Professional Documents
Culture Documents
NVB Ai in de Financie Le Sector
NVB Ai in de Financie Le Sector
in de financiële sector
Balans tussen innovatie en (rechts)zekerheid over spelregels
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) behartigt de gemeenschappelijke
belangen van de Nederlandse en buitenlandse banken die actief zijn in
Nederland. Dit document is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in de
toepassing van AI in de financiële sector en het standpunt van banken hierin.
Inhoud
Implicaties 4
Inzet AI vraagt extra voorzichtigheid 5
Kernboodschap Nederlandse Vereniging van Banken 5
Kantelpunt 6
Toepassing van AI in de bankensector 7
Balans tussen ruimte voor innovatie en rechtszekerheid 8
AI en de AVG 9
Oproep tot dialoog 9
De financiële sector staat – net als de Nederlandse samenleving – voor een digitale
transformatie: de zogeheten ‘vierde industriële revolutie’ (4IR). Een van de sleutel
technologieën die momenteel een enorme vlucht maakt, is artificial intelligence (AI).
Of in goed Nederlands: artificiële of kunstmatige intelligentie.
Het gebruik van artificiële intelligentie (AI) biedt grote kansen voor de maatschappij en
individuen, waaronder meer welvaart en economische groei. Ook binnen de financiële
sector biedt de toepassing van AI voordelen. Voor klanten valt te denken aan betere en
persoonlijke dienstverlening en klantervaring, laagdrempelige financiële diensten en meer
maatwerk en kostenbesparingen. Maatschappelijk zal AI een belangrijke rol spelen bij de
democratisering van diensten en producten, bij de bestrijding van financiële criminaliteit
en bij de poortwachtersfunctie van banken. Bijvoorbeeld bij het voorkomen van fraude en
bij het bijdragen aan de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering, door
effectievere en efficiëntere opsporing van ongebruikelijke transacties. Voor banken liggen
de kansen bij een verbeterde beveiliging van informatiesystemen, de bescherming van
klanten, het verbeteren van het risicomanagement en het voldoen aan wettelijke
verplichtingen. Tegelijkertijd stelt het gebruik van AI-toepassingen – zoals bij elke
innovatie het geval is – de samenleving voor nieuwe uitdagingen.
• • Implicaties
AI is geen nieuwe technologie. Maar door de toename van rekenkracht en beschikbare data
in de afgelopen jaren, is het nu echter mogelijk om bruikbare AI-systemen te realiseren.
Dit zal leiden tot een toename in het gebruik van AI-systemen. Bij de inzet van AI moet
expliciet rekening worden gehouden met zowel juridische als ethische implicaties. De
dialoog van high-level principes op internationaal niveau is een belangrijk startpunt voor
het vormgeven van de juiste voorwaarden en criteria hiervoor. Financiële instellingen zijn
daarnaast verantwoordelijk voor het integreren van ethische overwegingen in hun beleid en
procedures bij de toepassing van AI.
• • Kantelpunt
De opkomst van AI wordt vaak vergeleken met die van de stoommachine of elektriciteit.
Met name het deelgebied machine learning is hierbij een belangrijke ontwikkeling. Hoewel
AI al langer bestaat en de eerste stappen al in de Tweede Wereldoorlog werden gezet,
staan de AI-ontwikkelingen nu op een kantelpunt. In hoog tempo worden in alle sectoren
baanbrekende ontdekkingen gedaan en nieuwe praktische toepassingen ontwikkeld. Dit
onderzoek gebeurt niet alleen door universiteiten, maar juist door technologiebedrijven en
tal van andere sectoren. Het vooruitzicht op verbeterde winstgevendheid leidt tot
wereldwijd toenemende investeringen in AI 4).
Het belang van AI in de digitale economie wordt breed onderschreven door politiek en
bedrijfsleven. In het nieuwe mandaat van de Europese Commissie heeft de ontwikkeling
van AI een prominente plek. Ook de Nederlandse overheid zet in op een leidende rol op
het gebied van AI en heeft deze verwoord in haar nationale Strategisch Actieplan voor AI
(SAPAI). Om die doelen te bereiken, werkt de Nederlandse overheid samen met het
bedrijfsleven in de Nederlandse AI Coalitie (NL AIC). De Nederlandse banken spelen
daarin als coalitiepartner ook een actieve rol en onderschrijven de doelstellingen van de
NL AIC. Ook wordt onderzocht op welke wijze het specifieke toepassingsgebied voor de
financiële sector vorm kan krijgen.
