18 Moeten leerkrachten die geen zedenleer of godsdienst geven, werken aan de “morele”
opvoeding van de kinderen? Met “morele opvoeding” bedoelen we het expliciet meegeven van
bepaalde normen en waarden aan de kinderen.
☐ ja
☒ neen
Zo ja op welke manier?
(formuleer hier je antwoord)

19 Verschilt de manier waarop je in de school iets leert van de manier waarop je buiten de
school iets leert?
☒ ja
☐ neen

Is dat volgens jou:


☐ ☐ ☐ ☒ ☐ ☐
Niet erg,
nodig wenselijk onvermijdelijk niet erg te vermijden maar te
vermijden

Geef wat uitleg aub.


Ik vind dat je in de praktijk veel meer leert dan gewoon de lessen te krijgen op school, je gaat sneller
dingen opvangen en onthouden als je die zelf hebt meegemaakt. Als kinderen zelf iets kunnen
waarnemen gaat het gaan meer boeien en zullen ze hun aandacht langer kunnen aanhouden.

Post de ingevulde vragenlijst in jouw elektronisch portfolio op Chamilo en breng een print mee
naar de volgende klassessie!

You might also like