Professional Documents
Culture Documents
RUDOLF STEINER
HELDEN VAN DEN GEEST
v. d. Bergh v. Eysinga
Emmichoven
Ter perse:
Deel IV SCHOPENHAUER
DEEL Vm
RUDOLF STEINER
DOOR
Dr. F. W. ZEYLMANS
VAN EMMICHOVEN
MET ia ILLUSTRATIES
UITGEGEVEN DOOR
Blz.
WOORD VOORAF 9
I. INLEIDING 11
11. ONTMOETING 15
111. LEVENSBESCHRIJVING 18
BEWUSTZIJN 38
BEELD 57
b. Reïnkarnatie en karma 78
c. Het Christus-mysterie 95
SCHAP 172
So wie ein Mensch, am trüben Tag, der Sonne vergisst,
Dein Sonnengeist
uns
dunkien Wandrern strahlt.
Christian Morgenstern:
für Dr. Rudolf Steiner.
Stirn, die Liebe im Auge, das Gewissen im Worte. Jede Geharde war
ein Ausdruck der Harmonie, in Freiheit geformt, künstlerisch.
Albert Steffen:
Friedrich Rittelmeyer:
Persönlichkeit und Werk Rudolf Steiners.
WOORD VOORAF
Rudolf Steiner’s leven en werken. Het is niet bedoeld als een vol-
teriseerd.
lets anders dan een eerste inleiding tot Rudolf Steiner’s leven en
zijn weg
vinden tot velen, die in deze zware tijden naar een dieper
zoeken.
begrip van de innerlijke en uiterlijke levenssamenhangen
mevrouw
Marie Steiner.
Z. v. E.
I
INLEIDING
Wie
op
zich neemt, om in onzen tijd het leven van Rudolf Steiner
Hij heeft te
schrijven over iemand, die nog slechts voor weinige
door de poort den dood ging die werk heeft
jaren van en een nage-
waarop
het werkte, te kunnen schilderen.
Is het dan vermetelheid in een beknopten vorm een beeld
geen
van
Rudolf Steiner's wezen te willen ontwerpen?
Men zou het als een
vermetelheid kunnen beschouwen, wanneer
Men kan zeker niet dat Rudolf Steiner tijdens zijn leven
zeggen,
kunst door ieder naar waarde geschat kan worden. Het tegendeel is
gerefereerd, het spreekt over hem als over een bekende. Zij het dan
ook niet als over een persoonlijk bekende, dan toch als over iemand,
waarvan de beteekenis in het cultuurleven bekend is. Ook zij, die van
zijn werken niets lazen, die bij lezing daarvan ook zeker niets zouden
begrijpen, ook zij noemen zijn naam en spreken over zijn persoon.
11
veroorzaakt door begrijpen, meevoelen de
een een van diepe gedach-
ten van
den Oosterschen dichter.
vorm, bij vrijwel allen aanwezig zijn. In alle zielen leeft er iets van,
Het zulke de
zijn gedachten en gevoelens, waarvan tijd overver-
alles volgen kan. En toch, het weinige, dat bij het krantenlezend
er
populair te maken.
klinkt van de eeuwigheid van den mensch, van zijn goddelijken oor-
en vrijheid.
Einstein en Tagore, twee namen uit vele, willekeurig gekozen als
Populair in dezen zin kon Rudolf Steiner niet worden. Zij, die
wereld gehoord wil worden, maar die niet de taal spreekt, waaraan
12
de aarde verbreidden.
Op wetenschappelijk gebied staan laboratoria,
ziekenhuizen, sterrenwachten en proefstations tot zijn dienst. Duizen-
den werken daarin zenden ontelbare
en
publicaties de wereld in. In
de dagbladen lezen millioenen menschen De
erover. taal is hun
bekend, ook, waar zij den inhoud niet, of ternauwernood begrijpen.
Ook kunstgebied werkt traditie. Zelfs
op een grootsche weinigen
van hen, die zich met trots „modernen” noemen, weten zich daar los
van te maken.
In dit alles-overheerschende, duizendvoudige koor, verkondigende
de
grootheid van den
nog heerschenden geest, klinkt dan een
opeens
andere stem. De nieuwe tijdgeest zich
kondigt aan. Rudolf Steiner is
zijn vertolker I
Hij laat zien, hoeveel van wat men meent, dat tot den waren geest
van onze
eeuw behoort, toch wortelt in oude denkvormen, in oude
gevoelskrachten. Hoe het trotsche gebouw der natuurwetenschappen,
zoo grootsch en waardevol als het is de
voor
uiterlijke ontwikkeling,
toch niet in is al diegenen die als
staat te bezielen, menschen willen
staan in hun tijd, als werkelijke, levende, als uit den geest ontsproten
menschen.
Zoo ook in het kunstleven. Ook daar een machtig gebouw, bont
13
Het in de uiterlijke ontplooiing is het begin
verval begint. hoogtepunt
den Als de bloesem zich in volle pracht vertoond heeft,
van dood.
de krachten de toekomst
sterft ze. Terwijl zij sterft, trekken zich voor
Zoo is het levenswerk van Rudolf Steiner als een zaadkorrel, nau-
14
II
ONTMOETING
richtingen door
hooge bergruggen omsloten, het front naar het
Westen, staat het Goetheanum.
de zaal Rudolf
afscheiden, staat Steiner.
Als hij spreekt, is het doodstil in de zaal. Aller
oogen zijn voort-
15
de uiteenloopende onderwerpen. De stenogrammen, ongecor-
meest
in de geheele behandeling
rigeerd, vertoonen een ongekenden rijkdom
der taal. De voordrachten blijken te zijn opgebouwd volgens de hoog-
die kunstzin verstand kunnen stellen.
ste eischen, en er aan
schelijkheid en van
de hoogste geestelijkheid tegelijk.
voorhoofd is breed sterk
Het vrije hooge, even wijkende en ge-
kunnen
hoogste gedachten wonen.
voelt. Meestal
men
de sterren niet zien kan, maar
hun aanwezigheid
licht. Een gouden glans leeft in
zijn de stralend in een warm
oogen
uit. Een liefde
het donkere bruin. Een oneindige goedheid spreekt er
16
mond. De recht nïet
de merkwaardig sterke lijnen van neus en neus,
kwamen
daarbij behoorend uiterlijk, met daarbij passenden blik. Zij
levenden, steeds
dan te staan tegenover
dezen merkwaardigen, op-
of mensch, die
en bleef, zonder eenige pose
schijnvertoon. hen
was
die den geest wilde
vanuit de diepste diepten geest leefde, van den
geworden js in het
Die geest, die, kenbaar voor ieder, openbaar
Rudolf Steiner; zichtbaar geworden is, in allerschoon-
levenswerk van
ste menschelijkheid,
_ _ _ m w
in zijn
1 persoon.
■ . m .
1 ,
1 1 I
.
,I U
den mensch, die dezen naam droeg, geheel zal zijn doorgrond?
17
Steiner 2
Rud.
111
LEVENSBESCHRIJVING
den aanvang van dit boek gegeven worden. Deze beschrijving kan,
vooral opzichte de I
ten van jaren na 900, zeer beknopt zijn, omdat
vanaf dien tijd Rudolf Steiner’s levensloop meer en meer tezamen
bracht, brengt het een onontbeerlijk materiaal voor ieder, die den
ontwikkelingsweg van
Rudolf Steiner in samenhang met de Anthro-
langen tijd verschenen is. Niet alleen door den inhoud ervan, maar
maakt werden, een juiste bron voor allen, die zich een onpartijdig
oordeel wilden vormen, zeer gewenscht zou zijn. Vooral ook, omdat
van een
nieuwen koers.
kelt en ten slotte als een machtige stam met breed uitgroeiende takken,
groot is, dat ze bij een eersten indruk verwarrend werken kan.
18
autobiografie te schrijven, is uit zijn geheelen te begrijpen.
perspon
Enkele zinnen uit het begin van
den „Lebensgang" kenschetsen de
meine Meinung, dass das Persönliche auf vielen Gebieten den mensch-
Und so
kann ich mich zu der folgenden Darstellung nur entschlies-
sen.weil ich verpflichtet bin, manches schiefe Urteil über den Zusam-
menhang meines Lebens mit der von mir gepfleglen Sache durch eine
heelen ontwikkelingsweg, eerst van het kind, dan van den jongeling,
nooit wordt
levende ziel meegevoeld en begrepen kan worden. Maar
belangstelling geëischt voor
den mensch zonder meer.
Dezelfde groote
bescheidenheid ten opzichte van alles, wat hemzelf als mensch betrof
Men wordt gevoerd in het milieu van een eenvoudige familie van
19
„durch und durch wohlwollender Mann", met een sterk, hartstoch-
houden.
Toen de kleine Rudolf anderhalf jaar oud volgde
was, een over-
zeven jaar bleef. Het kleine station stond te midden van een
vrien-
Semmering gebied.
Op dit station zelf en alles, wat zich daar afspeelde, richt zich
op
de aandacht het kind. Voor het begint de
van eerst in gevoelige kin-
derziel al iets door te breken van een bewustzijn de tegen-
vaag van
een
spinnerij, de laatste geheimzinnig door haar ontoegankelijkheid,
Neustadt gelegen. Ook hier weer een schoone natuur, hoewel de Alpen
verder den achtergrond Heuvels stonden rondom,
nu
op lagen. met
het kind.
20
Het station te Pottschach
De dorpsschoolse Neucjörfl
Geiste etwas erfassen können, das bracbte mir ein inneres Glück.
zu
Ich weiss, dass ich an der Geometrie das Glück zuerst kennen ge-
lernt habe.”
lijker op
den voorgrond gaat treden:
mir die Geometrie. Ich sagte mir als Kind natürlich nicht deutlich, aber
ich wie die Geometrie das Wissen der geis-
fühlte, so
muss man von
„Nur das muss ich auch ich lebte gerne in dieser Welt. Denn
sagen:
ich hatte die Sinnenwelt wie eine geistige Finsternis um mich empfin-
den müssen, wenn sie nicht Licht von dieser Seite bekommen hatte.
wereld van
het bovenzinnelijke.
Met de groote mannen van de Duitsche literatuur. Lessing, Goethe,
door
Schiller, werd Rudolf Steiner in diezelfde jaren bekend gemaakt
een arts uit Wiener-Neustadt, die in de buurt zieken kwam behan-
sprak.
Na de school werd de „Realschule" in Wiener-Neustadt
lagere
bezocht.
Wederom zien we een
sterk verlangen in het nu elfjarige kind om
den
dieperen samenhang der dingen te begrijpen. Een opstel van den
21
directeur over „Die Anziehungskraft betrachtet als der
eine Wirkung
Bewegung”, nog haast onbegrijpelijk voor het weinig in wiskunde ont-
wikkelde kind, boek denzelfden directeur
vervolgens een van over
Op een
merkwaardige wijze kwamen de problemen, die met de
lijke kon komen. De Kantstudie voerde echter niet tot een oplossing
van
de diepste vragen.
Latijn en
wel zoo grondig, dat hij eenige jaren later, toen hij student
geworden was, een gymnasiast als leerling kon hebben en vrijwel door
scherp naar buiten, als diep naar binnen kunnen zien. Het geheele
beeld fierheid En bovenal adel
toont en onbevangenheid. van geest.
22
waarin
De uiterlijke levensomstandigheden, hij verkeerde, waren
zijn studentenjaren.
schaffen. _ . ...
werd ook de
schule” gevolgd moesten worden, tijd gevonden aan
meegestreden.
vanuit innerlijke behoefte
Ook aan de samenleving nam hij een
„Lebensgang" vermeld.
Verschillende
personen hebben in deze jaren een groote beteekenis
de verschillende dichters sprak, als door den adel van zijn geheele
zieleleven.
Gottfried Schröer, het hoofd stond van een lyceum. Onder den
aan
dichter Karl von Holtei. Aan hem dankt men de uitgave van „Briefe
und Blatter Frau samengesteld uit brieven, die zij hem
von Therese",
had. Een beteekenis leeren wij
gezonden paedagoge van ongewone
x
) Zie ook haar boekje: „Ueber praktische Kindererziehung”.
23
met al de aangeboren innigheid van
haar bijzondere ziel, aan de
dit milieu groot gebracht, een zoo groote plaats zou gaan innemen
„Karl Julius Schröer” zoo schrijft Rudolf Steiner later „der mir
in der Goethe Forschung so hoch steht, weil sein Bliek immer über
war
dazu geboren die gesamten Erscheinungen der Natur und Kultur
Smartelijk voelde Schröer het gebrek aan idealisme, aan liefde voor
um.” 3
Jugend )
„Ein Idealismus der Liebe" is voor
hem een bijzonder naar voren
drachten over
dit thema. 4
)
zich sterk
Men kan zich voorstellen, dat de jonge Rudolf Steiner
tot dezen geestdriftigen en tegelijk innig-levenden mensch aangetrok-
ken voelde. ~lch ich bei ihm war”, lezen we
erwarmte geistig, wenn
~lch hatle wirklich immer, wenn ich so allein mit Schröer sass,
das
Schröer lebte stark in Goethes Wesen und Werken, dass er bei jeder
so
24
die in de omgeving van Pressburg
Duitsche kerstspelen, vroeger
was
door de Duitsche kolonisten. __ .
,
levende geestes-
ideeën niet anders zijn dan schaduwbeelden van een
wereld.
"
opgewekt, bestudeerde
Door" den
omgang met Schröer daartoe
werken uitvoe-
Rudolf Steiner Goethe’s natuurwetenschappelijke zeer
natuur en geest.
toon en
De toen heerschende natuurkundige opvattingen over
anatomie en physiologie.
Hier kan men reeds de kiem zien ontstaan van de belangrijke
tegelijk vruchtbare
jaar later werd deze zoo ontzaggelijk diepe en zoo
in dezen
philosofie, een zoeken dat zich al in de jongensjaren toont,
m
Een andere die groote plaats innam
geheel figuur, eveneens een
25
das Sprachorgan ware für einen Geistesinhalt, der aus verborgenen
Welten heraus sprechen wollte. Wenn man mit ihm zusammen war,
wijze, dan hem zelf eigen was, met de geestelijke wereld in verbinding
te treden.
konnte, wenn man selbst die Anschauung einer geistigen Welt hatte, in
diese durch einen Andern, in ihr ganz feststehenden, tiefe, Einblicke
tun.”
Een in het kunstzinnige geheven beeld van dezen man gaf Rudolf
Steiner later in zijn mysteriedrama’s, in de figuur van
Felix Balde.
voordrachten verschijnt.
wordt in de behandeling den samenhang, die voor
Uitgegaan van
les
gegeven, telkens in zeer korte tijdruimten.
der verschillende vakken, de geheele dag-indee-
De opeenvolging
ling, de wijze, de inhoud der verschillende vakken op
de meest
waarop
economische wijze tot het kind gebracht kon worden, dat alles werd
lichamelijk-organisch leven
hangen van ziele-geestesleven eenerzijds,
anderzijds, werd hier opgebouwd. ~Ich wurde gewahr ,
zoo schrijft
Rudolf Steiner, „wie Erziehung und Unterricht zu
einer Kunst werden
verwachting. Na
. 1.. 1
De resultaten van
dit onderwijs overtrotten iedere
26
doen. gezondheidstoestand was aanmerkelijk
gymnasium
te Zijn
sterk verminderd. De jongen bezocht van
verbeterd, de hydrocephalie
onder Rudolf Steiner leiding
toen af de school, maar bleef nog
s
Als arts
werken. Na afgelegd eindexamen studeerde hij geneeskunde.
Rudolf Steiner de
In het 1883 gebeurde er iets, wat voor
jaar
te
in het geestesleven van zijn tijd een plaats
mogelijkheid opende
de toe-
innemen, van waaruit hij zijn geweldige opgaven
voor
gaan
philosofisch en
natuurwetenschap-
hem aan problemen gerezen was op
te brengen.
de ideeën zelf tot leven
De groote figuur van Goethe, in wiens geest
werden en die daardoor de mogelijkheid
had een wetenschap van de
teekende zich steeds scherper voor
levende natuur te ontwikkelen,
hem af.
selbst zu beleben. Denn sie erschienen mir tot, und deshalb auch nur
Steiner.
klein zijn hand: „Grundlinien
In 1886 verscheen een boekje van
27
te Rostock behaalde, is geschreven op een tijdstip, al ver-
waarop
Anschauung von der Welt vor dem Geiste stand. Aber ich war nie-
widerstrebte. Ja, ich sagte mir: solche Gegensatze in der Welt mussen
irgendwo doch eine Harmonie finden. Und das machte mir möglich,
verstandnisvoll dem Widerstrebenden so zu folgen, als ob es in der
handeling, „die Natur und unsere Ideale”, waarin hij woorden van
den van het zijn, maar tegelijk wees op het innerlijk vrije wezen van
den mensch, in staat uit zichzelf datgene te scheppen, wat het leven
zin en inhoud geeft, en wat zich niet vol zou kunnen ontplooien,
hem buiten, vanuit de toestroomde,
wanneer
van natuur, hetgeen van
begrijpen. Voor hem was het ook niet aanvaardbaar, dat de kunst
28
RU DOLF STEINER
(1879}
Twee belangrijke ontmoetingen vallen nog
in deze periode, n.l. die
Bewusstseins".
becritiseert.
Over vele andere ontmoetingen en vriendschappen spreekt de
Wie zich werkelijk wil door worstelen tot een eenigszins begrijpen
van al wat in de ziel van Rudolf Steiner in dezen tijd omging, zal
vinden in de bibliografie J
) artikelen vermeld over Robert Hamerling
en
andere schrijvers, over Goethe, over
den onderwijsstrijd in die
in de „Wiener Goethe-Verein”, in
Asthetik", gehouden eveneens
kenners een volledige uitgave van zijn werken tot stand te brengen.
Hermann Gustav Wilhelm Scherer stonden
Grimm, von Loeper en
x
C. S. Pic h t, Das literarische Lebenswerk Rudolf Steiners.
)
30
Herman Grimm erschien." Hij wordt beschreven als iemand met een
gen traten, zu wehren gehabt. Auf der anderen Seite dürfen wir nicht
Beziehung so
vielen Naturforschern fehlt, das hat er in hohem Masse.
Er hat es
gewagt, obwohl in den letzten Jahrzehnten die eigentlich
wissenschaftlichen Strömungen ein solches Unternehmen gerich-
gegen
31
in boekje, geschreven in 1895: „Friednch
tot uitdrukking een
dit verband, spreekt de „Lebensgang slechts kort, als over een reeks
over een
groote, innerlijke verandering staan. Waar de „Philosophie
zal worden,
uitvoerig aangetoond
later een weg
der Freiheit”, zooals
denkende in de wereld den geest
den mensch
van
kan zijn voor om
alle wereld-
te komen, daar kon toch niet een volledige oplossing van
De wereldraadsels
gevonden worden. z°°
•
den mensch
te brengen. De gedachten brengen
gedachten tot oplossing
alleen de oplossing. De oplossingen zelf liggen ergens
weg naar
op
als h.r-
der wirklichen Welt entsteht ein Ratsel, es ist
anders. ~In
k
erstehi ebenso inder Wir k 1 1 ch e 1 1.
scheinung da; seine Lösung
das Wesen odei ist, und das die Losung
Fs tritt etwas auf, rgang
werel ra
Een onmiddellijke verhouding to. 12 geestelijke
meer
steeds binnen
als geregelde behoefte en leidde zijn ziel dieper
een op
Steeds werd de
ondergrond het zijn. grooter
in den geestelijken van
Dit weekblad m
het für Literatur” verder te redigeeren.
om „Magazin
verschillend 1 oen Kudolt
1832 opgericht, bewoog zich op
gebied
had het sterk
in 1897 de leiding zich nam, tijdschrift een
Steiner op
rC • 1
dramatisch gebied,
de arbeid
1 1 1
op
Belangrijk was
die een
die mede door Rudolf Steiner werd geleid en uitging van
32
Christendom jaren later
dit zoeken naar een geestelijk zou weinig
te voorschijn treden.
In dezen tijd werd hij uitgenoodigd om
in de „Berliner Arbeiter-
in geschiedenis te en
de oefeningen
bildungsschule" onderwijs geven
der in de sociaal-democratische
ouden Liebknecht, een voormannen
anderen over
Wilhelm Bölsche over natuurwetenschappen en
eemge
was
de „Giordano Bruno-Bund ,
gehouden.
1 899, schreef hij in
In het einde van
de 19e eeuw, n.l. Augustus
Goethe 1 50sten geboortedag een
het „Magazin” ter gelegenheid van s
Steiner
vatsky nauwelijks bekend waren. Met nadruk wijst Rudolf er
volkomen
in zijn „Lebensgang” op,
dat ieder in zijn omgeving er van
de hoogte was,
dat hij slechts sprak over datgene, wat zich aan
op
Ook later, in Berlyn
zjjn eigen geestelijken blik had geopenbaard.
toen
Duitsche de
Annie Besant de sectie van
in de tegenwoordigheid van
den titel de
geestelijke ontwikkeling der menschheid, in waarvan
voorkwamen.
woorden „eine Anthroposophie
de sectie werd opgericht, door Rudolf
Voordat Duitsche was
het Buddha zu
genaamd „die Kommenden”, over onderwerp „von
al de toen-
voordrachten stond Rudolf Steiner geheel en tegenover
Sleiner nu op verschillende
Door zijn nieuwe positie kwam Rudolf
en bijeenkomsten in aanraking met leidende
theosophische congressen
33
Rud. Steiner 3
persoonlijkheden de theosophische
in
beweging, zoo b.v. met Mead
n Keightley. Ook leerde hij Annie Besant
j
en Sinnett kennen. Bij
de leiding de Dmtsche
van sectie
werd hij terzijde gestaan door Marie
von bivers, zijn latere echtgenoote. 1)
A an haar is het in het bijzonder
te danken, dat een geheel andere
stijl merkbaar werd de
bij groep menschen, die om
hen heen
waren.
