You are on page 1of 23

1

Algemene Scheikunde
Oefeningen

2012-2013
2

Oefening 2.26

Hemoglobine is een proteïne dat instaat voor


het zuurstoftransport in het lichaam.
Hemoglobine bevat 0.342 m% Fe en elke
hemoglobine molecule bevat 4 ijzer atomen.

Bereken de molaire massa van hemoglobine.


3

mi ni × AMi
m%i = 100 × = 100 ×
∑ mi
i
∑ n × AMi
i

4 × 55.847 g Fe / mol
0.342 g Fe = 100 ×
MMhemoglob.

4 × 55.847 g Fe / mol
MMhemoglob. = 100 ×
0.342 g Fe

MMhemoglobine = 65 318.13 g/mol


4

Oefening 2.31
Cisplatin, een anti-kanker agens dat gebruikt wordt bij
de behandeling van tumoren, wordt bereid door
reactie van kaliumtetrachloroplatinaat met ammoniak:
K 2PtCl4 + 2 NH3 → Pt(NH3 )2 Cl2 + 2 KCl
Veronderstel dat 10 g kaliumtetrachloroplatinaat en
10 g ammoniak in reactie worden gebracht.
a) welk van de reactanten is in ondermaat
aanwezig?
b) hoeveel gram van het reactant in overmaat wordt
er verbruikt en hoeveel gram blijft er over?
c) hoeveel gram cisplatin wordt er gevormd?
5
K 2PtCl4 + 2 NH3 → Pt(NH3 )2 Cl2 + 2 KCl
nNH32
Stoihiometrische verhouding: =
nK 2PtCl4 1

Actuele verhouding:
MM K2PtCl4 = 415.3 g/mol
nNH3 0.588 24.4 2
= = > ⇒ K2PtCl4 in ondermaat
nK 2PtCl 4 0.0241 1 1

2 2
nNH3 ,omgezet = × nK 2PtCl 4 ,omgezet = × 0.0241 mol = 0.0482 mol
1 1

⇒ 0.819 g NH3 wordt verbruikt

⇒ 10.0 g – 0.819 g = 9.2 g NH3 blijft over


6

K 2PtCl4 + 2 NH3 → Pt(NH3 )2 Cl2 + 2 KCl


1
ncisplatin,gevormd = × nK 2PtCl 4 ,omgezet = 0.0241 mol
1
MM Pt(NH3)2Cl2 = 300.1 g/mol

⇒ 7.23 g cisplatin wordt gevormd


7

Oefening 2.34

Een staal van 8.5 g van een ijzerhoudende verbinding


wordt omgezet tot ijzer(II)chloride. Het gevormde
ijzer(II)chloride wordt vervolgens in reactie gebracht
met een kaliumdichromaatoplossing in aanwezigheid
van HCl waarbij chroom(III)chloride, kaliumchloride,
ijzer(III)chloride en water worden gevormd.
Wat is het massapercentage ijzer in de oorspronkelijke
verbinding, indien er 28.66 ml van een 0.1388 M
kaliumdichromaatoplossing nodig zijn om alle
ijzer(II)chloride om te zetten?
8

6 FeCl2 + K 2Cr2O7 + 14 HCl → 2 CrCl3 + 7 H2O + 6 FeCl3 + 2 KCl

MM FeC2 = 126.75 g FeCl2/mol FeCl2 MM K2Cr2O7 = 294.2 g K2Cr2O7/mol K2Cr2O7

nFeCl2
6
Stoichiometrische verhouding: =
nK 2Cr2O7 1

nK 2Cr2O7 ,verbruikt = cK 2Cr2O7 × V

0.1388 mol
nK 2Cr2O7 ,verbruikt = × 28.66 × 10 −3 ℓ = 3.978 × 10 −3 mol

6
nFeCl2 ,omgezet = × nK 2Cr2O7 ,verbruikt
1
6
nFeCl2 ,omgezet = × 3.978 × 10 −3 mol = 0.023868 mol
1
9
nFe,FeCl2 = nFeCl2 ,omgezet = 0.023868 mol

mFe,FeCl2 = AMFe × nFe,FeCl2

55.85g Fe
mFe,FeCl2 = × 0.023868 mol Fe = 1.333g Fe
molFe

mFe,verbinding = mFe,FeCl2 = 1.333 g

mFe,verbinding
m%Fe,verbinding = × 100
mverbinding
1.333g Fe
m%Fe,verbinding = × 100 = 15.68
8 .5 g
10

Oefening 2.35

Een mengsel bevat enkel strontiumcarbonaat en


bariumcarbonaat. Indien 1.60 g van dit mengsel
behandeld wordt met waterstofchloride, wordt er
0.421 g koolstofdioxide vrijgesteld.

