Professional Documents
Culture Documents
In dit contractwerk zitten een aantal opdrachten die allemaal te maken hebben met zaken
die we in de les gezien hebben. Met deze persoonlijke bundel moeten er dus taken gemaakt
worden. Er zijn MOET- en MAG-taken, het is aan jullie om deze zelf in te plannen en op
tijd af te werken. Maar voor jullie eraan kunnen beginnen moeten we eerste deze afspraken
goed lezen.
• Tip: Je kan nummers zetten naargelang de volgorde waarin je de taken wil maken.
Zorg je ervoor dat de MOET-taken redelijk bovenaan staan? Deze moeten zeker af
zijn na 2 lessen!
• Hulp nodig?
1. Denk zelf nog eens goed na.
2. Zoek het op in een bron. (werkboek, woordenboek…)
3. Vraag hulp aan een medeleerling.
4. Vraag hulp aan de juf. (Leg je kaartje dan op rood)
Ik ben het eens met dit reglement en ik zal mijn uiterste best doen om deze afspraken
na te leven.
Handtekening juf, Handtekening leerling,
2
OPDRACHTEN
Na de oefening:
MOETJES
Wiskunde: In deze bundel
Oefening 1 Alleen
Oefening 3
Oefening 5
Oefening 6
Oefening 7
MAGJES
Wiskunde: In deze bundel
Oefening 2 Alleen
Oefening 4
Oefening 8
Oefening 9
3
Frans: Dobbelsteen +
Oefening 3 vervoegingen
Oefening 5 être en avoir
Memoryspel
Wereldoriëntatie In deze bundel Alleen
Oefening 2
Atlas
Raadsels: In deze bundel
Oefening 1 Alleen
SYMBOLEN
4
PLANNING
Op deze dagen en momenten kan je aan jouw contractwerk werken.
Maandag 07/12
Maandag 14/12
Het is niet gemakkelijk om op voorhand te weten wanneer je klaar zult zijn met welke opdrachten.
Daarom is het handig om een planning op te stellen. Kies zelf uit op welke dagen je welke oefeningen
maakt. Doe dit in potlood want een planning kan altijd veranderen.
Tip: Je kan nummers zetten naargelang de volgorde waarin je de taken wil maken. De MOET-taken
moeten zeker af zijn op maandag 14/12.
Nederlands:
- Potloden Wereldoriëntatie
- Atlas
5
Wiskunde:
EIGENSCHAPPEN VAN VIERHOEKEN
Oefening 1 (MOET)
1. Geef de vierhoeken de correcte naam.
2. Markeer de juiste eigenschappen aan van deze vierhoeken.
- Naam: …
o Juist 1 paar evenwijdige zijden
o 2 paar evenwijdige zijden
o 4 gelijke zijden
o Gelijke overstaande zijden
o rechten hoeken
o Gelijke overstaande hoeken
- Naam: …
o Juist 1 paar evenwijdige zijden
o 2 paar evenwijdige zijden
o 4 gelijke zijden
o Gelijke overstaande zijden
o 4 rechten hoeken
o Gelijke overstaande hoeken
- Naam: …
o Juist 1 paar evenwijdige zijden
o 2 paar evenwijdige zijden
o 4 gelijke zijden
o Gelijke overstaande zijden
o 4 rechten hoeken
o Gelijke overstaande hoeken
- Naam: …
o Juist 1 paar evenwijdige zijden
o 2 paar evenwijdige zijden
o 4 gelijke zijden
o Gelijke overstaande zijden
o 4 rechten hoeken
o Gelijke overstaande hoeken
- Naam: …
o Juist 1 paar evenwijdige zijden
o 2 paar evenwijdige zijden
o 4 gelijke zijden
o Gelijke overstaande zijden
o 4 rechten hoeken
o Gelijke overstaande hoeken
6
Oefening 2: WIE BEN IK? (MAG)
1. Raad over welke vierhoeken het gaat.
2. Zoek de gevonden vierhoeken in het kruiswoordraadsel en markeer.
3. Tip: teken de diagonalen en verbindt ze op het einde!
A) Mijn diagonalen zijn even lang en snijden elkaar middendoor. Ze staan niet loodrecht op elkaar.