Het werk
op kunstzinnig gebied, waarover later
nog gesproken zal
worden begon reeds in dien tijd eenige beteekenis
te krijgen. Voor
hen beiden het
was moeilijk om een goede verhouding het
tot eigen-
lyke theosophische werk te vinden, omdat veel door trivaliteit en
De l°s
makmg van de, nu verder onder den naam „Anthroposophi-
sche Cjesellschaft bestaande, groepen,
had niet den minsten invloed
op den arbeid, die door Rudolf Steiner werd verricht. In de latere
voordrachten zeide hij dat het „eingeschlossen”
pens, zijn in de „Theo-
sophische Gesellschaft”
zijn geestelijken arbeid evenmin had beïnvloed
als het latere „ausgeschl ossen” zijn. Nooit had een werkelijk innerlijke
vereeniging van de beide methoden kunnen plaats vinden. Het
weten-
phische Vereeniging had Rudolf Steiner met Marie von Sivers tezamen
De ontwikkeling de
van anthroposophische beweging tusschen de
jaren 1902 en 1925 kan hier kort worden omdat
zeer weergegeven,
de
geschiedenis daarvan in de volgende hoofdstukken ter sprake zal
komen.
1
) Een eerste huwelijk had plaats gevonden met Frau weduwe
Eunicke, een
in wier gezin Rudolf Steiner geruimen tijd tevoren had geleefd.
*) Men vindt geheel zakelijke toch
een en uitvoerige bespreking van al
deze moeilijkheden, grond de daarover bestaande in
op van
documenten,
het boekje „Wider literarisches Freibeutertum” Dr. K.
van
Unger.
34
In drie verschillende, maar onderling samenhangende perioden
De periode duurt tot de jaren
vond die ontwikkeling plaats. eerste
het
„Theosophie”, dat in 1 904 verscheen, werd een beschrijving van
wezen van
den mensch in samenhang met het heelal op een zoodanige
dat de natuurwetenschappelijk geschoolde mensch
wijze gegeven,
de die
daarin een voortzetting kon vinden van gedachten dergenen,
der laatste tot bloei hadden gebracht.
de natuurwetenschap eeuwen
München, enz.
verdere de ver-
duurde, bracht allereerst een schildering van
Nederland en
Scandinavië voordrachtscyclen gegeven.
latere aanslui-
van Marie von
Sivers ontwikkelde zich in de jaren in
de gebieden der
ting hieraan een belangrijke, kunstzinnige arbeid op
eurythmie en spraakvorming.
Aan het einde het 1913 werd een aanvang gemaakt met
van
jaar
den bouw van het Goetheanum bij Bazel, destijds in de eerste plaats
werkzaam in ver-
en duurt tot 1923. Een groot aantal menschen,
schillende takken van wetenschap, die hun weg
tot de „Anthroposo-
35
wendden zich
dientengevolge tot Rudolf Steiner met de vraag, of niet
vanuit de
Anthroposophie nieuwe impulsen te waren. Vele
geven
voordrachten en cursussen
op natuurwetenschappelijk, paedagogisch,
astronomisch, theologisch ander gebied als
en
volgden antwoord.
Verschillende
instituten, laboratoria, scholen en klinieken verrezen,
zoowel in Dornach als in Stuttgart; in den loop der jaren ook in eeii
groot aantal andere Duitsche
steden; ten slotte ook in een aantal
andere landen.
Een trof de
groote ramp „Anthroposophische Vereeniging” door
den brand van
het Goetheanum in den Oudejaarsnacht 1922—’23.
De arbeid werd echter geen oogenblik onderbroken. Een jaar later
ontwikkelde Rudolf Steiner al de eerste
plannen voor een geheel
nieuw Goetheanum, den bouw
met waarvan
in 19X5 een aanvang
werd gemaakt de in
en waarvan opening September 1928, wederom
in een
nog onvoltooid gebouw, plaats vond.
In deze derde periode had Rudolf Steiner ook zijn denkbeelden
sociale
over hervorming in de wereld gebracht, door het boek „die
Kernpunkte der sozialen den
Frage in Lebensnotwendigkeiten der
Gegenwart und der Zukunft waarin de idee de
, van drieledigheid
het sociale werd
van organisme ontwikkeld. Een bond „für Drei-
gliederung des sozialen Organismus” werd die Rudolf
opgericht,
Steiner tot een groot aantal voordrachten op
dit
gebied uitnoodigde.
In de het
Kerstdagen van jaar 1923 werden de verschillende
groe-
ark idsgebieden
P®? e
samengevat tot een „Allgemeine Anthroposo-
phische Gesellschaft waarin de geheele
, beweging en de toenmalige
vereeniging met elkander werden verbonden, doordat Rudolf Steiner
zelf de leiding die nieuwe
van
vereeniging op zich nam
als voorzitter
van een door hem door de leden bekrachtigd
aangewezen en bestuur.
»»Freie Hochschule
P® für Geisteswissenschaft” werd tegelijk in zijn
huidigen vorm gefundeerd.
Gedurende de nu volgende maanden verrichtte Rudolf
negen
Steiner een bovenmenschelijken arbeid. Een
groot deel van dien tijd
werd door buitenlandsche reizen in
nog beslag genomen. In Dornach
vonden in den overblijvenden tijd voordrachten en cursussen plaats,
gekenmerkt door de allergrootste In de
veelzijdigheid. maand Sep-
tember werden gedurende enkele weken drie tot vijf voordrachten per
dag gehouden, zoowel voor priesters der
artsen en
Christengemeen-
schap, als voor kunstenaars, terwijl bijna eiken avond een ledenvoor-
dracht werd
gehouden voor ongeveer duizend toehoorders.
*) de laatste jaren
n
. van zijn leven schreef Rudolf Steiner vrijwel weke-
lijks artikelen het tijdschrift Goethcanum”
voor
„das waarvan Albert Steffen,
de tegenwoordige eerste voorzitter, de redactie voert.
36
leden zijn als in dit geval. Duizenden in de wereld
geheele waren
maandenlang in voortdurende
zorg en angstige spanning. Uit alle
37
IV
BEWUSTZIJN,
goddelijkheid van
het menschenwezen, welke zich aan de sterfelijken
openbaarde in de verheven schoonheid van de kunst.
vertoonen het ideaal van het menschenlichaam, zooals het uit godde-
mee
kon beleven de harmonie, die er uit sprak. Een innerlijk
machtige
doorvoelen, een innerlijk mee betasten van de vormenrijkdom was
de den mensch-
wanneer hij verzonken was in aanschouwing van
geworden God.
De Grieksche tempel l
), in zijn breede, blanke rust, is het huis
kapiteelen, vormen
de zuilen de verbinding met de godenwereld,
waarvan
de beeltenissen het fries vullen.
einem
Ru dolf Steiner, Wege Baustil.
l
) zu neuen
38
RUDOLF STEIXER
Jeugdportret
Waar zoo warm in de zielen der menschen het weten de god-
van
de machtige de
schoonheidsopenbaringen van góden in de natuur,
tracht den der verschijnselen
nu
samenhang te doorgronden.
Het werkelijke philosofische denken begint eerst in het oude Grie-
kenland
t). Voordien bestond in de kringen der ingewijde priesters,
der wijzen, dat hun als
een weten goddelijke wijsheid was
geopen-
baard. Eerst in Griekenland begint het denken als in den mensch
een
werkend zieleproces.
Maar hoe is dat denken verbonden
innig nog met de natuur, met
het heelal. Zooals in de beeldende kunst, in de hemel-
architectuur,
krachten met aardekrachten ook de mensche-
zijn vereenigd, zoo in
lijke ziel. Denkende ontwaakt de ziel in de wereld der natuurver-
schijnselen, maar
overal leeft
nog in zijn denken de goddelijkheid,
die alles doordringt en alles vormt.
bestudeeren.
De geheele de
denkwijze, geheele levenswijze van de menschen
werd door deze gebeurtenissen gewijzigd.
Men vergelijke bijvoorbeeld de taal, die de bouwkunst
gothische
spreekt, met die, welke ons uit het oude Griekenland tegemoet klinkt.
Men zie de gothische kathedraal. De verheven, blanke den
rust van
licht opgaan, als een kleine vlam het altaar van het hart. In tallooze
op
kleuren gebroken, verinnerlijkt, omhult het schemer-
warm glanzend,
licht de menschenziel.
39
van
de blijde verrukking van het god-menschendom; inkeer in het
schoonheid van
de goddelijke wereld zonder weerstand konden
nog
Men lette de
op
tegenstelling tusschen een der machtige Zeusbeel-
den uit het oude Griekenland en Michel Angelo’s David. In beide is
het denkende in beide leeft hoogtepunt
wezen afgebeeld, een van
denkende concentratie.
gedachten zelf tot rust te zijn gekomen. De gedachten zelf, als kos-
mische krachten, hebben zich een woonplaats gebouwd in dat hoofd.
40
Tot de geestelijke wereld, die zijn denken tracht te omspannen?
Deze rijzen op, niet alleen in het verstandelijke denken, niet
vragen
Zij, die zich als de dragers van dit ontwakend geestelijk bewustzijn
vangende en
op
dit terrein zijn doctorsdissertatie schrijvend, later als
de machtige vlam der geestdrift, die in aller zielen brandt. Een onbe-
schrijfelijke schoonheid leeft in het idealisme van deze periode. Ja, het
is alsof het idealisme hier eerst zijn eigenlijke bestemming gaat vinden,
alsof het woord idealisme zelf hier eerst zijn ware beteekenis krijgt.
Wat is het ideaal van
den mensch? Het is de geestelijke mensch
zelf! Het is de mensch, waarvan
ieder de kiem in zich draagt, die in
kiemen van alles wat de mensch in verre toekomst worden zal. Voor
Ontzagwekkend waren
de prestaties die door het intellect werden
verricht. Een geheele ommekeer in het leven der menschen kwam tot
41
stand. Wat eerst bleef in het wetenschappelijke
nog en philosofische
denken, begon meer zich heen
en meer om te
grijpen. Natuurwetten
werden ontdekt, verborgen krachten opgespoord en dienstbaar
ge-
maakt aan den mensch.
Een invloed
grooten onderging de
menschelijke ziel van deze
nieuwe verstandscultuur. De oude moreele en
religieuze waarden
werden tot onderwerp van den twijfel. Een
„Aufklarungsphilosophie”
kon ontstaan de het „gezonde
en
oppermacht van verstand” prediken.
In Engeland de bodem door
was voorbereid Francis Bacon, die
een heftigen strijd voerde tegen de vele drogbeelden of „idolen”
die de waarneming vertroebelen. De inductieve methode wordt door
hem als de de
eenig juiste gepredikt, methode, waarbij de mensch
zijn
zoekenden geest zooveel
mogelijk terug moet houden. Als doel van de
wetenschap wordt de macht de De mensche-
aangegeven: over natuur.
grootsch mechanistisch en
tegelijk teleologisch wereldbeeld wetenschap
en religie poogde te vereenigen.
Hoe uitte zich dergelijke in het leven? Treffend
een
yerstandscultuur
karakteriseert Schiller dit in zijn zesden brief ~Ueber die asthetische
Erziehung des Menschen
,
waar hij nagaat waarom de mensch van
dien tijd zoo weinig meer een waardige representant van de mensch-
»»Warum hij,
js: ,
zoo vlraagt ~qualifizierte sich der einzelne
Grieche zum Reprasentanten seiner und
Zeit, warum darf dies der ein-
zelne Neuere nicht die alles
wagen? Weil jenem vereinende Natur,
diesem der alles trennende Verstand seine Formen erteilten. Die Kul-
tur selbst war es welche der Menschheit diese Wunde
neueren
schlug."
Het alles alles
scheidende, splitsende verstand, dat is het, wat vol-
Schiller ook de zelf scheidend
gens op menschelijke natuur en split-
send en daardoor vernietigend inwerkt.
Het intuïtieve het verstand worden
en
speculatieve nu uit elkaar
gerukt, met wantrouwen jalouzie beladen. Kerk
en
wederzijds en
der
Belohnung geschieden. Ewig nur an ein einzelnes kleines Bruch-
stück des Ganzen sich der Mensch selbst
gefesselt, bildet nur als Bruch-
42
Het oude Cioetheanum : Vrije Hoogeschoöl voor Geesteswetenschap
zijn arbeidskracht
aan waar zijn geest mag vertoeven, waar mag
wordt hij door dat weten als door een dikken wand afgescheiden
de universeele samenhangen die hij beleefde.
van vroeger nog
Deze wand is het ook, die de geboorte van het nieuwe menschen-
maakte.
beeld, zooals het Duitsche idealisme dit aankondigde, moeilijk
De leidende wetenschappelijk, kunstzinnig of sociaal ge-
personen op
bied voelden nog niet de behoefte aan een dergelijke nieuwe geboorte.
Hun in andere richting In
verwachtingen waren nog een gespannen.
de geboorte dit
In een groot aantal menschen bereidde zich van
waardig feit.
Reeds in het Duitsche
eenige tientallen jaren lang vervult Lessing
hij de sterkste impulsen laat uit-
geestesleven een plaats, vanwaar
stroomen
zijn jongere tijdgenooten. Herder wordt in hooge mate
op
door hem beïnvloed. Goethe voelt voor hem de grootste vereering.
verdere kriti-
Zijn „Laokoon”, zijn „Hamburgische Dramaturgie” en
taal, spiegelen het beeld den die vanuit een sterk zelfbe-
van man,
vraag,
die hem steeds bezig houdt, is deze: Kan de menschelijke geest
43
perken werden die antwoorden geopenbaard. x
) Hoe zal de ontwik-
keling verder deze openbaringsstroom
gaan, wanneer niet langer
vloeit?
In deze klaar
richting denkende, en zakelijk, maar steeds vanuit
een innige ziele-verbondenheid met de diepe mysteriën het Chris-
van
het menschengeslacht.
Wat beteekenen de tijdperken in de geschiedenis de mensch-
van
kiem in hem sluimert; hij krijgt het door de opvoeding alleen vlugger
en gemakkelijker. Aldus kan de het menschengeslacht
openbaring aan
kunnen komen.
In bepaalde periodieke deze vol-
een ontwikkeling is opvoeding
trokken. In het volk Israëls, door God voor een bijzondere opvoeding
uitverkoren, valt de openbaring van
den
eenen God, den Vader-God.
Een deel van hen, die tot het volk Israëls behooren, ontwikkelt in
deze periode zoodanig inzicht, dat het moreele hande-
een
voor zijn
lingen hoogere beweegredenen noodig heeft dan belooningen en
straf-
fen. Voor hen verschijnt die de
Christus, onsterfelijkheid van de ziel
als leer als levenspraktijk Met
en
brengt. zijn wederopstanding na den
dood bezegelt hij zijn leven. Weliswaar de door den
was
aan Joden
invloed der Chaldeeërs en Perzen ook de leer van de onsterfelijkheid
bekend. Ook de Grieksche philosofie had hun die gebracht. Maar
het bleef een geloof, dat beperkt was tot bepaalde secten. Een volks-
wird, da er das Gute thun wird, weil das Gute ist, nicht weil will-
es
1
) Rudolf Steiner, Die Ratsel der Philosophie.
2
) Men leze b.v. „Das Testament Johannis” (1777).
44
die uns selbst in den Elementarbiichern des Neuen Bundes verspro-
chen wird.” Een derde tijdperk zal aanbreken. In ieder mensch zal
tot bewustzijn rijpen, wat in den loop der geslachten tot ontwikkeling
werd gebracht. ~Eben die Bahn, auf welcher das Geschlecht zu seiner
auch nicht mehr als einmal auf dieser Welt verhanden gewesen
sein?”
nisse, neue Fertigkeiten zu erlangen geschickt bin? Bringe ich auf ein-
mal so viel dass es der Miihe wieder zu kommen etwa nicht
weg,
lohnet?
Darum nicht? Oder, weil ich es
dass ich schon da
vergesse, ge-
wesen? Wohl mir, dass ich das Die Erinnerung meiner vori-
vergesse.
gen Zustande würde mir nur einen schlechten Gebrauch des gogen-
Ewigkeit mein?”
te kunnen overzien.
Meer dan echter voordat
een eeuw zou nog moeten verstrijken,
deze zelfde gedachte in onaantastbaren
een geheel vorm verkondigd
zou kunnen worden. Hoog reikte het denkend verstand Lessing
van
in het gebied der geestelijke waarheden. Als een haast aan zekerheid
worden gevonden. Zekerheid krijgt zij eerst daar, waar een geestes-
wetenschap dezelfde exactheid ten opzichte van de geestwereld vindt,
als de natuurwetenschap die heeft in de rijken der natuur.
Van Lessing tot Herder is slechts een korte schrede. Tot schrijven
1
) Verschillende malen heeft Lessing ook reeds vroeger het denkbeeld
der reïncarnatie uitgesproken.
45
opgewekt door Lessing’s literatuurbrieven, ontwikkelde hij dezelfde
breedheid veelzijdigheid. Nog kritischer de
en was hij tegenover
middelmatigheid van de toenmalige Duitsche literatuur, nog scherper
in zijn oordeel daarover dan Lessing. Maar dit harde oordeel ontspruit
niet uit een negatieve neiging tot kritiek. Neen, voor Herder was de
geheel vanuit het volle, warme gemoed moest een dichtwerk ont-
staan. Uit de diepste innigheid van de belevende ziel mocht alleen het
woord worden geboren. „Wie eine Braut bei ihrem Geliebten, wenn
druck.”
In een zoodanige uiting door het woord, door de spraak, ziet Herder
Een enkel punt in dit groote gebied zij hier slechts naar voren
gebracht.
Bij zijn beschouwing van de verschillende rijken der natuur komt
len, door de planten, door de dieren heen, eindelijk bij den mensch
fer sie verband und die er ihnen wesentlich machte. Die Vernunft
kann also eben so wenig willkürlich handeln, als die Gottheit selbst
willkürlich dachte.”
Van hieruit verder denkende wordt het ook begrijpelijk, dat zich
46
De taal, het menschelijke instrument der
wetenschappen, maar meer
nog dan een instrument. Hier vindt Herder de schoonste woorden
om de beteekenis de taal
van te beschrijven: „Worte und Ideen sind
genau m der Weltweisheit verwandt: wie viel hangt vom Ausdrucke
in der Kritik der schonen Wissenschaft ab: durch die Sprache lemen
wir bestimmt denken, und bei bestimmten und lebhaften Gedanken
suchen wir deutliche und lebendige Worte: unsre Whrterinnen, die
unsre Zunge bilden, sind unsre ersten Lehrer der Logik.
Caenius der Sprache ist also auch der Genius von der Literatur
.
emer Nation.
Het is kort
onmogelijk om in een bestek ook slechts te schetsen,
waarop Goethe’s universeele beteekenis de
voor ontwikkeling van
de menschheid berust.
D® inhoud van zijn rijke,
lange leven, de omvang van zijn geeste-
lijke scheppingskracht, de wijdheid van
zijn vooruitzienden blik, dit
alles zal eerst in den loop der eeuwen in het juiste licht
gezien
kunnen worden.
47
derjahre" en het tweede deel van „Faust" voltooide, al dien tijd
schepper van
de nieuwe Duitsche taal.
aannemelijk.
dat latere biografen *) hem zegt:
Begrijpelijk is, een zijner van
veel verder.
heen klinkt de het diepste
Door zijn geheele levenswerk vraag naar
in het universum.
Ui
UV.I
V ClOUlll.
UUI #
of andere laten
belangrijker is, zonder zich door de een richting te
und wie
Ihrer Art wissen daher selten, wie weit sie gedrungen sind,
der borgen, die nur von
wenig Ursache sie haben, von Philosophie zu
48
bloss zergliedern. was
ihr gegeben
lemen kann. Diese kann
ihnen
Geben selbst ist nicht die Sache des Analytikers son-
wird, aber das
dunkeln, aber sichern Emfluss
dern des Genies,
welches unter dem
reiner Vernunft
nach objektiven Gesetzen verbmdet. _
Goethe’s wezen
bevat.
van
in de natuur leeft.
de ziel den
waarneming kan
van
'
zuivere in
Bij een dergelijke
de intuïtie opgaan.
waarnemer
het innerlijk licht van
_ , u
van
de „reine Beobachtung .
nacherschaffen
erbauen Dadurch. dass Sie ihn der Natur gleichsam
Technik einzudnngen. Einegrosseund
suchen Sie in seine verborgene
sehr Ihr Ueist
die Genuge zeigt, wie
wahrhaft heldenmassige Idee, zur
andern endigen.
schlagen, ist mehr wert, als jeden zu
_
. .
bel even-
de natuur vanuit den levenden,
Het na-scheppen van
bewezen.
dienst, aan
het menschengeslacht ,
,
innig
ontmoet
In'dit geestelijke scheppingsproces
schoon is deze verbon-
verbonden met de natuur. Onbeschrijfelijk
„die Natur uitgedrukt.
denheid in zijn proza-gedicht
erin opgaande
De mensch, als een
deel van
de goddelijke natuur,
49
Rud. Steiner 4
unvermögend, aus ihr herauszutreten, und tiefer in
unvermögend, sie
hmein zu kommen. Ungebeten und nimmt sie
ungewarnt uns in den
rvreislauf ihres Tanzes auf und treibt sich mit bis
uns
fort, wir ermüdet
sind und ihrem Arm entfallen.
Sie schafft ewig neue Gestalten; was da ist, war noch nie, was war,
kommt nicht wieder -—alles ist neu und doch immer das Alte.
l ken mitten in ihr und sind ihr Fremde.
e
Sie spricht unaufhör-
hch mit uns und verrat ihr Geheimnis nicht. Wie wirken
uns
bestandig
auf sie, und haben doch keine Gewalt über sie.**
Maar niet alleen is de mensch in de natuur ook de
opgenomen,
natuur ft den mensch.
l^ e in
~Die Menschen sind alle in ihr und sie
in allen.”
Als een
geweldig, geestelijk ademproces is het. De mensch in zijn
vegetatieve zijn, in al zijn levenskrachten en
-processen, een natuur-
geboren.