Bereken het massapercentage van elke


component in het mengsel.
11
SrCO3 + 2 HCl → SrCl2 + H2O + CO2
BaCO3 + 2 HCl → BaCl2 + H2O + CO2
MMCO2
γ mCO 2 ,SrCO3 =
MMSrCO3
44 g CO 2
mCO2 ,SrCO3 = × x g SrCO3 = 0.298 x
147.6 g SrCO3
44 g CO2
mCO2 , BaCO3 = × y g BaCO3 = 0.223 y
197.3 g BaCO3

mSrCO3 + mBaCO3 = x + y = 1.60 x = mSrCO3 = 0.856 g

0.298 x + 0.223 y = 0.421 y = mBaCO3 = 0.744 g

46.5 m% BaCO3; 53.5 m% SrCO3


12

Oefening 2.39
De toename van zwaveldioxidegas in de lucht vormde een
waarschuwing voor de uitbarsting van de Pinatubovulkaan en leverde
zo de mogelijkheid om de door de lavastroom potentieel bedreigde
gebieden te evacueren. In een bepaling van de hoeveelheid
zwaveldioxide in lucht werd 500 liter lucht bij 1 bar en 25°C door 250 ml
van een zure 0.00498 M kaliumpermanganaatoplossing geborreld. In
deze omstandigheden wordt het zwaveldioxide volledig omgezet door
reactie met de permanganaationen in de oplossing tot sulfaatanionen
en mangaan(II)ionen. De in de oplossing overblijvende
permanganaationen reageerden met 37.26 ml van een 0.0998 M
ijzer(II)sulfaatoplossing met vorming van ijzer(III)ionen en
mangaan(II)ionen. Wat is de concentratie, in ppm-vol, van SO2 in de
lucht?
13

reactie 1: 5 SO2 + 2 MnO4- + 2 H2O → 5 SO42- + 2 Mn2+ + 4 H+


nSO 25
Stoichiometrische verhouding (1): =
nKMnO 4 2

reactie 2: 5 Fe2+ + MnO4- + 8 H+ → 5 Fe3+ + Mn2+ + 4 H2O


nFe 2+ 5
Stoichiometrische verhouding (2): =
nKMnO 4 1
nFeSO 4 ,verbruikt,2 = CFeSO 4 × V
0.0998 mol
nFeSO 4 ,verbruikt,2 = × 37.26 × 10 −3 ℓ = 3.72 × 10 −3 mol

1
nKMnO 4 ,omgezet,2 = × nFeSO 4 ,verbruikt,2
5
1
nKMnO 4 ,omgezet,2 = × 3.72 × 10 −3 mol = 7.44 × 10 − 4 mol
5
14
nKMnO 4 ,start = CKMnO 4 × V
0.00498 mol
250 mℓ × = 1.245 × 10 −3 mol
1000 mℓ
nKMnO 4 ,omgezet,1 = nKMnO 4 ,start − nKMnO 4 ,omgezet,2

1.245 × 10 −3 mol − 7.44 × 10 −4 mol = 5.01× 10 −4 mol


5
nSO 2 = × nKMnO 4 ,omgezet,1
2
5
nSO 2 = × 5.01× 10 − 4 mol = 1.2525 × 10 −3 mol
2
nSO 2 RT
VSO 2 =
P
−2
8 . 31451× 10 ℓ bar 1
VSO 2 = 1.2525 × 10 −3 mol × × 298 K × = 0.031 ℓ
mol K 1 bar
15