Banken hebben wel een lange geschiedenis met het verwerken van data en het gebruik van
data-analyses. Ook zijn banken goed gepositioneerd om ontwikkelingen op het gebied van
AI te benutten. De voornaamste toepassingen van AI binnen de bankensector zijn met
name gericht op het creëren van betere inzichten in de diverse risico’s en op het
verbeteren van het risicomanagement. Klanten profiteren van een efficiëntere en betere
service en van een betere klantbediening.
6 Een goed overzicht van specifieke toepassingen bij Nederlandse banken is te vinden in het recente onderzoek
General Principles for the use of AI in the Financial Sector van De Nederlandsche Bank.
• • AI en de AVG
Een belangrijk onderwerp voor de ontwikkeling van AI, is het gebruik van persoons
gegevens. Het gebruik van data voor de ontwikkeling van AI-systemen en de toename van
dataverzameling vereisen sterke randvoorwaarden voor de databeveiliging en privacy voor
alle partijen die financiële diensten aanbieden en voor de waarborging van privacy-rechten
van betrokkenen. Doordat het gebruik van persoonsgegevens essentieel is bij het
ontwikkelen van goed functionerende AI-systemen, is goede afstemming nodig met alle
toezichthouders en financiële dienstverleners. De Algemene Verordening Gegevens
bescherming (AVG) biedt die bescherming in belangrijke mate. Tegelijkertijd stelt de AVG
ook vereisten rond transparantie, data-minimalisatie, doelbinding en geautomatiseerde
besluitvorming die innovatie potentieel in de weg kunnen staan.
Banken zijn zich ervan bewust dat bij het ontwerp en de inzet van AI-toepassingen een
zorgvuldige belangenafweging dient te worden gemaakt, waarbij privacyoverwegingen
nadrukkelijk steeds een rol moeten spelen. Daarvoor is het nodig dat rekening wordt
gehouden met – en voldaan wordt aan – de AVG. Bepaalde principes uit de AVG lijken op
het eerste gezicht echter haaks te staan op de kern van AI, waaronder data-minimalisatie,
doelbinding, transparantie enzovoort. Toch biedt de AVG in onze visie kansen om gebruik
te kunnen maken van persoonsgegevens bij de toepassing van AI waar het respect voor de
(privacy)rechten van de klanten intact blijft. Het principe van ‘accountability’ vormt daarbij
de sleutel.
Het gebruik van AI brengt naast kansen ook nieuwe risico’s met zich mee en werpt nieuwe
ethische en morele vraagstukken op. Gelet op de maatschappelijke rol van banken en de
maatschappelijke impact van deze technologie, vraagt het verantwoord gebruik van AI in
de financiële sector – ongeacht welke partij deze diensten levert – om extra zorgvuldigheid.
In het bijzonder gaat het dan om vraagstukken op het gebied van ethisch gebruik, non-
discriminatie, privacy, autonomie alsook om transparantie en uitlegbaarheid bij het gebruik
van AI-systemen. Banken moeten transparant zijn over de inzet van AI-systemen. Voor
klanten moet het altijd mogelijk zijn om bezwaar te maken tegen geautomatiseerde
besluiten die een significante impact op hun leven hebben.
De inzet van AI gaat verder dan de technische toepassing en vraagt ook nieuwe culturele
en organisatorische veranderingen in de sector, bijvoorbeeld rond beleid, bewustzijn,
ethiek en het adresseren van specifieke risico’s rond AI. Banken onderschrijven dan ook
de noodzaak voor goede waarborgen bij het gebruik van AI. Dergelijke waarborgen dienen
zoveel mogelijk internationaal, en op zijn minst op Europees niveau te worden ontsloten.
Terreinen waar deze waarborgen thuishoren, zijn bijvoorbeeld op het vlak van mensen
rechten, privacy en data, veiligheid, intellectueel eigendom, mededinging en werk
gelegenheid. Banken pleiten dan ook voor een brede maatschappelijk discussie om de
kansen en uitdagingen van AI in het juiste perspectief te plaatsen.