Zoo is Goethe’s werken op natuurwetenschappelijk gebied te ver-
De
staan. metamorphoseleer der planten bijvoorbeeld is niet een
50
der empfindet eine unwiderstehliche Sehnsucht nach ihrer würdigsten
kunstwerk dat in
voortbrengt, verwaarloost? Kan een
marmer
res
men
de chemische het
werd gehouwen ooit begrijpen uit analyse van
vinden. _
zich nieuw dat eerst
Bij Goethe kondigt een kenvermogen aan,
vorm. , i-n.
De
van een machtige compositie, van een wijsheidssymphonie! ge-
de inhoud de „Farben-
die daden te beschrijven, is eigenlijke van
Als bijna 80 jarige zegt hij over zijn „Farbenlehre” tot Eckermann:
„Die Irrtümer meiner Gegner sind seit einem Jahrhundert zu allge-
mein verbreitet, als dass ich auf meinem einsamen Wege boffen
finden. Ich werde allein
könnte, noch diesen oder jenen Gefahrten zu
51
Uit kunst wetenschap kan
een dergelijke innige verbinding van en
hem is.
Höhern Wesen
Jene glauben."
35
Goethe
op jarigen leeftijd geschreven.
Groot is de opzet die aï dadelijk in den aanvang
hoorbaar wordt,
in de woorden:
52
RUDOr.F SÏEINEK
griffen sind.”
Goethe het 1 828
Een dergelijk woord van den ouden was in
niet veronachtzamen.
had over zijn eigen werk, mag
men
_ _
in
het spel.
dan heeft men alleen het
Wil men het sprookje symbolisch noemen,
leven.
Goethe uit de
Zooals alle belangrijke werken van geboren zijn
zuivere waarneming en zuivere intuïtie, zoo
innerlijke ontmoeting van
53
het levende gebeuren in de vond den als
natuur, hij mensch een
de wereld. Later spreekt hij eens tegenover Schiller van een schei-
van
dit gedicht, de diepe gedachten, waaruit het geboren moesten
was,
Dit ontzielde woord, zoo smartelijk beleefd in een wereld, die koud
en leeg geworden was, lag voor hen. Met het vuur van hun harten
Een dergelijke taal, zooals Schiller sprak in dit gedicht, was voor
aandachtig, maar moet toch het geheel, als niet stammend uit de erva-
ring, afwijzen. Sterk onder den invloed van Kant's philosofie in dien
tijd kon Schiller zulk een denkbeeld niet, als de juiste weten-
op
54
den Kopf
„Als ich aber geendet," schrijft Goethe, „schüttelte er
und Das ist keine Erfahrung, das ist eine Idee! Ich stutzte,
sagte:
verdriesslich einigermassen; denn der Punkt, der uns trennte, war
Würde” fiel mir wieder ein, der alte Groll wollte sich wieder regen;
sein, dass ich Ideen habe, ohne es zu wissen, und sogar mit Augen
sehe.”
„Een nieuwe lente” was de uitdrukking, die Goethe voor dezen tijd
geestelijke band
Wel zelden zal in de geschiedenis een zoo sterke,
als die waardoor Schiller en Goethe verbonden
aan te wijzen zijn
waren. ,
kracht.
De reeds in 1 793 begonnen „Briefe über die asthetische Erziehung”
van
Schiller worden, onder den invloed van de nieuwe vriendschap
opvoedingsboek de menschheid.
met Goethe, tot een grootsch voor
in een
steeds verdere ontwikkeling der intellectualiteit, heeft de men-
55
lijke, tusschen natuur en moraal, kan de vrije mensch geboren worden,
wanneer hij de schoonheid ontdekt.
Die schoonheid openbaart zich in de verdere ontwikkeling van
worden.
staat bij den mensch een verhouding waarin, in den meest eigenlijken
zin het Idee seiner Menschheit” tot komt.
van woord, „die uiting
Daar, in die wisselverhouding, werkt de „Spieltrieb”.
In schoone taal, voortdurend scheppend vanuit
een onnavolgbaar
der intuïties, waartoe de menschelijke geest in staat is,
een hoogste
stijgt Schiller op tot de haast paradoxaal klinkende uitspraak:
„Denn, endlich auf einmal der Mensch spielt
um es herauszusagen,
nur, wo er in voller Bedeutung des Wortes Mensch ist, und er ist nur
heeft.
voor haar werkelijke opvoeding noodig
Novalis, die dezen goddelijken impuls in Schiller herkende, noemde
Tot driemaal toe klinkt ons in het „Marchen” het woord van den
56
V
zich uitbreidt.
Tot beide werelden kan de mensch vinden. De aarde
toegang
57
bereikt hij door zijn Door
waarnemingen. zijn kenvermogen stijgt
hij op in de wereld van den geest. Zijn innerlijk beleven vereenigt
dat wat hij ziende, hoorende, en tastende, met hetgeen hij kennende
omtrent de samenhangen vindt.
Hij is een „burger van twee werelden”, die zich in hem tot een
te
begrijpen ligt daar niet. Slechts
vragen
komen ons uit de wereld
hij leert zien, dat hij niet alleen als waarnemende mensch in verbin-
ding staat met een wereld vol verschijnselen, maar dat hij ook innerlijk
den toegang vinden kan tot die wereld van waaruit het geesteslicht
stamt, dat hem de verschijnselen zelf zichtbaar maakt.
der dingen.
De verschijnselen openbaren hun wezen bovenal door de quali-
teiten, die zich aan de zintuigelijke waarneming mededeelen.
De mensch beleeft daartegenover gevoelens van sympathie en
Dan echter kan het kenvermogen van den mensch hem een
inzicht
lust en onlust, neemt de mensch zichzelf waar. Hij beleeft het inner-
lijke aandeel dat hij aan dit alles neemt. Zooals in de waarnemingen
zich de wereld der verschijnselen uitspreekt, zoo in het innerlijk bele-
ven de mensch. Hij ervaart iets over zichzelf, wat hij met de ver-
1
) Rudolf Steiner, Theosophie.
58
Ook het beleven den mensch is wisselend. Met het licht
innerlijk van
kelijk is.
de plantenschoonheid beheerschen.
Zoo de mensch wijze de wereld deel.
neemt op drievoudige aan
goddelijk geschenk.
Met dankbaarheid beziet lichaam als wat hem
hij zijn datgene,
met de wereld der verschijnselen in verbinding brengt. Wanneer in
mogelijk. Wat zou zijn leven zijn zonder vreugde, zonder leed? Beide
zijn even noodzakelijk voor het innerlijk zijn van den mensch, beide
wonenden geest. Door den geest eerst openbaart zich de ware samen-
hang van
mensch en
wereld. Daarin vindt de mensch een steunpunt
wereld beide.
l
) Rudolf Steiner, Theosophie.
59
waarheid, ook wanneer de verschijnselen veranderen, of wanneer de
belevende ziel verandert.
In schoone woorden wordt dit uitgedrukt door Rudolf Steiner t) :
So ist der Mensch Bürger dreier Wellen. Durch seinen Leib gehort
er der Welt an,
die er auch mit seinem Leibe wahrnimmt; durch seine
Seele baut er sich seine eigene Welt auf; durch seinen Geist offenbart
sich ihm eine Welt, die über die beiden andern erhaben ist.”
Zoo klinkt de leer van lichaam, ziel en geest, niet als een ver-
van
dit accoord.
In de ziel van
den mensch weerklinkt het, opwekkende zijn innerlijk
baard.
Waarom was
het van een zoo groote beteekenis, dat de leer van
Omdat
geen ware opvatting omtrent den mensch mogelijk is, wan-
gebouwd.
Onze tijd, die vóór alles den mensch verloren heeft, moge
hij nog
Zoowel bij Plato als bij Aristoteles vinden we een duidelijke onder-
scheiding van
de twee zielen zooals het daar wordt uitgedrukt
in den mensch. Een ziel, die uitsluitend het goede in zich draagt, een
denkende ziel, en een andere, die ook tot het booze in staat is, een
1
) Rudolf Steiner, Theosophie.
60
Blik in den kleinen koepel van het oude Goetheanum,
turgeschichtlichen Folgen”.
Hier is hoofdzakelijk bedoeld te wijzen de beteekenis van het
op
ledig wezen te beschouwen. Het besluit richt zich tegen de leer van
van datgene wat de Bijbel hieromtrent zou leeren. Dat dit tegenover
aangeduid.
Men kan dit dogma, waardoor de drieledigheid wordt teruggevoerd
een tweeledigheid van lichaam en ziel, als de bekrachtiging zien
op
van een impuls die reeds vanaf de eerste na-christelijke eeuwen werkte,
uitgaande van Rome.
Door de geheele christelijke geschiedenis heen is een strijd te
mingen.
Aan de zijde het Christendom dat bij de
eene staat aanknoopt
mysterie-wijsheid der oudheid, bij de Grieksche wijsheid van Plato
ook en dat hoofdzakelijk door Johannes de Evangelist, door Paulus,
door de Gnostici en
de Manichaeërs wordt gerepresenteerd. Daar-
worden stilgestaan, waarom een macht als die van Rome was, zich
neer ze
zonder gevoelens van sympathie en antipathie als zuiver
historische worden bezien.
phenomenen
De strijd, van Rome uit gevoerd tegen de spiritueele stroomingen,
welke het oude kosmische weten in zich dragen, heeft een diepe
beteekenis. Een verdere ontwikkeling van
de menschheid in de rich-
was
gegaan, kon de volle menschelijke belangstelling gericht worden
l
) Monatschrift „Die Drei”, Januari 1922.
61
vele later zal aanbreken,
eerst eeuwen staat in diepen samenhang met
ware
representant van zijn volk, wanneer hij de macht van den Ro-
meinschen in bracht.
staat zijn eigen persoon
tot uitdrukking
Het Romeinsche recht regelde en bepaalde het leven en het wezen
naar
het aardsche zelfbewustzijn doormaakte, verdween
weg meer en
Niet zonder strijd echter laat de geest zich van de aarde verdrijven.
Voortdurend wordt in kleine of groote menschen of
groepen van
draad gaat dit weten omtrent den geest door de geschiedenis, van
baar was,
bleef over. Deze stoffelijk-lichamelijke mensch, in zich
dragende een ziel, die door den zondeval onrein was geworden, was
een object dat alleen door de macht van de kerk verlost kon worden.
Deze „afschaffing van den geest”, zooals Rudolf Steiner den inhoud
van
het dogma van 869, dat hij herhaaldelijk besprak, wel eens
62
die geheel al deze vanzelfsprekende
en
werkelijkheid laat vallen. Op
de de moderne
voetsporen van natuurwetenschappelijke methoden
ontwikkelt zich een experimenteele zielkunde, die zich als
opgave
stelt het zoogenaamde zieleleven door het
natuurwetenschappelijk
experiment te onderzoeken. Voor een dergelijke zielkunde bleef alleen
het meetbare als De
een werkelijkheid over. namen Wundt, Ebbing-
haus en Ziehen zijn met het ontstaan van deze experimenteele
psy-
chologie verbonden.
Zeer duidelijk zet Wundt in zijn „Physiologische Psychologie”, in
1874 verschenen, het nieuwe uiteen. Men
standpunt leest daar: „In
der Tatsache, dass das natürliche Bewusstsein überall die innere Er-
dern eine Substanz, ein reales Wesen, als dessen Aeusserungen oder
Handlungen die sogenannten Seelentatigkeiten aufgefasst werden.
Hierin liegt aber eine metaphysische Voraussetzung, zu
der die Psy-
chologie möglicherweise Schlusse ihrer Arbeit werden
am
geführt
kann, die sie schon
jedoch unmöglich vor
dem Eintritt in dieselbe
Vroeger, zoo wordt verder betoogd, werd met het woord „ziel”
op
63
door de verschillende eigenschappen die, in verschillende rubrieken
be-
wetenschappelijkheid mee verbonden is. En inderdaad, van een
gekomen, weer
zich zal dat hij zich uit eigen kracht zal hebben
in dragen, maar
verworven. j
•
i i
de ziel als
den en tegen
Zoo kan een dergelijke strijd tegen geest
deele door
de ziel, opdat niet iets, wat ten gerechtvaardigd was,
beteekent. .
_... -
zielkunde ont-
Het 869 en de tijd waarin de experimenteele
jaar
voerde. Kudo t
den die neerwaarts
stond, waren mijlpalen op weg
den die
daarmee tegelijk de eerste mijlpaal op weg
dig keerpunt en
kan.
weer opwaarts voeren
door Goethe en
Het Duitsche idealisme en vooral de titanenarbeid
Zoowel
vormden hier Rudolf Steiner de brug.
Schiller verricht, voor
denkbeelden die de
als door in
door de metamorphose-gedachte,
inzicht
wordt de tot het werkelijke
„asthetische Briefe” leven, toegang
licht duisternis.
kelen zich tusschen twee polair gerichte uitersten: en
de duisternis
der aarde komende,
v
schaduwt.
duisternis kunnen zich ver-
64
•terken, ~sich steigeren”, en worden dan tot oranje en oranje-rood
blauw-violet Dit versterkende
cenerzijds, indigo en anderzijds.
of bruin.
ziet dus slechts kleuren. In die kleuren wordt hij naar
De mensch
die het licht die de
twee richtingen gevoerd. Naar van en van
duisternis.
is dus een
Het eigenlijke gebied van zijn gezichtswaarnemingen
dat tusschen licht duister, tusschen het
middengebied, een gebied en
werken van
v 0.11
het oude Griekenland.
lltl
UUUt.
WCI R.CII
de
Het kan een diep inzicht geven in de verborgen wetten van
zelfde rijk.
Goethe’s Italiaansche reis gebeurtenis die
Zoo beschouwd is een
voor
de geheele menschheid van onmetelijke waarde werd. _
vormen.
De „Esthetische Briefe” zijn een voortzetting, ten opzichte
de
van
den mensch, van
wat Goethe’s metamorphosegedachte voor
de Daar-
de „vormkrachten”, aan de andere zijde „stofkrachten .
het de schoonheid.
vrijheid ontwaakt in gebied van
Schiller den de 1 8e in de
Zoo staan Goethe en aan overgang van
65
5
Rud. Steiner
19e als
eeuw twee machtige geestelijke zuilen, vormende een poort,
w ar oor bi honderd Rudolf
? . .
* Jna jaar later, Steiner zou binnen-
,
schrijden.
natuurlijke en moreele leer tegelijk gebracht heeft, als een echt men-
66
de hoofdwerken Rudolf Steiner worden verwezen. *)
naar van
uit natuurkrachten
Het is uit natuurkrachten gevormd, opgebouwd.
conclusies wanneer we
het
substantie kan tot belangrijke voeren,
van vorm.
de zal zich
Het kristal zal steeds eenzelfde uiterlijk hebben, rots
Ook de opzichte de
factoren treedt verandering op.
plaats ten van
de voortdurende bewegelijkheid.
de wolken daalt de aarde. Het
Het water komt uit en neer op
zeeën, waar
de kleinere of grootere golfslag van de innerlijke onrust
hemel in opstijgend en
neerdalend.
„Anthroposophie en verschil-
*) „Geheimwissenschaft”, „Theosophie”,
lende flndcrc
flesch in rust is. De rust
*) Men zegge niet dat het water in een gesloten
zal direct uitvloeien wanneer de flesch
zit namelijk in het glas. Het water
ond Mensch.
67
Het eerste krachtsgebied is dat, wat door de aarde als centrum
kracht werkt naar het middelpunt der aarde toe, als een centrale of
gekluisterd, maar
ook zijn vasten, onveranderlijken vorm dankt hij
trekt het steeds beneden, maar even dikwijls wordt het weer
naar
gekarakteriseerd.
Keeren wij nu
terug tot den mensch.
vaste element het meest uitgesproken in zich. Het bestaat uit kali en
periferie van
het lichaam zijn de beschutttende nagels en
de harde,
mensch. Beschouwen we
de bloedvloeistof, de lymphe, of welke weef-
ten te zien.
naar onder en van onder naar boven, het geheele organisme door-
stroomend tusschen Ten opzichte de aard-
centrum en periferie. van
68
is men tegelijk gekomen tot een
geschetste wijze te onderscheiden,
andere tegenstelling, die de allergrootste beteekenis is, namelijk
van
in de de levenskrachten.
de veranderende vorm richting van
door vloeistof-
dat het leven in de organismen gekenmerkt is
zeggen,
beweging. ,
,
mogen worden.
Zien hoe een
levend organisme ontstaat, dan ligt die laatste
we
de de
verder zien we in het organisme steeds orgaan-opbouwende,
orgaan-vormende vloeistof. Uit de stroomende bloed- en lymphe-
het skelet, de Uit al bet
vloeistof vormen zich de spieren, organen.
weeke worden
vloeibare, later halfvloeibare, dan
nog
en buigzame,
waarnemen.
nismen leven aarde. Maar behoort dit leven wel tot de aarde in
op
overwinnen? En
mensch, een
tendens
op om die zwaarte te zijn
zwaarte-overwinnende die tegelijk levens-
niet juist die krachten,
krachten zijn, verbonden met de vloeistof, die niet meer aardgebon-
den is, die tusschen aarde kosmos zich beweegt, neerdalend
maar en
en weer opstijgend?
is kleine het voorstellingsleven, dat ge-
Het een sprong voor om
van
levenskrachten die de eigenlijke bouwers en vormers van het
niet uit dit aardgebied stammende, noemt Rudolf Steiner het levens-
69
lichaam, dat uit krachten is samengesteld, die wel uit het aardgebied
stammen.
In dien dooden vorm grijpen zulke krachten in, die den vorm
wen.
Het kinderlijk organisme b.v. wordt door een
reeks van meta-
70
des Lebens der Leib dem Zerfalle
physische vor bewahrt wird.”
En direct aansluitend lezen dan: diesen
we „Um Lebensleib zu
h ihn einem andern Wesen braucht
s e en, an wahrzunehmen, man
eben das erweckte geistige Auge. Ohne dieses kann man aus
mensch moeten we
echter verder
nog gaan.
Dier en mensch hebben niet alleen een aardsch kosmisch
en
e n
®en l e der oogenblik den heeft de mensch
'
van dag een
u
lucht- of mensch in
gasvormigen zich, evenals hij een vasten en een
71
weefsels voortzet, het andere deel is het uitstroomende. Deze
nen en
heid uit.
echter in een
voortdurend wisselende verhouding tot de lucht-
omgeving.
Men kan zich die luchtomgeving van
de aarde niet denken zonder
kosmische.
De het is in gestadige beweging tusschen
vloeistof, water, een
In de lucht werkt het licht van zon en sterren. Ja, op het oogenblik
voor een,
door geesteswetenschappelijke scholing ontsloten, innerlijk
zichtbaar kan worden, de realiteit ervan
door ieder kan
orgaan
worden ingezien.
heeft levens- of
lichaam), één die hij met de plant gemeen (het
l
) Paracelsus, Volumen Paramirus.
72
derde gericht het astrale-
gericht, buitenaardsch gericht, en ten naar
of sterrengebied.
vinden deze
In de drie toestanden van vast, vloeibaar en gasvormig
drie krachtenlichamen hun physieke uitdrukking.
Zooals in het geheele menschelijke organisme het vaste, vloeibare
schelijk ik.
Duidelijk openbaart zich deze drievoudige lichamelijkheid, waarvan
slechts het
en zuurstof uit de lucht. Degenen wier belangstelling op
roofdier, het rund, de vogels, het knaagdier, zij alle hebben den
wezen.
oppervlak.
Het dier bevrijdt zich van
die gebondenheid. Het beweegt zich
voortplanting.
De plant is door haar physieke wezen aan het aarde-element ge-
bonden. Maar het dier is door zijn begeerte evenzeer aan de aarde
73
Hel zijn existentie het anders
zou opheffen wanneer wat zou willen
zijn. De wolf die lammeren begeert, is als wolf geheel normaal. Hij
is een betere wolf naarmate hij die begeerte sterker in zich draagt en
overwinnen.
ving, waar hij met drift en begeerte in staat. Daardoor blijft hij „open
de wereld”. heeft Dit
voor Hij een „Weltoffenheit”. openzijn voor
„Der Mensch ist also das Lebewesen, das sich zu seinem Leben das
heftig es
durchschauert, prinzipiell asketisch die eigenen Triebim-
met alle drie de deelen verbonden, zij het dan ook in verschillende
graden.
In de ziel beleeft de mensch een innerlijke wereld. Zijn eigen zijn
wordt hem daarin bekend en
bewust.
Die innerlijke wereld ontwaakt ten deele aan
de uiterlijke-, ten
x
) Max Scheler, Die Stellung des Menschen im Kosmos,
74
deele ook aan
de krachten, die in de ziel zelf werkzaam zijn. Een
vindt plaats.
werd reeds zien de rhyth-
In het ademrhythme, zoo gezegd, we
de door de
als de innerlijke antwoorden die zich in ziel vormen aan-
wezen
vindt in het tot stand brengen van innerlijke reacties, wordt
wirklich wie der physische Körper. Wenn ein Mensch vor mir steht,
und ich sehe von seiner Empfindungsseele ab, indem ich ihn mir bloss
Zij is dat deel van de ziel namelijk, dat in het zielelichaam opgenomen
wil uitdrukken.
Over die subtiele Rudolf Steiner: „Man kann
verhouding zegt
auch Teil des Aetherleibes sei feiner als der und
sagen: ein übrige,
dieser feinere Teil des Aetherleibes bildet eine Einheit mit der Emp-
zaamheid van
den geest.
De gewaarwordingen aanleiding tot de vorming van gedach-
geven
ten. In die gedachten wordt de mensch zich van zijn eigenlijke ver-
hem weldadig aandoen of niet, een weten omtrent den aard van
die
x
) Rudolf Steiner, Theosophie.
75
De mensch echter ontwikkelt zielegebied dat de
een gewaarwor-
den
geur van een bloem, wanneer hij niet anders in zich draagt dan
de gewaarwording van
dien
geur.
van de allerdiepste beteekenis is. Bij ieder kind breekt het oogenblik
aan, waarop
het zichzelf voor het eerst met dat woordje uitspreekt.
Tevoren duidde het kind zichzelf aan met zijn eigen naam. Eerst tegen
het derde levensjaar wordt uit de ziel het woordje „ik geboren.
