Professional Documents
Culture Documents
Ebolavirus
In 1976 werd de wereld opgeschrikt door een aantal infecties met het Ebolavirus in
Zaïre. Dit virus is voor mensen zeer besmettelijk en veroorzaakt in korte tijd de dood
doordat er hoge koorts met inwendige bloedingen optreedt. Tegen de ziekte bestaan
geen geneesmiddelen. Het virus wordt verspreid via bloed, urine en uitwerpselen.
Waar het virus vandaan komt, is onbekend. Verondersteld wordt dat het virus
voorkomt bij een in het wild levende diersoort. Het kan zich dan vanuit de
geïnfecteerde dieren verspreiden. Men noemt zo’n wilde diersoort het virus-reservoir.
Zodra men het virus-reservoir heeft opgespoord, kan begonnen worden met het
isoleren van het virus. Dit kan dan in verzwakte vorm ingespoten worden in gezonde
mensen, zodat deze een bescherming opbouwen die ook werkt tegen het onverzwakte
virus.
1 2p Hoe noemt men de hier beschreven techniek?
A het opwekken van antigeenproductie door actieve immunisatie
B het opwekken van antigeenproductie door passieve immunisatie
C het opwekken van antistofproductie door actieve immunisatie
D het opwekken van antistofproductie door passieve immunisatie
Tyfus-Mary
De ziekte tyfus is een gevolg van een ernstige darminfectie die wordt overgedragen
door besmet drinkwater of besmet voedsel.
In het begin van deze eeuw leefde in de VS een kokkin (Mary) die tussen 1901 en
1906 minstens 25 gevallen van tyfus ’veroorzaakte’. De veroorzaker van tyfus, de
bacterie Salmonella typhi, bleek zich in haar darmen te bevinden zonder dat Mary zelf
de symptomen van deze ziekte vertoonde.
Mary moest uiteindelijk als draagster van tyfusbacteriën de rest van haar leven in een
huis op het terrein van een ziekenhuis verblijven, want men kon haar toen niet
bacterievrij maken. Het was te gevaarlijk om haar tussen de mensen in de
maatschappij te laten leven.
Andere bacteriën dan Salmonella typhi kunnen op overeenkomstige wijze ziekten
veroorzaken. Deze bacteriën kunnen voorkomen in verontreinigd drinkwater of op
vlees doordat in het slachthuis of in de slagerij besmetting heeft plaatsgevonden.
Naast het opsporen van de draagster van Salmonella typhi en het isoleren van de
draagster en patiënten hadden nog meer maatregelen genomen kunnen worden om de
verspreiding van de ziekte te voorkomen.
Taaislijmziekte
Bepaalde infecties behandelt men met een flinke dosis van een antibioticum, maar op
den duur raken de ziekteverwekkers daartegen resistent.
Er zijn ook groepen ziekteverwekkers die niet met antibiotica kunnen worden
bestreden. ■
5 1p Geef de naam van zo’n groep.
Helicobacter
De bacterie Helicobacter pylori is de laatste jaren regelmatig in het nieuws omdat
deze betrokken is bij het ontstaan van maagzweren. Een maagzweer is een
beschadiging van de binnenkant van de maagwand. De bacterie beschikt over een
enzym, urease, dat ureum omzet in koolstofdioxide (CO2) en ammonium (NH4+).
Een infectie met Helicobacter pylori wordt tegenwoordig behandeld met antibiotica.
Bij 8% van de patiënten die waren behandeld met antibiotica, keerde de maagzweer
binnen het jaar terug. Bij hen bleek het gebruikte antibioticum geen resultaat meer te
hebben.■
7 1p Noem een mogelijke oorzaak voor het feit dat een tweede behandeling met het
antibioticum geen resultaat had.
De huid
In afbeelding 9 is een doorsnede van de huid van de mens schematisch weergegeven.
De huid heeft een functie bij het regelen van de lichaamstemperatuur.