Tegelijkertijd zijn er meerdere initiatieven om te komen tot richtlijnen voor het gebruik
van AI, bijvoorbeeld het recent opgerichte International Panel on AI (APAI) 7). Eerder
onderschreef de G20 al de noodzaak voor AI-principes 8). Het belang wordt ook duidelijk
door een veelheid en diversiteit van initiatieven in een publicatie van Harvard 9), waarin
uiteenlopende aandachtsgebieden in kaart worden gebracht. Duidelijk is dat ethisch
gebruik van AI niet beperkt is tot landsgrenzen of de grenzen van de Europese Unie.
Daarbij is de discussie over ethiek vooral ook een doorlopend leerproces en een punt van
aandacht. Ethiek is een fundamenteel wetenschapsgebied. Ethici bestuderen morele
concepten en proberen antwoord te vinden op de vraag wat ‘de goede mens’ is – en wat
daarmee verbonden morele deugden (virtues) zijn, wat een ‘goed karakter’ is en wat ‘juist
handelen’ is. Bij een ethische benadering voor het gebruik van AI en technologie in brede
zin, wordt daarmee voor AI dezelfde vraag gesteld. Ook is de discussie over ethiek in
financiële dienstverlening niet nieuw en deze is niet specifiek aan een bepaalde
technologie verbonden. De afgelopen jaren reflecteerden de Nederlandse banken in
ethische commissies op dergelijke vraagstukken en vormden ethische afwegingen een
integraal onderdeel van de bedrijfsvoering.
Het is dan ook de nadrukkelijke verantwoordelijkheid van het (senior) management van de
banken om erop toe te zien dat de organisatie op het gebied van AI en ethiek, beschikt
over de expertise die nodig is voor de waarborging van goed en ethisch verantwoord
gebruik. Daarbij is er in het bijzonder aandacht voor medewerkers die direct betrokken zijn
bij het ontwerp, de ontwikkeling en productie van AI-oplossingen. Voldoende kennis van de
sterke punten, beperkingen en ethische uitdagingen van de AI-systemen van de organisatie
is cruciaal – van de werkvloer tot in de boardroom.
Tegelijkertijd kunnen de uitkomsten van machine learning soms gekleurd zijn door
onbewuste subjectieve invloeden of historische vooroordelen. Bij het gebruik van AI-
toepassingen is het van belang voor ogen te houden dat de kwaliteit van de resultaten
of uitkomsten afhankelijk is van de gebruikte data, de assumpties en doelstellingen van
het model. Daarnaast speelt de wijze waarop de uitkomsten worden ingezet, ook een
belangrijke rol.
• • Transparantie en uitlegbaarheid
Transparantie en uitlegbaarheid zijn in de discussie over ethische AI belangrijke uitgangs
punten. Beide uitgangspunten kunnen bijdragen aan het vertrouwen in AI en het gebruik
daarvan. Vanuit het wettelijk kader zal veelal ook een verplichting bestaan om transparant
te zijn. Transparantie betreft vooral de (ex-ante) beschikbaarheid van informatie over de
toepassing. Uitlegbaarheid gaat vooral over de begrijpelijke uitlegbaarheid van de werking
en uitkomsten van het AI-systeem door – zeer waarschijnlijk – een mens. Indien een
systeem een (adviserende) beslissing maakt met zwaarwegende impact, dan moet casus-
specifieke uitleg geborgd zijn.
De precieze mate van transparantie van AI-toepassingen zou een balans moeten zijn
tussen de belangen van het individu, de onderneming en de toezichthouders. De gewenste
transparantie zal anders zijn voor bijvoorbeeld interne gebruikers, toezichthouders en
klanten. Niet in alle gevallen is volledige transparantie mogelijk en/of wenselijk. Een
voorbeeld waarbij volledige transparantie niet wenselijk mag zijn, is de inzet van AI-
toepassingen bij witwasbestrijding. Een breed en algemeen inzicht in het algoritme en de
processen zijn contraproductief, en verregaande transparantie ondermijnt een effectieve
opsporing, bestrijding en preventie van criminele activiteiten – en staat daarmee een
goede uitoefening van de poortwachtersfunctie van banken in de weg. Richtlijnen met
betrekking tot transparantie zullen voldoende flexibel (of situationeel) moeten zijn om met
verschillende situaties rekening te houden.