Men denkt zelden na over het mysterie dat met dit zooveel ge-
bruikte woord verbonden is. Wie „ik” zegt, duidt daarmee op iets,
erlebt. Leib und Seele sind die Trager des „Ich”; in ihnen wirkt es.
Dit ~ik” werkt nu zoodanig in de ziel dat het voert tot een zelf-
76
dat de bewustzijnsziel genoemd wordt, komt de tot
zielegebied, rust
Wahren und Guten erfüllt, desto weiter und umfassender wird das
Ewige in ihr.”
wezensdeelen van
den geest in den mensch werkzaam.
slag van de intuïtie kan zich een denken ontwikkelen dat vrij is van
beïnvloeden.
aangeduid. Men
categorieën: geestzelf, levensgeest en geestesmensch
leze hierover de hoofdwerken; een beschrijving valt
aangegeven
buiten het kader van
deze verhandeling.
Wel hier dat de ontwikkeling deze
mag er
op gewezen worden, van
tot de drie geschetste gebieden: ~In der Seele blitzt das ~Ich auf,
langt aus dem Geiste den Einschlag und wird dadurch zum Trager
emp
die geistige Welt hinauf. Der S t a m m aber, der nach der einen Seite
wurzelt, nach der andern blüht, das ist die Seele selbst.”
77
Een bestudeering van de literatuur zal ieder kunnen
aangegeven
overtuigen van
de werkelijkheid van
deze negenvoudige geleding.
1
Men kan die negenvoudige tot een zevenvoudige samenvatten ), men
beluisterend met het innerlijk oor, aanschouwend met het innerlijk oog
en
dood. Zijn aan den geest voerde tot een zoo innige ver-
overgave
dat de wijsheid volle door hem
binding daarmee, goddelijke ten
kon spreken.
b. Reïncarnatie en Karma.
1
) Zielelichaam en gewaarwordingsziel kunnen door hun enge verwantschap
78
Tijdelijkheid en eeuwigheid zijn geen onverzoenlijke tegenstellingen.
In de ziel worden zij,
menschelijke in voortdurende
wisselwerking met
innerlijk gebeuren.
Ook hier kan in Goethe’s metamorphoseleer, zoowel als in Schil-
ler aesthetische brieven,
s
weer een basis voor een
dergelijke opvatting
worden
gezien.
Goethe’s levenswetten
van „Polaritat" en
„Steigerung” maken een
79
de
Aldus werkt in de ziel het eeuwigheids-vormende beginsel op
wereld van
de tijdelijkheid in.
.
_
door de daden die zij verricht. Wanneer de mensch vanuit zijn ziel,
de of
tengevolge van een gedachte, een gevoel of wilsimpuls, tot een
handeling. Het beeld, dat zich als aspect van de eeuwigheid vertoont,
De daden,
heeft een wijziging, hoe gering misschien ook, ondergaan.
die vanuit de ziel worden verricht, blijven bestaan in de wereld van
den geest. .
aldus als actieve kracht in den stroom,
De ziel staat ingeschakeld een
levend
Zij verbindt het tijdelijke en het eeuwige in een
toevoegen.
und
in een
voortdurend gebeuren. „Zwischen Gegenwart
proces,
die Seele indem die
Ewigkeit”, zegt Rudolf Steiner, „ist gestellt, sie
Mitte halt zwischen Leib und Geist. Aber sie vermittelt auch Gegen-
und Sie bewahrt das Gegenwartige für die Erinnerung.
wart Ewigkeit.
Dadurch entreisst sie es der Verganglichkeit und nahert es der Ewig-
de ontworstelt zich
Beschouwen we
nog eens groeiende plant. Zij
streeft het licht, waarin ze haar
aan de duisternis en omhoog naar
die in het leven mogelijk waren, boven het aardsche bestaan uit en
beschouwingen blijken.
dat uit de metamorphoseleer, die eerst kon ont-
Duidelijk is echter,
onderscheiding der beide tegengestelde polen,
staan na een juiste
lichaam en geest, de werkzaamheid van de ziel, samenhangend met
het tijdelijke en
het eeuwige, begrijpelijk wordt.
de leer der wederbelichaming.
Een verdere beschouwing voert tot
80
Uit: ..Waldorf Nachrichten" 1919
RUDOLF STEINER
niet wederbelichaming moeten spreken,
Men zou eigenlijk van
grondslag voor
de behandeling van probleem.
lichaam leder weet
Stellen we ons een bepaald menschelijk voor.
alle in de elementen
ook op
dezelfde wijze, dat wil zeggen, zij gaan
karakter geeft,
de aarde Dat, wat het lichaam zijn persoonlijk
van op.
de
is dus niet van
het tijdelijke in den mensch afhankelijk, maar van
vorm en gestalte.
in het hoofd. Aan
Het sterkst werken die vormgevende krachten
het hoofd zal men iemand het eerst herkennen. lemands aangezicht,
de directe openbaring zijn per-
iemands schedelvorm is meest van
schedelvorm wordt de
Met dat aangezicht, met dien
soonlijkheid.
kind vindt al persoonlijke
mensch geboren. Bij het pasgeboren men
dikwijls veranderen,
gelaatstrekken, die weliswaar nog vaag zijn en
de Wanneer men,
binden het bijbehoorende begrip van ongeborenheid.
den tot diens onster-
uitgaande van
de eeuwigheid van menschengeest
ook komen tot
felijkheid besluit, zou men, consequent zijnde, moeten
de geboorte al
de gedachte, dat die eeuwige menschengeest voor
dat ik is.
dan die, welke de uiterlijke afbeelding van
.. .
Uit
lichaam door de krachten de erfelijkheid is ontstaan.
heeft, van
die in de
worden dan uit de krachten,
ver-
niet anders geboren kon
Maar tegelijk bindt het ik van den mensch een strijd aan tegen
81
Rud. Steiner 6
dien erfelijkheidsstroom. Meer zal in
en meer den loop der jaren het
lichaam van den mensch, het
zijn aangezicht in bijzonder, maar ook
zijn ledematen, zijn handen en voeten en al het overige, een eigen
karakter krijgen, dat door zijn ik wordt bepaald.
Eerst wie beide krachten in hun wisselwerking bestudeert, wie den
strijd tusschen erfelijkheid persoonlijkheid
en vervolgt, zal in staat
zijn de hier
ware verhoudingen te leeren kennen.
Goethe zegt zichzelf: Vater hab’ des
van
„yom ich die Statur,
Lebens ernstes Miitterchen
Fiihren; vom die Frohnatur und Lust zu
fabulieren.” Maar de mogelijkheid
zijn metamorphoseleer te ontdek-
ken, zijn Faust te dichten, had hij van zichzelf alleen.
Vanwaar een
zoodanige mogelijkheid om vanuit het ik te scheppen?
Op deze
vraag geeft alleen de wederbelichamingsgedachte het juiste
antwoord.
„Warum sollte ich nicht so oft wiederkommen, als ich neue Kennt-
nisse, neue Fertigkeiten erlangen geschickt bin?”
zu zoo vraagt Lessing
in „Erziehung des
zijn Menschengeschlechts” en noemt daar de
reïncarnatieleer „die alteste Hypothese”, het menschenver-
waarop
stand dadelijk gekomen is, voordat het sophisme van
de school dat
Inderdaad, zeer
oud is de reïncarnatiegedachte. Bij alle culturen
uit den voorchristelijken komt
tijd zij voor, in den een
of anderen
dediger van.
De bekende uitspraken in het Evangelie Mattheus
van
x
) In de lezen
Bhagavad Gita we o.a. de volgende woorden die Krishna
tot Arjuna spreekt: „Evenals mensch, zijn versleten kleederen
een na
afgewor-
pen
te hebben, andere, nieuwe
neemt, zoo gaat de belichaamde, na
zijn ver-
(Vert. J. W. Boissevain).
2
) Volgens Philostratus, in
zijn boek over Apollonius van Tyana, be-
82
mensch. De leer wat den dood ge-
en
al den aardschen van na
op
de kerk beschouwd. Het
beurde, werd als een aangelegenheid van
helderheid en
schoonheid.
,
aarde
is, dat degene, die aan de reïncarnatie gelooft, zijn plichten op
verzaken zal. Hier aarde een goed, naar waarheid strevend, edel
op
besser.”
verschillende bekend, waaruit zijn
Van Goethe zijn uitspraken
leven den dood
diepe eerbied voor het geheele vraagstuk van een na
x
door Schiller verdedigd bij zijn artsexamen aan
) Een medische dissertatie,
1780, in Stuttgart.
de hertogelijke militaire academie, gedrukt
83
der sei glücklich im stillen, aber er Hat nicht Ursache, sich darauf
etwas einzubilden."
Verheven grootsch is zijn standpunt hij
en waar zegt; „Der Mensch
soll an Unsterblichkeit glauben, er hat dazu ein Recht, es ist seiner
Natur und darf auf Zusagen bauen; aber
gemass, er religiöse wenn
aus
dem Begriff der Tatigkeit; denn wenn ich bis an mein Ende rastlos
wirke, so ist die Natur verpflichtet, mir eine andere Form des Daseins
vermag.”
Dat niet alleen de onsterfelijkheidsgedachte, maar ook die van
de
reïncarnatie in zijn ziel leefde, blijkt duidelijk uit het schoone gedicht:
„Gesang der Geister über den Wassern”.
Ewig wechselnd.”
Ach, du in Zeiten
warst abgelebten
Meine Schwester oder meine Frau.”
idealisme.
Een enkele maal wordt deze gedachte ook als wetenschap
getracht
door Gustav Widermann, wiens
naar voren te brengen, bijvoorbeeld
arbeid über die Unsterblichkeit als Wiederholung des
„Gedanken
Erdenlebens” l ) werd bekroond.
*) 1851, Weenen.
84
aarde leeft de mensch dan slechts de verlos-
goddelijke wereld. Op om
de mensch zijn
Door de drieledigheidsgedachte kan eerst ware ver-
Gestalt wiederholt. Zwischen beiden steht die Seele, die ein in sich ge-
sauge
für die Ewigkeit. Sie hat gleichsam eine Vermittlerrolle; und ihre
formt ihr die
Aufgabe ist erfiillt, wenn sie dieser Rolle geniigt. Der Leib
Eindrücke; sie gestaltet sie Empfindungen um, bewahrt sie im Ge-
zu
dachtnisse als Vorstellungen und gibt sie an den Geist ab, auf dass er
sie durch die Ewigkeit trage. Die Seele ist eigentlich das, wodurch der
Mensch seinem irdischen Lebenslauf angehört. Durch seinen Leib ge-
de aarde in, doordat de mensch daden verricht, die alle hun gevolgen
hebben.
lijke wijze te maken. Zij ontmoeten hem, evenals hij hen ontmoet.
De mensch heeft er een bepaalde verhouding toe. Hij kan er niet aan
verbonden.
Het beeld van slapen en
ontwaken geeft een treffende vergelijking
van hetgeen met den mensch gebeurt bij den dood en de nieuwe
geboorte.
85
tenissen uit zijn omgeving, die desalniettemin verder
gaan. Hij begint
b.v. ’s avonds met een bepaalden arbeid. Hij wil een brief schrijven,
dien hij echter niet voltooid. Gedurende zijn slaap vergeet hij wat hij
het ontwaken ligt de onvoltooide brief hem te
begonnen was. Bij op
op hem wacht.
Zoo brengt de nacht slechts een bewustzijnsscheiding tusschen ons
zelf en onze daden. Bij het ontwaken houdt die scheiding op.
aarde-levens, om ons
heen aanwezig en bij een werkelijk ontwaken
ook vindbaar. Het ontwaken ’s geschiedt, doordat de ziel
morgens
sein ist das Schlaf und Tod. Dass ich am Morgen die
nur kann, von
für sorgt der unmittelbare Gang der Ereignisse. Dass ich, wenn ich mich
der
schen eingegliedert ist. Der physische Leib unterliegt den Gesetzen
Der Menschengeist dagegen muss sich immer wieder und
Vererbung.
wieder sein Gesetz besteht darin, dass die Früchte
verkörpern; und er
können, welche Freuden und Leiden ihr erwachsen, mit welchen Men-
schen sie zusammenkommen wird: das hangt davon ab, wie die Taten
1
) „Theosophie”.
86
ziel verbonden de gedachte
houding tusschen lichaam, en
geest, met
uitdrukt. „ ,
~Ê w i ist der Geist; Geburt und Tod waltet nach den Gesetzen der
g
das Seelenleben, das dem
physischen Welt in der Körperlichkeit;
Schicksal vermittelt den Zusammenhang von beiden
unterliegt,
wahrend eines irdischen Lebenslaufes.”
is. Het denken is een functie de ziel, die den menschelijken geest
van
kers, wier denken zich vrij gemaakt heeft van de zintuigelijke ver-
schijnselen.
zooals Rudolf Steiner die leerde, wordt
In de Anthroposophie,
het door
gewezen op een verdere ontwikkeling van kenvermogen,
niet alleen het denken, maar
ook het voelen en willen door bijzondere
heeft.
87
een soort rottingsproces uit aarde en water werden gevormd. Daar
aan,
dat het niet bestond. Eerst toen de moderne onderzoekings-
methoden zich verder ontwikkeld hadden, kon dit probleem het
op
licht worden
juiste geworpen.
Toch had Francesco Redi reeds in het midden de 17e
van eeuw
het bewijs geleverd, dat alle levende wezens levende wezens af-
van
stammen. Dat hij voor het vinden van een waarheid, die eerst eeuwen
~ln einer ahnlichen Lage wie der italienische Denker”, zoo schrijft
Rudolf Steiner, „ist heute der Anthroposoph. Er muss auf Grund
seines Wissens das von dein Seelischen was Redi von dem
sagen,
Richtung sich weiter bewegt, die sie seit dem siebzehnten Jahrhundert
genommen hat, dann wird auch die Zeit kommen, in der sie selbst
Und sie behauptet den Satz: „jede Seele entsteht aus Seelischem” in
langs den
weg
der analogie geesteswetenschappelijke waarheden be-
Wel kan laten zien, dat bepaalde denken
wijzen. men een wijze van
en
wel die de natuurwetenschappen der laatste eeuwen met
waarop
waarheid voert.
Met Darwin heeft een gedachte haar intrede gedaan, die voor de
moderne wetenschap van onschatbare waarde is geworden, namelijk
de ontwikkelingsgedachte. Wat als afstammingsleer populair geworden
is, in dien zin, dat tijdlang algemeen dat de
men een vrij aannam,
de Voor de
te beperken tot natuurwetenschappen. zoover men men-
maken.
88
dus, dan betreedt het terrein van
eigenlijke menschelijke gebied men
de geesteswetenschap.
Dit is niet voor
de zintuigelijke waarneming direct toegankelijk.
der planten, der dieren in verschillende tijd-
Men kan de ontwikkeling
dergelijke ziel
de trachten te beantwoorden, waardoor zich een
vraag
de die
kenmerkt. Er is reeds gesproken over ziele-eigenschappen, in
de soort
te beschrijven. De eigenlijke mensch begint eerst daar, waar
biographie te schrijven is en
dat dit in den laatsten tijd zelfs herhaal-
Maar wie dergelijke biographie met zorg leest,
delijk is gebeurd. een
de de omstan-
zal zien, dat er alleen in voorkomt schildering van
Men zie
. i ••
i 111
de ontwikkeling van
het dier. Het kuiken dat
bijvoorbeeld
pikken, het
uit het ei komt, begint dadelijk graankorrels te pasge-
in zeer korten tijd hetzelfde doen als de ouders, alleen zijn zij nog
dan volwassen
niet geslachtsrijp. Is de geslachtsrijpheid bereikt, zijn ze
behalve steeds
leven brengt nu
geen verdere ontwikkeling meer, een
In of mindere is dit
tot in den hoogen ouderdom toe. meer mate
89
ontwikkeling bij de meeste menschen niet zoo sterk naar voren.
den mensch kan ook ander uitgangspunt hebben dan het ziele-
geen
lijk weer
neer, om een oogenblik later moedig de poging te herhalen.
Dan loopt het kind. Het door de
eene met zijn teenen voorzichtig
aarde te betasten, het andere door forsch hielen den bodem
zijn op
te zetten.
vidueele karakter.
Bij den chimpansee blijft het ontwikkelde binnen het gebied van
de
hier chim-
nog eens
gewezen zij, zegt hiervan, wanneer hij de bekende
pansee-proeven bespreekt: „Die Triebdynamik im Tiere selbst ist es,
90
de uit, dat de mensch in wezen toch slechts een hooger
beschouwing
ook de gradueele verschillen tusschen mensch
dier is. Hoe groot men
de essentieele verschil-
en dier ziet, oneindig veel belangrijker is het op
dier en mensch
eenig juiste onderscheiding tusschen
Dat deze ver-
Weltanschauung
Weininger, waarin de zin voorkomt; „Die zoologische
endete mit Veterinar-Psychologie”, en
inderdaad mag men van een
waarin de
„zoologische Weltanschauung” spreken in een tijd, men
de de gebieden van
exacte denkwijze van natuurwetenschappen op
natuurwet. „
sich nicht auseinander entwickelt haben; oder die Seele hat sich ent-
wickelt und ist in anderer Form früher dagewesen, wie die tierische
über
und wohin er geht. Und sie wird ihm dieses Woher und Wohin
Geburt und Tod hinaus zeigen, wenn er standhaft die Richtung ver-
die ihm die Erkenntnis weist. Von allem, was er tut, weiss er,
folgt,
dass es sich eingliedert in einen Strom, der von Ewigkeit zu Ewigkeit
fliesst. Immer höher und höher wird der Gesichtspunkt, von dem aus
91
Zielen. Er folgt den Antrieben seiner Natur, ohne Einsicht in diese
Antriebe zu haben. Er muss sich dass vielleicht anderen
sagen, er
ganz
folgen würde, wenn er seine Wege mit dem Lichte der Erkenntnis be-
leuchtete. Das Verantwortlichkeitsgefühl gegenüber dem Leben wachst
het voor
de vrijheid bestemde ik-wezen.
Vrijwel geheel onbewust zal die strijd zich afspelen in de eerste
dringen. Meestal komt dit bewustzijn niet verder dan tot het beleven
die overwinnen
omstandigheden, bij enkelen wellicht het ervan.
slotte leert er practisch mee te leven. Dit beteekent niet dat men zich
geweest zou kunnen zijn en wie wel zijn kennissen en vrienden zouden
dan als een soort bezit mee te dragen, maar om iets uit het heden
te begrijpen en
daaruit een gedragslijn voor
de toekomst te vinden.
Het weten van samenhangen kan onder bepaalde omstan-
vroegere
Steiner in Dornach een serie voordrachten, waarin hij het leven van
92
Ook nu reeds kan deze leer tot een
zekere practische toepassing
voeren.
kan men bestudeeren wat met dat leven verbonden is. Er zijn slechts
hun ziel toeval
weinig menschen, die in het diepst van aan gelooven,
maar eveneens slechts weinigen, die den samenhang van de z.g.
toe-
het punt in zijn leven te zoeken van waaruit zijn komen in deze
op
situatie verklaarbaar wordt. Op dat punt bevond hij zich evenwel ook
van zijn leven. Hij leert den opbouw van zijn leven in de grondvesten
kennen.
Daarbij komt hij dan tot de ontdekking, dat een zekere leiding aan
kennis in een wederom zeer exacten zin. Voor een dergelijke zelf-
de Dan is de karmaleer
en omstandigheden waarin hij zich bevindt.
voor hem tot iets geworden, waarmee hij meer doelbewust en met
en vrijheid 1
). Aan een practisch voorbeeld moge worden verduide-
1
) Men vergelijke ook: Rudolf Steiner, Wie Karma wirkt.
93
niet in tegenspraak is met de wet van
hoe hij nu zal handelen. Zal hij, zooals herhaaldelijk gebeurt zeggen;
dus
hier dat die mensch me niet sympathiek is,
,Mijn gevoel zegt me
onderling ontwikkelen.
antipathie, van
lust en onlust
De gevoelens van sympathie en
1
zichten mogelijk maken. )
werden blos-
Rudolf Steiner zegt hierover: „Lust und Schmerz aus
94
wikkeld heeft, niets te maken heeft met een Oostersch fatalisme of
leer bevatten.
dragen.
Deze schaarsche aanduidingen doen echter tegelijk zien, dat de
keling van
het vrije, zelfbewuste menschenleven was het noodig,
dat de mensch zijn volle aandacht daarop richtte.
Eerst na
de ontwikkeling van
het aardgebonden zelfbewustzijn
nu,
De eeuwen
der natuurwetenschap maken het mogelijk, om
deze
lichaam, ziel en
geest te nemen.
op
Daarom heeft Rudolf Steiner met het brengen van deze leer voor
het geheele komende cultuurleven een daad verricht van niet te schat-
ten beteekenis.
c. Het Christus-mysterie.
x
) Over de Christendom mogen de
verhouding van Anthroposophie en
95
nieuw menschenbeeld. In de volle straling van
de zon, gere-
van een
gaan. .
.
drie vooral, de
leverde documenten te bestudeeren. Op gebieden op
schap worden.
_- * .
t .
« ■
1 ■1 1
, ... , innk
, Aan ..
Hl
Af\OF ,
r>
werkzaam
Rittelmeyer, een bekend theolooog. die langen tijd was geweest
hield Rudolf Steiner een aantal voordrachten over
in Neurenberg en Berlijn,
tot religieuze vernieuwing. Een „men-
de grondimpulsen van een beweging
werden door hem
verschillende andere diensten
sehenwijdings-dienst” en
aangegeven.
valt de dit werk,
Een" uitvoerige bespreking hiervan buiten opgave van
zin.
dat zich bepaalt tot de Anthroposophische beweging m
engeren
aangegeven.
96
Foto Rietmaan. St. Gallen
RUDOLF STEINER
(1915)
ten die aarde en hemel beheerschen. Deze goddelijke machten open-
werkte, was geen doel, zelfs geen middel. Het was het vanzelfspre-
kend de zich die goddelijke mach-
gevolg van wijze waarop men met
uit kiezel en
kalk is gevormd, maar een woonplaats van het men-
góden.
