Onderzoek traditionele klederstof

De hul is een kleine, eenvoudige muts, die strak om het hoofd gedragen wordt. Bij
het voorhoofd heeft de hul een paar plooien. Soms loopt de hul opzij uit in punten.

De bol kan gemaakt zijn van machinale (stip)tule of van machinale tule die met de
hand geborduurd is. Dikwijls is er dan een eenvoudig patroon met kettingsteken
aangebracht. De kantstrook is dikwijls van machinale kant in de stijl van Rijsselse
kloskant.

Laten we beginnen met de stof die wordt gebruikt om de meeste traditionele kleding
op de Kleine Antillen te maken.
Madras, een soort handgeweven lichtgewicht katoenen stof met kleurrijke
ruitpatronen in de primaire stof die wordt gebruikt bij het maken van Antilliaanse
traditionele kleding.
De geschiedenis van de stof en de introductie ervan in het Caribisch gebied is het
perfecte voorbeeld van hoe stof de identiteit van een cultuur kan
vertegenwoordigen. Net als de geschiedenis van het Caribisch gebied, wordt ook de
geschiedenis van het madrasweefsel gekenmerkt door kolonisatie en slavernij.
Landen in het Caribisch gebied die madras gebruiken voor hun kleding, hebben elk
een reeks kleuren en patronen gekozen die hun nationale of territoriale identiteit
weerspiegelen.

Elke kleur fungeert als een symbool voor iets unieks voor de eilanden. Geel staat voor
de gele ceder, de officiële bloem. Rood staat voor liefde en kracht. Groen
symboliseert de landmassa van de eilanden. Blauw is voor de oceaan en het gebruik
ervan in transport. Roze staat voor de schelp die hun roep naar vrijheid symboliseert.
Turkoois staat voor de ongerepte blauwe wateren van de Caribische Zee. Wit
herinnert aan de kleding gemaakt van meelzakken die de slaven vroeger droegen.