LES 1: ZIJN DE UITLEGGINGEN NIET VAN GOD? 25.05.

2017

Wat is de Bijbel?
De Bijbel is een verzameling van 66 boeken die geschreven zijn door ongeveer 40 schrijvers—
profeten en apostelen—over een periode van ongeveer 1500 jaar. De eerste 39 boeken vormen het
Oude Testament; de laatste 27 vormen het Nieuwe Testament.

Wie heeft het Oude Testament geschreven?

De eerste vijf boeken van de Bijbel—Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium—zijn
geschreven door Moses tijdens de uittocht van de Israelieten uit Egypte rond 1446 v. Chr. Deze
boeken vormen samen de Torah. Het boek Job is ook geschreven door Moses. Richteren is
waarschijnlijk geschreven door Joshua, terwijl Samuel de boeken schreef die zijn naam dragen, net
als Nehemiah en Ezra. De meeste Psalmen zijn geschreven door koning David, terwijl de beroemde
koning Salomo zijn wijsheid met ons deelt in de boeken Spreuken, Prediker en Hooglied. De
boeken van de profeten worden meestal onderverdeeld in de grote en kleine profeten. De grote
profeten zijn Jesaja, Jeremia, en Ezekiel. De kleine profeten zijn Daniël, Hosea, Joël, Amos,
Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Sefanja, Haggai, Zacharia, Maleachi.

Wie heeft het Nieuwe Testament geschreven?

De eerste vier boeken van het Nieuwe Testament—het evangelie van Matheüs, Marcus, Lucas en
Johannes—worden ook wel de vier evangelieën genoemd. Hierin wordt het leven van de Here Jezus
Christus op aarde verteld. Het boek handelingen is door Lucas geschreven. En dan zijn er nog de
brieven die geschreven zijn door de apostelen Paulus, Petrus, Jacobus, Judas en Johannes. Het
laatste boek uit de Bijbel, de Openbaring van Jezus Christus, is geschreven door Johannes tijdens de
heerschappij van de Romeinse keizer Domitianus (81-96 n. Chr.).

Waarom wordt de Bijbel het Woord van God genoemd?

De profeten zeiden vaak, “Zo spreekt de Here...” (zie bijvoorbeeld Amos 1:3) Deze uitdrukking
komt minstens 415 keer voor in het Oude Testament. Een profeet is iemand die spreekt namens God
onder de inspiratie van de Heilige Geest. Dit betekent dat Gods Geest de gedachten van de profeet
geleid (geïnspireerd) heeft en dat hij niet zijn eigen gedachten opschreef, maar alleen de woorden
die door God ingegeven werden. De profeten waren gewone mensen zoals jij en ik, maar konden de
stem van God heel duidelijk horen. Het woord dat zij van God ontvangen gaven zij vervolgens door
aan het volk Israel. De apostelen van de Here Jezus Christus deden later hetzelfde in de vroege
kerk.

Wie kan de Bijbel uitleggen?

“En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht
hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de
morgenster opga in uw harten. Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen
uitlegging; Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de
heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.” (1
Petrus 1:19-21)

Als de Bijbel geen “eigen uitlegging” toelaat, wie kan ons dan uitleg geven?
Het is belangrijk om bij het lezen van de Bijbel te onthouden dat God alleen in staat is om de Bijbel
uit te leggen aan ons door zijn Geest. Jozef was zich hiervan bewust toen hij de dromen van de
bakker en schenker in Egypte uitlegde:
“En zij zeiden tot hem: Wij hebben een droom gedroomd, en er is niemand, die hem uitlegge. En
Jozef zeide tot hen: Zijn de uitleggingen niet van God? Vertelt ze mij toch.” (Genesis 40:8).

Dit is een heel belangrijk principe:

 – “eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging”
– Dan wetende, dat de uitleggingen van God zijn. God wil ons zelf de Bijbel zelf uitleggen
door Zijn Geest, net zoals Hij de dromen van de bakker en de schenker aan Jozef uitlegde in
Egypte, en de droom van koning Nebuchadnezzar aan Daniel in Babylon.

Hoe ontvangen wij dan de Heilige Geest?

“Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de
hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?” (Lukas 11:9-13)
“Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de
belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof.” (Galaten 3:14).

Hoe legt God de Bijbel aan ons uit?

“...doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid;
want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij
u verkondigen.” (Johannes 16:13).

Waarom zijn er dan zo weinig mensen die de Bijbel begrijpen?

“Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem
dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden.” (1 Korintiërs
2:14).

Waarom begrijpt de natuurlijke mens de Bijbel niet?

“Daarom dat het bedenken des vleses,” (dat is het denken van de natuurlijke mens) “vijandschap is
tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet.” (Romeinen 8:7).

Wie kan de Bijbel dan wel begrijpen?

“...indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij van God komt, dan of Ik uit
Mijzelf spreek.” (Johannes 7:17).

Waarom is gehoorzaamheid zo belangrijk?

“En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Welken God gegeven heeft
dengenen, die Hem gehoorzaam zijn.” (Handelingen 5:32).
“Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden. En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een
anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; Namelijk den Geest der
waarheid...” (Johannes 14:15-17)

Waarom is het belangrijk om als kind de Bijbel te bestuderen?

“Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wien
gij het geleerd hebt; En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen
maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is. Al de Schrift is van God
ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de
rechtvaardigheid is; Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.”
(2 Timoteüs 3:16-17)

Welk kind geeft ons hierin het juiste voorbeeld?

Toen de Here Jezus “twaalf jaren oud geworden was” en zijn ouders hem drie dagen kwijt waren,
gebeurde het “dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende,
en hen ondervragende. En allen, die Hem hoorden, ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden.
En zij, Hem ziende, werden verslagen; en Zijn moeder zeide tot Hem: Kind! waarom hebt Gij ons
zo gedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. En Hij zeide tot hen: Wat is het, dat
gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? En zij verstonden
het woord niet, dat Hij tot hen sprak. En Hij ging met hen af, en kwam te Nazareth, en was hun
onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart. En Jezus nam toe in wijsheid, en
in grootte, en in genade bij God en de mensen.” (Lucas 2:42-52)