Dit oude vertoonde zich leerde Rudolf
mysteriewezen zoo
Steiner voor
het eerst in klaren vorm in het Atlantische tijdperk.
Het behoeft hier slechts worden aangeduid, dat de wetenschap-
te
een
verdwenen continent 1 ), dat
eens, in voorhistorische tijden, gele-
hebben tusschen Amerika en Europa, de plaats dus waar
gen moet op
geschilderd.
_
Mars, Jupiter en
Saturnus.
Met deze namen worden dus niet de planeten bedoeld, zooals wij
drachten.
4
) H. Wir t h, Der Aufgang der Menschheit.
97
Rud. Steiner 7
lijke macht, die als centraal en leidend in de geheele ontwikkeling der
menschheid werd beschouwd.
van
de godheid zelf.
Met den ondergang van
Atlantis verbreidde zich deze oeroude cul-
tuur in verschillende stroomingen over de aarde. Daar waar een van
edele was.
Christus.
de zon,
evenals de andere hemellichamen, als een gloeiende, lichten-
de schoonste wijze:
overgang op
schen. „Uns blieb nur das entseelte Wort”, is de droeve klacht van
Schiller.
Daarin wordt echter een diep mysterie geduid. Wat overbleef
op
is inderdaad het ontzielde woord. Het woord dat eens zoo beleefd
werd, dat het als de drager van de godheid zelf kon worden
gezien.
Hiervan spreekt het Johannes Evangelie, hel diepste en meest
nog
98
het Woord het Woord was bij God en een God x )
beginne was
en
De
Dit woord is vleesch geworden, zooals Johannes verder zegt.
die het woord, het scheppingswoord alleen kon worden
godheid, met
aangeduid, is op
aarde gekomen.
Het de menschheids-ontwikkeling is hiermee
diepste mysterie van
de wien de ingewijden in de
uitgesproken. Christus, Zonnegod, tot
Dat Johannes, als hij Christus zoo aanduidt, niet een phüosofische
abstractie wil gebruiken, de reëele scheppende woordkrach-
maar op
wordt lezen, hoe ook Lucas spreekt
ten
doelt, begrijpelijk, wanneer we
'
,■
Maar ook van dien Christus, die de menschenzielen zal redden door
van
leven en dood in de zielen der wijsheid-zoekende menschen
gegrift.
Uit geestelijke werelden daalt telkens het menschenwezen aarde
op
tandenwisseling, van
de tandenwisseling tot aan de puberteit, van
de
ontplooien.
1
)
In de vertaling, die Rudolf Steiner aangeeft in: „Das Johannes Evange-
lium”.
99
In den de ontwikkeling de geest
tijd van lichamelijke staat nog
de aardgebondenheid van
het lichaam. Het bereidt zich voor op de
werken.
Tusschen deze laatste de middelste levens-
eerste en phase staat
De ziel heeft met beide voortdurend te maken. Zij put kracht uit
band hiermee. Kennis wordt verzameld, die tot wijsheid kan voeren.
omschijnen.
Zoo is de ziel de lichaam beheerschende
geplaatst tusschen en geest
de dood, die
kan dan plaats vinden, waardoor naderende aardsche
de latere levensphasen kenmerkt, zijn betcekenis verliest.
dood
Geestelijke dood en lichamelijke geboorte, lichamelijke en
ontdekt.
den onthuld.
Deze wetten werden in de oude mysteriën aan leerling
Waarom is een dergelijke wisseling der phasen van leven en dood,
van dood en leven, voor de zich belichamende ziel noodzakelijk?
Het antwoord leert men kennen, wanneer men
de phenomenen
Een de het
teslicht gehuld. intieme beschouwing van wijze waarop
kind zich tot alles, wat hem aarde tegemoet treedt, verhoudt, kan
op
dit doen inzien. Het kind reageert op alles, gaat met alles om, op
100
voorgeboortelijke, geestelijke
een wijze, die geheel uit zijn eigen, nog
zijn ontspruit. _ . u. *
ontwaakt voor de aarde, het leert de aarde kennen. Het komt tot
de aanraking de
bewustzijn. Dit bewustzijn echter is geboren uit met
doodskrachten.
leder heeft de kiem van een doodsproces in zich,
bewustzijnsproces
1
ieder levensproces daarentegen blijft in het onbewuste verloopen. )
de in het doordringen
wanneer er niet mogelijkheid gegeven was te
gemaakt.
mensch. het de geboorte
Voortdurend sterft de Op oogenblik van
den de in den
in het kind, het kind in jongeling, jongeling man,
de man
in den grijsaard. Het verleden is gestorven ten opzichte van
2
het heden, het heden zal ten opzichte van
het komende sterven. )
overschreden.
die in de wereld
tegelijk de wedergeboorte van den goddelijken geest,
de
het verstand slechts de door God geschapen wezens ontmoet,
lichamen zich als flikkerende punten vertoonen, waar de zon als een
verstand kan God ook daar niet vinden. Evenmin kunnen de phan-
of het God zelf bereiken. De beelden, die de
tasie, religieuze gevoel
mensch zichzelf daarvan maakt, houden tegenover
het intellect geen
101
stand. „Denn Gott is nicht für deine Sinne und für deinen Verstand,
der dir die sinnlichen Wahrnehmungen erklart”, zoo beschrijft Rudolf
Steiner dit beleven van de mysterie-wijze, „Gott ist eben in der Welt
verzaubert. Und du brauchst seine eigene Kraft, um ihn zu finden.
Diese Kraft musst du in dir erwecken. Das sind die Lehren, die ein
die Seele steilte. Gott ist nicht, aber die Naturist. In der Natur muss
Gott hat diese Liebe bis zum aussersten gebracht. Er hat sich selbst
Mensch kann das Leben des Gottes in sich erfahren. Soll er ihn in
len. Zij alle worden den mensch tot vragen, die hun middelpunt vinden
in de ééne vraag naar het wezen van God.
Uit het beleven de ziel worden die beantwoord.
innerlijk van
vragen
en dood.
höheren Stufe.”
de aarde
het geheele scheppingsplan is, dat door verschillende phasen
in den toestand komen, zooals wij dien nu kennen.
zou
102
den? Dat was
de die niet alleen de wijzen der mysteriën, maar
vraag,
Golgotha.
Een goddelijk drama voltrekt zich Golgotha. Een drama, waar-
op
de alleen de aarde de
van schouwplaats niet geheele maar tevens
kosmos is.
Zal in de ontwikkeling van het planetenstelsel, waartoe onze
aarde
verrichten?
enkelingen in de de
nog mysteriën een innigen samenhang met góden
kunnen vinden. De mysteriën in verval geraakt. Spoedig zal de
zijn
tijd aanbreken dat de Romeinsche caesaren
zich met geweld den toe-
wijden.
Een geweldige ommekeer zal plaats vinden in de geestelijke gebeur-
tenissen die de aardontwikkeling leiden. Waar tot nu toe de krachten
der mysteriën van buitenaf tot den leerling werden gebracht, begint
met de komst Christus aarde het tijdperk, waarin steeds meer
van op
ontplooien. Van binnen uit de aarde, die door het mysterie van den
kruisdood, de graflegging en
de opstanding in haar geheele wezen
veranderde, maar
ook vanuit de zielen der menschen, die vanaf dien
103
Van binnen uit zullen nu in de toekomst de krachten
werken,
gaan
die aarde menschheid leiden. In de
en aarde, zoowel als in den
mensch, is de kiem gelegd de
van geestelijke zonnesubstantie, waar-
schoonst vertolkt.
Na den machtigen aanhef volgt de beschrijving de werkzaam-
van
den heeft met het lichaam van Jezus van Nazareth. God zendt zijn
meest innerlijke wezen naar de aarde.
is van
den Vader op den Zoon overgegaan.
de menschen gebracht.
Voor hem uit hebben de woorden van Johannes den Dooper ge-
gekomen”.
Wat de diepere zin van
deze bekeering was, zou Christus zelf leeren.
Zoo in het der
bijvoorbeeld gesprek met Nicodemus, een overste
geboorte uit het vleesch”, maar een uit „water en geest (pneuma)”,
een wedergeboorte dus van den mensch, die zich
op zijn geestelijke
herkomst bezint en zijn weg verder in den zin van die herkomst wil
voortzetten.
is 2
Zijn inwijder Christus zelf. )
Deze inwijding, naar den vorm in ouden stijl, is tegelijk een
nog
*) Een aanduiding dat Nicodemus een ingewijde was die in de stilte van
104
in het openbaar afspeelt. De afgesloten-
nieuw begin, omdat ze zich
dit samenhangt met het feit, dat in het Lazarus-wonder een soort
verraad aan
de mysteriën werd gezien, is te begrijpen.
worden
Van kosmische beteekenis zou
deze wedergeboorte eerst
trouwd.
het
Wanneer dan later de vrouwen aan het graf komen, vinden zij
alleen de doeken liggen Christus is uit den dood opgestaan.
leeg, er.
ren,
onder wie ook Paulus.
deze der opstanding beslissend. Van
Voor Paulus is gebeurtenis
der Christenen, wordt hij vurig verkon-
een vervolger eerste tot een
kunnen volbrengen.
komen, kan een beeld uit oude legenden dikwijls meer zeggen dan
schen, vervolgens vervloekte hij hem als dengene, die het menschen-
geslacht ten val had gebracht. Hij wierp een steen op den schedel
en
beval allen die met hem waren hetzelfde te doen. Zoo ontstond
105
druppelde het bloed uit lichaam de die Adam’s
zijn op steenen,
schedel omsloten.
zwaard gaf hem drie zaadjes van den boom, die in het midden stond.
plantte een zaadje in Adam’s graf, in den mond van Adam. Het hout
van
den boom, die daaruit ontsproot, bleef voortbestaan.
eeuwig
Salomo maakte de poort Mozes hoorde uit
er van voor zijn tempel.
de takken dien boom de verkondiging de ben”. Ook
van van ~Ik
het kruis Golgotha werd uit dat hout
op gemaakt.
Zoo hoe Christus als nieuwe Adam
spreken legenden uit, een voor
lichaam van Adam stammen, zoo naar den geest van Christus. Hij is
de stamvader den wedergeboren
van geestesmensch.
106
VI
Christian Morgenstern.
leeren zijn
afgeleid. De jonge natuuronderzoeker moet waarnemen en
de
waarnemingen op
de juiste wijze ordenen; jonge philosoof moet
delijke kracht, die het heelal doorstroomt. Dan, na een langen weg
de het
van zelfontwikkeling en ontbering, volgde inwijding in hoogere
weten.
Door Rudolf Steiner is voor het eerst aan allen, die dit willen,
107
uit eigen kracht in volle innerlijke vrijheid. Wat
gaan en gedurende
de laatste het der
eeuwen op gebied uiterlijke wetenschap voor
ieder
bestond, begint hiermede ook op
het gebied der geestelijke weten-
wikkeling moeten worden gebracht door hem, die een beoefenaar wil
worden van
deze geesteswetenschap. In de wetenschappelijke
gewone
leven en
de praktijk verder ontwikkeld worden, maar met de beoefe-
parallel.
Een geesteswetenschappelijke opleiding vraagt echter de ontwikke-
binding met het denken en het waarnemen gesteld worden. Zoo komt
geest worden.
Hoe kan men zich voorstellen, dat het denken tot een zoodanig
wordt? Men behoeft zich om te beginnen slechts te herinne-
orgaan
de waarin het dit Die tijd ligt niet achter
ren aan tijden, nog was. ver
108
ren en vormen openbaart. >) De wereldgeest werd in duizenden
ideeën beleefd en de ziel van den mensch opende zich denkende voor
die ideeën voor Plato, die in het hierbedoelde Grieksche tijdperk een
telijk blinde, totdat hij het licht van deze gedachten waarneemt. Dit
in te beleven.
mensch gaat zich meer en meer voelen als de voortbrenger van zijn
eigen gedachten. Terwijl hij vroeger was, wat Rudolf Steiner noemt
Zijn bewustzijn gaat zich richten het proces van het voortbrengen
op
mingen in engeren zin behoorde. Dit geschiedt dan ook in den nieuwen
het der
gebied waarnemingen behoorde.
Hoe als overgangstijd ook geweest
belangrijk een dergelijke phase
is, een verdere ontwikkeling daarvan is toch tnogelijk. En wel kan,
met het volle behoud van de strenge wetenschappelijke methode, die
de niéuwe tijd gebracht heeft, het denken weer tot een orgaan worden,
te leeren kennen. „Das Denken hat den Ideen gegenüber dieselbe Auf-
gabe, wie das Auge dem Lichte gegenüber. Es ist Organ der Auffas-
zeer groote angst. Men is bevreesd, dat door het inschakelen van het
men
zich van gevoelens een zeer subjectieve manier kan bedienen.
op
1
) Rudolf Steiner, Die Ratsel der Philosophie.
109
ongestoord naar binnen stroomen, zonder dat ook maar iets uit het
zelf daarbij wordt gevoegd. Daar, waar de gevoelens van den
oog
mensch vrij worden van egoïsme, zijn zij eveneens als in dienst
orgaan
nemen, ja, men kan zeggen, in een bepaald opzicht nog belangrijker.
omdat de ziel door de gevoelskrachten dieper met haar omgeving
nog
verbonden wordt en
dus
nog
dieper verborgen werkelijkheden kan
opsporen. „Eine Lust, der ich mich hingebe, verzehrt mein Dasein in
um durch sie zum Verstandnisse des Dinges zu kommen, das mir Lust
bereitet. Es soll mir nicht darauf ankommen, d a s s das Ding mir Lust
bereitet: ich soll die Lust erfahren und durch die Lust das Wesen
des Dinges. Die Lust soll für mich nur sein eine Verkündigung dessen,
dass in dem Dinge eine Eigenschaft ist, die sich eignet, Lust zu berei-
ten. Diese Eigenschaft soll ich erkennen lemen. Bleibe ich bei der Lust
stehen, lasse ich mich von ihr einnehmen, so bin ich es nur selbst,
ganz
der sich auslebt; ist mir die Lust nur die Gelegenheit, eine Eigenschaft
des Dinges zu erleben, so mache ich durch dieses Erlebnis mein Inne-
Welt
eigentlichen Organe auf, durch die sich ihm die seelische er-
waarnemingen verstan-
schappen, geheel gebouwd op zintuigelijke en
hun
vonden. Alleen Goethe beschrijft in zijn „Farbenlehre” wezen
op
x
) RudolfSteiner, Theosophie.
110
Ook het willen kan kenkracht
tot een worden. Dit is wederom een
dige worden bereikt. Andere eischen worden aan den leerling niet
gesteld. Weliswaar stelt de praktijk het leven
van in de meeste geval-
len andere eischen, dit hangt niet de
maar met
wetenschap als zooda-
nig De zal wel
samen. arts
b.y. degelijk een
zekere moreele kracht
moeten bezitten, wil hij zijn beroep goed uitoefenen. Dit hangt echter
uitsluitend samen met den aard
van zijn beroep, waarvan
de dienst
aan den mensch de De
grondslag is. inhoud van
het medisch weten
wordt daar echter niet anders door. Anatomie, pathologie, bacterio-
logie worden dezelfde
op wijze bestudeerd als iedere andere weten-
echter dat
zeggen, een scholing van
de kracht van het willen, wanneer
dit tenminste de
op juiste wijze gebeurt, tot resultaat zal hebben, dat
een dergelijke eenzijdigheid overwonnen wordt. Door het overwinnen
van egoïstische krachten in de ziel en het beoefenen Hefde-
van een
va bestaan dergelijke
P ,*■ van een verhouding iets, waardoor hun
geheele ziel zich met de wereld verbonden kon voelen. Die
innerlijke
ve
b ondenheid tbreekt het
ï. ,
on
op oogenblik en de grootste wetenschap-
pelijke resultaten, hoe schitterend ook, kunnen deze leegte niet
vullen.
111
En hoe kan men verwachten de waarheid omtrent het heelal te
reden, waarom
de wereld bestaat, en men
niet door wil dringen in
maken in drie phasen. Het denken moet zoo geschoold worden, dat
concrete wijze. *)
Het uitgangspunt voor een dergelijken hoogeren ontwikkelingsweg
vormt de gedachte, dat in ieder mensch de mogelijkheid aanwezig is
komen.
om tot een kennis van
de geestelijke wereld te In het gewone
ring voor
de geestelijke wetenschappelijke ontwikkeling.
■illl
1
i
n _
zoekende mensch zal naar streven
13e naar geesteswetenschap er
in die
zich met zijn geheele ziel geplaatst (e voelen ahes, wat aan
laten, kan het ook bewust als een begin van een
digheden over te men
De scholing
stelselmatige scholing in de ziel tot ontwikkeling brengen.
dan zich korte spanne
begint op het oogenblik, waarop men voor een
112
Foto Rietmann, St. Gallen 1916
verschaffen. Een bepaalde zielestemming zal men
trachten
rust te
vervuld heeft.
nature. Het
Het kleine kind heeft een dergelijke stemming van
tot critiek toch is een van de meest kenmerkende trekken van ons
tijdperk. Zij is zoo sterk ontwikkeld, dat het als iets vanzelfsprekends
dat de mensch die critische zich heeft.
wordt beschouwd, neigingen in
is trotsch meent, dat er een groote zelfstandigheid
Ja, men er op en
critiek bestrijden
het is, die neiging
P^. at
en ®
tot te
hoog noodzakelijk
laten het en
ontkiemende gevoel van
eerbied
te voor meer meer
open
alles, wat
schoon en goed is.
en bewondering voor waar,
deel de
gevaar om door zijn negatieve stemming dit groote van wer-
de die de mensch
Van groot belang is het verder, dat verhouding,
tot zijn omgeving heeft, een meer beheerschte wordt. leder weet, hoe-
Men behoeft zich slechts een oogenblik voor te stellen, hoeveel in-
113
Rud. Steiner 8
drukken tot iemand komen, alleen al door de lezing een enkele
van
vreugde en
smart, door sympathie en antipathie, verschaft den toe-
gang
tot het innerlijk wezen der dingen. Vreugde smart, sympathie
en
en
antipathie worden de middelen, waardoor de verschijnselen tot de
ziel spreken.
gaan
grooten ernst en strengheid door te voeren. Wanneer het niet tot een
langrijke van
het belangrijke leeren onderscheiden. De ziel van
den
meer en meer
daaruit en krijgt een zelfstandige verhouding tot zijn
omgeving.
Een hoogere mensch begint te ontwaken, die anders en vrijer tegen-
over alles staat. Het beleven van
het ontwaken van dien hoogeren
mensch geeft aan
de ziel een gevoel van innerlijke zekerheid, berus-
hoogere mensch in hem zal zich leeren kennen als bewoner van een
114
ihm im Innern Umgang mit der geistigen Welt.
zu sprechen; er pflegt
Der Larm dieses Alltags ist für ihn
Er ist dem Alltag entrückt. ver-
wie mit den Dingen im Raume. Und dann naht für ihn auch
gehen
der in dem das, sich ihm in der Stille innerer
Augenblick, er was
tont es durch seine Seele. Eine innere Sprache ein inneres Wort •
hat sich ihm erschlossen. Beseligt im höchsten Grade fühlt sich der
Geheimschüler 2
), wenn er diesen Augenblick zum ersten Male erlebt.
beseligenden Welt ergiesst sich durch ihn. Solches Leben der Seele
De meditatie waarover
Rudolf Steiner'spreekt, berust op een groote
activiteit van de ziel, een activiteit echter, die geheel innerlijk geworden
is en juist haar kracht vindt in het geheel tot zwijgen brengen van
ter onder meditatie een meer of minder passief overgegeven zijn aan
115
zichtbaar. Wie zich echter ten opzichte van de wereld den geest
van
aan
illusies overgeeft, kan daarin steeds verstrikt zonder
meer
raken,
dat iets tot een voor
hemzelf zichtbare correctie voert. Daarom is
bespeurt men eerst hoe ontzaggelijk moeilijk dit is. Daarom schildert
tie-oefening. Men neme b.v. een bepaald onderwerp, dat ons in het
dacht gericht.
Drie hoofd-phasen moeten worden genoemd. En wel beteekenen
Het woord imaginatie duidt het feit, dat de ziel in deze phase
op
zijn meditatie maakte. Hij stelde zich het opbloeien van de planten
in voorjaar en zomer telkens weer voor den geest, in dien zin, dat
volgde. Het ontkiemen van het zaad, het boven de aarde komen van
116
de de bladeren den stengel,
de eerste blaadjes, ontwikkeling van aan
evenmin door de fantasie tot stand gebracht. Het is uit de kracht van
heeft de
neembare plant een werkelijkheidsgraad ten opzichte van
beeld op.
is als de zichtbare
verwelken evenzeer een geestelijke werkelijkheid
dat is In die geestelijke werkelijkheid kan
plant op physiek gebied.
de mensch schouwende binnentreden, wanneer hij daarvoor de be-
doet.
noodigde oefeningen
Wat anders slechts als een min of meer
abstracte voorstelling in
openbaring van
die geestelijke werkelijkheid.
Een dergelijk inspiratief moment heeft steeds in groote kunstenaars
Men stelle zich voor, dat men langen tijd groote aandacht schenkt
aan alles, wat ons uit de wereld van klank en toon tegemoet
treedt.
117
kan de verschillende tonen, die uit de dierenwereld
voorwerp geven,
tot ons spreken en probeert nu uit die klanken en tonen te hooren wat
volle in dienst van het kenproces gekomen is. De liefde moet hier
lijkheid vormt, het inspiratieve het wezen ervan openbaart, daar treedt
van
den ander leeft als uitdrukking van zijn verborgen ik-wezen. Door
het
inspiratieve en het intuïtieve bewustzijn een lange oefenweg nood-
zakelijk is, is te begrijpen. Toch zal ook voor hem, die een dergelijke
118
b. De het Denken.
Opstanding van
des Menschen."
Rudolf Steiner.
