You are on page 1of 3

18 Werken met kunststoffen

lnleiding
Kunststoffen kunnen in twee hoofdgroepen worden inge-
deeld, namelijk: thermoplasten en thermoharders.

Thermoplasfen kunnen steeds opnieuw worden verwerkt


(figuur 18.1). Bij hoge temperaturen kunnen zij hun vorm
verliezen. Thermoplasten kunnen ook zeer goed verspa-
nend worden bewerkt.

Thermoharders worden bij verwarming tijdens hun ver-


werking hard en kunnen daarna niet meer week worden
gemaakt. Ook bij hoge temperaturen behouden zij hun
vorm. Thermoharders kunnen uitsluitend verspanend wor-
den bewerkt.

figuur 18.1 plastische vervorming van perspex


18.1 Bewerken van kunststoffen A
In het algemeen worden kunststoffen in werkplaatsen voor
metaalbewerking alleen verspanend bewerkt. Daarbij
wordt meestal uitgegaan van de halffabrikaten (handels-
vormen) plaat, staaf, buis en profiel en van complete pro-
ducten. Er is wel enig verschil in verspaningsgedrag van
thermoplasten en thermoharders.

Verspanend bewerken van thermoplas-


ten
Er moet rekening worden gehouden met belangrijke ver-
schillen tussen het verspanen van kunststoffen en het ver-
sDanen van metalen:
1 kunststoffen geleiden warmte slecht, de temperatuur
van het werkstuk mag niet te hoog oplopen;
figuur 18.2 2 thermoplasten hebben (afhankelijk van het soort) een
laag smeltpunt;
3 thermoplasten zijn meestal veerkrachtig, hetgeen be-
langrijk is in verband met het inklemmen en op maat
draaien.

Voor de verspaning van thermoplasten geldt dus:


a Gebruik zeer scherp gereedschap met gladde snijkan-
îen.
b Kies een vrij hoge snijsnelheid.
c Kies een lage voedingssnelheid.
d Klem het werkstuk regelmatig in.
e Kies zonodig de juiste vloeistofkoeling, die het materiaal
niet aantast.
f Gebruik een snelstalen of hardmetalen beitel.
g Neem een grote spaanhoek en ook een grote vrijloop-
hoek.

Bij sommige kunststoffen voldoet een goed geslepen


hardmetalen beitel met een negatieve spaanhoek.
figuur 18.3 frezen van akulo

111
Verspanend bewerken van thermohar-
ders
Thermoharders geleiden warmte slecht, smelten niet,
maar kunnen wel verbranden.
Thermoharders zijn hard en dus niet veerkrachtig.

De vulstoffen in de thermoharders oefenen een sterk slij-


tende werking uit op het snijgereedschap. Ook hier wordt
meestal scherp snijgereedschap gebruikt met een grote
spaanhoek.
figuur 18.4 Het meest gebruikte gereedschapsmateriaal is hard-
metaal, maar ook wordt diamant veel gebruikt.

18.2 Lassen van kunststoffen


^.
Het lassen van een thermoplast is mogeli.jk als het wordt
verwarmd tot een dik vloeibare of plastische laag. De
plastische delen worden onder grote druk of met kracht
tegen elkaar geperst.
Hierdoor raken de macromoleculen van beide delen in el-
kaar verstrengeld. Na afkoeling is het een geheel gewor-
den.

Heetgaslassen
Bij het heetgaslassen worden de afzonderlijke delen in
een plastische toestand gebracht met behulp van een
speciale heetgasbrander.
Net zoals bij autogeen lassen worden de beide delen met
figuur 18.5 behulp van een kunststof lasdraad met elkaar verbonden.
De luchttemperatuur is afhankelijk van het materiaal wat
aan elkaar gelast moet worden (figuur 18.4).

Stomplassen
haaks omzetten
Bij stomplassen wordt met een lasspiegel gewerkt. Dit is
een aluminium plaat die elektrisch wordt verwarmd (figuur
18.5). Door middel van een thermostaat kan de lasspiegel
op verschillende waarden worden ingesteld.
De schone vlakken worden met een lichte druk tegen de
lasspiegel gehouden, waardoor het materiaal week wordt.
Na het bereiken van de juiste temperatuur moeten de te
lassen delen in de juiste stand in of aan elkaar worden
gedrukt.

Buigen
Door een vlakke plaat op een plank te leggen met een
elektrisch verwarmde spiraaldraad, kan de plaat worden
omgezet onder een willekeurige hoek. Dit kan gebeuren
doordat een smalle strook door de warmte van de elektri-
figuur 18.6 sche spiraal plaatselijk week is geworden (figuur 18.6).

112
18.3 Verwerken van kunststoffen I
Extruderen
Bij het extruderen (figuur 18.7) worden de korrels kunst-
stof of het poeder onder hoge druk in een verwarmde ma-
trijs of cilinder geperst.
1 cilinderkop
De transportschroef zorgt ervoor dat het materiaal continu
2 cilinder moet worden aangevoerd en na verwerking afgevoerd.
3 verwarmingselementen
4 schroef
Thermoplasten worden bij extruderen door een spuit-
opening geperst tot lange staven, buizen of profielen. De
figuur 18.7 extruderen
spuitkopopening kan vrijwel iedere vorm krijgen. Het pro-
duct wordt voortdurend op de gewenste lengte afgesne-
den.

A Perslucht Flessen blazen


naNNÉd
A u Bij het flessen blazen komt uit de spuitkop een plastisch
slangetje in een mal, dat uit twee delen bestaat. Bij het
lf- _f,_ _t_
_f,_ _f,_ fi _f,_ sluiten van de beide helften van de mal wordt het plas-
tisch slangetje aan de onderzijde dichtgeknepen. Nu kan
Miffi er lucht in het slangetje geblazen worden, zodat het slan-

WWNTzWW Ntu getje de vorm van de matrijsvorm aanneemt.


Een andere manier van flessen blazen is in figuur 18.8 af-
spuitfase blaasfase gebeeld. Dit wordt de spuitgiet-blaas flesmethode ge-
noemo.
figuur 18.8

Folie blazen
Voor het fabriceren van breed folie wordt uitgegaan van
een nog plastisch slangetje. Dat slangetje wordt direct
nadat het de spuitkop verlaat met perslucht gevuld, waar-
door het in de breedte gaat uitzetten.
Daarna wordt het materiaal snel afgekoeld en vervolgens
op een rol gewikkeld (figuur 18.9).

Polyester- en epoxyverwerking
Bij het maken van produkten uit onverzadigde polyesters
en epoxyharsen wordt in het algemeen een wapening van
glasvezel toegepast. Hierdoor wordt het produkt voldoen-
de sterk.
Deze wapening is aan te brengen door persen in een ma-
trijs en door het aanbrengen met de kwast.
Bij het persen wordt de zgn. 'preform', dit is de glasvezel
met een bepaalde hoeveelheid polyester, samen in een
matrijs gebracht en samen geperst.
Het aanbrengen met de kwast wordt ook wel de 'hand-lay-
toevoer extruder
up'-methode genoemd. De glasmat wordt met de hand
geimpregneerd met vloeibare polyester, waaraan een ver-
figuur 18.9
harder is toegevoegd.

113

You might also like