…..
B) Mijn diagonalen snijden elkaar loodrecht en middendoor. Ze zijn niet even lang.
C) De diagonalen snijden elkaar middendoor. Ze staan niet loodrecht op elkaar en zijn niet even lang.
….
D) De diagonalen staan loodrecht op elkaar. Ze snijden elkaar middendoor en zijn even lang.
…
7
DIAGONALEN IN VIERHOEKEN
Oefening 3 (MOET)
Een lijnstuk = een lijn dat begint in een punt en stopt in een ander punt. (TIP: we teken de lijn niet buiten de
vierhoek!)
1. Teken de diagonalen.
2. Duid alle eigenschappen aan
diagonalen die
gelijke loodrechte halveren (=
diagonalen diagonalen middendoor
snijden)
8
Oefening 4 (MAG)
1. Overtrek enkel de lijnstukken die een diagonaal zijn met groen.
9
BREUKEN OMZETTEN NAAR GEMENGD GETAL
Oefening 5 (MOET)
1. Een breuk > 1 omzetten in een gemengd getal. Kijk en vul in.
10
NATUURLIJK GETALL VERMENIGVULDIGEN MET BREUKEN
Oefening 6 (MOET)
1. Vul in
2. TIP: vermenigvuldig het natuurlijk getal met de teller, de noemer blijft gelijk!
Oefening 7 (MOET)
1. Los op.
2. Kijk naar het kader hierboven voor een voorbeeld.
! + "
"#
𝑣𝑎𝑛 12 = !
𝑣𝑎𝑛 5 = -
𝑣𝑎𝑛 12 =
+ 0 2
"#
𝑣𝑎𝑛 30 = -
𝑣𝑎𝑛 40 = 3
𝑣𝑎𝑛 16 =
11
Oefening 8 (MAG)
1. Volg de pijlen en teken.
2. Wat kom je uit? ……………………………………………
12
BREINBREKERS
Oefening 9 (MAG)
De slak en de put
Een slak bevindt zich op de bodem van een 20 meter diepe put. Elke dag klimt de slak 5 meter omhoog, maar
's nachts glijdt hij weer 4 meter terug naar beneden. Hoeveel dagen duurt het voordat de slak de bovenrand
van de put heeft bereikt?
Sudoku
Sudoku 1 Sudoku 2
9 7 3 6 9 5 1 7
4 5 7 1 7 8 2 4
2 8 1 6 8 6 5
1 9 6 8 4 2
2 5 6 4 7 3
9 5 4 1 5 8
6 4 5 9 8 4 9
9 2 1 9 2 1 4 6
7 3 5 3 6 4 7 5
13
Sudoku 3 Sudoku 4
1 9 2 3 4 9
5 1 7 9 3 7
7 4 2 6 5
6 3 5 8
7 1 4 8 5 6 3 1 6 5
9 1 7 2 4 1 3 9 6
7 5 8 7 5 2 1 6 9
3 1 2 5 9 8 2 1
2 8 6 1 9 1 5 4 8
Test jezelf.
Doe dit een viertal keer met steeds andere getallen. Wat stel je vast?
14
Het kleurenhuis
Zoek de vierkanten in deze tekening. Kleur ze rood. Kleur de driehoeken blauw, de rechthoeken groen en de
cirkels geel.
Breinbreker
. . .
15
Munten
Tien munten liggen in de vorm van een driehoek met de punt omhoog beneden. Kun je door slechts drie munten
te verplaatsen ze in een driehoek leggen met de punt omlaag?