Zooals hem
in de levensbeschrijving al werd aangeduid, was voor
aanschouwbare
de geestelijke wereld reeds in zijn kinderjaren een wer-
een
groote bevrediging hebben geschonken.
den veel zwaarderen,
Hij ging echter dien
weg
niet, maar koos
n.l. dien van het moderne wetenschappelijke denken. Het was voor
gen van openbaringen uit een geestelijke wereld alleen, kon misschien
de
wel aan
duizenden een
zekere bevrediging gegeven worden, maar
de menschheid slechts in
eigenlijke ontwikkelingsgang van
zou er
echter, dat
ste wapen van den menschelijken geest. Niet bemerkt was
reiken. .
,
Kant,
kocht hij zooveel philosofische boeken, als hij kon bekostigen.
119
Fichte Eduard later ook
en von Hartmann, de andere bekende
philo-
sofen, werden bestudeerd.
de volgende woorden:
wenn er
im Sinnlichen sich so betatigt, dass sein eigenes Wesen
er
nicht bloss geistig als freie Tat darstellt, sondern dass dieses sein
so,
Geisteswesen hinausfliesst in die Welt, die zwar aus dem Geiste ist,
aber diesen nicht unmittelbar offenbart. Durch die des
Anschauung
Wahren wollte ich den Geist 1 b e der sich in seinem eigenen
e r e n,
standpunt ten
opzichte van de philosofie, die vrijwel geheel het
denken beheerschte, n.l. de philosofie Kant. Het
van probleem van
Ueberwindung sein”.
120
„der allseitig bestimmende und Éeherrschende Geist”, zooals Windel-
wereld. In de menschelijke ziel spreken zij zich uit in het strenge gebod
van den plicht.
Is voor
den mensch een weten mogelijk, dat boven de zintuigelijke
uitgaat? En hoe komt een zoodanig weten tot stand? Deze
ervaringen
eerste naar
de mogelijkheid van synthetische oordeelen a priori.
vraag
geven
niet een werkelijkheid, doch slechts een beeld, een spiegelbeeld
daarvan. De werkelijkheid blijft dus onkenbaar. Kant komt hier tot
121
Men weet, hoe deze leer Kant zich verschillende denkers
van bij
verder ontwikkelde. Schopenhauer’s korte formuleering ~de wereld is
lijk gebod, dat zonder de groote religieuziteit, waaruit het geboren is,
iedere basis zou verliezen. Het innige Godsgeloof en de sterke moreele
wil daaruit die beide Kant’s gedachtenbouw-
ontspruitend, geven aan
irrtum Kant’s”, opmerkte, dat deze bestaat in het feit, dat Kant „das
subjektive Erkenntnisvermögen selbst als Objekt betrachtet und den
Geist ganz in der Natur, weil die Natur selbst Geist ist.” *)
„Wahrheit und Wissenschaft” zou
de philosofische weerlegging van
Kant brengen.
Al dadelijk in de „Vorrede” klinkt ons een machtige taal tegemoet.
neer wij als mensch haar niet zelf voortbrachten? Wat is de opgave
van
het kenproces? Antwoord: het scheppen van een nieuw gebied,
dat eerst met de zintuigelijk wereld de volle werkelijkheid
gegeven
der innerhalb seines Geistes das bildlich wiederholt, was sich ohne
geling van iets, wat buiten ons ligt. Geen macht, die ons geboden
122
die komende vanuit andere
oplegt, geen stem, in ons spreekt, een
het Kant
gedachten ontwikkeld, die voeren tot blootleggen van
s
grondfout.
zal hier niet behandeld worden. Slechts de
Dit geheele proces
con-
waarin niets door een begrip, welk dan ook, is bepaald. Tegen-
nog
een vast punt. Naar een gebied, dat zich wezenlijk onderscheidt van
Maar
dering. Dit bestaat slechts tengevolge van onze eigen activiteit.
het heeft ander kenmerk. Het wordt niet gevormd door een
nog een
die los
activiteit, die alleen zichzelf beschouwd beteekenis heeft,
op
den overigen wereldinhoud. Neen, de geheele gegeven
zou zijn van
1
Ij
door de de be-
deelen van het wereldbeeld, die uitgangspunten van
in den Weltengrund.”
Van hier verder de wereld der levende ideeën,
nu
gaat de weg naar
Wis-
die de ~Philosophie der Freiheit” schenkt. Wat in „Wahrheit und
één slag, als het
senschaft” als centrale geestelijke ontdekking met
123
gaat zich steeds meer denkende bewegen in die wereld, waar
de ideeën
als levende krachten werkzaam zijn.
Met de
„Philosophie der Freiheit” vangt een nieuwe periode in den
ontwikkelingsgang van het menschelijke streven naar wijsheid aan.
Dit streven wordt tegelijk de vrijheidsweg van de denkende ziel, die
in onzen tijd in de menschen ontwaakt. Denkende vindt de mensch
het gebied, vrijheid zich ontwikkelen kan. De
waarop zijn vrij wor-
opgebouwd. Het voorwoord, dat in 1918 aan den nieuwen druk werd
toegevoegd, stelt deze beide vragen aan den aanvang van het geheele
werk. De eerste is die de mogelijkheid mensche-
vraag naar om „het
lijk wezen zoo te beschouwen, dat die beschouwing een
steunpunt kan
zijn voor
al het andere, wat tot den mensch kan komen door eigen
beleven of door wetenschap, waarvan hij echter het gevoel heeft, dat
het zichzelf niet kan steunen”. De tweede is die de
vraag naar vrijheid.
Heeft de mensch als willend of vrijheid illusie?
wezen vrijheid is een
weten hebben. Dit weten heeft waarde voor het ©ogenblik, waarop
het tot stand komt. Heeft het betrekking het mechanische gebeu-
op
ren buiten ons, dan heeft het ook blijvende waarde. Tracht het echter
iets vast te stellen over het levende natuurgebeuren, dan zal het zich
voortdurend moeten
wijzigen. ~Die Vernunft”, zegt Goethe, „ist auf
das der Verstand auf das Gewordene angewiesen; be-
Werdende, jene
kümmert sich nicht: wozu? dieser fragt nicht: woher? Sie erf reut
sich Entwickeln, wünscht alles damit
am er festzuhalten, es nutzen
könne.”
moet groeien met die natuur zelf en in dat meegroeien eerst de ver-
verhouding van den mensch tot de hem omgevende natuur met vast-
nis bewahrte Ueberzeugung mit sich tragt. Für die Vorstellungsart, die
124
diesem Buche zugrunde liegt, ware eine solche Antwort nur eine
gegeben, sondern auf ein Erlebnisgebiet der Seele wird verwiesen, auf
dein sich durch die innere Seelentatigkeit selbst in jedem Augen-
blicke, in dem der Mensch dessen bedarf, die Frage erneut lebendig
beantwortet.”
vormd. Met elkaar zijn zij reeds verbonden door de organische wet-
zijn zij tot een machtig geheel vereenigd door de hooge, moreele
kracht, die ieder onderdeel tot geestelijke substantie maakte.
moet stroomen. In vrijheid scheppend vindt zij zich aan het einde
van
den
weg.
Het is onmogelijk in het kort weer te de geheele ont-
om geven
brengt.
Op enkele hoofdmomenten echter de aandacht worden
moge ge-
vestigd.
Uit twee deelen bestaat het werk. Het eerste gedeelte behandelt een
haaldelijk werd gemaakt, n.l. het niet acht slaan het feit, dat de
op
mensch niet alleen bepaalde daden verricht, volgens een in hem of
buiten hem werkend motief, maar dat hij ook een weten kan hebben
omtrent de motieven, die hem tot zijn daden leiden. Langen tijd
hebben de meest verschillende wereldbeschouwingen zich met de
de vanuit het
vraag naar menschelijke vrijheid bezig gehouden ge-
zichtspunt van
de keuze-vrijheid. Spinoza gaf deze een
z.g. op vraag
geschapen is, door uiterlijke factoren beheerscht. God, die alleen bestaat
uit de noodzakelijkheid is omdat hij uit
van zijn eigen natuur, vrij,
niets anders bestaat. De mensch echter, evenals andere geschapen
is omdat in hem andere krachten werken dan
wezens, onvrij, nog
125
Rudolf Steiner, zooals gezegd, in de dwaling, die in een dergelijke
op
mensch.
leer
ausgegangen ist dabei nur der, auf den es vor allen andern Dingen
ankommt: der aus Erkenntnis Handelnde.”
Wanneer de mensch n.l. de motieven van zijn daden denkende
leert kennen, dan zal het hem mogelijk zijn te onderscheiden tusschen
zulke motieven, die zulke, die hem vrij laten. Met
dwingend zijn en
wereld geeft aan de menschelijke ziel steeds raadsels op, die de ziel
zich uit tracht te beantwoorden. Wat ons uit de wereld als gege-
van
streven van
den mensch.
uit. De natuur
leeft en
werkt in den mensch evenals de mensch in de
Het natuurwezen in zooals Rudolf Steiner het noemt,
natuur. ons,
können die Natur fin-
moet worden gevonden. ~Wir ausser uns nur
de mensch denkende
Wanneer men tot
de ervaring is gekomen, dat
de tusschen zich zelf de wereld kan overbruggen,
tegenstelling en
wijze, waarop
het denken in hem tot stand komt.
dachten vormt, zijn die gedachten het product van zijn eigen innerlij-
ken arbeid. Op dit feit, dat wij het zelf zijn, die onze gedachten
in het
voortbrengen, berust het juist, dat wij het voortbrengen ervan
het kenproces aangekomen. Men leert het denken kennen als datgene,
activiteit. „Es ist
waarin men
als mensch leeft met zijn diep-eigen
also zweifellos: in dem Denken halten wir das Weltgeschehen an
126
soll.” Door onze eigen activiteit wordt een tegenbeeld geboren van
beeld vormt zich echter geheel uit de kracht van het denken. Dit
denken berust op zich zelf. Het is „ein Prinzip, das durch sich selbst
de meer dan een eeuw bezig gehouden. Zooals boven aangeduid, werd
onder den invloed van
Kant door velen dat de waar-
aangenomen,
zijn, maar
iedere poging om te bewijzen, dat zij dientengevolge niet
objectief is. Daarbij wordt gewoonlijk over het hoofd gezien, dat de
vormd. Het denken staat dus boven die tegenstelling. Het is, zooals
houding van
het waken tot het droomen. Het licht, dat denkende in
de ziel belicht als het het schemerdonker de
optreedt, ware van
waarnemingen.
In dit geestelijk ontwaken vindt men de werkelijkheid als gevormd
uit de beide zijden, die de werkelijkheid vertoont: en
waarnemen
Onze is de oorzaak
geestelijke organisatie van een dergelijke split-
sing tusschen begrip. De synthese beide
waarneming en van moet
zelf terug gevoerd worden en wij dus ons zelf als persoonlijkheid
beleven. Tusschen dit meeleven met het wereldgebeuren het bele-
en
individueele
ven van ons
zijn ontwikkelt zich het geheele menschelijke
bestaan. De menschelijke persoonlijkheid zal des te grooter zijn naar-
mate
zij met hare gevoelens hooger reikt in de gebieden van het
ideëele.
127
„Die Dinge verlangen keine Erklarung”. Zij bestaan op hun wijze en
ding zou kunnen geven tot het opstellen van bepaalde grenzen aan
het kenvermogen.
— o
d u r c h und f ü r das !ch. Das Letztere gibt sich selbst die Frage des
Erkennens auf.”
van geestelijke krachten, die zich in den vorm van ideeën kunnen
openbaren.
Het door Rudolf Steiner monisme vat beide samen,
door er
gegeven
geeft.
Het motto van de „Philosophie der Freiheit” luidt: „Seelische Beob-
J
..
heidswetenschap bedoeld te zijn, wordt het tweede deel tot een philo-
sofischen de vrijheid toe. De werkelijkheid
ontwikkelingsgang naar
verloopt in het zuiver geestelijke. Daaruit blijkt, dat het niet geboren
kan het den mensch. Dit heeft
zijn uit physieke organisme van geen
beteekenis voor
de totstandkoming ervan. Een zuiver geestelijk proces
128
Handschrift van Rudolf Steiner
welke beteekenis dat physieke organisme
De vraag rijst echter op,
den aard het denken niet te maken
dan wel heeft. Hoewel het met van
het ik-be-
heeft, is het toch noodzakelijk bij de totstandkoming van
dat zich uit dit denken vormt. In het gebied van het eigen-
wustzijn,
ik. Het ik-bewustzyn kan echter
lijke denken leeft het menschelijke
het lichamelijke organisme
eerst ontstaan door de samenhangen met
wilsdaden
Van de grootste beteekenis is het nu, na te
gaan,
hoe die
Ifjke organisme samen. Het motief heeft waarde voor de meer óogen-
wikkelen.
Ook kan de de daad zich onmiddellijk aansluiten aan
drijfveer tot
het individueele leven het denken is, heeft men in de intuïties, waarin
dat denken zich vertoont, de eigenlijke motieven te zien voor het mo-
ben und Gefühlen, sondern das ist die einige Ideenwelt, die in diesem
griinden nichts weiter in mir, als dass ich zur allgemeinen Gattung
Mensch gehore; der Umstand, dass sich ein Ideelles in diesen Trieben,
Leidenschaften und Gefühlen auf eine besondere Art auslebt, begrün-
det meine Individualitat. Durch meine Instinkte, Triebe bin ich ein
129
Rud. Steiner 9
Mensch, von denen zwölf ein Dutzend machen; durch die besondere
Form der Idee, durch die ich mich innerhalb des Dutzend als Ich
bezeichne, bin ich Individuum."
Een waarlijk groote opvatting de menschelijke
over vrijheid spreekt
ook uit de volgende woorden:
„Eine Handlung wird als eine freie empfunden, soweit deren Grund
dem ideellen Teil meines individuellen Wesens
aus hervorgeht, jeder
andere Teil einer Handlung, gleichgültig, ob er aus
dem Zwange der
Natur oder aus der Nötigung einer sittlichen Norm vollzogen wird,
wird als u n f r e i empfunden.
Prei ist der Mensch, insofern in seines Lebens
er jedem Augenblicke
sich selbst in der Lage ist. Eine sittliche
zu folgen Tat ist nur m e i n e
Tat, wenn sie in dieser Auffassung eine freie genannt werden kann.”
Op een
grootsche wijze wordt hier de mensch geschilderd op weg
naar
de vrijheid toe. De vrijheid is niet een abstract ideaal, over welks
bestaan men redetwisten kan, maar
het is een doel, dat aan het einde
Leben zusammen. Wir können aber den Begriff des Menschen nicht zu
flache arbeitet.”
130
ideaal Zooals het in de
leder mensch is tot dit hooge geroepen.
worden toegevoegd.
In een voordracht, die Rudolf Steiner hield ter gelegenheid van
formuleerd :
was wir erzeugen, an dem wir erzeugenden Anteil nehmen; und das
Geheimnis des Menschen besteht darinnen, dass, indein er geboren
ihn eine Welt die nicht volle Wirklichkeit ist, und dass
wird, umgibt,
er
dazu geboren wird, zu dem, was sich ihm da darstellt in der ausse-
Inneren aufgeht.”
de de mensch als
nelijke, is tegelijk op plaats gewezen, waar geeste-
heeft. Wanneer willen vanuit
lijk wezen eigenlijk zijn woonplaats zijn
die bovenzinnelijke wereld drijfveeren motieven leert ontvan-
zijn en
gen, dan zal de mensch een uit vrijheid handelende mensch kunnen zijn.
„Soll Freiheit sich verwirklichen, so muss in der Menschennatur
bestimmt werden kann und nur in der aus der Menschenwesenheit er-
131
Een zoodanige vrijheid zal eerst langzaam en geleidelijk in de
„Das sittliche Leben der Menschheit ist die Gesamtsumme der mo-
van het denken „erlebend” moet worden begrepen. Dit wil dus tege-
lijk dat het inzicht, dat in het intuïtieve denken het
zeggen, moment
van de vrijheid ligt, dus ook beleefd moet worden. Zoo kan vrijheids-
philosofie tegelijk als een kunst ontwikkeld worden. Geheel aan het
einde van
het werk leest men dan ook den zin: „Wie sich die Philo-
sophie als Kunst zur Freiheit des Menschen verhalt, die letzere ist,
was
und ob wir ihrer teilhaftig sind oder es werden können: das ist die
ihre Knechtschaft."
Goethe’s Wereldbeschouwing.
met den tijd, waarin Rudolf Steiner zich met Goethe's wereldbeschou-
Het was ook op aanbeveling van Schröer, dat Rudolf Steiner werd
door te dringen.
Reeds in de studentenjaren was het voor Rudolf Steiner een groot
probleem, hoe de wereld het het
over van levende, van organische
zou moeten worden nagedacht. Bij Goethe vindt beschou-
hij nu een
132
wird Begriff Begriff gereikt,
„Im Erkennen des Anorganischen an
sen,
dass in der fortschreitenden lebendigen Begriffsverwandlung
B i 1 d e r dessen entstehen, was
in der Natur als gestaltete Wesen er-
Man schaf ft auf ideelle Art den in der Seele nach, durch den
Vorgang
die Natur in realer Art die Pflanze gestaltet.
Sucht man in dieser Art das Pflanzenwesen zu begreifen, so steht
man
dem Natürlichen mit dem Geiste viel naher, als bei dem Erfassen
Man erfasst für
des Anorganischen mit den gestaltlosen Begriffen.
auf
das Anorganische nur
ein geistiges Scheinbild dessen, was geist-
lose Art in der Natur verhanden ist. In dem Werden der Pflanze lebt
aber etwas, das schon eine entfernte Aehnlichkeit hat mit dem, was im
Menschengeiste als Bild der Pflanze ersteht. Man wird gewahr, wie die
Natur, indem sie das Organische hervorbringt, selbst geistahnliche
Wesenheit in sich zur Wirkung bringt.”
Voor Goethe zich de te
was een dergelijke wijze van tot natuur
Voor Rudolf Steiner ligt de zaak geheel anders. Voor hem komt
het niet op
de verschillende ontdekkingen aan, hoe belangrijk die ook
zijn, maar
de methode. De geheele omvattende grootsche
mogen op
133
worden. De redding van
de wetenschap in haar diepste
gedaan moest
antwoording van
de vragen,
die de menschelijke geest stelt. Het ter-
de beschouwt. Uit
het belangrijkste, maar manier, waarop men ze
van den mensch geboren. Dat is misschien het meest opvallende van
134
uitdrukking brengt de aan
alles ten grondslag liggende idee.
tot
Goethe komt daar ziin voorstelling van de oerplant, die voor hem
tot
als idee kenmerkt, dat hij dan blij is, niet alleen ideeën
ring, maar een
moeten zijn een plant te vinden, die dezen oervorm zuiver represen-
het
schouwen. De reis naar
Italië brengt hem al dichter tot verwachte
zien, dat alleen een dergelijk denken, dat uit de intuïtie wordt gebo-
ren,
in staat is het wezen van een
levend organisme te benaderen.
dat alleen kunnen door de ontwikkeling van een denken, dat boven
de zintuigelijke waarnemingen kan opstijgen en dat niet meer de ge-
waarneming en
idee. Het aanschouwen en het denkende beoordeelen
smelten tot een eenheid samen. Uit de organische natuur treden hem
de ideeën tegemoet. In deze ideeën leeft de natuur in haar geheele
wordingsproces.
Doordat Goethe als vol levende mensch, begaafd met een intuïtief
zijn geest op
de meest intensieve wijze met de natuur in verbinding.
zich het
In een dergelijke verbinding drukt allerhoogste uit, waartoe
Wereld.
dem Urgrunde des Wel tendaseins; das, was aussen wirkt, tritt in den
135
1
ist die wahre Kommunion des Menschen.” )
der Wirklichkeit
tusschen kunst wetenschap, die
De merkwaardige verhouding en
van kunst wetenschap. Beide kwamen voor hem uit één gezamen-
en
werden geboren, was geen andere dan die, waaruit hij als dichter van
spreuk waarin hij zegt: „Das Schone ist eine Manifestation geheimer
schap op
de volgende wijze:
durch den Geist das Ziel
„Üeberwindung der Sinnlichkeit ist von
basis had
natuur konden, nadat Rudolf Stciner daaraan een philosofische ge-
Niet alleen op het gebied van de levende
geven, een groote toepassing vinden.
door Goethe toege-
natuur, maar
tegenover alle natuurverschijnselen bleek de
als kunst-
paste methode zeer vruchtbaar. Zoowel wetenschappelijk-, op
op
alle voordrach-
Het is haast ondoenlijk een overzicht te geven van cursussen,
in
ten en losse impulsen, die, voor beoefenaars van bepaalde vakken en meer
schen Weltanschauung.
136
het door Rudolf Steiner werden gegeven. Slechts enkele der belang-
algemeen,
voordrachten hier volgen. Op het gebied de
rijkste cursussen en
mogen van
Goetheanum 1923/24.
Een groot aantal cursussen voor de leeraren van de „Freie Waldorfschule”
medische studenten hield Dr. Steiner van 1920 tot 1924 zeven cursussen, waar-
gelegd. Reeksen voordrachten werden gehouden over het wezen van planten
en dieren. Een cursus voor landbouwers vond plaats in 1924. Door een steeds
zoo omvangrijk, dat tientallen jaren zullen moeten verloopen, eer men
nog
ten volle ontdekt zal hebben, welke nieuwe mogelijkheden gegeven zijn.
In Dornach en Stuttgart zijn verschillende physische en biologische onder-
zoekingslaboratoria ingcricht. Vele publicaties berichtten reeds over de daar
bereikte resultaten.
vrucht toegepast.
Christian Morgenstern.
wijze.
Zooals wetenschap op het denken gebouwd is, zoo is de kunst op
grenzen.