Daarnaast moet rekening worden gehouden met andere legitieme redenen van
vertrouwelijkheid, zoals de bescherming van intellectuele eigendomsrechten op AI-
systemen. Het gaat daarbij niet alleen om de algoritmen zelf, maar ook om het gebruik van
variabelen en toegekend gewicht in een model, of om de hoeveelheid gebruikte historische
data die het resultaat zijn van onderzoek. Toegang tot deze informatie door derden zou de
innovatie en ontwikkeling van deze AI-toepassingen kunnen frustreren.
Het Strategisch Actieplan voor Artificiële Intelligentie van het kabinet is daarbij een
belangrijke stap voor het versnellen van de ontwikkeling en toepassing van AI. Nederland
moet meer investeren om een inhaalslag maken, waardoor de achterstand ten opzichte van
Duitsland, Frankrijk en Engeland wordt ingehaald. Deze landen hebben al eerder een
duidelijke visie ontwikkeld op de toekomst van AI en hebben ambitieuze doelen gesteld.
Een innovatieve financiële sector kan bijdragen aan de invulling van deze ambitie. De
bankensector wil deze rol nadrukkelijk ook oppakken. Voor het stimuleren van AI in de
financiële sector, moeten banken, verzekeraars, beleidsmakers, toezichthouders en
wetenschap daarom gezamenlijk optrekken en obstakels wegnemen.
Voor brede toepassing van AI is maatschappelijke acceptatie nodig. De inzet van AI-
systemen zal steeds vaker zichtbaar worden in de samenleving. Het vertrouwen in AI is
niet vanzelfsprekend. Hoewel de kansen voor mensen en samenleving breed worden
onderkend, bestaan er ook veel twijfels over de inzet van AI. Voor de bankensector is het
vertrouwen van haar klanten echter de kern van haar bestaan. Voor toepassing van AI-
systemen door banken, is vertrouwen in de technologie derhalve essentieel en moet er
voldoende draagvlak zijn voor de toepassing ervan. Meer voorlichting over de werking van
AI is dan ook een randvoorwaarde voor maatschappelijke acceptie van AI. Daarbij spelen
transparantie en uitlegbaarheid van uitkomsten van AI-systemen een rol van belang.
Algemene educatie over AI, zoals bijvoorbeeld de Nationale AI Cursus beoogt, speelt
daarbij een belangrijke rol en wordt door de banken dan ook aangemoedigd.
Banken hebben bij de inzet van AI-systemen te maken met vier verschillende nationale
toezichthouders: DNB, AFM, ACM en de AP – naast de European Banking Authority (EBA)
en de Europese Centrale Bank (ECB). Voor de toepassing van AI is het van groot belang
dat er duidelijkheid is over de wijze waarop AI-systemen en data mogen worden toegepast.
Meer afstemming tussen toezichthouders en dialoog met de bankensector is daarom een
voorwaarde.
Een voorwaarde voor de ontwikkeling van AI-systemen is een brede datatoegang en -deling.
Zonder kwalitatief goede data is er immers geen machine learning mogelijk. Hoe meer
relevante en kwalitatief hoogwaardige data er beschikbaar is, des te beter wordt in principe
de voorspellende waarde en daarmee het nut van de machine learning AI-applicaties en de
potentiële waarde die klanten hieraan kunnen ontlenen.
Uitgangspunt voor toegang tot persoonsgegevens blijft dat individuen zelf controle hebben
over wat er met hun data gebeurt, wie zij toegang geven tot data en met wie zij hun data
willen delen. Op basis van de AVG hebben klanten al recht op inzage van hun data en het
recht op dataportabiliteit. Om van dit recht gebruik te kunnen maken, zouden de toegang
en uitwisseling ook veiliger en eenvoudiger gemaakt moeten worden, waarbij de data-
eigenaar meer grip heeft op zijn data. Het is van maatschappelijk belang dat wordt
voorkomen dat organisaties en bedrijven beperkingen opwerpen voor het beschikbaar
stellen aan en het delen van deze data met anderen.