VSO 2
ppm - vol SO2 =
Vlucht

0.031ℓ SO2 6.2 × 10 −5 ℓ SO2 62 × 10 −6 ℓ SO2


= = = 62 ppm SO2
500 ℓ lucht ℓ lucht ℓ lucht

De concentratie van SO2 in de lucht bedraagt 62 ppm-vol


16

Oefening 2.41
Een verbinding met formule C14H20O2N werd
gekristalliseerd uit een verzadigde oplossing in
1,1,2,2-tetrachloorethaan. Na analyse van het
uitgekristalliseerde materiaal bleek dat dit 68.5
m% C en 8.18 m% H bevatte waaruit besloten
kon worden dat het uitgekristalliseerde
materiaal nog een aanzienlijke hoeveelheid
1,1,2,2-tetrachloorethaan bevatte.
Wat is de samenstelling (in m%) van het
uitgekristalliseerde mengsel.
17
x = mC14H20O 2N = m A y = mC2H2Cl4 = mB

•op basis van koolstof-gegevens


168 g C × x g A
γ mC,A = = 0.72 x
234 g A
24 g C × y g B
γ mC,B = = 0.14 y
168 g B
m A + mB = x + y = 100 x = m A = 93.97 g
0.72 x + 0.14 y = 68.5 y = mB = 6.03 g
•op basis van waterstof-gegevens
m A + mB = x + y = 100 x = m A = 95.75 g
0.0855 x + 0.0119 y = 8.18 y = mB = 4.25 g

gemiddeld: 94.86 m% C14H20O2N; 5.14 m% C2H2Cl4


18

Oefening 2.42

Een onbekende binaire gasvormige


verbinding XHn heeft een dichtheid die gelijk is
aan 2.393-maal de dichtheid van zuurstofgas
onder dezelfde omstandigheden van p en T.
Bij reactie van 2.23 × 10-2 mol van deze
verbinding met een overmaat zuurstof wordt
0.803 g water gevormd.

Identificeer het element X in deze verbinding.


RT 19
m MM XHn = ρ XHn ×
PV = nRT = RT RT P
MM MM = ρ ×
m P RT
ρ= MMO 2 = ρO 2 ×
V P
ρ XHn MMXHn
= = 2.393
ρO 2 MMO 2

MM XHn = 2.393 × MMO 2


32 g 76.576 g
MM XHn = 2.393 × =
mol mol

m XHn = nHXn × MMHXn

−2 76.576 g XHn
2.23 × 10 mol XHn × = 1.7076 g XHn
mol HXn
20

mH in H2O gevormd = mH in XHn in reactie gebracht

0.803 g H2O × 2 g H
mH = = 0.0892 g H
18 g H2O
m XHn = mH + m X

1.7076 g XHn = 0.0892 g + m X


⇒ m X = 1.7076 g − 0.0892 g = 1.6184 g
−2
n X = nHXn = 2.23 × 10 mol

mX
AM X =
nX
1.6184 g X 72.57 g X
⇒ ⇒X = Ge
2.23 × 10 − 2 mol X mol X
21

Oefening 2.59

Uit analyse van 10 g van een onbekend


diprotisch zuur blijkt dat het zuur, naast
zuurstof, 0.224 g waterstof en 2.67 g koolstof
bevat. Neutralisatie van een oplossing van
0.088 g van het onbekende diprotische zuur
vereist 50 ml van een 0.04 M oplossing van
natriumhydroxide. Bepaal de moleculaire
formule van het diprotisch zuur .
22
massa mi
H 2X 10 g H 0.224 g

C 2.67 g

0 7.106 g

γm,i mol i mol/mol

H: 0.0224 H: 0.0224 H: 1.004

C: 0.267 C: 0.0223 C: 1
O: 0.7106 O: 0.0444 O: 1.99
Empirische formule H2X: CHO2
MMH2 X ?g
n= =
MMCHO 2 45 g
H2 X(aq) + 2 NaOH(aq) → 2 H2O( ℓ ) + Na2 X(aq) 23

1 nH2 X
Stoichiometrische verhouding: =
nnaOH 2

0.04 mol 10 −3 ℓ
nnaOH = cNaOH × V = × 50 mℓ × = 2 × 10 −3 mol
ℓ mℓ
1 1
nH2 X = × nnaOH = × 2 × 10 −3 mol = 10 −3 mol
2 2
mH2 X 0.088 g
MMH2 X = = = 88 g / mol
nH2 X −3
10 mol
MMH2 X 88 g
n= = = 1.96 ≈ 2
MMCHO 2 45 g

⇒ Moleculaire formule H2X: C2H2O4

You might also like