Veel van wat zich in onzen tijd als kunst wil voordoen, vindt eener-
137
de ziel losbarsten zich in onbeheerschte kleuren en tonen
en vormen,
van
het harde, gecontoureerde zelfbewustzijn.
den culmineert in
Waar dit zelfbewustzijn in tegenwoordigen tijd
zal ook deze overmatig heerschen in de
een verfijnde intellectualiteit,
kunst te vinden. .
uit een
beleven van de kosmische krachten in alle aardsche
ontstaan
gebeuren.
nen, op
aesthetisch gebied zag hij, dat zij toch van een dwaling uit-
ging. Hegel b.v. vond het wezen van
de kunst daardoor gekenmerkt,
verschijnt. De
dat de „idee” in een zintuigelijk-waarneembaren vorm
„idee” kon dan ook niet meer in een zintuigelijk waarneembaren vorm
zonder ook daar tot abstract intellectualisme te voe-
verschijnen, een
geboren.
Voor Rudolf Steiner de dien de kunstenaar te gaan had,
was weg,
die als
dem sinnlich Erscheinenden eine Form zu geben, es so zeigt,
138
Nicht die Erscheinung der Idee in der
ob das Geistige selbst da stehe.
Sinnenform ist das Schone, so
sagte ich mir, sondern die Darstellung
weergegeven,
Bij Goethe kon worden aangeknoopt, omdat deze in zijn geheele wijze
voorbeeld is de moderne menschheid. Goethe s
van scheppen een voor
scheppende en
onderzoekende tegelijk.
.
hem
zoo
schildert hij leeft de mensch. De zintuigen geven toe-
die van
de kunst.
werd gesproken,
tische Briefe”, waarover vorig hoofdstuk al
in een
dan dit
een geheel ander en
veel wijder gezichtspunt ge-
Steiner
dingsweg zijn voor
iederen mensch, zoo wijst ook Rudolf een
het de kunst
nieuwe ontwikkelings-mogelijkheid, door gebied van
die in de
heen. Kunst kan worden tot de voornaamste kracht, raen-
van
den geest verbindt.
dat in de der Freiheit” staat het „be-
Het woord, „Philosophie over
leven” van
de idee, moet hierbij worden genoemd. Vrijheidsphilosofie
Goetheanistische aesthetica hangen ten nauwste met elkaar samen.
en
vervlakking kunstzin-
menschelijke aangelegenheid te maken, een op
nig gebied zou moeten volgen. Het tegendeel is waar. Juist doordat
de kunst weder haar verbinding zal vinden met het algemeen men-
139
de
Door de omvorming van de zintuigelijke wereld, vergeestelijking
Idee”, zooals Rudolf Steiner het uitdrukt. „Das Schone ist nicht das
zooals Rudolf Steiner dit formuleerde, moet nog tot verdere ontwik-
In den huldigen tijd is men van dergelijke opvattingen nog zeer ver
aan
het begin van
den
weg staat, zal bij een zinvolle ontwikkeling
kunst vakkennis eerst de afsluiting
van en wetenschap een dergelijke
kunnen beteekenen. In plaats van een primaire zal zij een geheel
secundaire plaats moeten gaan
innemen.
taak bren-
eerste hebben, zijn geheele mensch-zijn tot ontplooiing te
het dat
gen.
De mensch zelf is het uitgangspunt, zijn ziel is orgaan,
ontwik-
Hand in hand met een dergelijke algemeen-menschelijke
deele deele die volgende, kan daa
keling, ten er bij aansluitende, ten
140
mensch moeten worden. Ook hier zal een
etenaar wil zijn, zal eerst
wat voor
andere menschen van beteekenis is.
der schoonheid iets heel bijzonders. Voor hem opende zich een weg,
zijn tijd over den geest sprak, werd hierdoor de mogelijkheid gegeven,
blijven.
In de „Theosophische Gesellschaft”, in welker uiterlijke omraming
Rudolf Steiner in het begin van
deze eeuw werkte, ontbrak kunst ten
king met haar werd een geheel nieuwe, kunstzinnige arbeid opge-
bouwd.
In zijn „Lebensgang" wijdt Rudolf Steiner aan haar de volgende
woorden: „Marie von Sivers die Persönlichkeit, die durch ihr
war
setzte die Schulung noch zu der Zeit fort, als ich sie in Berlin kennen
Marie von Sivers und ich wurden bald tief befreundet. Und auf
141
belten auf den verschiedensten geistigen Gebieten im weitesten Um-
van
den mensch. Sprekende openbaart hij zijn goddelijk,
sprong
geestelijk wezen.
de is door de
Het tijdperk, waarin mensch nu staat, gekenmerkt
de bewustzijnsziel. D. w. z., dat in de ziel voorna-
ontwikkeling van
142
sll Und tritt die Sprache aus
der Sphare ganz heraus, aus
gei os. so
der sie stammt, aus der Sphare des Geistigen. Sie wird Dienerin des
und des geistfliehenden sozialen
intellektuell-erkenntnismassigen,
Lebens. Sie wird aus
dem Gebiet der Kunst ganz
herausgerissen.
Wahre fallt wie instinktiv in das „Erleben
Geistanschauung ganz
Welt dient.”
Hoe
weinig de geheimen, die in de spraak verborgen zijn, in onzen
tijd worden beleefd, blijkt o.a. uit de neiging om uit beginletters van
en gebruikt.
Rudolf Steiner beschouwde het als een bijzondere opgave om het
stervende woord weer tot leven te brengen. Hij werd hierin op een
buitengewone wijze door Marie von Sivers gesteund, die door haar
spel van Eduard Schuré, n.l. het Eleusinische spel, door Marie von
inhoud van
het gesprokene in overeenstemming te brengen.
In de jaren 1910—’13 werden, bij de toen plaatsvindende alge-
meene bijeenkomsten, de vier mysterie-drama’s van Rudolf Steiner
ter plaatse door hem geschreven; een scène, die voltooid werd
was,
deele dilettanten, ten deele ook tooneelspelers, die zich met de bewe-
werden door de
spelers zelf, ook al weer naar aanduiding van Rudolf
of schreef hij, zonder dat hij daarbij aan een bestaande behoefte tege-
143
abstractie. Zoo werden de rollen in deze mysterie-drama’s den spelers
als het ware op
het lichaam geschreven.
Het is onmogelijk om
hier de mysterie-drama’s zoo uitvoerig te
volgen.
_
Het in den beginne verbazingwekkende van deze
bijzondere en
de deze
van
het uiterlijke leven alleen, maar waarbij lotgevallen van
leid door de drie krachten, die in haar ziel werken. Maria is een hoog
ontwikkelde ziel, die zich met haar geheele wezen kan verplaatsen
welke de doordringen. De spiri-
in de geestelijke krachten, natuur
dub-
Een dergelijke uitbeelding van menschelijke gestalten op een
door hen wordt erkend als een ingewijde in het hoogere geestelijke
Deze Benedictus vindt een groote hulp bij zijn verheven werk
weten.
wordt nu voor
de toeschouwers ten tooneele gebracht, Johannes
144
Vrije Hoogeschool voor Geesteswetenschap, Dornach, bij Bazel
oude cultuur-
impulsen, reeds in een Egyptische
ziet, hoe geestelijke
door de middeleeuwen heen tot in den modernen
periode ontstaan,
i-l; in
j_
macht, die deze geheele ontwikkeling
geestelijke
-i-
Tegenover de
tracht te
overeenstemming met de hoogste goddelijke richtlijnen
werk willen verstoren.
leiden, staan
de machten, die het goddelijke
kunnen dien toegang
Zij zoeken toegang
tot de menschenzielen en
deze
ook vinden, zoolang de zielen niet het eigenlijke wezen van
dezelfde macht,
plan. maar in de ziel zelf zijn grondslag vindt. Het is
als de verlei-
verhaal den zondeval wordt uitgebeeld
die in het van
de ziel de krachten
schoonheid werkt het sterk; en alleen door in op
tot
Christus uitgaan, kan dit luciferisch element zijn
te nemen, die van
worden teruggevoerd.
juisten omvang .
.
....
Ahn-
De Ahriman is aan de oude Perzische wijsheid ontleend.
naam
de aardsche stof en
zijn werking op
e
ternis. Hij is verbonden met
of be-
Ook deze beide gestalten zijn niet als allegorieën symbolen
werkelijkheid geschilderd.
doeld, maar zijn naar de geestelijke o j , £
de van Kudolt
Hoewel de" mysterie-drama’s geesteswetenschap
toch ook onmiddelluk, als too-
Steiner tot grondslag hebben, zijn zij
de problemen, die
neelstuk, te volgen, al zal een groot gedeelte van
gebracht. *)
145
Rud. Steiner 10
Een geheel nieuwe kunst, de Eurythmie, i) hangt ook nauw
samen
met het boven gekarakteriseerde de
streven om eigenlijke spraakvor-
mende krachten
op een geestelijke wijze tot
uitdrukking te brengen.
Deze nieuwe niet verwisseld worden
bewegingskunst mag met dans-
of mimische kunst. de wordt uitgegaan
Bij eurythmie van
het
gespro-
ken woord
van
of
gespeelde muziek. Wanneer de mensch spreekt of
musiceert, brengt hij een innerlijken ziele-inhoud naar buiten in klan-
ken en tonen. Deze klanken en tonen
zijn volgens bepaalde geeste-
lijke wetten gevormd. De klanken die een woord klinkers
vormen,
en medeklinkers, hebben zoodanige eigenschappen, dat door hun
onderlinge verbinding een
zekere verhouding tusschen den mensch
en zijn omgeving wordt uitgedrukt. Door het spreken van een woord
of van een
reeks woorden drukt de mensch uit, wat
hij aan zijn omge-
ving beleeft. Twee factoren komen daarbij steeds in
aanmerking, n.l.
de ziel van den mensch de of
en voorwerpen gebeurtenissen uit zijn
omgeving.
In ieder woord de klinkers in
geven weer, wat de ziel als aandoe-
een
sterk vocaal karakter hebben. In het epische zal het
gedicht con-
kunnen komen. Zij zijn door hem uit het menschelijke organisme als
het ware gelezen.
Het belangrijkste dat de mensch bij het
orgaan, spreken gebruikt,
is het strottenhoofd. Nu is ieder
eigenlijk orgaan in het menschelijk
organisme eerst te begrijpen, wanneer men het ziet in zijn verhouding
tot het geheel het
van organisme.
Goethe wijst er in zijn metamorphosen-leer op, dat de geheele plant
van het drama, zooals dat in onzen tijd zou moeten worden ontwikkeld.
Rudolf Steiner gaf aan dit verlangen gehoor hield Dornach
en in (September
1924) een cursus over de dramatische kunst. Op grondslag van dien cursus
Goethe.
x
) Rudolf Steiner, Eurythmie als sichtbare Sprache.
146
als een metamorphose van het enkele blad te beschouwen is. Omge-
keerd ook ligt in ieder blad de tendens tot een geheele plant.
Zoo zijn ook de in het menschelijke organisme te beschou-
organen
tendens naar
de ontwikkeling van het geheele menschelijke organisme
zeer duidelijk te herkennen valt. Het is als het ware een kleine mensch,
die zich tusschen borst en
hoofd bevindt. *)
In dat strottenhoofd werken bepaalde bewegings-tendenzen, die
bewegingen, die
uitgewerkte bewegingen, maar juist terugge-
gehouden worden en
daardoor het uiten van de klanken mogelijk
maken.
kunnen door het geheele mensche-
Deze bewegings-tendenzen nu
beweging tot uitdrukking gebracht. Hoewel het karakter van die be-
tot een instrument. Wat bij het spreken en het zingen alleen het strot-
muziekstuk zelf.
de anthroposophische literatuur.
mogelijk is, moet worden verwezen naar
147
die ook bepaalde tonen speelt, maar in de wijze waarop hij dat doet
geheel vrij is. De eurythmie laat bovendien nog een
grootere speel-
ruimte daar b.v. bij de
over, men uitbeelding van een bepaald gedicht
niet alle klinkers of medeklinkers behoeft zich
weer te maar
geven,
andere wijze zal beleven. Vanuit dat beleven wordt een herschepping
in bewegingen geboren als een vrije kunstzinnige daad.
De eurythmie wordt in gekleurde gewaden en sluiers, met een naar
dige omgeving zouden kunnen vinden, terwijl dit tevens een middel-
punt zou
zijn voor de eurythmie-opvoeringen en voor den verderen
echter zeer beperkt. Het huis als woonmachine, het warenhuis als
148
door Rudolf Steiner in de
gedachte van
het Grieksche tijdperk werd
de woorden:
bovengenoemde voordrachten gekarakteriseerd met
De god-
„Wir leben in der Landschaft, aber der Geist ist unter uns”.
weilen
een bouwprincipe, dat Rudolf Steiner aldus omschrijft: „Wir
die Seele dass wir ahnend
im Haus, aber wir erheben dadurch, uns
Steiner een
Dit is niet te als Rudolf symbolisch
zoo op vatten, zou
Ten onrechte wordt in zekere kringen steeds van een tempel ge-
het zich naar voren, met het geheele landschap mede, opende.
Het was in hoofdzaak opgebouwd uit twee machtige koepels, waar-
Een breed terras omringde het bouwwerk, dat door drie portalen van
149
buiten toegankelijk was. In het betonnen ondergedeelte bevonden zich
zen van
de nieuwe denkbeelden, die in deze architectuur werden
ge-
een boom
king. Zooals de stam van vanuit de kracht van
het dragen
zelf gevormd is, zooals ook de ledematen van mensch en dier ge-
Bij het naar boven werd het getroffen door een schoon
gaan oog
aan
het evenwichts-orgaan in de nabijheid van het menschelijk
oor,
n.l. de drie halfcirkelvormige kanalen. Daar, waar
de mensch
de ruimte al hij dit
zijn verhouding tot stijgende ging veranderen, zag
uitgebeeld.
De geheele onderbouw van beton maakte door zijn bijzonderen
den indruk een geweldige, dragende kracht te bezitten.
vorm
al spoedig, hoe het volgende motief telkens uit het voorafgaande was
zoo was het ook hier met deze motieven. Het was voor ieder, die het
kunstzin.
150
telkens in één kleur geslepen. Door de verschillen m dikte
procédé
kleur afwisselend spel van
van het glas ontstond in de bepaalde een
licht en
donker. De motieven van
de glasvensters waren ontleend
de menschelijke ziel.
aan innerlijke ontwikkelings-phasen van
rust-
zuilen met hun kapiteelen en architraven, vond men nergens
een
ling nauwste
zonder
streven naar zelfstandigheid in den mensch zijn gekomen;
geen
invloed verhouding tot de uiterhjke
den ahrimanischen zou hij geen
Rudolf Steiner
De ~representant der menschheid ,
Christus, zooals
overwinnend. De strekt
die zij brengen, Christus-gestalte
gevaren,
151
schijn en illusie valt in elkaar voor het aangezicht van
de onzelfzuch-
liefde. Tegenover den rechterarm Ahriman.
tige verschrompelt Hij
wordt uitgebeeld, liggende in harde skelet-achtige rotsformaties, ver-
te zien.
lijnen van
het gewaad niet beter kunnen karakteriseeren, dan door te
zeggen, dat het golven van stroomende liefde zijn. In de vormen van
Nadat het oude Goetheanum door den brand was vernietigd, werd
zoo teer materiaal, als hout is, in dezen tijd niet veilig bleek te zijn,
maar
ook omdat de anthroposophische beweging in de verstre-
kregen.
In het nieuwe Goetheanum niet slechts plaats
zou moeten zijn voor
met die van de plantenwereld, daar doet het nieuwe Goetheanum ons
eerder denken aan het mineraalrijk. Maar met welk een meesterschap
is het zware materiaal gehanteerd I De geweldige betonmassa's rijzen,
ondanks de die het materiaal suggereert, licht
enorme zwaarte, en
vrij
omhoog. Als een ontzagwekkende burcht staat dit lichtgrijze bouw-
werk den Dornachschen heuvel.
op
152
de zaalruimte. Een groot modern ingericht tooneel is de
vrij en nu op
plaats, waar
de kleine koepel stond.
vroeger
lijke ziel.
kracht het voelende beleven
Op een zeer zuivere wijze wordt de van
sen,
die het heelal doorstroomen en wordt daardoor opgeheven in een
hoogere werkelijkheid.
Niet alleen de kunstenaar, ook ieder, die van
uit een
inner-
maar
tusschen hemel en
aarde.
is voor den mensch mogelijk door den samenhang, dien hij heeft met
tegemoet treedt. De Schoonheid schenkt hem als het ware een troost
heid.
De Goedheid of Deugd verbindt de menschenziel met de toekomst.
153
de Schoonheid de verbinding het heden tot stand
juiste met
brengen.
~Wahr sein heisst beim Menschen, recht zusammenhangen mit seiner
hang mit der Geistigkeit. Gut sein heisst beim Menschen, einen Keim
nis van
de ontwikkeling van een waren schoonheidszin.
d. De het Willen.
Opstanding van
geheel en
al in dienst van
de menschheid.
die wereld dan in den vorm van ideeën tot geboorte brengt, verricht
daarmede al een belangrijke daad. Ook degene, die in de wereld van
zielekrachten noodig.
De motieven voor een zuiver sociaal handelen zullen alleen kunnen
delen. Denkende vindt de mensch zijn toegang tot de wereld der mo-
binnenstroomen.
de mensch is samengegroeid. De
mee van oogenblik tot oogenblik
krachten, die hier kunnen diep in
tot bevrijding voeren, moeten zoo
dat in den
het organisme doorwerken, zij dit, tot lichamelijken samen-
154
dergelijke opstanding het
vrij heidsphil osof ie kan
De een voor ge-
beschreven.
den mensch in
Deze geestelijke conceptie van drieledigen neemt
vooraf gaan.
de allergrootste beteekenis is
aangegeven.
_
gedurende meer
dan dertig jaar met de ontwikkeling dier gedachten
een begeleidend verschijnsel van het voorstellen. Men sprak toen van
Het voelen werd dus niet als een zelfstandige zielekracht erkend,
de
het voelen, als zelfstandige zielekracht, een samenhang met pro-
de be-
ding geeft. De inhoud n.l. geeft aanleiding tot vorming van
155
wat door oor en zenuw tot stand wordt gebracht, weerspiegelt zich
de samenhang tusschen gevoel en voorstelling.
Evenals het voorstellingsbeleven een organisch steunpunt vindt in
het adem-rhythme.
In de bovenaangeduide psychologie is het willen als zielekracht
geheel verdwenen. Ja, het miste zelfs een schijnbestaan, zooals aan
hoofd gezien, omdat zoowel het stofwisselingsstelsel als het willen zich
Men kan hier het beste de vergelijking maken met de drie graden
dan echter dat het bewustzijn slechts zoo ver reikt, als er
vergeten,
een voorstelling, zoowel van den wils-impuls als van
de handeling,
Het willen blijft geheel het verborgene.
ontstaat. eigenlijke in
mate van
voelen en
willen
aanwezig zijn. Evenzoo zullen bij een wer-
der een zekere rhythmische circulatie. Datzelfde geldt voor ieder or-
In het
standpunt ten opzichte van de leer der zielekrachten ingenomen. bij-
zonder zij hier de werken van Max Scheler.
gewezen op
156
het of het andere
gaan, hetzij dat het hoofdzakelijk tot eene- tot
dit is.
schelijke ziel, maar
dat het geheele lichamelijke organisme
in kleuren in en lijnen, in en
smaken zich
en tonen, vormen geuren
zijn ziel
aan hem voordoen. In dezen stroom van waarnemingen zou
waardoor inner-
verdichting van
deze waarnemingen plaats vond, een
verstarring het
voorstellen beteekent dus een verdichting, een van
over
de
omgeving een afgesloten gebied voorstelt.
de beenige schedel de half weeke
Als een hard pantser omgeeft
hersenmassa. Alleen door de poorten, die de zintuigzenuwen
nauwe
het bewe-
Steiner heeft het met nadruk in samenhang gebracht met
Waar het hoofd beheerscht wordt door een, naar een middelpunt
157
het skelet van het hoofd, in het bijzonder dat van
den schedelbol, en
het skelet der ledematen, dat zich straalsgewijs, in steeds meer gele-
dingen, naar
de peripherie toe vertakt.
buiten naar binnen gericht zijn, die van buiten den mensch zich naar
lijke dus de
uitgaat naar omgeving.
Door het zenuw-zintuig-stelsel verbindt de mensch zich met de
van
het waarnemen
in het voorstellen een doodsproces. De
gang
stilstand te brengen. Kon hij dat niet, dan zou zijn ziel voortdurend
samen.
Het hart, dat tusschen beide in staat, is, dynamisch beschouwd,
heeft Rudolf
het middelpunt van het geheele organisme. Ook hierover
Steiner een belangrijke uitspraak gedaan, reeds lang voordat men in
wetenschappelijke kringen tot een soortgelijke gedachte ging neigen,
158
tusschen die beide orgaanstelsels is. Men kan het dus ook een zintuig
noemen.
ven zijn. !)
families kon-
priester-artsen worden ontwikkeld. Slechts uit bepaalde
den zij voortkomen. Hypocrates, in wien nog veel van de oude mys-
mont, te bespeuren. Voor Paracelsus geldt nog het woord: „der höch-
die het menschelijke lichaam tot object had en dat lichaam eenerzijds
physisch-chemisch object.
x
Men behalve het werk „Von Seelenratseln”,
) raadplege, bovengenoemde
ook Dr. R. Steiner Dr. I. Grundlegendes für eine Er-
en Wegman,
weiterung der Heilkunst nach Erkenntnissen; Dr. G.
geisteswisscnschaftlichen
Wachsmuth, Die atherischen Bidekrafte in Kosmos, Erde und Mensch;
Dr. E. Koli s k o, Die Dreigliederung des menschlichen Organismus, (in
„die Drei”, 1. Jhrg. 5/6 H.)
159
Hoe zeer
het hoofddoel van de geneeskunde, het den
genezen, op
schouwing slechts geldt voor de methoden, die zich in dezen tijd ont-
stelsel.
vindt echter het n.l.
Behalve die ontwikkeling tegenovergestelde,
~ont-ontwikkeling”, zooals Rudolf Steiner zich uitdrukt, plaats.
een
de vele die
inleidende voordrachten, waarvan de inhoud aansloot bij vragen,
denkwijze in de
Christengemeenschap. Een inleiding tot de nieuwe genees-
einer Erweiterung der
kunde werd in het boek „Grundlegendes zu
gegeven
Rrkenntnissen.” Dit boek was oor*
Heilkunst nach geisteswissenschaftlichen
bedoeld als het deel een uitgebreid werk over genees-
spronkelijk eerste van
160
Het nieuwe Goetheanum (Herfst 193°)
het zenuw-zintuig-stelsel, wordt
Waar deze laatste nu samenhangt met
vegetatieve natuur.