16
Nederlands
STRIPGEDICHTEN
Oefening 1 (MAG)
1. Lees het stripgedicht
2. Teken zelf het stripgedicht af met 4 tekeningen
17
Jij staat te zwaaien,
18
Frans
ÊTRE ET AVOIR
Oefening 1 (MOET)
1. Vervoeg deze werkwoorden en schrijf er de vertaling bij.
Être Zijn
Je ……………………………………………
……………………………………………… ………
……
Tu…………………………………………… ……………………………………………
……… ………
Il/elle………………………………………… ……………………………………………
…… ………
Nous………………………………………… ……………………………………………
……… ………
Vous………………………………………… ……………………………………………
……… ………
Ils/Elles……………………………………… ……………………………………………
…… ………
Avoir Hebben
Je ……………………………………………
……………………………………………… ………
……
Tu…………………………………………… ……………………………………………
……… ………
Il/elle………………………………………… ……………………………………………
…… ………
Nous………………………………………… ……………………………………………
……… ………
Vous………………………………………… ……………………………………………
……… ………
Ils/Elles……………………………………… ……………………………………………
…… ………
19
Oefening 2 (MAG)
2. Kies de juiste vorm van het werkwoord être en vul in.
1 Nous …...................... contents.
3 Il …...................... sympa.
4 Tu …......................Angelique!
6. Il ___________________ un T-shirt ?
Oefening 3 (MAG)
Dobbelsteen: être et avoir (maximum 10 minuten)
à VOORWAARDE! JE MOET OEFENING 2 GEMAAKT HEBBEN
1. Je begint met het werkwoord être.
2. Leerling 1 gooit met de dobbelsteen en antwoordt. Vb. Je
hebt 3 ogen gegooit, dan zeg je: ‘Il est’/ 5 ogen: ‘Vous êtes.
3. Leerling 2 heeft de vervoeging bij hem en controleert.
4. Leerling 1 mag 5 keer gooien daarna is het 5 keer aan
leerling 2
5. Nu doe je hetzelfde met het werkwoord avoir. (elk 5 keer
gooien)
20
GETALLEN TOT 20
Oefening 4 (MOET)
Oefening 5 (MAG)
21
Oefening 6 (MAG)
1. Zoek in de woordzoeker de woorden voor de getallen 1 tot en met 16 in het
Frans.
Oefening 7 (MAG)
1. Geef het antwoord op de sommen met een Frans woord.
2 + 5 = …………….. 1 + 5 = ……………..
10 - 8 = …………….. 5 x 4 = ……………..
22
3 x 6 = …………….. 10 + 0 = ……………..
12 - 4 = …………….. 8 : 2 = ……………..
3 x 3 = …………….. 10 : 2 = …………….
Oefening 8 (MAG)
1. Geef wat bijeen hoort dezelfde kleur.
onze seize treize dix-huit quinze vingt dix-sept quatorze douze dix-neuf
¨¨¨¨¨¨ ªªªªªª
¨¨¨¨¨¨ ªªªªªª
¨¨¨¨¨¨
ªªªª
¨¨
23
Muzische
GEDICHTEN
Oefening 1 (MAG)
1. Lees het gedicht en maak er een tekening van.
Sint en Piet.
Lieve....
24
Raadsels
Oefening 1 (MAG)
25
Wereldoriëntatie
De eig
Oefening 1 (MOET)
De Eigen Tijd loopt van …………………. Tot ……………
ATLAS
Oefening 2 (MAG)
1. Vul in op welke pagina je de inhoudstafel vindt.
2. Neem de inhoudstafel.
3. Waar vind je een kaart van …?
4. Klaar? Controleer door naar de pagina te gaan à vind je de gevraagde info?
De Ardennen
Britse Eilanden
De plantengroei op de aarde
Marokko
Ijsland
Las Vegas
26
Waar wil jij graag eens naartoe gaan? ……………………………………………………………….
Wiskunde
Nederlands
Frans
Wereldoriëntatie
27