You are on page 1of 3

LesSchemaFormulier

Student: Diede Vousten


Kempelklas: V1E
Stageschool + plaats: De Twister, Horst
Groep: 1/2
Mentor: Maud Beeren
Vak/onderwerp: Taal (begin letter)
Datum: 10/12/19

Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
Vakinhoudelijk bekwaam Pedagogisch bekwaam
x Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Aandachtspunt: de organisatie van de activiteit in orde hebben.
Actiepunt: goed nadenken over de organisatie, deze beschrijven in mijn lsf en hier ook naar handelen.

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
De kinderen hebben vaker geoefend met de begin letter van een woord.
Groep 2 herkent alle letters.
Groep 1 herkent een groot deel letters.

Wat is het lesdoel voor de kinderen?


Het lesdoel van de activiteit voor de kinderen van groep 2 is dat ze aan het einde van de activiteit weten
welke letter de eerste letter van het woord is.
Het lesdoel van de activiteit voor groep 1 is een idee krijgen van welke letter de eerste letter van een
woord is. Daarnaast het oefenen van de letters.

Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?


- Woordjes met plaatjes uitgeprint
- Letters
- Prowise met opdrachtje

Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
Een knelpunt tijdens deze activiteit zou kunnen zijn dat groep 1 afhaakt doordat het te moeilijk is of
afgeleid raakt. Dit kan ik oplossen door het makkelijker te maken met een plaatje erbij.
Daarnaast door in groepjes te werken hoop ik dat ze hierdoor betrokken blijven.

Welke theorie gebruik ik ter voorbereiding? (benoemen, verdere uitwerking stageplan)


Voor de kinderen in groep 1 en 2 is het fijn als ze al een keer met letters in aanraking zijn geweest.
Hierdoor leren ze in groep 3 sneller lezen en schrijven. Groep 2 moet de meeste letters dan ook kennen
voordat ze naar groep 3 kunnen. Ze zijn dan bezig op zowel het morfologisch niveau als het fonologisch
niveau. Ze moeten goed luisteren naar de klanken van het woord en dan de eerste letter van het woord.
Daarbij zijn ze bezig met de samenstelling van het woord.
Fasering: Inhoud: Lesverloop:
Tijd Welke inhoud komt aan bod? Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
Lesfasen Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig?
Ik begin met te vragen met wat ze nog weten van het vorige lesje.
(inleiding) De eerste letter van een woord/ Ik vraag aan een aantal kinderen van groep 2 wat de eerste letter van hun naam is. Hierna vraag ik dit nog over een
2 minuten voorkennis ophalen. aantal andere woordjes.

Ik verdeel de kinderen in groepjes. Dit doe ik door middel van wijzen.


(kern) De eerste letter van een woord. Elk groepje krijgt een stapeltje met kaartjes waarop woorden staan met een plaatje erbij.
15 Dit beoefenen door middel van Ik heb aparte blaadjes met een letter erop geschreven. Deze houd ik in de lucht en vraag of de kinderen een woord
minuten groepswerk. hebben die begint met dezelfde letter.
Hierna nog kort een moeilijkere Dit herhaal ik een aantal keer. Tussen deze keren bekijk ik steeds bij welk groepje dit gelukt is. Ik benoem dit ook op
oefening op het bord. een positieve manier.
Hierna laat ik een kind uit het groepje de kaartjes aan mij terug geven.
Ik heb prowise al klaar staan op het bord, hierin ga ik met de kinderen nog kijken naar een plaatje en moeten ze
zonder dat het woordje erbij staat de eerste letter bedenken.
Dit doe ik kort.

(slot) Herhalen Ik vraag ze nog een keer wat nou de eerste letter van bijvoorbeeld mijn naam is. Op een spelende wijze nog kort
herhalen van de eerste letter.
2 minuten
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?


- Opbouw van mijn activiteit was goed. kinderen waren voor mijn gevoel goed betrokken.
- Het samenwerken in de groepjes vonden ze nog wel moeilijk, ik had van te voren kunnen zeggen
dat ze om de beurt aan de beurt zouden komen. Hierdoor had ik een heleboel ruzie kunnen
voorkomen.

Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:


- De kinderen deden goed mee, ze hebben dus ook goed meegekregen wat de bedoeling was. Ik
heb naderhand nog even herhaald en dit ging goed.
- Groep 2 had zeker door welke letter de eerste letter van een woord was en ik denk dat groep 1
ook een beetje heeft meegekregen hoe het ongeveer in elkaar zit.
- Het lesdoel is dus behaald.

De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:


- De kinderen waren zeker betrokken, deels door het groepswerk en deels door de afwisseling met
het bord.

Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?
- Gebruik de volgende keer geen hoofdletters maar de schrijfletters.
- Gebruik bijvoorbeeld de teamantwoord cirkel als kinderen het moeilijk vinden om om de beurt
te doen. (cirkel met verschillende soorten kleuren en cijfers, elk kind krijgt een kleur of cijfer.
Leerkracht zegt welke kleur of cijfer aan de beurt is per groepje)
- Ze waren enthousiast en betrokken.
- Goed gebruik gemaakt van verschillende werkvormen.

You might also like