_ _
,
leven. ....
, ,
doen. De
lijke leven samen
als de groei en
de voortplanting dit mensen
deze ziekte-tendens de
rende ziekte-tendens in zich. Tegenover staan
verbonden De
levenskrachten, die met de opbouwprocessen zijn.
tusschen deze beide tendenzen wordt in een voortdu-
tegenstelling
door de krachten, die met het
rend, bewegelijk evenwicht gehouden
stelsel De ziekte-tendenz de gezond-
rhythmische samenhangen. en
daar tot evenwicht gebracht. De arts, wiens eerste gebaar is zijn pa-
zal ziektetoestand
wisselingsstelsel een te groote plaats inneemt, een
normaal zijn.
1
In dit verband is het beteekenis te wijzen de aanduidingen.
) van om op
161
Rud. Steiner 11
Op de bovenbeschreven wijze wordt het de oorzaak
vraagstuk van
wikkeling.
Wat zijn ziekten anders dan de prijs, dien de mensch betalen
te
heeft
voor zijn geestelijke ontwikkeling? „Könnten wir nicht krank
werden", zoo
zeide Rudolf Steiner eens, „wir müssten Toren bleiben
unser Leben lang.” Ook sprak hij over ziekten als schaduwen, die
sing daarvan. Genezend werkt ook alle, uit ware geestelijke impulsen
geboren, kunst. De geneeskunst in
engeren
zin geeft dit alles in een
geconcentreerden vorm.
Daarom zal zij, behalve van geneesmiddelen, die zij ontleent aan
eveneens
door den student worden ontwikkeld, opdat de arts er, zoo-
wel bij het stellen van diagnose als bij het vinden van zijn thera-
zijn
pie, gebruik van kan maken. De geneeskunst echter begint daar, waar
de liefde tot de therapeutische daad den arts bezielt.
Wanneer de geneeskunst haar taak in de boven aangeduide rich-
die Rudolf Steiner gaf omtrent het ontstaan van carcinoom, en de uitwer-
162
kan ook nieuwe hygiëne als sociale praktijk ontstaan.
ting ziet, een
nen.
In verschillende klinieken
waarbij wil
zoodanige voor
de gezondheid, men meer
Bij een zorg
als door
toren de ontwikkeling bedreigen. Zoowel door de erfelijkheid
Naarmate de persoonlijkheid
factoren zal al vroeg
kunnen optreden.
het karakter van zijn milieu past,
sterker is en minder in algemeen
zal die strijd heftiger zijn.
het
heeft taak om
de persoonlijkheid van
Een juiste opvoeding tot
Het
kind te helpen en ter zijde te staan.
op zijn ontwikkelingsweg
kan slechts zijn het individueele wezen
eenige doel van die opvoeding
echter, dat die ont-
van het kind tot volle ontplooiing te brengen, zoo
vroeg.
Het bijwerken van
kind werden reeds
het bijzonder de opvoeding van
het achterlijke
vermeld.
Later werden door hem vele voordrachten gehouden over opvoe-
zijn samengevat in et
dingsvraagstukken. Belangrijke gezichtspunten
Gesichtspunkte der
des Kindes vom
kleine boekje ~die Erziehung
lezen: „Das Leben ist wie eme
Geisteswissenschaft”, waar
we ganze
ihren verborgenen 1
noch einen Zukunftszustand in ie-
sondern auch
Blatter der
Wer eine Pflanze sich hat, die erst tragt,
fen birgt. vor
auch Blüten und Früchte sein werden. Wie aber soll jemand sagen
gogische
T
163
n*
Oorspronkelijk was deze slechts gedacht de kinderen
voor
van het
personeel der
Waldorf-Astoria-Cigaretten Fabriek, maar al spoedig
werd tot alle kinderen toegankelijke
zij een voor
school, omvattende
zoowel het als het middelbaar
lager onderwijs. Bij de oprichting waren
er
ongeveer tweehonderd leerlingen, bij het
tienjarig bestaan was dit
aantal tot ver over de duizend gestegen. De huidige toestand is zoo,
dat, wanneer slechts voldoende eeldmiddelen
ter beschikking konden
worden gesteld,
zijn bereikt?
spoedig het dubbele aantal zou
overgave ~religieus
de waarin dit
stemming, geschiedt, karakteriseert.
Geheel anders wordt het kinderlijke leven na het oogenblik der
tandwisseling. Natuurlijk zal de schilderen
nu te
overgang niet plot-
seling optreden. De kenmerken van de eerste zeven levensjaren zullen
geruimen tijd meer of minder duidelijk zichtbaar blijven,
P°S maar
iets geheel nieuws zich
begint te vertoonen. Waar n.l. in de eerste
zeven jaren het kind leefde vanuit de krachten, die het zenuw-zintuig-
stelsel zal het
vormen, nu rhythmische stelsel de grootste plaats
gaan
innemen. Het kind is nu niet vóór alles waarnemend
meer een
wezen,
maar het leeft in de krachten het gevoel. Het kan zich ook niet
van nu
door alleen verder
meer navolgingen ontwikkelen, maar moet door
een doelbewuste autoriteit worden geleid. Daar de die
krachten, in
het rhythmische stelsel werken, zeer verwant zijn met de scheppings-
krachten, die in de levende in de kunst zich slui-
natuur en
openbaren,
mert in die ontwikkelingsperiode in ieder kind eigenlijk een kunst-
zinnig, scheppend wezen.
164
voelen. Dit laatste zal b.v. steeds het geval zijn, wanneer het onder-
en
later ook wiskunde.
_ __
kunnen
derheden te beschrijven. Slechts weinige aanduidingen gege-
ven worden om een indruk te wekken, van wat eigenlijk wordt nage-
streefd.
Wanneer met het veertiende jaar ongeveer de puberteitsleeftijd
de verandering door.
aanbreekt, maakt kinderziel weer een
groote
die hem
zijde staan, vrienden en raadgevers moeten kunnen vinden,
toegepast.
Eerst de
onderscheidingen moeten worden gemaakt. dan, wanneer
door reeks
opvoeder het groeiende kinderlijke organisme een van
lische erfassen will.” Deze woorden van Rudolf Steiner plaatsen den
den worden gesteld, maken, dat slechts zij, die zich met
opvoeder
de kracht zullen vinden het
volle
overgave aan hun taak wijden, om
daarvoor te doen.
noodzakelijke
Èen bijzonderheden hier nog_ volgen.
ÜHH9I
paar mogen
niet „blijven zitten”, wanneer zij, naar een uiterlijken maatstaf geme-
165
veelal het taal-onderwijs gewijd, vanaf de
aan
dat, eerste klas der
lagere school, sprekende wordt gegeven. Grammaticale regels der-
en
gelijke volgen eerst veel later.
ue leeraar is geheel vrij in de wijze, waaroo hij zijn stof wil be-
handelen zoekt vanuit
en zijn eigen persoonlijkheid aansluiting aan
het leerplan. Dit kan alleen, wanneer de school staat onder de auto-
Ook de de beide
z.g. „heil-paedagogie", liggende tusschen gebieden
van opvoedkunst en geneeskunst, kon een nieuwe ontwikkeling door-
ten, maar
ook kinderen, waarbij de ontwikkelingsstoornis meer
op
moreel gebied ligt, b.v. kinderen Om
met een misdadigen aanleg.
deze kinderen iets te kunnen doen, is inzicht in de
voor een diep
samenhangen tusschen lichaam, ziel en
geest noodzakelijk. Ziel en
1
) instituten in Zwitserland (in Arlesheim bij
Hcil-paedagogische zijn
Bazel), in Duitschland (Gerswalde bij Berlijn, Breslau, Jena, Hamborn bij
Paderborn, Stuttgart), in Engeland (Birmingham), in Nederland (Bosch en
166
de die
Geen enkel gebied is moeilijker toegankelijk voor impulsen,
uit dan het sociale. In het weten-
een vrij geestesleven ontspringen,
leven starheid eigenwaan het denken belem-
schappelijke mogen
en
den wil. Hoe machtig de invloed van dat egoïsme was, zou
vrijen
den 1917,
Rudolf Steiner ervaren, toen hij vanaf zomer van het jaar
catastrophen, die sedert het uitbreken van den wereldoorlog zich over
ner een
groot aantal voordrachten in Duitschland, waarin hij wees op
die door
bezield en bij de nieuwe geestelijke beschouwingswijze,
Zeer de indruk, die deze
Goethe mogelijk was geworden. groot was
eerlijkheid zou publiceeren, hoe de oorlog was ontstaan. Van uur tot
In steeds te misleidende,
was geweest. plaats van voort gaan met
zien, wat het werkelijke aandeel van Duitschland in het ontstaan van
geschieden, die aantoonde, dat men begreep, wat door den tijd werd
167
geestelijke leven, zou
de werkzaamheid den binnen de juiste
van staat
een
derde poging te doen.
In Maart 1919 verscheen een „Aufruf an
das deutsche Volk und
an
der Zeit drangen nach der Erkenntnis einer sozialen Struktur der
Menschheit, die anderes ins Auge fasst, als was heute gemeinig-
ganz
lich ins Auge gefasst wird. Die sozialen Gemeinschaften haben sich
bisher zum grössten Teile aus den sozialen Instinkten der Menschheit
beide gebieden moet ook het geestelijke een eigen zelfstandig wer-
De
oproep
werd door een zeer groot aantal menschen, vele hon-
l
) Later steeg de oplage tot 80.000.
168
Wil echter den werkelijen stand van
het sociale vraagstuk lee-
men
ren kennen, dan kan men zich noch door partij-routine, noch door de
werksman kon dat Hij droeg daardoor een gevoel van mensche-
nog.
bestaan.
WW LUIAAAa
hoe
wingswijze naar voren gebracht. De eerste vraag is, een
gezond,
geestelijk leven gevormd moet zijn en
welke plaats het moet hebben
169
ten opzichte van
de andere deelen van het sociale organisme. De
ven wordt, is dat niet bedoeld als een simpele analogie, maar ge-
schiedt dit vanuit het dat mensch eenmaal
inzicht, en staat nu voor
Het spreekt wel van zelf, dat ook hier de drie deelen van het sociale
organisme niet geïsoleerd ten opzichte van elkaar staan. Zij doordrin-
Voor alles wat tot het geestesleven behoort, is vrijheid het hoogste
ideaal. Tot het geestesleven moet alles gerekend worden, wat uit
ken, wil een product, hoe eenvoudig ook, tot stand komen. Ontel-
Het derde gebied, tusschen deze beide in geplaatst, n.l. dat van het
mensch is
op dezelfde manier in het staatsverband ingeschakeld.
Na de verscheen tweede boekje Rudolf
„Kernpunkte” nog een van
hield een
groot aantal menschen, in de anthroposophische beweging
gart haar middelpunt. Hoewel door dit sociale werk een sterke tegen-
stand tegen Rudolf Steiner losbrak, werd toch, misschien wel mede
170
Kommende Tag”, die echter door hun geïsoleerdheid niet lang konden
blijven bestaan.
werd ontwikkelde
Slechts wat uit het vrije geestesleven geboren,
zich verder. In de eerste plaats de reeds genoemde „Freie Waldorf
unkte” bracht, als een reeks „Anregungen”, niet als een partij-pro-
denen sich einbildet, dass sie ihrem wörtlichen Sinne nach aus-
man
geführt werden können. Dies hat dei Verfasser zu allen denen gesagt,
denen unter dem Zwang der Zeitereignisse von diesen Ideen ge-
er
aus diesem Anfassen erfolgt, etwas sein werde, das den wirklichen
171
Vil
Het Goetheanum.
Goethc.
Naast de
gewone hoogescholen verrezen een groot aantal andere,
aanbepaalde gebieden gewijd. Techniek en landbouw, muziek en beel-
dende kunst, zelfs het
gebied van den handel, alles werd aan bijzon-
dere, daartoe ingerichte hoogescholen onderwezen.
Dit alles zou een innerlijke wijze, door eenheid in het
nog op
kele faculteit beoefend, zijn ten opzichte van elkaar dikwijls geïso-
leerd. Welke b.v. is in de verschillende
arts
nog staat specialismen
op zijn gebied te beheerschen of zelfs ook maar te kennen? Dikwijls
zal hij zelfs moeite hebben de daarin verschijnende publicaties te be-
grijpen. Een studie over
hersen-anatomie, een verhandeling over psy-
172
hierin een ideaal voor
de toekomst. De hoogeschool zou dan moeten
worden tot een voor vrijwel alle vakken opleidend instituut. Voor
moreelen aard. Dan werd, in toestand van diepen slaap, zijn ziel
een
den, mag
alleen in het volle licht van het bewustzijn worden betreden.
Alleen dan kan ieder
er van werkelijke vrijheid sprake zijn, wanneer
denken werd er
in geopenbaard.
Mensch wereld uiterlijk elkaar gescheiden. In de ziel
en zijn van
gehouden.
duim Denken drinnen lebst, lebst auch
~Wenn richtig du, wenn
man
das Göttliche in sich.”
bindt hij zich met de schoonheid en moraliteit, die door hen spreekt.
De volgende zinnen, door Rudolf Steiner gesproken ter inleiding
van
de eerste „Hochschulkurs” (September 1920) in het oude Goe-
173
des Uebersinnlichen zur Wiedergeburt der Seele und des Geistes in
Ueberzeugung, sondern wir haben, die wir hier arbeiten, ein Erken-
nen davon: dass wir hineintragen können in die einzelnen des
Zweige
menschlichen Kulturlebens, in alle Einzelheiten unseres jetzigen heben-
den sozialen Lebens dasjenige, der der
was aus neuen Dreiheit,
schauenden der
Kunst, geistigerfassenden Wissenschaft, der die Wie-
de veelomvattende die
geven van
groote, werkzaamheden, uit een
over
de waarnemingswereld door intuïtie denkbeelden opleven. Een
ontmoeting vindt dan plaats tusschen den levenden stroom der ver-
174
verbinding van mensch en wereld. „Das Gewahrwerden der Idee in
der Wirklichkeit ist die wahre Kommunion des Menschen.” Deze
woorden, door Rudolf Steiner geschreven nauwelijks dertigjarigen
op
leeftijd, zijn steeds de leidspreuk van den arbeid aan het Goetheanum
gebleven.
Door een dergelijke geestelijke communie verbindt de mensch zich
met de goddelijke scheppingskrachten. Denkende treedt hij binnen in
de wereld van den geest.
De twee groote wereld mensch verbindende krachten vloeien
en
van
dezen tijdgeest beschrijven.
De oude Christelijke leer noemde hem Michaël, een naam,
die on-
weg vrij voor een nieuwe kosmische spiritualiteit. Wanneer deze echter
gereed om
de ziel steeds verder op den weg der abstractie te voeren.
strikt in een netwerk van theorieën en phrasen. Slechts door zich met
alle kracht bewust tot den geest te wenden, kan hij dit netwerk door-
breken. De strijd, die daartoe moet worden gevoerd, werd reeds vóór
hangen als een weefsel van geestelijk licht. Met het abstracter worden
der gedachten werd dit licht bleeker en
kouder. Wil de mensch van
bleeke licht van deze gedachten moeten dóórdringen. Vanuit die inner-
175
en doorgloeid met dat
vuur, dat uit een ware geestdrift voor wijsheid,
schoonheid liefde is
en geboren.
een
groot aantal plaatsen leefde, tot innerlijke consolidatie te brengen.
Hiertoe werd den eersten Kerstdag van het jaar 1923 de „Allge-
op
het
geestelijk middelpunt van
deze vereeniging erkend. Zij staat uiter-
sectie voor plastische kunst was bestemd geleid te worden door Miss
1
) Na diens heengaan werd Albert Steffen tot voorzitter van de vereeni-
ging gekozen.
176
LITERATUUROVERZICHT.
PHILOSOPHIE
Die Ratsel der Philosophie in ihrer Geschichte als Utnrisz dargestellt. 2 Bd.
Haeckel und seine Gegner.
Haeckel, die Welfratsel und die Theosophie. 10—12 Duizend.
Friedrich Nietzsche, ein Kampfer seine Zeit. 2—6 Duizend.
gegen
Grundlinien einer Érkennlnisiheorie der Goethe’schen Weltanschauung mit
besonderer Rücksicht auf Schiller. 2—6 Duizend.
Goeihes Weltanschammg. 5—12 Duizend.
*Die praktische Ausbildung des Denkens. 21—26 Duizend.
Philosophie und Anthroposophie.
Was soll die Geisteswissenschalt und wie wird sie von ihren Geénern behan-
delt?
GEESTESWETENSCHAP
•Die geisfige Führung des Menschen und der Menschheif. 3—lo Duizend.
*Die Aufgabe der Ceisteswissenschaft und deren Bau in Dornach.
Menschenwesen, Menschenschicksal und Weltenlwickelung (Sonderdruck au«
177
Initiations-Erkenntnis. 13 Voordrachten gehouden te Penmaenmawr 1923.
purgisnacht.
Die Ratsel in Goethes Faust. Exoterisch und esoterisch.
MEDITATIONSVORGAENGE
ALS GEISTESWISSENSCHAFTLICHE ERKENNTNISSE”
Een seriesuitgave:
I Wie erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten? 36—43 Duizend.
II Ein Weg zur Selbsterkeimtnis des Menschen. In 8 meditaties.
V Vom Seelenleben.
Die Stufen der höheren Erkenntnis.
VI
PSYCHOLOGIE
NATUURWETENSCHAP
tronomie.
GENEESKUNST
SOCIOLOGIE
Dornach 1918.
178
MENSCH- EN VOLKENKUNDE
Een Serie-uitgave.
I Goethes Geistesart in unseren
schicksalsschweren Tagen und die deutsche
Kultur
CHRISTOSOPHIE
throposophischer Vorstellungsart.
*Weihnacht.
OPVOEDKUNST
Die Methodik des Lehrens und die Lebensbedingungen des Erziehens. I—s
Duizend
KUNST
179
Vier Mysteriedrama’s:
I Die Pforte der Einweihung, Ein Rosenkreuzermysterium. B—ll Duizend.
In Holl. vert. verschenen by Dishoeck, Bussum.
II Die Prüfung der Seele.
(Fortsetzung zu „Die Pforte der Einweihuna")
’
5—9 Duizend.
111 Der Hüter der Schwelle.
(Fortsetzung zu „Die Prüfung der Seele”.) 5—9
Duizend.
IV Der Seelen Erwachen. Seelische und
geistige Vorgange in szenischen Bil-
dern. 5—9 Duizend.
Anthroposophischer Seelenkalender.
Wahrspruchworte. I—s Duizend.
SPRAAKVORMING
EURYTHMIE
NIEUW VERSCHENEN:
kJLULLgO.IL
IN DRUK:
lijn 1911.
180
1
Em ichoven
van
Zeylmans
W.
F.
Dr.
door
Biografie
Rudolf Steiner
in—
i
Van dezelfde schrijver:
RUDOLï STEINER -
leven en werk waarin
De Werkelijkheid wij leven
niet alleen de uiterlijke biografische gebeurtenis- eenvoudige taal roept hij de grote
beelden
schappelijke jurken. De ontmoeting met Goe- bouw van een ‘vrije hogeschool voor geestes-
en
angsten, hun haatgevoelens en Innerlijke
het beoefenen der geestesweten-
quenties van ‘n
de het Goetheanum Dornach gespletenheid. Wie dit boek van een ervaren
the’s werk, jaren van zijn medewerker- wetenschappen’, te
is
er een
literatuur
op
dit gebied aanwezig waar- werkzaamheid en
de
ontwikkeling van de
ziel. Tweede druk, ƒ 6,90.
in de buitenstaander slechts na langdurige studie ca.
de weg kan
vinden. Het is daarom toe te juichen
boek in Neder-
dat er na bijna 25 jaar weer een
Em ichoven
het breed materiaal. Dat heeft de
schappelijke behandeling van uitgesfalde
Courant: boek boeiend door
vermoedelijk zelf ook zo bedoeld. Niettemin is het
schrijver
het diens functie els
gevoel van hoge verantwoordelijkheid van mens-zijn,
zijn
mensheid als volkeren. Het
wezen
in de gemeenschap en de gemeenschap van
is zeker de
Courant:
men
die men
deswege grote erkentelijkheid verschuldigd mag
van de Ziel
In de vorm van een Iwaalltal gesprekken worden in 'Hygiëne
on-
diepgaande wijze levensproblemen besproken over opvoeding, angst,
op
Zeylmans
rust, twijfel, huwelijk en samenleving . . . Hier wordt de mens een soort sociale,
voorgesf eld om hem in staat Ie stellen boven zijn moderne
geesfe/ijke hygiëne
Tijd en Taak:
ideaal zeil Hier hoort men een
noden uit Ie groeien en
zijn te verwerkelijken.
te tekenen voortreffelijk raad geelt. Zo'n boek kan veel goed doen,
situatie en
vooral menigeen die zielzorg heelt kan hier suggesties uil putten. Een nobel
DH AU I HUR genoot zijn medische en
W.
dirccteur van de Rudolf Stoiner Kli- levend boek. Het vereist een contemplatieve, infrospecfieve geest, innerlijke
Nederl. Bibliografie: de wil hef tot Het is een boek dat ons ver-
niek tc Den oefende hij rust en en verlangen begrijpen.
Haag, een
Dr.
deze
door
Australië Z-Afrika. Velen in
ƒ 9,75
en ons
. . ex.
idem
,
De Werkelijkheid waarin wij leven, geb.
land kennen hem door zijn leergan-
Wijsbegeerte te Amersfoort,
voor
boekhandel Noteer mij voor toezending na verschijnen (voorjaar ’6l) van
Biografie
de VS. Van zijn
land, Duitsland en
herdruk verschijnen.
gend jaar een
Adres:
Plaats: