You are on page 1of 2

Kijken we naar het schema, dan wordt hier een verschilversterker 15V

van het type INA105 gebruikt als inverterende 1x-versterker. De C4 C1

loper van de potmeter is verbonden met de niet-inverterende C3 100n 10µ 25V


ingang ervan. Normaal gesproken zou die ingang aan massa lig-
gen, dus met de loper helemaal naar beneden fungeert de opamp 100n IC2 7
als een gewone inverterende versterker met een versterking van
IC1 2
–1,0 V/V en een nauwkeurigheid van maximaal 0,01%. Wordt de INA105KP
loper helemaal naar boven gedraaid, dan krijgen we een span- Difference Amp
ningsvolger met een versterking van +1,0 V/V en een nauwkeu- 6 2
R1 R2
5
righeid van maximaal ±0,001%. Met de loper in de middenstand 10V
25k 25k
zijn de positieve en negatieve versterking gelijk en bedraagt de out- REF102 U OUT
put 0 V/V. De instelnauwkeurigheid van het traject tussen –1,0 V/V AP 6
R3
en +1,0 V/V hangt hoofdzakelijk van de nauwkeurigheid van de 3
4 +10V...–10V
potmeter af. Maar, zoals bekend, zijn er 10-slags potmeters te R4
25k

koop met een lineariteit van 0,01%. 1


10k
Door de rond de INA105 opgebouwde regelversterker uit te brei- lin.
25k

den met een nauwkeurige +10,0-V-referentie, zoals hier de 4


REF102, wordt een precisie-spanningsbron verkregen die instel-
baar is tussen –10,0 V en +10,0 V.
(994050) C5 C2

bron: Burr-Brown 100n 10µ 25V


15V
994050 - 11

nostalgisch kluisslot
S1 S2
073 4mA
6V

R14
IC1 = MC1458
Re1

330Ω
IC2 = 4069
IC3 = 4081 D9 Re2
6V
IC2a IC2b IC4
4 D10
1 2 3 4 S0 1N4148
1 1 IC3c 3 2
R0 Q0
R2 X2 X1 9
3-STATE OUTPUTS

a 10 6
3 IC2c c 8 & S1 9
D1 7 Q1
1 5 6 R1 T1
IC1a 1 IC3a 13 R13
10k 2 1 11 12 10
1N4148 3 b b 12 & S2 Q2 4k2
2 & 11
R2
IC3d Q3
1 BC107
c 14
a S3
15
R1 R3 IC2d R3

9 8 5 EN
1 IC3b C1 C2 C3
5 4043
4
10k 10k 5 IC2e 6 & 100n 100n 100n
D2
7 11 10 D3
IC1b 1
6 D4
1N4148
6V D5
R4 D6
D7
D8
8 14 14 16
10k
IC1 IC2 IC3 IC4 6 x 1N4148
4 7 7 8
R5 R6 R15 R16 R17 R7 R9 R11 R8 R10 R12
10k

10k

10k

10k

10k

10k

10k

10k

10k

10k

10k

994001-11

ontwerp: P. Lay hoog niveau krijgt aangeboden. Welk dat is, hangt af van de stand
Codesloten zijn er in verschillende vormen, waaronder uitvoerin- van R1. Wordt S1 ingedrukt, dan trekt Re1 aan. Het is belangrijk
gen met een toetsenbordje, een chipkaart of een magneetkaart. dat X1a nu een hoog niveau voert. Hiermee wordt RS-flipflop
Het hier voorgestelde elektronische codeslot is anders opgezet en IC4a geset. Gelijktijdig worden de andere RS-flipflops gereset.
imiteert een slot zoals dat op een kluis te vinden is. Vervolgens wordt R1 zo verdraaid dat na het indrukken van S1 op
IC1a en IC1b zijn als comparator geschakeld, waarbij de referen- ingang X1b een logische één staat. Daarmee wordt RS-flipflop
tieniveaus met R2, R3 en R4 zijn ingesteld. De dioden D1 en D2 IC4b geset. Tenslotte moet R1 weer verdraaid worden, zodat bij
zorgen er voor dat alleen positieve spanningen de gebruikte logi- een derde druk op S1 ingang X1c een hoog niveau krijgt aange-
sche poorten bereiken. boden. Hiermee wordt RS-flipflop IC4c geset. Transistor T1 gaat
De daaropvolgende schakeling, bestaande uit IC2a…e en IC3a/b vervolgens geleiden, diode D10 gaat branden en relais Re2 trekt
zorgt er voor dat maar één van de drie contacten van Re1 een aan. Met behulp van dit relais kan een deuropener bekrachtigd

92 Elektuur 7-8/99
worden. Voor het uitschakelen van de relaisbekrachtiging moet dig veel combinaties mogelijk.
schakelaar S2 kortstondig ingedrukt worden. De schakeling verbruikt een stroom van circa 4 mA, daarbij komt
De contacten X1a...c worden via het connectorblokje met X2a, nog de stroom die de LED en het relais opnemen. Wordt een
X2b en X2c verbonden. De gewenste getalcombinatie kan met de LED met hoog rendement gebruikt, dan moet weerstand R14 ver-
trimmers R2, R3 en R4 en het connectorblokje worden ingesteld. groot worden tot circa 3k9.
Omdat de schakeling analoog is opgezet, zijn er theoretisch onein- (994001)

discrete spanningsinverter
ontwerp: G. Kleine
074
Dat men voor het opwekken van een negatieve spanning niet altijd
per se naar een speciaal IC hoeft te grijpen, bewijst bijgaande scha-
U in T1 T3
keling. Er van uitgaande dat er reeds een TTL-kloksignaal aan-
wezig is, kan met behulp van slechts vijf doodgewone NPN-tran-
R1 R6 R4 sistoren een prima werkende discrete spanningsinverter worden
opgebouwd.
2k2

2k2

2k2

Wanneer de klok ”hoog” is, wordt elco C10 door T1 en T2 aan de


ingangsspanning Uin gelegd, welke een typische waarde heeft van
T5
TTL-CLK R3 +5 V. T5 geleidt op dat moment en houdt aldus de transistoren
2k2 T3 en T4 gesperd. Gedurende de tijd dat de klok ”laag” is, spert
(ca. 1kHz) R2
C1
R5 C1 T5 daarentegen en zorgt er zo voor dat pull-up-weerstand R6 via
10k

10k

22µ
R4 respectievelijk R5 de transistoren T3 en T4 openstuurt. Daar-
22µ
mee wordt de lading van C1 verdeeld over C1 en C2. Aangezien
U in de pluskant van C2 aan massa ligt, moet de minkant een negatieve
spanning ten opzichte van massa voeren.
T2 T4
Het kloksignaal dient een hoog niveau te bezitten dat overeen-
komt met +Uin, omdat anders T1 niet in geleiding kan komen. De
BC548 klokfrequentie moet in de buurt van 1 kHz liggen en in het ideale
geval een puls/pauze-verhouding van 1:1 bezitten. Door aanpas-
T1...T5 = BC548
sing van de puls/pauze-verhouding is het mogelijk om binnen
C E
B 994024 - 11 zekere grenzen de hoogte van de negatieve spanning te variëren.
Het zal echter altijd zo zijn dat de negatieve spanning bij een ver-
houding van 1:1 het hoogst is. (994024)

net/zekeringbewaker
S1 F1 ontwerp:
G. Kleine
075
opslag duidelijk is waar de fout gezocht moet worden.
Zolang de zekering heel is, fungeert C2 als capacitieve voorscha-
kel”weerstand”, zodat het lampje dus continu oplicht. Is zekering
D1
Deze met een F1 doorgebrand, dan belandt de wisselspanning via diode D1 als
1N4007 C2
neonlampje uit- pulserende gelijkspanning bij RC-netwerk R1/C1. Condensator
680k

R1
47n geruste indica- C1 laadt zich dan langzaam op tot het neonlampje bij zo’n 80 à
400V~
230V D2 tor vervult een 100 V ontsteekt. Via D2 ontlaadt C1 zich vervolgens zover dat La1
50Hz belasting
dubbele functie. weer dooft. Op voorwaarde dat R1 en C1 goed gedimensioneerd
La1
C1 1N4007
Zolang de net- zijn, blijft deze ceremonie zich herhalen, zodat het lampje zicht-
1µ spanning aan- baar gaat knipperen. Als enige mogelijke nadeel kan gelden dat
250V~
wezig is (en de zich over C2 daarbij een zaagtandvormige spanning vormt van
994027 - 11
zekering intact) maximaal zo’n 30 V.
licht het lampje Voor het neonlampje zijn uitsluitend typen bruikbaar die géén
continu op. Is ingebouwde voorschakelweerstand voor 230 V bezitten. Bij som-
de netspanning nog steeds aanwezig maar is de zekering defect, mige exemplaren is het trouwens mogelijk om met wat beleid en
dan gaat het neonlampje knipperen. Dit vormt voor heel veel ver- tact de overbodige voorschakelweerstand te verwijderen.
bruikers een uiterst handige signalering, omdat dan in een oog- (994027)

Elektuur 7-8/99 93

You might also like