You are on page 1of 4

LesSchemaFormulier

Student: Suze Bax


Kempelklas: V1A
Stageschool + plaats: De Ganzebloem
Groep: 1/2
Mentor: Dineke Ferwerda
Vak/onderwerp: Taal
Datum: 8-12-2019

Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
x Vakinhoudelijk bekwaam Pedagogisch bekwaam
Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Mijn eerste aandachtspunt is aandacht eerlijk verdelen:
Mijn aandachtspunten hiervoor zijn:
- Het spelletje spelen met verschillende groepjes uit groep 1 en groep 2.
Mijn tweede aandachtspunt is de luisterhouding van kinderen.
Mijn actiepunten hiervoor zijn:
- Als ik uitleg hoe het spelletje werkt zijn de kinderen stil en luisteren ze aandachtig.
- Terwijl we aan het spelen zijn, mogen de kinderen elkaar helpen, maar ze moeten dan wel goed naar
elkaar luisteren.

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
De kinderen hebben met sinterklaas al geoefend met rijmen.

Wat is het lesdoel voor de kinderen?


Aan het einde van de les kunnen kinderen aangeven of woorden wel of niet rijmen.

Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?


Ik moet de memory klaarleggen

Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
Knelpunten tijdens deze activiteit kunnen zijn dat kinderen het moeilijk vinden om te zien welke
woorden op elkaar rijmen.
Dit is op te lossen door ze uit te leggen en te laten zien wat er bedoelt wordt met rijmen. Zo krijgen ze
een beter beeld van wat rijmen inhoud.
Kinderen kunnen het moeilijk vinden en daardoor de aandacht verliezen.
Door de kinderen te helpen als je merkt dat ze er moeite mee hebben, voorkom je dat ze de aandacht
verliezen.

Welke theorie gebruik ik ter voorbereiding? (benoemen, verdere uitwerking stageplan)


Ik heb de theorie gebruikt uit de lessen Nederlands blok 2 over taalbeschouwing. Metalinguïstisch
bewustzijn is het praten en denken over taal. De kinderen van groep 1/2 zitten in het begin van de derde
fase. In deze fase kunnen kinderen taalkennis bewust toepassen.
In deze les gaan we rijmen dit is het eerste taalkundige niveau namelijk het fonologische niveau. Op dit
niveau ben je bezig met klankaspecten.
Fasering: Inhoud: Lesverloop:
Tijd Welke inhoud komt aan bod? Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
Lesfasen Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig?
Inleiding Uitleg van het spel Ik heb 3 kinderen gekozen die de rijm memory met mij gaan doen. We zitten aan een tafel. Ik ga uitleggen wat we
5 min gaan doen. Ik heb de rijm memory nodig.

Spel Het spelen van de rijm memory. We gaan de memory spelen. Doordat iedereen meedoet houd je de betrokkenheid.
15/20 min

Afsluiting Opruimen en na bespreken. Nadat we het spelletje hebben gedaan, gaan we het opruimen. Als we hebben opgeruimd gaan we even bespreken
5 min wat ze van het spelletje vonden. Of ze het leuk vonden of juist niet en of ze dan ook al kunnen uitleggen waarom ze
het dan wel of niet leuk vinden.
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?


De kinderen vonden het soms best moeilijk, maar doordat ik aanwijzingen gaf, begrepen ze het beter.
Ik had alle kaarten meteen gebruikt. Ik merkte tijdens het spelen dat dat toch best veel was en moeilijk.
Dit kreeg ik ook terug gekoppeld van mijn mentor. Ik heb de week daarna deze les nog een keer gedaan
maar op een andere manier en dat pakte veel beter uit.

Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:


Het lesdoel is wel behaald, want ondanks dat het veel kaarten waren konden ze wel aangeven of de
woorden op elkaar rijmden of niet.

De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:


De kinderen waren zeker betrokken. Ze hielpen elkaar maar waren zelf ook heel fanatiek om het spel te
winnen.
Daarnaast kwamen andere kinderen ook kijken wat we aan het doen waren.

Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?
Je verzorging van het materiaal is weer netjes zodat je het vaker kan gebruiken. Als inleiding had je een
paar kaartjes die rijmen in de kring kunnen behandelen zodat de kinderen het begrip van het spel al
een keer gehoord hadden. Je had er genoeg. Bij het spel in een groepje zou ik als begin een 8 tal
kaartjes neerleggen. Dan duurt het niet zo lang voor de oplossing zichtbaar is. Daarna kun je het dan
uitbreiden tot 12 en 20. Je kunt met 32 kaartjes zelfs twee groepjes met 16 kaarten tegelijk laten
oefenen. Voor de jongsten is het nog te moeilijk maar er waren oudsten die het ook wel leuk leek dus
het wekte wel nieuwsgierigheid op. Dit spel kun je dus regelmatig terug laten komen in de lessen. Als
extra opdracht kun je nog een paar kaartjes zelf laten bedenken door de kinderen.

You might also like