Dierproeven
Vleermuizen zijn zoogdieren die kunnen vliegen met behulp van een vlieghuid die
gespannen is tussen de ledematen en de staart (zie afbeelding 9). De vlieghuid is
vrijwel kaal, elastisch en sterk doorbloed. Eventuele verwondingen genezen snel.
Kinkhoest
In 1996 was het aantal gevallen van kinkhoest in Nederland relatief hoog. Kinkhoest
is een infectieziekte van de luchtwegen die door aanhoesten wordt overgebracht. De
verwekkers zijn de bacteriën Bordetella pertussis en Bordetella parapertussis.
Kinderen zijn na vaccinatie 10 tot 15 jaar immuun tegen de ziekteverwekker.
Er werden drie hypothesen bedacht om de toename van het aantal kinkhoestgevallen
in 1996 te verklaren.
hypothese 1: Het vaccin werkt niet meer zo goed.
hypothese 2: Er zijn kwaadaardiger bacteriën in omloop dan voorheen.
hypothese 3: Huisartsen letten beter op en stellen vaker de diagnose kinkhoest.
Als een arts constateert dat je verkouden bent, zal hij je, ondanks het feit dat het een
infectieziekte betreft, hiervoor geen antibiotica voorschrijven.
15 2p Wat is daarvan de directe reden?
A Antibiotica bestrijden wel de symptomen, maar niet de oorzaak van de
verkoudheid.
B Antibiotica kunnen de slijmvliezen maar moeilijk bereiken.
C Antibiotica werken alleen tegen bacteriën, niet tegen virussen.
D Frequent gebruik van antibiotica leidt tot resistentie van het verkoudheidsvirus.
Hepatitis-A
16 1p Leg uit waardoor mensen uit welvarende landen meestal geen weerstand hebben
tegen hepatitis-A.
17 1p - Waarom is passieve immunisatie niet geschikt voor reizigers die vaak of lang
verblijven in risicolanden?
- Leg je antwoord uit.
Antwoorden Thema 7 Bescherming
Ebolavirus (1999-2-46,47)
1 2p C
2 2p F
Tyfus-Mary (1999-1-44,45)
3 1p Zij was zelf immuun/had zelf antistoffen.
4 1p Voorbeelden van een juist antwoord:
• een behandeling met antibioticum
• een chemotherapeuticum geven
• inspuiten met antistof
Taaislijmziekte (2000os-1-38)
5 1p virussen/wormen/bepaalde eencelligen
Opmerking
Als een leerling hier bacteriën of schimmels antwoordt dit niet juist rekenen.
Vleermuizen (2002-1-43)
12 2p F
Kinkhoest (2002-2-23,24)
13 2p Uit het antwoord moet blijken dat:
• in beide gevallen dezelfde antigenen / bacteriën in het lichaam komen 1
• waartegen dezelfde antistoffen worden gevormd (en die lange tijd opnieuw gevormd
kunnen worden) 1
14 2p • Een aantal proefdieren wordt ingespoten met bacteriën uit 1996 (groep 1) en een
aantal andere dieren wordt ingespoten met bacteriën uit voorgaande jaren (groep 2)
(en een derde groep wordt niet ingespoten en dient als controle) en het percentage
zieke dieren in de groepen wordt vergeleken 1
• Als dat percentage bij groep 1 niet hoger is dan bij groep 2, (maar bij beide groepen
wel hoger dan in groep 3) wordt de hypothese verworpen 1
Verkoudheid (2003-2-19)
15 2p C
Hepatitis-A (2003-2-43,44)
16 1p Uit het antwoord moet het volgende blijken:
het lichaam heeft (nog) geen antistoffen gemaakt, doordat het (nog) niet eerder met
het
virus in aanraking is gekomen.
17 1p Deze immunisatie is niet blijvend met de uitleg dat deze (ingespoten) antistoffen na
verloop
van tijd weer worden afgebroken / er worden geen geheugencellen tegen hepatitis A
gemaakt.